NL2015984B1 - Brandstoftankstation en werkwijze voor het toevoeren van brandstof aan voertuigen. - Google Patents
Brandstoftankstation en werkwijze voor het toevoeren van brandstof aan voertuigen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2015984B1 NL2015984B1 NL2015984A NL2015984A NL2015984B1 NL 2015984 B1 NL2015984 B1 NL 2015984B1 NL 2015984 A NL2015984 A NL 2015984A NL 2015984 A NL2015984 A NL 2015984A NL 2015984 B1 NL2015984 B1 NL 2015984B1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- fuel
- vehicle
- supply device
- carriage
- conveyor
- Prior art date
Links
- 239000000446 fuel Substances 0.000 title claims abstract description 188
- 238000000034 method Methods 0.000 title claims description 11
- 239000002828 fuel tank Substances 0.000 claims description 27
- 230000007246 mechanism Effects 0.000 claims description 5
- 230000008878 coupling Effects 0.000 claims description 3
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 claims description 3
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 claims description 3
- 230000032258 transport Effects 0.000 description 20
- 230000008901 benefit Effects 0.000 description 15
- VNWKTOKETHGBQD-UHFFFAOYSA-N methane Chemical compound C VNWKTOKETHGBQD-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 2
- UFHFLCQGNIYNRP-UHFFFAOYSA-N Hydrogen Chemical compound [H][H] UFHFLCQGNIYNRP-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 1
- 239000003225 biodiesel Substances 0.000 description 1
- -1 bioethanol Substances 0.000 description 1
- 238000002485 combustion reaction Methods 0.000 description 1
- 238000005516 engineering process Methods 0.000 description 1
- 239000003502 gasoline Substances 0.000 description 1
- 239000003350 kerosene Substances 0.000 description 1
- 239000003345 natural gas Substances 0.000 description 1
- TVMXDCGIABBOFY-UHFFFAOYSA-N octane Chemical compound CCCCCCCC TVMXDCGIABBOFY-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 1
- 230000008569 process Effects 0.000 description 1
- 230000007704 transition Effects 0.000 description 1
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60S—SERVICING, CLEANING, REPAIRING, SUPPORTING, LIFTING, OR MANOEUVRING OF VEHICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B60S5/00—Servicing, maintaining, repairing, or refitting of vehicles
- B60S5/02—Supplying fuel to vehicles; General disposition of plant in filling stations
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B67—OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
- B67D—DISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B67D7/00—Apparatus or devices for transferring liquids from bulk storage containers or reservoirs into vehicles or into portable containers, e.g. for retail sale purposes
- B67D7/06—Details or accessories
- B67D7/064—Drive-off preventing means, e.g. in case of non-payment
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
- General Chemical & Material Sciences (AREA)
- Oil, Petroleum & Natural Gas (AREA)
- Cooling, Air Intake And Gas Exhaust, And Fuel Tank Arrangements In Propulsion Units (AREA)
Abstract
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een brandstoftankstation voor het toevoeren van brandstof aan voertuigen, omvattende een brandstoftoevoerinrichting voor het binnen een bedieningsbereik daarvan aan een voertuig toevoeren van brandstof, en een voertuigtransporteur voor het achter elkaar binnen het bedieningsbereik brengen van voertuigen, gedurende het toevoeren van brandstof aan een zich binnen het bedieningsbereik bevindend voertuig.
Description
Brandstoftankstation en werkwijze voor het toevoeren van brandstof aan voertuigen
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een brandstoftankstation voor het toevoeren van brandstof aan voertuigen, omvattende een brandstoftoevoerinrichting voor het binnen een bedieningsbereik daarvan aan een voertuig toevoeren van brandstof. Voorts heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een werkwijze voor het toevoeren van brandstof aan voertuigen.
Bekende brandstoftankstations omvatten een of meerdere ondergrondse of bovengrondse brandstofreservoirs met daarop aangesloten een veelvoud aan brandstoftoevoerinrichtingen, ook wel afleverzuilen genoemd. Met deze afleverzuilen zijn doorgaans meerdere brandstofslangen verbonden, via welke verschillende brandstoffen uit verschillende reservoirs naar brandstoftanks van gemotoriseerde voertuigen kunnen worden gepompt. Op deze wijze kan een brandstoftankstation een groot aantal voertuigen met een grote verscheidenheid aan verbrandingsmotoren tegelijkertijd van brandstof voorzien.
Door het toenemende gebruik van gemotoriseerde voertuigen vormen toenemende wachttijden een steeds vaker voorkomend probleem van huidige brandstoftankstations.
Het is een doel van de onderhavige uitvinding om een brandstoftankstation te verschaffen dat wachttijden drastisch verkort.
Hiertoe voorziet de uitvinding in een brandstoftankstation volgens de in de aanhef vermelde soort, met als bijzonderheid dat het een voertuigtransporteur omvat voor het achter elkaar binnen het bedieningsbereik brengen van voertuigen, gedurende het toevoeren van brandstof aan een zich binnen het bedieningsbereik bevindend voertuig. Hierdoor komt een wachtend zich buiten het bedieningsbereik van de brandstoftoevoerinrichting bevindend te tanken voertuig, dat direct achter een voertuig staat dat van brandstof wordt voorzien, al tijdens de tankbeurt van het laatstgenoemde voertuig binnen het bedieningsbereik van de brandstoftoevoerinrichting. Hierdoor kan het wachtende voertuig direct na de tankbeurt van het zich daarvoor bevindende voertuig worden bediend, zonder dat het zelfstandig naar de brandstoftoevoerinrichting hoeft te bewegen en zonder dat het hoeft te wachten op door de bestuurder van het voorliggende voertuig te verrichten handelingen, zoals het sluiten van de tankdop, het afsluiten van de auto, het in de tankshop afrekenen van de afgenomen benzine, het heen en weer lopen naar en van de tankshop en het weer openen en vervolgens starten van de auto. De capaciteit van de brandstoftoevoerinrichting wordt daardoor ten volle benut, waardoor lange wachttijden worden voorkomen. De uitvinding voorziet erin dat voertuigen direct na elkaar op een ononderbroken wijze van brandstof worden voorzien en aaneengesloten van een ingang van het brandstoftankstation naar een uitgang van het brandstoftankstation worden getransporteerd.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de voertuigtransporteur ingericht om de brandstoftoevoerinrichting samen met een voertuig te transporteren. Een bijzonder voordeel hiervan is dat de brandstoftoevoerinrichting met het voertuig meebeweegt en derhalve de afstand tussen de brandstoftoevoerinrichting en het voertuig constant blijft. Hierdoor kan een verbinding tussen de brandstoftoevoerinrichting en een daarmee verbonden op een vulopening van een brandstoftank van een voertuig aan te sluiten brandstofslang mechanisch betrekkelijk eenvoudig blijven.
In een andere voorkeursuitvoeringsvorm is de brandstoftoevoerinrichting stationair opgesteld en is deze ingericht om tijdens transport van een voertuig brandstof daaraan toe te voeren. Een bijzonder voordeel van een stationair opgestelde brandstoftoevoerinrichting is dat het ten opzichte van een daarmee verbonden brandstofreservoir stilstaat. Derhalve zijn geen middelen nodig die toelaten dat de brandstoftoevoerinrichting ten opzichte van dit reservoir beweegt, hetgeen toelaat dat de verbinding tussen de brandstoftoevoerinrichting en het reservoir mechanisch betrekkelijk eenvoudig kan zijn.
In een voorkeursuitvoeringsvorm vormt een transportroute van de voertuigtransporteur een althans nagenoeg gesloten kring. Een bijzonder voordeel van een dergelijk gevormde transportroute is dat de brandstoftoevoerinrichting altijd weer richting de ingang van het brandstoftankstation beweegt en derhalve het bedieningsbereik van de brandstoftoevoerinrichting beperkt kan worden gehouden.
In een andere voorkeursuitvoeringsvorm vormt een transportroute van de voertuigtransporteur een althans nagenoeg rechte lijn. Een bijzonder voordeel van een dergelijk gevormde transportroute is dat de ingangs- en uitgangszijde van de voertuigtransporteur in eikaars verlengde liggen en de voertuigtransporteur derhalve gemakkelijk in bestaande brandstoftankstations kan worden geïmplementeerd.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is een transportsnelheid van de voertuigtransporteur instelbaar in afhankelijkheid van de hoeveelheid aan de voertuigen toe te voeren brandstof. Een bijzonder voordeel hiervan dat de doorloopsnelheid van het brandstoftankstation aanpasbaar is aan de brandstofvraag van de zich op de voertuigtransporteur bevindende voertuigen. Hierdoor wordt de capaciteit van het brandstoftankstation te allen tijde ten volle benut.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de brandstoftoevoerinrichting een langs de voertuigtransporteur beweegbaar aangebrachte slede, die is ingericht om een lusdeel van een met de brandstoftoevoerinrichting verbonden brandstofslang, die aan een vrij uiteinde is voorzien van een op een vulopening van een brandstoftank van een voertuig aan te sluiten aansluitstuk, tussen de brandstoftoevoerinrichting en de vulopening op te nemen. Door deze slede wordt de brandstofslang gedurende het toevoeren van brandstof aan een door de voertuigtransporteur getransporteerd voertuig geleid, zodanig dat een lengte en oriëntatie van een naar de vulopening toe te keren einddeel van de brandstofslang nagenoeg constant blijft. Op deze wijze wordt bewerkstelligd dat de aansluiting op de vulopening te allen tijde gewaarborgd is.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de slede nabij een bovenzijde van een langs de voertuigtransporteur opgesteld frame aangebracht, zodanig dat de slede zich althans gedeeltelijk boven het voertuig bevindt. Door de slede boven het voertuig aan te brengen is een met de brandstoftoevoerinrichting verbonden einddeel van de brandstofslang omhoog georiënteerd. Hierdoor wordt voorkomen dat een al dan niet overtollige lengte van dit einddeel tussen de brandstoftoevoerinrichting en het voertuig aanwezig is, hetgeen voorkomt dat het voertuig over de brandstofslang heen rijdt en ruimte creëert voor eventueel aanwezig bedieningspersoneel.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is op de slede een langwerpige arm aangebracht voor het nabij een vrij uiteinde daarvan geleiden van het lusdeel, waarbij de arm zwenkbaar is tussen een eerste stand, waarin de lengteas van de arm althans nagenoeg evenwijdig aan de eerste as ligt, en een tweede stand, waarin de genoemde lengteas althans nagenoeg loodrecht op de eerste as en de hoogteas van het frame staat, zodanig dat de arm zich in de tweede stand tot nabij de van de brandstoftoevoerinrichting afgekeerde zijde van het voertuig uitstrekt. Een bijzonder voordeel van deze arm is dat het naar de vulopening van het voertuig toe te keren einddeel van de brandstofslang aan weerszijden van het voertuig te positioneren is. Hierdoor zijn zowel voertuigen met een vulopening aan de linkerzijde als voertuigen met een vulopening aan de rechterzijde met een aan één zijde van de voertuigtransporteur opgestelde brandstoftoevoerinrichting te bedienen.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het brandstoftankstation voorts een middels een regelaar aangestuurd aandrijfmechanisme voor het aandrijven van de slede, zodanig dat de slede langs de voertuigtransporteur beweegbaar is met een snelheid die althans nagenoeg gelijk is aan de transportsnelheid van de voertuigtransporteur. Hierdoor beweegt de slede actief mee met een door de voertuigtransporteur getransporteerd voertuig en wordt de brandstofslang gedurende het toevoeren van brandstof aan het voertuig zodanig gepositioneerd, dat een lengte en oriëntatie van een naar de vulopening toe te keren einddeel van de brandstofslang nagenoeg constant blijft. Op deze wijze wordt een optimale aansluiting op de vulopening te allen tijde gewaarborgd. Opgemerkt wordt dat het aandrijfmechanisme voorziet in een elektrische, hydraulische, pneumatische en/of dergelijke aandrijving van de slede.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de slede voorts voorzien van een houder voor het daarin plaatsen van het aansluitstuk. Een bijzonder voordeel van een der gelijke houder is dat aansluitstukken vasthoudt en omgeeft. De aan sluitstukken kunnen derhalve, gedurende een overgang tussen het einde van een tankbeurt van een eerste voertuig en het begin van een tankbeurt van een achter het eerste voertuig opgesteld tweede voertuig, in een richting tegengesteld aan een bewegingsrichting van de voertuigtransporteur automatisch naar de vulopening van het tweede voertuig automatisch worden getransporteerd, zonder dat daarbij brandstof naar de omgeving weglekt. Voorts zorgt de regelaar ervoor dat de slede weer met het voertuig gaat meebewegen, zodra het aansluitstuk uit de houder genomen wordt om het tweede voertuig van brandstof te gaan voorzien.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de slede voorts voorzien van een voor een inzittende van het voertuig zichtbare monitor voor het verschaffen van informatie aan de inzittende. Op een dergelijke monitor kan informatie zoals de hoeveelheid toegevoerde brandstof, de brandstofprijs, het af te rekenen bedrag, de productnaam en/of andere voor de klant relevante informatie.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is tussen de brandstoftoevoerinrichting en de slede een kabelrups aangebracht voor het geleiden van verbindingen tussen de brandstoftoevoerinrichting en de kabelrups. De door de kabelrups te geleiden verbindingen omvatten typisch afleverslangen, draaikoppelingen, elektrakabels en/of datakabels. Een dergelijke kabelrups het als bijzonder voordeel dat verbindingen op een gecontroleerde wijze, in het bijzonder zonder knik of torsie, worden geleid wanneer de slede van en naar de brandstoftoevoerinrichting beweegt.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het brandstoftankstation voorts een kassasysteem voor het betalen van de aan de brandstoftank toegevoerde brandstof, gedurende het toevoeren van brandstof aan het voertuig. Het voordeel van een dergelijk kassasysteem, waarmee de afgenomen brandstof gedurende het toevoeren van brandstof aan het voertuig kan worden afgerekend, is dat het voertuig na de tankbeurt direct weg kan rijden. Hierdoor wordt eventuele filevorming na de tankbeurt voorkomen, hetgeen lange wachttijden bij het brandstoftankstation verder voorkomt.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de voertuigtransporteur een transportband of een kettingbaan met een achter een wiel van het voertuig aan te brengen duwelement, die is ingericht om voertuigen middels het daarop rijden aan de ingang te ontvangen en aan de uitgang af te leveren. Een kettingbaan is bij voorkeur voorzien van wielgeleidingsmiddelen, die de laterale positie van het voertuig ten opzichte van het duwelement alsmede de brandstoftoevoerinrichting waarborgt.
Voorts voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze van de in de aanhef vermelde soort, met als bijzonderheid dat voertuigen achter elkaar binnen een bedieningsbereik van een brandstoftoevoerinrichting worden gebracht, gedurende het toevoeren van brandstof aan een zich binnen het bedieningsbereik bevindend voertuig. Hierdoor komt een wachtend zich buiten het bedieningsbereik van de brandstoftoevoerinrichting bevindend te tanken voertuig, dat direct achter een voertuig staat dat van brandstof wordt voorzien, al tijdens de tankbeurt van het laatstgenoemde voertuig binnen het bedieningsbereik van de brandstoftoevoerinrichting. Hierdoor kan het wachtende voertuig direct na de tankbeurt van het zich daarvoor bevindende voertuig worden bediend, zonder dat het zelfstandig naar de brandstoftoevoerinrichting hoeft te bewegen en zonder dat het hoeft te wachten op door de bestuurder van het voorliggende voertuig te verrichten handelingen, zoals het sluiten van de tankdop, het afsluiten van de auto, het in de tankshop afrekenen van de af genomen benzine, het heen en weer lopen naar en van de tankshop en het weer openen en vervolgens starten van de auto. De capaciteit van de brandstoftoevoerinrichting wordt daardoor ten volle benut, waardoor lange wachttijden worden voorkomen. De uitvinding voorziet erin dat voertuigen direct na elkaar op een ononderbroken wijze van brandstof worden voorzien en aaneengesloten van een ingang van het brandstoftankstation naar een uitgang van het brandstoftankstation worden getransporteerd.
Meer in het bijzonder omvat de werkwijze de volgende stappen: 1. Vlak voor de voertuigtransporteur stopt een voertuig met daarin een klant. 2. Een medewerker begroet de klant, vraagt de klant welke brandstof hij/zij wenst en hoeveel, en verricht een handeling met het kassasysteem, waardoor na het tanken betaling van de brandstof kan geschieden en tegelijkertijd is gewaarborgd. 3. De medewerker begeleidt het voertuig de voertuigtransporteur op. 4. Zodra het voertuig de juiste positie heeft bereikt geeft de medewerker een stopteken, vraagt de klant het contact uit te zetten en kan het tanken aanvangen. Het voertuig staat stil ten opzichte van de voertuigtransporteur, die langzaam voortbeweegt. 5. De medewerker haalt het aansluitstuk, ook wel de aflevernozzie genoemd, uit de houder voor het aansluitstuk, ook wel de nozzlebak genoemd, verwijdert de tankdop van de vulopening van het voertuig, brengt de aflevernozzle al dan niet middels zwenking van de zwenkbare arm naar de vulopening en begint met tanken. 6. De slede beweegt zich, al dan niet actief, tijdens het tanken, mee met het voertuig vanaf het moment dat de aflevernozzle wordt uitgenomen uit de nozzlebak. Dit gebeurt met dezelfde snelheid als de snelheid van de voertuigtransporteur. 7. Zodra er weer ruimte is op de voertuigtransporteur kan er een volgend voertuig op de voertuigtransporteur geplaatst worden en wordt het hierboven omschreven proces herhaald met een tweede voertuig op de voertuigtransporteur. 8. Zodra de het tanken is afgerond, neemt de medewerker de aflevernozzle uit de vulopening van het voertuig en draait hij de zwenkbare arm terug in de beginpositie naast de voertuigtransporteur. 9. Zodra de zwenkbare arm weer in de beginpositie hangt zorgt de regelaar ervoor dat het aandrijfmechanisme de gehele slede weer terug beweegt naar het begin van de voertuigtransporteur. 10. Na het terughangen van de zwenkbare arm in de beginpositie kan de klant verteld worden dat het tanken klaar is, hij/zij het voertuig kan starten en de voertuigtransporteur kan verlaten.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm wordt de brandstoftoevoerinrichting samen met een voertuig getransporteerd. Een bijzonder voordeel hiervan is dat de brandstoftoevoerinrichting met het voertuig meebeweegt en derhalve de afstand tussen de brandstoftoevoerinrichting en het voertuig constant blijft. Hierdoor kan een verbinding tussen de brandstoftoevoerinrichting en een daarmee verbonden op een vulopening van een brandstoftank van een voertuig aan te sluiten brandstofslang mechanisch betrekkelijk eenvoudig blijven.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm wordt een voertuig langs een stationair opgestelde brandstoftoevoerinrichting getransporteerd en aan het voertuig brandstof toegevoerd tijdens transport van het voertuig. Een bijzonder voordeel van een stationair opgestelde brandstoftoevoerinrichting is dat deze ten opzichte van een daarmee verbonden brandstofreservoir stilstaat. Derhalve zijn geen middelen nodig die toelaten dat de brandstoftoevoerinrichting ten opzichte van dit reservoir beweegt, hetgeen toelaat dat de verbinding tussen de brandstoftoevoerinrichting en het reservoir mechanisch betrekkelijk eenvoudig kan zijn.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm wordt het voertuig langs een transportroute getransporteerd, die een althans nagenoeg gesloten kring vormt. Een bijzonder voordeel van een dergelijk gevormde transportroute is dat de brandstoftoevoerinrichting altijd weer richting de ingang van het brandstoftankstation beweegt en derhalve het bedieningsbereik van de brandstoftoevoerinrichting beperkt kan worden gehouden.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm wordt het voertuig langs een transportroute getransporteerd, die een althans nagenoeg rechte lijn vormt. Een bijzonder voordeel van een dergelijk gevormde transportroute is dat de ingangs- en uitgangszijde van de voertuigtransporteur in eikaars verlengde liggen en de voertuigtransporteur derhalve gemakkelijk in bestaande brandstoftankstations kan worden geïmplementeerd.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van in een tekening weergegeven figuren, waarbij
Figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een brandstoftankstation in een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding toont, gezien in een richting die in hoofdzaak tegengesteld is aan de transportrichting van de voertuigen;
Figuur 2 een perspectivisch aanzicht van een brandstoftankstation in een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding toont, gezien in de transportrichting van de voertuigen;
Figuur 3 een bovenaanzicht van een brandstoftankstation in een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding laat zien;
Figuur 4 een zijaanzicht van een brandstoftankstation in een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding toont;
Figuur 5 een achteraanzicht van een brandstoftankstation in een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding laat zien;
Figuur 6 een uitvergroting van een onderdeel van het in figuur 5 in achteraanzicht getoonde brandstoftankstation toont;
Figuur 7 een onderdeel van het in figuur 4 in zijaanzicht getoonde brandstoftankstation toont; Figuur 8 een achteraanzicht van het onderdeel van figuur 7 laat zien; en
Figuur 9 een perspectivisch aanzicht van een brandstoftankstation in een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding toont.
De figuren tonen verscheidene aanzichten van voorkeursuitvoeringsvormen van een brandstoftankstation volgens de uitvinding, dat uit verschillende onderdelen bestaat.
Brandstoftankstation 100 omvat een voertuigtransporteur 103, die is ingericht om voertuigen 200 middels het daarop rijden aan een ingang 101 te ontvangen, vervolgens richting een uitgang 102 langs een transportroute 300 te transporteren en aan de uitgang 102 af te leveren. Genoemde transportroute 300 loopt in de figuren 1 tot en met 8 langs een nagenoeg rechte lijn. De voertuigtransporteur 103 heeft typisch een lengte van circa 10 tot 30 meter, bij voorkeur van 10 tot 15 meter. Het zou bijvoorbeeld ook een kettingbaan kunnen zijn, die zich onder het linker- of rechterdeel van de auto bevind zoals gebruikt wordt in een wasstraat. Het zou ook een ander soort techniek kunnen zijn waardoor de auto zich voortbewegen.
Voorts omvat het brandstoftankstation 100 een brandstoftoevoerinrichting 104, ook wel brandstof afleverzuil genoemd, voor het uit een brandstofreservoir via een brandstofpomp aan een brandstoftank van het voertuig 200 toevoeren van brandstof. Brandstoftoevoerinrichting 104 is voorts voorzien van een daarmee vast verbonden brandstofslang 105, die aan een vrij uiteinde daarvan is voorzien van een op een vulopening 201 van het voertuig 200 aan te sluiten aansluitstuk 106, voor het van de brandstoftoevoerinrichting 104 aan de brandstoftank van het voertuig 200 toevoeren van brandstof. De brandstoftoevoerinrichting 104 is in de regel een standaard brandstofafleverzuil voor motorbrandstoffen, die meerdere brandstofslangen 105 voor het toevoeren van verscheidene brandstoffen aan voertuigen 200 omvat. Daarbij valt te denken aan brandstoffen zoals benzines met verschillende octaangehaltes, diesel, biodiesel, bio-ethanol, LPG, aardgas, CNG, LNG, biogas, HCNG, waterstofgas, kerosine. Hierdoor is brandstoftankstation 100 geschikt voor een grote verscheidenheid aan voertuigen.
Voorts omvat de brandstoftoevoerinrichting 104 van brandstoftankstation 100 een langs de voertuigtransporteur 103 beweegbaar aangebrachte slede 107, die is ingericht om een lusdeel van een met de brandstoftoevoerinrichting 104 verbonden brandstofslang 105 tussen de brandstoftoevoerinrichting 104 en de vulopening 201 op te nemen. Door deze slede 107 wordt de brandstofslang 105 gedurende het toevoeren van brandstof aan een door de voertuigtransporteur drie getransporteerd voertuig 200 geleid, zodanig dat een lengte en oriëntatie van een naar de vulopening 201 toe te keren einddeel 108 van de brandstofslang nagenoeg constant blijft. Op deze wijze wordt bewerkstelligd dat de aansluiting op de vulopening 201 te allen tijde gewaarborgd is. De slede 107 is passief dan wel actief beweegbaar langs een bovenzijde van een frame 109. Derhalve kan slede 107 brandstofslang 105, gedurende transport van het voertuig 200, geleiden langs het frame 109, waardoor einddeel 108 met het voertuig meebeweegt. Aan slede 107 zijn een of meerdere brandstofslangen 105, afhankelijk van het aantal verschillende soorten af te leveren brandstofproducten, gekoppeld. De brandstofslangen 105 hangen, als er niet getankt wordt, met een aansluitstuk 106, ook wel aflevernozzle genoemd, in een houder 110, ook wel de nozzlebak genoemd. De brandstofslangen 105 zijn elk verbonden met op de slede 107 aangebrachte zwenkbare arm 111. De zwenkbare arm 111 kan richting het voertuig 200 draaien om de afstand te overbruggen naar de vulopening 201 van het voertuig 200. De slede 107 met zwenkbare arm 111 is zo ontworpen dat met aansluitstuk 106 zowel de linker- als de rechterzijde van het voertuig 200 gemakkelijk te bereiken is. De slede 107 kan zowel links als rechts ten opzichte van het zich op de voertuigtransporteur 103 bevindende voertuig 200 zijn aangebracht. In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm zijn twee sledes 107 aan weerszijden de voertuigtransporteur 103 aangebracht. Dit aantal sledes 107 is voldoende in combinatie met een voertuigtransporteur 103 van circa 12 tot 15 meter. De uitvinding is echter niet beperkt tot deze uitvoeringsvorm, maar beoogt tevens uitvoeringsvormen met een langere voertuigtransporteur 103 en eventueel met drie of vier voertuigtransporteurs 103 naast of boven de getoonde voertuigtransporteur 103. Op slede 107 is tevens een frame 112 aangebracht met een daarmee verbonden monitor 113, waarop informatie voor de klant te zien is. Deze informatie kan bijvoorbeeld bestaan de hoeveelheid toegevoerde brandstof, de brandstofprijs, het af te rekenen bedrag, de productnaam en/of andere voor de klant relevante informatie. Zonder monitor 113 kan de uitvoeringsvorm echter ook functioneren.
Voorts is tussen de brandstoftoevoerinrichting 104 en de slede 107 een kabelrups aangebracht voor het geleiden van verbindingen tussen de brandstoftoevoerinrichting 104 en de slede 107. De door de kabelrups te geleiden verbindingen omvatten typisch afleverslangen, draaikoppelingen, elektrakabels en/of datakabels. Een dergelijke kabelrups heeft als bijzonder voordeel dat verbindingen op een gecontroleerde wijze, in het bijzonder zonder knik of torsie, worden geleid wanneer de slede 107 van en naar de brandstoftoevoerinrichting 104 beweegt.
Voorts kan de slede 107 worden aangedreven door middel van een door een regelaar gestuurd aandrijfmechanisme, dat zorgt voor het gecontroleerd en al dan geautomatiseerd langs het frame 109 bewegen van de slede 107, waardoor de slede 107 gedurende het toevoeren van brandstof aan voertuig 200 met de transportsnelheid van de voertuigtransporteur 103 met voertuig 200 kan meebewegen. De slede 107 kan voorts zijn voorzien van loopwielen 115 waarop de slede 107 langs het frame 109 loopt. De loopwielen 115 zijn bij voorkeur zodanig aangebracht, dat de slede 107 via de loopwielen 115 op het frame 109 aangrijpt en dat zowel laterale als op- en neerwaartse beweging van de slede 107 tot een minimum is beperkt.
Figuur 9 toont een van de figuren 1 tot met de 8 verschillende uitvoeringsvorm. In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm van figuur 9 zijn brandstoftoevoerinrichtingen 104 op de voertuigtransporteur 103 geplaatst, zodat de brandstoftoevoerinrichtingen 104 met een op de voertuigtransporteur 103 geplaatst voertuig 200 meebeweegt. Hierdoor blijft de afstand tussen de brandstoftoevoerinrichting 104 en het voertuig 200 gedurende een tankbeurt constant. Hierdoor kan een verbinding tussen de brandstoftoevoerinrichting 104 en een daarmee verbonden op een vulopening 201 van een brandstoftank van een voertuig 200 aan te sluiten brandstofslang 105 mechanisch betrekkelijk eenvoudig blijven. Voorts heeft de in figuur 9 getoonde voorkeursuitvoeringsvorm van brandstoftankstation 100 een voertuigtransporteur 103 die voertuigen 200 langs een transportroute 300 transporteert, die een althans nagenoeg gesloten kring vormt. Een bijzonder voordeel van een dergelijk gevormde transportroute 300 is dat de brandstoftoevoerinrichting 104 altijd weer richting de ingang 101 van het brandstoftankstation 100 beweegt en derhalve het bedieningsbereik van de brandstoftoevoerinrichting 104 beperkt kan worden gehouden.
De uitvinding beperkt zich niet tot de weergegeven uitvoeringsvorm, doch strekt zich tevens uit tot andere voorkeursvarianten vallend binnen het bereik van de aangehechte conclusies.
Claims (22)
1. Brandstoftankstation voor het toevoeren van brandstof aan voertuigen, omvattende een brandstoftoevoerinrichting voor het binnen een bedieningsbereik daarvan aan een voertuig toevoeren van brandstof, gekenmerkt door een voertuigtransporteur voor het achter elkaar binnen het bedieningsbereik brengen van voertuigen, gedurende het toevoeren van brandstof aan een zich binnen het bedieningsbereik bevindend voertuig.
2. Brandstoftankstation volgens conclusie 1, waarbij de voertuigtransporteur is ingericht om de brandstoftoevoerinrichting samen met een voertuig te transporteren.
3. Brandstoftankstation volgens conclusie 1, waarbij de brandstoftoevoerinrichting stationair is opgesteld en is ingericht om tijdens transport van een voertuig brandstof daaraan toe te voeren.
4. Brandstoftankstation volgens een van de conclusies 1-3, waarbij een transportroute van de voertuigtransporteur een althans nagenoeg gesloten kring vormt.
5. Brandstoftankstation volgens een van de conclusies 1-3, waarbij een transportroute van de voertuigtransporteur een althans nagenoeg rechte lijn vormt.
6. Brandstoftankstation volgens een van de conclusies 1-5, waarbij een transportsnelheid van de voertuigtransporteur instelbaar is in afhankelijkheid van de hoeveelheid aan de voertuigen toe te voeren brandstof.
7. Brandstoftankstation volgens een van de conclusies 3-6, waarbij de brandstoftoevoerinrichting een langs de voertuigtransporteur beweegbaar aangebrachte slede omvat, die is ingericht om een lusdeel van een met de brandstoftoevoerinrichting verbonden brandstofslang, die aan een vrij uiteinde is voorzien van een op een vulopening van een brandstoftank van een voertuig aan te sluiten aansluitstuk, tussen de brandstoftoevoerinrichting en de vulopening op te nemen.
8. Brandstoftankstation volgens conclusie 7, waarbij de slede nabij een bovenzijde van een langs de voertuigtransporteur opgesteld frame is aangebracht, zodanig dat de slede zich althans gedeeltelijk boven het voertuig bevindt.
9. Brandstoftankstation volgens conclusie 7 of 8, waarbij op de slede een langwerpige arm is aangebracht voor het nabij een vrij uiteinde daarvan geleiden van het lusdeel.
10. Brandstoftankstation volgens een van de conclusies 7-9, waarbij de arm zwenkbaar is tussen een eerste stand, waarin de lengteas van de arm althans nagenoeg evenwijdig aan de eerste as ligt, en een tweede stand, waarin de genoemde lengteas althans nagenoeg loodrecht op de eerste as en de hoogteas van het frame staat, zodanig dat de arm zich in de tweede stand tot nabij de van de brandstoftoevoerinrichting afgekeerde zijde van het voertuig uitstrekt.
11. Brandstoftankstation volgens een van de conclusies 7-10, voorts omvattende een middels een regelaar aangestuurd aandrijfmechanisme voor het aandrijven van de slede, zodanig dat de slede langs de voertuigtransporteur beweegbaar is met een snelheid die althans nagenoeg gelijk is aan de transportsnelheid van de voertuigtransporteur.
12. Brandstoftankstation volgens een van de conclusies 7-11, waarbij de slede voorts is voorzien van een houder voor het daarin plaatsen van het aansluitstuk.
13. Brandstoftankstation volgens een van de conclusies 7-12, waarbij de slede voorts is voorzien van een voor een inzittende van het voertuig zichtbare monitor voor het verschaffen van informatie aan de inzittende.
14. Brandstoftankstation volgens een van de conclusies 7-13, waarbij tussen de brandstoftoevoerinrichting en de slede een kabelrups is aangebracht voor het geleiden van verbindingen tussen de brandstoftoevoerinrichting en de slede.
15. Brandstoftankstation volgens conclusie 14, waarbij de door de kabelrups te geleiden verbindingen afleverslangen, draaikoppelingen, elektrakabels en/of datakabels omvatten.
16. Brandstoftankstation volgens een van de conclusies 1-15, voorts omvattende een kassasysteem voor het betalen van de aan de brandstoftank toegevoerde brandstof, gedurende het toevoeren van brandstof aan het voertuig.
17. Brandstoftankstation volgens een van de conclusies 1-16, waarbij de voertuigtransporteur een transportband of een kettingbaan met een achter een wiel van het voertuig aan te brengen duwelement omvat, die is ingericht om voertuigen middels het daarop rijden aan een ingangszijde te ontvangen en aan een uitgangszijde af te leveren.
18. Werkwijze voor het toevoeren van brandstof aan voertuigen, met het kenmerk, dat voertuigen achter elkaar binnen een bedieningsbereik van een brandstoftoevoerinrichting worden gebracht, gedurende het toevoeren van brandstof aan een zich binnen het bedieningsbereik bevindend voertuig.
19. Werkwijze volgens conclusie 18, waarbij de brandstoftoevoerinrichting samen met een voertuig wordt getransporteerd.
20. Werkwijze volgens conclusie 18, waarbij een voertuig langs een stationair opgestelde brandstoftoevoerinrichting wordt getransporteerd en aan het voertuig brandstof wordt toegevoerd tijdens transport van het voertuig.
21. Werkwijze volgens een van de conclusies 18-20, waarbij het voertuig langs een transportroute wordt getransporteerd, die een althans nagenoeg gesloten kring vormt.
22. Werkwijze volgens een van de conclusies 18-20, waarbij het voertuig langs een transportroute wordt getransporteerd, die een althans nagenoeg rechte lijn vormt.
Priority Applications (6)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2015984A NL2015984B1 (nl) | 2015-12-18 | 2015-12-18 | Brandstoftankstation en werkwijze voor het toevoeren van brandstof aan voertuigen. |
NL2016923A NL2016923B1 (nl) | 2015-12-18 | 2016-06-09 | Brandstoftankstation en werkwijze voor het toevoeren van brandstof aan voertuigen |
NL2018009A NL2018009B1 (nl) | 2015-12-18 | 2016-12-16 | Brandstoftankstation en werkwijze voor het toevoeren van brandstof aan voertuigen |
US16/061,113 US20180361999A1 (en) | 2015-12-18 | 2016-12-16 | Petrol Station and Method for Refuelling Vehicles |
EP16834205.3A EP3390270B1 (en) | 2015-12-18 | 2016-12-16 | Petrol station and method for refuelling vehicles |
PCT/NL2016/050882 WO2017105239A1 (en) | 2015-12-18 | 2016-12-16 | Petrol station and method for refuelling vehicles |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2015984A NL2015984B1 (nl) | 2015-12-18 | 2015-12-18 | Brandstoftankstation en werkwijze voor het toevoeren van brandstof aan voertuigen. |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2015984A NL2015984A (nl) | 2017-06-27 |
NL2015984B1 true NL2015984B1 (nl) | 2017-07-10 |
Family
ID=59254053
Family Applications (2)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2015984A NL2015984B1 (nl) | 2015-12-18 | 2015-12-18 | Brandstoftankstation en werkwijze voor het toevoeren van brandstof aan voertuigen. |
NL2016923A NL2016923B1 (nl) | 2015-12-18 | 2016-06-09 | Brandstoftankstation en werkwijze voor het toevoeren van brandstof aan voertuigen |
Family Applications After (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2016923A NL2016923B1 (nl) | 2015-12-18 | 2016-06-09 | Brandstoftankstation en werkwijze voor het toevoeren van brandstof aan voertuigen |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US20180361999A1 (nl) |
EP (1) | EP3390270B1 (nl) |
NL (2) | NL2015984B1 (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
IT201800011136A1 (it) * | 2018-12-14 | 2020-06-14 | Fca Italy Spa | "Stazione per l'erogazione di uno o più fluidi operativi a un autoveicolo in fase di assemblaggio" |
Family Cites Families (13)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB426451A (en) * | 1933-12-28 | 1935-04-03 | Standard Oil Dev Co | Servicing automotive vehicles |
US3403635A (en) * | 1965-04-12 | 1968-10-01 | Southern Pacific Land Company | Automatic car washing apparatus |
US3693392A (en) * | 1971-06-03 | 1972-09-26 | Monarch Western Equipment Ltd | Automobile conveyor |
DE2241556A1 (de) * | 1972-08-24 | 1974-02-28 | Grundstuecksverwaltungsgesells | Tankstelle fuer die betankung von kraftfahrzeugen |
US3844222A (en) * | 1973-05-16 | 1974-10-29 | Passport Corp | Conveyor for wheeled vehicles |
DE3906226A1 (de) * | 1989-02-28 | 1990-08-30 | Hermann Fink | Verfahren und einrichtung zum betanken eines kraftfahrzeuges |
DE4120060C2 (de) * | 1991-06-18 | 1995-03-30 | Werner Wittig | Vorrichtung zum Betanken oder Waschen eines Fahrzeugs |
US6382269B1 (en) * | 2000-02-22 | 2002-05-07 | Tatsuno Corp. | Automatic fueling system |
JP3748044B2 (ja) * | 2001-02-27 | 2006-02-22 | 株式会社タツノ・メカトロニクス | ロボット給油装置用給油ノズル |
US20030164200A1 (en) * | 2001-03-16 | 2003-09-04 | American Controls, Inc. | Assembly line fluid filling system and method |
US8201596B2 (en) * | 2009-09-22 | 2012-06-19 | GM Global Technology Operations LLC | Method of filling a fuel tank |
US20140090045A1 (en) * | 2012-09-11 | 2014-03-27 | First Data Corporation | Systems and methods for facilitating login aid functionality in mobile commerce |
US9169114B2 (en) * | 2013-04-15 | 2015-10-27 | Charles Roland Butler, Jr. | Automated system for fueling vehicles |
-
2015
- 2015-12-18 NL NL2015984A patent/NL2015984B1/nl not_active IP Right Cessation
-
2016
- 2016-06-09 NL NL2016923A patent/NL2016923B1/nl not_active IP Right Cessation
- 2016-12-16 US US16/061,113 patent/US20180361999A1/en not_active Abandoned
- 2016-12-16 EP EP16834205.3A patent/EP3390270B1/en active Active
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP3390270A1 (en) | 2018-10-24 |
US20180361999A1 (en) | 2018-12-20 |
NL2016923A (nl) | 2017-06-26 |
NL2015984A (nl) | 2017-06-27 |
NL2016923B1 (nl) | 2017-07-05 |
EP3390270B1 (en) | 2020-02-12 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
CN103958251B (zh) | 用于车辆的便携燃料源的装置和方法 | |
EP2986553B1 (en) | Automated system for fueling vehicles | |
ATE315534T1 (de) | Kraftstoffspender | |
CN211787323U (zh) | 一种基于uwb技术的加油站车辆识别加油支付系统 | |
NL2015984B1 (nl) | Brandstoftankstation en werkwijze voor het toevoeren van brandstof aan voertuigen. | |
CN112735036A (zh) | 一种实现加油站智能化加油的方法及系统 | |
US20150291133A1 (en) | Mobile system for replacing removable fuel tanks | |
WO2007059781A1 (en) | System for an infrastructure for hydrogen refuelling of moving vehicles | |
NL2018009B1 (nl) | Brandstoftankstation en werkwijze voor het toevoeren van brandstof aan voertuigen | |
US6202712B1 (en) | System and methods for delivering fuel and for aligning elements of a fuel delivery system | |
US20140305537A1 (en) | Fueling Station | |
KR102022240B1 (ko) | 자동 주유 시스템 및 이를 이용한 자동 주유 방법 | |
CN108313293A (zh) | 一种无人机和汽车 | |
CN208585410U (zh) | 一种无人机和汽车 | |
CN212609528U (zh) | 可跨越车道加油的加油机及加油站 | |
JP2004277016A (ja) | 燃料油添加剤添加装置および燃料油添加剤添加方法 | |
CN209427663U (zh) | 自动分拣货箱 | |
CN1704294A (zh) | 加油站,特别是氢-加注站 | |
CN215298362U (zh) | 一种基于车牌图像识别的无感支付加油站 | |
CN203307037U (zh) | 移动式加油系统 | |
RU7644U1 (ru) | Топливомаслозаправочный модуль | |
JP3220748B2 (ja) | 給油所 | |
US3391651A (en) | Vehicle positioning apparatus | |
CN115676761A (zh) | 一种自动加油装置及使用自动加油装置的无感支付方法 | |
JPS585818B2 (ja) | ユウドウトウオソナエタキユウユシヨ |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20220101 |