NL2016495B1 - Werkwijze voor het voorzien van een gebouw van een gevel-element. - Google Patents
Werkwijze voor het voorzien van een gebouw van een gevel-element. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2016495B1 NL2016495B1 NL2016495A NL2016495A NL2016495B1 NL 2016495 B1 NL2016495 B1 NL 2016495B1 NL 2016495 A NL2016495 A NL 2016495A NL 2016495 A NL2016495 A NL 2016495A NL 2016495 B1 NL2016495 B1 NL 2016495B1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- main section
- section
- building
- floor field
- outer leaf
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B2/00—Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
- E04B2/88—Curtain walls
- E04B2/90—Curtain walls comprising panels directly attached to the structure
- E04B2/92—Sandwich-type panels
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04F—FINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
- E04F13/00—Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings
- E04F13/07—Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor
- E04F13/08—Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor composed of a plurality of similar covering or lining elements
- E04F13/0801—Separate fastening elements
- E04F13/0803—Separate fastening elements with load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements
- E04F13/081—Separate fastening elements with load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements with additional fastening elements between furring elements and covering elements
- E04F13/0816—Separate fastening elements with load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements with additional fastening elements between furring elements and covering elements the additional fastening elements extending into the back side of the covering elements
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Electromagnetism (AREA)
- Finishing Walls (AREA)
Abstract
Werkwijze voor het voorzien van een gebouw van een gevel, waarbij het gebouw een relatief laag gelegen eerste vloerveld en een relatief hoog gelegen tweede vloerveld omvat, waarvan een gevelzijde wordt voorzien van een gevel-element. Voor het op eenvoudige wijze aanbrengen van een gevel omvat het gevel-element een sandwich van - een hoofdsectie, en - een buitenbladsectie die middels geleidingen ten opzichte van de hoofdsectie verticaal beweegbaar is gemonteerd; en - de sandwich met de hoofdsectie wordt afgesteund op een draagelement aan een zijvlak van het eerste vloerveld, - de hoofdsectie tegen de zijkant van het tweede vloerveld wordt gefixeerd, en - de hoogte van de buitenbladsectie ten opzichte van de hoofdsectie wordt gewijzigd.
Description
Octrooicentrum
Nederland
Θ 2016495
BI OCTROOI (51) Int. CL:
E04B 2/92 (2016.01) (21) Aanvraagnummer: 2016495 © Aanvraag ingediend: 25/03/2016
(30) Voorrang: | (73) Octrooihouder(s): |
26/05/2015 NL 2014853 | DE HOOP TERNEUZEN B.V. te Terneuzen. |
Aanvraag ingeschreven: | (72) Uitvinder(s): |
29/11/2016 | Laurentius Marinus Hendricus van der Westen |
te Made. | |
(43) Aanvraag gepubliceerd: | |
23/01/2017 | |
θ Gemachtigde: | |
(w) Octrooi verleend: | ir. W.J.J.M. Kempes te Hilversum. |
29/03/2018 | |
(45) Octrooischrift uitgegeven: | |
30/03/2018 |
Werkwijze voor het voorzien van een gebouw van een gevel-element.
(57) Werkwijze voor het voorzien van een gebouw van een gevel, waarbij het gebouw een relatief laag gelegen eerste vloerveld en een relatief hoog gelegen tweede vloerveld omvat, waarvan een gevelzijde wordt voorzien van een gevel-element. Voor het op eenvoudige wijze aanbrengen van een gevel omvat het gevel-element een sandwich van
- een hoofdsectie, en
- een buitenbladsectie die middels geleidingen ten opzichte van de hoofdsectie verticaal beweegbaar is gemonteerd; en
- de sandwich met de hoofdsectie wordt afgesteund op een draagelement aan een zijvlak van het eerste vloerveld,
- de hoofdsectie tegen de zijkant van het tweede vloerveld wordt gefixeerd, en
- de hoogte van de buitenbladsectie ten opzichte van de hoofdsectie wordt gewijzigd.
NL BI 2016495
Dit octrooi is verleend ongeacht het bijgevoegde resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek en schriftelijke opinie. Het octrooischrift komt overeen met de oorspronkelijk ingediende stukken.
Werkwijze voor het voorzien van een gebouw van een gevel-element
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het voorzien van een gebouw van een gevel, waarbij het gebouw een relatief laag gelegen eerste vloerveld en een relatief hoog gelegen tweede vloerveld omvat, waarbij randen van
- opstaande wanden,
- het eerste vloerveld, en
- het tweede vloerveld;
een gevelzijde definiëren, welke wordt voorzien van een gevel-element.
Een werkwijze volgens de aanhef is in het vak bekend, bijvoorbeeld voor nieuwbouw maar met name ook voor renovatie. In dat geval wordt het gebouw voorzien van een vervangende voorzet-gevel welke gevel-elementen omvat. Voor een nauwkeurige aansluiting van een voorzetgevel op het casco is veel meetwerk nodig in verband met de aansluiting op de gevelopeningen (zoals raamopeningen), hetgeen de kosten van de renovatie verhoogt. In het geval van het plaatsen van een voorzetgevel zijn dusdanig veel aanpassingen en afwerkingen nodig aan de constructie en de detaillering van de bestaande gevelopeningen van het gebouw dat de overlast voor de gebruiker van het gebouw aanzienlijk is.
De onderhavige uitvinding beoogt een werkwijze te verschaffen waarmee een gebouw op een relatief eenvoudige wijze van gevel-elementen kan worden voorzien voor het verschaffen van een gevel en ten minste een van de bovengenoemde problemen wordt verminderd.
Hiertoe wordt een werkwijze volgens de aanhef gekenmerkt doordat het gevel-element een sandwich omvat van
- een hoofdsectie, welke hoofdsectie hoger is dan de afstand tussen de bovenzijde van het eerste vloerveld en de onderzijde van het tweede vloerveld, en
- een buitenbladsectie, welke buitenbladsectie middels geleidingen ten opzichte van de hoofdsectie verticaal beweegbaar is gemonteerd; en
- de sandwich met de hoofdsectie wordt afgesteund op een draagelement aan een zijvlak van het eerste vloerveld,
- de hoofdsectie tegen de zijkant van het tweede vloerveld wordt gefixeerd, en
- de hoogte van de buitenbladsectie ten opzichte van de hoofdsectie wordt gewijzigd.
Aldus kan het gevel-element op eenvoudige wijze worden geplaatst zonder dat de plaats van fixatie zichtbaar is, aangezien deze door de buitenbladsectie aan het zicht wordt onttrokken. Een verder voordeel is dat spanningen in de sandwich kunnen worden verlaagd zoals deze onder andere kunnen optreden door uitzetting als gevolg van hitte. Hierdoor kan het gevel-element relatief licht worden uitgevoerd terwijl het toch stijf is.
Het gevel-element kan zeer eenvoudig middels een kraan of dergelijke worden geplaatst.
De afstand waarover de buitenbladsectie ten opzichte van de hoofdsectie beweegbaar is is in het algemeen ten minste 1 cm, met voordeel ten minste 3 cm, bij voorkeur ten minste 7 cm en met de meeste voorkeur ten minste 10 cm. Indien het gevelpaneel onder een overstek (dakrand, zoals een dakgoot) moet worden gemonteerd, is de afstand bij voorkeur ten minste 20 cm, met voordeel ten minste 30 cm. De sandwich zal een aanslag omvatten voor het beperken van de verticale verschuiving, waardoor het buitenblad niet meer dan een vooraf bepaalde waarde, zoals 40 cm, onder de hoofdsectie kan uitsteken. De aanslag vervult alleen een rol tijdens plaatsen (of verwijderen) van het gevel-element.
Na het wijzigen van de hoogte voor het stellen van de buitenbladsectie zal de buitenbladsectie op deze hoogte worden gehouden, bijvoorbeeld door deze op een stempel of ander object te laten rusten.
De bepalende maten zijn bij deze werkwijze in wezen alleen de afstand tussen de bovenzijde van het eerste vloerveld en de onderzijde van het tweede vloerveld, waarbij de hoofdsectie in verticale richting groter is dan die afstand, en de gewenste breedte van het gevel-element, d.w.z. in geval van woningrenovatie in de meeste gevallen de breedte van de buitenzijde van de woning.
De werkwijze volgens de uitvinding maakt het ook mogelijk dat de hoofdsectie van de sandwich ook een dragende functie voor het gebouw kan hebben, d.w.z. dat deze ook een deel van het gewicht van het tweede vloerveld draagt. Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm draagt de hoofdsectie ook het gewicht van de buitenbladsectie van het betreffende gevel-element.
De sandwich kan een of meer openingen omvatten voor het verschaffen van licht in de ruimte gedetineerd door de relatief laag gelegen eerste vloerveld, de relatief hoog gelegen tweede vloerveld en de opstaande wanden. Het gebouw kan een binnenblad omvatten dat van een venster is voorzien, in welk geval de genoemde opening van de sandwich een doorgaande opening zal zijn die na plaatsing samenvalt met het venster. Bij voorkeur echter heeft het te renoveren gebouw geen binnenblad of is dat binnenblad verwijderd. Hierdoor kan de hoofdsectie als binnenblad fungeren. De hoofdsectie zal daarbij reeds zijn afgewerkt waardoor de werkzaamheden binnen in het gebouw kunnen worden beperkt. In plaats daarvan kan de hoofdsectie van het gevel-element aan een van de buitenbladsectie afgekeerde zijde zijn voorzien van een binnenbladsectie, die ook in dat geval bij voorkeur reeds is afgewerkt. Aangezien in deze gevallen de gevel-sectie de gevel-opening verschaft (bijvoorbeeld is voorzien van een raamkozijn) vervalt de noodzaak voor nauwkeurige meting zonder dat de plaatsing van het gevel-element meer tijd hoeft te kosten.
De buitenbladsectie is gebruikelijk plaatvormig en zal bijvoorbeeld beton omvatten, zoals bijvoorbeeld beton beplakt met steenstrips, bepleisterd beton of vormbeton. Ook het binnenblad zal in de praktijk beton omvatten.
US2007193142 beschrijft een paneel voor het verschaffen van een explosie-bestendige gordijnwanden, welk paneel een ondersteuningsframe en een venster omvat.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de buitenbladsectie ten opzichte van de hoofdsectie omhoog wordt gebracht.
Dit is in het bijzonder gunstig in geval van plaatsing van een gevel-element onder een dakgoot of dergelijke waarbij tijdens plaatsing van het gevel-element het risico bestaat dat de bovenzijde van de buitenbladsectie met de dakgoot in contact komt en deze beschadigt. Indien, zoals veelal gebruikelijk zal zijn, twee of meer gevel-elementen boven elkaar worden geplaatst, kunnen met een handeling alle buitenbladsecties daarvan worden gesteld. Na het omhoog brengen van de buitenbladsectie voor het op de gewenste hoogte stellen daarvan zal de buitenbladsectie op deze hoogte worden gehouden, bijvoorbeeld door deze op een stempel of ander object te laten rusten.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de hoofdsectie de vorm heeft van een metalen frame.
Aldus kan het gewicht van het gevel-element beperkt worden gehouden. Verder kan in de tussenruimte isolatie-materiaal worden opgenomen.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de hoofdsectie ten minste twee parallelle geleidingssleuven van de geleiding omvat en de buitenbladsectie ten minste twee naar de hoofdsectie stekende geleidingselementen omvatten waarvan de distale uiteinden in de geleidingssleuven steken.
Aldus wordt een doelmatige geleiding verschaft met een relatief sterk gevel-element. Het kan tevens, voor een gegeven, dikte van het gevel-element, een relatief goed thermisch geïsoleerd gevel-element zijn. In geval van een metalen frame kunnen de geleidingssleuven tegen relatief lage kosten in het metalen frame zijn geïntegreerd. Dat wil zeggen dat de openingen van de geleidingssleuven in het hoofdvlak van het frame uitmonden, meer specifiek het naar het buitenblad gekeerde hoofdvlak. In de meest minimale vorm bestaat de hoofdsectie uit twee verticale profielen die elk een geleidingssleuf verschaffen. Een dwarsverband tussen de beide verticale profielen is daarbij dus niet noodzakelijk, omdat de geleidingselementen die zijn gefixeerd in de buitenbladsectie de positie van de verticale profielen waarmee zij samenwerken bepalen.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de buitenbladsectie aan de naar het hoofdsectie gekeerde zijde is voorzien van isolatiemateriaal.
Dit is een zeer gunstig aspect van de onderhavige uitvinding, in het bijzonder uit oogpunt van logistiek en van fabricage. De dikte van de isolatie-laag kan worden gekozen afhankelijk van de wensen van de afnemer, terwijl de constructie van de hoofdsectie geen aanpassing behoeft. In geval van een hoofdsectie met een geleiding, kan het isolatiemateriaal dus meebewegen waardoor geen gleuven in het isolatiemateriaal nodig zijn voor de bevestiging van buitenbladsectie aan de hoofdsectie. Dit betekent een kostenbesparing en een hogere mate van thermische isolatie. Het isolatiemateriaal zal gebruikelijk een hardschuim zijn, bijvoorbeeld EPS.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat het gebouw een verdieping omvat, en een boven het tweede vloerveld gelegen derde vloerveld omvat en die verdieping eveneens van een verder gevel-element wordt voorzien waarbij de buitenbladsectie van het verdere gevel-element afsteunt op de buitenbladsectie van het lager gelegen gevel-element.
Aldus kan er voor worden gezorgd dat het gewicht van de buitenbladsecties door lager gelegen delen van het gebouw wordt gedragen waardoor hoger gelegen delen minder worden belast. De werkwijze volgens de uitvinding kan derhalve ook met voordeel worden toegepast indien voor het gebouw anders het casco zou moeten worden verstevigd, bijvoorbeeld door het verschaffen van een last-dragend verband tussen de vloervelden.
Binnen het kader van de onderhavige uitvinding betekent de term afsteunen niet dat dit per se direct geschiedt; het kan ook indirect, in dit geval kan bijvoorbeeld een dilatatie-voeg (kit) aanwezig zijn.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de hoofdsectie wordt gefixeerd door middel van vormsluiting, waarbij ten minste een van i) het draagelement een naar het gebouw aflopend afsteunvlak omvat, en ii) een element voor het fixeren van de hoofdsectie tegen de zijkant van het tweede vloerveld een naar het gebouw oplopend vlak omvat.
Door het gebruik van vormsluiting onder gebruikmaking van schuine vlakken kunnen diverse voordelen worden bereikt. Zo kan door het gebruik van een aflopend afsteunvlak worden bereikt dat het gevel-element bij de plaatsing vanzelf naar het gebouw toe schuift. Door het element kan worden bereikt dat het gevel-element na plaatsing tegen de zijkant van het tweede vloerveld wordt gedrukt en een deel van het gewicht van het tweede vloerveld door het draagelement kan worden gedragen. De werkwijze volgens de uitvinding kan derhalve ook met voordeel worden toegepast indien voor het gebouw dat het casco wordt verstevigd door het verschaffen van een verband tussen de vloervelden.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat het element voor het fixeren van de hoofdsectie tegen de zijkant van het tweede vloerveld i) het naar het gebouw oplopend vlak omvat voor het fixeren van een lager gelegen gevel-element, en ii) een naar het gebouw aflopend afsteunvlak omvat waarop een tweede hoger gelegen gevel-element kan worden afgesteund.
Aldus kan zeer doelmatig worden gewerkt. De hoogte van een dergelijk afgeknot wig-vormig element kan ter plaatse worden gekozen voor het compenseren van eventuele afwijkingen of meet-onnauwkeurigheden. Het maakt ook dat de afmetingen van de hoofdsectie minder kritisch kunnen zijn. Een verder voordeel is dat op de bouwplaats nog door het kiezen van een draagelement met een geschikte dikte (hoogte) voor afwijkingen van de verwachte afmetingen kan worden gecorrigeerd, en blijft het gevel-element bruikbaar voor plaatsing.
De onderhavige uitvinding zal thans worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin
Fig. IA tot Fig. 1F in perspectivisch aanzicht de opbouw van een gevel-element volgens de uitvinding tonen; en
Fig. 2A tot Fig. 21 in perspectivisch aanzicht de werkwijze illustreren van het van een gevel voorzien van een gebouw met behulp van de werkwijze volgens de uitvinding.
Fig. 1F toont een gevel-element 100 bruikbaar bij de werkwijze volgens de uitvinding, welke aan de hand van Fig. 2 zal worden toegelicht, waarbij Fig. IA tot Fig. IE de opbouw van het gevel-element 100 illustreren.
Het gevel-element 100 omvat een hoofdsectie 110 en een buitenbladsectie 150 (Fig. IE).
Fig. IA toont de hoofdsectie 110 van het gevel-element dat de vorm heeft van een metalen frame 110 opgebouwd uit horizontale framedelen lil en verticale framedelen 115. In Fig. IA is tevens een deel van een relatief laag gelegen eerste vloerveld 191a weergegeven en een deel van een relatief hoog gelegen tweede vloerveld 191b, waar het gevel-element 100 aan bevestigd is. Daartoe omvat het horizontale framedeel lil' een naar het vloerveld 191a aflopend vlak 112a en steunt daarmee op een draagelement 130a, dat eveneens een naar het vloerveld 191a aflopend vlak heeft. Het horizontale framedeel 111 heeft een naar het vloerveld 191b oplopend vlak 112b en wordt middels draagelement 130b, dat eveneens een naar naar het vloerveld 191b oplopend vlak heeft, ten opzichte van de vloerdekken door middel van vormsluiting gefixeerd.
Fig. 1B laat zien dat in het frame 110 tussen de horizontale en verticale framedelen isolatiemateriaal 140 is verschaft.
De verticale framedelen 115 omvatten geïntegreerde geleidingssleuven 116 (Fig. 1C), die samenwerken met geleidingsorganen 117 welke een relatief dik distaai uiteinde hebben waardoor zij vormgesloten in de geleidingssleuven 116 beweegbaar zijn.
Fig. ID laat zien dat de geleidingsorganen 117 door een plaat isolatiemateriaal 141 steken.
Tenslotte laat Fig. IE zien dat de buitenbladsectie 150 naast de plaat isolatiemateriaal 140 ook een betonplaat 151 omvat. Hierin zijn de proximale uiteinden van de geleidingsorganen 117 verankerd.
Fig. 1F laat het gevel-element 100 zien met de buitenbladsectie 150 in een relatief hoge positie in vergelijking met die weergegeven in Fig. IE, waardoor de opening van de hoofdsectie 110 en die van de buitenbladsectie 150 samenvallen.
Fig. 2A tot Fig. 21 tonen in perspectivisch aanzicht stapsgewijs de werkwijze van het van een gevel 200 (Fig. 21) voorzien van een gebouw 290 met behulp van de werkwijze volgens de uitvinding.
Gebouw 290, hier een woning 290, is in Fig. 2A schematisch weergegeven aan de hand van vloerveld 191a, vloerveld 191b en een relatief hoog ten opzichte van vloerveld 191b gelegen vloerveld 191c. Van het gebouw 290 is tevens een dak 291 met dakgoot 292 weergegeven.
Vloerveld 191a wordt aan de zijkant ervan voorzien (Fig. 2B) van draagelement 130a, met een naar het vloerveld 191a aflopend vlak 230a waarop de onderzijde van de hoofdsectie 110, d.w.z. frame 110, zal worden afgesteund (Fig. 2D).
Gevel-element 100, dat bij de hier beschreven uitvoeringsvorm ook een binnenbladsectie 260 omvat (Fig. 2C) in de vorm van een betonplaat welke aan frame 110 is verankerd, wordt met de binnenbladsectie 260 tussen het eerste vloerveld 191a en het tweede vloerveld 191b gebracht (Fig. 2D). Merk op dat de hoofdsectie 110 zo lang is dat in op het draagelement 130a afgesteunde toestand ervan het bovenste uiteinde van het gevel-element 100 boven de onderzijde van het tweede vloerveld 191b steekt.
Wig-vormige draagelementen 130b worden tegen het zijvlak van het tweede vloerveld 191b aangebracht. Een voordeel van de onderhavige uitvinding is dat frame 110 met een relatief gering aantal hoogtematen kan worden vervaardigd, waarbij de dikte (hoogte) van de wig-vormige draagelementen zodanig zal worden gekozen om de maatvoering correct te krijgen. Hier kan op de bouwplaats nog van worden afgeweken, hetgeen de werkwijze volgens de uitvinding zeer flexibel maakt. De draagelementen waarmee de hoofdsectie 110, in het bijzonder het metalen frame 110, wordt vastgezet hebben kenmerkend de vorm van een profiel zoals van roestvast staal. Eventueel aanwezige tussenliggende draagelementen (het brede draagelement zichtbaar in Fig. 2D) kunnen van drukvast isolatiemateriaal zijn vervaardigd (zoals glasschuim). De draagelementen worden in het algemeen aan de vloervelden verankerd door in de zijkant van de vloervelden gaten te boren, en middels de draagelementen middels ankers in de kopse uiteinden van de vloervelden te verankeren.
De draagelementen 130b fixeren het gevel-element 100 door vormsluiting, en daarmee kan draagelement 130b meteen zelf ook weer fungeren voor de plaatsing van een tweede gevel-element 100' op de eerste verdieping (Fig. 2F tot Fig. 2H). Daaraan voorafgaand zal voor het verschaffen van een dilatatie-voeg de bovenzijde van de buitenbladsectie 150 van het gevel-element van kit worden voorzien.
Het tweede gevel-element 100' wordt met een montageprofiel 130c, dat voor het gemak de vorm heeft van een wig-vormig draagelement zoals bij lagere vloervelden toegepast, gefixeerd. Door de relatief lage positie van de buitenbladsectie 150 ten opzichte van de hoofdsectie 110 kan het gevel-element onder het uitstekende dak 291 worden geplaatst en kan de dakgoot 292 blijven zitten.
In Fig. 2H is te zien dat de buitenbladsecties door de geleidingssleuven 116 zich te laag bevinden. Deze worden door de buitenbladsectie 150 van het onderste gevel-element 100 op te tillen op de gewenste hoogte gesteld en gehouden. Hierdoor worden de draagelementen aan het zicht onttrokken. Het op de gewenste hoogte houden geschiedt bijvoorbeeld onder gebruikmaking van een stempel die na het op hoogte brengen blijft zitten. De stempel zelf rust bijvoorbeeld op een deel van de oude gevel dat is blijven zitten of op de fundering.
Door de geleiding kunnen de buitenbladsecties 150 vrij uitzetten en krimpen als gevolg van temperatuur-wisselingen zonder dat dit tot een wezenlijke belasting van het gebouw 290 leidt. De plaat isolatiemateriaal 141 beweegt daarbij mee, waardoor in het bijzonder draagelementen die van metaal zijn worden afgeschermd en thermisch worden geïsoleerd. Een voordeel van de opbouw van een gevel-element volgens de uitvinding is dat een opdrachtgever voor een gegeven frame een bijna willekeurige dikte van de buitenbladsectie kan kiezen, d.w.z. voor meer of minder isolatie. Deze keuze heeft nagenoeg geen gevolgen voor het gewicht van de gevel, hetgeen een kostenvoordeel oplevert.
De werkwijze volgens de uitvinding biedt ook na plaatsing nog voordelen. Zo kan, bijvoorbeeld wanneer in een later stadium een uitbouw wordt gewenst, het onderste gevel-element worden verwijderd.
Om die reden worden voor het dragen van een gevel-element bij voorkeur twee of meer draagelementen gebruikt, waardoor deze kunnen worden vervangen door een zonder een oplopende onderzijde terwijl het hoger gelegen gevel-element gewoon op zijn plaats blijft. Ook is het mogelijk om een overmaats object (bijvoorbeeld een vleugelpiano, een bed of een kast) dat niet door een deur past toch in de woning te krijgen.
Claims (15)
- CONCLUSIES1. Werkwijze voor het voorzien van een gebouw (290) van een gevel (200), waarbij het gebouw (290) een relatief laag gelegen eerste vloerveld (191a) en een relatief hoog gelegen tweede vloerveld (191b) omvat, waarbij randen van- opstaande wanden,- het eerste vloerveld (191a), en- het tweede vloerveld (191b);een gevelzijde definiëren, welke wordt voorzien van een gevel-element (100), met het kenmerk, dat het gevel-element (100) een sandwich omvat van- een hoofdsectie (110), welke hoofdsectie (110) hoger is dan de afstand tussen de bovenzijde van het eerste vloerveld (191a) en de onderzijde van het tweede vloerveld (191b), en- een buitenbladsectie (150), welke buitenbladsectie (150) middels geleidingen ten opzichte van de hoofdsectie (110) verticaal beweegbaar is gemonteerd; en- de sandwich met de hoofdsectie (110) wordt afgesteund op een draagelement aan een zijvlak van het eerste vloerveld (191a),- de hoofdsectie (110) tegen de zijkant van het tweede vloerveld (191b) wordt gefixeerd, en- de hoogte van de buitenbladsectie (150) ten opzichte van de hoofdsectie (110) wordt gewijzigd.
- 2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de buitenbladsectie (150) ten opzichte van de hoofdsectie (110) omhoog wordt gebracht.
- 3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij de hoofdsectie (110) de vorm heeft van een metalen frame (110).
- 4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de hoofdsectie (110) ten minste twee parallelle geleidingssleuven (116) van de geleiding omvat en de buitenbladsectie (150) ten minste twee naar de hoofdsectie (110) stekende geleidingselementen omvatten waarvan de distale uiteinden in de geleidingssleuven (116) steken.
- 5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de buitenbladsectie (150) aan de naar het hoofdsectie (110) gekeerde zijde is voorzien van isolatiemateriaal (140) .
- 6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het gebouw5 (290) een verdieping omvat, en een boven het tweede vloerveld (191b) gelegen derde vloerveld omvat en die verdieping eveneens van een verder gevel-element (100') wordt voorzien waarbij de buitenbladsectie (150) van het verdere gevel-element (100') afsteunt op de buitenbladsectie (150) van het lager gelegen gevel-element (100).
- 7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de hoofdsectie (110) wordt gefixeerd door middel van vormsluiting, waarbij ten minste een van i) het draagelement een naar het gebouw (290) aflopend afsteunvlak omvat, en ii) een element voor het fixeren15 van de hoofdsectie (110) tegen de zijkant van het tweede vloerveld (191b) een naar het gebouw (290) oplopend vlak omvat.
- 8. Werkwijze volgens conclusie 7, waarbij het element voor het fixeren van de hoofdsectie (110) tegen de zijkant van het tweede vloerveld20 (191b) i) het naar het gebouw (290) oplopend vlak omvat voor het fixeren van een lager gelegen gevel-element (100), en ii) een naar het gebouw (290) aflopend afsteunvlak omvat waarop een tweede hoger gelegen gevel-element (100) kan worden afgesteund.1/15111’Fig. 1A130a112a2/15130aFig. 1B3/15191bFig. 1C4/15Fig. 1D5/15110130aFig. 1E1506/15Fig. 1F7/15191c191bFig. 2A191a8/15291191b230aFig. 2B
- 9/15Fig. 2C
- 10/15291130b130bFig. 2D
- 11/15100191c130b191b191aFig. 2E
- 12/15100'291130bFig. 2F
- 13/15200191c191b130aFig. 2G
- 14/15Fig. 2H
- 15/15Fig. 21
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2014853 | 2015-05-26 |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2016495A NL2016495A (nl) | 2016-11-29 |
NL2016495B1 true NL2016495B1 (nl) | 2018-03-29 |
Family
ID=53718101
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2016495A NL2016495B1 (nl) | 2015-05-26 | 2016-03-25 | Werkwijze voor het voorzien van een gebouw van een gevel-element. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL2016495B1 (nl) |
-
2016
- 2016-03-25 NL NL2016495A patent/NL2016495B1/nl not_active IP Right Cessation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL2016495A (nl) | 2016-11-29 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US3786608A (en) | Flooring sleeper assembly | |
US5157890A (en) | Flooring | |
US6796088B2 (en) | Fireplace installation assembly and method | |
BE1019593A4 (nl) | Inrichting voor het vasthouden van een onbuigzame plaat. | |
DK2808143T3 (da) | Forskalling til fremstilling afen trappe | |
US5092091A (en) | Concrete control key-joint and divider form | |
US20060283090A1 (en) | Adjustable doorway threshold | |
US5371985A (en) | Modular building structure | |
DE202010003239U1 (de) | Grundkörper für Duschen mit bodenebenen Zugang und Randeinfassung | |
US5433051A (en) | Supporting element for use in casting concrete floors | |
US11643814B2 (en) | Systems for recessing subfloor structures | |
NL2016495B1 (nl) | Werkwijze voor het voorzien van een gebouw van een gevel-element. | |
US9790731B1 (en) | Fenestration units with spacer blocks and methods of manufacturing the same | |
DE20209995U1 (de) | Betonierfugenausbildung in der Bodenplatte | |
US4544302A (en) | Catch basin grate riser | |
US3393484A (en) | Fillet trim means in a panel baseboard assembly | |
EP2182140B1 (de) | Bausatz für eine Sanitärzelle und Sanitärzelle hergestellt aus einem solchen Bausatz | |
KR200388497Y1 (ko) | 높이조절식 마루틀 | |
US4466222A (en) | Depression rail and water stop for concrete building slabs | |
NL2028462B1 (nl) | Systeem voor het bevestigen van gevelelementen op een oppervlak en werkwijze voor het samenstellen van het systeem | |
NL8903091A (nl) | Inrichting voor het onderbrengen van leidingen. | |
AU2017100806A4 (en) | Prefabricated partition wall system and method | |
BE1024890B1 (nl) | Werkwijze voor het afwerken van een onderstructuur van een gevel of een dak en hulpstuk daarbij toegepast | |
BE1030345B1 (nl) | Betegeld buitenterras met balustrade, terrasscherm of dergelijke | |
BE1026430B1 (nl) | Dekvloer en werkwijze voor het aanbrengen van een dekvloer |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20220401 |