NL2015754B1 - Systeem voor het uitvoeren van in vivo drukmetingen en aansluitmodule als onderdeel van het systeem. - Google Patents

Abstract

De uitvinding betreft een systeem voor het uitvoeren van in vivo drukmetingen, omvattende één of meer druksensoren (14), een connectormodule (20) voorzien van één of meer elektrische aansluitelementen voor de één of meer druksensoren en één of meer aansluitmiddelen (10) voor een katheter. De één of meer aansluitmiddelen voor een katheter zijn elk voorzien van ten minste drie poorten en een kraan voor het naar keuze verbinden van twee van de drie poorten. Volgens de uitvinding is elk van de één of meer aansluitmiddelen uitgevoerd als een aansluitmodule, die losneembaar verbindbaar is met de connectormodule, en zijn de druksensoren (14) op de aansluitmodules (10) aangebracht. De uitvinding betreft tevens een aansluitmodule (10) voor een katheter, zoals beschreven als onderdeel van het systeem (1) volgens de uitvinding.

Description

SYSTEEM VOOR HET UITVOEREN VAN IN VIVO DRUKMETINGEN EN AANSLUITMODULE ALS ONDERDEEL VAN HET SYSTEEM

De onderhavige uitvinding betreft een systeem voor het uitvoeren van in vivo drukmetingen, omvattende één of meer druksensoren, een connectormodule voorzien van één of meer elektrische aansluitelementen voor de één of meer druksensoren en één of meer aansluitmiddelen voor een katheter, waarin de één of meer aansluitmiddelen voor een katheter elk zijn voorzien van ten minste drie poorten en een kraan voor het naar keuze verbinden van twee van de drie poorten.

Een dergelijk systeem is bekend uit NL1021054 van dezelfde uitvinder. In NL1021054 is een universele meetinrichting voor medische toepassing beschreven met een cassette, die overeenkomt met het bovengenoemde systeem volgens de aanhef. De cassette is een wegwerpartikel bestemd voor eenmalig gebruik of gebruik door maximaal een patiënt. De bekende meetinrichting voldoet hiermee aan de hoogste eisen op het gebied van hygiëne.

De uitvinding heeft tot doel om een verbeterd systeem van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen.

Het systeem volgens de onderhavige uitvinding onderscheidt zich van het bekende systeem door dat elk van de één of meer aansluitmiddelen is uitgevoerd als een aansluitmodule, die losneembaar verbindbaar is met de connectormodule, en dat de druksensoren op de aansluitmodules zijn aangebracht.

Bij het systeem volgens de uitvinding vormt elke aansluitmodule een afzonderlijk wegwerpartikel. De aansluitmodule omvat aanzienlijk minder onderdelen dan de bekende cassette, zodat de hoeveelheid wegwerpmateriaal aanzienlijk gereduceerd is. Bovendien kan bij elke patiënt het benodigde aantal aansluitmodules exact worden afgestemd op de situatie. Derhalve worden bij het systeem volgens de uitvinding achteraf alleen de daadwerkelijk gebruikte en besmette onderdelen weggegooid. Het milieu ondervindt daardoor een minimale belasting. Aangezien elke aansluitmodule in de praktijk slechts één druksensor omvat, worden alleen daadwerkelijk gebruikte druksensoren weggegooid, hetgeen een kostenbesparing met zich meebrengt.

In een eerste voorkeursuitvoeringsvorm omvat elke aansluitmodule een klikvergrendeling voor losneembare verbinding met de connectormodule. Een klikvergrendeling vormt een betrouwbare losneembare verbinding, die gemakkelijk, snel en foutloos kan worden vergrendeld en ontgrendeld.

Bij een compacte voorkeursuitvoeringsvorm is de klikvergrendeling aangebracht nabij de druksensor.

Bij een praktische voorkeursuitvoeringsvorm is de aansluitmodule uitgevoerd als tweewegkraan.

In een verdere gebruiksvriendelijke voorkeursuitvoeringsvorm is één van de poorten van één of meer van de aansluitmodules voorzien van een terugslagventiel.

In een optimale voorkeursuitvoeringsvorm omvat het systeem verder een communicatiemodule voor het verwerken en/of verzenden van meetgegevens van de één of meer druksensoren, welke communicatiemodule losneembaar verbindbaar is met de connectormodule. Bij voorkeur is de communicatiemodule is voorzien van een display.

De uitvinding heeft verder betrekking op een aansluitmodule voor een katheter, zoals beschreven als onderdeel van het systeem volgens de uitvinding, welke aansluitmodule is voorzien van ten minste drie poorten en een kraan voor het naar keuze verbinden van twee van de poorten, waarin op de aansluitmodule een druksensor is aangebracht nabij de kraan en waarin de aansluitmodule losneembaar verbindbaar is met een connectormodule van het systeem.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de voorkeursuitvoeringsvormen onder verwijzing naar de tekeningen, waarin

Figuur 1 een schematisch aanzicht toont van een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van een systeem volgens de uitvinding;

Figuur 2 een deel van de voorkeursuitvoeringsvorm uit figuur 1 in uiteengenomen delen toont;

Figuur 3A een ander deel van de voorkeursuitvoeringsvorm uit figuur 1 in uiteengenomen delen toont; en

Figuur 3B een tweede voorkeursuitvoeringsvorm toont als alternatief voor figuur 3A.

Figuur 1 toont een schematisch aanzicht van een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van een systeem 1 volgens de uitvinding. Systeem 1 is een systeem voor het uitvoeren van een in vivo drukmeting. Systeem 1 is in de getoonde voorkeursuitvoeringsvormen bestemd voor het uitvoeren van urodynamische metingen in vivo. Systeem 1 omvat een communicatiemodule 100, een connectormodule 20 en ten minste één aansluitmodule voor een katheter in de vorm van een aansluitkraan 10.

De aansluitkranen 10 zijn elk losneembaar verbindbaar met de connectormodule 20. Bij voorkeur vindt de verbinding plaats met behulp van een klikvergrendeling. In de getoonde voorkeursuitvoeringsvormen zijn de connectormodule 20 en de communicatiemodule 100 tevens losneembaar verbindbaar. Deze verbinding vindt bij voorkeur plaats middels ten minst één elektrische connector 23 in combinatie met een mechanische verbinding van de respectieve behuizingsdelen. Opgemerkt wordt dat er vele soorten geschikte connectoren voor het losneembaar verbinden van de connectormodule 20 en de communicatiemodule 100 in de handel verkrijgbaar zijn.

De aansluitmodules 10 komen in gebruik in contact met lichaamsvloeistoffen van de patiënt en zijn bestemd als wegwerpartikel of voor gebruik bij één patiënt. De connectormodule 20 en de communicatiemodule 100 zijn bestemd voor hergebruik.

Opgemerkt wordt dat het in het kader van de uitvinding niet noodzakelijk is dat de connectormodule 20 losneembaar is verbonden met de communicatiemodule 100. Indien is gekozen voor een vaste verbinding is er sprake van een connectordeel 20 en een communicatiedeel 100. In de rest van de figuurbeschrijving zal echter uitgegaan worden van een losneembare verbinding.

Communicatiemodule of communicatiedeel 100 is voorzien van een display 101 en bedieningsknoppen 102 voor communicatie met de gebruiker.

Communicatiemodule 100 is verder voorzien van draadloze communicatiemiddelen voor het verzenden van meetgegevens naar randapparatuur, bijvoorbeeld een computer. De communicatiemiddelen omvatten ten minste een zender. Alle randapparatuur met een geschikte ontvanger kan de door de communicatiemodule verzonden data ontvangen en/of verwerken. Voorbeelden van dergelijke randapparatuur zijn computers, zoals personal computers, waaronder laptops, maar ook computers met een nog handzamer formaat. Desgewenst kunnen de communicatiemiddelen tevens een ontvanger omvatten. Geschikte draadloze communicatiemiddelen zijn op zich bekend en in de handel verkrijgbaar. Een voorbeeld van geschikte draadloze communicatiemiddelen is het Blue Tooth ® systeem of Wi-Fi. Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van een protocol voor het controleren van de volledigheid en/of betrouwbaarheid van de ontvangen data. Dergelijke protocollen zijn op zich bekend en in de handel verkrijgbaar in de vorm van software en/of hardware.

Figuur 2 toont de connectormodule of het connectordeel 20 met uiteengenomen delen. Connectormodule 20 omvat twee behuizingsdelen: een bovenste behuizingsdeel 20A en een onderste behuizingsdeel 20B, die samen een vloeistofdichte behuizing vormen. Connectormodule 20 is voorzien van openingen 21 voor opname van aansluitmodules 10. In openingen 21 zijn vergrendelmiddelen aangebracht die middels ontgrendelknoppen 25 bedienbaar zijn. De ontgrendelknoppen 25 steken door openingen 26 van de connectormodule 20.

In de behuizing van de connectormodule 20 is een printplaat of Printed Circuit Board (PCB) 22 opgenomen waarop elektrische aansluitelementen 24 zijn aangebracht. De elektrische aansluitelementen 24 zijn bestemd voor meetmiddelen 14 in aansluitmodules 10.

Figuur 3A toont een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van een aansluitmodule 10, die bestemd is voor aansluiting van een met vloeistof gevuld katheter. Figuur 3B toont een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van een aansluitkraan volgens de uitvinding, die bestemd is voor aansluiting van een met gas gevuld katheter. In figuren 3A en 3B zijn gelijke onderdelen voorzien van gelijke verwijzingscijfers. Het verschil tussen de twee uitvoeringsvormen is gelegen in de tweede poort 12 en zal hieronder nader worden verduidelijkt. De aan te sluiten katheters zijn niet getoond.

Aansluitmodule 10 is uitgevoerd als tweewegkraan en wordt daarom ook wel aangeduid als aansluitkraan 10. Aansluitkraan 10 heeft een eerste poort 11 voor aansluiting van een katheter. De eerste poort 11 is bij voorkeur voorzien van een Luer-type aansluiting 11 A, die op het relevante vakgebied bekend is. De eerste poort staat naar keuze in verbinding met een tweede poort 12, waarin meetmiddelen 14 zijn opgenomen of een derde poort 13 voor nulstelling.

Op de aansluitkraan 10 is een bedieningshendel of tap 16 aanwezig voor bediening door de gebruiker. Tap 16 is losneembaar bevestigbaar en is daartoe voorzien van een uitsteeksel 16A, dat is bestemd voor opname in een uitsparing 17 op aansluitkraan 10.

In de eerste voorkeursuitvoeringsvorm is de tweede poort 12 uitgevoerd voor vloeistofmetingen, bij voorkeur met behulp van water. Vloeistofaansluiting 12A, 18 is bij voorkeur voorzien van een terugslagventiel.

In de tweede voorkeursuitvoeringsvorm is de tweede poort 12 ingericht voor gasmetingen, bij voorkeur met behulp van lucht, en voorzien van een gasaansluiting 12B en 19.

De derde poort 13 biedt de mogelijkheid tot nulstelling aan de atmosferische druk.

Meetmiddelen 14 zijn gevormd dooreen druksensor. Druksensor 14 is voorzien van aansluitpinnen 14A voor opname in de aansluitelementen 24 op de PCB 22. Druksensor 14 kan verlijmd worden zodanig dat deze in verbinding staat met de vloeistof of het gas dat door de tweede poort 12 stroomt tijdens de meting. Geschikte druksensoren zijn bekend op het relevante vakgebied.

Aansluitkraan 10 is aangrenzend aan de druksensor 14 voorzien van een vergrendeling 15, die bestemd is voor samenwerking met de vergrendeling in de opening 21 van de connectormodule 20.

De communicatiemodule 100 en/of de connectormodule 20 zijn verder voorzien van elektronische componenten voor het uitlezen van de meetwaarden van de druksensoren en het omzetten daarvan in voor verzending geschikte data.

Hiertoe omvat de communicatiemodule 100 en/of de connectormodule 20 middelen voor het digitaliseren van de data. Tevens kan de communicatiemodule 100 en/of de connectormodule 20 een voorversterker en/of een geheugen omvatten.

Dergelijke elektronische componenten zijn in de handel verkrijgbaar en zijn derhalve aan een deskundige op het vakgebied bekend.

De communicatiemodule 100 en/of de connectormodule 20 is tevens voorzien van middelen voor het bevestigen van de communicatiemodule aan een patiënt, zoals plakelektroden (niet getoond), en is zowel geschikt voor stationair als ambulant gebruik. Communicatiemodule 100 en/of connectormodule 20 is geschikt en bestemd voor hergebruik. Elk van beiden kan op de gebruikelijke wijze eenvoudig gereinigd worden, bijvoorbeeld met een natte doek.

Hoewel de beide voorkeursuitvoeringsvormen zijn geïllustreerd aan de hand van een connectormodule 20 met vier openingen 21 voor aansluiting van vier aansluitkranen 10 zal het duidelijk zijn dat het aantal openingen 21 op connectormodule 20 hiervan kan afwijken. Op connectormodule 20 is minimaal één aansluitopening 21 voor aansluitmiddelen 10, bij voorkeur een aansluitkraan 10, aanwezig. Verder wordt opgemerkt dat de communicatiemodule niet noodzakelijkerwijs behoeft te zijn voorzien van een display 101. De communicatiemodule 100 kan daarnaast een andere vorm hebben, bijvoorbeeld een handzaam formaat ofwel een handheld uitvoering. Verder kunnen optioneel aanvullende elektrische connectoren, bijvoorbeeld een EMG connector, aansluitbaar zijn op PCB 22.

Het systeem volgens de uitvinding is beschreven in de context van urologische metingen. Het zal een deskundige op het vakgebied echter duidelijk zijn dat het systeem volgens de uitvinding ook geschikt is voor andere toepassingen. Enkele niet beperkende voorbeelden van andere toepassingen zijn: hemodynamische metingen, (invasieve) bloeddrukmetingen et cetera. Ook gastro-enterologische metingen kunnen worden uitgevoerd m.b.v. het systeem volgens de uitvinding. In dit kader kan een dunne capillair op het terugslagventiel worden aangesloten voor perfusie.

Vanzelfsprekend is de uitvinding niet beperkt tot de getoonde en beschreven uitvoeringsvormen, maar omvat deze elke uitvoeringsvorm, die valt binnen de reikwijdte van de bijbehorende conclusies bezien in het licht van de bijbehorende tekeningen.

Claims (8)

1. Systeem voor het uitvoeren van in vivo drukmetingen, omvattende één of meer druksensoren, een connectormodule voorzien van één of meer elektrische aansluitelementen voor de één of meer druksensoren en één of meer aansluitmiddelen voor een katheter, waarin de één of meer aansluitmiddelen voor een katheter elk zijn voorzien van ten minste drie poorten en een kraan voor het naar keuze verbinden van twee van de drie poorten, met het kenmerk, dat elk van de één of meer aansluitmiddelen is uitgevoerd als een aansluitmodule, die losneembaar verbindbaar is met de connectormodule, en dat de druksensoren op de aansluitmodules zijn aangebracht.

2. Systeem volgens conclusie 1, waarin elke aansluitmodule een klikvergrendeling omvat voor losneembare verbinding met de connectormodule.

3. Systeem volgens conclusie 2, waarin de klikvergrendeling is aangebracht nabij de druksensor.

4. Systeem volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarin de aansluitmodule is uitgevoerd als tweewegkraan.

5. Systeem volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarin één van de poorten van één of meer van de aansluitmodules is voorzien van een terugslagventiel.

6. Systeem volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarin het systeem verder een communicatiemodule omvat voor het verwerken en/of verzenden van meetgegevens van de één of meer druksensoren, welke communicatiemodule losneembaar verbindbaar is met de connectormodule.

7. Systeem volgens conclusie 5, waarin de communicatiemodule is voorzien van een display.

8. Aansluitmodule voor een katheter, zoals beschreven als onderdeel van het systeem volgens één van de voorgaande conclusies, welke aansluitmodule is voorzien van ten minste drie poorten en een kraan voor het naar keuze verbinden van twee van de drie poorten, waarin op de aansluitmodule een druksensor is aangebracht nabij de kraan en waarin de aansluitmodule losneembaar verbindbaar is met een connectormodule van het systeem.