NL2014370B1 - Inrichting en werkwijze voor het aanbrengen van een samenstelling aan de huid of huidlagen. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het aanbrengen van een samenstelling aan de huid of huidlagen. Download PDF

Info

Publication number
NL2014370B1
NL2014370B1 NL2014370A NL2014370A NL2014370B1 NL 2014370 B1 NL2014370 B1 NL 2014370B1 NL 2014370 A NL2014370 A NL 2014370A NL 2014370 A NL2014370 A NL 2014370A NL 2014370 B1 NL2014370 B1 NL 2014370B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cartridge
acid
composition
kit according
injection device
Prior art date
Application number
NL2014370A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2014370A (nl
Inventor
De Naeyer An
Berkhout Mark
Original Assignee
Versailles B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to NL2014370A priority Critical patent/NL2014370B1/nl
Application filed by Versailles B V filed Critical Versailles B V
Priority to AU2016224869A priority patent/AU2016224869B2/en
Priority to PCT/IB2016/051032 priority patent/WO2016135665A1/en
Priority to PT167130830T priority patent/PT3261693T/pt
Priority to CN201680022885.2A priority patent/CN107530501B/zh
Priority to CA2977309A priority patent/CA2977309C/en
Priority to ES16713083T priority patent/ES2757728T3/es
Priority to TW105105691A priority patent/TWI701058B/zh
Priority to US15/553,392 priority patent/US10806862B2/en
Priority to EP16713083.0A priority patent/EP3261693B1/en
Publication of NL2014370A publication Critical patent/NL2014370A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2014370B1 publication Critical patent/NL2014370B1/nl
Priority to HK18108351.6A priority patent/HK1248623B/zh

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M5/00Devices for bringing media into the body in a subcutaneous, intra-vascular or intramuscular way; Accessories therefor, e.g. filling or cleaning devices, arm-rests
    • A61M5/178Syringes
    • A61M5/30Syringes for injection by jet action, without needle, e.g. for use with replaceable ampoules or carpules
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M5/00Devices for bringing media into the body in a subcutaneous, intra-vascular or intramuscular way; Accessories therefor, e.g. filling or cleaning devices, arm-rests
    • A61M5/178Syringes
    • A61M5/24Ampoule syringes, i.e. syringes with needle for use in combination with replaceable ampoules or carpules, e.g. automatic
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M5/00Devices for bringing media into the body in a subcutaneous, intra-vascular or intramuscular way; Accessories therefor, e.g. filling or cleaning devices, arm-rests
    • A61M5/178Syringes
    • A61M5/30Syringes for injection by jet action, without needle, e.g. for use with replaceable ampoules or carpules
    • A61M5/3007Syringes for injection by jet action, without needle, e.g. for use with replaceable ampoules or carpules with specially designed jet passages at the injector's distal end
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M5/00Devices for bringing media into the body in a subcutaneous, intra-vascular or intramuscular way; Accessories therefor, e.g. filling or cleaning devices, arm-rests
    • A61M5/178Syringes
    • A61M5/20Automatic syringes, e.g. with automatically actuated piston rod, with automatic needle injection, filling automatically
    • A61M2005/2073Automatic syringes, e.g. with automatically actuated piston rod, with automatic needle injection, filling automatically preventing premature release, e.g. by making use of a safety lock
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M2205/00General characteristics of the apparatus
    • A61M2205/58Means for facilitating use, e.g. by people with impaired vision
    • A61M2205/583Means for facilitating use, e.g. by people with impaired vision by visual feedback
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M2205/00General characteristics of the apparatus
    • A61M2205/58Means for facilitating use, e.g. by people with impaired vision
    • A61M2205/583Means for facilitating use, e.g. by people with impaired vision by visual feedback
    • A61M2205/584Means for facilitating use, e.g. by people with impaired vision by visual feedback having a color code

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Hematology (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Anesthesiology (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Heart & Thoracic Surgery (AREA)
  • Vascular Medicine (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Infusion, Injection, And Reservoir Apparatuses (AREA)
  • Pharmaceuticals Containing Other Organic And Inorganic Compounds (AREA)

Abstract

Onderhavige uitvinding heeft betrekking op een kit voor het aanbrengen van een vloeibare samenstelling aan of in de huid, omvattende een injectie-inrichting en één of meerdere patronen, voorzien van een reservoir geschikt voor het ontvangen van een vloeibare samenstelling, waarbij de injectie-inrichting voorzien is van middelen voor opname van een patroon, met het kenmerk, dat het reservoir voorzien is van een verplaatsbaar lichaam. In een tweede aspect heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen van een vloeibare samenstelling aan de huid.

Description

Inrichting en werkwijze voor het aanbrengen van een samenstelling aan de huid of huidlagen
TECHNISCH VELD
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting en werkwijze voor het aanbrengen van een samenstelling aan huidlagen zoals de epidermis. De uitvinding is in het bijzonder interessant voor het aanbrengen van samenstellingen aan epidermale vergroeiingen zoals (water)-wratten, eeltvorming, eksterogen, marisken, keratosis pilaris, actinische keratose of likdoorns. Bij uitbreiding kan onderhavige uitvinding tevens toegepast worden voor andere huidproblemen van epidermale oorsprong zoals pigmentvlekken.
ACHTERGROND
Om huidproblemen te behandelen, alsook voor cosmetische doeleinden worden vaak vloeibare samenstellingen aan of in de huid gebracht. Dit gebeurt vaak topicaal (bijvoorbeeld met een applicator) of via een injectie.
Epidermale vergroeiingen zijn een belangrijk huidprobleem. Op heden zijn er twee voorname werkwijzen bekend voor de topicale behandeling van epidermale vergroeiingen zoals wratten. Enerzijds bestaat een zuurgebaseerde behandeling (keratolytica), waarbij de geïnfecteerde huid of de vergroeiing aangestipt wordt met een zuurgebaseerde samenstelling zoals salicylzuur, trichloorazijnzuur, monochloorazijnzuur, mierezuur of een mengsel van deze zuren met bijvoorbeeld melkzuur. De vergroeiing zal als het ware verweken en deze zal spontaan afvallen na voltooiing van de behandeling. Dode huidcellen kunnen voor de start van de behandeling worden verwijderd middels bijvoorbeeld een puimsteen, vijl, etc. Een tweede, veelvuldig voorkomende werkwijze is cryo-behandeling, welke in wezen het bevriezen van de vergroeiing inhoudt (in het algemeen met vloeibare stikstof maar bv. ook met een mengsel van dimethylether/isopropaan, ...), waardoor een blaar ontstaat tussen de vergroeiing en de epidermale laag en waarbij de vergroeiing uiteindelijk loslaat. Andere gebruikte behandelingen zijn ondermeer het chirurgisch verwijderen van de vergroeiing, laser- of infraroodbehandeling, etc.
Zuurgebaseerde behandeling blijkt een zeer effectieve behandeling tegen epidermale vergroeiingen zoals ondermeer wratten (in de meeste gevallen veroorzaakt door humane papillomavirussen), eelt, eksterogen,likdoorns, ...
De behandelingsmethode is eenvoudig toe te passen en heeft een relatief grote kans op slagen. In de huidige gevallen worden de vergroeiingen aangestipt met de zuurgebaseerde samenstelling, bijvoorbeeld middels een applicator of borsteltje. Een dergelijke applicator wordt ondermeer beschreven in EP 2 407 151 en EP 1 450 771. Nadeel hierbij is echter dat enkele de bovenste lagen van de vergroeiing behandeld worden, en dat de behandeling bovendien weinig precies is. Vaak is het moeilijk om enkel en alleen maar de geïnfecteerde huid te targeten, en wordt ook de omliggende, gezonde huid 'mee behandeld'. Dit leidt tot onnodige beschadiging van gezond weefsel.
Met naaldloze injectie-inrichtingen is het mogelijk de vloeibare samenstelling nauwkeuriger aan te brengen aan of in de huid, zonder dat de huid geperforeerd dient te worden door een naald. US 5 026 343 beschrijft een dergelijke injectie-inrichting, waarbij een intern kracht-verplaatsend element kan opgespannen worden. Tijdens het ontspannen van dit element wordt de inhoud van een geplaatst patroon naar buiten gestuwd en onderhuids aangebracht. Om het veermechanisme op te spannen wordt in US 5 026 343 een beroep gedaan op een elektrische motor op basis van een batterij. Hierdoor heeft de injectie-inrichting slechts een beperkte levensduur en is deze niet milieuvriendelijk. Het document beschrijft tevens een gebruiksvriendelijke manier voor het plaatsen van patronen in de injectie-inrichting, zonder dat direct contact met de handen van een gebruiker noodzakelijk is. Echter, voor het verwijderen van het patroon na gebruik dient een gebruiker te trekken aan de injectiezijde van het patroon. Op deze zijde blijven echter regelmatig restanten van de chemische samenstelling achter, die niet voldoende door de te behandelen huid werden opgenomen. Hierdoor kunnen de vingers van een gebruiker ongewild in contact komen met de vaak zuurhoudende vloeibare samenstelling, wat voor irritatie van de vingers kan zorgen. US 6 053 890 beschrijft tevens een naaldloze injectie-inrichting voorzien van vervangbare patronen. De patronen beschreven in dit document kunnen vastgemaakt worden in de injectie-inrichting middels schroefdraad of noppen. Na het afgeven van de vloeibare samenstelling dient een gebruiker het patroon opnieuw vast te nemen dicht bij het injectie-gat, waardoor vingers ongewild in contact kunnen komen met de vloeibare samenstelling. Het gebruik van deze injectie-inrichting leidt dus opnieuw tot de gevaarlijke situaties zoals hierboven beschreven.
Er is bijgevolg nood aan een methode om op een gecontroleerde en efficiënte wijze een samenstelling zoals een vloeibare therapeutische samenstelling aan te brengen aan de huid zoals op en in de epidermale laag of de vergroeiingen.
Het is het doel van onderhavige uitvinding om een inrichting en een werkwijze te bieden die op een gecontroleerde en deskundige wijze een hoeveelheid samenstelling aan de huid kan aanbrengen, zoals aan een epidermale vergroeiing, zodat enkel het doelgebied getarget wordt.
Het is verder het doel van onderhavige uitvinding om een lekvrije inrichting te verschaffen, die eenvoudig in gebruik is en die absolute veiligheid aan de gebruiker garandeert.
SAMENVATTING
Tot dit doel verschaft de uitvinding een kit omvattende een injectie-inrichting en één of meerdere patronen voor het aanbrengen van een vloeibare samenstelling aan de huid volgens conclusie 1. De kit is eenvoudig en veilig in gebruik, voorkomt lekkage, zorgt voor een precieze dosering en is bovendien efficiënter in werking dan de gekende systemen, aangezien de samenstelling in de dieper gelegen huidlagen kan worden aangebracht zonder injectie met een naald. De kit verzekert dus een pijnloos gebruik daar het naaldloos werkt.
De kit is in het bijzonder uitermate geschikt voor thuisbehandeling van epidermale vergroeiingen. De vergroeiing zal beter worden aangepakt en zal sneller verdwijnen of er zullen minder behandelingen nodig zijn.
In een tweede aspect verschaft de uitvinding een werkwijze voor het aanbrengen van een vloeibare samenstelling aan de huid, volgens conclusie 19. Door het naaldloos injecteren van een samenstelling onder verhoogde druk, is de werkwijze pijnloos en bovendien uiterst efficiënt.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN
Figuur IA en 1B toont een uitvoeringsvorm van een kit volgens onderhavige uitvinding, omvattende een injectie-inrichting en patronen.
Figuren 2A tot en met 2C is een stapsgewijze voorstelling van het gebruik van een kit volgens onderhavige uitvinding voor aanbrengen van een samenstelling aan de huid.
Figuren 3A en 3B zijn detailtekeningen van een mogelijke uitvoeringsvorm van de patronen volgens onderhavige uitvinding waarbij figuur 3A een overzicht geeft van een veelvoud van patronen in strip en figuur 3B een perspectiefzicht en dwarsdoorsnede van een dergelijk patroon.
Figure 3C en 3D zijn tevens uitvoeringsvormen van mogelijke patronen volgens onderhavige uitvinding.
Figuren 4A tot 4B zijn detailtekeningen van het aanbrengen van een patroon aan het distaai eind van een injectie-inrichting volgens een uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding.
Figuren 5A tot en met 5F tonen een dwarsdoorsnede van een injectie-inrichting voorzien van een patroon volgens onderhavige uitvinding en toont schematisch de interne werking van het geheel bij aanbrengen van een samenstelling.
Figuur 6 is een mogelijke uitvoeringsvorm van een patroon met rekbaar afsluitmiddel volgens een uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding.
Figuren 7A tot en met 7C tonen een inrichting volgens onderhavige uitvinding in rustpositie.
Figuren 8A tot en met 8C tonen een inrichting volgens een uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding in ontgrendelde rusttoestand.
Figuren 9A tot en met 9D tonen een detailtekening van het opspan-mechansime volgens een uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding.
Figuur 10 toont een inrichting volgens een uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding in vergrendelde lanceertoestand.
Figuur 11 toont een inrichting volgens een uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding in ontgrendelde lanceertoestand.
Figuur 12 toont een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens onderhavige uitvinding waarbij de onderdelen separaat worden uitgelicht.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING
De onderhavige uitvinding heeft als doel het aanbieden van een efficiënte, snelle en pijnloze manier voor het aanbrengen van een vloeibare samenstelling aan of in de huid. In het bijzonder is de onderhavige uitvinding geschikt voor het aanbrengen van een samenstelling aan of in epidermale vergroeiingen zoals (water)-wratten, eeltvorming, eksterogen, marisken, keratosis pilaris, actinische keratose of likdoorns, etc.
In een eerste aspect verschaft de uitvinding daartoe een kit voor het aanbrengen van een vloeibare samenstelling aan of in de huid. In het bijzonder zal de kit een injectie-inrichting en één of meerdere patronen omvatten, waarbij de patronen voorzien zijn van een reservoir dat geschikt is voor het ontvangen van een vloeibare samenstelling. De injectie-richting omvat een behuizing en is distaai voorzien van middelen voor de opname van een patroon.
De kit volgens onderhavige uitvinding biedt het voordeel dat de samenstelling apart van de eigenlijke injectie-inrichting kan worden aangeboden. Dit heeft als onmiddellijk gevolg dat de inrichting kan hergebruikt worden en voorzien kan worden van patronen met verschillende inhoud (verschillende formulaties en/of volumes), naargelang de specifieke toepassing (bv. groter volume voor diepgewortelde voetwratten, klein volume voor handwratten). Dit voorkomt ook lekkage van de inrichting, zeker indien gebruik gemaakt wordt van samenstelling op zuur- of alkalische basis, waarvan geweten is dat zij de polymeren waaruit dergelijke inrichtingen vaak bestaan aantasten.
Het patroon is bovendien eenvoudig aan te brengen aan de inrichting en is ook slechts tijdelijk aanwezig, namelijk enkel gedurende het effectieve gebruik van de inrichting. Hierna is het patroon opnieuw moeiteloos te verwijderen en kan het gebruikte patroon weggeworpen worden.
Volgens een uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding zal de injectie-inrichting intern in de behuizing voorzien zijn van een kracht-verplaatsend element dat verstelbaar is in de longitudinale richting van de injectie-inrichting middels een veermechanisme. Door gebruik te maken van een veermechanisme kan een welbepaalde kracht worden opgebouwd, die vervolgens kan worden overgebracht naar het kracht-verplaatsend element dat op zijn beurt de kracht kan overbrengen om een vloeistof die zich in het patroon bevindt naar buiten te stuwen (wanneer deze bevestigd is aan de inrichting).
Bij voorkeur zal het distale eind van het kracht-verplaatsend element verstelbaar zijn tussen een positie intern in de behuizing en een positie aan of voorbij het distaai eind van de inrichting. Hierbij zal de hoogste positie in de behuizing overeen komen met de positie waarbij het kracht-verplaatsend element maximaal met een kracht beladen is en zal de laagste positie overeen komen met de stand waarbij de kracht wordt voortgezet op het patroon of onderdelen ervan (indien aanwezig).
In een uitvoeringsvorm volgens onderhavige uitvinding zal de behuizing van de injectie-inrichting intern cilindervormig of essentieel cilindervormig zijn. In een verdere uitvoeringsvorm zal de cilindervormige interne behuizing toelopen op een afgeknotte kegel.
Het kracht-verplaatsend element zal beweegbaar zijn middels elk daartoe geschikt mechanisme gekend in de stand der techniek. Bij voorkeur wordt het kracht-verplaatsend -element aangedreven door een veermechanisme dat de stand van het element in de behuizing bepaalt. In het bijzonder zal het kracht-verplaatsend -element aan een zijde bevestigd zijn aan een veer, zoals een drukveer. In het bijzonder zal dit de zijde zijn die gericht is naar het proximale eind van de injectie-inrichting. Door het opspannen van de veer wordt het kracht-verplaatsend -element omhoog in de behuizing van de injectie-inrichting gebracht. Door vervolgens de veer op een welgekozen moment opnieuw te laten ontspannen, zal het kracht-verplaatsend -element met een welbepaalde kracht neerwaarts bewegen in de inrichting, en ervoor zorgen dat de vloeistof aanwezig in het patroon uit het patroon wordt gestuwd in de richting van de huid.
In een voorkeursvorm zal de behuizing van de injectie-inrichting aan het proximale einde voorzien zijn van een opspan-systeem voor het veermechanisme. In het bijzonder kan dit een draaimechanisme zijn waarbij de gebruiker aan de buitenzijde van de inrichting het interne veermechanisme kan opspannen. Dit opspannen gebeurt hierbij door een externe draaiknop aan het proximale einde van de inrichting en intern verbonden met het veermechanisme één of enkele malen rond een longitudinale as van de inrichting te draaien. Bij het voelen van een weerstand zal de veer zijn maximale spanstand bereikt hebben en zal de gebruiker weten dat de inrichting gebruiksklaar is.
Verder kan de behuizing intern voorzien zijn van een door een gebruiker bedienbaar afgifte-mechanisme zoals een drukknop, voor het ontspannen van het veermechanisme waardoor de afgifte van de samenstelling geïnitieerd wordt. Bij voorkeur zal het afgifte-mechanisme zich bevinden aan of voorbij de midlijn van de injectie-inrichting, in de richting van het distale eind van de inrichting. Dit verhoogt de hanteerbaarheid van de inrichting.
In een voorkeursvorm zal het veermechanisme opgespannen worden met behulp van een schroefdraad-element dat zich in de behuizing bevindt en aan de externe zijde voorzien is van een schroefdraad. Onder specifieke omstandigheden zal dit element geëngageerd zijn met een schroefdraad van de behuizing. Het schroefdraad-element heeft een variabele opening die aanpasbaar is in diameter. Deze aanpassing wordt bewerkstelligd door een staafvormig element dat zich in de opening van het schroefdraad-element bevindt. De positie van het staafvormig element in de opening bepaalt de diameter van de opening van het schroefdraad-element en bijgevolg ook de stand ten opzichte van de schroefdraad in de behuizing. Wanneer het schroefdraad-element zich in verwijde stand bevindt (na correcte positionering van het staafvormig element), zal het schroefdraad-element zich engageren met de schroefdraad van de behuizing en opwaarts kunnen bewegen (middels het draaimechanisme in het proximaal einde). Door de opwaartse beweging van het schroefdraad-element kan er voldoende kracht op een veer van het veermechanisme, aanwezig in het proximaal eind van de behuizing, worden aangebracht. Het kracht-verplaatsend element staat bij voorkeur in verbinding met het veermechanisme en wordt tijdens het opspannen van het veermechanisme opwaarts richting proximaal einde van de behuizing gebracht. Bij het ontspannen van het veermechanisme middels het induwen van een afgifte-mechanisme wordt het kracht-verplaatsend element neerwaarts gebracht en zal hierbij voldoende kracht gegenereerd worden om een vloeistof uit een patroon, indien aanwezig aan de inrichting, te stuwen.
In een andere uitvoeringsvorm volgens onderhavige uitvinding zal er naast een kracht-verplaatsend element in de inrichting tevens een verplaatsbaar lichaam voorzien zijn in het reservoir van het patroon. Bij voorkeur is het verplaatsbaar lichaam verplaatsbaar in de richting van een longitudinale as van het patroon. In het bijzonder zal het verplaatsbaar lichaam zich boven de vloeistof in het reservoir bevinden. Met de term 'boven de vloeistof' wordt bedoeld dat het lichaam zich boven of aangrenzend aan het vloeistofoppervlak bevindt, of dat het volume van het lichaam zich maximaal 5% in de vloeistof bevindt.
De aanwezigheid van een verplaatsbaar lichaam in het reservoir van het patroon zorgt er verder voor dat de vloeistof aanwezig in het reservoir uit het patroon kan worden gebracht met een welbepaalde druk, afhankelijk van de kracht die uitgeoefend wordt op het verplaatsbaar lichaam. Door de specifieke opbouw van de inrichting en het patroon zal de gebruikte samenstelling op geen enkel ogenblik in de inrichting terecht komen. Dit verhoogt de levensduur van de inrichting. Bij voorkeur zal het verplaatsbaar lichaam vervaardigd zijn uit een zuur-resistent polymeer. In voorkeursvorm zal het zuur-resistent polymeer gekozen worden uit de groep van polyfenyleen sulfide, polyoxymethyleen, polypropyleen, polyethyleen, bij voorkeur ultra hoog moleculair gewicht polyethyleen (UHMW-PE), co-polymeren van acetal, ethylvinylacetaat (EVA), polyethyleen tereftalaat, thermoplastische polyester elastomeren (TPE-ET), polycyclohexyleen-dimethyleen tereftalaten (PCT), polybutyleen tereftalaten (PBT), halogeen-vrije vloeibare crystal polymeren (LCP), PC-ABS of combinaties ervan.
De werking van de inrichting waarbij het patroon voorzien is van een extra verplaatsbaar lichaam in het reservoir van het patroon is gelijkaardig aan deze van de uitvoeringsvorm zonder verplaatsbaar lichaam. Middels het veermechanisme zal het kracht-verplaatsend element intern verstelbaar zijn. Bij activatie van de inrichting zal het kracht-verplaatsend element naar boven in de behuizing van de inrichting worden gebracht. Vervolgens zal deze met een welbepaalde kracht, gegenereerd door het veermechanisme, en na indrukken van het bedieningsmechanisme, neerwaarts bewegen waarbij het kracht-verplaatsend element in collisie zal komen met het verplaatsbaar lichaam. Hierbij zal de kracht van het kracht-verplaatsend element worden overgebracht op het verplaatsbaar element waardoor dit verplaatsbaar element vervolgens in beweging komt. Door deze beweging wordt de onderliggende vloeibare samenstelling uit het patroon gestuwd met een welbepaalde druk.
In het bijzonder zal het verplaatsbaar lichaam enkel beweegbaar zijn in de richting van een longitudinale as van het patroon. Het verplaatsbaar lichaam is hiertoe nauwsluitend vervat in het patroon. Het verplaatsbaar lichaam zal hiertoe een maximale omtrek hebben die kleiner is dan de maximale omtrek van het reservoir zodat beweging in de longitudinale richting van het reservoir mogelijk wordt gemaakt maar waardoor bewegingen in de laterale richting gelimiteerd zijn. Meer in het bijzonder zal de maximale omtrek van het patroon maximaal 10% kleiner zijn dan de maximale omtrek van het reservoir, meer bij voorkeur is dit maximaal 5%.
Het verplaatsbaar lichaam kan elke mogelijke vorm aannemen. Bij voorkeur is het verplaatsbaar lichaam cilindrisch.
Deze uitvoeringsvorm heeft als voordeel dat de onderdelen van de inrichting op geen enkel ogenblik in contact zullen komen met het zuur, en de levensduur van de inrichting aldus verhoogd wordt.
In beide uitvoeringsvormen zal het patroon een distaai en een proximaal eind bezitten; waarbij het distaai eind het verst verwijderd zal zijn van de inrichting en gericht naar de huidoppervlakte wanneer het patroon is opgenomen in de inrichting. Het proximaal eind bevindt zich bij voorkeur ter hoogte van de opnamemiddelen van het patroon. De evacuatie van de vloeistof uit het patroon gebeurt langs het distale eind van het patroon.
In een voorkeursvorm zullen beide eindes voorzien zijn van een afsluitmiddel. Het afsluitmiddel kan bestaan uit een meerlagige of enkellagige folie, bijvoorbeeld uit metaal of kunststof, een papierlaag of een composietmateriaal. In een andere uitvoeringsvorm zal het afsluitmiddel een polymeer omvatten, zoals bijvoorbeeld rubber, polypropyleen, PC-ABS, etc.
In een uitvoeringsvorm zal minstens één van deze afsluitmiddelen verwijderbaar zijn door de gebruiker vóór het aanbrengen van de samenstelling. Met de term 'verwijderbaar' wordt in onderhavige context bedoeld dat het afsluitmateriaal volledig of gedeeltelijk afgezonderd kan worden van het patroon, of zijn afsluit-functie niet langer uitvoert. 'Verwijderbaar' kan bijgevolg slaan op het fysiek verwijderen of afnemen van de afsluitmiddelen, of het verhinderen of onderbreken van de functionaliteit van de afsluitmiddelen.
In een uitvoeringsvorm volgens onderhavige uitvinding zal minstens één van de afsluitmiddelen handmatig verwijderbaar zijn, bijvoorbeeld door een trek-, draai- of scheurbeweging of via het afbreken van de afsluitmiddelen.
Bij gebruik van een folie of een papierlaag kunnen de afsluitmiddelen hiertoe voorzien zijn van een releasing agens zoals silicone of afgeleiden, en materialen met een lage oppervlakte energie, die het verwijderen van de afsluitmiddelen van het onderliggend oppervlak van het patroon toelaat.
In een andere uitvoeringsvorm zal minstens één van de afsluitmiddelen doorbroken worden of gescheurd, bijvoorbeeld onder invloed van een kracht die wordt uitgewerkt op de afsluitmiddelen. In een voorkeursvorm zal deze kracht uitgevoerd worden door één van de onderdelen van de injectie-inrichting en/of het patroon.
In een geprefereerde voorkeursvorm zullen zowel de afsluitmiddelen aan het distaai als aan het proximaal einde breekbaar, scheurbaar of doorbreekbaar zijn bij uitoefening van een kracht.
In een andere, meer geprefereerde voorkeursvorm zullen de afsluitmiddelen aan het proximaal eind van het patroon (door)breekbaar, rekbaar of scheurbaar zijn door het uitoefenen van een kracht middels één of meerdere onderdelen van de inrichting, terwijl de afsluitmiddelen aan het distaai deel van het patroon door de gebruiker handmatig kunnen worden verwijderd, bijvoorbeeld door af te scheuren of af te breken of te draaien (bv. via een schroefdraad).
Bij voorkeur zullen het proximaal en het distaai eind niet symmetrisch zijn ten opzichte van een as doorheen de dwarsrichting het patroon. Met andere woorden, het proximale einde van het patroon zal verschillen in vormgeving van het distale eind. In het bijzonder zal het distaai eind schuin-aflopende zijwanden hebben die een injectietip of injectiepunt omvatten. Met de term 'injectietip' of'punt' wordt een onderdeel van het patroon bedoeld waarbij het wandgedeelte van het patroon en/of van het intern reservoir schuin afloopt tot een punt of puntig oppervlak. De injectietip of -punt zal voorzien zijn van een opening naar de buitenzijde toe en staat in verbinding met het reservoir. De injectietip of-punt zal dienen ter evacuatie voor de samenstelling in het reservoir. Bij voorkeur zal de evacuatie onder verhoogde druk gebeuren terwijl de injectietip boven of op de te targeten plaats staat.
Het patroon kan worden voorzien aan een injectie-inrichting van de kit. Deze injectie-inrichting omvat een behuizing, waarbij de behuizing aan het distaai eind voorzien is van een uitsparing geschikt voor de opname van een patroon. In een voorkeursvorm kan de rand van de uitsparing voorzien zijn van een schroefdraad, voor het vereenvoudigen van de opname van het patroon en het vastzetten ervan aan de inrichting.
In een voorkeursvorm zal het patroon een omtreksrand omvatten, waarbij de omtreksrand geschikt is om te worden opgenomen in de uitsparing van de injectie-inrichting. In een uitvoeringsvorm zal het patroon via de omtreksrand in de injectierichting kunnen worden geschoven en tijdelijk vastgehouden worden in de injectierichting. In een andere uitvoeringsvorm zal het patroon via een schroefdraad-mechanisme opgenomen worden.
Het reservoir zal bij voorkeur omvat worden door de omtreksrand. In een voorkeursvorm is het reservoir voorzien van een symmetrische omtreksrand waarbij aan alle zijden van het reservoir evenveel omtreksrand aanwezig is. In een andere voorkeursvorm is het reservoir voorzien van een asymmetrische omtreksrand, waarbij minstens één zijde van de het reservoir meer omtreksrand zal bezitten dan de overeenkomstige tegenovergestelde zijde. Bij voorkeur kan een dergelijke configuratie voordeel bieden bij het vastnemen door een gebruiker en aanbrengen (of wegnemen) van het patroon in een injectie-inrichting. De grotere omtreksrand kan aldus dienen als hendel, draagvlak of houdgreep voor het patroon.
De voorkeursvorm van een patroon van een kit volgens onderhavige uitvinding is als volgt: een patroon omvattende een reservoir met een welbepaalde hoeveelheid vloeibare samenstelling zoals een zuursamenstelling, waarbij het reservoir intern voorzien is van een verplaatsbaar lichaam dat nauwsluitend vervat zit in het reservoir en zich boven het vloeistofoppervlak bevindt. Het reservoir is voorzien van een omtreksrand aan de bovenzijde, het proximale deel van het patroon. Zowel het proximale als het distale deel van het patroon hebben een opening, waarbij de opening zal worden afgesloten door een verwijderbaar afsluitmiddel. In het bijzonder zal de opening aan het distale eind voorzien zijn in een injectietip of -punt en een kleinere diameter hebben dan de opening aan het proximale eind. Deze tip of punt vormt de uitgang voor de vloeistof. In het bijzonder zal de opening een diameter hebben tussen 0.05 en 3 mm, meer in het bijzonder tussen 0.05 en 1 mm, meer in het bijzonder tussen 0.1 en 0.5 mm, meer in het bijzonder tussen 0.1 en 0.25 mm, zoals bij voorbeeld 0.2 mm. Dit zorgt voor een gelokaliseerde en precieze aanbreng van de samenstelling aan de huid. De gekozen diameter zorgt verder ook dat een voldoende hoge druk kan worden opgebouwd bij de evacuatie van de oplossing uit het patroon, waardoor deze laatste dieper in de huidlagen kan binnendringen.
In een voorkeursvorm zal de kit meerdere patronen bevatten, waarbij het exacte aantal afhankelijk zal zijn voor de specifieke toepassing. De kit kan bijvoorbeeld voldoende patronen bevatten voor 1 behandeling. De patronen kunnen allen separaat worden voorzien of in een verpakking zoals een strip waarbij de patronen aan elkaar bevestigd zijn en individueel kunnen worden losgemaakt.
In het bijzonder zal de samenstelling met hoge druk uit de inrichting worden geëvacueerd en aan een hoge druk worden aangebracht of geïnjecteerd aan of in de huid, zoals aan of in een epidermale vergroeiing. In de context van onderhavige uitvinding dient de term 'epidermale vergroeiing' te worden beschouwd als elke zichtbare (abnormale) vergroeiing, verdikking en/of verandering aan de epidermis, ontstaan door bijvoorbeeld, maar niet limiterend, wrijving, druk, virale infectie, bacteriële infectie, schimmelinfectie, ophoping van pigmentcellen. Bij voorkeur zal de epidermale vergroeiing een vergroeiing van het type (water)-wratten, eeltvorming, eksterogen, marisken, keratosis pilaris, actinische keratose of likdoorns zijn.
De gekende applicatoren gebruikt in de context van epidermale vergroeiingen zijn enkel werkzaam op de opperste lagen van de vergroeiing. Dieper gelegen huidlagen worden niet altijd behandeld daar de vloeistof moeilijk tot op deze diepte zal kunnen penetreren. Dit geeft als nadeel dat de behandeling langdurig zal zijn, zeker voor grotere vergroeiingen. In onderhavige werkwijze zal de samenstelling als het ware "gebombardeerd" worden in de vergroeiing, waarbij niet alleen de bovenste epidermale lagen van de vergroeiing getarget worden, maar tevens de onderliggende, via conventionele applicatoren onbereikbare, lagen. Bij voorkeur zullen alle lagen van de epidermis kunnen worden behandeld middels onderhavige uitvinding (stratum corneum, stratum lucidum, stratum granulosum, stratum spinosum). In een voorkeursvorm zal de werkwijze de samenstelling tot op een diepte van 0.5 cm (gemeten vanaf de buitenste epidermale lagen) in de vergroeiing worden gebracht, meer bij voorkeur op een diepte van 0.3 cm, meest bij voorkeur op een diepte van 0.05 mm tot 0.5 cm. Daarenboven is de toepassing pijnloos, en eenvoudig toe te passen thuis.
Met de term 'tenminste gedeeltelijk in de vergroeiing' wordt aangeduid dat minstens 20% van de toegediende vloeistof middels onderhavige werkwijze zal toegediend worden in de vergroeiing onder de eerste oppervlaktelaag epidermiscellen. In een verdere voorkeursuitvoering zal minstens 25%, meer bij voorkeur minstens 40 tot 50%, meest bij voorkeur 70% van de aangebrachte samenstelling onder de eerste oppervlaktelaag epidermiscellen van de vergroeiing aangebracht worden.
De gebruikte kracht zal hierbij afhangen van de specifieke toepassing en de aard en de locatie van de vergroeiing. Bij voorkeur zal de gebruikte kracht hoger zijn dan 50 N, nog meer bij voorkeur zal deze liggen tussen 50 en 250 N, meer bij voorkeur tussen 50 en 200 N, nog meer bij voorkeur tussen 60 en 160 N. In een uitvoeringsvorm is de kracht aanpasbaar, naargelang toepassing, aard en locatie van de vergroeiing. De kracht wordt bewerkstelligd door een combinatie van krachtverplaatsing van de interne onderdelen van de inrichting en de evacuatie van de samenstelling door een kleine injectiepunt of -tip.
Bij voorkeur zal de samenstelling in een volume tussen 0.5 en 250 pl, meer bij voorkeur tussen 0.5 en 50 μΙ worden geïnjecteerd, meer bij voorkeur tussen 5 en 25 μΙ, nog meer bij voorkeur tussen 5 en 20 μΙ, nog meer bij voorkeur tussen 5 en 10 μΙ zoals 6 μΙ. Bij voorkeur zal elk patroon een monodosis samenstelling bevatten. De uitvinders vonden dat deze volumerange uitermate geschikt was voor behandeling van de vergroeiingen, en simultaan zorgden vooreen optimale opname doorheen de huid. Hoeveelheden buiten deze ranges waren ofwel sub-optimaal of helemaal niet werkzaam, of konden niet door de huid worden opgenomen, met verlies van de samenstelling tot gevolg.
Hoewel de kit volgens onderhavige uitvinding bij voorkeur gebruikt wordt in de context van epidermale vergroeiingen zijn de toepassingsmogelijkheden veel breder. In principe kan deze gebruikt worden voor elke samenstelling die geschikt is om aan of in te brengen in de huid, zoals daar zijn therapeutische samenstellingen maar ook niet-therapeutische samenstellingen zoals inkten of cosmetica producten.
In een uitvoeringsvorm zal de kit patronen omvatten met verschillende samenstellingen zodat meerdere toepassingen mogelijk zijn.
De samenstelling zal bij voorkeur een zuur-gebaseerde samenstelling zijn, waarbij de samenstelling bij voorkeur een therapeutische effectieve hoeveelheid zuur bevat, gekozen uit de groep van fruitzuren (AHA's) zoals melkzuur, appelzuur, wijnzuur, citroenzuur en glycolzuur; trichloorazijnzuur; monochloorazijnzuur; dichloorazijnzuur; mierenzuur; zoutzuur, kojinezuur, azelaïnezuur, fosforzuur, thioglycolzuur, retinoïne zuur, zouten en/of esters hiervan, fenolen, of mengsels van één der voorgaande opgesomde stoffen.
Met de term 'therapeutisch effectief' wordt een hoeveelheid ingrediënten aangeduid die het beoogde effect kunnen bewerkstelligen.
In een verdere uitvoeringsvorm omvat de samenstelling een crosslinking/fixerend of preserverend agens, bij voorkeur gekozen uit de groep van formaldehyde; paraformaldehyde; glutaraldehyde; glyoxal; carbodi-imide; een formaldehyde donor; sodium hydroxymethyl glycinaat; diazolidinyl urea; imidazolidinyl urea; dimethylol-5,5-dimethylhydantoin; dimethylol urea; 2-bromo-2-nitropropaan 1,3-diol; quatemium-15; parabenen; 5-chloro-2 methylisothiazolin-3-oon; 1,2-dibromo-2,4-dicyanobutaan; ethanol of andere alcoholen; polyol.
In een andere of verdere uitvoeringsvorm omvat de samenstelling een verdikkingsmiddel, bij voorkeur gekozen uit de groep van polysachariden zoals amylose, amylopectine, carbopol, cellulose, carboxymethyl cellulose of zouten ervan, ethyl cellulose, hydroxypropyl cellulose of methyl cellulose, agar agar, arabische gom, glycerine.
Carbopol omvat de commercieel beschikbare producten Carbopol 71 G NF,Carbopol 971 P NF, Carbopol 974P NF, Carbopol 934P NF, Carbopol 980P NF, Carbopol 981P NF, Carbopol 5984EP, Carbopol ETD 2020 NF, Carbopol 934 NF, Carbopol 934P NF, Carbopol 940 NF, Carbopol 941 NF, Carbopol 1342 NF, Pemulen TR-1 NF, Pemulen TR2-NF, Noveon AA-USP en Carbopol Ultrez 10 NF.
Daarnaast kan de samenstelling volgens onderhavige uitvinding tevens andere bestanddelen omvatten zoals daar zijn, maar niet limiterend tot plantenextracten of plantencomponenten (bijvoorbeeld afgeleid van Chelidonium majus, Podophyllum peltatum, Betula sp.), etherische oliën, etc.
Bij voorkeur is de samenstelling een water-gebaseerde samenstelling. De pH van de samenstelling zal zich bij voorkeur tussen 0.5 en 5, meer bij voorkeur tussen 1 en 4 bevinden terwijl de viscositeit ervan zich tussen de 20 en 10000 mPa.s zal bevinden, meer bij voorkeur tussen de 50-10000 mPa.s, meer bij voorkeur tussen 100 en 5000 mPa.s. Dit is belangrijk, daar bij gebruik van al te vloeibare vloeistoffen er lekkage van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding dreigt te ontstaan. Daarnaast zal een samenstelling met te hoge viscositeit zorgen voor verstoppingen van de inrichting.
Voorbeeld 1 geeft enkele formulaties weer die werkzaam zijn in onderhavige uitvinding.
De injectie-inrichting en/of het patroon zullen minstens gedeeltelijk vervaardigd uit een zuur-resistent polymeer. In voorkeursvorm zal het zuur-resistent polymeer gekozen worden uit de groep van polyfenyleen sulfide, polyoxymethyleen, polypropyleen, polyethyleen, bij voorkeur ultra hoog moleculair gewicht polyethyleen (UHMW-PE), co-polymeren van acetal, ethylvinylacetaat (EVA), polyethyleen tereftalaat, thermoplastische polyester elastomeren (TPE-ET), polycyclohexyleen-dimethyleen tereftalaten (PCT), polybutyleen tereftalaten (PBT), halogeen-vrije vloeibare crystal polymeren (LCP), PC-ABS of combinaties ervan.
Daar er gebruik kan gemaakt worden van zuren of een zuur-gebaseerde samenstelling is het belangrijk dat de inrichting 100% lekvrij en bijgevolg veilig is. Hoewel de opbouw van de inrichting en de patronen (en de werking ervan) in principe voorkomt dat de samenstelling in de inrichting terecht komt, werd er door de uitvinder van onderhavige uitvinding toch gezocht naar polymeren die niet aangetast werden door zuren, en er bijgevolg geen gevaar voor lekken of schade aan de inrichting bestaat.
Bij voorkeur wordt de inrichting en/of de patronen verkregen door spuitgieten, of (co)-injection moulding.
De kit volgens onderhavige uitvinding is uitermate effectief, doelgericht, eenvoudig toe te passen (bijvoorbeeld thuis) en veilig. Bovendien is de kans tot gevaar voor lekken gereduceerd tot een minimale kans.
De kit kan worden aangeboden in één enkele verpakking omvattende een injectie-inrichting en enkele patronen. In een verdere voorkeursvorm kunnen de patronen ook apart aangeboden worden, bijvoorbeeld indien een langer gebruik nodig is, of indien gebruik van een andere samenstelling wordt beoogd.
In een tweede aspect heeft onderhavige uitvinding tevens betrekking op een samenstel omvattende een inrichting zoals hierboven beschreven voorzien van een patroon volgens onderhavige uitvinding.
In een derde aspect biedt onderhavige uitvinding een werkwijze voor het aanbrengen van een vloeibare samenstelling aan de huid. In het bijzonder zal deze werkwijze volgende stappen omvatten: - het aanbrengen van een patroon, voorzien van een vloeibare samenstelling, in een uitsparing van een injectie-inrichting; - het positioneren van de injectie-inrichting op of ter hoogte van de huid; - het opspannen van een veermechanisme; en - het afgeven van een hoeveelheid samenstelling aan de huid. In het bijzonder zal de samenstelling worden aangebracht onder druk en middels een naaldloze injectie stap. In de context van onderhavige uitvinding dient de term 'naaldloze injectie' of 'naaldloos injecteren' geïnterpreteerd te worden als het toedienen van een vloeistof of formulatie via de huid aan een welbepaalde locatie en/of diepte van een weefsel of in de bloedbaan, waarbij de huid niet doorprikt wordt door een naald of scherp voorwerp. Bij voorkeur wordt hierbij gebruik gemaakt van een verhoogde druk.
De uitvinders volgens onderhavige uitvinding hebben gevonden dat het voor vele toepassingen belangrijk is om een samenstelling in een bepaalde diepte van de huidlaag aan te brengen, in plaats van oppervlakkig aan de bovenste huidlagen. Het is bovendien gebleken dat een niet gering aantal gebruikers een angst of fobie hebben voor naalden. Door het bieden van een naaldloze techniek wordt enerzijds een geoptimaliseerde werkwijze geboden ten opzichte van de stand der techniek.
Bij voorkeur zal de kracht die opgewekt wordt tijdens de naaldloze injectie zich bevinden tussen 60 en 160N. Deze krachtbleek optimaal te zijn om de samenstelling in de diepere epidermale huidlagen te brengen. Bij voorkeur zal de samenstelling in een volume tussen 0.5 en 250 pl wordt aangebracht, meer bij voorkeur tussen 0.5 en 50 pl, meer bij voorkeur tussen 5 en 25 μΙ, nog meer bij voorkeur tussen 5 en 20 μΙ, nog meer bij voorkeur tussen 5 en 10 μΙ zoals 6 μΙ.
In het bijzonder is de werkwijze geschikt voor het aanbrengen van de samenstelling aan een epidermale vergroeiing zoals een (water)-wrat, eeltvorming, eksteroog, marisk, keratosis pilaris, actinische keratose of likdoorn.
Aldus heeft onderhavige uitvinding tevens betrekking op een werkwijze voor de behandeling van epidermale vergroeiingen.
Bij voorkeur wordt voor het aanbrengen van een vloeibare samenstelling aan de huid een kit omvattende een injectie-inrichting en één of meerdere patronen volgens onderhavige uitvinding gebruikt.
VOORBEELDEN
De uitvinding zal nu verder worden toegelicht aan de hand van voorbeeld figuren, zonder hiertoe overigens te worden beperkt.
Figuren IA en 1B tonen een uitvoeringsvorm van een kit volgens onderhavige uitvinding, omvattende een injectie-inrichting 2 en patronen 1. Figuur 1 toont een voor- en zijaanzicht van de inrichting 2 en een boven- en zijaanzicht van een enkele patroon 1, en een bovenaanzicht van een strip of blister patronen 19.
De injectie-inrichting 1 omvat een behuizing 15 die bij voorkeur de vorm van een pen aanneemt. Een dergelijke configuratie ligt goed in de hand. De behuizing 15 kan voorzien zijn van een houdgreep 17 in de vorm van een lichte constrictie of vernauwing in de behuizing 15. Dit verhoogt de grip van de gebruiker op de inrichting 1. De inrichting omvat een proximaal 3 en distaai eind 4, waarbij het distaai eind 4 voorzien zal zijn van middelen 7 om een patroon 1 te ontvangen. Het distale eind 4 is het eind dat uiteindelijk gericht zal zijn naar de huid bij aanbrenging van een samenstelling aan de huid. Het proximale eind 3 zal aan de buitenzijde voorzien zijn van een draaiknop 20 dat onderdeel is van een opspan-mechanisme 5. Deze draaiknop is een onderdeel van de behuizing 15 en bevindt zich aan het uiterste proximaal eind 3 van de inrichting. De draaiknop 20 is bij voorkeur duidelijk onderscheidbaar van de rest van de inrichting voor de gebruiker. Bij voorkeur is de onderscheidbaarheid visueel, door middel van een ander kleurgebruik en/of demarcatie. In een voorkeursvorm zal de draaiknop 20 voorzien zijn van grip-verhogende elementen, zoals ribben, groeven of andere details.
Het patroon 1 kan los voorzien worden of in een veelvoud van patronen zoals in een strip 19, waarbij de patronen aan elkaar vastgehecht zijn en losmaakbaar zijn middels bijvoorbeeld een aanwezige perforatie of verzwakking in de strip 19.
Figuren 3A en 3B tonen een detailtekening van een mogelijke uitvoeringsvorm van de patronen 1 volgens onderhavige uitvinding waarbij figuur 3A een overzicht geeft van een veelvoud van patronen in strip 19 en figuur 3B een perspectiefzicht en dwarsdoorsnede van een dergelijk patroon 1.
Het patroon 1 omvat bij voorkeur een reservoir 10 dat zich uitstrekt in de distale richting van het patroon. Dit reservoir is geschikt voor de opname van een oplossing die dient te worden aangebracht aan de huid. Het reservoir 10 bevindt zich in een vlak, verzonken ten opzichte van een bovenvlak van het patroon. Het bovenvlak vormt een omtreksrand 8 voor het patroon 1 dat zich voorbij het reservoir 1 zal uitstrekken. In een uitvoeringsvorm (niet getoond) kan het reservoir zich puntsymmetrisch bevinden in het bovenvlak. Dit wil zeggen dat het reservoir zich in het midden van het bovenvlak bevindt, waarbij het reservoir 1 gelijkmatig omgeven is door de omtreksrand 8. In een andere, meer geprefereerde uitvoeringsvorm zoals zichtbaar op figuur 3B bevindt het reservoir zich asymmetrisch in het bovenvlak, waarbij minstens één zijde van de het reservoir meer omtreksrand zal bezitten dan de overeenkomstige tegenovergestelde zijde. De langere zijde van de omtreksrand kan aldus dienen als hendel 9 dienen voor het patroon 1, waardoor een gebruiker het patroon 1 makkelijker kan vastnemen, en kan aanbrengen of wegnemen.
Het bovenvlak, dat in wezen gevormd wordt door de omtreksrand 8 en het reservoir (of de reservoiropening) vervat in de omtreksrand 8 worden voorzien van een afsluitmiddel 15. Dit kan een folie of een papierlaag zijn. In een andere uitvoeringsvorm kan dit tevens rubber of een polymeer zijn. Bij voorkeur is dit een zuur-resistent materiaal. Het afsluitmiddel 15 kan de omtreksrand en het reservoir volledig afsluiten. In een alternatieve uitvoeringsvorm kan slechts een deel van de omtreksrand afgesloten zijn. Het reservoir zal echter te allen tijde afgesloten worden door de afsluitmiddelen 15. In een voorkeursvorm zijn de afsluitmiddelen niet permanent bevestigd aan het patroon maar zijn deze verwijderbaar. De verwijdering kan handmatig gebeuren door de gebruiker, of tijdens het aanbrengproces van de samenstelling door bijvoorbeeld het doorbreken van het afsluitmiddel na het uitvoeren van een kracht op het afsluitmiddel 15. Indien het afsluitmiddel 15 handmatig kan verwijderd worden kan het afsluitmiddel - indien het een folie of een papierlaag omvat- bij voorkeur voorzien zijn van releasing agent aan de zijde die grenst aan de omtreksrand 8 en het reservoir 10. Deze releasing agent kan over het volledige afsluitmiddel aangebracht worden of op een discrete zone van het afsluitmiddel, bijvoorbeeld op een lijn ter hoogte van de omtreksrand. Door de aanwezigheid van de releasing agent wordt een zone gecreëerd die voor een gebruiker makkelijk los kan worden gemaakt van het patroon.
Het afsluitmiddel 15 zorgt er voor dat de oplossing in het reservoir 10 van het patroon niet gaat lekken.
Een geschoolde vakman zal erkennen dat het reservoir 10 verschillende vormen kan aannemen, en dat de vorm niet limiterend is. Het reservoir 10 is bij voorkeur een in essentie cilindrisch compartiment dat zal aflopen in de distale richting van het patroon tot een injectiepunt 11. Hiertoe zullen de zijwanden van het reservoir 10 in de distale richting schuin aflopen tot een opening, een injectiepunt. De diameter van deze punt is bij voorkeur gelegen tussen 0.05 en 3 mm, meer in het bijzonder tussen 0.05 en 1 mm, meer in het bijzonder tussen 0.1 en 0.5 mm, meer in het bijzonder tussen 0.1 en 0.25 mm, zoals bij voorbeeld 0.2 mm.
In het bijzonder zal ook de injectiepunt, die de connectie tussen reservoir en buitenwereld verzorgt, afgesloten worden door afsluitmiddelen 21. Deze afsluitmiddelen 21 verhinderen lekkage van de oplossing uit het patroon. De afsluitmiddelen zijn verwijderbaar, dat wil zeggen dat ze de opening niet permanent zullen afsluiten. In het bijzonder zal het afsluitmiddel 21 gebroken worden bij afgifte van de samenstelling aan de huid, onder invloed van de hoge druk die wordt opgebouwd en de krachtwerking ervan. In een andere uitvoeringsvorm worden de afsluitmiddelen 21 door de gebruiker handmatig verwijderd.
Bovenop de samenstelling in het reservoir zal een verplaatsbaar lichaam 12 rusten dat nauwsluitend vervat zit in het reservoir 10. De maximale omtrek van het verplaatsbaar lichaam zal hierbij iets kleiner zijn dan de maximale omtrek van het reservoir 10 waardoor een beweging in de longitudinale richting van het reservoir 10 wordt mogelijk gemaakt en waardoor bewegingen in de laterale richting gelimiteerd zijn. Het verplaatsbaar lichaam is in essentie cilindrisch van vorm. In een uitvoeringsvorm (zie figuur 3B) kan het verplaatsbaar lichaam 12 een constrictie bevatten. Deze constrictie zorgt enerzijds voor een wrijvingsverlagend effect waardoor het verplaatsbaar lichaam 12 makkelijker kan worden verplaatst in het reservoir 10.
De hoeveelheid samenstelling in het reservoir zal afhankelijk zijn van de toepassing. Bij voorkeur zal een monodosis aanwezig zijn in het reservoir. In het bijzonder zal de samenstelling in een volume tussen 0.5 en 250 pl aanwezig zijn, meer bij voorkeur tussen 5 en 150 pl, nog meer bij voorkeur tussen 5 en 50 μΙ.
Figuren 2A tot 2C geven een stapsgewijze voorstelling van een mogelijk gebruik van een kit volgens onderhavige uitvinding voor aanbrengen van een samenstelling aan de huid.
In een eerste stap zal de injectie-inrichting 2 voorzien worden van een patroon 1 aan het distale eind van de inrichting (figuur 2A). Hierbij kan minstens één of beide afsluitmiddelen 15, 21 handmatig worden verwijderd door de gebruiker. In een voorkeursvorm zal enkel afsluitmiddel 21 handmatig worden verwijderd, terwijl afsluitmiddel 15 doorbroken zal worden bij applicatie / injectie. Vervolgens zal de gebruiker via de externe draaiknop aan het proximale einde van de inrichting 2 het interne veer-mechanisme opwinden. Het opwinden gebeurt door het aandraaien van de draaiknop 20 (enkele keren) tot een lichte weerstand wordt gevoeld (Figuur 2B). De gebruiker weet bijgevolg dat de inrichting gebruiksklaar is. In een laatste stap wordt de injectiepunt 11 gepositioneerd boven of op de locatie waar de samenstelling dient te worden aangebracht. Vervolgens zal de gebruiker het afgifte-mechanisme in werking stellen door te drukken op de knop op de behuizing van de inrichting 2. De samenstelling wordt als het ware in de bovenste huidlagen geschoten.
Figuren 4A en 4B zijn een detailtekening van een patroon 1 en distaai eind 4 van een injectie-inrichting 2 waarbij een patroon 1 wordt aangebracht aan een injectie-inrichting 2. Het distaai eind 4 is voorzien van een uitsparing 7 geschikt als opname middel voor het patroon 1. De uitsparing 7 gaat gecombineerd met een lipstructuur 22 die er samen voor zorgen dat het patroon in de uitsparing past en er vervolgens blijft zitten. Het aanbrengen van het patroon aan de inrichting gebeurt middels een schuifbeweging. De lipstructuur 22 zorgt ervoor dat het patroon blijft zitten doordat het de omtreksrand 8 van het patroon deels zal omklemmen. In het bijzonder zal de lipstructuur 22 een vorm hebben overeenkomstig de omtreksrand 8 van het patroon 1.
In een andere voorkeursvorm bezit de rand van de inrichting ter hoogte van de uitsparing een schroefdraad dat toelaat om het patroon middels deze schroefdraad te positioneren en te fixeren aan de inrichting.
In de uitvoeringsvorm getoond in figuur 4B zal een deel van de omtreksrand 8 en met name de hendel 9 uit het vlak van de inrichting 2 wijzen. De hendel 9 kan dienen als mini-hefboom voor het verwijderen van het patroon uit de inrichting. Voordat het patroon aan de inrichting wordt voorzien kan het afsluitmiddel 15 handmatig worden verwijderd van het proximale eind van het patroon.
Figuur 5 is een dwarsdoorsnede van een injectie-inrichting voorzien van een patroon volgens een welbepaalde uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding en toont schematisch de interne werking van het geheel bij aanbrengen van een samenstelling.
Het patroon 1 wordt aan de inrichting 2 voorzien zoals weergegeven in figuur 4. Het patroon 1 zit nu verwijderbaar vervat aan het distaai eind van de inrichting 2. Uit de dwarsdoorsnede in figuur 5A is zichtbaar dat het verplaatsbaar lichaam 12 zich boven de samenstelling 18 bevindt. Een krachtverplaatsend-element 13 zoals een piston bevindt zich intern in de behuizing en is geconnecteerd met een drukveer. Het systeem is nog in rust. De afsluitmiddelen 21 kunnen worden verwijderd van het distale eind van het patroon.
Vervolgens, zoals weergegeven in figuur 5B zal via een opspan-mechanisme, de veer opgewonden worden. Hierdoor verplaatst het krachtverplaatsend-element 13 omhoog, richting proximaal eind van de inrichting en wordt er een kracht opgebouwd. Vervolgens kan de injectie-inrichting gepositioneerd worden ter hoogte van een positie op de huid. Finaal zal de veer opnieuw losgelaten worden middels het activeren van het afgifte-mechanisme door de gebruiker. Hierbij zal het zuiger-element neerwaarts bewegen aan een zekere kracht en in collisie komen met het verplaatsbaar lichaam 12 in het reservoir 10. Door overzetten van de krachten zal ook het verplaatsbaar lichaam 12 in beweging komen en neerwaarts bewegen in het reservoir 10. Hierbij wordt de samenstelling die zich onder het verplaatsbaar lichaam bevindt als het ware naar buiten gestuwd door heen de injectiepunt 11 aan een verhoogde druk. De samenstelling wordt aan een hoge druk en op een naaldloze manier in de huidlaag aangebracht (figuur 5D en 5E). Het lege patroon kan vervolgens verwijderd worden en de injectie-inrichting is opnieuw klaar voor gebruik (figuur 5F).
In een andere uitvoeringsvorm is het verplaatsbaar lichaam 12 niet aanwezig in het patroon 1 maar zal de vloeistof rechtstreeks naar buiten gestuwd worden door het kracht-verplaatsend element 13. In een uitvoeringsvorm zoals getoond in figuur 6 kan het reservoir hiertoe voorzien zijn van een flexibele afsluiting, die zich uitstrekt in de richting van de injectiepunt 11 wanneer het kracht-verplaatsend element 13 zich neerwaarts beweegt en in contact komt met het afsluitmiddel 12. Op deze manier wordt de vloeistof uit het patroon 1 gestuwd zonder dat de inrichting op zich in contact komt met deze vloeistof. In een andere uitvoeringsvorm is een verwijderbare folie voorzien en komt het kracht-verplaatsend element 13 aldus in contact met de inhoud van het patroon 1.
Figuur 7A tot en met figuur 12 hebben betrekking op een uitvoeringsvorm volgens onderhavige uitvinding waarbij de veer 14 van het veermechanisme opgespannen wordt middels de aanwezigheid van een schroefdraad-element 23. Dit element (23) omvat aan de buitenzijde zones voorzien van een schroefdraad 24 of een getande of groefvormige zone.
Deze zone 24 zal bij voorkeur en onder specifieke voorwaarden overeenkomstig zijn aan een zone 25 intern voorzien in de behuizing. Bij voorkeur is het schroefdraad-element 23 vervaardigd uit een flexibel polymeer, of een polymeer met enige vervormbare mogelijkheid. In het bijzonder en zoals zichtbaar op figuur 9A en 9B kan het element 23 voorzien zijn van lipvormige structuren 27 die de diameter van het schroefdraad-element 23 aanpasbaar maken (breder of nauwer binnen een bepaalde range). Figuren 9C en 9D tonen een alternatieve uitvoeringsvorm van het schroefdraadelement 23 waarbij de lipvormige structuren overbodig zijn en het schroefdraadelement 23 uit twee sub-delen die onderling niet verbonden zijn, maar waarbij de afstand tussen de sub-delen aanpasbaar is middels een verbreding aanwezig aan het staafvormige element 25.
De variabele opening van het schroefdraad-element 23 of de afstand tussen de twee sub-delen van het element 23 kan worden aangepast. Hiertoe is het schroefdraad-element 23 in de opening voorzien van een staafvormig element. Door de positie van het staafvormig element 26 aan te passen in het schroefdraad -element, zal de opening van het schroefdraad-element al dan niet in een 'wijde' of 'nauwe' stand komen. Dit wordt bewerkstelligd door de breedte van het staafvormig element, dat respectievelijk een korte en een lange zijde zal kennen. In de uitvoeringsvorm getoond in de figuren 7A tot en met 12 zal het staafvormig element voorzien zijn van een verbreding aan twee overeenkomstige zijden. Dit is tevens het gevoel in de uitvoeringsvorm uit figuren 9C en 9D. Aanpassing van de positie van het staaf-element 26 gebeurt bij voorkeur middels een vleugelelement 28 voorzien aan het proximaal einde van het staafelement en hanteerbaar is voor de gebruiker daar het zichtbaar is aan de buitenzijde van de inrichting.
Wanneer in de wijde stand, zal het schroefdraad-element 23 middels zijn schroefdraadzone of gegroefde zone 24 verbonden zijn met de schroefdraad/gegroefde zone 25 van de behuizing. Door het draaimechanisme verder aan te draaien, zal het element 23 zich omhoog bewegen middels de schroefdraad.
Figuur 7A toont een uitvoeringsvorm van een inrichting 2 voorzien van een schroefdraad-element 23. Aan het proximaal einde van de inrichting 2 is een vleugelement 28 voorzien dat de gebruiker in staat stelt om energie te accumuleren die nodig is voor het gebruik van de inrichting. De inrichting 2 is verder tevens voorzien van een draaiknop 20, tevens noodzakelijk voor het opspannen van het veermechanisme. Figuur 7B is een doorsnede van de inrichting uit figuur 7A in initiële, gesloten stand. Dit is de stand waarin de inrichting zal aangeboden worden aan de gebruiker. De inrichting is in beveiligde modus en niet-werkzaam. Aldus kan de oplossing niet onverwacht geëvacueerd worden. Dit verhoogt significant de veiligheid van de inrichting.
In de gesloten situatie zoals getoond in figuur 7B en 7C staat het schroefdraad-element 23 in de onderste positie en kan deze niet omhoog worden gebracht. Dit wordt verhinderd doordat het staafvormig-element 26 de opening van het schroefdraad-element 23 in nauwe confirmatie houdt. Dit wordt duidelijker zichtbaar gemaakt op figuur 7C dat een dwarse doorsnede is ter hoogte van het element 23 en het staafvormig element 26. Figuur 9A toont een detailtekening van het staafvormig element 26 geëngageerd met het schroefdraad-element 23 in 'gesloten' toestand. Het staafvormig element is aan twee overeenkomstige zijden voorzien van een verbreding 29 die ervoor zorgt dat de opening van het element 23 in wijde (open) of nauwe (gesloten) toestand staat. In gesloten toestand, zoals getoond op figuren 7B-C en 9A zullen de verbredingen 29 gericht zijn naar de lipvormige structuren 27 van het element 23. Het element 23 met nauwe diameter zal niet op een correcte wijze kunnen engageren met de schroefdraad-zone 25 van de behuizing, de veer kan niet worden opgespannen. De inrichting is niet in een werkzame toestand.
Figuren 8A tot en met 8C en figuur 9B tonen de inrichting 1 in ontsloten toestand. Hierbij zal het staafvormig element 26 middels het vleugelelement 28 een kwartslag gedraaid worden. Hierbij zullen de verbredingen 29 gericht zijn weg van de lipvormige structuren maar naar de schroefdraadzones 24 van het element 23. Hierdoor wordt de diameter van het element 23 vergroot en zal de zone 24 van het element kunnen engageren met de zone 25 van de behuizing.
Door het aandraaien van de draaiknop 20 en/of het vleugelelement 28 zal het schroefdraad-element 23 opwaarts langs de schroefdaad 25 van de behuizing bewegen en zal de veer 14 ingedrukt worden. Aldus zal de nodige kracht worden gegenereerd. Figuur 10 toont een dwarsdoorsnede van de inrichting waarbij het schroefdraad-element 23 in de hoogste positie staat. Hierdoor zal tevens het kracht-verplaatsend element 13 omhoog in de behuizing worden gebracht daar deze in verbinding staat met de veer 14.
Optioneel en als veiligheidsmaatregel kan in de positie zoals weergegeven in figuur 10 het afgifte-mechanisme 5 zich vergrendelen. Op die manier kan de inrichting niet per ongeluk geactiveerd worden (bijvoorbeeld wanneer deze nog niet correct geplaatst is). Bovendien krijgt de gebruiker zo het signaal dat de veer voldoende is opgespannen. Het vergrendelen van het afgifte-mechansime 5 kan worden bewerkstelligd door een tweede veer aanwezig in de inrichting.
De inrichting kan vervolgens gericht geplaatst worden op de locatie op de huid waarin de vloeistof dient gebracht te worden. Vervolgens dient de inrichting ontgrendeld te worden. Dit gebeurt door het vleugel-element 28 een kwartslag te draaien, bij voorkeur in tegenwijzerzin. Hierdoor zal het afgifte-mechanisme 5 zich opnieuw ontgrendelen, zal het staafvormig-element de diameter van het schroefdraad-element opnieuw in wijde stand zetten en is de inrichting klaar voor gebruik, d.w.z. het afgeven van de vloeistof (zie figuur 11).
Figuur 12 toont een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens onderhavige uitvinding waarbij de onderdelen separaat worden uitgelicht.
Een dergelijke uitvoeringsvorm laat toe om de inrichting volgens onderhavige uitvinding op veilige manier te hanteren, en dit door handmatig een voldoende grote kracht op te wekken opdat de vloeistof aan hoge druk in of aan de huid kan worden aangebracht.
Voorbeeld 1: Zuur-gebaseerde samenstellingen
Onderhavige uitvinding kan gebruik maken van volgende zuur-gebaseerde samenstellingen; deze voorbeelden zijn niet limitatief voor onderhavige uitvinding:
Samenstelling 1 40% TCA, 4% carboxymethylcellulose en H20 bij pH 2 Samenstelling 2 40% TCA, 4% carboxymethylcellulose, 2% salicylzuur en H20 bij pH 3
Samenstelling 3 40% TCA, 1% carbopol en H20
Samenstelling 4 50% monochloorazijnzuur en H20 Samenstelling 5 70% mierenzuur, glycerol, citroenolie, H20 Samenstelling 6 167 mg/g salicylzuur en 167 mg/g melkzuur in collodiumsamenstelling
Verwijzing figuren 1: patroon 2: injectie-inrichting 3: proximaal eind inrichting 4: distaai eind inrichting 5: afgifte-mechanisme 6: opspan-mechanisme 7: patroon-opname middelen (uitsparing) 8: omtreksrand 9: hendel 10: reservoir 11: injectiepunt 12: verplaatsbaar lichaam 13: kracht-verplaatsend element 14: veer 15: afsluitmiddelen 16 behuizing 17: houdgreep 18: samenstelling 19: strip 20: draaiknop 21: afsluitmiddelen 22: lipstructuur 23: schroefdraad-element 24: schroefdraadzone / gegroefde zone van schroefdraad-element 25: schroefdraadzone / gegroefde zone van behuizing 26: staafvormig element 27: lipvormige structuur 28: vleugelelement 29: verbreding

Claims (20)

1. Kit voor het aanbrengen van een vloeibare samenstelling aan of in de huid, omvattende een injectie-inrichting en één of meerdere patronen, voorzien van een reservoir geschikt voor het ontvangen van een vloeibare samenstelling, waarbij de injectie-inrichting een behuizing omvat, waarbij de behuizing aan het distaai eind voorzien is van middelen voor opname van het patroon, met het kenmerk, dat de injectie-inrichting voorzien is van een kracht-verplaatsend element, verstelbaar in de longitudinale as van de injectie-inrichting middels een veermechanisme.
2. Kit volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het distale eind van het kracht-verplaatsend element verstelbaar is tussen een positie intern in de behuizing en aan of voorbij het distaai eind van de inrichting.
3. Kit volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de behuizing van de injectie-inrichting aan het proximale einde voorzien is van een opspan-systeem voor het veermechanisme.
4. Kit volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de behuizing intern een schroefdraad-element omvat voorzien van een flexibele opening.
5. Kit volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de opening van het schroefdraad-element voorzien is van een staafvormig element.
6. Kit volgens één der conclusies, met het kenmerk, dat de behuizing extern voorzien is van een door een gebruiker bedienbaar afgifte-mechanisme zoals een drukknop, voor het ontspannen van het veermechanisme.
7. Kit volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de de patroon-opnamemiddelen een uitsparing aan het distaai eind van de injectie-inrichting omvatten, voorzien van een schroefdraad.
8. Kit volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het patroon een distaai en proximaal einde omvat en de eindes voorzien zijn van een verwijderbaar afsluitmiddel.
9. Kit volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het afsluitmiddel aan het proximaal einde doorbreekbaar of flexibel is.
10. Kit volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat het distale eind van het patroon een injectietip omvat.
11. Kit volgens conclusies 3 tot 6, met het kenmerk, dat het patroon een omtreksrand omvat, geschikt om opgenomen te worden in de uitsparing van een injectie-inrichting van de kit.
12. Kit volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het patroon een verplaatsbaar lichaam omvat.
13. Kit volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het verplaatsbaar lichaam zich boven een vloeistof in het reservoir bevindt.
14. Kit volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het verplaatsbaar lichaam verplaatsbaar is in de richting van een longitudinale as van het patroon.
15. Kit volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de injectie-inrichting en/of het patroon minstens gedeeltelijk vervaardigd zijn uit een zuur-resistent polymeer.
15. Kit volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het zuur-resistent polymeer gekozen is uit de groep van polyfenyleen sulfide, polyoxymethyleen, polypropyleen, polyethyleen, bij voorkeur ultra hoog moleculair gewicht polyethyleen (UHMW-PE), co-polymeren van acetal, ethylvinylacetaat (EVA), polyethyleen tereftalaat, thermoplastische polyester elastomeren (TPE-ET), polycyclohexyleen-dimethyleen tereftalaten (PCT), polybutyleen tereftalaten (PBT), halogeen-vrije vloeibare crystal polymeren (LCP), PC-ABS of combinaties ervan.
17. Kit volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het reservoir een vloeibare samenstelling bevat, waarbij de vloeibare samenstelling een therapeutisch effectieve hoeveelheid zuur bevat, gekozen uit de groep van fruitzuren (AHA's) azijnzuur, trichloorazijnzuur, dichloorazijnzuur, zoutzuur, mierenzuur, kojinezuur, azelaïnezuur, fosforzuur, thioglycolzuur, retinoïne zuur, zouten hiervan, fenolen, esters of mengsel hiervan.
18. Werkwijze voor het aanbrengen van een vloeibare samenstelling aan de huid, omvattende: - het aanbrengen van een patroon, voorzien van een vloeibare samenstelling, in een uitsparing van een injectie-inrichting; - het positioneren van de injectie-inrichting op of ter hoogte van de huid; - het opspannen van een veermechanisme en - het afgeven van een hoeveelheid samenstelling met het kenmerk, dat de samenstelling wordt aangebracht onder druk en middels een naaldloze injectie stap.
19. Werkwijze volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de opgewekte kracht door het opspannen van het veermechanisme zich bevindt tussen 50 en 250 N.
20. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de samenstelling in een volume tussen 0.5 en 250 pl wordt aangebracht.
21. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de samenstelling aan een epidermale vergroeiing zoals een (water)-wrat, eeltvorming, eksteroog, marisk, keratosis pilaris, actinische keratose of likdoorn wordt aangebracht.
NL2014370A 2015-02-27 2015-02-27 Inrichting en werkwijze voor het aanbrengen van een samenstelling aan de huid of huidlagen. NL2014370B1 (nl)

Priority Applications (11)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2014370A NL2014370B1 (nl) 2015-02-27 2015-02-27 Inrichting en werkwijze voor het aanbrengen van een samenstelling aan de huid of huidlagen.
PCT/IB2016/051032 WO2016135665A1 (en) 2015-02-27 2016-02-25 Device and method for applying a composition on the skin or skin layers
PT167130830T PT3261693T (pt) 2015-02-27 2016-02-25 Dispositivo e método para aplicação de uma composição na pele ou camadas de pele
CN201680022885.2A CN107530501B (zh) 2015-02-27 2016-02-25 用于将组合物施用于皮肤或皮肤层上的装置和方法
AU2016224869A AU2016224869B2 (en) 2015-02-27 2016-02-25 Device and method for applying a composition on the skin or skin layers
CA2977309A CA2977309C (en) 2015-02-27 2016-02-25 Device and method for applying a composition on the skin or skin layers
ES16713083T ES2757728T3 (es) 2015-02-27 2016-02-25 Dispositivo y método para aplicar una composición sobre la piel o capas de la piel
TW105105691A TWI701058B (zh) 2015-02-27 2016-02-25 將液體組合物施加至皮膚上或中的套件或注射裝置以及將非治療液體組合物施加至皮膚上的方法
US15/553,392 US10806862B2 (en) 2015-02-27 2016-02-25 Device and method for applying a composition on the skin or skin layers
EP16713083.0A EP3261693B1 (en) 2015-02-27 2016-02-25 Device and method for applying a composition on the skin or skin layers
HK18108351.6A HK1248623B (zh) 2015-02-27 2018-06-28 用於將組合物施用於皮膚或皮膚層上的裝置和方法

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2014370A NL2014370B1 (nl) 2015-02-27 2015-02-27 Inrichting en werkwijze voor het aanbrengen van een samenstelling aan de huid of huidlagen.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2014370A NL2014370A (nl) 2016-10-10
NL2014370B1 true NL2014370B1 (nl) 2017-01-17

Family

ID=53276996

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2014370A NL2014370B1 (nl) 2015-02-27 2015-02-27 Inrichting en werkwijze voor het aanbrengen van een samenstelling aan de huid of huidlagen.

Country Status (11)

Country Link
US (1) US10806862B2 (nl)
EP (1) EP3261693B1 (nl)
CN (1) CN107530501B (nl)
AU (1) AU2016224869B2 (nl)
CA (1) CA2977309C (nl)
ES (1) ES2757728T3 (nl)
HK (1) HK1248623B (nl)
NL (1) NL2014370B1 (nl)
PT (1) PT3261693T (nl)
TW (1) TWI701058B (nl)
WO (1) WO2016135665A1 (nl)

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3901691A1 (de) * 1988-11-21 1990-07-26 Holzer Walter Verfahren und hilfsmittel zur nadellosen injektion
FR2739562B1 (fr) * 1995-10-09 1998-04-24 Moreau Defarges Alain Dispositif d'injection par jet sans aiguille, comportant une cartouche surmoulee
US7128903B2 (en) 2001-10-03 2006-10-31 Innovative Pharmaceutical Concepts (Ipc) Inc. Pharmaceutical preparations useful for treating tumors and lesions of the skin and the mucous membranes and methods and kits using same
DE102006018827A1 (de) * 2006-04-22 2007-10-31 Bayer Healthcare Ag Applikator mit auswechselbarem Behälter
DE102008008265A1 (de) * 2008-02-08 2009-08-20 Lts Lohmann Therapie-Systeme Ag Zylinder-Kolben-Einheit mit einer räumlich gekrümmten vorderen Stirnfläche
JP5719522B2 (ja) * 2010-03-31 2015-05-20 テルモ株式会社 薬剤投与器具及び薬剤注射装置
ES2758349T3 (es) 2010-07-15 2020-05-05 Progressare Medinvest B V Composición para el tratamiento de lesiones de la piel y/o de las uñas
DK2688616T3 (en) * 2011-03-24 2018-05-07 Shl Group Ab Drug delivery device
EP2906272B1 (en) * 2012-10-12 2018-12-05 SHL Medical AG Medicament delivery device
TWI599377B (zh) * 2013-01-15 2017-09-21 卡貝歐洲有限公司 藥物輸送裝置

Also Published As

Publication number Publication date
TWI701058B (zh) 2020-08-11
TW201700115A (zh) 2017-01-01
AU2016224869A1 (en) 2017-09-14
CN107530501A (zh) 2018-01-02
ES2757728T3 (es) 2020-04-30
WO2016135665A1 (en) 2016-09-01
US10806862B2 (en) 2020-10-20
EP3261693B1 (en) 2019-09-18
CA2977309A1 (en) 2016-09-01
AU2016224869B2 (en) 2019-12-12
CN107530501B (zh) 2020-07-28
US20180126078A1 (en) 2018-05-10
PT3261693T (pt) 2019-11-21
CA2977309C (en) 2021-03-30
EP3261693A1 (en) 2018-01-03
NL2014370A (nl) 2016-10-10
HK1248623B (zh) 2020-06-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7422567B2 (en) Microabrader with controlled abrasion features
US11633580B2 (en) Applicator for water-soluble sheet-shaped preparation
JP6215840B2 (ja) 非傷跡発生式カニューレ
JP6726512B2 (ja) マイクロニードルアプリケータ
CA2587216A1 (en) System and method for delivering fluid into flexible biological barrier
BR112020001778A2 (pt) sistema aplicador compreendendo um arranjo de microagulhas incluindo um ingrediente ativo para cicatrização de feridas
CN104755127B (zh) 药物涂抹器
NL2014370B1 (nl) Inrichting en werkwijze voor het aanbrengen van een samenstelling aan de huid of huidlagen.
KR20190137252A (ko) 시린지 그립
EP3695876A1 (en) Pencil for inserting micro-implants inside upper skin layers

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20230301