BE1019510A3

BE1019510A3 - HORSESHOE.

Info

Publication number: BE1019510A3
Application number: BE2010/0559A
Authority: BE
Original assignee: Kerckhaert B V
Priority date: 2010-09-20
Filing date: 2010-09-20
Publication date: 2012-08-07
Also published as: AU2011224130A1

Abstract

Hoefijzer (1) dat voorzien is van een draagvlak (6), een bodemvlak (5), een teen of toon (2) en nagelgaten (12) die zich doorheen het hoefijzer (1) uitstrekken vanaf het draagvlak (6) tot aan het bodemvlak (5), daardoor gekenmerkt dat minstens één van deze nagelgaten (12) zodanig is georiënteerd dat het een naar binnen toe gerichte hoek (B) vormt met de loodrechte richting (L-L') op het draagvlak (6) van het hoefijzer (1).Horseshoe (1) which has a bearing surface (6), a bottom surface (5), a toe or tone (2) and nail holes (12) extending through the horseshoe (1) from the bearing surface (6) to the bottom face (5), characterized in that at least one of these nail holes (12) is oriented such that it forms an inwardly directed angle (B) with the perpendicular direction (L-L ') on the bearing face (6) of the horseshoe (1).

Description

Hoefijzer.Horseshoe.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een hoefijzer.The present invention relates to a horseshoe.

In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een hoefijzer dat voorzien is van een nagelgeleiding.In particular, the invention relates to a horseshoe provided with a nail guide.

Klassiek is het beslaan van een hoefdier, meestal een paard of een ezel met hoefijzers die door middel van nagels tegen de hoeven worden vastgezet.Classic is the covering of a hoofed animal, usually a horse or a donkey with horseshoes that are secured against the hooves by nails.

Dit zogenaamd op beslag zetten, wordt hoofdzakelijk maar niet uitsluitend uitgevoerd om een te sterke slijtage te voorkomen van de hoef of om de stand en/of gangen van het dier te corrigeren.This so-called seizure is mainly but not exclusively carried out to prevent excessive wear of the hoof or to correct the position and / or gaits of the animal.

Hierbij gaat men in grote lijnen meestal als volgt te werk.In general, the procedure is generally as follows.

Elke zes tot acht weken dienen de hoeven van een paard doorgaans te worden bekapt, waarna in voorkomend geval de hoefijzers dienen te worden verlegd of vernieuwd.The horse's hooves usually need to be trimmed every six to eight weeks, after which the horseshoes have to be relocated or renewed as appropriate.

Eerst worden alle vreemde elementen, zoals bijvoorbeeld mest, zand, stro enz. van de hoeven verwijderd.First all foreign elements such as manure, sand, straw etc. are removed from the hooves.

Daarna wordt eerst de teen, toon genoemd, op lengte gebracht door de hoef te knippen of te kappen en wordt vervolgens de rest van de hoef aan de gewenste stand aangepast.Then the toe, called the tone, is first brought to length by cutting or cutting the hoof and the rest of the hoof is then adjusted to the desired position.

Hoewel steeds rechte hoef- en beenassen worden nagestreefd, moet toch bij elk paard individueel worden beoordeeld wat de beste stand van hoef en been is.Although straight hoof and leg axles are always pursued, the best position of the hoof and leg must still be assessed for each horse.

Deze beoordeling gebeurt, zowel in rust, als in beweging waarbij in het laatste geval speciaal wordt gelet op de wijze van het vrijkomen van de grond en de wijze van het neerzetten van de hoef.This assessment takes place both at rest and on the move, with special attention being paid in the latter case to the way in which the soil is released and the way in which the hoof is set down.

Bij een goed vlakke en uitgebalanceerde hoef komen de hielen van de hoef gelijktijdig op de grond en rolt de hoef in het midden over de teen (of toon).With a well-flat and balanced hoof, the heels of the hoof touch the floor simultaneously and the hoof rolls over the toe (or tone) in the middle.

Na het bekappen wordt een geschikt hoefijzer uitgezocht dat vervolgens nog beter passend wordt gemaakt en ofwel warm, ofwel koud kan worden aangebracht.After trimming, a suitable horseshoe is selected, which is then even better fitted and can be applied either hot or cold.

Dit aanbrengen geschiedt doorgaans door het op de hoef vast te nagelen.This application usually takes place by nailing it onto the hoof.

Meestal is het gebruik van zes hoefnagels hierbij voldoende.Usually the use of six hoof nails is sufficient.

Deze hoefnagels worden in de voorste helft van de hoef aangebracht om het hoefmechanisme zo min mogelijk te belemmeren.These hoof nails are fitted in the front half of the hoof in order to hinder the hoof mechanism as little as possible.

Hieronder wordt verstaan dat een zekere uitzetting van de hoef moet kunnen plaatsvinden bij iedere stap of belasting en een zekere terugvering bij achtereenvolgend ontlasten, waardoor een soort balgeffect ontstaat dat voldoende bloedsomloop door de levende delen van de hoef garandeert.This is understood to mean that a certain expansion of the hoof must be able to take place at every step or load and a certain recoil with successive relief, creating a sort of bellows effect that guarantees sufficient blood circulation through the living parts of the hoof.

Het goed vastzetten van een hoefijzer door middel van hoefnagels behoort tot het goede vakmanschap en de regels van de kunst, waarbij toch nog een zekere speling dient te worden gelaten voor de uitzetting in lengte en breedte naar de achterkant van de hoef toe, in het zogenaamde verzenengedeelte, om de werking van het hoefmechanisme nog mogelijk te maken.Properly securing a horseshoe by means of horseshoe nails is part of good craftsmanship and the rules of the art, while still allowing a certain amount of clearance for the expansion in length and width towards the rear of the hoof, in the so-called multiplier section, to make the working of the hoof mechanism still possible.

In de bodemvlakte van ieder hoefijzer bevindt zich een sleuf, de rits genaamd, waarin de nagelgaten zijn aangebracht.In the bottom surface of every horseshoe is a slot, called the zipper, into which the nail holes are made.

De rits en de nagelgaten van een klassiek hoefijzer moeten zodanig zijn aangebracht dat ze na aanpassing, precies tegenover de witte lijn komen te liggen die zich aan de onderkant van een normale hoef aftekent en de scheidingslijn aangeeft tussen de hoornwand langs de buitenkant en het levend weefsel langs de binnenkant van de hoef.The zipper and nail holes of a classic horseshoe must be positioned in such a way that, after adjustment, they are exactly opposite the white line that stands out at the bottom of a normal horseshoe and indicates the dividing line between the outer wall of the horn and the living tissue along the inside of the hoof.

Bij het indrijven van de hoefnagel hoort deze via de zoolvlakte in te dringen in de witte lijn, vervolgens schuin naar boven door de hoornwand te gaan en uit te komen aan de oppervlakte van de hoornwand op ongeveer 1/3 van de hoogte van deze wand gemeten van onderen af.When driving the hoof nail it should penetrate through the sole surface into the white line, then go diagonally upwards through the horn wall and end up at the surface of the horn wall at about 1/3 of the height of this wall measured from below.

Dit is slechts mogelijk wanneer iedere hoefnagel afzonderlijk onder een hoek wordt ingedreven ten opzichte van het zoolvlak die aangepast is aan de plaatselijke hoek van de hoornwand zelf.This is only possible when each hoof nail is driven separately at an angle with respect to the sole surface which is adapted to the local angle of the horn wall itself.

Teneinde dit indrijven onder de gewenste hoek, die dus van plaats tot plaats op de hoef verschilt, mogelijk te maken, dient in klassieke voorgevormde hoefijzers een reeks van nagelgaten te worden voorzien die een relatief grote speling toelaten ten opzichte van de gebruikte hoefnagels.In order to enable this driving at the desired angle, which therefore differs from place to place on the hoof, a series of nail holes must be provided in classic preformed horseshoes which allow a relatively large play with respect to the used nail nails.

Deze nagelgaten zijn klassiek niet volledig rechthoekig van vorm maar bestaan uit twee in eikaars verlengde liggende en in elkaar overgaande delen.These nail holes are classically not completely rectangular in shape but consist of two parts that extend in line with each other and merge into one another.

Een eerste deel is een trechtervormig deel dat begrensd wordt door de wanden van de rits en dat met zijn wijdste opening naar de onderkant van het hoefijzer is gericht en waarin, na indrijven van de hoefnagel, de kop van de hoefnagel zal komen te liggen en wordt vastgeklemd.A first part is a funnel-shaped part bounded by the walls of the zipper and with its widest opening directed towards the bottom of the horseshoe and in which, after driving the horseshoe, the head of the horseshoe will lie and become clamped.

In het verlengde daarvan en loodrecht op het draagvlak van het hoefijzer, een nauwer deel met vierkante of rechthoekige doorsnede, waardoor bij het beslaan de punt of zogenaamde zwik van de hoefnagel gevolgd door het slanke gedeelte of de zogenaamde kling kan worden geleid alvorens in de hoornlaag de witte lijn van de hoef binnen te dringen.As an extension thereof and perpendicular to the bearing surface of the horseshoe, a narrower part with square or rectangular cross-section, through which the point or so-called swivel of the horseshoe followed by the slender part or so-called blade can be guided before it enters the horny layer invade the white line of the hoof.

Bij passende klassieke hoefijzers ligt de bovenkant van deze hoefnagelgaten, namelijk daar waar de hoefnagel bij het beslaan uit het hoefijzer komt en in de hoef gaat dringen, juist tegenover de zogenaamde witte lijn van de hoef, die, zoals vermeld, in feite de scheidingslijn aangeeft tussen de hoornwand van de hoef en de wekere en levende delen.With appropriate classic horseshoes, the top of these horseshoe holes, namely where the horseshoe comes out of the horseshoe and starts to penetrate into the horseshoe, is just opposite the so-called white line of the horseshoe, which, as mentioned, actually indicates the dividing line between the horn wall of the hoof and the certain and living parts.

In voorgevormde klassieke hoefijzers staan deze nagelgaten loodrecht op het draagvlak van het hoefijzer.In preformed classic horseshoes, these nail holes are perpendicular to the bearing surface of the horseshoe.

Het behoort tot de regels van de kunst en het goede vakmanschap de hoefnagels bij indrijven zodanig te laten ombuigen dat ze op de gewenste plaats zijdelings aan de buitenzijde van de hoef uit de hoornlaag naar buiten komen.It is part of the rules of the art and good craftsmanship to cause the nails to bend when driving in such a way that they come out of the horny layer at the desired location laterally on the outside of the hoof.

Tenslotte worden na het indrijven van de hoefnagels de uit de hoef uitstekende delen van de hoefnagels naar beneden toe omgebogen en eventueel afgeknipt, en het omgebogen gedeelte verzonken in een gleufje dat met dat doel eerst door middel van een gutsje of zogenaamde onderkapper in de hoornwand was aangebracht.Finally, after driving the hoof nails, the parts of the hoof nails protruding from the hoof are bent down and possibly cut off, and the bent part is sunk into a groove which for that purpose was first in the horn wall by means of a gouge or so-called lower barber. applied.

Een groot nadeel van dit alles is dat het correct beslaan van hoefdieren, naast de juiste en aangepaste materialen en middelen, nog steeds een zeer grote mate van vakkennis en handigheid vereist, te meer daar men slechts uitzonderlijk onder zeer gunstige omstandigheden kan werken.A major disadvantage of all this is that the correct herding of ungulates, in addition to the correct and adapted materials and means, still requires a very high degree of professional knowledge and skill, all the more so since one can only work exceptionally under very favorable conditions.

Een verder nadeel hiervan is dat elk indrijven en goed vastklemmen van de nagels steeds met een zekere beschadiging van de hoef gepaard gaat en dat deze periodiek bij iedere hoefijzerwisseling dient te worden herhaald.A further disadvantage of this is that any driving and proper clamping of the nails is always accompanied by a certain damage to the hoof and that it must be repeated periodically with every horseshoe change.

Een verder nadeel is dat de ombuiging van de nagels naar buiten toe gedurende het indrijven soms moeilijk controleerbaar is, onder meer door grote speling die tussen hoefnagel en nagelgat dient gelaten te worden, waardoor de plaats waar de nagels door de hoefwand heen komen aan een grote variatie onderhevig is.A further disadvantage is that the bending of the nails to the outside during driving is sometimes difficult to control, inter alia due to large play that must be left between hoof nail and nail hole, so that the place where the nails pass through the hoof wall has a large variation is subject.

Deze plaats is van belang voor de kwaliteit van de hoef en heeft ook een invloed op de kans op complicaties, zoals het optreden van kreupelheid bij te hoog uitkomen, of op het splijten van de hoefwand bij te kleine afstand.This location is important for the quality of the hoof and also has an influence on the risk of complications, such as the occurrence of lameness when hatching too high, or on the splitting of the hoof wall when the distance is too small.

Een verder nadeel is dat, bij het indrijven van de eerste nagels, het hoefijzer nog licht kan verschuiven, bijvoorbeeld door een onverwachte beweging van het dier, en dat, wanneer dit een niet goed meer gecentreerd zijn van het ijzer voor gevolg heeft, dit niet alleen een afwijkend afrollen van de beweging in de hand kan werken, maar ook tot het optreden van hoefscheuren, verbening van de hoefkraakbeenderen en zelfs aanleiding zou kunnen geven tot fracturen.A further disadvantage is that when the first nails are driven in, the horseshoe can still shift slightly, for example due to an unexpected movement of the animal, and that if this causes the iron not to be centered properly anymore, this does not only a deviating unrolling of the movement can promote, but also to the appearance of hoof cracks, boning of the hoof cartilage bones and could even lead to fractures.

Gekend is reeds om aan de punt van de nagel, de zwik genaamd, een schuine kant te geven.It is already known to give an oblique side to the tip of the nail, called the spindle.

De schuine kant moet daarbij, bij het indrijven van de nagel, naar de hoef gekeerd zijn, waarmee bereikt wordt dat de nagel door de hoornwand naar buiten toe wordt gedreven. De schuine kant stuurt als het ware de nagel in de gewenste richting.The oblique side must, when driving the nail in, face the hoof, with the result that the nail is driven outwards through the horn wall. The oblique side, as it were, directs the nail in the desired direction.

Niettegenstaande dat, is er nog steeds een grote vraag naar hoefijzers waarbij met minder kracht en minder blijvende beschadiging of vervorming, maar met grotere precisie, nauwkeuriger en even vast hoefnagels kunnen worden ingedreven, meer speciaal onder de juiste en van plaats tot plaats sterk verschillende indrijvingshoek.Notwithstanding that, there is still a great demand for horseshoes where with less force and less permanent damage or distortion, but with greater precision, more accurate and equally tight horseshoe nails can be driven, more specifically under the right and from place to place very different driving angle. .

De huidige uitvinding heeft tot doel aan minstens één van de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden, doordat zij voorziet in een hoefijzer dat voorzien is van een draagvlak, een bodemvlak, een teen of toon en nagelgaten die zich doorheen het hoefijzer uitstrekken vanaf het draagvlak tot aan het bodemvlak, waarbij minstens één van deze nagelgaten zodanig is georiënteerd dat het een naar binnen toe gerichte hoek vormt met de loodrechte richting op het draagvlak van het hoefijzer.The present invention has for its object to provide a solution to at least one of the aforementioned and other disadvantages in that it provides a horseshoe which is provided with a bearing surface, a bottom surface, a toe or tone and nail holes extending through the horseshoe from the bearing surface up to the bottom surface, wherein at least one of these nail holes is oriented such that it forms an inwardly directed angle with the perpendicular direction on the bearing surface of the horseshoe.

Minstens één nagelgat is met andere woorden vanaf het bodemvlak naar het draagvlak naar binnen toe georiënteerd.In other words, at least one nail hole is oriented inwards from the bottom surface to the bearing surface.

Een groot voordeel hiervan is dat de hoefnagels, zonder dat een grote speling dient te worden voorzien in de hoefnagelgaten, onder de gewenste lokale hoek gemakkelijk kunnen worden ingedreven en vastgezet.A major advantage of this is that the hoof nails, without having to provide a large clearance in the hoof nail holes, can easily be driven and fixed under the desired local angle.

Hierdoor wordt de kans op beschadiging van de hoornlaag of het indrijven van de hoefnagel in de weke of levende delen van de hoef, met alle gekende negatieve gevolgen, sterk verkleind.This greatly reduces the chance of damaging the horny layer or driving the hoof nail into the soft or living parts of the hoof, with all known negative consequences.

In een voorkeurdragende uitvoering bedraagt de naar binnen toe gerichte hoek van minstens één geleidingsgat plaatselijk 6 tot 15 graden, beter nog 9 tot 12 graden, en best ongeveer 10 graden ten opzichte van de loodlijn op het draagvlak van het hoefijzer.In a preferred embodiment, the inwardly directed angle of at least one guide hole is locally 6 to 15 degrees, more preferably 9 to 12 degrees, and best about 10 degrees relative to the perpendicular to the bearing surface of the horseshoe.

In een verdere voorkeurdragende uitvoering bezit slechts een gedeelte van de nagelgaten een naar binnen toe gerichte hoek met de loodlijn op het draagvlak van het hoefijzer.In a further preferred embodiment, only a portion of the nail holes have an inwardly directed angle with the perpendicular to the bearing surface of the horseshoe.

In nog een verdere voorkeurdragende uitvoering worden slechts de eerste drie nagelgaten vertrekkende van de teen of toon van een dergelijke hoek voorzien.In yet a further preferred embodiment, only the first three nail holes are provided starting from the toe or tone with such an angle.

In een andere voorkeurdragende uitvoering is deze hoek kleiner al naargelang de nagelgaten verder van de toon verwijderd zijn.In another preferred embodiment, this angle is smaller as the nail holes are further away from the tone.

In nog een verdere voorkeurdragende uitvoering is de breedte van het nagelgat gezien volgens de dwarsdoorsnede van het hoefijzer groter dan de dikte van de hoefnagel, althans ten opzichte van het voorste gedeelte van de nagel, zodat de speling tussen het nagelgat en de nagel toelaat de nagel bij het inbrengen onder verschillende hoeken in het nagelgat te positioneren, waarna, bij het verder indrijven van de nagel de speling steeds minder wordt door de conische vorm van de nagel en de nagel zich tenslotte met zijn achterste uiteinde, de zogenaamde kop, vastzet in het nagelgat.In a still further preferred embodiment, the width of the nail hole as seen in the cross-section of the horseshoe is greater than the thickness of the horseshoe nail, at least with respect to the front part of the nail, so that the play between the nail hole and the nail allows the nail position at different angles in the nail hole during insertion, after which, as the nail continues to drive in, the play becomes less and less due to the conical shape of the nail and the nail finally secures itself with its rear end, the so-called head, in the nail hole. nail hole.

In een voorkeurdragende uitvoering mondt het nagelgat in het bodemvlak uit in de zogenaamde rits, die als een gleufvormige uitsparing in het bodemvlak van het hoefijzer is uitgevoerd.In a preferred embodiment, the nail hole in the bottom surface opens into the so-called zipper, which is designed as a slit-shaped recess in the bottom surface of the horseshoe.

In nog een verdere voorkeurdragende uitvoering is de rits ten opzichte van een hoefijzer met klassieke nagelgaten naar de buitenrand van het hoefijzer verplaatst om ervoor te zorgen dat het nagelgat in het draagvlak uitmondt recht tegenover de zogenaamde witte lijn.In a still further preferred embodiment, the zipper is displaced relative to a horseshoe with classic nail holes to the outer edge of the horseshoe to ensure that the nail hole in the bearing surface opens directly opposite the so-called white line.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een hoefijzer met nagelgaten volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch een onderaanzicht van een hoefijzer volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 een dwarsdoorsnede weergeeft van het hoefijzer uit figuur 1, volgens de lijn II-II; figuur 3 een dwarsdoorsnede weergeeft van een klassiek hoefijzer volgens de lijn II-II uit figuur 1.With the insight to better demonstrate the features of the invention, a preferred embodiment of a horseshoe with nail holes according to the invention is described below, as an example without any limiting character, with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 schematically shows a bottom view of a horseshoe according to the invention; figure 2 represents a cross-section of the horseshoe of figure 1, on the line II-II; figure 3 represents a cross-section of a classic horseshoe along the line II-II of figure 1.

Het in de figuren 1 en 2 weergegeven hoefijzer 1 volgens de uitvinding bestaat uit een toongedeelte 2 en twee takken 3 en 4, met een bodemvlak 5 en een hoofdzakelijk parallel daarmee verlopend draagvlak 6, voorbestemd om met het zoolgedeelte van de hoef 7, met andere woorden de onderkant van de hoef 7 in contact te komen zoals deze in streeplijn is weergegeven in figuur 2.The horseshoe 1 according to the invention shown in Figures 1 and 2 consists of a tone part 2 and two branches 3 and 4, with a bottom surface 5 and a bearing surface 6 extending substantially parallel thereto, intended to be connected to the sole part of the hoof 7, with other words come into contact with the underside of the hoof 7 as shown in dotted line in Figure 2.

Een hoef 7 bezit, zoals bekend, een hoornwand 8 aan de buitenkant en een levend weefsel gedeelte 9 aan de binnenkant, de zogenaamde wandlederhuid, die van elkaar gescheiden zijn door een zone die de zogenaamde witte lijn 10 wordt genoemd.As is known, a hoof 7 has a horn wall 8 on the outside and a living tissue section 9 on the inside, the so-called wall leather skin, which are separated from each other by a zone called the so-called white line 10.

De vorm van het hoefijzer 1 is zodanig dat het de buitenrand van de hoef 7 moet volgen, waarbij de grootte van de hoefijzers 1 overeen moet komen met de grootte van de hoeven 7.The shape of the horseshoe 1 is such that it must follow the outer edge of the hoof 7, the size of the horseshoes 1 corresponding to the size of the hooves 7.

Aangezien deze bij voor- of achterhoeven verschillend zijn, en verschillend langs links of rechts, en bovendien verschillend van dier tot dier onderling, dienen de hoefijzers 1 steeds op maat te worden gemaakt of aangepast.Since these are different at the front or rear hoofs, and different on the left or right, and moreover different from animal to animal, the horseshoes 1 must always be made to measure or adjusted.

Aangezien de hoek A die het draagvlak 6 van het hoefijzer 1 plaatselijk maakt met de hoornwand 8 van de hoef 7 van plaats tot plaats sterk verschillend is, dient de hoek waaronder de hoefnagels in de hoef 7 worden gedreven telkens nauwkeurig aan de plaatselijke omstandigheden te worden aangepast.Since the angle A which makes the bearing surface 6 of the horseshoe 1 local to the horn wall 8 of the hoof 7 is very different from place to place, the angle at which the hoof nails are driven into the hoof 7 must always be accurately adjusted to the local conditions. adjusted.

In het bodemvlak 5 bevindt zich een sleuf, de zogenaamde rits 11, waarin zich nagelgaten 12 bevinden die zich verder uitstrekken tot in het draagvlak 6.In the bottom surface 5 there is a slot, the so-called zipper 11, in which there are nail holes 12 which extend further into the bearing surface 6.

Uit figuur 2 blijkt dat elk nagelgat 12 zelf uit twee delen 13 en 14 is samengesteld, enerzijds, een trechtervormig gedeelte 13 dat begrensd wordt door de rits 11 en waarin bij het beslaan de kop van de hoefnagel zal worden geklemd (niet afgebeeld) en, anderezijds, een geleidingsgat 14, dat rechthoekig of vierkant van doorsnede is en volgens de uitvinding schuin binnenwaarts is georiënteerd, in voorkomend geval onder een hoek B van 10 graden ten opzichte van de loodrechte richting L-L' op het draagvlak 6.Figure 2 shows that each nail hole 12 itself is composed of two parts 13 and 14, on the one hand, a funnel-shaped part 13 bounded by the zipper 11 and in which the head of the hoof nail will be clamped (not shown) and, on the other hand, a guide hole 14, which is rectangular or square in cross-section and according to the invention is oriented obliquely inwards, where appropriate at an angle B of 10 degrees with respect to the perpendicular direction LL 'on the bearing surface 6.

Anders gezegd vormt de middellijn M-M' van het nagelgat 12, althans van het geleidingsgat 14, een hoek B met voornoemde loodrechte richting L-L'.In other words, the center line M-M 'of the nail hole 12, at least of the guide hole 14, forms an angle B with the aforementioned perpendicular direction L-L'.

Als gevolg van deze oriëntatie B ligt de bovenste nagelgatopening van het geleidingsgat 14 aan de kant van het draagvlak 6 lichtjes naar binnen toe verschoven ten opzichte de onderste nagelgatopening van het geleidingsgat 14 ter plaatse van de bodem 15 van de rits 11 en nog ietsje verder naar binnen toe verschoven ten opzichte van de onderste nagelgatopening aan de kant van het bodemvlak 5.As a result of this orientation B, the upper nail hole opening of the guide hole 14 on the side of the bearing surface 6 is slightly shifted inwards relative to the lower nail hole opening of the guide hole 14 at the bottom 15 of the zipper 11 and a little further to shifted inside relative to the lower nail hole opening on the side of the bottom surface 5.

Een hoefijzer 1 volgens de uitvinding wordt zodanig gemaakt of aangepast dat de voornoemde bovenste opening van de nagelgaten 12 waarlangs de hoefnagels in de hoornwand 8 van de hoef 7 worden geleid precies tegenover de witte lijn 10 van de hoef 7, zijn gelegen.A horseshoe 1 according to the invention is made or adapted such that the aforementioned upper opening of the nail holes 12 along which the horseshoe nails are guided in the horn wall 8 of the horseshoe 7 are located exactly opposite the white line 10 of the horseshoe 7.

In figuur 3 wordt een gelijkaardige doorsnede getoond als in figuur 2, maar dit keer van een klassieke uitvoering van een nagelgat 12 volgens de stand van de techniek.Figure 3 shows a similar cross-section to Figure 2, but this time of a conventional embodiment of a nail hole 12 according to the prior art.

Hierin treffen wij overeenkomstige elementen aan als weergegeven in figuur 2.Herein we find corresponding elements as shown in Figure 2.

Wij zien echter dat het nagelgat 12, door de afwezigheid van de hoek B uit figuur 2, zich loodrecht op het bodemvlak 5 en het draagvlak 6 uitstrekt en hoofdzakelijk symmetrisch is uitgevoerd ten opzichte van de middellijn M-M'.We see, however, that the nail hole 12, due to the absence of the corner B from Fig. 2, extends perpendicular to the bottom surface 5 and the bearing surface 6 and is essentially symmetrical with respect to the center line M-M '.

Bij het beslaan met een hoefijzer 1 volgens de uitvinding gaat men op klassieke wijze te werk zoals hoger in het kort beschreven.When shoeing with a horseshoe 1 according to the invention, the procedure is traditional, as described briefly above.

Bij het vervaardigen van hoefijzers 1 volgens de uitvinding wordt vertrokken van een ruw hoefijzer met een rits 11 maar zonder nagelgaten en worden de nagelgaten geponst door middel van een rechte pons of beitel die onder een hoek B ten opzichte van de loodlijn L-L' op het draagvlak 6 in het hoefijzer 1 wordt ingedreven.The manufacture of horseshoes 1 according to the invention is based on a raw horseshoe with a zipper 11 but without nail holes and the nail holes are punched by means of a straight punch or chisel which is at an angle B with respect to the perpendicular LL 'on the bearing surface. 6 is driven into the horseshoe 1.

Bij deze werkwijze is het van belang voor de levensduur van de pons of beitel en voor de goede kwaliteit van de nagelgaten om' te vertrekken van een hoefijzer 1 met een rits 11 waarvan de bodem 15 met het draagvlak 6 een hoek B insluit en dat gebruik gemaakt wordt van een pons of beitel met een haaks afgevlakte kop, zodanig dat bij het ponsen de pons loodrecht is georiënteerd op de bodem 15 van de rits 11 en de kop van de pons de bodem 15 van de rits 11 loodrecht doorboort en de middellijn M-M' van het geleidingsgat 14 haaks staat op de bodem 15.With this method it is important for the service life of the punch or bit and for the good quality of the nail holes to start from a horseshoe 1 with a zipper 11 whose bottom 15 encloses an angle B with the bearing surface 6 and that use a punch or chisel is made with a square flattened head, such that during punching the punch is oriented perpendicular to the bottom 15 of the zipper 11 and the head of the punch pierces the bottom 15 of the zipper 11 perpendicularly and the center line MM of the guide hole 14 is perpendicular to the bottom 15.

Het is duidelijk dat indien de nagelgaten niet geponst worden, maar bijvoorbeeld voorzien worden bij het smeden of gieten, de hoek van de bodem 15 van de rits 11 van geen belang is voor de uitvinding.It is clear that if the nail holes are not punched, but are for instance provided during forging or casting, the angle of the bottom 15 of the zipper 11 is of no importance for the invention.

Het is ook duidelijk dat de hoek B niet voor alle nagelgaten 12 dezelfde moet zijn, maar dat bijvoorbeeld de hoek B anders kan zijn voor nagelgaten 12 tegen het toongedeelte 2 dan voor nagelgaten 12 verder naar de takken 3 en 4 toe en dat er zelfs nagelgaten 12 kunnen voorkomen zonder hoek B.It is also clear that the angle B should not be the same for all nail holes 12, but that, for example, the angle B may be different for nail holes 12 against the tone portion 2 than for nail holes 12 further towards the branches 3 and 4 and that there are even nail holes 12 can occur without angle B.

Voor de nagelgaten die wel een hoek B insluiten, worden hoeken gehanteerd van 6 tot 15 graden, beter nog van 9 tot 12 graden, en best nog van ongeveer 10 graden.For the nail holes that do include an angle B, angles are used from 6 to 15 degrees, better yet from 9 to 12 degrees, and best still from about 10 degrees.

Bij voorkeur zijn slechts de eerste drie nagelgaten 12 vertrekkende van de teen of toon 2 van een dergelijke hoek B voorzien.Preferably only the first three nail holes 12 starting from the toe or tone 2 are provided with such an angle B.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuur weergegeven uitvoeringsvormen, doch een hoefijzer 1 volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen en op verschillende manieren worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.The present invention is by no means limited to the embodiments described as examples and shown in the figure, but a horseshoe 1 according to the invention can be realized in all shapes and sizes and in different ways without departing from the scope of the invention.

Claims

A horseshoe (1) provided with a bearing surface (6), a bottom surface (5), a toe or tone (2) and nail holes (12) extending through the horseshoe (1) from the bearing surface (6) to at the bottom surface (5), characterized in that at least one of these nail holes (12) is oriented such that it forms an inwardly directed angle (B) with the perpendicular direction (L-L ') on the bearing surface (6) of the horseshoe (1).

A horseshoe (1) according to claim 1, characterized in that at least one nail hole (12) is directed inwards in relation to the horseshoe in the direction from the bottom surface (5) to the bearing surface (6).

A horseshoe (1) according to claim 1 or 2, characterized in that the inwardly directed angle (B) of at least one nail hole (12) is locally 6 to 15 degrees, more preferably 9 to 12 degrees, and best approximately 10 degrees .

Horseshoe according to one of the preceding claims, characterized in that only a portion of the nail holes (12) forms an inwardly directed angle (B).

The horseshoe (1) according to claim 4, characterized in that only the first three nail holes (12) starting from the toe or tone (2) are provided with such an angle (B).

Horseshoe (1) according to one or more of the preceding claims, characterized in that the angle (B) is smaller as the nail holes (12) are further away from the tone (2).

The horseshoe (1) according to one of the preceding claims, characterized in that the width of the nail hole (12) as seen in the cross-section of the horseshoe (1) is greater than the thickness of the horseshoe, at least with respect to the front part of the hoof nail such that the clearance between the nail hole (12) and the nail allows the nail to be positioned at different angles (B) in the nail hole (12).

Horseshoe (1) according to one of the preceding claims, characterized in that the nail hole (12) opens into the bottom surface (5) via the so-called zipper (11), which acts as a slot-shaped recess in the bottom surface (5) of the horseshoe (1) has been carried out.

Horseshoe (1) according to one or more of the preceding claims, characterized in that it is made such that the opening of the nail holes (12) in the bearing surface (6) is exactly opposite the white line (10) of the hoof (7) ) are located.

Horseshoe (1) according to one of the preceding claims, characterized in that the bottom (15) of the zipper (11) at the location of a nail hole is oriented perpendicularly or substantially perpendicularly to the center line (M-M ') of the relevant nail hole (12), at least with respect to the center line (M-M ') of the portion (14) that forms a guide hole for a hoof nail.