NL2014091A

NL2014091A - Sealing device.

Info

Publication number: NL2014091A
Application number: NL2014091A
Authority: NL
Inventors: De Kraker Cornelis
Original assignee: Kraker Products
Priority date: 2015-01-07
Filing date: 2015-01-07
Publication date: 2016-09-23
Also published as: EP3242979A2; WO2016111622A2; WO2016111622A3; NL2014091B1

Description

AfdichtingsinrichtingSealing device

De uitvinding heeft betrekking op een afdichtingsinrichting, meer in het bijzonder op een inrichting voor het fluïdumdicht afdichten van een aansluiting tussen twee onder een hoek ten opzichte van elkaar uitgelijnde / uit te lijnen leidingdelen.The invention relates to a sealing device, more particularly to a device for fluid-tight sealing of a connection between two pipe parts aligned / to be aligned at an angle to each other.

Scheefstand tussen af te dichten leidingen kan zich in verschillende situaties voordoen. Bijvoorbeeld, wanneer een muurplaat voor de bevestiging van een kraan aan een muur scheef is gemonteerd, zal een op aan deze muurplaat bevestigde koppelingen in beginsel ook scheef ten opzichte van de muur worden gemonteerd. Het is echter gewenst dat een kraan waterpas en loodrecht ten opzichte van een muur wordt aangebracht. Terwijl dit bij kranen met een enkele waterleiding al lastig kan zijn, wordt dit verder bemoeilijkt indien de installateur een mengkraan dient op te hangen en de koud- en/of een warmwaterleiding niet loodrecht uit de muur komen.Skew between pipes to be sealed can occur in different situations. For example, when a wall plate for attaching a tap to a wall is skewed, a coupling on couplings attached to this wall plate will in principle also be skewed relative to the wall. It is, however, desirable that a tap be installed level and perpendicular to a wall. While this can be difficult with single-water taps, this is further complicated if the installer has to hang a mixer and the cold and / or hot water pipes do not come out of the wall perpendicularly.

Hoewel in sommige gevallen een mengkraan met een rechte koppeling kan worden aangesloten, worden voor het aansluiten van mengkranen doorgaans zogenaamde S-koppelingen toegepast. Deze S-koppelingen omvatten een gebogen buisdeel, dat ten opzichte van de muurplaat kan worden geroteerd om extra speelruimte en flexibiliteit te verkrijgen voor de positionering van de mengkraan.Although in some cases a mixer with a straight coupling can be connected, so-called S-couplings are usually used for connecting mixer taps. These S-couplings comprise a curved pipe part, which can be rotated relative to the wall plate in order to obtain extra room for maneuver and flexibility for the positioning of the mixer tap.

Een nadeel van de toepassing van S-koppelingen is dat deze zich doorgaans verder van de muurplaat uitstrekken dan een rechte koppeling, waardoor bij een toepassing van S-koppelingen een scheefstand van de muurplaat nog meer wordt versterkt dan bij rechte koppelingen het geval is.A drawback of the use of S-couplings is that they generally extend farther from the wall plate than a straight coupling, so that with an application of S-couplings a skew position of the wall plate is even more reinforced than is the case with straight couplings.

Indien de kraan loodrecht op de wand wordt gemonteerd, en de muurplaat een scheefstand vertoont, zullen de waterleiding en de aansluiting op de kraan scheef ten opzichte van elkaar zijn uitgelijnd. Het verkrijgen van een goede waterafdichting van de aansluiting is vaak lastig, en soms zelfs onmogelijk. De voor het verkrijgen van een afdichting toegepaste fiber ringen bieden regelmatig onvoldoende speelruimte, en bij scheefstand worden rubberen afdichtringen regelmatig kapot gedraaid bij het aandraaien van de koppelingen.If the faucet is mounted perpendicular to the wall, and the wall plate shows an inclined position, the water pipe and the connection to the faucet will be skewed in relation to each other. Getting a good water seal from the connection is often difficult, and sometimes even impossible. The fiber rings used for obtaining a seal regularly offer insufficient room for maneuver, and in the case of skew, rubber seal rings are regularly broken when the couplings are tightened.

Er is derhalve behoefte aan een afdichtingsinrichting die een fluïdumdichte afsluiting kan verschaffen tussen twee buisstukken die een onderlinge scheefstand vertonen.There is therefore a need for a sealing device that can provide a fluid-tight seal between two pipe sections that exhibit a mutual skew.

Omdat een installateur bijvoorbeeld bij renovatie werkzaamheden is gebonden aan een bestaande situatie, is de beschikbare ruimte vaak beperkt. Een compacte afdichtingsoplossing is derhalve gewenst.Because, for example, an installation engineer is bound to an existing situation during renovation work, the available space is often limited. A compact sealing solution is therefore desirable.

Een doel van de onderhavige uitvinding is om een afdichtingsinrichting te verschaffen waarbij de genoemde nadelen zich niet, of althans in mindere mate voordoen.An object of the present invention is to provide a sealing device in which the disadvantages mentioned do not occur, or at least to a lesser extent.

Het genoemde doel is volgens de uitvinding bereikt met de inrichting voor het fluïdumdicht afdichten van een aansluiting tussen twee onder een hoek ten opzichte van elkaar uitgelijnde of uit te lijnen leidingdelen, omvattende: - een eerste afdichtingsdeel omvattende een binnenwand en een buitenwand, een in hoofdzaak vlakke zijde en een tegenover de vlakke zijde gelegen divergerende zijde die van de binnenwand naar de buitenwand divergeert; - een tweede afdichtingsdeel omvattende een binnenwand en een buitenwand, een in hoofdzaak vlakke zijde en een tegenover de vlakke zijde gelegen convergerende zijde die van de binnenwand naar de buitenwand convergeert; en - waarbij de divergerende zijde van het eerste afdichtingsdeel en de convergerende zijde van het tweede afdichtingsdeel in hoofdzaak dezelfde afschuining vertonen en zijn ingericht om zodanig tegen elkaar aangebracht te worden dat de divergerende zijde van het eerste afdichtingsdeel en de convergerende zijde van het tweede afdichtingsdeel langs elkaar verschuifbaar zijn en de binnenwanden van het eerste afdichtingsdeel en het tweede afdichtingsdeel een doorlopende uitsparing insluiten waardoorheen een fluïdum transporteerbaar is.Said object has been achieved according to the invention with the device for fluid-tight sealing of a connection between two pipe parts aligned or aligned at an angle to each other, comprising: - a first sealing part comprising an inner wall and an outer wall, a substantially flat side and a diverging side opposite the flat side diverging from the inner wall to the outer wall; - a second sealing part comprising an inner wall and an outer wall, a substantially flat side and a converging side opposite the flat side that converges from the inner wall to the outer wall; and - wherein the diverging side of the first sealing part and the converging side of the second sealing part have substantially the same chamfer and are arranged to be arranged against each other such that the diverging side of the first sealing part and the converging side of the second sealing part are mutually displaceable and the inner walls of the first sealing part and the second sealing part enclose a continuous recess through which a fluid can be transported.

Opgemerkt wordt dat de divergerende zijde in de richting van de binnenwand naar de buitenwand van het eerste afdichtingsdeel, van de tegenovergelegen vlakke zijde vandaan divergeert, waardoor de afstand tussen de vlakke zijde en de divergerende zijde in buitenwaartse richting toeneemt.It is noted that the diverging side diverges in the direction from the inner wall to the outer wall of the first sealing part away from the opposite flat side, whereby the distance between the flat side and the diverging side increases in the outward direction.

Opgemerkt wordt dat de convergerende zijde in de richting van de binnenwand naar de buitenwand van het tweede afdichtingsdeel, naar de tegenovergelegen vlakke zijde toe convergeert, waardoor de afstand tussen de vlakke zijde en de convergerende zijde in buitenwaartse richting afneemt.It is noted that the converging side converges towards the opposite flat side in the direction from the inner wall to the outer wall of the second sealing part, whereby the distance between the flat side and the converging side decreases in the outward direction.

Wanneer de afdichtingsinrichting wordt gemonteerd tussen twee leidingen, zullen de divergerende zijde en de convergerende zijde nauwsluitend tegen elkaar aan komen te liggen.When the sealing device is mounted between two conduits, the diverging side and the converging side will come close to each other.

Bij het in de inleiding genoemde voorbeeld van een bevestiging tussen een kraan en een waterleiding, zal door het aandraaien van een moer de afstand tussen de buisvormige wateraansluiting van de kraan en de waterleiding worden verkleind, waardoor het eerste afdichtingsdeel en het tweede afdichtingsdeel tegen elkaar aan worden geklemd. Onder invloed van de tijdens het klemmen uitgeoefende klemkracht zullen de divergerende zijde van het eerste afdichtingsdeel en de convergerende zijde van het tweede afdichtingsdeel ten opzichte van elkaar verschuiven naar een optimale onderlinge afdichtende positie.In the example of an attachment between a tap and a water pipe mentioned in the introduction, the distance between the tubular water connection of the tap and the water pipe will be reduced by tightening a nut, so that the first sealing part and the second sealing part abut each other be clamped. Under the influence of the clamping force exerted during the clamping, the diverging side of the first sealing part and the converging side of the second sealing part will shift relative to each other to an optimum mutual sealing position.

Hoewel de divergerende zijde van het eerste afdichtingsdeel en/of de convergerende zijde van het tweede afdichtingsdeel enige vervormbaarheid kunnen vertonen waardoor ze bij het tegen elkaar aan gedrukt worden nauwsluitend tegen elkaar aan komen te liggen en een fluïdumdichte afsluiting op hun aangrijpvlak verschaffen, is het bijzonder voordelig indien de divergerende zijde en de convergerende zijde onafhankelijk van de scheefstand optimaal op elkaar aansluiten. Derhalve heeft de afdichtingsinrichting volgens een voorkeursuitvoeringsvorm de eigenschappen dat de divergerende zijde van het eerste afdichtingsdeel een concave vorm omvat, de convergerende zijde van het tweede afdichtingsdeel een convexe vorm omvat, en waarbij de concave zijde van het eerste afdichtingsdeel en de convexe zijde van het tweede afdichtingsdeel in hoofdzaak dezelfde kromming vertonen en zijn ingericht om zodanig tegen elkaar aangebracht te worden dat de concave zijde van het eerste afdichtingsdeel en de convexe zijde van het tweede afdichtingsdeel langs elkaar verschuifbaar zijn.Although the diverging side of the first sealing part and / or the converging side of the second sealing part may exhibit some deformability, so that when they are pressed against each other they come into close contact with each other and provide a fluid-tight seal on their engagement surface. advantageous if the diverging side and the converging side are optimally connected to each other independently of the tilt. Therefore, the sealing device according to a preferred embodiment has the properties that the diverging side of the first sealing part comprises a concave shape, the converging side of the second sealing part comprises a convex shape, and wherein the concave side of the first sealing part and the convex side of the second sealing part sealing part have substantially the same curvature and are arranged to be arranged against each other such that the concave side of the first sealing part and the convex side of the second sealing part can be slid along each other.

De vakman zal bij de keuze van de radius van de kromming van de samenwerkende concave zijde van het eerste afdichtingsdeel en de convexe zijde van het tweede afdichtingsdeel voor de specifieke toepassing een optimum dienen te bepalen. Terwijl een kleinere radius van de kromming zorgt voor een vergroot instelbereik, verschaft een grote krommingsradius via een vlakkere kromming juist het voordeel van een compacte inbouwdikte. Indien de kromming vlakker wordt, zal de hoogtevariatie bij het zijdelings verschuiven immers beperkter zijn, en wordt ook in een scheefstand een voldoende groot afdichtoppervlak verkregen.The person skilled in the art will have to determine an optimum for the specific application when selecting the radius of curvature of the cooperating concave side of the first sealing part and the convex side of the second sealing part. While a smaller radius of the curvature provides an increased adjustment range, a large curvature radius via a flatter curvature provides the advantage of a compact installation thickness. If the curvature becomes flatter, the height variation during lateral displacement will after all be more limited, and a sufficiently large sealing surface will also be obtained even in an inclined position.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de buitenwand van het tweede afdichtingsdeel ten minste in de instelrichting waarin het eerste afdichtingsdeel en het tweede afdichtingsdeel ten opzichte van elkaar verschuifbaar zijn een kleinere doorsnedeafstand D^, dan de doorsnedeafstand Dlo van de buitenwand van het eerste afdichtingsdeel. Hierdoor heeft de afdichtingsinrichting enige verschuifmogelijkheid in de instelrichting voordat de buitenwand van het tweede afdichtingsdeel zich in hoofdzaak buiten de buitenwand van het eerste afdichtingsdeel zal verplaatsen. Als gevolg hiervan blijft de scheefstandcompensatie van de afdichtingsinrichting zelfs behouden indien deze wordt omsloten, bijvoorbeeld door een binnenwand van een leidingdeel waarin de afdichtingsrichting is aangebracht.According to a preferred embodiment, the outer wall of the second sealing part comprises at least in the setting direction in which the first sealing part and the second sealing part are slidable relative to each other a smaller cross-sectional distance D1, than the cross-sectional distance D10 of the outer wall of the first sealing part. As a result, the sealing device has some possibility of sliding in the setting direction before the outer wall of the second sealing part will move substantially outside the outer wall of the first sealing part. As a result, the skew position compensation of the sealing device is retained even if it is enclosed, for example by an inner wall of a pipe part in which the sealing direction is arranged.

Een voldoende verschuifmogelijkheid in de instelrichting, voordat dat de buitenwand van het tweede afdichtingsdeel zich in hoofdzaak buiten de buitenwand van het eerste afdichtingsdeel zal verplaatsen, wordt gegarandeerd indien volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm de doorsnedeafstand D2o van de buitenwand van het tweede afdichtingsdeel ten minste 5%, en bij voorkeur ten minste 10%, kleiner is dan de doorsnedeafstand Dlo van de buitenwand van het eerste afdichtingsdeel.A sufficient possibility of sliding in the setting direction before the outer wall of the second sealing part will move substantially outside the outer wall of the first sealing part is guaranteed if according to a further preferred embodiment the cross-sectional distance D20 of the outer wall of the second sealing part is at least 5%, and preferably at least 10%, is smaller than the cross-sectional distance D10 of the outer wall of the first sealing part.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm vertonen de binnenwanden van het eerste afdichtingsdeel en het tweede afdichtingsdeel ten minste in de instelrichting waarin het eerste afdichtingsdeel en het tweede afdichtingsdeel ten opzichte van elkaar verschuifbaar zijn in hoofdzaak dezelfde doorsnedeafstand Dn, D2i- De binnenwanden van het eerste afdichtingsdeel en het tweede afdichtingsdeel sluiten bij een in hoofdzaak zelfde doorsnedeafstand bij een rechte toestand van de afdichtingsinrichting in hoofdzaak vlak op elkaar aan. Met een ‘rechte toestand van de afdichtingsinrichting’ wordt verwezen naar de toestand waarbij er géén scheefstandcompensatie door een verschuiving tussen de concave en convexe zijde is. Wanneer de concave en convexe zijde echter wél ten opzichte van elkaar worden verschoven, zullen de binnenwanden van het eerste afdichtingsdeel en het tweede afdichtingsdeel nog steeds een doorlopende uitsparing insluiten waardoorheen een fluïdum transporteerbaar is.According to a further preferred embodiment, the inner walls of the first sealing part and the second sealing part have substantially the same cross-sectional distance Dn, D2i at least in the setting direction in which the first sealing part and the second sealing part are slidable relative to each other second sealing part connect substantially flat with each other at a substantially same cross-sectional distance when the sealing device is in a straight position. A "straight state of the sealing device" refers to the state in which there is no skew compensation due to a shift between the concave and convex side. However, if the concave and convex side are shifted relative to each other, the inner walls of the first sealing part and the second sealing part will still enclose a continuous recess through which a fluid can be transported.

Indien volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm het eerste afdichtingsdeel aan de concave zijde ten minste in de instelrichting waarin het eerste afdichtingsdeel en het tweede afdichtingsdeel ten opzichte van elkaar verschuifbaar zijn een vlakke rand nabij de buitenwand omvat, wordt voorkomen dat de rand tussen de buitenwand van het eerste afdichtingsdeel en de concave zijde van het eerste afdichtingsdeel zich tot voorbij de vlakke zijde van het tweede afdichtingsdeel kan uitstrekken. Indien de concave zijde van het eerste afdichtingsdeel tot aan de buitenwand van het eerste afdichtingsdeel zou doorlopen, zou de rand tussen de concave zijde en de buitenwand van het eerste afdichtingsdeel puntig van vorm zijn. In het bijzonder wanneer het eerste afdichtingsdeel van een hard materiaal, zoals RVS, messing of staal is uitgevoerd, kan een puntige rand van het eerste afdichtingsdeel, wanneer deze bij scheefstand voorbij de vlakke zijde van het tweede afdichtingsdeel zou uitsteken, kunnen leiden tot beschadigingen aan een af te dichten oppervlak waar deze vlakke zijde van het tweede afdichtingsdeel tegen is aangebracht.If according to a still further preferred embodiment the first sealing part on the concave side comprises a flat edge near the outer wall at least in the setting direction in which the first sealing part and the second sealing part are slidable relative to each other, the edge between the outer wall of the outer wall is prevented. first sealing part and the concave side of the first sealing part can extend beyond the flat side of the second sealing part. If the concave side of the first sealing part were to extend to the outer wall of the first sealing part, the edge between the concave side and the outer wall of the first sealing part would have a pointed shape. Particularly when the first sealing part is made of a hard material, such as stainless steel, brass or steel, a pointed edge of the first sealing part, if it would protrude beyond the flat side of the second sealing part in an inclined position, can lead to damage to a surface to be sealed against which this flat side of the second sealing part is arranged.

De vlakke zijde van het eerste afdichtingsdeel wordt tijdens gebruik tegen een af te dichten oppervlak, bijvoorbeeld van een flens of een S-koppeling aangebracht. Indien bij een ronde configuratie de binnendiameter van dit af te dichten oppervlak kleiner is dan de binnendiameter van het eerste afdichtingsdeel van de afdichtingsinrichting, zou de situatie kunnen ontstaan dat het convergerende vlak van het tweede afdichtingsdeel zich buiten de vlakke zijde van het eerste afdichtingsdeel uitsteekt. In het bijzonder wanneer het tweede afdichtingsdeel van een hard materiaal, zoals RVS, messing of staal is uitgevoerd, zou de rand tussen de binnenwand van het tweede afdichtingsdeel en de convergerende zijde van het tweede afdichtingsdeel het af te dichten oppervlak kunnen beschadigen. Om dit te voorkomen omvat de binnenwand van het eerste afdichtingsdeel volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm een zodanige dikte dat, bij een scheefstand van a = 1 ° tussen het eerste afdichtingsdeel en het tweede afdichtingsdeel, de convergerende zijde van het tweede afdichtingsdeel zich volledig bevindt aan de naar het tweede afdichtingsdeel toegekeerde zijde van een vlak dat door de vlakke zijde van het eerste afdichtingsdeel wordt gedefinieerd.The flat side of the first sealing part is applied during use against a surface to be sealed, for example of a flange or an S-coupling. If in a round configuration the inner diameter of this surface to be sealed is smaller than the inner diameter of the first sealing part of the sealing device, the situation could arise that the converging surface of the second sealing part protrudes beyond the flat side of the first sealing part. In particular when the second sealing part is made of a hard material such as stainless steel, brass or steel, the edge between the inner wall of the second sealing part and the converging side of the second sealing part could damage the surface to be sealed. In order to prevent this, the inner wall of the first sealing part according to a still further preferred embodiment comprises such a thickness that, at a skew position of a = 1 ° between the first sealing part and the second sealing part, the converging side of the second sealing part is completely on the side of a surface facing the second sealing part defined by the flat side of the first sealing part.

Nog meer bij voorkeur bevindt de convergerende zijde van het tweede afdichtingsdeel zich binnen een bereik van de scheefstand tot α = 2° volledig aan de naar het tweede afdichtingsdeel toegekeerde zijde van het vlak dat door de vlakke zijde van het eerste afdichtingsdeel wordt gedefinieerd. Nog meer bij voorkeur wordt aan bovenstaande conditie voldaan tot een scheefstand van α = 3°.Even more preferably, the converging side of the second sealing part is completely within a range from the skew to α = 2 ° on the side of the surface facing the second sealing part defined by the flat side of the first sealing part. Even more preferably, the above condition is met to a skew of α = 3 °.

Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm is de binnendiameter van het tweede afdichtingsdeel groter dan de binnendiameter van het eerste afdichtingsdeel. Hierdoor wordt, zelfs bij een scheefstand en een zeer beperkte dikte T i van de binnenwand van het eerste afdichtingsdeel, voorkomen dat de rand van het tweede afdichtingsdeel zich voorbij de vlakke zijde van het eerste afdichtingsdeel uitstrekt. Het verschil in binnendiameters is bij voorkeur zodanig dat bij een scheefstand van a = 1 ° tussen het eerste afdichtingsdeel en het tweede afdichtingsdeel, de convergerende zijde van het tweede afdichtingsdeel zich volledig bevindt aan de naar het tweede afdichtingsdeel toegekeerde zijde van een vlak dat door de vlakke zijde van het eerste afdichtingsdeel wordt gedefinieerd. Wederom is de scheefstand waarbinnen aan deze conditie wordt voldaan ten minste α = 2°, en meer bij voorkeur ten minste α = 3°.According to an alternative embodiment, the inner diameter of the second sealing part is larger than the inner diameter of the first sealing part. As a result, even with an inclined position and a very limited thickness T i of the inner wall of the first sealing part, the edge of the second sealing part is prevented from extending beyond the flat side of the first sealing part. The difference in inner diameters is preferably such that at a skew of a = 1 ° between the first sealing part and the second sealing part, the converging side of the second sealing part is completely on the side of the plane facing the second sealing part. flat side of the first sealing part is defined. Again, the skew within which this condition is met is at least α = 2 °, and more preferably at least α = 3 °.

Scheefstandcompensatie in alle richtingen, waardoor de afdichtingsinrichting bovendien vrij plaatsbaar is, wordt verkregen wanneer volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm ten minste de concave zijde van het eerste afdichtingsdeel en de convexe zijde van het tweede afdichtingsdeel rotatie-symmetrisch zijn.Tilt compensation in all directions, as a result of which the sealing device is moreover freely positionable, is obtained when according to a still further preferred embodiment at least the concave side of the first sealing part and the convex side of the second sealing part are rotationally symmetrical.

Bij een enkele aansluiting, zoals bij een kraan met een enkele waterleiding, verschaft een afdichtingsinrichting waarbij ten minste de concave zijde van het eerste afdichtingsdeel en de convexe zijde van het tweede afdichtingsdeel rotatie-symmetrisch zijn compensatie voor scheefstand in alle richtingen, conform een bolscharnier.With a single connection, such as with a single water pipe faucet, a sealing device in which at least the concave side of the first sealing part and the convex side of the second sealing part are rotationally symmetrical compensates for tilting in all directions, in accordance with a ball joint.

Indien twee van dergelijke afdichtingsinrichting naast elkaar worden toegepast, zoals bij een mengkraan het geval zal zijn, wordt één rotatievrijheidsgraad opgelegd door de dubbele bevestiging.If two of such a sealing device are used next to each other, as will be the case with a mixer tap, one degree of freedom of rotation is imposed by the double attachment.

Opgemerkt wordt dat waar in het vorengaande gesproken werd over ‘ten minste in de instelrichting waarin het eerste afdichtingsdeel en het tweede afdichtingsdeel ten opzichte van elkaar verschuifbaar zijn’, de specifieke maatregel bij deze rotatie-symmetrische uitvoering over de volledige omtrek van toepassing is. Zo omvat het eerste afdichtingsdeel aan de concave zijde bij voorkeur een rondom verlopende vlakke rand om de voordelen van een der gelijke afgeplatte rand in alle instelrichtingen te verschaffen.It is noted that where in the foregoing reference was made to "at least in the setting direction in which the first sealing part and the second sealing part are slidable relative to each other", the specific measure applies to this rotation-symmetrical embodiment over the entire circumference. For example, the first sealing part on the concave side preferably comprises a circumferential flat edge to provide the advantages of such a flattened edge in all adjustment directions.

Hoewel de uitvinding daar niet toe is beperkt, zullen leidingen doorgaans een ronde dwarsdoorsnede vertonen. Derhalve zijn volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm het eerste afdichtingsdeel en het een tweede afdichtingsdeel ringvormig. Wanneer ronde leidingen onder een hoek ten opzichte van elkaar zijn uitgelijnd, staan de hartlijnen van de ronde leidingdelen onder een hoek ten opzichte van elkaar.Although the invention is not limited thereto, conduits will generally have a circular cross section. Therefore, according to a still further preferred embodiment, the first sealing part and the second sealing part are annular. When round pipes are aligned at an angle to each other, the center lines of the round pipe parts are at an angle to each other.

Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn het eerste afdichtingsdeel en/of het tweede afdichtingsdeel uit kunststof, bij voorkeur POM, vervaardigd. Kunststof is corrosiebestendig, en door een redelijk harde kunststof te gebruiken, wordt een slijtvaste afdichtingsinrichting verkregen die niet - zoals bij rubber het geval is - gevoelig is om te worden kapot gedraaid bij het tegen elkaar aan klemmen van het eerste afdichtingsdeel en het tweede afdichtingsdeel. Voor de vervaardiging is het voordelig wanneer het kunststof materiaal bovendien kortspanig en/of spuitgietbaar is. Polyacetaal (POM) vertoont deze eigenschappen.According to a still further preferred embodiment, the first sealing part and / or the second sealing part are made of plastic, preferably POM. Plastic is corrosion resistant, and by using a reasonably hard plastic, a wear-resistant sealing device is obtained which is not - as is the case with rubber - susceptible to being broken when the first sealing part and the second sealing part are clamped together. For manufacture, it is advantageous if the plastic material is moreover short-circuited and / or injection-moldable. Polyacetal (POM) exhibits these properties.

Volgens een alternatieve voorkeursuitvoeringsvorm omvatten het eerste en/of het tweede afdichtingsdeel één of meer rondgaande uitsparingen waarin een afdichting, zoals een O-ring, opneembaar is. Dergelijke rondgaande uitsparingen zijn bij voorkeur aangebracht in de vlakke zijde van het eerste afdichtingsdeel, de vlakke zijde van het tweede afdichtingsdeel, en ten minste één van de divergerende zijde van het eerste afdichtingsdeel en de convergerende zijde van het tweede afdichtingsdeel. Door ten minste één van de divergerende zijde van het eerste afdichtingsdeel en de convergerende zijde van het tweede afdichtingsdeel van een dergelijke uitsparing te voorzien, kan een daarin aangebrachte afdichting het afdichtvlak tussen de convergerende zijde en de divergerende zijde afdichten. De toepassing van dergelijke uitsparingen met afdichtingen, maakt het mogelijk om de afdichtingsinrichting in elk willekeurig materiaal uit te voeren, inclusief materialen zoals RVS en staal, die op zichzelf beperkte af dichtende afdichteigenschappen omvatten. Een stalen afdichtingsinrichting, hoewel niet corrosie bestendig, kan toegepast worden voor laag gevoelige pijp- of pompverbinding, zoals bij zandzuigerinstallaties.According to an alternative preferred embodiment, the first and / or the second sealing part comprise one or more circumferential recesses in which a seal, such as an O-ring, can be received. Such circumferential recesses are preferably provided in the flat side of the first sealing part, the flat side of the second sealing part, and at least one of the diverging side of the first sealing part and the converging side of the second sealing part. By providing at least one of the diverging side of the first sealing part and the converging side of the second sealing part with such a recess, a seal arranged therein can seal the sealing surface between the converging side and the diverging side. The use of such recesses with seals makes it possible to design the sealing device in any material, including materials such as stainless steel and steel, which in themselves have limited sealing properties. A steel sealing device, although not corrosion-resistant, can be used for low-sensitive pipe or pump connections, such as with sand dredger installations.

Volgens een alternatieve voorkeursuitvoeringsvorm zijn het eerste afdichtingsdeel en/of het tweede afdichtingsdeel uit een corrosiebestendig metaal, bij voorkeur messing, vervaardigd. Een metalen variant is kostbaarder dan een kunststof variant, doch is bijzonder geschikt voor specialistische toepassingen die hoge eisen stellen aan de belastbaarheid, zoals in de procesindustrie het geval is.According to an alternative preferred embodiment, the first sealing part and / or the second sealing part are made of a corrosion-resistant metal, preferably brass. A metal variant is more expensive than a plastic variant, but is particularly suitable for specialist applications that place high demands on load capacity, as is the case in the process industry.

In de navolgende beschrijving worden voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding aan de hand van de tekening verder verklaard, waarin toont:In the following description, preferred embodiments of the present invention are further explained with reference to the drawing, in which:

Figuur 1: een perspectivisch en deels opengewerkt aanzicht van een bevestiging van een mengkraan aan een muur;Figure 1: a perspective and partly cut-away view of a mounting of a mixer tap on a wall;

Figuur 2: een perspectivisch aanzicht van de in figuur 1 getoonde mengkraan, waarbij een afdichtingsinrichting volgens de uitvinding is aangebracht;Figure 2: a perspective view of the mixing valve shown in Figure 1, wherein a sealing device according to the invention is arranged;

Figuur 3: een perspectivisch aanzicht van een afdichtingsinrichting volgens de uitvinding, zoals deze in figuur 2 in de mengkraankoppeling is aangebracht;Figure 3: a perspective view of a sealing device according to the invention, such as it is arranged in the mixer tap coupling in figure 2;

Figuur 4: een perspectivisch aanzicht van een eerste afdichtingsdeel van de in figuur 3 getoonde afdichtingsinrichting;Figure 4: a perspective view of a first sealing part of the sealing device shown in Figure 3;

Figuur 5: een perspectivisch aanzicht van een tweede afdichtingsdeel van de in figuur 3 getoonde afdichtingsinrichting;Figure 5: a perspective view of a second sealing part of the sealing device shown in Figure 3;

Figuur 6: een perspectivisch doorsnedeaanzicht van de in figuur 2 getoonde afdichtingsinrichting;Figure 6: a perspective cross-sectional view of the sealing device shown in Figure 2;

Figuur 7: een doorsnedeaanzicht van de in figuur 2 getoonde afdichtingsinrichting in een rechte stand;Figure 7: a cross-sectional view of the sealing device shown in Figure 2 in a straight position;

Figuur 8: een doorsnedeaanzicht van de in figuur 2 getoonde afdichtingsinrichting in een scheefstand;Figure 8: a cross-sectional view of the sealing device shown in Figure 2 in an inclined position;

Figuur 9: een doorsnedeaanzicht van een alternatieve afdichtingsinrichting in een rechte stand;Figure 9: a cross-sectional view of an alternative sealing device in a straight position;

Figuur 10: een doorsnedeaanzicht van de alternatieve afdichtingsinrichting van figuur 9 in een scheefstand; enFigure 10: a cross-sectional view of the alternative sealing device of Figure 9 in a skewed position; and

Figuur 11: een doorsnedeaanzicht van de in figuur 1 getoonde kraan in een gemonteerde toestand, waarbij de afdichtingsinrichting zich in de in figuur 8 getoonde scheefstand bevindt.Figure 11: a cross-sectional view of the tap shown in Figure 1 in a mounted state, the sealing device being in the tilted position shown in Figure 8.

De afdichtingsring 1 wordt toegelicht aan de hand van een voorbeeld van de montage van een mengkraan 56 die met behulp van een (dubbele) muurplaat 40 met schroeven 42 aan een muur 44 is bevestigd. In figuur 1 is de koudwaterleiding 48 gestippeld achter de muur 44 weergegeven, en is de warmwaterleiding 46 in een opengewerkt deel van de muur 44 getoond. De warmwaterleiding 46 loopt via een aan de muurplaat 40 bevestigde S-koppeling 50 door de wand van de muur 44 heen. De S-koppeling 50 is aan zijn van de muurplaat 40 afgekeerde zijde voorzien van een uitwendige schroefdraad 52, waarop een warmwateraansluiting 58 van een mengkraan 56 met behulp van een moer 60 met een inwendige schroefdraad 62 aangrijpbaar is. De mengkraan 56 heeft verder een koudwateraansluiting 64 die eveneens van een moer 66 is voorzien. In de mengkraan gemengd warm en koud water is via een waterafvoer 68 van de mengkraan 56 afvoerbaar. In een gemonteerde toestand wordt de doorgang van de S-koppeling 50 door de wand van de muur 44 aan het zicht onttrokken door een afdekplaat 54, ook wel sierroset genoemd. In de wateraansluitingen 58, 64 van de mengkraan 56 is een afdichtingsinrichting 1 volgens de uitvinding aangebracht om te kunnen compenseren voor een eventuele scheefstand van de muurplaat 40 ten opzichte van de muur 44, zodat de mengkraan 56 zelf waterpas en haaks op de muur aanbrengbaar is. In figuur 2 wordt de warmwateraansluiting 58 met een afdichtingsinrichting 1 getoond.The sealing ring 1 is explained on the basis of an example of the mounting of a mixer tap 56 which is attached to a wall 44 by means of a (double) wall plate 40 with screws 42. In figure 1 the cold water pipe 48 is shown in broken lines behind the wall 44, and the hot water pipe 46 is shown in a cut-away part of the wall 44. The hot water pipe 46 runs through an S-coupling 50 attached to the wall plate 40 through the wall of the wall 44. The S-coupling 50 is provided on its side remote from the wall plate 40 with an external screw thread 52 on which a hot water connection 58 of a mixer tap 56 can be engaged with the aid of a nut 60 with an internal screw thread 62. The mixer tap 56 further has a cold water connection 64 which is also provided with a nut 66. Mixed hot and cold water can be discharged in the mixer tap via a water outlet 68 of the mixer tap 56. In a mounted state, the passage of the S-coupling 50 through the wall of the wall 44 is hidden from view by a cover plate 54, also referred to as a decorative rose set. A sealing device 1 according to the invention is arranged in the water connections 58, 64 of the mixer tap 56 in order to be able to compensate for a possible inclination of the wall plate 40 relative to the wall 44, so that the mixer tap 56 itself can be fitted level and perpendicular to the wall . In figure 2 the hot water connection 58 with a sealing device 1 is shown.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van de afdichtingsinrichting 1 wordt in detail getoond in figuur 3, en omvat een eerste afdichtingsdeel 4 en een tweede afdichtingsdeel 24. Het eerste afdichtingsdeel 4 omvat een in hoofdzaak vlakke zijde 6 en een tegenover de vlakke zijde gelegen concave divergerende zijde 8, een binnenwand 10 en een buitenwand 14. Het tweede afdichtingsdeel 24 omvat een in hoofdzaak vlakke zijde 26 en een tegenover de vlakke zijde gelegen convexe convergerende zijde 28, een binnenwand 30 en een buitenwand 34. De concave zijde 8 van het eerste afdichtingsdeel 4 en de convexe zijde 28 van het tweede afdichtingsdeel 24 vertonen in hoofdzaak dezelfde kromming K en zijn ingericht om zodanig tegen elkaar aangebracht te worden dat de divergerende zijde 8 van het eerste afdichtingsdeel 4 en de convergerende zijde 28 van het tweede afdichtingsdeel 24 langs elkaar verschuifbaar zijn. De binnenwanden 10, 30 van het eerste afdichtingsdeel 4 en het tweede afdichtingsdeel 24 sluiten een doorlopende uitsparing in waardoorheen een fluïdum, zoals koud- of warm water, transporteerbaar is.A preferred embodiment of the sealing device 1 is shown in detail in Figure 3, and comprises a first sealing part 4 and a second sealing part 24. The first sealing part 4 comprises a substantially flat side 6 and a concave diverging side 8 opposite the flat side, a inner wall 10 and an outer wall 14. The second sealing part 24 comprises a substantially flat side 26 and a convex converging side 28 opposite the flat side, an inner wall 30 and an outer wall 34. The concave side 8 of the first sealing part 4 and the convex side 28 of the second sealing part 24 have substantially the same curvature K and are arranged to be arranged against each other such that the diverging side 8 of the first sealing part 4 and the converging side 28 of the second sealing part 24 can be slid along each other. The inner walls 10, 30 of the first sealing part 4 and the second sealing part 24 enclose a continuous recess through which a fluid, such as cold or hot water, can be transported.

Bij een ‘rechte toestand van de afdichtingsinrichting’, d.w.z. wanneer er géén scheefstandcompensatie door een verschuiving tussen de concave divergerende zijde 8 en convexe convergerende zijde 28 is, valt de hartlijn Η! van het eerste afdichtingsdeel 4 samen met de hartlijn H2 van het tweede afdichtingsdeel 24. Deze situatie is getoond in figuur 3.With a "straight state of the sealing device", i.e. when there is no skew compensation due to a shift between the concave diverging side 8 and convex converging side 28, the center line falls Η! of the first sealing part 4 together with the center line H2 of the second sealing part 24. This situation is shown in figure 3.

Zoals in de samengestelde toestand van figuur 3 duidelijk zichtbaar is, omvat de buitenwand 34 van het tweede afdichtingsdeel een kleinere doorsnedeafstand D2o dan de doorsnedeafstand Dlo van de buitenwand 14 van het eerste afdichtingsdeel 4. Omdat de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm rotatie-symmetrisch is en een ringvormig eerste afdichtingsdeel 4 en een ringvormig tweede afdichtingsdeel 24 omvat, geldt dat de diameters verschillen, waarbij de buitendiameter D2o van het ringvormig tweede afdichtingsdeel 24 kleiner is dan de buitendiameter Dio van het ringvormig eerste afdichtingsdeel 4.As is clearly visible in the assembled state of Fig. 3, the outer wall 34 of the second sealing part comprises a smaller cross-sectional distance D20 than the cross-sectional distance D10 of the outer wall 14 of the first sealing part 4. Because the preferred embodiment shown is rotationally symmetrical and an annular first sealing part 4 and an annular second sealing part 24, the diameters differ, the outer diameter D20 of the annular second sealing part 24 being smaller than the outer diameter D10 of the annular first sealing part 4.

Opgemerkt wordt dat het denkbaar is dat het eerste afdichtingsdeel 4 en het tweede afdichtingsdeel 24 volgens een alternatieve uitvoeringsvorm slechts in één richting gekromd of divergerend/convergerend zijn uitgevoerd, waardoor slechts in één richting scheefstandcompensatie mogelijk is. In een dergelijke uitvoering omvat de buitenwand 34 van het tweede afdichtingsdeel 24 ten minste in de instelrichting waarin het eerste afdichtingsdeel 4 en het tweede afdichtingsdeel 24 ten opzichte van elkaar verschuifbaar zijn een kleinere doorsnedeafstand D2o dan de doorsnedeafstand Di0 van de buitenwand 14 van het eerste afdichtingsdeel 4.It is noted that it is conceivable that the first sealing part 4 and the second sealing part 24 according to an alternative embodiment are only curved in one direction or divergent / converging, whereby skew position compensation is possible in only one direction. In such an embodiment, the outer wall 34 of the second sealing part 24 comprises, at least in the setting direction in which the first sealing part 4 and the second sealing part 24 are slidable relative to each other, a smaller cross-sectional distance D20 than the cross-sectional distance Di0 of the outer wall 14 of the first sealing part 4.

Het eerste afdichtingsdeel 4 en het tweede afdichtingsdeel 24 worden in de figuren 4 en 5 afzonderlijk en in detail getoond. Het eerste afdichtingsdeel 4 omvat een vlakke rand 16.The first sealing part 4 and the second sealing part 24 are shown separately and in detail in Figures 4 and 5. The first sealing part 4 comprises a flat edge 16.

Hoewel in de samengestelde doorsnede van figuur 6 slechts een eerste instelrichting h en een tweede instelrichting I2 worden getoond, wordt opgemerkt dat de in figuur 6 getoonde afdichtingsinrichting 1 volgens het principe van een bolschamier werkt, en dus in feite een oneindig aantal instelrichtingen heeft. In de doorsnede van figuur 7 is getoond hoe de kromming K van zowel de concave zijde 8 van het eerste afdichtingsdeel 4 als de convexe zijde 28 van het tweede afdichtingsdeel 24 een radius R ten opzichte van een gemeenschappelijk rotatiecentrum C hebben.Although in the composite section of Figure 6 only a first setting direction h and a second setting direction I2 are shown, it is noted that the sealing device 1 shown in Figure 6 operates according to the principle of a ball joint, and thus in fact has an infinite number of setting directions. The cross-section of Figure 7 shows how the curvature K of both the concave side 8 of the first sealing part 4 and the convex side 28 of the second sealing part 24 have a radius R relative to a common center of rotation C.

De situatie waarbij het eerste afdichtingsdeel 4 en het tweede afdichtingsdeel 24 over de tegen elkaar aanliggende concave divergerende zijde 8 en convexe convergerende zijde 28 langs elkaar zijn verschoven, wordt getoond in figuur 8, waar een scheefstand van α = 3° wordt gecompenseerd. De binnenwanden 10, 30 van het eerste afdichtingsdeel 4 en het tweede afdichtingsdeel 24 sluiten ook bij een scheefstand nog steeds een doorlopende uitsparing in waardoorheen een fluïdum transporteerbaar is.The situation in which the first sealing part 4 and the second sealing part 24 are displaced along the concave diverging side 8 and the convex converging side 28 against each other is shown in Fig. 8, where a skew of α = 3 ° is compensated. The inner walls 10, 30 of the first sealing part 4 and the second sealing part 24, even with an inclined position, still enclose a continuous recess through which a fluid can be transported.

De binnenwand 10 van het eerste afdichtingsdeel 4 heeft een zodanige dikte Ti dat, zelfs bij de in figuur 8 getoonde scheefstand van α = 3° tussen het eerste afdichtingsdeel 4 en het tweede afdichtingsdeel 24, de convexe convergerende zijde 28 van het tweede afdichtingsdeel 24 zich volledig bevindt aan de naar het tweede afdichtingsdeel 24 toegekeerde zijde van een vlak dat door de vlakke zijde 6 van het eerste afdichtingsdeel 4 wordt gedefinieerd. In figuur 4 bevindt de convexe convergerende zijde 28 van het tweede afdichtingsdeel 24 zich derhalve rechts van de vlakke zijde 6 van het eerste afdichtingsdeel 4. Tijdens gebruik wordt de vlakke zijde 6 van het eerste afdichtingsdeel 4 tegen een af te dichten oppervlak, bijvoorbeeld van een flens of een S-koppeling (zie figuur 11) aangebracht. Doordat de convexe convergerende zijde 28 van het tweede afdichtingsdeel 24 zich volledig bevindt aan de naar het tweede afdichtingsdeel 24 toegekeerde zijde van een vlak dat door de vlakke zijde 6 van het eerste afdichtingsdeel 4 wordt gedefinieerd, wordt voorkomen dat de rand 36 tussen de binnenwand 30 van het tweede afdichtingsdeel 24 en de convexe convergerende zijde 28 van het tweede afdichtingsdeel het af te dichten oppervlak zou kunnen beschadigen. In het bijzonder wanneer het tweede afdichtingsdeel 24 van een hard materiaal, zoals RVS, messing of staal zou zijn uitgevoerd, zou deze rand 36 het af te dichten oppervlak kunnen beschadigen.The inner wall 10 of the first sealing part 4 has a thickness Ti such that, even with the skew of α = 3 ° shown in Fig. 8 between the first sealing part 4 and the second sealing part 24, the convex converging side 28 of the second sealing part 24 is completely on the side facing the second sealing part 24 of a surface defined by the flat side 6 of the first sealing part 4. In Figure 4, the convex converging side 28 of the second sealing part 24 is therefore to the right of the flat side 6 of the first sealing part 4. During use, the flat side 6 of the first sealing part 4 is against a surface to be sealed, for example of a surface to be sealed. flange or an S-coupling (see figure 11). Because the convex converging side 28 of the second sealing part 24 is located entirely on the side facing the second sealing part 24 of a surface defined by the flat side 6 of the first sealing part 4, the edge 36 between the inner wall 30 is prevented. of the second sealing part 24 and the convex converging side 28 of the second sealing part could damage the surface to be sealed. In particular if the second sealing part 24 were made of a hard material, such as stainless steel, brass or steel, this edge 36 could damage the surface to be sealed.

In de figuren 9 en 10 wordt een alternatieve afdichtingsinrichting 1 in respecteivelijk een rechte stand (conform figuur 7) en een scheefstand (conform figuur 8) getoond. In deze uitvoeringsvorm is de binnendiameter D2, van het tweede afdichtingsdeel 24 groter dan de binnendiameter Dn van het eerste afdichtingsdeel 4. Hierdoor wordt, zelfs bij de in figuur 10 getoonde scheefstand van 3° en de afwezigheid van een dikte Ti van de binnenwand 10 van het eerste afdichtingsdeel 4, voorkomen dat de rand 36 van het tweede afdichtingsdeel 24 zich voorbij de vlakke zijde 6 van het eerste afdichtingsdeel 4 uitstrekt. De uitvoeringsvorm volgens de figuren 7 en 8 heeft ten opzichte van de uitvoeringsvorm van de figuren 9 en 10 het voordeel dat het afdichtend oppervlak tussen de divergerende zijde 8 van het eerste afdichtingsdeel 4 en de convergerende zijde 28 van het tweede afdichtingsdeel 24 groter kan zijn.Figures 9 and 10 show an alternative sealing device 1 in a straight position (in accordance with Figure 7) and a skewed position (in accordance with Figure 8), respectively. In this embodiment, the inner diameter D2 of the second sealing part 24 is larger than the inner diameter Dn of the first sealing part 4. As a result, even with the skew of 3 ° shown in Figure 10 and the absence of a thickness Ti of the inner wall 10 of the first sealing part 4, preventing the edge 36 of the second sealing part 24 from extending beyond the flat side 6 of the first sealing part 4. The embodiment according to figures 7 and 8 has the advantage over the embodiment of figures 9 and 10 that the sealing surface between the diverging side 8 of the first sealing part 4 and the converging side 28 of the second sealing part 24 can be larger.

Tenslotte wordt in figuur 11 een doorsnede van een gemonteerde toestand getoond. De moer 60 zit met een bepaalde speling aan de warmwateraansluiting 58 van de mengkraan 56 bevestigd. De inwendige schroefdraad 62 van deze moer 60 dient niet voor afdichting maar om de warmwateraansluiting 58 van de mengkraan 56 strak tegen de S-koppeling 50 aan te trekken. De afdichting wordt door de afdichtingsinrichting 1 verschaft.Finally, Figure 11 shows a cross-section of an assembled state. The nut 60 is attached to the hot water connection 58 of the mixer tap 56 with a certain clearance. The internal thread 62 of this nut 60 is not for sealing but for tightly tightening the hot water connection 58 of the mixer tap 56 against the S-coupling 50. The seal is provided by the sealing device 1.

Onder invloed van de tijdens het klemmen uitgeoefende klemkracht zullen de divergerende concave zijde 8 van het eerste afdichtingsdeel 4 en de convergerende convexe zijde 28 van het tweede afdichtingsdeel 24 ten opzichte van elkaar verschuiven naar een optimale onderlinge afdichtende positie. In figuur 11 is de ruimte tussen het eerste afdichtingsdeel 4 en het tweede afdichtingsdeel 24 aan de onderzijde beperkter dan aan de bovenzijde. Als gevolg daarvan, zullen het eerste afdichtingsdeel 4 en het tweede afdichtingsdeel 24 bij het klemmen zodanig ten opzichte van elkaar verschuiven dat - zoals getoond in figuur 11 - het tweede afdichtingsdeel 24 ten opzichte van het eerste afdichtingsdeel 4 in bovenwaartse richting verschuift. Hierdoor ontstaat rondom de af te dichten verbinding tussen de onder een hoek ten opzichte van elkaar staande leidingen een optimale afdichting, waarbij de extra ruimte aan de bovenzijde wordt opgevangen door het ten opzichte van elkaar verschuiven van de afdichtingsdelen 4, 24 van de afdichtingsinrichting 1.Under the influence of the clamping force exerted during the clamping, the diverging concave side 8 of the first sealing part 4 and the converging convex side 28 of the second sealing part 24 will shift relative to each other to an optimum mutual sealing position. In Figure 11, the space between the first sealing part 4 and the second sealing part 24 is more limited at the bottom than at the top. As a result, the first sealing part 4 and the second sealing part 24 will shift relative to each other during clamping such that - as shown in Fig. 11 - the second sealing part 24 shifts in upward direction relative to the first sealing part 4. As a result, an optimum seal is created around the connection to be sealed between the pipes at an angle with respect to each other, wherein the extra space at the top is absorbed by displacing the sealing parts 4, 24 of the sealing device 1 relative to each other.

De hierboven beschreven uitvoeringsvormen zijn, hoewel ze voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding tonen, enkel bedoeld om de onderhavige uitvinding te illustreren en niet om op enigerlei wijze de omschrijving van de uitvinding te beperken. Maatregelen van de verschillende uitvoeringsvormen kunnen worden gecombineerd. Een voorbeeld is een combinatie van een binnenwand 10 van het eerste afdichtingsdeel 4 met een dikte T], (zie bijvoorbeeld figuren 7 en 8) met een verschil in binnendiameters tussen het eerste afdichtingsdeel en het tweede afdichtingsdeel conform de figuren 9 en 10.The embodiments described above, although showing preferred embodiments of the invention, are only intended to illustrate the present invention and not to limit the description of the invention in any way. Measures of the different embodiments can be combined. An example is a combination of an inner wall 10 of the first sealing part 4 with a thickness T], (see for example figures 7 and 8) with a difference in inner diameters between the first sealing part and the second sealing part according to figures 9 and 10.

De vakman zal inzien dat, hoewel de uitvinding is getoond aan de hand van een voorbeeld met een dubbele muurplaat en S-koppelingen, de afdichting volgens de uitvinding tevens toepasbaar is bij kranen met een enkele leiding, en/of kranen die met een rechte koppeling zijn bevestigd.Those skilled in the art will recognize that although the invention has been shown on the basis of an example with a double wall plate and S-couplings, the seal according to the invention is also applicable to single-pipe faucets and / or faucets with a straight coupling are confirmed.

Tevens zal het voor de vakman duidelijk zijn dat, hoewel de uitvinding is getoond aan de hand van een voorbeeld van een sanitaire kraan, er voor de uitvinding velerlei andere toepassingen zijn. Zo kan de afdichtingsinrichting bijvoorbeeld in verschillende afmetingen in de procesindustrie worden toegepast, zoals bij flenskoppelingen.It will also be clear to those skilled in the art that although the invention has been shown on the basis of an example of a sanitary tap, there are many other applications for the invention. For example, the sealing device can be used in various sizes in the process industry, such as with flange couplings.

Wanneer maatregelen in de conclusies gevolgd worden door verwijzingscijfers, dienen dergelijke verwijzingscijfers enkel om bij te dragen aan het begrip van de conclusies, maar zijn ze op geen enkele wijze beperkend voor de beschermingsomvang. De beschreven rechten worden bepaald door de navolgende conclusies in de strekking waarvan vele modificaties denkbaar zijn.When measures in the claims are followed by reference numerals, such reference numerals only serve to contribute to the understanding of the claims, but are in no way restrictive of the scope of protection. The rights described are defined by the following claims in the scope of which many modifications are conceivable.

Claims

Device for fluid-tight sealing of a connection between two pipe parts aligned at an angle with respect to each other, comprising: - a first sealing part (4) comprising an inner wall (10) and an outer wall (14), a substantially flat side (6) and a diverging side (8) opposite the flat side that diverges from the inner wall (10) to the outer wall (14); - a second sealing part (24) comprising an inner wall (30) and an outer wall (34), a substantially flat side (26) and a converging side (28) located opposite the flat side and extending from the inner wall (30) to the outer wall (34) converges; and - wherein the diverging side (8) of the first sealing part (4) and the converging side (28) of the second sealing part (24) have substantially the same chamfer and are arranged to be arranged against each other such that the diverging side ( 8) of the first sealing part (4) and the converging side (28) of the second sealing part (24) can be slid along each other and the inner walls (10, 30) of the first sealing part (4) and the second sealing part (24) include continuous recess through which a fluid can be transported.

A sealing device 1 according to claim 1, wherein: - the diverging side (8) of the first sealing part (4) comprises a concave shape; - the converging side (28) of the second sealing part (24) comprises a convex shape; and - wherein the concave side (8) of the first sealing part (4) and the convex side (28) of the second sealing part (24) have substantially the same curvature (K) and are arranged to be arranged against each other such that concave side (8) of the first sealing part (4) and the convex side (28) of the second sealing part (24) can be slid along each other.

A sealing device according to claim 1 or 2, wherein the outer wall (34) of the second sealing part (24) is at least in the setting direction in which the first sealing part (4) and the second sealing part (24) are slidable relative to each other (D20) then comprises the cross-sectional distance (D10) of the outer wall (14) of the first sealing part (4).

A sealing device according to claim 3, wherein the cross-sectional distance (D20) of the outer wall (34) of the second sealing part (24) is at least 5%, and preferably at least 10%, smaller than the cross-sectional distance (Di0) of the outer wall (14) of the first sealing part (4).

A sealing device according to any one of the preceding claims, wherein the inner walls (10, 30) of the first sealing part (4) and the second sealing part (24) are at least in the setting direction in which the first sealing part and the second sealing part can be displaced relative to each other are essentially the same cross-sectional area (D 1, D 2 1).

A sealing device according to any one of the preceding claims, wherein the first sealing part (4) on the concave side (8) is at least in the setting direction in which the first sealing part (4) and the second sealing part (24) are slidable relative to each other, comprises a flat edge (16) near the outer wall (14).

A sealing device according to any one of the preceding claims, wherein the inner wall (10) of the first sealing part (4) comprises such a thickness (Ti) that, at a skew position of α = 1 ° between the first sealing part (4) and the second sealing part (24), the converging side (28) of the second sealing part (24) is completely on the side facing the second sealing part (24) of a surface defined by the flat side (6).

A sealing device according to any of claims 1-4 or 6, wherein the inner diameter (D2i ·) of the second sealing member (24) is larger than the inner diameter (Du) of the first sealing member (4).

Sealing device according to one of the preceding claims, wherein at least the concave side (8) of the first sealing part (4) and the convex side (28) of the second sealing part (24) are rotationally symmetrical.

Sealing device according to one of the preceding claims, wherein the first sealing part (4) and the second sealing part (24) are annular.

Sealing device according to one of the preceding claims, wherein the first sealing part and / or the second sealing part are made of plastic, preferably POM.

A sealing device according to any one of claims 1-10, wherein the first sealing part and / or the second sealing part are made of a corrosion-resistant metal, preferably brass.