NL2016414A - Horseshoe. - Google Patents
Horseshoe. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2016414A NL2016414A NL2016414A NL2016414A NL2016414A NL 2016414 A NL2016414 A NL 2016414A NL 2016414 A NL2016414 A NL 2016414A NL 2016414 A NL2016414 A NL 2016414A NL 2016414 A NL2016414 A NL 2016414A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- horseshoe
- hoof
- nails
- passages
- nail
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01L—SHOEING OF ANIMALS
- A01L7/00—Accessories for shoeing animals
- A01L7/10—Horseshoe nails
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01L—SHOEING OF ANIMALS
- A01L1/00—Shoes for horses or other solipeds fastened with nails
- A01L1/02—Solid horseshoes consisting of one part
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Wood Science & Technology (AREA)
- Zoology (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Portable Nailing Machines And Staplers (AREA)
Abstract
Hoefnagel (1) met een kop (2) en een schacht (4), waarbij de hoefnagel (1) zich in een lengterichting (L) uitstrekt, waarbij minimaal een gedeelte (6) van de kop (2) zijvlakken heeft die convergerend zijn, gezien in de richting van de kop (2) naar de schacht (4), waarbij de schacht zijvlakken (7B) heeft die convergerend zijn, gezien in de richting van de kop (2) naar de schacht (4), daardoor gekenmerkt dat de hoefnagel (1) tussen de kop (2) en de schacht (4) voorzien is van een overgangsgedeelte (3), waarbij het overgangsgedeelte (3) minimaal twee, aan weerszijden van de lengteas (L) van hoefnagel (1) gelegen, zijvlakken (9A) heeft die parallel of nagenoeg parallel zijn met de genoemde lengteas (L) en met elkaar, waarbij de afstand (D1) tussen de genoemde zijvlakken (9A) van het overgangsgedeelte (3) groter is dan de grootste afstand (D2), gemeten in dezelfde richting, tussen twee zijvlakken (7A) van de schacht (4).Hoof nail (1) with a head (2) and a shaft (4), the horseshoe nail (1) extending in a longitudinal direction (L), with at least a part (6) of the head (2) having side surfaces that are converging , viewed in the direction from the head (2) to the shaft (4), the shaft having side faces (7B) that are converging, viewed in the direction from the head (2) to the shaft (4), characterized in that the horseshoe nail (1) between the head (2) and the shaft (4) is provided with a transition section (3), the transition section (3) being at least two on either side of the longitudinal axis (L) of the horseshoe nail (1), has side faces (9A) that are parallel or substantially parallel to said longitudinal axis (L) and with each other, the distance (D1) between said side faces (9A) of the transition section (3) being greater than the largest distance (D2) , measured in the same direction, between two side faces (7A) of the shaft (4).
Description
HoefnagelHorseshoe
De huidige uitvinding heeft betrekking op een hoefnagel voor het bevestigen van hoefijzers op de hoeven van paarden pony's en andere paardachtigen.The present invention relates to a horseshoe nail for attaching horseshoes to the hooves of horse ponies and other equidae.
Meer speciaal, is de uitvinding bedoeld voor het bevestigen van hoefijzers met hoofdzakelijk rechthoekige passages voor het aanbrengen van hoefnagels.More specifically, the invention is intended for attaching horseshoes with substantially rectangular passages for applying horseshoe nails.
Hoefijzers zijn voorzien van een groef waarin de kop van de hoefnagels zich zet, zodat het hoefijzer goed vastgehouden wordt. De vorm van de kop en de vorm van de genoemde groef zijn hiertoe op elkaar aangepast.Horseshoes are provided with a groove in which the head of the horseshoe studs, so that the horseshoe is held securely. The shape of the head and the shape of the said groove are adapted to each other for this purpose.
Echter stelt zich het probleem dat met de bekende hoefnagels en hoefijzers er nog steeds enige beweging mogelijk is van een hoefijzer ten opzichte van een hoef waarop die is aangebracht.However, the problem arises that with the known horseshoe nails and horseshoes, some movement is still possible from a horseshoe relative to a horseshoe on which it is mounted.
Verder komen breuken van de hoefnagels in het grensvlak tussen de hoef en het hoefijzer voor, wat vanzelfsprekend onwenselijk is.Furthermore, fractures of the hoof nails occur in the interface between the hoof and the horseshoe, which is of course undesirable.
Dit probleem is in het bijzonder, maar niet alleen, aanwezig bij hoefijzers met een zool tussen de hoef en het hoefijzer, ook een 'pad' genoemd.This problem is particularly, but not only, present in horseshoes with a sole between the hoof and the horseshoe, also called a 'path'.
Ook zijn hoefnagels relatief dik, omdat zij uiteraard een bepaalde sterkte moeten hebben. De benodigde dikte zorgt echter ook voor beschadigingen van de hoef, die natuurlijk zoveel mogelijk voorkomen zouden moeten worden.Horseshoe nails are also relatively thick, because they must of course have a certain strength. However, the required thickness also causes damage to the hoof, which of course should be avoided as much as possible.
De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden, doordat zij voorziet in een hoefnagel met een kop en een schacht en een punt aan het van de kop afgekeerd uiteinde van de schacht, waarbij de hoefnagel zich in een lengterichting uitstrekt, waarbij minimaal een gedeelte van de kop zijvlakken heeft die convergerend zijn, gezien in de richting van de kop naar de schacht, die dus met andere woorden naar elkaar toe lopen in die richting zonder dat zij elkaar noodzakelijk raken, waarbij de schacht zijvlakken heeft die convergerend zijn, gezien in de richting van de kop naar de schacht, waarbij de hoefnagel tussen de kop en de schacht voorzien is van een overgangsgedeelte, waarbij het overgangsgedeelte minimaal twee, aan weerszijden van de lengteas gelegen, zijvlakken heeft die parallel of nagenoeg parallel zijn met de lengteas en met elkaar, waarbij de afstand tussen de genoemde zijvlakken van het overgangsgedeelte groter is dan de grootste afstand, gemeten in dezelfde richting, tussen twee zijvlakken van de schacht.The present invention has for its object to provide a solution to the aforementioned and other disadvantages in that it provides a hoof nail with a head and a shaft and a point at the end of the shaft remote from the head, the hoof nail being in a longitudinal direction extending, with at least a portion of the head having side faces that are converging, viewed in the direction from the head to the shaft, that is, in other words, running toward each other in that direction without necessarily touching each other, the shaft having side faces which are converging, viewed in the direction from the head to the shaft, wherein the hoof nail between the head and the shaft is provided with a transition part, the transition part having at least two side surfaces located on either side of the longitudinal axis that are parallel or substantially parallel be with the longitudinal axis and with each other, the distance between said side faces of the transition portion being greater than the largest tooth, measured in the same direction, between two side faces of the shaft.
Met nagenoeg parallel wordt hiervoor en hierna bedoeld dat de genoemde zijvlakken en lengteas minder dan 2°, en bij voorkeur minder dan 1°, afwijken van een onderling parallelle oriëntatie.By substantially parallel hereinbefore and hereinafter it is meant that said side surfaces and longitudinal axis deviate less than 2 °, and preferably less than 1 °, from an mutually parallel orientation.
Het voordeel hiervan is dat het overgangsgedeelte daardoor gemaakt kan worden om beter aansluitend in de passage voor hoefnagels van een hoefijzer te passen, waardoor het hoefijzer minder speling heeft en dus beter blijft zitten. Hierdoor worden ook de periodieke krachten op de hoefnagel lager, zodat de hoefnagel minder snel zal breken door vermoeiing.The advantage of this is that the transition part can thereby be made to fit more closely into the passage for horseshoes of a horseshoe, so that the horseshoe has less play and thus remains better in place. This also reduces the periodic forces on the hoof nail, so that the hoof nail will break less quickly due to fatigue.
Ook is door het overgangsgedeelte, als dit tenminste lang genoeg is, de dikte en daardoor de sterkte, van de hoefnagel in het grensvlak tussen de hoef en het hoefijzer groter, zodat de kans op een breuk verder gereduceerd wordt.Also, due to the transition part, if this is at least long enough, the thickness and therefore the strength of the horseshoe nail in the interface between the hoof and the horseshoe is greater, so that the chance of a break is further reduced.
Aanvullend kan door dit overgangsgedeelte de dikte van het nagelgedeelte dat in de hoef dient te worden geslagen, dunner gemaakt worden dan bij een traditionele hoefnagel, waardoor minder beschadiging aan de hoef optreedt. Meer specifiek kan de maximale dikte van de schacht kleiner gemaakt worden dan 95% en bij voorkeur kleiner dan 89%, van de dikte van het overgangsgedeelte.In addition, through this transition portion, the thickness of the nail portion to be struck into the hoof can be made thinner than with a traditional hoof nail, resulting in less damage to the hoof. More specifically, the maximum thickness of the shaft can be made smaller than 95% and preferably less than 89% of the thickness of the transition portion.
In een verdere voorkeurdragende uitvoeringsvorm heeft het overgangsgedeelte minimaal twee paren van elk twee zijvlakken, waarbij de zijvlakken van elk paar onderling aan weerszijden van de lengteas liggen en onderling parallel of nagenoeg parallel zijn aan de lengteas en aan elkaar.In a further preferred embodiment, the transition portion has at least two pairs of two side faces, the side faces of each pair being mutually on either side of the longitudinal axis and mutually parallel or substantially parallel to the longitudinal axis and to each other.
Hierdoor worden de voordelen in grotere mate verkregen.As a result, the benefits are obtained to a greater extent.
De uitvinding betreft verder een hoefijzer, al dan niet gemonteerd op een hoef, in combinatie met één of meer hoefnagels volgens de uitvinding, waarbij het hoefijzer is voorzien van één of meer passages voor een hoefnagel elk, waarbij de één of meer passages over minimaal een gedeelte van hun lengte een constante vorm en afmeting hebben, waarbij de afmetingen en vormen van het hoefijzer en de één of meer hoefnagels zodanig zijn dat, wanneer de kop van de één of meer hoefnagels rust tegen een daartoe bestemd oppervlak van het hoefijzer, het overgangsgedeelte van de één of meer hoefnagels zich minimaal gedeeltelijk in de één of meer passages bevindt, waarbij de afmetingen van de één of meer passages en van het overgangsgedeelte van de één of meer hoefnagels zodanig zijn dat het overgangsgedeelte van de één of meer hoefnagels in minimaal één richting haaks op de lengterichting aansluitend past in de één of meer passages.The invention further relates to a horseshoe, whether or not mounted on a horseshoe, in combination with one or more horseshoe nails according to the invention, wherein the horseshoe is provided with one or more passages for a horseshoe nail each, the one or more passages over at least one part of their length have a constant shape and dimension, the dimensions and shapes of the horseshoe and the one or more horseshoe nails being such that when the head of the one or more horseshoe rests against a surface of the horseshoe intended for that purpose, the transition part of the one or more hoof nails is at least partially in the one or more passages, the dimensions of the one or more passages and of the transition portion of the one or more hoof nails being such that the transition portion of the one or more hoof nails is at least one direction perpendicular to the longitudinal direction fits into the one or more passages.
De uitvinding betreft verder een combinatie van een hoefijzer en één of meer hoefnagels volgens de uitvinding, waarbij het hoefijzer is voorzien van één of meer passages voor een hoefnagel elk, waarbij de één of meer passages over minimaal een gedeelte van hun lengte een constante vorm en afmeting hebben, waarbij het hoefijzer door middel van de één of meer hoefnagels op een hoef van een paard of pony of andere paardachtige is bevestigd, waarbij het overgangsgedeelte van de één of meer hoefnagels zich minimaal gedeeltelijk in de één of meer passages bevindt, waarbij de afmetingen van de één of meer passages en van het overgangsgedeelte van de één of meer hoefnagels zodanig zijn dat het overgangsgedeelte van de één of meer hoefnagels in minimaal één richting haaks op de lengterichting aansluitend past in de één of meer passages.The invention further relates to a combination of a horseshoe and one or more horseshoe nails according to the invention, wherein the horseshoe is provided with one or more passages for a horseshoe nail each, wherein the one or more passages have a constant shape over at least a part of their length and have a size, wherein the horseshoe is attached to a hoof of a horse or pony or other equine horse by means of the one or more horseshoe nails, the transition part of the one or more horseshoe nails being at least partially in the one or more passages, the horseshoe the dimensions of the one or more passages and of the transition part of the one or more hoof nails are such that the transition part of the one or more hoof nails fits in at least one direction perpendicular to the longitudinal direction in the one or more passages.
Hierbij worden de voordelen zoals bovengenoemd beschreven tevens verkregen.The advantages as described above are hereby also obtained.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het hoefijzer in de combinatie een hoefijzer met een zool, ook wel 'pad' genoemd, waarbij de zool een dikte heeft, waarbij de afmetingen en vormen van het hoefijzer en van de één of meer hoefnagels zodanig zijn dat, wanneer de kop van de één of meer hoefnagels rust tegen een daartoe bestemd oppervlak van het hoefijzer, het overgangsgedeelte van de één of meer hoefnagels zich minimaal gedeeltelijk in de zool bevindt.In a preferred embodiment the horseshoe in the combination is a horseshoe with a sole, also referred to as 'pad', the sole having a thickness, the dimensions and shapes of the horseshoe and of the one or more horseshoes being such that, when the head of the one or more hoof nails rests against a surface of the horseshoe intended for this purpose, the transition part of the one or more hoof nails is at least partially in the sole.
Hierdoor wordt het probleem van mogelijke breuk van de hoefnagel in het grensvlak tussen de zool en de hoef verminderd, doordat de hoefnagel daar nu dikker is dan in traditionele hoefnagels.This reduces the problem of possible breakage of the hoof nail in the interface between the sole and the hoof, because the hoof nail there is now thicker than in traditional hoof nails.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een hoefnagel volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin :With the insight to better demonstrate the features of the invention, a few preferred embodiments of a hoof nail according to the invention are described below as an example without any limiting character, with reference to the accompanying drawings, in which:
Figuur 1 een hoefnagel volgens de uitvinding weergeeft in twee zijaanzichten haaks op elkaar;Figure 1 shows a hoof nail according to the invention in two side views perpendicular to each other;
Figuur 2 een hoefijzer weergeeft dat onderdeel uitmaakt van een combinatie volgens de uitvinding, in aanzicht vanaf de zijde waarvan hoefnagels worden aangebracht;Figure 2 represents a horseshoe that forms part of a combination according to the invention, in view from the side of which horseshoe nails are fitted;
Figuur 3 een traditionele hoefnagel weergeeft in twee zijaanzichten haaks op elkaar;Figure 3 shows a traditional hoof nail in two side views perpendicular to each other;
Figuren 4 respectievelijk 5 het gebruik van de hoefnagel van figuur 3 weergeven in het hoefijzer van figuur 2, in doorsnedes volgens lijnen IV-IV respectievelijk V-V;Figures 4 and 5 respectively show the use of the horseshoe nail of Figure 3 in the horseshoe of Figure 2, in sections along lines IV-IV and V-V, respectively;
Figuur 6 het gebruik van de hoefnagel van figuur 1 weergeeft in het hoefijzer van figuur 2, in doorsnede volgens lijn IV-IV;Figure 6 shows the use of the horseshoe nail of Figure 1 in the horseshoe of Figure 2, in section along line IV-IV;
Figuur 7 een alternatieve hoefnagel volgens de uitvinding weergeven in aanzichten analoog aan figuur 1;Figure 7 shows an alternative hoof nail according to the invention in views analogous to Figure 1;
Figuur 8 het gebruik van de hoefnagel van figuur 7 weergeeft in het hoefijzer van figuur 2, in een doorsnede volgens lijn V-V;Figure 8 shows the use of the horseshoe nail of Figure 7 in the horseshoe of Figure 2, in a section along line V-V;
Figuur 9 een tweede alternatieve hoefnagel volgens de uitvinding weergeeft in aanzichten analoog aan figuur 1;Figure 9 shows a second alternative hoof nail according to the invention in views analogous to Figure 1;
Figuur 10 een alternatief hoefijzer weergeeft dat onderdeel uitmaakt van een combinatie volgens de uitvinding, in aanzicht vanaf de zijde waarvan hoefnagels worden aangebracht;Figure 10 shows an alternative horseshoe that forms part of a combination according to the invention, in view from the side of which horseshoe nails are fitted;
Figuren 11 en 12 het gebruik van de hoefnagel van figuur 9 weergeven in het hoefijzer van figuur 10, in doorsnedes respectievelijk volgens lijnen XI-XI en XII-XII.Figures 11 and 12 show the use of the horseshoe nail of Figure 9 in the horseshoe of Figure 10, in cross-sections along lines XI-XI and XII-XII, respectively.
De in figuur 1 weergegeven hoefnagel 1 heeft een centrale lengteas L en omvat, gezien in deze lengterichting, dus de richting van deze lengteas L, achtereenvolgens een kop 2, een overgangsgedeelte 3, een schacht 4 en een punt 5.The hoof nail 1 shown in Figure 1 has a central longitudinal axis L and, viewed in this longitudinal direction, thus comprises the direction of this longitudinal axis L, successively a head 2, a transition section 3, a shaft 4 and a point 5.
Het onderste gedeelte 6 van de kop 2 is gevormd als een afgeknotte piramide met rechthoekige basis, waarvan de punt naar onderen is gericht.The lower part 6 of the head 2 is formed as a truncated pyramid with a rectangular base, the point of which is directed downwards.
De schacht 4 is gevormd als een wig met een achthoekige basis met vier lange zijden en vier korte zijden, wat resulteert in een schacht 4 met vier grote zijvlakken 7 en vier kleine zijvlakken 8. De kleine zijvlakken 8 worden verder niet besproken, aangezien zij van ondergeschikt belang zijn voor de totale vorm van de schacht 4.The shaft 4 is formed as a wedge with an octagonal base with four long sides and four short sides, resulting in a shaft 4 with four large side surfaces 7 and four small side surfaces 8. The small side surfaces 8 are not further discussed since they are of are of secondary importance for the overall shape of the shaft 4.
Twee van de grote zijvlakken 7A, die diametraal tegenover elkaar liggen convergeren in zeer lichte mate, lopen dus enigszins naar elkaar toe, gezien in de lengterichting van boven naar onderen, en twee van de grote zijvlakken 7B convergeren in sterkere mate in die richting.Two of the large side faces 7A, which are diametrically opposed to each other, converge to a very slight extent, thus running slightly towards each other, viewed in the longitudinal direction from top to bottom, and two of the large side faces 7B converge more strongly in that direction.
Het overgangsgedeelte 3 heeft, vier zijvlakken, te weten twee paren, waarbij de zijvlakken paarsgewijs diametraal tegenover elkaar liggen.The transition portion 3 has four side faces, i.e. two pairs, the side faces being diametrically opposite each other in pairs.
Van de zijvlakken 9 van het overgangsgedeelte 3 zijn er twee 9A die onderling nagenoeg parallel lopen en twee 9B die convergerend zijn gezien in de richting van onderen naar boven, en die aansluiten bij de grote zijvlakken 7B van de schacht 4.Of the side faces 9 of the transition section 3, there are two 9A that run substantially parallel to each other and two 9B that are converging in the direction from the bottom up and which connect to the large side faces 7B of the shaft 4.
De dikte Dl van het overgangsgedeelte, gemeten tussen de twee nagenoeg parallelle zijvlakken 9A, is constant over de lengte van het overgangsgedeelte 3 en is in dit voorbeeld circa 3,5 mm. Deze dikte Dl is aanzienlijk groter dan de grootste dikte D2 van de schacht 4 gemeten tussen de licht convergerende grote zijvlakken 7A van de schacht 4, die in dit voorbeeld 2,9 mm bedraagt. Het overgangsgedeelte 3 kan dus ook beschouwd worden als een verdikking van het meest naar de kop 2 gerichte gedeelte van de schacht 4.The thickness D1 of the transition section, measured between the two substantially parallel side faces 9A, is constant along the length of the transition section 3 and is approximately 3.5 mm in this example. This thickness D1 is considerably greater than the largest thickness D2 of the shaft 4 measured between the slightly converging large side surfaces 7A of the shaft 4, which in this example amounts to 2.9 mm. The transition part 3 can therefore also be considered as a thickening of the part of the shaft 4 that is most directed towards the head 2.
De lengte LI van het overgangsgedeelte 3 is in dit voorbeeld circa 4 mm voor gebruik met racehoefijzers, maar is voor gebruik met andere hoefijzers zonder zool tussen 0,8 en 2 mm.The length L1 of the transition section 3 in this example is approximately 4 mm for use with racing horseshoes, but is for use with other horseshoes without sole between 0.8 and 2 mm.
Het in de figuur 2 weergegeven hoefijzer 12 is voorzien van een groef 13 met schuine zijkanten 14, waarbij in de groef 13 passages 15 zijn aangebracht om daarin hoefnagels 1 te kunnen aanbrengen voor het plaatsen van het hoefijzer 12 op een hoef 16.The horseshoe 12 shown in Fig. 2 is provided with a groove 13 with oblique sides 14, with passages 15 being provided in the groove 13 for fitting horseshoe nails 1 therein for placing the horseshoe 12 on a hoof 16.
Deze passages 15 zijn bij voorkeur aangebracht door middel van ponsen en zijn rechthoekig van vorm. De passages hebben een lengte L2, dat wil zeggen de afstand waarover zij zich, in verticale richting, doorheen het hoefijzer 12 uitstrekken. In dit voorbeeld is deze lengte L2 circa 4 mm, maar in dit voorbeeld enigszins langer dan de lengte LI van het overgangsgedeelte 3.These passages are preferably provided by punching and are rectangular in shape. The passages have a length L2, i.e. the distance over which they extend, in the vertical direction, through the horseshoe 12. In this example, this length L2 is approximately 4 mm, but in this example somewhat longer than the length L1 of the transition section 3.
Ter vergelijking is in figuur 3 een traditionele hoefnagel 1 weergegeven. Deze is identiek aan de hoefnagel 1 van figuur 1, met uitzondering van de afwezigheid van het overgangsgedeelte 3.For comparison, a traditional hoof nail 1 is shown in Figure 3. This is identical to the hoof nail 1 of figure 1, with the exception of the absence of the transition section 3.
Bij gebruik van een traditionele hoefnagel 1 met een hoefijzer 12 zoals in figuur 2 wordt de hoefnagel 1 zodanig geplaatst dat een zijvlak van de kop rust tegen een schuine zijkant 14 van de groef 13 van het hoefijzer 12.When using a traditional horseshoe nail 1 with a horseshoe 12 as in Figure 2, the horseshoe nail 1 is positioned such that a side face of the head rests against an oblique side 14 of the groove 13 of the horseshoe 12.
Zoals te zien op figuren 4 en 5 is er hierbij in de passages 15 een zekere tussenruimte 17 tussen de hoefnagel 1 en het hoefijzer 12, waardoor er, meer dan wenselijk, beweging van het hoefijzer 12 ten opzichte van de hoef 16 mogelijk is en waardoor er onnodig grote krachten op de hoefnagel 1 kunnen ontstaan.As can be seen in figures 4 and 5, there is hereby a certain spacing 17 in the passages 15 between the horseshoe 1 and the horseshoe 12, whereby, more than desirable, movement of the horseshoe 12 relative to the horseshoe 16 is possible and whereby unnecessarily large forces can arise on the hoof nail 1.
Zoals te zien is op figuur 6 is deze tussenruimte 17 er bij gebruik van de hoefnagel 1 van figuur 1 nagenoeg niet, of in ieder geval aanzienlijk minder, in ieder geval in het in figuur 6 getoonde vlak. In de richting haaks hierop is er geen verschil met de traditionele hoefnagel 1, zodat dezelfde situatie als bij figuur 5 verkregen wordt.As can be seen in Figure 6, this gap 17 is virtually non-existent when using the nail 1 of Figure 1, or in any case considerably less, at least in the plane shown in Figure 6. In the direction perpendicular to this there is no difference with the traditional hoof nail 1, so that the same situation as in Figure 5 is obtained.
De hoefnagel 1 van figuur 7 verschilt van de hoefnagel 1 van figuur 1 doordat het overgangsgedeelte 3 anders is uitgevoerd, met name doordat de twee zijvlakken 9B van het overgangsgedeelte 3 die in de hoefnagel 1 van figuur 1 convergeerden, nu ook nagenoeg parallel zijn uitgevoerd.The horseshoe nail 1 of Figure 7 differs from the horseshoe nail 1 of Figure 1 in that the transition section 3 is designed differently, in particular in that the two side faces 9B of the transition section 3 that converge in the horseshoe stud 1 of Figure 1 are now also practically parallel.
Hierbij is nu ook tussen deze zijvlakken 9B de dikte D3 van het overgangsgedeelte 3 groter dan de grootste dikte D4 van de schacht 4 gemeten tussen de grote zijvlakken 7B van de schacht 4.The thickness D3 of the transition section 3 is now also greater between these side faces 9B than the largest thickness D4 of the shaft 4 measured between the large side faces 7B of the shaft 4.
Zoals te zien in figuur 8 is, vergeleken met de hoefnagel 1 van figuur 1, bij gebruik van de hoefnagel 1 van figuur 8, de tussenruimte 17 in de passage 15 tussen de wand van de passage 15 en de hoefnagel 1 veel kleiner, zodat de problemen van de traditionele hoefnagels 1 nog beter worden opgelost dan bij de hoefnagel 1 volgens figuur 1.As can be seen in Figure 8, compared to the hoof nail 1 of Figure 1, when using the hoof nail 1 of Figure 8, the gap 17 in the passage 15 between the wall of the passage 15 and the hoof nail 1 is much smaller, so that the the problems of the traditional hoof nails 1 can be solved even better than with the hoof nail 1 according to figure 1.
De hoefnagel 1 volgens figuur 9 verschilt van de hoefnagel 1 van figuur 7 door een andere lengte LI van het overgangsgedeelte 3.The horseshoe nail 1 of Figure 9 differs from the horseshoe nail 1 of Figure 7 by a different length L1 of the transition section 3.
Het hoefijzer 12 van figuur 10 is een ander model hoefijzer dan het hoefijzer 12 van figuur 2. Dit is echter niet van belang voor de uitvinding. Wat wel van belang heeft, is de zool 18 die voorzien is aan dit hoefijzer 12. De zool 18 is niet voorzien van passages die aansluiten aan de passages 15 in het hoefijzer 12.The horseshoe 12 of Figure 10 is a different horseshoe model than the horseshoe 12 of Figure 2. However, this is not important for the invention. What is important is the sole 18 which is provided on this horseshoe 12. The sole 18 is not provided with passages which connect to the passages 15 in the horseshoe 12.
De zool 18 heeft een dikte D5.The sole 18 has a thickness D5.
Het gebruik van een hoefnagel 1 van figuur 9 met een hoefijzer 12 volgens figuur 10 is getoond in figuren 11 en 12.The use of a horseshoe nail 1 of figure 9 with a horseshoe 12 according to figure 10 is shown in figures 11 and 12.
Bij het inslaan van de hoefnagel 1 wordt hierbij een aan de hoefnagel 1 aansluitend gat gevormd in de zool 18. Hierbij wordt opgemerkt dat de lengte LI van het overgangsgedeelte 3 zodanig is dat dit zich uitstrekt over vrijwel de volledige lengte L2 van de passage 15 en de volledige dikte D5 van de zool.Upon impacting the hoof nail 1, a hole connecting to the hoof nail 1 is hereby formed in the sole 18. It is noted here that the length L1 of the transition section 3 is such that it extends over substantially the full length L2 of the passage 15 and the full thickness D5 of the sole.
Er is in geen van beide vlakken die getoond zijn in figuren 11 en 12 een aanzienlijke tussenruimte 17 tussen de wand van de passages 15 in het hoefijzer en de hoefnagel 1.In neither of the two planes shown in Figures 11 and 12 is there a significant gap 17 between the wall of the passages 15 in the horseshoe and the horseshoe 1.
Vanzelfsprekend dient de lengte LI van het overgangsgedeelte 3 van de hoefnagels aangepast te worden aan de lengte L2 van de passages 15, die voor ieder type hoefijzer 12 anders kan zijn en de aanwezigheid of niet van een zool 18 aan het hoefijzer 12.Of course, the length L1 of the transition portion 3 of the horseshoe nails must be adapted to the length L2 of the passages 15, which may be different for each type of horseshoe 12 and the presence or not of a sole 18 on the horseshoe 12.
Vanzelfsprekend is het ook wenselijk om de afmetingen van het overgangsgedeelte 3 en de passages 15 zoveel mogelijk op elkaar aan te passen, zodat de hoefnagel aansluitend past in de passages, om zo weinig mogelijk tussenruimte 17 te verkrijgen.Of course, it is also desirable to adjust the dimensions of the transition section 3 and the passages 15 to each other as much as possible, so that the hoof nail subsequently fits into the passages, in order to obtain as little gap 17 as possible.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een hoefnagel en een combinatie daarvan met een hoefijzer kunnen in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.The present invention is by no means limited to the exemplary embodiments and shown in the figures, but a horseshoe and a combination thereof with a horseshoe can be realized in all shapes and sizes without departing from the scope of the invention.
Claims (14)
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2016414A NL2016414B1 (en) | 2016-03-10 | 2016-03-10 | Horseshoe. |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2016414A NL2016414B1 (en) | 2016-03-10 | 2016-03-10 | Horseshoe. |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2016414A true NL2016414A (en) | 2017-09-19 |
NL2016414B1 NL2016414B1 (en) | 2017-09-26 |
Family
ID=55858873
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2016414A NL2016414B1 (en) | 2016-03-10 | 2016-03-10 | Horseshoe. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL2016414B1 (en) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP3932197A1 (en) * | 2020-07-02 | 2022-01-05 | Kerckhaert Hoefijzerfabriek B.V. | Horseshoe nail and method for manufacturing such horseshoe nail |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
BE390316A (en) * | ||||
CH217903A (en) * | 1939-12-12 | 1941-11-15 | Lutgendorff Jan | Farriery, especially for horses. |
WO2002034044A1 (en) * | 2000-10-20 | 2002-05-02 | Save Edge Nail Worldwide, Inc. | Horseshoe nail |
EP2526766A1 (en) * | 2011-05-26 | 2012-11-28 | Mustad Netherlands B.V. | Nail for a horse shoe |
-
2016
- 2016-03-10 NL NL2016414A patent/NL2016414B1/en active
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
BE390316A (en) * | ||||
CH217903A (en) * | 1939-12-12 | 1941-11-15 | Lutgendorff Jan | Farriery, especially for horses. |
WO2002034044A1 (en) * | 2000-10-20 | 2002-05-02 | Save Edge Nail Worldwide, Inc. | Horseshoe nail |
EP2526766A1 (en) * | 2011-05-26 | 2012-11-28 | Mustad Netherlands B.V. | Nail for a horse shoe |
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP3932197A1 (en) * | 2020-07-02 | 2022-01-05 | Kerckhaert Hoefijzerfabriek B.V. | Horseshoe nail and method for manufacturing such horseshoe nail |
NL2025980B1 (en) * | 2020-07-02 | 2022-03-11 | Kerckhaert Hoefijzerfabriek Bv | HOOF NAIL AND PROCEDURE FOR MANUFACTURING SUCH A HOOF NAIL |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL2016414B1 (en) | 2017-09-26 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL2016414B1 (en) | Horseshoe. | |
US20120227335A1 (en) | Lifting Anchor for a Concrete Slab | |
US9572336B2 (en) | Removable insert for a horseshoe | |
BE1019791A3 (en) | HORSESHOE. | |
US1416658A (en) | Horseshoe | |
NL1039274C2 (en) | HORSE NAIL FOR HANGING A HORSESHOE ON A HORSESHOE. | |
US6581693B1 (en) | Horseshoe nail | |
US556653A (en) | Horseshoe | |
US8955276B2 (en) | Raised flooring apparatus and system | |
BE1019510A3 (en) | HORSESHOE. | |
US373291A (en) | Joseph willomon higgs | |
US267023A (en) | Feedebick w | |
NL2009839C2 (en) | HOUSE IRON PROVIDED WITH A CENTER PART WITH A BOTTOM WITH A HOLLOW SHAPE. | |
US763069A (en) | Horseshoe-calk. | |
NL2020112B1 (en) | Horseshoe, assembly of a horseshoe and a nail, and such a nail | |
US863330A (en) | Headless rivet. | |
US879936A (en) | Horseshoe. | |
US472131A (en) | Thrashing-machine tooth | |
FR3100444B1 (en) | Support element for a plurality of animal semen packaging straws and assembly comprising the same | |
US220646A (en) | Improvement in toe-weights for horses | |
US517176A (en) | Horseshoe | |
US612290A (en) | Jacob werntz | |
US740623A (en) | Horseshoe. | |
US20170292234A1 (en) | Climbing Inhibition System | |
NL1032780C2 (en) | Improved horseshoe. |