NL2006744C2 - Glijschoen voor toepassing in een boomkorvistuig. - Google Patents

Glijschoen voor toepassing in een boomkorvistuig. Download PDF

Info

Publication number
NL2006744C2
NL2006744C2 NL2006744A NL2006744A NL2006744C2 NL 2006744 C2 NL2006744 C2 NL 2006744C2 NL 2006744 A NL2006744 A NL 2006744A NL 2006744 A NL2006744 A NL 2006744A NL 2006744 C2 NL2006744 C2 NL 2006744C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
recess
sliding shoe
beam trawl
boom
foot
Prior art date
Application number
NL2006744A
Other languages
English (en)
Inventor
Job Levinus Schot
Original Assignee
Job Levinus Schot
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Job Levinus Schot filed Critical Job Levinus Schot
Priority to NL2006744A priority Critical patent/NL2006744C2/nl
Priority to BE2012/0296A priority patent/BE1019939A4/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2006744C2 publication Critical patent/NL2006744C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K73/00Drawn nets
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K80/00Harvesting oysters, mussels, sponges or the like

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Footwear And Its Accessory, Manufacturing Method And Apparatuses (AREA)

Description

Korte aanduiding: Glijschoen voor toepassing in een boomkorvistuig
P30781NLOO/NBL
De uitvinding heeft betrekking op een glijschoen voor toepassing in een boomkorvistuig, 5 een boomkorvistuig met een dergelijke glijschoen en een vaartuig, in het bijzonder een kotter, dat voorzien is van een boomkorvistuig met een glijschoen volgens de uitvinding. Tevens heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het vangen van vis of schaal- en/of schelpdieren.
In de boomkorvisserij wordt vistuig toegepast dat voorzien is van een dwarsbalk, de 10 zogenaamde boom, die achter het schip wordt gesleept. Aan de boom is een visnet bevestigd. De boom houdt het net open. Dit type visserij wordt veelal toegepast bij het vissen op platvis, zoals tong, schol, schar, tarbot en griet. Platvis leeft op of nabij de zeebodem. Het toegepaste net wordt over de zeebodem gesleept om de vissen te vangen. Ook wordt dit type visserij toegepast bij het vissen op schaal- en schelpdieren, zoals garnalen en mosselen.
15 In het algemeen worden per schip twee vistuigen toegepast, een aan bakboord en een aan stuurboord. Het is echter ook mogelijk dat er een enkel vistuig wordt toegepast.
Het is bekend om aan of nabij de uiteinden van de boom een glijschoen aan te brengen. Deze glijschoen houdt de boom in een positie net boven de zeebodem. Iedere glijschoen heeft aan de onderzijde een loopvlak, dat tijdens het vissen in contact is met de 20 zeebodem. In het algemeen zijn de glijschoenen vrij zwaar, om er voor te zorgen dat de glijschoenen en het net over de zeebodem blijven slepen.
De bekende glijschoenen zakken bij zachtere typen zeebodem vaak enige centimeters in de bodem weg tijdens het vissen. Dit verstoort de zeebodem en zorgt voor een grote weerstand bij het varen, met een relatief hoog brandstofverbruik als gevolg.
25 NL1030878 beschrijft een vistuig voor toepassing in de boomkorvisserij waarbij aan elk uiteinde van de boom een wiel is aangebracht in plaats van een glijschoen. In de praktijk is gebleken dat dergelijke wielen snel slijten. Ook nemen zij het probleem van de bodemverstoring niet weg.
30 De uitvinding beoogt een verbeterde glijschoen voor toepassing in een boomkorvistuig te verschaffen.
Dit doel wordt bereikt met een glijschoen volgens conclusie 1.
De glijschoen volgens de uitvinding heeft een lichaam met een voet, welke voet 35 voorzien is van een loopvlak. Het lichaam is voorzien van een uitsparing, die zich uitstrekt in lengterichting van de voet, gezien in de vaarrichting van het vistuig tijdens het vissen. Deze -2- uitsparing strekt zich uit van de voorrand van de voet (gezien in de vaarrichting) tot aan een uiteinde van de uitsparing. Dit uiteinde ligt aan de achterzijde van de glijschoen, gezien in de vaarrichting van het vistuig tijdens het vissen. Dit achterste uitsparingsuiteinde kan ter plaatse van de achterrand van de voet liggen, of iets daarvoor. Het achterste uitsparingsuiteinde kan 5 open of gesloten zijn.
De zijde van de uitsparing in het loopvlak van de voet is open. Indien de uitsparing zich uitstrekt tot de achterrand van de voet is het achterste uitsparingsuiteinde open en heeft het loopvlak van de voet daardoor twee delen, die van elkaar gescheiden zijn. Indien de uitsparing zich niet uitstrekt tot de achterrand van de voet is het achterste uitsparingsuiteinde 10 gesloten en zal het loopvlak van de voet U-vormig zijn.
Tijdens het vissen wordt het vistuig met de glijschoen of glijschoenen door het schip voortgetrokken. Door voorwaartse beweging van de glijschoen en doordat de uitsparing aan de voorrand van de voet van de glijschoen open is, wordt er zeewater in de uitsparing gedrukt, dat er aan de onderzijde van de voet via het loopvlak weer uit zal stromen.
15 De uitsparing heeft een zodanige vorm dat het oppervlak van de dwarsdoorsnede van de uitsparing nabij de voorzijde van de voet groter is dan het oppervlak van de dwarsdoorsnede van de uitsparing bij het achterste uitsparingsuiteinde. De uitsparing loopt daarmee min of meer taps toe van de voorzijde van de voet in de richting van de achterzijde van de voet. Hierdoor vindt bij het varen drukopbouw in de uitsparing plaats, waardoor het 20 water de uitsparing aan de onderzijde, via het loopvlak van de glijschoen zal verlaten. Hierdoor oefent het water een naar boven, van de zeebodem af gerichte kracht op de glijschoen uit. Bij een voldoende hoge vaarsnelheid komt de glijschoen door deze kracht los van de zeebodem. Het loopvlak van de glijschoen komt dan los van de zeebodem en is dan niet meer in contact met de zeebodem.
25 Naar mate de afstand tussen de glijschoen en de zeebodem toeneemt kan het water gemakkelijker uit de uitsparing stromen. Hierdoor wordt de naar boven gerichte kracht die het water door de uitsparing op de glijschoen uitoefent minder groot. De glijschoen zal doordoor terugzakken in de richting van de zeebodem. Als de glijschoen weer dichter bij de zeebodem komt, neemt de naar boven gerichte kracht weer toe. Er treedt dus een zelfstabiliserend 30 effect op, die de glijschoen terugbrengt naar een evenwichtsafstand tot de zeebodem. De praktijk heeft uitgewezen dat deze evenwichtsafstand in het algemeen enkele centimeters is.
Doordat de glijschoen volgens de uitvinding tijdens het vissen zich op enkele centimeters boven de zeebodem bevindt, in plaats van over of door de zeebodem getrokken wordt zoals de conventionele glijschoenen, is de weerstand die het vistuig ondervindt als het 35 tijdens het vissen het door het water wordt getrokken aanzienlijk lager dan bij vistuig met conventionele glijschoenen. Dit heeft een aanzienlijke besparing van het brandstofverbruik van het schip tot gevolg, en wordt het vistuig onderworpen aan lagere mechanische -3- belastingen. Ook wordt de zeebodem beduidend minder verstoord, en er treedt minder slijtage van de loopvlakken van de glijschoenen op.
De praktijk heeft uitgewezen dat een vloeiend verloop van de dwarsdoorsnede van de uitsparing een goed resultaat geeft.
5 De gewenste vorm van de uitsparing kan worden bereikt door de hoogte van de uitsparing te variëren over de lengte van de uitsparing, door de breedte van de uitsparing te variëren over de lengte van de uitsparing, of door zowel de hoogte als de breedte van de uitsparing te variëren over de lengte van de uitsparing.
In een mogelijke uitvoeringsvorm kan de verandering van de hoogte van de uitsparing 10 worden bereikt door de bovenwand van de uitsparing schuin te laten verlopen van de voorrand van de voet in de richting van het achterste uitsparingsuiteinde. De schuin opgestelde bovenwand kan volgens een rechte lijn verlopen of gekromd zijn.
In een mogelijke uitvoeringsvorm is de bovenwand van de uitsparing gekromd in dwarsrichting van de uitsparing. De dwarsdoorsnede heeft dan dus een gekromde bovenkant. 15 In deze uitvoeringsvorm is het mogelijk om de bovenwand van de uitsparing te maken uit een in lengterichting doorgesneden buisprofiel. In de praktijk zijn goede resultaten bereikt met deze uitvoeringsvorm.
In een mogelijke uitvoeringsvorm kan de verandering van de breedte van de uitsparing worden bereikt door de ten minst een van de twee zijwanden van de uitsparing schuin te 20 laten verlopen van de voorrand van de voet in de richting van het achterste uitsparingsuiteinde. De schuin opgestelde zijwand kan volgens een rechte lijn verlopen of gekromd zijn.
In een mogelijke uitvoeringsvorm is de voorzijde van de voet gekromd in het vlak 25 loodrecht op het loopvlak. Een dergelijke glijschoen heeft minder last van obstakels op de zeebodem.
De glijschoen volgens de uitvinding wordt bevestigd aan een boom van een boomkorvistuig. Het is mogelijk dat een enkele glijschoen wordt toegepast. Deze zal zich dan 30 in het algemeen in het midden of vrijwel in het midden van de boom bevinden. Als alternatief is het mogelijk dat twee glijschoenen worden toegepast. Deze worden dan in het algemeen elk aan of nabij een uiteinde van de boom geplaatst. Een dergelijke constructie leidt in het algemeen tot een betere stabiliteit van het vistuig tijdens het vissen.
35 Traditioneel worden bomen met een ronde dwarsdoorsnede toegepast. Tegenwoordig zijn er ook bomen met een vleugelprofiel. W02007148974 beschrijft een voorbeeld van een -4- dergelijke boom. Bij dergelijke bomen kan het vleugelprofiel zorgen voor een opwaartse kracht.
In een mogelijke uitvoeringsvorm van een boomkorvistuig volgens de uitvinding wordt een dergelijke boom met vleugelprofiel toegepast in combinatie met een glijschoen volgens 5 de uitvinding. De boom met vleugelprofiel kan worden gecombineerd met een of meerdere glijschoenen volgens de uitvinding.
In een variant van deze uitvoeringsvorm bevat het vistuig een hoekstelelement voor het instellen van een hoek die wordt ingesloten door een ondervlak van de boom en het loopvlak van een glijschoen. Op deze manier kunnen de naar boven gerichte krachten die door de 10 vleugelvorm van de boom en door de glijschoen of glijschoenen volgens de uitvinding worden opgewekt op elkaar worden afgestemd en kan de combinatie van deze krachten in grootte en richting worden geoptimaliseerd. De instelling kan bij voorkeur zo worden gekozen dat de opwaartse krachten elkaar versterken of tegenwerken.
In een alternatieve uitvoeringsvorm kan het vleugelprofiel vrij verdraaien ten opzichte 15 van de glijschoen of glijschoenen. Het vleugelprofiel zoekt dan zelf zijn stand ten opzichte van de glijschoen of glijschoenen.
De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van een tekening, die op een niet-beperkende wijze mogelijke uitvoeringsvormen van de uitvinding toont. De tekening toont 20 in:
Fig. 1: een schematisch overzicht van een vaartuig met boomkorvistuig,
Fig. 2: een voorbeeld van een glijschoen volgens de uitvinding,
Fig. 3: een onderaanzicht van een glijschoen volgens de uitvinding, in combinatie met enkele delen van een boomkorvistuig, 25 Fig. 3A: een variant van een glijschoen volgens de uitvinding, in onderaanzicht,
Fig. 4: een voorbeeld van een glijschoen volgens de uitvinding in combinatie met een boom met vleugelprofiel.
Fig. 1 toont een schematisch overzicht, in bovenaanzicht, van een vaartuig 7 dat 30 voorzien is van twee boomkorvistuigen 8. Het vaartuig kan bijvoorbeeld een kotter zijn, bijvoorbeeld ingericht voor de vangst van platvis of garnalen. Aan weerszijden van het vaartuig 7 is een boomkorvistuig 8 bevestigd. Het schip bevat twee gieken 6, een aan bakboord en een aan stuurboord. Tijdens het vissen staan deze gieken in hoofdzaak loodrecht op de vaarrichting V. Aan het uiteinde van elke giek 6 is een boomkorvistuig 8 35 bevestigd.
Elk boomkorvistuig 8 omvat een treklijn 5 voor het bevestigen van het onderwaterdeel van het boomkorvistuig aan de giek 6.
-5-
Het boomkorvistuig 8 omvat verder een boom 2, die zich tijdens het vissen in hoofdzaak loodrecht op de vaarrichting V uitstrekt. In het algemeen zal deze boom 2 zich achter de achtersteven van het vaartuig 7 bevinden.
In het voorbeeld van fig. 1 is aan elk uiteinde van elke boom 2 een glijschoen 1 5 bevestigd. De treklijn 5 is aan de boom 2 en/of aan de glijschoenen 1 bevestigd. Ook het net 3, dat over of zelfs enigszins door de zeebodem sleept tijdens het vissen, is eveneens bevestigd aan de boom 2 en/of aan de glijschoenen 1. De boom 2 houdt het net 3 open tijdens het vissen.
Het onderwaterdeel van het vistuig omvat de boom, het net en de glijschoen of 10 glijschoenen.
Het boomkorvistuig 8 omvat tevens mogelijk wekkerkettingen. Deze zorgen ervoor dat platvissen opschrikken van de bodem en in het net 3 terechtkomen. Het is ook mogelijk dat als alternatief voor de wekkerkettingen een ander type wekkerinrichting wordt toegepast, bijvoorbeeld eren wekkerinrichting van het type dat wordt beschreven in NL8603257. Het is 15 ook mogelijk dat geen wekkerinrichting wordt toegepast.
Fig. 2 toont een voorbeeld van een glijschoen 1 volgens de uitvinding.
De glijschoen 1 volgens de uitvinding heeft een lichaam 12 dat is ingericht om te worden bevestigd aan de boom van een boomkorvistuig. In het voorbeeld van fig. 2 is 20 hiervoor astap 16 aanwezig. Bij het verbinden van de glijschoen met de boom wordt deze astap 16 in de boom geschoven. Als alternatief voor de astap 16, niet getoond, kan een mof worden aangebracht op de glijschoen 1, waar de boom in geschoven wordt. Deze mof kan bevestigd zijn aan de zijkant van het lichaam 12 of bovenop het lichaam 12.
Het lichaam 12 van de glijschoen 1 heeft een voet 11, die aan de onderzijde is voorzien 25 van een loopvlak 13. Dit loopvlak 13 is tijdens gebruik in hoofdzaak naar de zeebodem gericht. Het loopvlak 13 is optioneel voorzien van slijtvast en/of stootvast materiaal en/of van een slijtvaste en/of stootvaste laag.
Het lichaam 12 is voorzien van een uitsparing 10. Deze uitsparing is open aan de voorzijde 14 van het lichaam 12, gezien in vaarrichting V. Ook aan de onderzijde, aan de 30 zijde van het loopvlak 13 is de uitsparing 10 open. De uitsparing 10 strekt zich van de voorzijde 14 van het lichaam 12 uit in de richting van achterzijde 15 van het lichaam 12. Het is mogelijk dat de uitsparing 10 ook aan de achterzijde 15 van het lichaam 12 open is, maar dat is niet noodzakelijk.
De uitsparing heeft, in lengterichting van de uitsparing en in de vaarrichting V gezien, 35 naar achteren afnemend dwarsdoorsnedeoppervlak. Water dat tijdens het varen tijdens het vissen in de uitsparing 10 komt, zal er langs het loopvlak 13 weer uit willen stromen. Hierdoor -6- ontstaat een naar boven gerichte kracht op de glijschoen 10, waardoor bij een voldoende hoge vaarsnelheid in de richting V de glijschoen 1 loskomt van de zeebodem.
In de uitvoeringsvorm van fig. 2 is bovenwand 20 van uitsparing 10 gekromd in een richting dwars op de lengterichting van de uitsparing 10. In deze uitvoeringsvorm is de 5 bovenzijde van de uitsparing 10 gemaakt uit een in lengterichting doorgesneden of doorgeslepen buisprofiel 19. De vorm van de dwarsdoorsnede van de uitsparing 10 heeft daarmee een gekromde bovenzijde. Het blijkt dat een dergelijke vorm goede resultaten geeft. Ook is de vervaardiging van de glijschoen 1 op deze wijze goed te realiseren. Als alternatief kan de bovenwand 20 van de uitsparing 10 vlak zijn in dwarsrichting.
10 In de uitvoeringsvorm van fig. 2 is de voorzijde 18 van de voet 11 gekromd in een vlak loodrecht op het loopvlak 13, zoals bij een ski. Hierdoor kan de glijschoen 1 beter omgaan met obstakels op en oneffenheden in de zeebodem.
In het voorbeeld van fig. 2 is een plaat 4 voorzien voor de bevestiging van wekkerkettingen. De aanwezigheid van een bevestigingsmogelijkheid voor wekkerkettingen 15 of een ander type wekkerinrichting is optioneel.
Fig. 3 toont een glijschoen volgens de uitvinding in onderaanzicht, in combinatie met enkele delen van een boomkorvistuig, zoals de boom 2, de treklijn 5, en het net 3. In het aanzicht van fig. 3 is de uitsparing 10 in het lichaam 12 van de glijschoen 1 goed te zien.
20 De uitsparing 10 heeft een bovenwand 20 en zijwanden 21. In fig. 3 is te zien dat de hoogte van de uitsparing 10 varieert over de lengte: nabij de voorzijde 14 van het lichaam 12, in het bijzonder van de voet 11, heeft de uitsparing 10 meer hoogte dan nabij de achterzijde 15 van het lichaam 12, in het bijzonder van de voet 11. Hierdoor vindt drukopbouw plaats, en zal het water in de uitsparing via het loopvlak 13 uit de uitsparing 10 willen stromen, met een 25 opwaartse kracht op de glijschoen 1 als gevolg.
In de uitvoeringsvorm die getoond is in fig. 3, is de bovenwand 20 van de uitsparing 10 recht in dwarsrichting van de uitsparing 10. Dit is anders dan bij de uitvoeringsvorm van fig. 2, waarbij de bovenwand 20 gekromd is in dwarsrichting van de uitsparing 10.
Fig. 3A toont een variant van een glijschoen 1, in onderaanzicht, die net als de 30 glijschoen van fig. 2 een in dwarsrichting gekromde bovenwand 20 van uitsparing 10 heeft.
In een alternatieve, niet getoonde uitvoeringsvorm wordt de uitsparing 10 naar achteren toe smaller. In een andere alternatieve, niet getoonde uitvoeringsvorm wordt de uitsparing 10 naar achteren toe zowel lager als smaller.
35 Fig. 4 toont een voorbeeld van een glijschoen 1 volgens de uitvinding in combinatie met een boom 2 met vleugelprofiel 9.
-7-
In deze uitvoeringsvorm kunnen het vleugelprofiel 9 van de boom 2 en de glijschoen 1 ten opzichte van elkaar verdraaien om een as die in hoofdzaak evenwijdig loopt aan de lengterichting van de boom 2. Hierdoor kunnen de naar boven gerichte krachten die door de vleugelvorm van de boom en door de glijschoen of glijschoenen volgens de uitvinding worden 5 opgewekt op elkaar worden afgestemd en kan de combinatie van deze krachten in grootte en richting worden geoptimaliseerd.
In het voorbeeld van fig. 4 wordt de draaghoek tussen een ondervlak van het vleugelprofiel 9 en het loopvlak 13 ingesteld door middel van hoekstelelement 25. De instelling kan bij voorkeur zo worden gekozen dat de opwaartse krachten elkaar versterken of 10 tegenwerken.
In het voorbeeld van fig. 4 is het hoekstelelement 25 op een eenvoudige manier gerealiseerd met behulp van een van schroefdraad voorzien element. Deze wordt aan boord in de juiste stand gezet en blijft onderwater is een vaste positie. In een geavanceerde, niet getoonde, versie kan het hoekstelelement tijdens het vissen de hoek tussen vleugelprofiel 9 15 en loopvlak 13 aanpassen.
In een alternatieve, niet getoonde, uitvoeringsvorm kan het vleugelprofiel vrij roteren om de lengterichting van de boom. Het vleugelprofiel zoekt dan zelf zijn stand ten opzichte van de glijschoen of glijschoenen. Het vleugelprofiel kan zo ingericht zijn dat het zelf zijn optimale of neutrale stand opzoekt.
20

Claims (15)

1. Boomkorvistuigglijschoen voor toepassing in de boomkorvisserij, welke glijschoen een lichaam omvat dat is ingericht op te worden bevestigd aan de 5 boom van een boomkorvistuig, welk lichaam een voet heeft, welke voet een loopvlak omvat dat in gebruik naar de zeebodem gericht is, waarbij het lichaam voorzien is van een uitsparing, welke uitsparing open is aan de voorzijde van het lichaam en aan de zijde van het loopvlak, en welke uitsparing aan de zijkanten in hoofdzaak gesloten is, 10 welke uitsparing zich naar achteren uitstrekt, gezien in hoofdzaak in de vaarrichting tijdens het vissen, en welke uitsparing een in de richting naar achteren afnemend dwarsdoorsnedeoppervlak heeft, waardoor - tijdens het vissen - bij het loopvlak uit de uitsparing tredend water een van de zeebodem af gerichte kracht op de glijschoen 15 uitoefent.
2. Glijschoen volgens conclusie 1, waarbij het de uitsparing zich uitstrekt over de gehele lengte van het loopvlak.
3. Glijschoen volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij dwarsdoorsnede van de uitsparing ter plaatse van de voorzijde van de voet hoger is dan de dwarsdoorsnede ter plaatse van het achterste uitsparingsuiteinde.
4. Glijschoen volgens een van de voorgaande conclusies, 25 waarbij dwarsdoorsnede van de uitsparing ter plaatse van de voorzijde van de voet breder is dan de dwarsdoorsnede ter plaatse van het achterste uitsparingsuiteinde.
5. Glijschoen volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de uitsparing een bovenwand heeft, welke bovenwand schuin, bij voorkeur 30 gekromd, verloopt van de voorzijde van de voet naar het achterste uitsparingsuiteinde, en/of waarbij de bovenwand in dwarsrichting van de uitsparing een gekromde vorm heeft.
6. Glijschoen volgens een van de voorgaande conclusies, 35 waarbij de uitsparing twee zijwanden heeft, waarbij ten minste een van de zijwanden schuin, bij voorkeur gekromd, verloopt van de voorzijde van de voet naar het achterste uitsparingsuiteinde.
7. Glijschoen volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de voorzijde van de voet gekromd is in een vlak loodrecht op het loopvlak.
8. Boomkorvistuig, dat omvat: - ten minste een glijschoen volgens een van de voorgaande conclusies, - een boom, waaraan een glijschoen is bevestigd, zodanig dat de lengterichting van de uitsparing in hoofdzaak loodrecht staan op de lengterichting van de boom, - een visnet, dat bevestigd is aan de glijschoen en/of aan de boom. 10
9. Boomkorvistuig volgens conclusie 8, dat twee glijschoenen volgens een van de conclusies 1-7 omvat, waarbij de boom twee uiteinden heeft, waarbij aan of nabij elk van de uiteinden van de boom een glijschoen bevestigd is. 15
10. Boomkorvistuig volgens conclusie 8 of 9, waarbij de boom een vleugelprofiel heeft, en waarbij het loopvlak van een glijschoen een draaghoek insluit met een ondervlak van de boom, waarbij het boomkorvistuig verder een hoekstelelement omvat voor het instellen van 20 deze draaghoek.
11. Vaartuig voorzien van een boomkorvistuig volgens een van de conclusies 8-10.
12. Kotter voorzien van een boomkorvistuig volgens een van de conclusies 8-10. 25
13. Werkwijze voor het vangen van vis of schaal- en/of schelpdieren, Welke werkwijze de volgende stappen omvat: - het met een vaartuig volgens conclusie 11 varen naar een gebied waarin naar verwachting de te vangen vis of schaal- en/of schelpdieren aanwezig zijn, 30. het in het water brengen van het boomkorvistuig, waarbij het visnet en een glijschoen van het boomkorvistuig op of nabij de zeebodem wordt gebracht, - het varen met het vaartuig in een vaarrichting, waarbij het boomkorvistuig achter het vaartuig wordt aangesleept, waarbij het net over de zeebodem wordt getrokken en de glijschoen van het boomkorvistuig los komt van de 35 zeebodem, - het vangen van de vis of schaal- en/of schelpdieren in het visnet.
14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij de te vangen vis platvis is.
15. Werkwijze voor het vangen van vis of schaal- en/of schelpdieren, 5 waarbij gebruik wordt gemaakt van een vistuig met een glijschoen volgens conclusie 1.
NL2006744A 2011-05-09 2011-05-09 Glijschoen voor toepassing in een boomkorvistuig. NL2006744C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2006744A NL2006744C2 (nl) 2011-05-09 2011-05-09 Glijschoen voor toepassing in een boomkorvistuig.
BE2012/0296A BE1019939A4 (nl) 2011-05-09 2012-05-07 Glijschoen voor toepassing in een boomkorvistuig.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2006744A NL2006744C2 (nl) 2011-05-09 2011-05-09 Glijschoen voor toepassing in een boomkorvistuig.
NL2006744 2011-05-09

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2006744C2 true NL2006744C2 (nl) 2012-11-13

Family

ID=47633994

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2006744A NL2006744C2 (nl) 2011-05-09 2011-05-09 Glijschoen voor toepassing in een boomkorvistuig.

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1019939A4 (nl)
NL (1) NL2006744C2 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL7811617A (nl) * 1978-11-27 1980-05-29 Johannes Schwan Gegoten metalen slijtzool voor boomkorschoenen.
FR2534776A1 (fr) * 1982-10-26 1984-04-27 Armel Jego Dispositif de peche a la traine
DE29607388U1 (de) * 1996-04-24 1996-07-11 Ptw Polyurethan Technik Wagenf Kufenbelag aus Kunststoff z.B. Polyurethan für Schleppnetzfanggeschirr zum Fisch- u. Krabbenfang

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL7811617A (nl) * 1978-11-27 1980-05-29 Johannes Schwan Gegoten metalen slijtzool voor boomkorschoenen.
FR2534776A1 (fr) * 1982-10-26 1984-04-27 Armel Jego Dispositif de peche a la traine
DE29607388U1 (de) * 1996-04-24 1996-07-11 Ptw Polyurethan Technik Wagenf Kufenbelag aus Kunststoff z.B. Polyurethan für Schleppnetzfanggeschirr zum Fisch- u. Krabbenfang

Also Published As

Publication number Publication date
BE1019939A4 (nl) 2013-02-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US9615552B2 (en) Fishing lure
US5361528A (en) Trawling system and trawl device for shrimp
CA2799093A1 (en) Draper seal for crop header
WO2007108702A1 (en) A trawl device
US20160360703A1 (en) Windrow merger and pickup head
NL2006744C2 (nl) Glijschoen voor toepassing in een boomkorvistuig.
US20170071132A1 (en) Swather Tractor Swath with a Compressor Attachment
US20180360013A1 (en) Fishing lure trolling spreader bar
US3738046A (en) Advancing fish lure
US8522928B2 (en) Braking apparatus for a skateboard
BE1023421B1 (nl) Visinrichting
NL1039771C2 (nl) Boomkor.
US9504238B2 (en) Fishing lure
US2511521A (en) Field marker
NL2006570C2 (nl) Vistuig met boomkor voor de bodemvisserij.
NL2021312B1 (en) Fishing assembly, method for fishing and conversion kit
FR3046524A1 (fr) Leurre de peche
US20140196353A1 (en) Fishing lure with blade arrangement
US2711609A (en) Fishing lure
NL2013430B1 (en) A lure.
EP2897458A1 (en) Device for fishing
US3250035A (en) Trawl bobbin and chafing apron assembly
FR2967864A1 (fr) Charrue semi-portee avec un organe de nettoyage de roue perfectionne
JP2010239939A (ja) 排稈カッターの切断排出装置
NL1027369C1 (nl) Verbeterde werkwijze ter bevissing van de zeebodem met een viskor op schelpdieren en viskor voorzien van middelen daarvoor.

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20170601