NL2017027B1 - Monitoren met een LPWAN datalogger. - Google Patents

Monitoren met een LPWAN datalogger. Download PDF

Info

Publication number
NL2017027B1
NL2017027B1 NL2017027A NL2017027A NL2017027B1 NL 2017027 B1 NL2017027 B1 NL 2017027B1 NL 2017027 A NL2017027 A NL 2017027A NL 2017027 A NL2017027 A NL 2017027A NL 2017027 B1 NL2017027 B1 NL 2017027B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
unit
data
units
group
radio
Prior art date
Application number
NL2017027A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2017027A (nl
Inventor
Steentjes Noël
Original Assignee
Volkerrail Nederland Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Volkerrail Nederland Bv filed Critical Volkerrail Nederland Bv
Publication of NL2017027A publication Critical patent/NL2017027A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2017027B1 publication Critical patent/NL2017027B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B61RAILWAYS
    • B61LGUIDING RAILWAY TRAFFIC; ENSURING THE SAFETY OF RAILWAY TRAFFIC
    • B61L23/00Control, warning or like safety means along the route or between vehicles or trains
    • B61L23/04Control, warning or like safety means along the route or between vehicles or trains for monitoring the mechanical state of the route
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B61RAILWAYS
    • B61LGUIDING RAILWAY TRAFFIC; ENSURING THE SAFETY OF RAILWAY TRAFFIC
    • B61L27/00Central railway traffic control systems; Trackside control; Communication systems specially adapted therefor
    • B61L27/50Trackside diagnosis or maintenance, e.g. software upgrades
    • B61L27/53Trackside diagnosis or maintenance, e.g. software upgrades for trackside elements or systems, e.g. trackside supervision of trackside control system conditions

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Train Traffic Observation, Control, And Security (AREA)

Abstract

Toepassing van een zelfstandige unit met zich aan boord bevindende energie voeding bij het monitoren van een component die behoort tot een spoorweg of autoweg, waarbij de unit is ingericht voor radio communicatie en bij voorkeur de middelen van de unit voor de radio communicatie zijn ingericht voor het zenden en genereren van chirps uit de over te dragen digitale data. Bijvoorbeeld om de conditie van een component in een tunnel of aan een wissel, zoals verwarming, te monitoren. De data communicatie verloopt via een netwerk van LPWAN type.

Description

Monitoren met een LPWAN datalogger.
Deze uitvinding heeft betrekking op het monitoren van een component die behoort tot een spoorweg van een trein voor het vervoer van personen en goederen, of behoort tot een autoweg. De component behoort bijvoorbeeld tot de bovenleiding voor de elektrische voeding van de trein, bijvoorbeeld de paal-spoorstaafverbinding, of de retourkabel of minuskabel of potentiaalvereffeningskabel of andere component van het bovenleiding-retoursysteem. Een andere component is de wisselverwarming of deel ervan, of een wisselsteller of deel ervan, of een compensatie- of ES-las (dilatatievoeg respectievelijk elektrische scheidingslas in een spoorstaaf) of een toegangsdeur van bijvoorbeeld een relaiskast, relaishuis of afrastering. Weer een andere component kan een onderdeel zijn in of aan een tunnel voor auto- of treinverkeer, zoals een tunnelwand of een tunnelventilator of een zichtmeter, of een hectometerpaal of een lantaarnpaal of verkeersbord of bewegwijzeringsbord of seinbord.
Met "spoorweg" wordt hier ook bedoeld "autoweg", en omgekeerd.
Daartoe is uitgevonden een zelfstandige unit met één of meer van: een interne radiozender en eventueel een interne radio ontvanger van een radiosignaal; een interne accu, bij voorkeur van niet oplaadbaar type welke galvanische stroom levert door een chemische reactie, bij voorkeur met een capaciteit voldoende om de unit minimaal 5 jaar te voorzien van de vereiste voeding; een intern geheugen en een interne microprocessor; een sensor; een interne analoog-digitaal omvormer; een interne klok; een interne of externe antenne; één of meer toetsen voor gegevensinvoer door een gebruiker; een weergeefeenheid zoals beeldscherm of display; een interne digitaal-chirp en/of chirp-digitaal omvormer.
De unit omvat bij voorkeur een radiocommunicatiesysteem dat met digitale data en één of meer van chirp signalen, chirp modulatie en conjugaat chirps werkt. In dit verband wordt verwezen naar EP2449690, US6549562, EP0952713, US6940893, US6614853 en EP2763321, de inhoud van elk waarvan hierin is opgenomen. Bij voorkeur wordt radio-gecommuniceerd via gemoduleerde en ongemoduleerde chirps in combinatie.
Bijvoorbeeld wordt een smalbandige of ultra smalbandige radiotechnologie toegepast, bij voorkeur met toepassing van "binary phase-shift keying (BPSK)".
De communicatie verloopt via een netwerk, bij voorkeur van LPWAN (Low Power Wide Area Network) type.
Ten behoeve van de radio communicatie is de unit bij voorkeur uitgerust met een zender en/of ontvanger volgens één van de conclusies 1 t/m 18 van EP2763321.
Bij voorkeur is de unit geconfigureerd zodat aan de kant van de zender de via radio over te dragen digitale zenddata wordt omgezet in chirps die door de antenne worden uitgezonden en na ontvangst aan de kant van de ontvanger worden omgezet in digitale ontvangstdata die in hoofdzaak gelijk is aan de digitale zenddata.
Deze unit is bij voorkeur ingericht voor één of meer van: het uitzenden (circuit- of pakketgeschakeld) van een statussignaal op een zendfrequentie tussen bijvoorbeeld 860 en 1000 MHz (bijvoorbeeld minimaal 860 of 865 and/of maximaal 870 of 900 MHz) bij een zendvermogen van bij voorkeur 25 mW of minder en een data rate tussen bijvoorbeeld 0,3 en 50 kbps; het met tussenpozen van minimaal 10 minuten of 1 uur of 10 uur of één dag of één week of één maand en/of maximaal één dag of één week of één maand of één jaar gedurende ten hoogste 1 seconde een boodschap, met een omvang bij voorkeur ten hoogste 3 bytes (bijvoorbeeld 8 of 16 bits per byte), uitzenden (uplink) en eventueel alleen direct na het zenden wachten op antwoord van de server, met een omvang bij voorkeur ten hoogste 3 bytes (bijvoorbeeld 8 of 16 bits per byte), gedurende ten hoogste 1 seconde (downlink receive window), waarna de zend/ontvangstprocedure wordt afgesloten en gedurende de tussenpoos afgesloten blijft om na afloop van de tussenpoos weer te worden geactiveerd; het gedurende maximaal 1% of 10% van de beschikbare tijd zenden; het samplen met een regelmaat die minimaal 10 of 50 of 100 keer hoger is dan de regelmaat waarmee wordt gezonden, bijvoorbeeld iedere minuut samplen en ieder uur zenden; het direct zenden zodra een bepaald resultaat wordt verkregen uit het samplen.
Tijdens de tussenpoos zal bij voorkeur de CPU minimaal één keer de data van de sensor samplen, om het energieverbruik laag te houden wordt bij voorkeur maximaal drie keer per tussenpoos of maximaal één keer per 10 minuten of per dag gesampled.
De relevante monitoring data wordt bij voorkeur uitgezonden in associatie met een unieke identificatiedata van de unit.
De unit behoort bij voorkeur tot een groep van identieke units die een wederzijdse afstand van minimaal 1 of 5 of 10 of 100 en/of maximaal 100 of 200 of 1000 meter hebben en deze groep is opgenomen in een draadloos radionetwerk voor simplex-of duplex communicatie en iedere individuele unit bevindt zich op afstand van minimaal 1 of 2 of 5 of 10 kilometer van de dichtstbijzijnde radio zend/ontvangmast van het aardse netwerk van dergelijke masten die zijn ingericht volgens het cellulaire netwerk principe, welke masten via een bedraad netwerk zijn aangesloten op de server computer die wordt gevoed met de van de groep van units afkomstige data en eventueel op zijn beurt data aan deze groep levert.
De units zenden onafhankelijk van elkaar en het moment van zenden wordt bijvoorbeeld getriggerd door de unit-eigen klok. Bij duplex communicatie triggert bij voorkeur het zenden door de unit het zenden van het antwoord door de server computer, tijdens welke duplex communicatie bij voorkeur de betreffende unit met dezelfde mast communiceert voor zowel het upload als het download gedeelte.
De groep van units bevindt zich bij voorkeur langs de spoorbaan of autoweg, bijvoorbeeld is van een lengtedeel van de spoorbaan iedere paal van de bovenleiding, of van een autoweg iedere hectometerpaal of lantaarnpaal uitgerust met een unit. Eventueel bedraagt de maximale tussenruimte tussen de units 1000 of 2000 meter. Voor units die zijn geassocieerd met retourkabels of minuskabels of potentiaalvereffeningskabels is bij voorkeur per dergelijke kabel een enkele unit toegepast en zijn bij voorkeur al dergelijke kabels van een lengtedeel van de spoorbaan uitgerust met een unit. Voor units die zijn geassocieerd met wisselverwarming is een enkel wissel bij voorkeur uitgerust met een groot aantal units. Bij voorkeur is iedere warmtebron, bijvoorbeeld branderpijp, uitgerust met een eigen unit. Omdat branderpijpen zich op korte afstand van elkaar kunnen bevinden, zullen in dit geval de units zich bevinden op een onderlinge afstand tussen 50 centimeter en 3 meter. Indien geassocieerd met een compensatielas, ES las of versperring, zoals deur, van een toegangsopening, is iedere las of deur uitgerust met een eigen unit en bevindt deze unit zich bij voorkeur op een afstand minder dan 1 meter van deze las of deur en/of op afstand van minimaal 10 meter van andere tot deze groep behorende units (omdat deze lassen of deuren zich in de regel minimaal 10 meter van elkaar bevinden. Indien geassocieerd met een wisselsteller, zijn 1, 2 of meer units met dezelfde wisselsteller geassocieerd en deze units houden een wederzijdse afstand van bij voorkeur minimaal 50 cm of 1 m.
De antenne bevindt zich bij voorkeur minimaal 0,25 of 1 of 3 meter boven het niveau van het locale maaiveld of rijvlak van de spoorstaaf of het wegdek, om betrouwbare draadloze radio signaaloverdracht met de geassocieerde netwerkmast te kunnen garanderen over de grote afstand van bijvoorbeeld minimaal 2 kilometer.
De sensor is ingericht voor het bij voorkeur registeren van een galvanische spanning(bijvoorbeeld bij de paal-spoorstaafverbinding) of stroom (bijvoorbeeld bij de retourkabel) of magnetisch veld (bijvoorbeeld om een galvanische stroom te detecteren) of een temperatuur (bijvoorbeeld bij de wisselverwarming) of een verplaatsing (bijvoorbeeld bij de compensatielas) of een trilling of de luchtvochtigheid. De sensor kan zijn gecombineerd met een deurcontact of reedcontact of microswitch om bijvoorbeeld de sluitstand van een deur te controleren.
Bijvoorbeeld is de unit geïntegreerd met een doorslagveiligheid van bijvoorbeeld een paal-spoorstaafverbinding. In een ander voorbeeld is de unit geïntegreerd in een hol profiel, bijvoorbeeld van een toegangshek, en steekt de antenne bij voorkeur in een naar de omgeving open opening in de profielwand.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze om te bepalen welke tot een spoorbaan of autoweg behorende component van een groep van identieke componenten die zich met wederzijdse tussenruimte langs een spoorbaan of autoweg bevinden, door een onderhoudsmonteur moet worden bezocht, welke componenten worden uitgerust met ieder een eigen unit volgens de uitvinding en deze units worden opgenomen in een radio communicatienetwerk via welke de units meetdata overdragen aan een server computer, welke server computer is geconfigureerd om in afhankelijkheid van deze meetdata de te bezoeken component selecteert en presenteert aan een gebruiker en vervolgens de onderhoudsmonteur zich naar de geselecteerde component begeeft.
Bijvoorbeeld wordt een tunnel uitgerust met een groep van units met wederzijdse tussenruimte, bijvoorbeeld in of aan de tunnelwand gemonteerd. Voordelige toepassingen in een tunnel voor auto- of treinverkeer zijn als volgt:
Monitoren van de conditie van de tunnelwand, bijvoorbeeld achteruitgang van de lichtreflectie van de tunnelwanden door vervuiling. Hiertoe is iedere unit van de groep uitgerust met een middel voor het meten van de lichtreflectie van een geassocieerd deel van de tunnelwand. Bij voorkeur wordt de centraal verzamelde meetdata gebruikt voor vergelijken met een drempelwaarde bij passage waarvan wordt besloten tot wassen van de tunnelwand. Hierdoor neemt de verkeersveiligheid toe en dalen de onderhoudskosten.
Monitoren van de conditie van de zich in de tunnel bevindende ventilatoren, bijvoorbeeld door een trillings-en/of galvanische stroommeting. Deze ventilatoren genereren een kunstmatige luchtstroom doorheen de tunnel ten behoeve van ventilatie. Daartoe wordt bij voorkeur iedere ventilator geassocieerd met een eigen unit die uitgerust is met een middel voor de trillings- en/of stroommeting om trilling van de ventilator respectievelijk voedingsstroom van de ventilator te meten. Uit de verkregen meetdata kan een trend worden afgeleid waarmee een voorspelling over het moment van noodzakelijke reparatie kan worden gedaan.
Monitoren van de conditie van zichtmeters, in het bijzonder de lens of het kijkvenster, waarmee rookontwikkeling in de tunnel wordt bewaakt. Daartoe wordt bij voorkeur iedere zichtmeter geassocieerd met een eigen unit die uitgerust is met een middel voor het meten van de lichtdoorlatendheid van de lens of het kijkvenster. Uit de verkregen meetdata kan een trend worden afgeleid waarmee een voorspelling over het moment van noodzakelijk reinigen van de lens of venster kan worden gedaan.
Door een unit uit te rusten met een inclinometer kan worden gedetecteerd of het ermee geassocieerde object, bijvoorbeeld paal, wel of niet rechtop staat. Door de unit uit te rusten met een licht- of temperatuursensor kan worden gedetecteerd of van het ermee geassocieerde object, bijvoorbeeld straatverlichting of wisselverwarming werkt (bijvoorbeeld licht of warmte geeft). Door de unit uit te rusten met een positiebepaling, bijvoorbeeld GPS of triangulatie (positiebepaling door afstandmeting tot minimaal twee of drie geassocieerde zendmasten van het radio netwerk), kan de locatie van het ermee geassocieerde object, bijvoorbeeld sein- of verkeersbord, worden bepaald en daarmee op afstand gecontroleerd of het object zich op de gewenste locatie bevindt.
Hierna volgt een toelichting van het in de tekening getoonde voorbeeld.
Fig. 1 toont schematisch een unit van de uitvinding;
Fig. 2 toont in perspectief een deel van een spoorbaan;
Fig. 3 toont in perspectief een tegen bevriezen te verwarmen wissel van een spoorweg;
Fig. 4 toont in een grafiek het verloop in de tijd van de frequentie van een basis chirp en van een gemoduleerde chirp;
Fig. 5 toont in een grafiek de fase van de in fig. 4 getoonde signalen;
Fig. 6 toont in een grafiek de reële en de complexe component van de basis chirp, in het tijddomein.
Fig. 1 toont van de unit de behuizing die alle componenten bevat zodat de unit geheel zelfstandig kan functioneren, en uit de behuizing steekt de antenne.
Fig. 2 toont de palen 5 die de bovenleiding dragen. Iedere paal is uitgerust met een paal-spoorstaafverbinding en daarop is een unit aangesloten zodat iedere paal 5 is uitgerust met een eigen unit.
Het wissel van fig. 3 is uitgerust met gasgestookte branderpijpen en iedere branderpijp is uitgerust met een eigen unit. Zodoende kan op afstand iedere branderpijp op correct functioneren worden gecontroleerd. Bijvoorbeeld bevindt in het gebied II zich langs de wisseltong een branderpijp.
Fig. 4-6 tonen voorbeelden van chirps die worden gebruikt in de radio communicatie.
Vele alternatieve uitvoeringen behoren tot de uitvinding, ook waarbij een alternatief voor chirps wordt toegepast.
Aldus heeft de uitvinding, bijvoorbeeld, betrekking op de toepassing van een zelfstandige unit met zich aan boord bevindende energie voeding bij het monitoren van een component die behoort tot een spoorweg, waarbij de unit is ingericht voor radio communicatie en bij voorkeur de middelen van de unit voor de radio communicatie zijn ingericht voor het zenden en genereren van chirps uit de over te dragen digitale data. Aldus betreft de uitvinding een inrichting en/of werkwijze voor monitoren van een component of groep van in hoofdzaak identieke componenten, bij voorkeur waarbij iedere component is geassocieerd met een eigen draadloos communicerende datalogger van een groep van in hoofdzaak identieke dataloggers.
Tot de uitvinding behoort ook een uitvoering verkregen door een hierdoor geopenbaarde maatregel afzonderlijk, eventueel gecombineerd met één of meer andere hierdoor geopenbaarde maatregelen afzonderlijk.

Claims (44)

1. Werkwijze van het monitoren van een component die behoort tot een spoor- of autoweg, met gebruikmaking van een met de component geassocieerde zelfstandige unit met één of meer van: een interne radiozender; een interne radio ontvanger van een radiosignaal; een interne accu, bij voorkeur van niet oplaadbaar type, met een capaciteit bij voorkeur voldoende om de unit minimaal 5 jaar te voorzien van de vereiste voeding; een intern geheugen; een interne microprocessor; een sensor; een interne analoog-digitaal omvormer; een interne klok; een antenne, waarbij de unit draadloos de data overdraagt aan een verwijderde ontvanger.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, de data communicatie verloopt via een netwerk van LPWAN (Low Power Wide Area Network) type .
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, er wordt radio-gecommuniceerd via gemoduleerde en ongemoduleerde chirps in combinatie.
4. Werkwijze volgens één van conclusies 1-3, er wordt een smalbandige of ultra smalbandige radiotechnologie toegepast, bij voorkeur met toepassing van "binary phase-shift keying (BPSK)".
5. Werkwijze volgens één van conclusies 1-4, de component is een doorslagveiligheid van de paal-spoorstaafverbinding van de draagmast van de trein bovenleiding of een met een spoorstaaf verwarmend geassocieerd verwarmingselement, zoals branderpijp, van een wisselverwarming.
6. Werkwijze volgens één van conclusies 1-5, de component bevindt zich in een tunnel waardoorheen de weg loopt, bijvoorbeeld een lichtreflectie detector of ventilator of zichtmeter.
7. Werkwijze volgens één van conclusies 1-6, waarbij de unit een boodschap uitzendt, in associatie met een unieke identificatiedata van de unit, op een zendfrequentie tussen 860 en 870 MHz bij een zendvermogen van ten hoogste 25 mW en een data rate tussen 0,3 en 50 kbps, met tussenpozen van minimaal één dag en maximaal één week, gedurende ten hoogste 1 seconde met een omvang ten hoogste 3 bytes en alleen direct na het zenden wacht op antwoord van de server gedurende ten hoogste 1 seconde waarna de zend/ontvangstprocedure wordt afgesloten en gedurende de tussenpoos afgesloten blijft om na afloop van de tussenpoos weer tijdelijk te worden geactiveerd, waarbij het samplen gebeurd met een regelmaat die minimaal 50 keer hoger is dan de regelmaat waarmee wordt gezonden.
8. Werkwijze volgens één van conclusies 1-7, de unit behoort tot een groep van identieke units die een wederzijdse afstand van minimaal 10 en maximaal 1000 meter hebben en deze groep is opgenomen in een draadloos radionetwerk voor duplex communicatie en iedere individuele unit bevindt zich op afstand van minimaal 1 kilometer van de dichtstbijzijnde radio zend/ontvangmast van het aardse netwerk van dergelijke masten die zijn ingericht volgens het cellulaire netwerk principe, welke masten via een bedraad netwerk zijn aangesloten op de server computer die wordt gevoed met de van de groep van units afkomstige data en op zijn beurt data aan deze groep levert, waarbij de units onafhankelijk van elkaar zenden en de units zijn elk geassocieerd met een relevante van een groep identieke componenten, bijvoorbeeld bovenleidingmasten (5) langs de weg.
9. Werkwijze volgens één van conclusies 1-8, de antenne bevindt zich minimaal 0,25 meter boven het rijvlak van de spoorstaaf.
10. Werkwijze volgens één van conclusies 1-9, de sensor is ingericht voor het registeren van één of meer van: een galvanische spanning of stroom of magnetisch veld of een temperatuur of een verplaatsing of een trilling of de luchtvochtigheid of licht of schuinstand of positiebepaling.
11. Werkwijze volgens één van conclusies 1-10, waarbij een groep van identieke units met wederzijdse tussenruimte in of aan de tunnelwand gemonteerd is en is iedere unit van de groep uitgerust met een middel voor het meten van de lichtreflectie van een geassocieerd deel van de tunnelwand en geassocieerde data wordt verzonden.
12. Werkwijze volgens één van conclusies 1-11, waarbij een groep van identieke units met wederzijdse tussenruimte in of aan de tunnelwand gemonteerd is en is iedere unit van de groep uitgerust met een middel voor de trillings- en/of stroommeting van een geassocieerde ventilator in de tunnel.
13. Werkwijze volgens één van conclusies 1-12, waarbij een groep van identieke units met wederzijdse tussenruimte in of aan de tunnelwand gemonteerd is en is iedere unit van de groep uitgerust met een middel voor het meten van de lichtdoorlatendheid van de lens of het kijkvenster van een geassocieerde zichtmeter in de tunnel.
14. Werkwijze volgens één van conclusies 1-13, aan de kant van de zender wordt de via radio over te dragen digitale zenddata omgezet in chirps die door de antenne worden uitgezonden en na ontvangst aan de kant van de ontvanger worden omgezet in digitale ontvangstdata die in hoofdzaak gelijk is aan de digitale zenddata.
15. Werkwijze volgens één van conclusies 1-14, de unit omvat één of meer toetsen voor gegevensinvoer door een gebruiker; een weergeefeenheid zoals beeldscherm of display; een interne digitaal-chirp en chirp-digitaal omvormer.
16. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, ten behoeve van de radio communicatie is de unit uitgerust met een zender en/of ontvanger volgens één van de conclusies 1 t/m 18 van EP2763321.
17. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, de unit is geconfigureerd zodat aan de kant van de zender de via radio over te dragen digitale zenddata wordt omgezet in chirps die door de antenne worden uitgezonden en na ontvangst aan de kant van de ontvanger worden omgezet in digitale ontvangstdata die in hoofdzaak gelijk is aan de digitale zenddata.
18. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, de unit is ingericht voor één of meer van: het uitzenden bijvoorbeeld circuit- of pakketgeschakeld, van een statussignaal op een zendfrequentie tussen bijvoorbeeld 860 en 1000 MHz, bijvoorbeeld minimaal 860 of 865 and/of maximaal 870 of 900 MHz, bij een zendvermogen van bij voorkeur 25 mW of minder en een data rate tussen bijvoorbeeld 0,3 en 50 kbps; het met tussenpozen van minimaal 10 minuten of 1 uur of 10 uur of één dag of één week of één maand en/of maximaal één dag of één week of één maand of één jaar gedurende ten hoogste 1 seconde een boodschap, met een omvang bij voorkeur ten hoogste 3 bytes, bijvoorbeeld 8 of 16 bits per byte, uitzenden, zoals uplink, en eventueel alleen direct na het zenden wachten op antwoord van de server, met een omvang bij voorkeur ten hoogste 3 bytes, bijvoorbeeld 8 of 16 bits per byte, gedurende ten hoogste 1 seconde, zoals downlink receive window, waarna de zend/ontvangstprocedure wordt afgesloten en gedurende de tussenpoos afgesloten blijft om na afloop van de tussenpoos weer te worden geactiveerd; het gedurende maximaal 1% of 10% van de beschikbare tijd zenden; het samplen met een regelmaat die minimaal 10 of 50 of 100 keer hoger is dan de regelmaat waarmee wordt gezonden, bijvoorbeeld iedere minuut samplen en ieder uur zenden; het direct zenden zodra een bepaald resultaat wordt verkregen uit het samplen.
19. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, tijdens de tussenpoos zal de CPU minimaal één keer de data van de sensor samplen, bij voorkeur maximaal drie keer per tussenpoos of maximaal één keer per 10 minuten of per dag wordt gesampled.
20. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, de relevante monitoring data wordt uitgezonden in associatie met een unieke identificatiedata van de unit.
21. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, de unit behoort tot een groep van identieke units die een wederzijdse afstand van minimaal 1 of 5 of 10 of 100 en/of maximaal 100 of 200 of 1000 meter hebben en deze groep is opgenomen in een draadloos radionetwerk voor simplex- of duplex communicatie en iedere individuele unit bevindt zich op afstand van minimaal 1 of 2 of 5 of 10 kilometer van de dichtstbijzijnde radio zend/ontvangmast van het aardse netwerk van dergelijke masten die zijn ingericht volgens het cellulaire netwerk principe, welke masten via een bedraad netwerk zijn aangesloten op de server computer die wordt gevoed met de van de groep van units afkomstige data en eventueel op zijn beurt data aan deze groep levert.
22. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, de units zenden onafhankelijk van elkaar en het moment van zenden wordt bijvoorbeeld getriggerd door de unit-eigen klok.
23. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, bij duplex communicatie triggert het zenden door de unit het zenden van het antwoord door de server computer, tijdens welke duplex communicatie bij voorkeur de betreffende unit met dezelfde mast communiceert voor zowel het upload als het download gedeelte.
24. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, de groep van units bevindt zich langs de spoorbaan of autoweg, bijvoorbeeld is van een lengtedeel van de spoorbaan iedere paal van de bovenleiding, of van een autoweg iedere heetometerpaal of lantaarnpaal uitgerust met een unit.
25. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, de maximale tussenruimte tussen de units bedraagt 1000 of 2000 meter.
26. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, voor units die zijn geassocieerd met retourkabels of minuskabels of potentiaalvereffeningskabels is bij voorkeur per dergelijke kabel een enkele unit toegepast en zijn bij voorkeur al dergelijke kabels van een lengtedeel van de spoorbaan uitgerust met een unit.
27. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, voor units die zijn geassocieerd met wisselverwarming is een enkel wissel bij voorkeur uitgerust met een groot aantal units.
28. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, iedere warmtebron, bijvoorbeeld branderpijp, is uitgerust met een eigen unit.
29. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, bij associatie met branderpijpen bevinden de units zich op een onderlinge afstand tussen 50 centimeter en 3 meter.
30. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, indien geassocieerd met een compensatielas, ES las of versperring, zoals deur, van een toegangsopening, is iedere las of deur uitgerust met een eigen unit en bevindt deze unit zich bij voorkeur op een afstand minder dan 1 meter van deze las of deur en/of op afstand van minimaal 10 meter van andere tot deze groep behorende units.
31 . Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, indien geassocieerd met een wisselsteller, zijn 1, 2 of meer units met dezelfde wisselsteller geassocieerd en deze units houden een wederzijdse afstand van bij voorkeur minimaal 50 cm of 1 m.
32. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, de antenne bevindt zich minimaal 0,25 of 1 of 3 meter boven het niveau van het locale maaiveld of rijvlak van de spoorstaaf of het wegdek, om betrouwbare draadloze radio signaaloverdracht met de geassocieerde netwerkmast te kunnen garanderen over de grote afstand van bijvoorbeeld minimaal 2 kilometer.
33. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, de sensor is ingericht voor het registeren van een galvanische spanning, bijvoorbeeld bij de paal-spoorstaafverbinding, of stroom, bijvoorbeeld bij de retourkabel, of magnetisch veld, bijvoorbeeld om een galvanische stroom te detecteren, of een temperatuur, bijvoorbeeld bij de wisselverwarming, of een verplaatsing, bijvoorbeeld bij de compensatielas, of een trilling of de luchtvochtigheid.
34. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, de sensor is gecombineerd met een deurcontact of reedcontact of microswitch om bijvoorbeeld de sluitstand van een deur te controleren.
35. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, de unit is geïntegreerd met een doorslagveiligheid van bijvoorbeeld een paal-spoorstaafverbinding.
36. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, de unit is geïntegreerd in een hol profiel, bijvoorbeeld van een toegangshek, en/of de antenne steekt in een naar de omgeving open opening in de profielwand.
37. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, om te bepalen welke tot een spoorbaan of autoweg behorende component van een groep van identieke componenten die zich met wederzijdse tussenruimte langs een spoorbaan of autoweg bevinden, door een onderhoudsmonteur moet worden bezocht, welke componenten worden uitgerust met ieder een eigen unit volgens de uitvinding en deze units worden opgenomen in een radio communicatienetwerk via welke de units meetdata overdragen aan een server computer, welke server computer is geconfigureerd om in afhankelijkheid van deze meetdata de te bezoeken component selecteert en presenteert aan een gebruiker en vervolgens de onderhoudsmonteur zich naar de geselecteerde component begeeft.
38. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, een tunnel wordt uitgerust met een groep van units met wederzijdse tussenruimte, bijvoorbeeld in of aan de tunnelwand gemonteerd.
39. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met toepassing in een tunnel voor auto- of treinverkeer van één of meer van het volgende: monitoren van de conditie van de tunnelwand, bijvoorbeeld achteruitgang van de lichtreflectie van de tunnelwanden door vervuiling, waartoe iedere unit van de groep uitgerust is met een middel voor het meten van de lichtreflectie van een geassocieerd deel van de tunnelwand; bij voorkeur wordt de centraal verzamelde meetdata gebruikt voor vergelijken met een drempelwaarde bij passage waarvan wordt besloten tot wassen van de tunnelwand; monitoren van de conditie van de zich in de tunnel bevindende ventilatoren, bijvoorbeeld door een trillings-en/of galvanische stroommeting, waarbij deze ventilatoren een kunstmatige luchtstroom doorheen de tunnel genereren ten behoeve van ventilatie, waartoe bij voorkeur iedere ventilator geassocieerd wordt met een eigen unit die uitgerust is met een middel voor de trillings- en/of stroommeting om trilling van de ventilator respectievelijk voedingsstroom van de ventilator te meten, waarbij bij voorkeur uit de verkregen meetdata een trend wordt afgeleid waarmee een voorspelling over het moment van noodzakelijke reparatie kan worden gedaan; monitoren van de conditie van zichtmeters, in het bijzonder de lens of het kijkvenster, waarmee rookontwikkeling in de tunnel wordt bewaakt, waartoe bij voorkeur iedere zichtmeter geassocieerd wordt met een eigen unit die uitgerust is met een middel voor het meten van de lichtdoorlatendheid van de lens of het kijkvenster, waarbij bij voorkeur uit de verkregen meetdata een trend wordt afgeleid waarmee een voorspelling over het moment van noodzakelijk reinigen van de lens of venster kan worden gedaan.
40. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, een unit wordt uitgerust met een inclinometer waarmee wordt gedetecteerd of het ermee geassocieerde object, bijvoorbeeld paal, wel of niet rechtop staat.
41. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, de unit wordt uitgerust met een licht- of temperatuursensor waarmee wordt gedetecteerd of van het ermee geassocieerde object, bijvoorbeeld straatverlichting of wisselverwarming werkt, bijvoorbeeld licht of warmte geeft.
42. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, de unit wordt uitgerust met een positiebepaling, bijvoorbeeld GPS of triangulatie of positiebepaling door afstandmeting tot minimaal twee of drie geassocieerde zendmasten van het radio netwerk, waarmee de locatie van het ermee geassocieerde object, bijvoorbeeld sein- of verkeersbord, wordt bepaald en daarmee op afstand wordt gecontroleerd of het object zich op de gewenste locatie bevindt.
43. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies die is voorzien van een zelfstandige unit met één of meer van: een interne radiozender; een interne radio ontvanger van een radiosignaal; een interne accu, bij voorkeur van niet oplaadbaar type, met een capaciteit bij voorkeur voldoende om de unit minimaal 5 jaar te voorzien van de vereiste voeding; een intern geheugen; een interne microprocessor; een sensor; een interne analoog-digitaal omvormer; een interne klok; een antenne, waarbij de unit draadloos de data overdraagt aan een verwijderde ontvanger.
44. Combinatie van een component die behoort tot een spoor-of autoweg, en een daarmee geassocieerde zelfstandige unit volgens conclusie 43.
NL2017027A 2015-06-24 2016-06-22 Monitoren met een LPWAN datalogger. NL2017027B1 (nl)

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2015024 2015-06-24

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2017027A NL2017027A (nl) 2016-12-29
NL2017027B1 true NL2017027B1 (nl) 2018-12-07

Family

ID=57838577

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2017027A NL2017027B1 (nl) 2015-06-24 2016-06-22 Monitoren met een LPWAN datalogger.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP3109126A1 (nl)
NL (1) NL2017027B1 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN110588717B (zh) * 2019-10-18 2021-06-29 济南舜达轨道交通设计有限公司 一种人防门联锁防护装置及方法
GB2598173A (en) * 2020-02-18 2022-02-23 Mtr Corporation Ltd System and apparatus for monitoring underground railway tunnel
KR20230050493A (ko) * 2021-10-07 2023-04-17 쓰리에이로직스(주) 물류 관련 정보를 처리하는 데이터 로거와 이를 포함하는 콜드 컨테이너

Family Cites Families (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19646745C2 (de) 1996-11-01 1999-07-08 Nanotron Ges Fuer Mikrotechnik Übertragungsverfahren und Anordnung zur Durchführung des Verfahrens
JP2933080B1 (ja) 1998-04-24 1999-08-09 日本電気株式会社 チャープ信号による受信同期装置
US6940893B1 (en) 1999-09-27 2005-09-06 Telecommunications Research Laboratories High-speed indoor wireless chirp spread spectrum data link
US6549562B1 (en) 1999-11-12 2003-04-15 Harris Corporation Method and system of generating a modulated chirp signal
GB2392987B (en) * 2001-05-08 2005-08-31 Safetran Systems Corp Condition monitoring system
US7392117B1 (en) * 2003-11-03 2008-06-24 Bilodeau James R Data logging, collection, and analysis techniques
JP2006029931A (ja) * 2004-07-15 2006-02-02 Hitachi Ltd 建築構造物損傷検知装置
DE102009020124A1 (de) * 2009-03-04 2010-09-09 Siemens Aktiengesellschaft Fernüberwachung von Betriebsparametern einer Fahrleitungsanlage
EP2278724A1 (en) 2009-07-02 2011-01-26 Nanoscale Labs Communications system
EP2763321B1 (en) 2013-02-05 2020-04-08 Semtech Corporation Low power long range transmitter
CN204066398U (zh) * 2014-09-09 2014-12-31 武汉慧联无限科技有限公司 交通检测系统

Also Published As

Publication number Publication date
NL2017027A (nl) 2016-12-29
EP3109126A1 (en) 2016-12-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2017027B1 (nl) Monitoren met een LPWAN datalogger.
Molina-Pico et al. Forest monitoring and wildland early fire detection by a hierarchical wireless sensor network
US9652984B2 (en) Travel information sensing and communication system
US9558663B2 (en) Animal detecting and notification method and system
US7388483B2 (en) Monitoring status of railyard equipment using wireless sensing devices
KR101037433B1 (ko) 지중 시설물 관리를 위한 무선 통신 시스템
KR100688090B1 (ko) Usn 기반의 도로 위험정보 실시간 제공 시스템 및 그방법
US9997068B2 (en) Method for conveying driving conditions for vehicular control
CN202816155U (zh) 能够提供公交车行驶信息的服务器及公交车站牌
ES2884834T3 (es) Método y sistema para determinación de acoplamiento de vehículo ferroviario
WO2008045903A3 (en) Method, apparatus, and system for detecting hot socket deterioration in an electrical meter connection
KR20160063518A (ko) 라이파이 네트워크 관리 장치 및 방법
US20210156529A1 (en) Devices and methods for impact detection and associated data transmission
CN106289572A (zh) 基于分布式光纤温度测量的供电牵引电缆异常温升监控方法与系统
CN207968549U (zh) 基于路灯和灯杆实现智慧城市物联网建设的系统
KR20170119962A (ko) 전신주 도괴 감시 및 관리 시스템
WO2013015937A1 (en) Traffic monitoring device and method
KR101521111B1 (ko) 무선 인식 및 카메라 영상 기반 위치추적 시스템 및 방법
KR101527206B1 (ko) 주차 관리 시스템 및 방법
US20190361149A1 (en) Real-Time Snow Monitoring System
GB2432948A (en) Article/vehicle tracking/charging using tags
JP6587360B2 (ja) 測位及びセンシングネットワークシステム
KR100956308B1 (ko) 모바일 디바이스에서 위치인식 모듈을 이용한 주차 안내시스템 및 안내 방법
ES2742999T3 (es) Dispositivo técnico ferroviario del lado de la vía y procedimiento para la detección de un uso de al menos un componente del lado de la vía de una instalación ferroviaria
KR102217430B1 (ko) 사물인터넷기반 교통안전시설 정보 수집시스템

Legal Events

Date Code Title Description
PD Change of ownership

Owner name: VOLKERWESSELS INTELLECTUELE EIGENDOM B.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: VOLKERRAIL NEDERLAND B.V.

Effective date: 20200317

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20210701