NL2014532B1 - Lonthouder met zijdelingse instroom, kaars voorzien daarvan en werkwijze voor het verschaffen van een lonthouder voor een kaars of kaarsachtige. - Google Patents

Lonthouder met zijdelingse instroom, kaars voorzien daarvan en werkwijze voor het verschaffen van een lonthouder voor een kaars of kaarsachtige. Download PDF

Info

Publication number
NL2014532B1
NL2014532B1 NL2014532A NL2014532A NL2014532B1 NL 2014532 B1 NL2014532 B1 NL 2014532B1 NL 2014532 A NL2014532 A NL 2014532A NL 2014532 A NL2014532 A NL 2014532A NL 2014532 B1 NL2014532 B1 NL 2014532B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
wick
holder
candle
bottom plate
sliver
Prior art date
Application number
NL2014532A
Other languages
English (en)
Inventor
Adriaan Van Dorsser Martien
Original Assignee
Acelmarad Korlátolt Felelősségű Társaság
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Acelmarad Korlátolt Felelősségű Társaság filed Critical Acelmarad Korlátolt Felelősségű Társaság
Priority to DE202015004309.7U priority Critical patent/DE202015004309U1/de
Priority to EP15841091.0A priority patent/EP3230424B1/en
Priority to PL15841091T priority patent/PL3230424T3/pl
Priority to BR112017011486A priority patent/BR112017011486A2/pt
Priority to HUE15841091A priority patent/HUE056902T2/hu
Priority to US15/534,436 priority patent/US20170275559A1/en
Priority to PCT/NL2015/050862 priority patent/WO2016093702A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2014532B1 publication Critical patent/NL2014532B1/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C11ANIMAL OR VEGETABLE OILS, FATS, FATTY SUBSTANCES OR WAXES; FATTY ACIDS THEREFROM; DETERGENTS; CANDLES
    • C11CFATTY ACIDS FROM FATS, OILS OR WAXES; CANDLES; FATS, OILS OR FATTY ACIDS BY CHEMICAL MODIFICATION OF FATS, OILS, OR FATTY ACIDS OBTAINED THEREFROM
    • C11C5/00Candles
    • C11C5/006Candles wicks, related accessories
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23DBURNERS
    • F23D3/00Burners using capillary action
    • F23D3/02Wick burners
    • F23D3/18Details of wick burners
    • F23D3/24Carriers for wicks

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Oil, Petroleum & Natural Gas (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Fats And Perfumes (AREA)

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een lonthouder, een kaars voorzien daarvan en een werkwijze voor het verschaffen van een dergelijke lonthouder voor een kaars. De lonthouder volgens de vinding omvat: een bodemplaat; een in de bodemplaat aangebrachte opening, waarbij de opening aan een in gebruik naar boven gerichte zijde van de bodemplaat is voorzien van een hulsvormig lichaam voor opname van de lont; en waarbij in het hulsvormig lichaam ten minste één zijopening is aangebracht geconfigureerd voor het in gebruik doorlaten van vloeibaar kaarsmateriaal.

Description

Lonthouder met zijdelingse instroom, kaars voorzien daarvan en werkwijze voor het verschaffen van een lonthouder voor een kaars of kaarsachtige
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een lonthouder voor een kaars en kaarsachtigen. Een dergelijke lonthouder wordt in het bijzonder toegepast bij zogeheten waxinekaarsen of theelichtjes, als ook bij andere kaarsen en kaarsachtigen zoals glaskaarsen, graflichten, stompkaarsen en andere kaarsen waarbij een lont wordt gefixeerd door een lonthouder.
Bij uit de praktijk bekende waxinekaarsen of theelichtjes wordt een metalen, glazen, keramisch of kunststof omhulsel voorzien. In het omhulsel wordt een kaars in de vorm van een vulling, bijvoorbeeld als een tablet of als vloeibaar gietsel ("hot filling"), aangebracht. De kaars is voorzien van een lont die aan de onderzijde van de tablet wordt gefixeerd door de lonthouder. De lonthouder is hierbij voorzien van een bodemplaat waarin een opening voor de lont is aangebracht. Bij gebruik wordt door de warmte de vulling vloeibaar en zorgt de lonthouder er voor dat de lont niet gaat drijven. De lont wordt veelal vastgezet in de lonthouder, bijvoorbeeld door de lont vast te klemmen. EP 2361962 en WO 03/064921 tonen dergelijke conventionele lonthouders voor een kaars. DE 39 18 324, DE 40 19 615 en DE 74 28 319 tonen andere lonthouders waarbij een opening is voorzien, echter, onder meer bij het klemmen van de lont in de lonthouder vervorming van de bodemplaat optreedt.
In de praktijk optredende problemen met conventionele lonthouders (en kaarsen) betreffen een niet optimale verbranding. Dit wordt bijvoorbeeld veroorzaakt doordat vloeibaar kaarsmateriaal niet in voldoende mate door de lont kan worden aangezogen. Dit ontstaat bijvoorbeeld doordat bij verlijming van de lonthouder in een houder lijm de lont als het ware verstopt en daarmee zelfs een niet gewenste verlijming van de lont aan of in de lonthouder kan bewerkstelligen.
Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een lonthouder die bovengenoemde problemen opheft of vermindert.
Dit doel wordt bereikt met de lonthouder volgens conclusie 1.
De lonthouder volgens de vinding is voorzien van een bodemplaat met een bij voorkeur centrale opening waarin of waaraan aan een zijde van de bodemplaat hulsvormig lichaam is voorzien voor opname van de lont. Deze zijde betreft in het bijzonder de in gebruik naar boven gerichte zijde van de bodemplaat. Door het hulsvormig lichaam wordt de lont beter op de gewenste positie en in de gewenste richting gehouden. Het hulsvormig lichaam is bij voorkeur voorzien van een ronde doorsnede, hoewel andere vormen ook mogelijk zijn, waaronder bijvoorbeeld een ovale of rechthoekige vorm, of een langgerekte (band) vorm voor een platte lont. Het hulsvormig lichaam heeft bijvoorbeeld een lengte (hoogte) van zo'n 3-10 mm, waarbij een grotere lengte bijvoorbeeld voordelig is bij het plaatsen van een kaars voorzien van de lonthouder volgens de vinding in een glazen houder. Door een grotere hoogte/lengte van de lonthouder, in het bijzonder het hulsvormig lichaam, wordt voorkomen dat in gebruik de vlam te dicht bij de bodem komt. Hiermee wordt onder meer het knappen of barsten van een dergelijke houder vermeden, of het smelten van een alternatieve plastic houder. Het zal duidelijk zijn dat andere afmetingen voor het hulsvormig lichaam en de lonthouder volgens de vinding ook tot de mogelijkheden behoren.
Door het voorzien van ten minste één zijopening wordt zijdelingse instroom van vloeibaar kaarsmateriaal aan de bovenzijde van de bodemplaat bewerkstelligd. Hierdoor hoeft, in gebruik, de lont niet al het vloeibare kaarsmateriaal vanaf de onderzijde van de bodemplaat aan te zuigen. Hiermee wordt bewerkstelligd dat toevoer van vloeibaar kaarsmateriaal naar de lont ook bij een eventueel verstopt raken van de onderzijde van de bodemplaat, bijvoorbeeld door een ongewenst verstopt raken van de lont door de lijm, beter en/of langer gegarandeerd wordt. Hierdoor blijven kaarsen beter en/of langer branden, mede doordat bijvoorbeeld meer wax kan verbranden. Ook bij een opnieuw aansteken van de lont wordt door de zijopeningen de toevoer zodanig verbeterd dat wordt vermeden dat de lont verbrandt terwijl (nog) niet voldoende kaarsmateriaal vloeibaar is geworden. De toevoer van vloeibaar kaarsmateriaal, zoals wax, is bij het opnieuw aansteken eerder mogelijk door een zijopening. Hierdoor zal de lont minder snel verbranden. Naarmate de bodemplaat groter is wordt dit probleem bij conventionele lonthouders steeds groter. Door het voorzien van zijopeningen volgens de vinding wordt dit tegengegaan.
Door de zijopening zodanig te configureren dat vloeibaar kaarsmateriaal in gebruik boven de bodemplaat zijdelings in de lonthouder kan stromen wordt derhalve een betere toestroom naar de lont verschaft. De zijopeningen kunnen worden voorzien als gaten, uitsparingen, sneden en dergelijke. De zijopeningen worden bij voorkeur in of nabij het hulsvormig en in of nabij de bodemplaat aangebracht, bij voorkeur in de overgang van hulsvormig lichaam naar bodemplaat. Het is gebleken dat op een dergelijke positie in de praktijk een effectieve toevoer van vloeibaar kaarsmateriaal naar de lont in de lonthouder wordt gerealiseerd. Door de zijopeningen wordt toevoer van vloeibaar kaarsmateriaal naar de lont verschaft zelfs bij een scheefstand van de bodemplaat.
In een momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm zijn de zijopeningen als sneden voorzien. Bij voorkeur worden de sneden tijdens het dieptrekken aangebracht zonder dat materiaal uitgenomen hoeft te worden, zoals bij het aanbrengen van boorgaten bijvoorbeeld het geval zou zijn. Hierdoor wordt de productie van de lonthouder met zijopeningen vereenvoudigd en kunnen aanpassingen aan conventionele productielijnen beperkt blijven.
Bij voorkeur zijn twee of meer, bij voorkeur drie tot acht, zijopeningen voorzien. Door het voorzien van meerdere zijopeningen, bij voorkeur rondom het hulsvormig lichaam waarin in gebruik de lont zich bevindt, wordt bewerkstelligd dat de lont onder voorkomende omstandigheden op effectieve wijze van vloeibaar kaarsmateriaal wordt voorzien. Een eventuele verstopping of zelfs ongewenste verlijming van de lont in of aan de lonthouder leidt hiermee niet langer per definitie tot een slecht functionerende kaars. Dit speelt voor conventionele lonthouders in toenemende mate bij kleinere bodemplaten. Door de zijopeningen volgens de vinding kan in een dergelijk geval toch voldoende vloeibaar kaarsmateriaal worden aangevoerd.
Volgens de vinding omvat de lonthouder een additionele rillijn aangebracht op of nabij de overgang van bodemplaat naar de opening zodanig dat vervorming van de bodemplaat bij het klemmen van de lont in de lonthouder wordt tegengegaan.
Een verder in de praktijk optredend probleem betreft de vervorming van de bodemplaat. Dit kan bijvoorbeeld resulteren in een niet of minder vlakke bodemplaat. Bijvoorbeeld positionering en/of verlijming van de lonthouder is hierdoor lastiger. Hiermee wordt het productieproces complexer of moeizamer en eventueel zelfs kostbaarder met meer afkeur van producten. Door de niet vlakke bodemplaat functioneert de bodemplaat niet naar behoren waardoor bijvoorbeeld een scheefstand van de lont het gevolg is en/of de brandduur van de kaars wordt gereduceerd.
Door het voorzien van een additionele rillijn wordt bewerkstelligd dat bij het vastzetten van de lont in de houder door het uitoefenen van een klemkracht de bodemplaat niet of nauwelijks vervormt. Door het tegengaan van de vervorming van de bodemplaat wordt een goede werking van de bodemplaat gewaarborgd. Dit heeft onder meer een goede verlijmingskwaliteit tot gevolg waarbij de lont niet uit het midden zal verplaatsen. Bijkomend blijft de lont via de opening in contact met het in gebruik bij voorkeur vloeibare kaarsmateriaal, bijvoorbeeld waxine. Hiermee blijft de brandtijd ofwel de brandduur van de kaars behouden. Ook blijft de lonthouder in gebruik stabieler waardoor de lont rechter ofwel in gebruik verticaal staat, en in gebruik beter in deze positie blijft, waarmee de uitstraling van de kaars wordt verhoogd en/of in gebruik beter behouden blijft.
Een bijkomend voordeel van het voorzien van de additionele rillijn is dat ten gevolgde van het tegengaan van vervorming van de bodemplaat de bodemplaat van kleinere afmetingen kan worden voorzien. Zo kan de bodemplaat in het bijzonder van een kleinere diameter worden voorzien waardoor de hoeveelheid materiaal dat voor de lonthouder van de kaars wordt gebruikt kan worden gereduceerd. Zo is gebleken dat een diameter reductie van een conventionele bodemplaat van zo'n 15 millimeter naar zo'n 12-13 millimeter tot de mogelijkheden behoort met een bijbehorende kostenbesparing op basis van een materiaal besparing van bijvoorbeeld zo'n 20%. Het is gebleken dat door het voorzien van een additionele rillijn vervorming bij alle diameters van de bodemplaat van de lonthouder wordt tegengegaan of zelfs kan worden vermeden. Diameters voor de bodemplaat bedragen bijvoorbeeld 12, 15, 20, 30, 40 en zelfs 80 mm. Opgemerkt wordt dat andere diameters en andere vormen, bijvoorbeeld vierkant, ovaal, stripvormig etc. eveneens tot de mogelijkheden behoren.
Een bij het tegengaan van vervorming van de bodemplaat optredend verder voordeel door de reductie van de diameter van de bovenplaat is dat na gebruik van de kaars de resterende hoeveelheid restmateriaal, waaronder de lonthouder, eveneens wordt gereduceerd.
Voorts is het inbrengen van een lont in de lonthouder volgens de vinding in de praktijk eenvoudiger uitvoerbaar. Dit biedt voordelen in de verwerking van de lonthouder.
In een voordelige voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige vinding is de additionele rillijn voorzien van een buigradius voor de binnenzijde in het bereik van 0,25-4,0 millimeter, bij voorkeur in het bereik van 0,25-3,0 millimeter, met meer voorkeur in het bereik van 0,5-1,0 millimeter, en met de meeste voorkeur zo'n 0,6 millimeter bedraagt.
Door toepassing van een buigradius voor de binnenzijde van de additionele rillijn in de hiervoor genoemde bereiken, bij voorkeur zo'n 0,6 millimeter, is gebleken dat een goede krachtdoorleiding wordt gerealiseerd zodanig dat vervorming van de bodemplaat wordt tegengegaan. De corresponderende buitenradius is zo'n 0,2 millimeter groter.
In een momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm omvat de overgang tussen de bodemplaat en het hulsvormig lichaam twee of meer, bij voorkeur drie, overgangen met een eigen buigradius. Zo is bijvoorbeeld de buigradius tussen bodemplaat en additionele rillijn zo'n 0,3-1,5 millimeter, bij voorkeur 0,3-0,5 millimeter, evenals de buigradius voor de overgang tussen additionele rillijn en het hulsvormig lichaam. De buigradius is hierbij gezien vanaf de binnenzijde van de opening. De radius van de buitenzijde ligt bij voorkeur in het bereik van 0,1-1,3 millimeter, bij voorkeur 0,1-0,3 millimeter. De buigradius van de additionele rillijn bedraagt bijvoorbeeld, zoals hiervoor reeds genoemd, zo'n 0,6 millimeter, gezien vanaf de binnenzijde, terwijl de buitenradius zo'n 0,8 millimeter bedraagt. Het is gebleken dat hiermee vervorming van de bodemplaat op effectieve wijze wordt tegengegaan. Optioneel kunnen één of meer additionele rillijnen worden voorzien.
Verder optioneel kunnen additionele (boor)gaten in de bodemplaat worden voorzien om bijvoorbeeld een stroming van vloeibaar kaarsmateriaal van de onderzijde naar de bovenzijde van de bodemplaat mogelijk te maken. Eveneens optioneel behoren andere dan ronde vormen voor de opening en/of bodemplaat tot de mogelijkheden, bijvoorbeeld ovaal of rechthoekig.
Het is gebleken dat de combinatie van het voorzien van een additionele rillijn en zijopeningen een optimale prestatie van de kaars verschaft. Hierbij wordt onder nagenoeg alle in de praktijk optredende omstandigheden een goede toevoer van vloeibaar kaarsmateriaal naar de lont bewerkstelligd. Het is gebleken dat dit resultaat zelfs behaald kan worden in geval de lont niet correct is vastgezet aan de lonthouder.
De onderhavige uitvinding heeft voorts betrekking op een kaars of kaarsachtige voorzien van een lonthouder zoals hiervoor beschreven.
Een dergelijke kaars biedt gelijke effecten en voordelen als hiervoor beschreven ten aanzien van de lonthouder. Dergelijke kaarsen betreffen bijvoorbeeld waxinekaarsen of theelichtjes, glaskaarsen, graflichten, stompkaarsen en andere kaarsen of kaarsachtigen waarbij een lont wordt gefixeerd door een lonthouder.
De uitvinding heeft voorts tevens betrekking op een werkwijze voor het voorzien van een lonthouder voor een kaars of kaarsachtige, omvattende de stappen: - het aanleveren van een plaat uitgangsmateriaal; en - het vervormen van de plaat voor het vormen van een lonthouder zoals hiervoor beschreven.
Een dergelijke werkwijze biedt gelijke effecten en voordelen als hiervoor beschreven voor de lonthouder en/of kaars voorzien daarvan. Onder plaat wordt in het kader van de vinding onder meer plaat, band, strip, folie etc. verstaan.
Voor het verschaffen van een kaars wordt bij voorkeur in de opening van de lonthouder een kaarslont aangebracht.
De lont wordt hierbij bij voorkeur vastgezet in de lonthouder, bijvoorbeeld door plaatselijke vervorming, zoals klemming.
In een momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm omvat het vastzetten van de lont in de lonthouder het klemmen van de lont in de lonthouder. Dit klemmen wordt bijvoorbeeld uitgevoerd door het plaatselijk samendrukken van het hulsvormig lichaam op één of meer posities, of geheel of gedeeltelijk rondom. Het is gebleken dat door het voorzien van de hiervoor genoemde additionele rillijn of rillijnen vervorming van de bodemplaat in hoofdzaak geheel uitblijft of althans significant vermindert in vergelijking met de productie van conventionele lonthouders. Hiermee wordt bewerkstelligd dat met een kleinere afmeting bodemplaat volstaan kan worden en/of de kwaliteit van de lonthouder wordt vergroot. Dit reduceert bijvoorbeeld het gebruik van plaatmateriaal voor een lonthouder in een kaars.
In een momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm volgens de vinding worden de één of meer zijopeningen door dieptrekken aangebracht in de lonthouder. Hierbij behoort het tot de mogelijkheden een aantal gaten of openingen te voorzien, waarna het dieptrekken wordt uitgevoerd, waarbij de gewenste zijopeningen tijdens het dieptrekken worden gerealiseerd. Dit heeft als voordeel dat geen separate (na)bewerkingsstappen, zoals een boorstap, nodig zijn voor het vervaardigen van de lonthouder volgens de vinding. Hiermee wordt een effectief vervaardigingsproces voor de lonthouder verschaft.
Verdere voordelen, kenmerken en details van de uitvinding worden toegelicht aan de hand van de voorkeursuitvoeringsvormen daarvan, waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde tekeningen waarin tonen: - figuur 1, een aanzicht van een lonthouder volgens de vinding; - figuur 2 A-C, aanzichten en een doorsnede van de lonthouder uit figuur 1; - figuur 3 A-B, een aanzicht en een doorsnede van een kaars voorzien van de lonthouder uit figuur 1; - figuur 4, een aanzicht van een alternatieve uitvoeringsvorm zonder rillijn; - figuur 5, een aanzicht van een verdere alternatieve uitvoeringsvorm volgens de vinding; - figuur 6, een aanzicht van een conventionele lonthouder; - figuur 7 A-B aanzichten van een verdere uitvoeringsvorm volgens de vinding; - figuur 8 een aanzicht van een verdere alternatieve uitvoeringsvorm volgens de vinding; en - figuur 9 een aanzicht van een nog verdere alternatieve uitvoeringsvorm volgens de vinding.
Lonthouder 2 (figuur 1) is voorzien van bodemplaat 4, opening 6 en huls 8 voor opname van een lont. Tussen bodemplaat 4 en huls 8 is rillijn 10 voorzien en de vorm van een additionele rand.
Rillijn 10 is voorts voorzien van opening 11. In de getoonde uitvoeringsvorm is houder 2 voorzien van een drietal groepen of paren van telkens twee openingen 11 in de vorm van sneden. Het zal duidelijk zijn dat ook een ander aantal openingen en/of andere vorm volgens de vinding tot de mogelijkheden behoort.
In de getoonde uitvoeringsvorm is lonthouder 2 (figuur 2 A-C) voorzien van voeten 12 uitgevoerd in de vorm van uitstulpingen. Uitstulpingen 12 zorgen in gebruik voor een capillaire werking zodanig dat de lont van onderaf wordt gevoed met het vloeibare materiaal van de kaars. Voorts is huls 8 via eerste overgang 14 verbonden met rillijn 10, en vervolgens via tweede overgang 16 met bodemplaat 4.
In de getoonde uitvoeringsvorm is bodemplaat 4 voorzien van een dikte van zo'n 0,15-0,25 millimeter en een diameter van zo'n 12,5 millimeter. Het zal duidelijk zijn dat materiaaldikten kunnen variëren, bijvoorbeeld van 0,10-2 mm, bij voorkeur 0,15-1 mm. Voorts zal duidelijk zijn dat in het kader van de vinding onder plaatmateriaal onder meer plaat, strip, folie en band begrepen dient te worden, vervaardigd uit diverse mogelijke materialen waaronder staal, aluminium, messing en veredeld staal zoals verzinkt, vertind of verchroomd. Optioneel kan ook kunststofmateriaal zoals polycarbonaat als uitgangsmateriaal worden toegepast, bijvoorbeeld in een spuitgietproces. Hierbij behoort het tot de mogelijkheden de lonthouder en de houder als één enkel deel te vervaardigen. De buitenradius voor eerste en tweede overgang 14,16 is zo'n 0,4 millimeter en de binnenradius zo'n 0,2 millimeter. Voor rillijn 10 bedragen corresponderende waarden 0,8 respectievelijk 0,6 millimeter. De diameter van opening 6 bedraagt zo'n 3 millimeter en de binnendiameter van huls 8 bedraagt zo'n 2,6 millimeter. Het zal duidelijk zijn dat genoemde afmetingen kunnen variëren. Zo ligt de binnendiameter van huls 8 in veel uitvoeringsvormen in het bereik van 1,6 tot 6 mm.
Kaars 18 (figuur 3 A-B) is voorzien van houder 20 waarin een vulling 22 aangebracht is, of waarbij houder 20 anderszins met kaarsmateriaal vulbaar is. Houder 20 is voorzien van lont 24 met lonthouder 2. Door uitstulpingen 12 is tussen de onderzijde van bodemplaat 4 en bodem 26 van houder 20 ruimte 28 voorzien. In gebruik is ruimte 28 gevuld met vloeibaar kaarsmateriaal. Door vervorming 29 wordt lont 24 geklemd in huls 8. Vervorming 29 kan op één of meerdere punten, of zelfs rondom, worden aangebracht.
Lonthouder 102 (figuur 4) is voorzien van bodemplaat 104, huls 106 en overgang of buiging 108. In of nabij buiging 108 is een aantal openingen 110 voorzien, in de getoonde uitvoeringsvorm bij voorkeur uitgevoerd als sneden. Lonthouder 102 is derhalve niet voorzien van een additionele rillijn.
Alternatief gevormde lonthouder 202 (figuur 5) is voorzien van bodemplaat 204, met opening 206 en houder 208. In de getoonde uitvoeringsvorm zijn bodemplaat 204, opening 206 en houder 208 voorzien van een ovalen vorm. Het zal duidelijk zijn dat andere vormen volgens de vinding eveneens tot de mogelijkheden behoren. Voorts zijn zijopeningen 212 voorzien, bij voorkeur in of nabij rillijn 210. Voorts zijn in de getoonde uitvoeringsvorm naast voeten (elementen 12 in figuren 1 en 2) optionele boorgaten 214 voorzien die stroming van vloeibaar kaarsmateriaal vanaf de onderzijde naar de bovenzijde van bodemplaat 204 mogelijk maken.
Conventionele lonthouder 30 (figuur 6) is voorzien van bodemplaat 32, huls 34 en een enkele overgang 36. Een dergelijke conventionele lonthouder wordt bijvoorbeeld getoond in EP 2361962.
Lonthouder 302 (figuur 7A-B) is voorzien van bodemplaat 304, huls 306 voor opname van een lont, en additionele rillijn 308. In de getoonde uitvoeringsvorm zijn een drietal brugdelen 310 aangebracht door op deze plaatsen af te zien van rillijn 308. Aan in hoofdzaak de zijkanten van delen 310 zijn daarbij zijopeningen 312 aangebracht om toevoer van wax naar de lont vanaf de zijkant mogelijk te maken. Voorts zijn in de getoonde uitvoeringsvorm een drietal voeten 314 voorzien.
Een alternatieve lonthouder 402 (figuur 8) is voorzien van een bodemplaat 404, huls 406 voor opname van een lont en een omgekeerde rillijn 408 in vergelijking met de hiervoor besproken variant van lonthouder 302. Ook alternatieve lonthouder 402 is aan zijkanten van delen 410 voorzien van zijopeningen 412. Openingen 412 fungeren als additionele toevoer van wax naar de lont. Tevens zijn voeten 414 voorzien.
Een verder alternatieve lonthouder 502 (figuur 9) is voorzien van bodemplaat 504, huls 506 voor opname van een lont, en een negatief gevormde rillijn 508 die ligt in de in gebruik naar onder gerichte zijde van bodemplaat 504. Zijopeningen 510 aan onderzijde van bodemplaat 504 verzorgen additionele toevoer van wax naar de lont. Optioneel zijn additionele voeten, bijvoorbeeld in de vorm van groeven 512, aangebracht ter vergroting van de steunfunctie. Desgewenst kunnen additionele zijopeningen aan de bovenzijde van bodemplaat 504 worden voorzien.
Het zal duidelijk zijn dat diverse aspecten van een getoonde uitvoeringsvorm toegepast kan worden in een andere al dan niet getoonde uitvoeringsvorm. Ook de vorm van zijopeningen 11, 312, 412 kan worden gevarieerd.
Voor de productie van lonthouder 2, 202, 302, 402 volgens de vinding wordt bij voorkeur uitgegaan van een plaatmateriaal. Vervolgens wordt in een aantal procesgangen lonthouder 2 in de gewenste vorm gebracht, bij voorkeur met rillijn 10 en openingen 11. Het plaatmateriaal wordt hierbij geperst in een schaal of matrijs met de gewenste vorm. Vervolgens wordt lont 24 aangebracht in huls 8. In de getoonde uitvoeringsvorm wordt huls 8 vervolgens geknepen of door hitte vervormd, waardoor lont 24 vast wordt gezet aan lonthouder 2. Bij deze klemming worden krachten door rillijn 10 optimaal doorgeleid, zodanig dat geen relevante vervorming van bodemplaat 4 optreedt.
De onderhavige uitvinding is geenszins beperkt tot de bovenbeschreven uitvoeringsvormen daarvan. De gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies, binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn. Zo behoort het tot de mogelijkheden meerdere rillijnen 10 te voorzien om daarmee kracht doorleiding verder te verbeteren en vervorming van bodemplaat 2 verder tegen te gaan. Aanvullend of alternatief aan uitstulpingen 12 kunnen groeven of inkepingen worden voorzien die bij voorkeur als één geheel met bodemplaat 4 zijn voorzien.

Claims (12)

1. Lonthouder voor een kaars, omvattende: een bodemplaat; een in de bodemplaat aangebrachte opening, waarbij de opening aan een in gebruik naar boven gerichte zijde van de bodemplaat is voorzien van een hulsvormig lichaam voor opname van de lont; waarbij in het hulsvormig lichaam ten minste één zijopening is aangebracht geconfigureerd voor het in gebruik doorlaten van vloeibaar kaarsmateriaal; en een nabij de overgang van bodemplaat naar de opening aangebrachte additionele rillijn zodanig dat vervorming van de bodemplaat bij het klemmen van de lont in de lonthouder wordt tegengegaan.
2. Lonthouder volgens conclusie 1, waarbij de zijopening is geconfigureerd voor het in gebruik boven de bodemplaat zijdelings in de lonthouder laten stromen van vloeibaar kaarsmateriaal.
3. Lonthouder volgens conclusie 1 of 2, waarbij twee of meer, bij voorkeur drie tot acht, zijopeningen zijn voorzien.
4. Lonthouder volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij één of meer zijopeningen in de rillijn zijn voorzien.
5. Lonthouder volgens conclusie 4, waarbij de additionele rillijn is voorzien van een buigradius in het bereik van 0,25-4,0 millimeter, bij voorkeur in het bereik van 0,25-3,0 millimeter, met meer voorkeur in het bereik van 0,5-1,0 millimeter, en met de meeste voorkeur zo'n 0,6 millimeter bedraagt.
6. Lonthouder volgens conclusie 5, waarbij de overgang tussen de bodemplaat en het hulsvormig lichaam van ten minste twee overgangen omvat met een eigen buigradius.
7. Lonthouder volgens conclusie 6, waarbij de overgang drie overgangen omvat.
8. Kaars voorzien van een lonthouder volgens één of meer van de voorgaande conclusies waarin een lont is aangebracht.
9. Werkwijze voor het verschaffen van een lonthouder voor een kaars, omvattende de stappen: het aanleveren van een plaat uitgangsmateriaal; en - het vervormen van de plaat voor het vormen van een lonthouder volgens één of meer van de voorgaande conclusies.
10. Werkwijze volgens conclusie 9, verder omvattende het in de opening aanbrengen van de lont en het vastzetten van de lont in de lonthouder.
11. Werkwijze volgens conclusie 10, waarbij het vastzetten van de lont in de lonthouder het klemmen van de lont in de lonthouder omvat.
12. Werkwijze volgens conclusie 9, 10 of 11, verder omvattende de stap van het dieptrekken van de lonthouder zodanig dat ten minste één zijopening ontstaat.
NL2014532A 2014-12-11 2015-03-27 Lonthouder met zijdelingse instroom, kaars voorzien daarvan en werkwijze voor het verschaffen van een lonthouder voor een kaars of kaarsachtige. NL2014532B1 (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE202015004309.7U DE202015004309U1 (de) 2014-12-11 2015-06-17 Dochthalter mit seitlichem Zufluss und damit versehene Kerze
EP15841091.0A EP3230424B1 (en) 2014-12-11 2015-12-11 Wickholder with side apertures, candle provided therewith and method for production
PL15841091T PL3230424T3 (pl) 2014-12-11 2015-12-11 Uchwyt knota z otworami bocznymi, zawierająca go świeca oraz sposób wytwarzania
BR112017011486A BR112017011486A2 (pt) 2014-12-11 2015-12-11 suporte de pavio com aberturas laterais, vela provida com este e método para produção
HUE15841091A HUE056902T2 (hu) 2014-12-11 2015-12-11 Kanóc tartó oldalsó résekkel, azzal ellátott gyertya és eljárás az elõállítására
US15/534,436 US20170275559A1 (en) 2014-12-11 2015-12-11 Wickholder with side apertures, candle provided therewith and method for production
PCT/NL2015/050862 WO2016093702A1 (en) 2014-12-11 2015-12-11 Wickholder with side apertures, candle provided therewith and method for production

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2013959 2014-12-11

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2014532B1 true NL2014532B1 (nl) 2016-10-11

Family

ID=53502775

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2014532A NL2014532B1 (nl) 2014-12-11 2015-03-27 Lonthouder met zijdelingse instroom, kaars voorzien daarvan en werkwijze voor het verschaffen van een lonthouder voor een kaars of kaarsachtige.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US20170275559A1 (nl)
EP (1) EP3230424B1 (nl)
BR (1) BR112017011486A2 (nl)
NL (1) NL2014532B1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102020215126A1 (de) * 2020-12-01 2022-06-02 NatürLicht GbR (vertretungsberechtigter Gesellschafter: Karsten Jahn, 14193 Berlin) Kerzenbehältnis mit verbesserter Dochthalterung

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE7428319U (de) * 1975-01-23 Birmelin & Schneeberger Brenneinsatz zur Bildung eines kerzenförmigen Leuchtkörpers
DE3918324C1 (en) * 1989-06-05 1990-09-13 Heinz North Bergen N.J. Us Verhaegh Wick holder for small candle - has cylindrical upward projection integral with flat support plate in outer casing and resting on studs
DE4019615A1 (de) * 1990-02-26 1990-11-22 Edith Stein Spezialdochthalter fuer altarkerzenwachslicht
EP2361962A1 (de) * 2010-02-20 2011-08-31 S. Bernhard Stanz- und Drahtbiegetechnik GmbH Dochthalter, insbesondere für Teelichter und Verfahren zu seiner Herstellung

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE7428319U (de) * 1975-01-23 Birmelin & Schneeberger Brenneinsatz zur Bildung eines kerzenförmigen Leuchtkörpers
DE3918324C1 (en) * 1989-06-05 1990-09-13 Heinz North Bergen N.J. Us Verhaegh Wick holder for small candle - has cylindrical upward projection integral with flat support plate in outer casing and resting on studs
DE4019615A1 (de) * 1990-02-26 1990-11-22 Edith Stein Spezialdochthalter fuer altarkerzenwachslicht
EP2361962A1 (de) * 2010-02-20 2011-08-31 S. Bernhard Stanz- und Drahtbiegetechnik GmbH Dochthalter, insbesondere für Teelichter und Verfahren zu seiner Herstellung

Also Published As

Publication number Publication date
EP3230424B1 (en) 2021-09-29
BR112017011486A2 (pt) 2018-02-27
US20170275559A1 (en) 2017-09-28
EP3230424A1 (en) 2017-10-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
USD923406S1 (en) Water and beverage making bottle
USD843040S1 (en) Wallpack luminaire
USD898957S1 (en) Candle holder
USD807115S1 (en) Bottle dispenser base
NL2014532B1 (nl) Lonthouder met zijdelingse instroom, kaars voorzien daarvan en werkwijze voor het verschaffen van een lonthouder voor een kaars of kaarsachtige.
USD883112S1 (en) Laser reflector
FR2531006A1 (fr) Procede et appareil pour mouler d'un seul tenant une plaque ornementale sur un corps en plastique
EP1731245A3 (en) Diecast machine and diecast mathod
USD899662S1 (en) Flood light luminaire
USD621268S1 (en) Flask for perfumery product
PL1806338T3 (pl) Sposób wytwarzania chlorowodorku 2-amino-2-[2-[4-(3-benzyloksyfenylotio)-2-chlorofenyio]etylo]-1,3-propanodioiu i jego hydratów oraz produkty pośrednie w ich wytwarzaniu
JP2009160591A (ja) プレス成形方法およびプレス成形装置
USD993463S1 (en) Timing peg for candle
JPWO2020085411A5 (nl)
USD794485S1 (en) Ceiling mount LED notification strobe
USD820914S1 (en) Bottle with holder
USD794486S1 (en) Wall mount notification strobe
USD865230S1 (en) Vessel for a candle
JP5776093B2 (ja) 樹脂封止装置
WO2016093702A1 (en) Wickholder with side apertures, candle provided therewith and method for production
USD592468S1 (en) Wine rack
KR100618513B1 (ko) 엘이디 집적모듈 베이스의 제조방법 및 그 제조장치
JP6368898B2 (ja) プレス金型及びこれを用いたプレス成形方法
ITMI20100584A1 (it) Capsula monouso per la produzione di una bevanda aromatica, procedimento e macchina di processo per la sua realizzazione
USD616122S1 (en) Candle

Legal Events

Date Code Title Description
PD Change of ownership

Owner name: STC GMBH; DE

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: MARAD ENGINEERING B.V.

Effective date: 20170217