NL2014794B1 - Scheerbord ten gebruike bij trawlvisserij en toepassing daarvan. - Google Patents

Scheerbord ten gebruike bij trawlvisserij en toepassing daarvan. Download PDF

Info

Publication number
NL2014794B1
NL2014794B1 NL2014794A NL2014794A NL2014794B1 NL 2014794 B1 NL2014794 B1 NL 2014794B1 NL 2014794 A NL2014794 A NL 2014794A NL 2014794 A NL2014794 A NL 2014794A NL 2014794 B1 NL2014794 B1 NL 2014794B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
shaving board
board
shaving
water bottom
flap
Prior art date
Application number
NL2014794A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2014794A (nl
Inventor
Klein Woolthuis Harmen
Original Assignee
H F K Holding B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by H F K Holding B V filed Critical H F K Holding B V
Priority to NL2014794A priority Critical patent/NL2014794B1/nl
Priority to EP16169342.9A priority patent/EP3106029A1/en
Publication of NL2014794A publication Critical patent/NL2014794A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2014794B1 publication Critical patent/NL2014794B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K73/00Drawn nets
    • A01K73/02Trawling nets
    • A01K73/04Devices for spreading or positioning, e.g. control thereof
    • A01K73/045Devices for spreading or positioning, e.g. control thereof for lateral sheering, e.g. trawl boards

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Devices For Warming Or Keeping Food Or Tableware Hot (AREA)
  • Barrages (AREA)

Abstract

De uitvinding betreft een scheerbord voor trawlvisserij voor het boven een waterbodem openhouden van een trawlnet, welke scheerbord is ingericht voor verplaatsing over de waterbodem in een verplaatsingsrichting, waarbij het scheerbord aan een eerste zijde een concaaf oppervlak en aan een tegenoverliggende zijde een convex oppervlak omvat, omvattende aan de concave zijde een trekorgaan voor het bevestigen van een treklijn en aan de convexe zijde ten minste een voorloperorgaan voor het bevestigen van een voorloper. Het scheerbord wordt gekenmerkt doordat het een bord- deel omvat met een glijzijde die een glijschoen omvat voor het over de waterbodem geleiden van het scheerbord en waarbij over ten minste een deel van de aan een zich vanaf de glijzijde uitstrekkende zijrand van het borddeel een regelbare flap is voorzien voor het aanpassen van de concaviteit en convexiteit van het oppervlak van het scheerbord. Tevens heeft de uitvinding betrekking op de toepassing van het scheerbord.

Description

PI6 9/NLpd
Scheerbord ten gebruike bij trawlvisserij en toepassing daarvan
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een scheerbord volgens de aanhef van conclusie 1. Tevens heeft de uitvinding betrekking op de toepassing van een dergelijk scheerbord.
Een dergelijk scheerbord, ook wel kortweg bord of deur genoemd, is in de techniek algemeen bekend. Het meest bekende scheerbord heeft een afgeplatte vorm waarbij aan een zijde de treklijn voor verbinding met het schip en aan de andere zijde de voorloper voor verbinding met het trawlnet is verbonden. Twee scheerborden worden door het schip aan de treklijnen voortbewogen over de waterbodem, bijvoorbeeld de zeebodem, zodanig dat ze zich naar links en rechts van elkaar weg bewegen. De maximale uitwijking van de scheerborden wordt onder andere bepaald door de lengte van de treklijnen, de lengte van de voorlopers, de breedte van de mond van het trawlnet, ook wel als visnet aangeduid, de stand van de scheerborden ten opzichte van de verplaatsingsrichting, en de verplaatsingssnelheid door het water. De mond van het achter de scheerborden voortgetrokken trawlnet wordt door de op afstand van elkaar gelegen scheerborden open gehouden.
Binnen de onderhavige uitvinding wordt met de aanduiding dat het scheerbord wordt gekoppeld aan een treklijn overigens begrepen dat het scheerbord direct zowel aan een treklijn als aan een vislijn kan worden voortbewogen. Op overeenkomstige wijze wordt met de aanduiding dat het scheerbord wordt gekoppeld aan een voorloper zowel bedoeld dat het scheerbord is gekoppeld aan een voorloper als dat het scheerbord direct aan het net is gekoppeld. Slechts omdat het in de techniek het meest gebruikelijk is dat een voorloper wordt gebruikt, wordt hier in de tekst van die situatie uitgegaan hoewel de uitvinding daar niet toe is beperkt.
Tijdens gebruik zal het scheerbord door het water worden bewogen, op geringe afstand van een waterbodem en in een zogenoemde verplaatsingsrichting. De termen "voorzijde" of "aangestroomde zijde" en "naar voren" heeft betrekking op de richting of zijde waar het scheerbord naartoe wordt verplaatst terwijl de term "ach terzijde" of "naar achteren" de richting of zijde aanduidt waar het scheerbord vandaan komt. De term "onderzijde", "beneden" en dergelijke heeft betrekking op de naar de waterbodem toe gerichte zijde of richting van het scheerbord, terwijl de term "bovenzijde" of "naar boven" de daarvan afgekeerde zijde of richting betreft. Een scheerbord heeft doorgaans een in hoofdzaak rechthoekige vorm, met een onderrand, een bovenrand en twee deze twee randen verbindende zijranden. Deze zijranden zullen tijdens gebruik derhalve in hoofdzaak vertikaal zijn geplaatst. Tijdens gebruik zullen ten minste twee scheerborden worden gebruikt, linksvoor en rechtsvoor elk een scheerbord. De scheerborden staan enigszins schuin in het water, waarbij de voorste randen van de scheerborden schuin naar buiten toe zijn gericht. Door de voorttrekkende kracht wegens de aan het schip verbonden treklijnen zullen de scheerborden de neiging hebben naar buiten te bewegen. Deze naar buiten gerichte beweging wordt onder andere door de hiervoor genoemde variabelen beperkt .
Het meest toegepaste starre scheerbord heeft als nadeel dat er geen geregelde aanpassing van de positie van het scheerbord ten opzichte van de bodem mogelijk is. De momenteel toegepaste starre borden zullen bij botsing met op de waterbodem aanwezige objecten weliswaar van richting en positionering veranderen, echter, deze verandering is ongeregeld. Daarnaast zijn er sinds kort scheerborden verkrijgbaar die een geregelde aanpassing van de positie mogelijk moeten maken. Echter, de regeling dient op afstand middels een zender/ontvanger-combinatie of middels sensoren te geschieden. Hiervoor dient een elektrische verbinding te worden verschaft of dienen de scheerborden te worden voorzien van een accu.
In de techniek is een automatische aanpassing van de positie van de scheerborden ten opzichte van de waterbodem zonder elektrische onderdelen niet beschikbaar.
De uitvinding heeft nu tot doel een verbeterd scheerbord van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen.
Tevens heeft de uitvinding tot doel een scheerbord van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen die een in hoofdzaak constante hoogte ten opzichte van de waterbodem kan aanhouden.
In het bijzonder heeft de uitvinding tot doel een scheerbord te verschaffen die een slechts gering contact met de waterbodem maakt.
Ook heeft de uitvinding tot doel een stevige constructie te verschaffen die een geringe kans op beschadiging van het scheer-bord biedt.
Tevens heeft de uitvinding tot doel een scheerbord te verschaffen die minder beschadiging van de waterbodem oplevert dan de bekende scheerborden.
Ter verkrijging van ten minste een van de hiervoor genoemde voordelen, verschaft de uitvinding volgens een eerste uitvoeringsvorm een scheerbord dat de maatregelen van conclusie 1 bevat. Dit scheerbord heeft het voordeel dat op eenvoudige en constructief zeer stevige wijze een aanpassing van de positionering van het scheerbord kan worden verkregen wanneer het tasterorgaan, meer in het bijzonder de glijschoen, contact maakt met de waterbodem. Doordat het tasterorgaan contact maakt met de waterbodem zal het scheerbord kantelen. De aanpassing van de positionering kan zowel de hoogte ten opzichte van de waterbodem als de kanteling van het scheerbord ten opzichte van de waterbodem en ten opzichte van de verplaatsingsrichting betreffen.
Het heeft hierbij met name de voorkeur dat het scheerbord als uitgangspositie een geringe kanteling ten opzichte van de bodem heeft, zodanig dat bij het voorttrekken van het scheerbord door het water de onderrand enigszins vóór de bovenrand is gelegen. Hierdoor zal het scheerbord automatisch enigszins naar beneden, dat wil zeggen naar de waterbodem toe, bewegen. Wanneer het tasterorgaan contact maakt met de waterbodem zal het scheerbord door de reactiekracht kantelen en van de waterbodem af bewegen. De werking is met name als volgt: bij een uitgangspositie van het scheerbord zoals hiervoor genoemd zal het scheerbord namelijk wanneer het tasterorgaan de waterbodem raakt enigszins voorover kunnen kantelen waardoor de bovenrand vóór de onderrand komt te liggen en het scheerbord door de voorwaartse beweging naar boven toe zal bewegen. Zodra het tasterorgaan geen contact meer maakt met de waterbodem zal het scheerbord zijn oorspronkelijke uitgangspositie aannemen en weer naar de bodem toe bewegen. Hierdoor zal het scheerbord zich steeds op een geringe afstand boven de waterbodem bevinden terwijl slechts de glijschoen intermitterend in contact staat met de waterbodem.
Het heeft de voorkeur dat ten minste een van het tasterorgaan en de glijschoen zich evenwijdig aan de verplaatsingsrichting van het scheerbord uittrekt, waardoor een nauwkeurige reactiebeweging van het scheerbord kan worden verkregen wanneer het tasterorgaan de waterbodem raakt. Dit is met name het geval wanneer de glijschoen zich bevindt op een lijn die evenwijdig loopt aan de verplaatsingsrichting en die door het zwaartepunt van het scheerbord gaat. De term "zwaartepunt" is het punt in het scheerbord waarbij de krachten links en rechts ervan (gezien in de verplaatsingsrichting) tijdens gebruik van het scheerbord elkaar opheffen.
Het heeft de voorkeur dat het tasterorgaan, ten opzichte van de verplaatsingsrichting, zich vanaf een bevestigingspositie aan het scheerbord uitstrekt naar achteren toe. Dat levert een fysiek sterke constructie. Met name heeft het de voorkeur dat het tasterorgaan, ten opzichte van de verplaatsingsrichting, zich vanaf het scheerbord uitstrekt naar een positie tot achter het scheerbord. Dat levert een fysiek nog sterkere constructie.
Het is gebleken dat het scheerbord volgens de uitvinding aanzienlijk minder schade aan de waterbodem kan verschaffen dan de gebruikelijke scheerborden. Het scheerbord volgens de uitvinding kan namelijk eenvoudig zodanig worden geconstrueerd dat slechts de glijschoen ten minste intermitterend in contact staat met de bodem en het scheerbord vanwege de door de voortbeweging van het scheerbord door het water gevormde aërodynamische krachten op een in hoofdzaak continue afstand van de waterbodem wordt gehouden. Het scheerbord zelf zal niet in contact staan met de waterbodem maar slechts de glijschoen. Omdat de glijschoen zeer veel kleiner dan het scheerbord kan zijn uitgevoerd zal dit weinig tot geen schade aan de waterbodem opleveren.
Ook is de weerstand van het scheerbord volgens de uitvinding hierdoor kleiner dan die van de bekende scheerborden.
Met name wordt de voorkeur gegeven aan een scheerbord dat aan de voorzijde een concaaf oppervlak omvat en aan de achterzijde een convex oppervlak omvat, waarbij aan de convexe zijde een voorlo-perorgaan voor het bevestigen van een voorloper van het trawlnet is voorzien en aan de concave zijde ten minste een trekorgaan voor het bevestigen van een treklijn is voorzien. Deze vorm van de oppervlakken van het scheerbord verschaft een geringere weerstand en een verbeterd stromingsgedrag waardoor het scheerbord stabieler door het water wordt bewogen.
Een verder verbeterde stabiliteit en sturing worden verkregen met een scheerbord omvattende een tijdens gebruik aan de zijde van de waterbodem gelegen onderzijde en een daar tegenover liggende bovenzijde, waarbij over ten minste een deel van een zich tussen de onderzijde en bovenzijde uitstrekkende zijrand van het scheerbord een regelbare flap is voorzien voor het aanpassen van de oppervlaktevorm van het oppervlak van het scheerbord, bij voorkeur van de concaviteit en convexiteit van het oppervlak van het scheerbord.
Bij voorkeur zijn de taster en de glijschoen verplaatsbaar, bijvoorbeeld kantelbaar, ten opzichte van het scheerbord en werkzaam met de flap verbonden, zodanig dat in een eerste relatief van het scheerbord afgelegen positie van de taster en de glijschoen de flap een relatief geringe concaviteit verschaft en in een tweede, relatief dicht bij het scheerbord gelegen positie de flap een relatief grote concaviteit verschaft. Doordat de glijschoen volgens een voorkeuruitvoeringsvorm aan een beweegbare hefboom kan zijn verbonden zal minder schade aan de waterbodem worden verkregen, omdat het tasterorgaan kan meebewegen met de waterbodem, terwijl de sturing van het scheerbord aanzienlijk nauwkeuriger kan worden geregeld middels de beweegbare flap.
Volgens een verder aspect kan het scheerbord een eerste bord-deel omvatten met een taster die een glijschoen omvat voor het over de waterbodem geleiden van het scheerbord en voorts een tweede borddeel omvatten, welk tweede borddeel aan de van de glijschoen afgelegen zijde van het eerste borddeel daaraan is gekoppeld en waarbij ten minste een van de beide borddelen een regelbare flap omvat voor het aanpassen van de concaviteit en convexiteit van het oppervlak van ten minste een van beide borddelen. Deze modulaire bouw maakt het eenvoudig mogelijk scheerborden naar wens en behoefte uit te voeren. Door het scheerbord te construeren van twee borddelen kan op eenvoudige wijze de constructie van het bord worden aangepast aan de omstandigheden op de waterbodem, bijvoorbeeld door de afmetingen van een of beide borddelen te wijzigen. Door het eerste borddeel korter te maken (dat wil zeggen minder hoog) zal het tweede borddeel op geringere afstand van de waterbodem zijn gepositioneerd.
In het bijzonder heeft het de voorkeur dat het tweede borddeel aan de van de glijschoen afgelegen zijde van het eerste borddeel daaraan onder een hoek is gekoppeld. Dit levert een vergrote stuurbaarheid van het scheerbord op. Het eerste borddeel en het tweede borddeel zijn derhalve niet in eikaars verlengde gelegen. Daardoor kan een eenvoudige en nauwkeurige instelling van de werking van het scheerbord worden verkregen, doordat een kanteling van het scheerbord een wijziging van de door de waterstroom geleverde krachten op het scheerbord verschaft waardoor de verplaat-singsrichting van het scheerbord zal wijzigen. Door de concaviteit en convexiteit van de oppervlakken te wijzigen, wat geschiedt ten gevolge van het al dan niet met de glijschoen raken van de waterbodem, zal het scheerbord worden gekanteld ten opzichte van de waterbodem. Een deskundige is met dit uitgangspunt eenvoudig in staat om de constructie zodanig uit te voeren dat hierbij een gewenste verplaatsingsrichting van het scheerbord wordt verkregen.
Hierbij wordt opgemerkt dat, ook wanneer het scheerbord geen eerste en tweede borddelen bevat die onder een hoek ten opzichte van elkaar zijn geplaatst, een kanteling van het scheerbord ten opzichte van de waterbodem kan worden verkregen, bijvoorbeeld wanneer de regelbare flap zich slechts aan een bovenste deel of slechts aan een onderste deel van het bord is voorzien.
Door de constructie volgens de uitvinding zal het scheerbord zich, in een uitgangspositie waarbij de glijschoen relatief van het borddeel is verwijderd, naar de waterbodem toe bewegen terwijl het scheerbord, in een positie waarbij de glijschoen relatief dichter bij het scheerbord is gelegen, van de waterbodem weg bewegen. Wanneer de glijschoen de bodem raakt en daardoor het taster-orgaan naar het scheerbord toe wordt verplaatst wordt het scheerbord derhalve weg bewogen van de bodem. De mate van weg bewegen kan worden ingesteld door de onderlinge hoek van het eerste en tweede borddeel en de mate waarin de flap wordt verplaatst, te re- gelen .
In het bijzonder zal het scheerbord volgens de uitvinding kunnen zijn ingericht om het scheerbord relatief naar voren toe gekanteld te plaatsen indien het tasterorgaan wordt ingedrukt, oftewel indien de glijschoen naar het borddeel toe wordt bewogen. De beweging van het scheerbord zal dan van de waterbodem af gericht zijn. De vislijn zal het bord dan van de bodem weg trekken. Bij het van het borddeel weg bewegen van het tasterorgaan zal het scheerbord achterover kunnen kantelen en naar de bodem toe bewegen .
Volgens een alternatieve benadering van het scheerbord volgens de uitvinding zal de convexe/concave vorm, in combinatie met de vislijn en de glijschoen, ervoor zorgdragen dat het scheerbord kan kantelen en naar de waterbodem toe bewegen of daar juist vandaan .
Volgens een voorkeuruitvoeringsvorm kunnen de beide oppervlakken van de flap in hoofdzaak doorlopend met het concave oppervlak en het convexe oppervlak zijn uitgevoerd waardoor een constructie wordt verkregen die een uitstekende en nauwkeurige geleiding van de waterstroom verschaft en die zeer goed bestand is tegen beschadiging.
Een stabiele en stevige constructie wordt verkregen wanneer het trekorgaan op een positie nabij de overgang tussen het eerste en het tweede borddeel is voorzien. Met name heeft het om dezelfde reden de voorkeur dat het voorloperorgaan op een positie nabij de overgang tussen het eerste en het tweede borddeel is voorzien.
Wanneer het scheerbord twee borddelen omvat kan de flap zowel aan het eerste als aan het tweede borddeel zijn voorzien, waarbij de keuze kan worden bepaald door de gewenste wijze van reactie van het scheerbord bij aanpassing van de positie van de flap. In het scheerbord kan de flap derhalve scharnierbaar zijn geplaatst ten opzichte van het scheerbord, in het bijzonder ten opzichte van ten minste een van het eerste borddeel en het tweede borddeel.
Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm kan een eerste flap scharnierbaar zijn geplaatst ten opzichte van het eerste borddeel en kan een tweede flap scharnierbaar zijn geplaatst ten opzichte van het tweede borddeel.
Het scheerbord volgens de uitvinding heeft een in de ver-plaatsingsrichting gerichte voorzijde en een van de verplaatsings-richting afgekeerde achterzijde. Hierbij heeft het de voorkeur dat de regelbare flap aan de achterzijde is gelegen, wat namelijk een uiterst stabiel gedrag oplevert en bovendien een constructief zeer sterk scheerbord oplevert.
De voorkeur gaat verder uit naar een scheerbord, met name maar niet uitsluitend een scheerbord met twee borddelen en waarbij een flap is voorzien aan het tweede borddeel dat onder een hoek is geplaatst ten opzichte van het eerste scheerbord, waarbij de glij-schoen middels een hefboom scharnierbaar aan het scheerbord en werkzaam met de flap is verbonden, zodanig dat in een eerste relatief van het scheerbord afgelegen positie van de glijschoen de flap een relatief geringe concaviteit verschaft en in een tweede, relatief dicht bij het scheerbord gelegen positie de flap een relatief grote concaviteit verschaft. Door een dergelijke constructie van het scheerbord zal het scheerbord zich van de waterbodem weg bewegen wanneer de glijschoen de bodem raakt en daardoor het tasterorgaan naar het scheerbord toe wordt verplaatst. De mate van weg bewegen kan worden ingesteld door de onderlinge hoek van het eerste en tweede borddeel en de mate waarin de flap wordt verplaatst .
De flap is constructief verbonden met het tasterorgaan. Dit kan een star bedieningsorgaan zijn, bijvoorbeeld een stangcon-structie of een flexibel bedieningsorgaan, zoals een kabelverbin-ding. Om met name in het geval van een flexibele verbinding te voorkomen dat het verbindingsorgaan los komt te hangen, zoals kan gebeuren bij een kabel, heeft het de voorkeur dat ten minste een van het tasterorgaan en de flap middels een veerorgaan is voorbelast in een uitgangspositie. Bijvoorbeeld kan dit een van het scheerbord afgelegen positie van het tasterorgaan zijn. Op overeenkomstige wijze kan de flap bijvoorbeeld zijn voorbelast in een tegengestelde richting. Bij het raken van de waterbodem door de glijschoen zal de positie van de flap worden bepaald door de positionering van het tasterorgaan.
In hoofdzaak kan er derhalve voor worden gezorgd met de uitvinding dat een geringe verandering van het tasterorgaan ten op zichte van het bord ten gevolge van een verhoging of verdieping van de waterbodem een in hoofdzaak onmiddellijke wijziging van de positie van de flap tot gevolg heeft waardoor het scheerbord onmiddellijk de gewijzigde contour van de waterbodem volgt. Daardoor zal slechts de glijschoen de waterbodem raken, wat een geringe inwerking op de waterbodem zal hebben en een zeer lage weerstand oplevert. Een dergelijk gedrag is eenvoudig en zeker te verkrijgen met het scheerbord volgens de uitvinding.
Derhalve heeft het de voorkeur dat het tasterorgaan op een van het scharnierpunt met het scheerbord afgelegen positie is verbonden met een bedieningsorgaan, bij voorkeur een kabel of stang-constructie, voor het bedienen van de flap.
De glijschoen zal een zich in een lengterichting uitstrekkend lichaam kunnen omvatten. Om een zo gering mogelijke beïnvloeding van de waterbodem te verkrijgen heeft het de voorkeur dat de len-terichting van de glijschoen parallel aan de verplaatsingsrichting is gelegen.
Zo heeft het eveneens de voorkeur dat het tasterorgaan parallel aan de verplaatsingsrichting is gelegen, aangezien hierdoor bij het raken van de waterbodem en het scharnieren van het tasterorgaan ten opzichte van het scheerbord een zeer geringe schuifbe-weging over de waterbodem wordt verkregen.
Het scheerbord volgens de uitvinding heeft bij voorkeur enigszins de vorm van een vleugel, waarbij het scheerbord aan de voorzijde een afgeronde rand en aan de achterzijde een relatief scherpere rand omvat. Dit verschaft een optimaal gedrag van het scheerbord in het water.
Het scheerbord volgens de uitvinding omvat bij voorkeur voorts een hoogteroer voor het regelen van de positionering van het scheerbord ten opzichte van de waterbodem, welk hoogteroer werkzaam is verbonden met het tasterorgaan, zodanig dat in een eerste relatief van het scheerbord afgelegen positie van de taster en de glijschoen het hoogteroer het scheerbord relatief naar de bodem toe dwingt en in een tweede, relatief dicht bij het scheerbord gelegen positie van de taster het hoogteroer het scheerbord relatief van de bodem af dwingt; waarbij het hoogteroer bij voorkeur is gevormd als een vleugel met een naar de waterbodem gericht concaaf oppervlak en een daarvan afgelegen convex oppervlak.
Volgens een verder aspect heeft de uitvinding betrekking op de toepassing van een set scheerborden volgens de uitvinding, waarbij beide scheerborden enerzijds middels een treklijn zijn verbonden met een schip en anderzijds middels een voorloper zijn verbonden met een trawlnet, waarbij, betrokken op de verplaat-singsrichting, een eerste scheerbord aan een linkerzijde is gelegen en een tweede scheerbord aan een rechterzijde is gelegen, zodanig dat een zich van elk scheerbord uitstrekkend tasterorgaan welke een glijschoen omvat met een glijzijde van de glijschoen over de waterbodem wordt gevoerd voor het boven de waterbodem geleiden van het scheerbord.
Een uitvoeringsvorm hiervan wordt gevormd door de toepassing van een set scheerborden volgens de uitvinding, waarbij beide scheerborden enerzijds middels een vislijn zijn verbonden met een schip en anderzijds middels een voorloper zijn verbonden met een trawlnet, waarbij, betrokken op de verplaatsingsrichting, een eerste scheerbord aan een linkerzijde is gelegen en een tweede scheerbord aan een rechterzijde is gelegen, zodanig dat concave oppervlakken van de beide scheerborden naar elkaar toe zijn gericht .
Op overeenkomstige wijze heeft de uitvinding betrekking op de toepassing van een set scheerborden volgens de uitvinding zoals hiervoor besproken, met name een scheerbord met twee borddelen welke onderling gekanteld zijn, waarbij beide scheerborden enerzijds middels een vislijn zijn verbonden met een schip en anderzijds middels een voorloper zijn verbonden met een trawlnet, waarbij, betrokken op de verplaatsingsrichting, een eerste scheerbord aan een linkerzijde is gelegen en een tweede scheerbord aan een rechterzijde is gelegen, zodanig dat het tweede borddeel van elk scheerbord van het andere scheerbord af is gekanteld.
De uitvinding zal hierna aan de hand van een tekening nader worden uitgelegd. De tekening toont hierbij in:
Fig. 1 een schematisch perspectivisch aanzicht van een scheerbord volgens de uitvinding,
Fig. 2 een detail van het scheerbord volgens Fig. 1,
Fig. 3 een uitsnede van onderdelen van een scheerbord volgens de uitvinding,
Fig. 4 een zijaanzicht van een scheerbord volgens Fig. 3, en
Fig. 5 een doorsnede door het scheerbord volgens Fig. 4.
In de figuren zijn dezelfde onderdelen middels dezelfde ver-wijzingscijfers aangeduid. Echter, de voor een praktische uitvoering van de uitvinding noodzakelijke onderdelen zijn niet alle getoond, vanwege de eenvoud van de weergave.
Fig. 1 toont een schematisch perspectivisch aanzicht van een scheerbord 1 volgens de uitvinding. Het scheerbord 1 omvat twee borddelen 2, 3, welke in de getoonde uitvoeringsvorm gekanteld zijn ten opzichte van elkaar.
Het eerste borddeel 2 omvat aan een glijzijde 4 een hefboom 5 waar een glijschoen 6 aan is bevestigd. De glijschoen 6 is hier als twee afzonderlijke elementen voorzien, maar kan een enkel element of eventueel meer dan twee elementen omvatten.
Het eerste en tweede borddeel 2, 3 zijn beide gebogen gevormd, zodanig dat een concaaf oppervlak 7, 8 en een convex oppervlak 9, 10 wordt gevormd. De oppervlakken 7, 9 aan het eerste borddeel 2 zijn aan tegenover elkaar gelegen zijden van het borddeel 2 gelegen. Dit geldt op overeenkomstige wijze voor de oppervlakken van het tweede borddeel 3.
Het scheerbord 1 omvat een trekorgaan 11 waaraan een lijn kan worden bevestigd voor het door het water voorttrekken van het scheerbord 1. Het scheerbord 1 is ingericht om een trawlnet (niet getoond) voort te trekken en open te houden, om welke reden het scheerbord 1 tevens een voorloperorgaan 12 omvat voor het daaraan bevestigen van een zogenoemde voorloper of bodemlijn welke is verbonden met het trawlnet.
Om de positionering van het scheerbord 1 in het water te kunnen regelen, en daarmee de richting waar het scheerbord 1 door het water gaat, is een regelbare flap 13 aan het tweede borddeel 3 voorzien. Hoewel in de figuren niet getoond, kan de flap 13 ook aan het eerste borddeel 2 zijn voorzien, of kunnen de beide borddelen 2, 3 elk een eigen regelbare flap omvatten.
Het scheerbord volgens de uitvinding kan tevens een hoogteroer omvatten om de hoogtepositionering van het scheerbord ten opzichte van de waterbodem te regelen. Dit hoogteroer kan een vleu gel omvatten met een convex en/of concaaf oppervlak, in hoofdzaak overeenkomstig het convexe/concave oppervlak van het scheerbord.
De vleugel zal tijdens gebruik in hoofdzaak horizontaal gepositioneerd zijn, waardoor de vleugel geen zijdelingse verplaatsing van het scheerbord induceert maar slechts een verplaatsing van de waterbodem weg of daar naartoe.
De flap 13 is volgens de uitvoeringsvorm van Fig. 1 schar-nierbaar verbonden met het tweede scheerbord 3 nabij de schei-dingsgrens 14. Door de flap 13 richting de convexe zijde 10 te verplaatsen wordt een minder convex dan wel minder concaaf oppervlak van het tweede borddeel 3 verkregen. Door de flap 13 daarentegen richting de concave zijde 10 te verplaatsen wordt een meer convex dan wel meer concaaf oppervlak van het tweede borddeel 3 verkregen. Hierdoor wordt de richting die het scheerbord 1 in het water zal uitgaan veranderd.
Het scheerbord 1 omvat een om een draaias 15 scharnierbare tasterorgaan 5 (ook wel aangeduid als hefboom 15). De hefboom 5 is voorts middels een bedieningsorgaan 16, in de hier getoonde uitvoeringsvorm een kabel 16 maar dit kan eventueel een stangcon-structie zijn, werkzaam gekoppeld met de flap 13 voor het bedienen daarvan. Deze constructie is in meer detail getoond in Fig. 2 en Fig. 3. Fig. 2 toont het detail II uit Fig. 1. De kabel 16 is gevoerd via een rol 18 waardoor een beweging van de hefboom 5 kan worden overgebracht op de flap 13.
De kabel 16 is verbonden met de hefboom 5. Bij het omlaag bewegen van de hefboom 5, dat wil zeggen in een richting die van de flap 13 is af gericht, bijvoorbeeld doordat het scheerbord 1 op een zodanige hoogte boven een waterbodem is gelegen dat de glij-schoen 6 de waterbodem niet raakt, zal de kabel 16 worden aangetrokken. De flap 13 zal daardoor scharnieren om de draaias 17, welke is gelegen nabij grenslijn 14, waardoor een sterker concaaf oppervlak 8 en convex oppervlak 9 wordt gevormd.
Omgekeerd, wanneer de hefboom 5 omhoog beweegt zal de flap 13 de andere richting uit bewegen waardoor een minder concaaf oppervlak 8 en convex oppervlak 9 wordt gevormd.
Fig. 4 toont een zijaanzicht van het scheerbord 1 volgens de uitvinding. Fig. 4 tont een zijaanzicht van de constructie volgens
Fig. 3, waarbij het eerste en tweede borddeel 2, 3 beide geheel zijn getoond.
In Fig. 5 is een doorsnede getoond volgens de lijn V-V in Fig. 4. Het scheerbord 1 omvat twee borddelen 2, 3, waarbij het bovenste borddeel 3 ten opzichte van de vislijn en voorloperlijn naar buiten toe is gericht. Van twee in de praktijk samen te gebruiken scheerborden 1 om een net voort te trekken, zijn de bovenste borddelen 3 derhalve van elkaar weg gericht. De verplaatsings-richting 22 van het scheerbord 1 is in deze figuur aangetoond. De lengterichting van de hefboom 5 en van de glijschoen 6 ligt in de getoonde uitvoeringsvorm gelijk aan, dat wil zeggen parallel met, de verplaatsingsrichting 22. De treklijn of vislijn 19 en de voorloper of bodemlijn 20 zijn eveneens in Fig. 5 aangeduid. Door het oppervlak 10 sterker convex te maken, door de flap 13 aan te trekken, zal de voorzijde 21 van het scheerbord 1 van de vislijn 19 weg draaien. Het onderste borddeel 2 beweegt relatief naar de vislijn 19 toe, het bovenste borddeel 3 beweegt van de vislijn 19 weg. Het scheerbord 1 kantelt derhalve met de bovenzijde naar buiten toe zodat het scheerbord 1 zowel een spreidingskracht op het visnet genereert als een neerwaartse, naar de waterbodem toe gerichte kracht.
Het scheerbord 1 is middels de treklijnen 19 verbonden met een schip (een trawler, niet getoond) en trekt een trawlnet (niet getoond) voort door het water aan voorlopers 20. Daartoe zijn in de praktijk twee van dergelijke scheerborden 1 voorzien, zoals schematisch aangeduid in Fig. 5.
De uitvinding is niet beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren getoonde uitvoeringsvormen. De uitvinding wordt slechts beperkt door de bijgevoegde conclusies.
De uitvinding strekt zich tevens uit over elke combinatie van maatregelen die hiervoor onafhankelijk van elkaar zijn beschreven.

Claims (21)

1. Scheerbord ten gebruike bij trawlvisserij voor het boven een waterbodem openhouden van een trawlnet, welk scheerbord is ingericht voor verplaatsing boven de waterbodem in een verplaatsings-richting, waarbij het scheerbord een eerste oppervlak omvat aan een ten opzichte van de verplaatsingsrichting gelegen voorzijde en een tweede oppervlak omvat aan een van de verplaatsingsrichting af gelegen achterzijde en waarbij het scheerbord aan de achterzijde een trekorgaan voor het koppelen van een treklijn van het trawlnet omvat en aan de voorzijde ten minste een voorloperorgaan voor het bevestigen van een voorloper omvat, met het kenmerk, dat het scheerbord een zich van het scheerbord uitstrekkend tasterorgaan omvat voor geleiding over de waterbodem, welk tasterorgaan een glijschoen omvat met een glijzijde voor contact met de waterbodem voor het boven de waterbodem geleiden van het scheerbord.
2. Scheerbord volgens conclusie 1, waarbij ten minste een van het tasterorgaan en de glijschoen zich evenwijdig aan de verplaatsingsrichting van het scheerbord uittrekt.
3. Scheerbord volgens conclusie 1 of 2, waarbij het tasterorgaan, ten opzichte van de verplaatsingsrichting, zich vanaf een bevesti-gingspositie aan het scheerbord uitstrekt naar achteren toe.
4. Scheerbord volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij het tasterorgaan, ten opzichte van de verplaatsingsrichting, zich vanaf het scheerbord uitstrekt naar een positie tot achter het scheerbord.
5. Scheerbord volgens conclusie 1, waarbij het scheerbord aan de voorzijde een concaaf oppervlak omvat en aan de achterzijde een convex oppervlak omvat, waarbij aan de convexe zijde een voorloperorgaan voor het bevestigen van een voorloper van het trawlnet is voorzien en aan de concave zijde ten minste een trekorgaan voor het bevestigen van een treklijn is voorzien.
6. Scheerbord volgens conclusie 1, omvattende een tijdens gebruik aan de zijde van de waterbodem gelegen onderzijde en een daar tegenover liggende bovenzijde, waarbij over ten minste een deel van een zich tussen de onderzijde en bovenzijde uitstrekkende zijrand van het scheerbord een regelbare flap is voorzien voor het aanpassen van de oppervlaktevorm van het oppervlak van het scheerbord, bij voorkeur van de concaviteit en convexiteit van het oppervlak van het scheerbord.
7. Scheerbord volgens conclusie 6, waarbij de taster en de glij-schoen verplaatsbaar ten opzichte van het scheerbord en werkzaam met de flap zijn verbonden, zodanig dat in een eerste relatief van het scheerbord afgelegen positie van de taster en de glijschoen de flap een relatief geringe concaviteit verschaft en in een tweede, relatief dicht bij het scheerbord gelegen positie de flap een relatief grote concaviteit verschaft.
8. Scheerbord volgens conclusie 1, waarbij het scheerbord een eerste borddeel omvat met een taster die een glijschoen omvat voor het over de waterbodem geleiden van het scheerbord en voorts een tweede borddeel omvat, welk tweede borddeel aan de van de glijschoen afgelegen zijde van het eerste borddeel daaraan is gekoppeld en waarbij ten minste een van de beide borddelen een regelbare flap omvat voor het aanpassen van de concaviteit en convexiteit van het oppervlak van ten minste een van beide borddelen.
9. Scheerbord volgens conclusie 8, waarbij het tweede borddeel aan de van de glijschoen afgelegen zijde van het eerste borddeel daaraan onder een hoek is gekoppeld.
10. Scheerbord volgens conclusie 8 of 9, waarbij het trekorgaan op een positie nabij de overgang tussen het eerste en het tweede borddeel is voorzien.
11. Scheerbord volgens een der conclusies 8 - 10, waarbij het voorloperorgaan op een positie nabij de overgang tussen het eerste en het tweede borddeel is voorzien.
12. Scheerbord volgens conclusie 6 tot en met 11, waarbij de flap scharnierbaar is geplaatst ten opzichte van het scheerbord, bij voorkeur ten opzichte van ten minste een van het eerste borddeel en het tweede borddeel.
13. Scheerbord volgens conclusie 6 tot en met 11, waarbij een eerste flap scharnierbaar is geplaatst ten opzichte van het eerste borddeel en een tweede flap scharnierbaar is geplaatst ten opzichte van het tweede borddeel.
14. Scheerbord volgens conclusie 6, waarbij het scheerbord een in de verplaatsingsrichting gerichte voorzijde heeft en een van de verplaatsingsrichting afgekeerde achterzijde heeft, en waarbij de regelbare flap aan de achterzijde is gelegen.
15. Scheerbord volgens conclusie 7, waarbij het tasterorgaan middels een veerorgaan is voorbelast in de eerste van het scheerbord afgelegen positie.
16. Scheerbord volgens conclusie 7, waarbij de hefboom op een van het scharnierpunt met het scheerbord afgelegen positie is verbonden met een bedieningsorgaan, bij voorkeur een kabel of stangcon-structie, voor het bedienen van de flap.
17. Scheerbord volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het scheerbord aan de voorzijde een afgeronde rand en aan de achterzijde een relatief scherpere rand omvat.
18. Scheerbord volgens een der voorgaande conclusies, omvattende een hoogteroer voor het regelen van de positionering van het scheerbord ten opzichte van de waterbodem, welk hoogteroer werkzaam is verbonden met het tasterorgaan, zodanig dat in een eerste relatief van het scheerbord afgelegen positie van de taster en de glijschoen het hoogteroer het scheerbord relatief naar de bodem toe dwingt en in een tweede, relatief dicht bij het scheerbord gelegen positie van de taster het hoogteroer het scheerbord relatief van de bodem af dwingt; waarbij het hoogteroer bij voorkeur is gevormd als een vleugel met een naar de waterbodem gericht concaaf oppervlak en een daarvan afgelegen convex oppervlak.
19. Toepassing van een set scheerborden volgens een der conclusies 1 tot 18, waarbij beide scheerborden enerzijds middels een treklijn zijn verbonden met een schip en anderzijds middels een voorloper zijn verbonden met een trawlnet, waarbij, betrokken op de verplaatsingsrichting, een eerste scheerbord aan een linkerzijde is gelegen en een tweede scheerbord aan een rechterzijde is gelegen, zodanig dat een zich van elk scheerbord uitstrekkend taster-orgaan welke een glijschoen omvat met een glijzijde van de glij-schoen over de waterbodem wordt gevoerd voor het boven de waterbodem geleiden van het scheerbord.
20. Toepassing volgens conclusie 19 van een set scheerborden volgens een der conclusies 5 tot 18, waarbij beide scheerborden enerzijds middels een treklijn zijn verbonden met een schip en anderzijds middels een voorloper zijn verbonden met een trawlnet, waarbij, betrokken op de verplaatsingsrichting, een eerste scheerbord aan een linkerzijde is gelegen en een tweede scheerbord aan een rechterzijde is gelegen, zodanig dat concave oppervlakken van de beide scheerborden ten minste gedeeltelijk naar elkaar toe zijn gericht.
21. Toepassing volgens conclusie 19 of 20 van een set scheerborden volgens een der conclusies 8 tot 18, waarbij beide scheerborden enerzijds middels een treklijn zijn verbonden met een schip en anderzijds middels een voorloper zijn verbonden met een trawlnet, waarbij, betrokken op de verplaatsingsrichting, een eerste scheerbord aan een linkerzijde is gelegen en een tweede scheerbord aan een rechterzijde is gelegen, zodanig dat het tweede borddeel van elk scheerbord van het andere scheerbord af is gekanteld.
NL2014794A 2015-05-12 2015-05-12 Scheerbord ten gebruike bij trawlvisserij en toepassing daarvan. NL2014794B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2014794A NL2014794B1 (nl) 2015-05-12 2015-05-12 Scheerbord ten gebruike bij trawlvisserij en toepassing daarvan.
EP16169342.9A EP3106029A1 (en) 2015-05-12 2016-05-12 A trawl door for use in trawl fishing and its use

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2014794A NL2014794B1 (nl) 2015-05-12 2015-05-12 Scheerbord ten gebruike bij trawlvisserij en toepassing daarvan.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2014794A NL2014794A (nl) 2016-11-21
NL2014794B1 true NL2014794B1 (nl) 2017-01-27

Family

ID=53718100

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2014794A NL2014794B1 (nl) 2015-05-12 2015-05-12 Scheerbord ten gebruike bij trawlvisserij en toepassing daarvan.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP3106029A1 (nl)
NL (1) NL2014794B1 (nl)

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB190814158A (nl) * 1908-01-06 1909-01-28 Gerrit Zorgdrager
GB357298A (en) * 1930-07-05 1931-09-24 Thomas Samuel Rayton Supporting sledge for otter trawl doors particularly to raise otter trawl doors any height from sea bottom when fishing
US3079720A (en) * 1959-01-22 1963-03-05 Suberkrub Franz Otter boards for trawl nets
US3015903A (en) * 1959-07-13 1962-01-09 F K Lytle Shrimping gear
NL1032044C2 (nl) * 2006-06-22 2007-12-27 H F K Engineering Boomkor.
RU2644954C2 (ru) * 2013-10-14 2018-02-15 Тюборен Скибссмедие А/С Траловая доска

Also Published As

Publication number Publication date
EP3106029A1 (en) 2016-12-21
NL2014794A (nl) 2016-11-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US2062718A (en) Fishing line submerger
NL1032044C2 (nl) Boomkor.
NL2014794B1 (nl) Scheerbord ten gebruike bij trawlvisserij en toepassing daarvan.
US1791316A (en) Fish bait or lure
US20200070036A1 (en) Snowboard Apparatus or Accessory
SE1200649A1 (sv) Styrsked för fiskebete
JP5946146B2 (ja) ルアー
US2542347A (en) Trolling device
US20160207601A1 (en) Water Sport Device Having a Fin
US780029A (en) Trolling-float.
EP3390728B1 (en) Apparatus for making a cross-country ski run
US2787077A (en) Trolling device
US20080244935A1 (en) Snow blade attachment
US7596892B2 (en) Blade for a snow plough
US2906053A (en) Flying eel fish lure
US641544A (en) Combined hook and clasp.
US471231A (en) Truman bentley
US1937428A (en) Sweet potato vine cutter
US2843965A (en) Fishing kite
NL2006744C2 (nl) Glijschoen voor toepassing in een boomkorvistuig.
AU604183B2 (en) Otter board
US571223A (en) Plow-fender
CN203691865U (zh) 悬挂犁
US1852062A (en) Single lever revolving scraper
NL2006570C2 (nl) Vistuig met boomkor voor de bodemvisserij.

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20180601