NL2014999B1 - Hanginrichting. - Google Patents
Hanginrichting. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2014999B1 NL2014999B1 NL2014999A NL2014999A NL2014999B1 NL 2014999 B1 NL2014999 B1 NL 2014999B1 NL 2014999 A NL2014999 A NL 2014999A NL 2014999 A NL2014999 A NL 2014999A NL 2014999 B1 NL2014999 B1 NL 2014999B1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- intermediate body
- wall
- slot opening
- fixing
- hanging device
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A47—FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
- A47G—HOUSEHOLD OR TABLE EQUIPMENT
- A47G1/00—Mirrors; Picture frames or the like, e.g. provided with heating, lighting or ventilating means
- A47G1/16—Devices for hanging or supporting pictures, mirrors, or the like
- A47G1/20—Picture hooks; X-hooks
Landscapes
- Supports Or Holders For Household Use (AREA)
- Mirrors, Picture Frames, Photograph Stands, And Related Fastening Devices (AREA)
Abstract
Een hanginrichting ter bevestiging van een object aan een wand omvat een tussenlichaam (20) met enerzijds bevestigingsmiddelen (26) om daaraan het object te ontvangen en anderzijds een bevestigingsopening (25) voor opname van een steel van een bevestigingsargaan dat in staat en ingericht is om het tussenlichaam aard en 10 nagelvast met de wand te verbinden. De bevestigingsopening omvat conform de uitvinding een langwerpige sleufopening met een van een eerste uiteinde naar een tweede uiteinde afnemende wanddikte. De bevestigingsmiddelen ter bevestiging van het object zijn aan een van het eerste uiteinde afgewende zijde van het tussenlichaam voorzien.
Description
Hanginrichting
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een hanginrichting ter bevestiging van een object aan een wand, omvattende een tussenlichaam met enerzijds bevestigingsmiddelen om daaraan het object te ontvangen en anderzijds een bevestigingsopening voor opname van een steel van een bevestigingsorgaan dat in staat en ingericht is om het tussenlichaam aard en nagelvast met de wand te verbinden.
Een dergelijke hanginrichting kan met name worden toegepast om schilderijen, spiegels en andere dergelijke objecten aan een wand van een ruimte op te hangen. Een bestaande hanginrichting omvat daarbij een haaklichaam waarvan een haak uitgaat waaraan het object kan worden ontvangen, waarbij het haaklichaam is voorzien van een boring waardoorheen een steel van een bevestigingsorgaan, zoals een nagel of schroef, kan worden ontvangen, waarmee het haaklichaam aard en nagelvast aan de wand wordt bevestigd. Het bevestigingsorgaan wordt daarbij in een vooraf in de wand aangebrachte boring ontvangen, dan wel forceert daarin zelf een holte. Hoewel het haaklichaam aldus hecht en nagelvast met de wand zal worden verbonden, blijft het object handmatig vrij afneembaar om bijvoorbeeld na verloop van tijd door een ander object te worden afgewisseld en vergt de bevestiging van het object aan de wand aldus geen beschadiging van het object zelf.
Een bezwaar van de bekende hanginrichting is evenwel dat, als meer dan één object in dezelfde ruimte dienen te worden opgehangen, de boring of holte in de wand ter bevestiging van het haaklichaam uiterst nauwkeurig dient te worden aangebracht en onderling uitgelijnd met overeenkomstige boringen of holtes voor andere objecten. Indien het object door tussenkomst van een koord wordt bevestigd, dient daarbij bovendien rekening te worden gehouden met een zekere rek in het koord die al naar gelang het gewicht van het object van object tot object kan variëren.
Met de onderhavige uitvinding wordt onder meer beoogd te voorzien in een ophanginrichting ter bevestiging van een object aan een wand, waarmee aan deze en ander bezwaren althans in belangrijke mate is tegemoet gekomen.
Om het beoogde doel te bereiken heeft een ophanginrichting van de in de aanhef beschreven soort volgens de uitvinding als kenmerk dat de bevestigingsopening van het tussenlichaam een langwerpige sleufopening omvat met een van een eerste uiteinde naar een tweede uiteinde afiiemende wanddikte en dat de bevestigingsmiddelen ter bevestiging van het object aan een van het eerste uiteinde afgewende zijde van het tussenlichaam zijn voorzien. Dankzij de sleufvormige bevestigingsopening voorzien het tussenlichaam aldus in een verstelmogelijkheid, waarmee het tussenlichaam en daarmee een ophanghoogte van het daaraan te bevestigen object ook achteraf nog kan worden bijgesteld. Doordat de wanddikte van de sleufopening naar het eerste uiteinde toeneemt en een van het object ondervonden belasting aan een daarvan afgewende zijde op het tussenlichaam aangrijpt, zal het tussenlichaam zich onder invloed van die belasting vastklemmen onder een kop van het bevestigingorgaan, zoals een nagel en bij voorkeur een schroef. Door het bevestigingsorgaan verder of minder ver uit de wand te laten steken, kan aldus een hanghoogte van het object worden verlaagd respectievelijk verhoogd. Deze stelmogelijkheid biedt een uitkomst indien een aantal objecten naast elkaar of bij elkaar in een ruimte op een zelfde hoogte dienen te worden opgehangen, maar ook indien het object wordt vervangen door een ander object dat meer of minder rek in een ophangkoord veroorzaakt of andere afmetingen kent.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de hanginrichting volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het tussenlichaam een monolitisch lichaam omvatten waarin zowel de sleufopening als de bevestigingsmiddelen zijn gevormd, welk monolitisch lichaam tussen het eerste uiteinde en het tweede uiteinde een geleidelijk afiiemende dikte heeft. Een dergelijk monolitisch tussenlichaam biedt sterkte en blijkt in de praktijk tegen een relatief gunstige kostprijs te kunnen worden vervaardigd. In het bijzonder wordt daarbij uitgegaan van een tussenlichaam van een geschikte kunststof dat bijvoorbeeld door spuitgieten in een enkele fabricagestap kan worden verwezenlijkt.
Om materiaal van het tussenlichaam te besparen, wordt conform een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de ophanginrichting volgens de uitvinding dankbaar gebruik gemaakt van de afnemende dikte van het lichaam in de richting van het eerste uiteinde naar het tweede uiteinde van de sleufopening. De hierdoor ontstane ruimte wordt in die verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de ophanginrichting volgens de uitvinding benut doordat daarin . het tussenlichaam ter plaatse van de bevestigingsmiddelen een schouder omvat met een hoogte die een dikte van het lichaam aan het eerste uiteinde van de sleufopening niet overschrijdt. Aldus wordt het tussenlichaam tussen twee vlakken begrensd die op een afstand van elkaar liggen die door een dikte van het lichaam aan het eerste uiteinde van de sleufopening wordt bepaald, terwijl de afnemende wanddikte daarbinnen een schouder van het bevestigingsorgaan toelaat waaraan het object kan worden ontvangen.
Een bijzondere uitvoeringsvorm van de hanginrichting heeft volgens de uitvinding als kenmerk dat de bevestigingsmiddelen een schijfvormig deel omvatten dat aangrenzend aan het tweede uiteinde van het tussenlichaam uitgaat met in althans een deel van een omtrek daarvan een omtreksgroef om daarin een ophangkoord van het object te ontvangen. Het tussenlichaam kan aldus betrekkelijk vlak blijven, zonder scherpe uitstekende delen, en is bovendien betrekkelijk gunstig te fabriceren.
Om het onderling verstellen en bijstellen van objecten te vereenvoudigen, heeft een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de hanginrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat aan ten minste één langszijde van de sleufopening tussen het eerste uiteinde en het tweede uiteinde van de sleufopening een visueel waarneembare schaalverdeling is aangebracht. Aldus is een direct waarneembare terugkoppeling mogelijk van een verstelling van de hanginrichting zodra het bevestigingsorgaan verder in de wand wordt geforceerd of daaruit wordt terug genomen. Deze terugkoppeling kan een-op-een worden vergeleken met een beoogde hoogteverstelling van het object aan de wand.
Het tussenlichaam laat zich niet alleen uit kunststof, maar bijvoorbeeld ook uit metaal vervaardigen. Een bijzondere voorkeursuitvoeringsvorm van de hanginrichting heeft daartoe als kenmerk dat het tussenlichaam een omgezet metaallichaam omvat waarvan een eerste deel en een tweede deel elkaar tussen het eerste uiteinde en het tweede uiteinde geleidelijk naderen. Het metaallichaam is bijvoorbeeld een stripvormig lichaam dat uit een plaat is gestanst en vervolgens is omgezet met een gradueel afnemend, i.e. vernauwend, verloop. De bevestigingsmiddelen omvatten hierbij bij voorkeur eveneens een opgezet deel van het lichaam aan een tegenoverliggende zijde dat aldus een haak vormt waaraan het object kan worden ontvangen.
Ter bevestiging van het hanglichaam wordt bij voorkeur uitgegaan van een schroef die al of niet onder tussenkomst van een pluglichaam in de wand kan worden geschroefd, maar ook door een tegengestelde schroefbeweging daaruit kan worden teruggedraaid om een juiste hanghoogte te realiseren.
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden en een bijbehorende tekening. In de toont: figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een hanginrichting volgens de uitvinding; figuur 2 een langsdoorsnede van de hanginrichting van figuur 1; figuur 3 een perspectivisch aanzicht van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een hanginrichting volgens de uitvinding; en hguur 4 een langsdoorsnede van de hanginrichting van hguur 3.
Opgemerkt zij dat de tekeningen zuiver schematisch en niet op schaal zijn getekend.
Met name kunnen terwille van de duidelijkheid sommige dimensies in meer of minder mate overdreven zijn weergeven. Overeenkomstige delen zijn in de figuren met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.
In figuur 1 is een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een hanginrichting volgens de uitvindig weergegeven. De inrichting van dit voorbeeld omvat een monolithisch tussenlichaam 20 dat volledig uit een geschikte kunststof, zoals polyethyleen, polypropyleen of polystyreen, is gevormd. Het lichaam wordt met voordeel bijvoorbeeld door spuitgieten van de betreffende kunststof in een geschikte matrijs in een enkele vervaardigingstap geproduceerd, waardoor een kostprijs daarvan bijzonder laag kan blijven. Het tussenlichaam 20 van dit voorbeeld heeft typisch een lengte van de orde van 45 millimeter bij een breedte van de orde van 15 millimeter, hoewel deze dimensies uiteraard van geval tot geval desgewenst anders kunnen worden gekozen.
In het lichaam 20 strekt zich een sleufopening 25 uit vanaf een eerste uiteinde 21 naar een tweede uiteinde 22. De sleufopening heeft een lengte van de orde 25 millimeter en een breedte die toereikend is om een steel van geschikt bevestigingsorgaan zoals een schroef of nagel daarbinnen te ontvangen, terwijl een kop van het bevestigingsmiddel daarbuiten uitsteekt en uiteindelijk bij bevestiging in een wand achter de opening 25 zal haken. Een wanddikte van de sleufopening, dat wil zeggen in het onderhavige voorbeeld een lokale corpusdikte van het monolithische, massieve lichaam 20, neemt conform de uitvinding van het eerste uiteinde 21 naar het tweede uiteinde 22 toe geleidelijk af. In de in figuur 2 getoonde langsdoorsnede is dit duidelijk aangegeven. De wanddikte, oftewel corpusdikte, W1 bedraagt aan het eerste uiteinde 21 van de orde van 3 millimeter en loopt naar het tweede uiteinde 22 toe lineair af naar een dikte W2 van de orde van minder dan 2 millimeter.
Om een object aan een wand van bijvoorbeeld een ruimte de bevestigen, wordt circa op een gewenste hoogte te bestemder plaatse het tussenlichaam op de wand bevestigd. Hierbij wordt het tussenlichaam tegen de wand geschroefd met een geschikt schroeforgaan zoals een houtschroef die eventueel onder tussenkomst van een plug in de wand doordringt. Het tussenlichaam 20 beschikt aan een van het eerste uiteinde 21 afgewende zijde over bevestigingsmiddelen om daaraan het object, zoals bijvoorbeeld een schilderij, te ontvangen. Deze bevestigingsmiddelen omvatten in het onderhavige voorbeeld een schijfvormig deel 26 van het lichaam dat als zodanig een weinig ten opzichte van het aangrenzende deel van het lichaam 20 uitsteekt. Een omtreksrand van dit deel 26 omvat aldus een schouder 28 waarin een omtreksgroef is voorzien om daarin een ophangkoord van het te hangen object te ontvangen en zijdelings.
Naarmate de schroef verder in de wand wordt gedreven zal een tussenruimte tussen een kop daarvan en de wand verkleinen, waardoor het tussenlichaam opwaarts wordt gedwongen totdat het tweede uiteinde 22 door de steel van de schroef is bereikt. De toenemende wanddikte van de sleufopening in de richting naar het eerste uiteinde zorgt ervoor dat het tussenlichaam 20 zich achter de schroefkop zal vastklemmen, in het bijzonder onder invloed van het gewicht (i.e de zwartekracht) van het object dat op het schrijfvormige deel 26 aangrijpt. Naarmate de schroef minder ver in de wand wordt gedreven, c.q. daaruit wordt teruggeschroefd, zal dit punt hoger in de sleufopening 25 liggen, zodat aldus nadat het tussenlichaam is bevestigd, niettemin een hoogteverstelling van het object mogelijk blijft over een afstand die door de sleuflengte van de sleufopening 25 wordt gegeven. Het moge duidelijk zijn dat door het tussenlichaam langer of korter te maken om daarin een langere respectievelijk kortere sleufopening te voorzien met een over de lengte daarvan afnemende wanddikte, deze hoogteverstelling groter of kleiner kan zijn.
Om een naderhand verstellen van het object over een voorafbepaalde afstand te vereenvoudigen is aan ten minste één van de langszij den van de sleufopening een schaalverdeling 29 voorzien in millimeters, zodat daarvoor geen verdere hulpmiddelen benodigd zijn. Het tussenlichaam omvat in het schijfvormige deel 26 een centrale boring 27 waarin een additioneel bevestigingsorgaan, zoals een schroef, spijker of nagel, kan worden ontvangen om in de wand te worden gedreven, zodat het lichaam tegen een rotatie op de wand is gefixeerd.
Een tweede uitvoeringsvorm van een hanginrichting volgens de uitvinding is weergegeven in figuur 3 en 4, respectievelijk in perspectief en langsdoorsnede. De toepassing en het gebruik daarvan zijn in hoofdzaak gelijk aan die van het eerste voorbeeld, zodat daarvoor kortheidshalve daarnaar wordt verwezen. In dit voorbeeld is het tussenlichaam uit een metalen striplichaam 40 gevormd, die bijvoorbeeld door stansen uit een plaatlichaam van bijvoorbeeld al of niet verduurzaamd staal, RVS of aluminium werd bevrijd. Centraal in het striplichaam verloopt een langwerpige sleufopening 45.
Het striplichaam 40 is circa halverwege omgezet en omvat aldus een eerste deel 41 en een tweede deel 42 aan weerszijden van een vouw 43. Beide delen zijn daarbij eneigzins ten opzichte van elkaar doorgezet zodat zij, vanaf de vouw 43 tot een tweede uiteinde 44, elkaar naderen. Een wanddikte van de sleufopening 45 wordt gevormd door een totale overspanning van beide delen 41, 42 van het striplichaam 40, zie ook figuur 4. De wanddikte verloopt aldus van een waarde wl van circa 5 millimeter nabij de vouw 43 tot circa 2 tot 3 millimeter bij het tweede uiteinde 44.
Aan het tweede uiteinde 44 is het tweede deel 42 van het striplichaam 40 andermaal omgezet om hier een haak 46 te vormen als bevestigingsmiddel voor een daaraan op te hangen object. Bijvoorbeeld een bevestigingskoord van het object kan daartoe in een binnen de haak gevormde kom 48 worden ontvangen. De sleufopening 45 loopt door in dit haakdeel 46 zodat daarin desgewenst een tweede bevestigingsorgaan kan worden gedreven ter verdere fixatie van het tussenlichaam 40 aan de wand.
Hoewel de uitvinding hiervoor aan de hand van louter enkele voorbeelden nader werd toegelicht moge het duidelijk zijn dat de uitvinding daartoe geenszins is beperkt. Integendeel zijn binnen het kader van de uitvinding voor een gemiddelde vakman nog vele variaties en verschijningsvormen denkbaar en mogelijk.
Claims (8)
1. Hanginrichting ter bevestiging van een object aan een wand, omvattende een tussenlichaam met enerzijds bevestigingsmiddelen om daaraan het object te ontvangen en anderzijds een bevestigingsopening voor opname van een steel van een bevestigingsorgaan dat in staat en ingericht is om het tussenlichaam aard en nagelvast met de wand te verbinden, met het kenmerk dat de bevestigingsopening van het tussenlichaam een langwerpige sleufopening omvat met een van een eerste uiteinde naar een tweede uiteinde afnemende wanddikte en dat de bevestigingsmiddelen ter bevestiging van het object aan een van het eerste uiteinde afgewende zijde van het tussenlichaam zijn voorzien.
2. Hanginrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk dat het tussenlichaam een monolitisch lichaam omvatten waarin zowel de sleufopening als de bevestigingsmiddelen zijn gevormd, welk monolitisch lichaam tussen het eerste uiteinde en het tweede uiteinde een geleidelijk afnemende dikte heeft.
3. Hanginrichting volgens conclusie 2 met het kenmerk dat het tussenlichaam ter plaatse van de bevestigingsmiddelen een schouder omvat met een hoogte die een dikte van het lichaam aan het eerste uiteinde van de sleufopening niet overschrijdt.
4. Hanginrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de bevestigingsmiddelen een schijfvormig deel omvatten dat aangrenzend aan het tweede uiteinde van het tussenlichaam uitgaat met in althans een deel van een omtrek daarvan een omtreksgroef om daarin een ophangkoord van het object te ontvangen.
5. Hanginrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat aan ten minste één langszijde van de sleufopening tussen het eerste uiteinde en het tweede uiteinde van de sleufopening een visueel waarneembare schaalverdeling is aangebracht.
6. Hanginrichting volgens één om meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat het tussenlichaam volledig uit kunststof is vervaardigd.
7. Hanginrichting volgens één of meer der conclusies 1 tot en met 5 met het kenmerk dat het tussenlichaam een omgezet metaallichaam omvat waarvan een eerste deel en een tweede deel elkaar tussen het eerste uiteinde en het tweede uiteinde geleidelijk naderen.
8. Hanginrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, waarbij het bevestigingsorgaan een schroef omvat die in een boring in de wand wordt ontvangen.
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2014999A NL2014999B1 (nl) | 2015-06-19 | 2015-06-19 | Hanginrichting. |
PCT/NL2016/050437 WO2016204620A1 (en) | 2015-06-19 | 2016-06-20 | Hanging device |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2014999A NL2014999B1 (nl) | 2015-06-19 | 2015-06-19 | Hanginrichting. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2014999B1 true NL2014999B1 (nl) | 2017-01-24 |
Family
ID=56684703
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2014999A NL2014999B1 (nl) | 2015-06-19 | 2015-06-19 | Hanginrichting. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL2014999B1 (nl) |
WO (1) | WO2016204620A1 (nl) |
Family Cites Families (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3270996A (en) * | 1965-12-01 | 1966-09-06 | United Carr Inc | Coat hook and attachment |
DE3024471C2 (de) * | 1980-06-28 | 1983-06-30 | Nederlandse Pillo-Pak Maatschappij B.V., 6961 Eerbeek | Vorrichtung zur lösbaren Halterung flexibler, der thermischen Isolierung oder als Windschutz dienender Kunststoff-Folien |
US5098237A (en) * | 1987-07-08 | 1992-03-24 | Jtb, Inc. | Arrangement for retaining an article to a structural surface |
NL1010054C1 (nl) * | 1998-09-10 | 2000-03-13 | Bibia Nederland B V | Ophangelement. |
-
2015
- 2015-06-19 NL NL2014999A patent/NL2014999B1/nl not_active IP Right Cessation
-
2016
- 2016-06-20 WO PCT/NL2016/050437 patent/WO2016204620A1/en active Application Filing
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
WO2016204620A1 (en) | 2016-12-22 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
USD814389S1 (en) | Rack structure for a utility vehicle | |
US10412929B2 (en) | Wall mounted pet feeding system | |
USD823345S1 (en) | Pump | |
USD833771S1 (en) | Product container holder | |
USD812945S1 (en) | Shelf components | |
USD800592S1 (en) | Smart doorbell | |
USD903479S1 (en) | T-bolt anchor | |
USD841650S1 (en) | RFID reader for RFID tags | |
USD844685S1 (en) | Garage door opener | |
US20080251670A1 (en) | Quick-release hanging device | |
USD831846S1 (en) | Electromagnetic stirrer | |
NL2014999B1 (nl) | Hanginrichting. | |
NL1034688C1 (nl) | Railsysteem voor het ophangen van objecten, alsmede een rail, een bevestigingskop en een vergrendelbare haak als deel van dit systeem. | |
USD728257S1 (en) | Stackable retail merchandise container | |
US10882725B2 (en) | Pallet dismantling system | |
US20190142197A1 (en) | Multi-Hook Adjustable Door Hanger | |
US20170014982A1 (en) | Hinge Pin Removal Assembly | |
USD868611S1 (en) | Hydraulic hose identification device | |
US8959711B1 (en) | Door stop device | |
US20190003637A1 (en) | Concealed mounting bracket | |
US20180134199A1 (en) | Handle System | |
US20120132602A1 (en) | Shelf unit | |
US20150053832A1 (en) | Adjustable over-the-door wreath hanger with improved retention | |
US20170020237A1 (en) | Fastening system | |
US9138083B1 (en) | Wall hanger assembly |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20210701 |