NL2013169B1 - Inrichting en werkwijze voor het voeren van direct vers aangemaakte pap aan biggen. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het voeren van direct vers aangemaakte pap aan biggen. Download PDF

Info

Publication number
NL2013169B1
NL2013169B1 NL2013169A NL2013169A NL2013169B1 NL 2013169 B1 NL2013169 B1 NL 2013169B1 NL 2013169 A NL2013169 A NL 2013169A NL 2013169 A NL2013169 A NL 2013169A NL 2013169 B1 NL2013169 B1 NL 2013169B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
water
temperature
mixer
reservoir
control unit
Prior art date
Application number
NL2013169A
Other languages
English (en)
Inventor
Johannes Willekens Luc
Original Assignee
Willekens Holding B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Willekens Holding B V filed Critical Willekens Holding B V
Priority to NL2013169A priority Critical patent/NL2013169B1/nl
Priority to DK15176455.2T priority patent/DK3017691T3/en
Priority to EP15176455.2A priority patent/EP3017691B1/en
Priority to ES15176455.2T priority patent/ES2638921T3/es
Application granted granted Critical
Publication of NL2013169B1 publication Critical patent/NL2013169B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; CARE OF BIRDS, FISHES, INSECTS; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K5/00Feeding devices for stock or game ; Feeding wagons; Feeding stacks
    • A01K5/02Automatic devices
    • A01K5/0216Automatic devices for the distribution of liquid fodder
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; CARE OF BIRDS, FISHES, INSECTS; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K5/00Feeding devices for stock or game ; Feeding wagons; Feeding stacks
    • A01K5/02Automatic devices
    • A01K5/0266Automatic devices with stable trolleys, e.g. suspended

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Birds (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Feeding And Watering For Cattle Raising And Animal Husbandry (AREA)

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting en werkwijze voor het voeren van pap aan biggen. De inrichting volgens de uitvinding maakt gebruik van relatief kleine reservoirs voor het houden van papbasismateriaal en water, waardoor de inrichting mobiel kan worden uitgevoerd. De inrichting volgens de uitvinding maakt het mogelijk water en papbasismateriaal te mengen op moment van aanvraag.

Description

Inrichting en werkwijze voor het voeren van direct vers aangemaakte pap aan biggen
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting en werkwijze voor het voeren van direct vers aangemaakte pap aan biggen.
In de varkenshouderij worden doorgaans grote getallen biggen gehouden welke van voeding moeten worden voorzien. In de eerste levensfase drinken de biggen bij de zeug. Echter, na een aantal weken zullen de biggen moeten wennen aan vast voedsel. Om de overgang tussen moedermelk en vast voedsel te vergemakkelijken wordt in de varkenshouderij gebruik gemaakt van pap. Binnen de context van de onderhavige uitvinding worden alle brij achtige voedselproducten welke geschikt zijn als bigvoeding aangeduid met pap.
Gezien het grote aantal biggen is het verschaffen van pap een uitdagend probleem. Bij bekende systemen wordt gebruik gemaakt van zogenaamde kalvermengers of vaststaande brijvoersystemen. Bij deze inrichtingen wordt het papbasismateriaal voor de pap een tijd gemengd met water, veelal leidingwater en wordt de pap opgeslagen in grote containers.
Het bekende systeem kent een aantal nadelen. Veelal wordt namelijk meer pap aangemaakt en opgeslagen dan nodig is bij één voedingsbeurt. Het in de container achter gebleven pap kan hierbij aankoeken of onjuiste temperaturen aannemen. Verder kan de pap viscositeit, homogeniteit, en/of kwaliteit verliezen of kan de pap bederven, zeker gezien de omstandigheden in de varkensstal.
Een ander nadeel is dat de pap van de vaststaande brijvoersystemen grote afstanden moet afleggen door de brijvoerleidingen met product- en kwaliteitsverliezen tot gevolg. In het geval van de zogenaamde kalvermengers staat de pap na het mengen in een open relatie met onder andere stallucht, met alle gevolgen van dien voor het uit te doseren voedsel voor de biggen.
De onderhavige uitvinding heeft als doel een oplossing te verschaffen waarbij beide problemen gelijktijdig worden opgelost.
Dit doel is bereikt met de inrichting zoals gedefinieerd in conclusie 1. De inrichting volgens de uitvinding omvat hierbij een veelvoud aan wielen voor het kunnen verplaatsen van de inrichting, een waterreservoir voor het houden van water, een papbasismateriaal reservoir voor het houden van papbasismateriaal voor het maken van de pap, een menger voor het mengen van het papbasismateriaal en water voor het maken van pap, een uitgifte opening voor het uitgeven van de door de menger gemaakte pap, een eerste transportinrichting voor het transporteren van water vanaf het waterreservoir naar de menger, een tweede transportinrichting voor het transporteren van papbasismateriaal vanaf het papbasismateriaal reservoir naar de menger, een besturingseenheid voor het besturen van de eerste transportinrichting, de tweede transportinrichting en de menger en een bedieningsorgaan.
De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot het gebruik van water voor het maken van pap. Andere vloeistoffen, of combinaties van vloeistoffen, kunnen ook gebruikt worden.
Het waterreservoir en het papbasismateriaal reservoir zijn bij voorkeur gesloten systemen zodat contact met de stallucht vermeden dan wel beperkt wordt.
Volgens de uitvinding is de besturingseenheid ingericht voor het activeren van de eerste transportinrichting, de tweede transportinrichting en de menger na het bedienen van het bedieningsorgaan en voor het deactiveren van de eerste transportinrichting, de tweede transportinrichting en de menger na het opeenvolgend bedienen van het bedieningsorgaan of na een vooraf bepaalde tijd na het bedienen van het bedieningsorgaan.
In tegenstelling tot de bekende kalvermengers geeft de inrichting volgens de uitvinding enkel pap uit na bediening van het bedieningsorgaan. Er is dus geen opslag van pap, enkel het droge papbasismateriaal en water worden afzonderlijk in reservoirs gehouden. Deze componenten zijn los van elkaar beter te houden zonder daarbij gevaar op besmetting of vervuiling te lopen. Hiertoe is het van uiterst belang dat het uit te doseren papbasismateriaal en het water direct met elkaar gemengd worden, ten einde een verse pap te kunnen voeren aan de babybiggen. De menger heeft bij voorkeur een hoge capaciteit, bijvoorbeeld 20-40 liter pap per minuut, zodat uiterst arbeidsefficiënt gewerkt kan worden.
Het uitgeven van pap na bediening van een bedieningsorgaan biedt de mogelijkheid de af te nemen hoeveelheid pap aan te passen op de hoeveelheid biggen. Er kan zodoende zuiniger omgegaan worden met zowel water als papbasismateriaal. Tevens wordt hierdoor een hoge doseernauwkeurigheid behaald. Dit is met de bestaande kalvermengers onmogelijk. Immers, bij deze systemen worden in een open bassin op het menselijke oog water en papbasismateriaal bij elkaar gevoegd, ten einde een pap te mengen.
De aanvrager heeft beseft dat de genoemde problemen van de kalvermenger en het vaststaande brijvoersysteem gelijktijdig worden opgelost door gebruik te maken van relatief kleine reservoirs, waardoor de inrichting mobiel kan worden uitgevoerd, in combinatie met het principe van het mengen op moment van aanvraag.
De menger kan een trechter omvatten welke aan één zijde een grote opening heeft voor het toevoeren van het water en het papbasismateriaal en welke aan een andere zijde een kleine opening heeft. Hierbij omvat de menger verder een schoepenrad of schoepenwiel welke nabij de kleine opening is opgesteld voor het mengen van het uit de kleine opening komende water en papbasismateriaal. Doordat het water eerst in een trechter wordt gestort in plaats van direct op het schoepenrad of schoepenwiel ontstaat er een werveling of draaikolk van water in de trechter. Dit veroorzaakt een goede menging van het papbasismateriaal en het water zelfs voordat het mengsel in aanraking komt van het schoepenrad of het schoepenwiel. Dit kan verbeterd worden indien de trechter aan de bovenzijde is voorzien van een zich in de omtrekrichting van de trechter uitstrekkend leidingstelsel welke gekoppeld is aan de eerste transportinrichting en welke water afkomstig van het waterreservoir geleidt in de omtrekrichting van de trechter en water in deze richting in de trechter vrijgeeft. Het leidingstelsel kan bijvoorbeeld meerdere leidingdelen omvatten welke elk uitmonden in de trechter in een omtrekrichting hiervan. Elk leidingdeel is dan verbonden aan de eerste transportinrichting. De eerste transportinrichting kan bijvoorbeeld een buis of pijp omvatten welke zich vertakt in de verschillende leidingdelen. Het is ook mogelijk dat de leidingdelen allemaal verbonden zijn met een hoofdleiding, welke zich in de wand van de trechter bevindt dan wel hieraan gekoppeld is, en waarbij enkel de hoofdleiding aan de eerste transportinrichting is gekoppeld. De verschillende injectiepunten van water zorgen voor een voortdurende draaikolk van de vloeistof. Het vallende papbasismateriaal wordt zo meegezogen in de draaikolk, waardoor beide componenten al goed gemengd worden voordat deze op het schoepenrad of schoepenwiel vallen. Hierdoor wordt klontervorming voorkomen dan wel beperkt en kan een zeer geschikte menging en viscositeit van de pap verkregen worden.
Een verdere verbetering is mogelijk indien de besturingseenheid is ingericht de eerste transportinrichting een vooraf bepaalde tijd eerder te activeren dan de tweede transportinrichting. Hierdoor wordt bereikt dat de wervel aan water reeds gevormd is bij het storten van het papbasismateriaal. Op vergelijkbare wijze kan de besturingseenheid zijn ingericht de eerste transportinrichting een vooraf bepaalde tijd later te deactiveren dan de tweede transportinrichting. Hierdoor wordt tevens bereikt dat ook het laatste gestorte papbasismateriaal goed wordt vermengd met het water. Tevens wordt hiermee bereikt dat al het papbasismateriaal uit de trechter wordt gespoeld, ten einde de hygiëne te waarborgen. Het systeem is hiermee tevens zelfreinigend.
De menger kan een mengkamer omvatten waarin het schoepenrad of schoepenwiel draaibaar is opgesteld voor rotatie om een rotatie as, waarbij de mengkamer een invoer heeft welke is aangesloten op de trechter en een uitvoer welke is aangesloten op de uitgifte opening. Verder kan de menger een motor omvatten, waarbij een aandrijfas van de motor is verbonden met het schoepenrad of schoepenwiel. Dit schoepenrad of schoepenwiel kan een veelvoud aan schoepen omvatten. Ook kan het schoepenrad of schoepenwiel een schijf omvatten welke is verbonden met de aandrijfas en op welke schijf het veelvoud aan schoepen is bevestigd.
De menger kan verder een verloopstuk omvatten tussen de kleine opening van de trechter en de invoer van de mengkamer, welk verloopstuk is ingericht voor het aan de mengkamer toevoeren van het papbasismateriaal en water in een richting in hoofdzaak parallel aan de rotatie as. Hierbij stekken de schoepen zich veelal radiaal uit ten opzichte van de rotatie as en staan zij opgesteld het water en papbasismateriaal aan te grijpen in een richting loodrecht op de rotatie as.
Zo is het mogelijk de schoepen uit te voeren als plaatvormige delen welke loodrecht op de met de aandrijfas verbonden schijf zijn geplaatst. Deze specifieke opstelling levert een optimale menging van water en papbasismateriaal voor de vorming van homogene, verse pap.
De trechter is bij voorkeur in hoofdzaak verticaal opgesteld en de rotatie as strekt zich bij voorkeur in hoofdzaak horizontaal uit. Hierbij bevindt de invoer van de mengkamer, althans bij regulier gebruik van de inrichting, zich boven de uitvoer van de mengkamer. Deze opstelling maakt het mogelijk dat de zwaartekracht het bewegingsproces van de pap in de mengkamer richting uitvoer bevordert.
Het papbasismateriaal reservoir kan aan een onderzijde zijn voorzien van een opening, waarbij de tweede transportinrichting een motor en een op de motor aangesloten wormschroef omvat voor het transporteren van het papbasismateriaal uit de opening van het papbasismateriaal reservoir naar de menger. Bij voorkeur is de opening in het papbasismateriaal reservoir bij regulier gebruik lager geplaatst dan de grote opening van de trechter. Dit maakt het gedoseerd afgeven van papbasismateriaal makkelijker. Tevens wordt vervuiling van de tweede transportinrichting vermeden. Er kan immers geen water inkomen.
De eerste transportinrichting kan een leidingsysteem omvatten voor het geleiden van water vanuit het waterreservoir naar de menger alsook een elektrische pomp voor het pompen van water door het leidingsysteem. Ook het waterreservoir kan voorzien zijn van een opening aan de onderzijde van het reservoir welke is aangesloten op het leidingsysteem. Een dergelijke opening is bij voorkeur bij regulier gebruik lager geplaatst dan de grote opening van de trechter. Eventueel kan het leidingsysteem worden voorzien van terugslagkleppen om te voorkomen dat water terug in het reservoir stroomt. Terugslagkleppen in het leidingsysteem richting de trechter zijn tevens geïnstalleerd om het water direct te kunnen stoppen en daarmee het eventueel nalekken te voorkomen. Dit komt de hygiëne ten goede.
Het waterreservoir kan een warmte-element omvatten voor het verwarmen van het water in het waterreservoir. Tevens kan het waterreservoir isolatie omvatten voor het thermisch isoleren van het warmte reservoir. Een juiste temperatuur van de verse pap is hierbij gewaarborgd.
Het waterreservoir kan een aan de besturingseenheid gekoppelde temperatuursensor omvatten, waarbij de besturingseenheid is ingericht het warmte-element te besturen zodanig dat de temperatuur van het water in het waterreservoir stijgt tot minimaal een eerste temperatuur en gedurende een eerste vooraf bepaalde tijdsduur op minimaal deze temperatuur gehouden wordt. De eerste temperatuur ligt bijvoorbeeld in het bereik tussen 65 en 75 graden Celsius of een andere temperatuur voor het steriliseren van het water in het waterreservoir. Ook de eerste vooraf bepaalde tijdsduur, welke bij voorkeur door de gebruiker ingesteld kan worden, wordt zodanig gekozen dat een voldoende mate van steriliteit van het water wordt bereikt. Dit voorkomt besmettingsgevaar van de biggen.
De besturingseenheid kan zijn ingericht het warmte-element te activeren voor het bereiken van de eerste temperatuur in het warmte reservoir in afhankelijkheid van een door een gebruiker instelbare tijd of interval. Het warmte-element omvat veelal warmtespiralen welke geactiveerd worden door het leiden van elektrische stroom door de spiralen. Voorafgaand aan het activeren wordt een dergelijke stroom niet door het warmte-element geleid.
De besturingseenheid kan zijn ingericht het warmte-element te besturen zodanig dat het water na de eerste vooraf bepaalde tijdsduur afkoelt tot minimaal een tweede temperatuur. Deze temperatuur, welke bij voorkeur door een gebruiker instelbaar is en doorgaans ligt in het bereik tussen 50 en 65 graden Celsius, is voldoende om te bewerkstelligen dat de temperatuur van de pap als deze door de biggen gedronken wordt tussen de 35 en 40 graden Celsius ligt. Dit is een voor de biggen aangename opnametemperatuur.
De besturingseenheid kan verder zijn ingericht het warmte-element te besturen zodanig dat de temperatuur na het bereiken van de tweede temperatuur een tweede vooraf bepaalde tijdsduur op deze temperatuur gehouden wordt. Het afkoelen van de eerste temperatuur naar de tweede tempartuur wordt doorgaans bereikt door het uitschakelen van het warmte-element zodat door afkoeling de tweede temperatuur wordt bereikt. Echter, nadat deze temperatuur wordt bereikt, kan er voor gekozen worden om deze temperatuur vast te houden door het activeren van het warmte-element. Echter, indien de inrichting op dat moment gebruikt gaat worden voor het voeden van biggen kan deze stap achterwege gelaten worden.
De besturingseenheid kan zijn ingericht het warmte-element te doen stoppen met het verwarmen van het water in het waterreservoir na een vooraf bepaalde tijdsduur na het activeren van het warmte-element, het bereiken van de eerste temperatuur of het bereiken van de tweede temperatuur.
De besturingseenheid kan zijn ingericht een tijd te berekenen waarop de besturingseenheid aanvangt met het activeren van het warmte-element voor het bereiken van de eerste temperatuur op basis van de door de gebruiker instelbare tijd of interval, de eerste vooraf bepaalde tijdsduur, een tijd welke nodig is voor het verwarmen van een met water gevuld waterreservoir tot de eerste temperatuur en een tijd welke nodig is voor het afkoelen van het water van de eerste temperatuur tot de tweede temperatuur. De door de gebruiker instelbare tijd of interval kan bijvoorbeeld overeenkomen met een door de gebruiker gewenst moment van uitgifte van de pap. Stel dat de gebruiker wenst te voeden om 9:00, en dat de inrichting 3 uur nodig heeft het water te verwarmen tot de eerste temperatuur en 2 uur nodig heeft om af te koelen tot de tweede temperatuur, dan dient de besturingseenheid het warmte-element te activeren om 4:00. In dat geval zal de temperatuur van de pap bij uitgifte optimaal zijn. Tevens hoeft in dit geval het water niet verwarmd te worden teneinde de tweede temperatuur vast te houden waardoor energie bespaard kan worden.
De inrichting kan een elektriciteitsaansluiting omvatten voor het aansluiten van de inrichting op een elektriciteitsnet voor het ontvangen van elektrische energie bestemd voor het voeden van ten minste één van de besturingseenheid, de eerste transportinrichting, de tweede transportinrichting, de menger en het warmte-element. Verder kan de inrichting een wateraansluiting omvatten voor het vanaf buiten toevoeren van water aan het waterreservoir.
Hierbij kan de inrichting verder een bij voorkeur instelbare vlotter omvatten voor het bepalen van een vullingsgraad van het waterreservoir. De gebruiker kan dan, door het instellen van de vlotter, voorkomen dat het waterreservoir met te veel water wordt gevuld waardoor na het voeren van de biggen een aanzienlijke hoeveelheid water achterblijft in het reservoir, met alle mogelijke gezondheidsrisico’ s.
De mobiele inrichting wordt bij voorkeur op een vaste plek in de varkensstal of daarbuiten geplaatst indien deze niet gebruikt wordt voor het voeden. Op deze plek zijn bij voorkeur een stopcontact en wateraansluiting aanwezig. De besturingseenheid kan hierbij zijn ingericht het loskoppelen van de inrichting te detecteren bij voorbeeld omdat er een mechanische koppeling wordt verbroken. Nadat de inrichting wordt losgekoppeld van de plek wordt de inrichting in de nabijheid van de biggen wederom aangesloten op het elektriciteitsnet voor het uitgeven van verse pap. De onderhavige uitvinding sluit het gebruik van accu’s niet uit, echter deze genieten niet de voorkeur gezien de plek waarop deze worden toegepast en de hygiënische problemen die samenhangen met het gebruik van accu’s in een Ammoniakrijke omgeving.
Indien de besturingseenheid een loskoppeling heeft gedetecteerd kan besloten worden om bij een volgende aansluiting op het elektriciteitsnet het warmte-element niet te voeden aangezien de inrichting op dat moment wordt gebruikt voor het voeden. Indien de isolatie voldoende is, zal de temperatuur van de uitgegeven pap niet aanzienlijk dalen. Indien een mechanische koppeling wordt gedetecteerd, bijvoorbeeld na het voeden van de biggen, kan besloten worden om het warmte-element weer wel te activeren. Echter, er kan ook gewerkt worden met de eerder genoemde tijden of intervallen van gewenste voedingsmomenten.
Volgens een tweede aspect verschaft de onderhavige uitvinding een werkwijze voor het voeren van pap aan biggen welke zijn gegroepeerd in een veelvoud aan op onderlinge afstand geplaatste groepen biggen. De werkwijze omvat de stappen van a) het verschaffen van een inrichting zoals hierboven gedefinieerd, b) het vullen van het waterreservoir met het water, c) het vullen van het papbasismateriaal reservoir met het papbasismateriaal, d) het verplaatsen van de inrichting naar een groep biggen uit het veelvoud aan groepen biggen, e) het plaatsen van een opvangbak nabij de uitgifte opening, f) het bedienen van het bedieningsorgaan voor het uitgeven van pap en het opvangen van de pap in de opvangbak, g) het voeren van de pap aan de groep biggen, en h) het herhalen van stappen d) - g) voor de andere groepen biggen uit het veelvoud aan groepen biggen.
De werkwijze kan verder het instellen omvatten van een gewenste voedertijd of voederinterval voorafgaand aan stap d) en het voor het eerst uitvoeren van stap d) op of bijna op de gewenste voedertijd of na het verstrijken van het voederinterval. Verder kan de werkwijze omvatten het loskoppelen omvatten van de elektriciteitsaansluiting en wateraansluiting voorafgaand aan stap d), het aansluiten van de elektriciteitsaansluiting op een elektriciteitsvoorziening in de nabijheid van de te voeden groep biggen voorafgaand aan stap e) of f) en het loskoppelen van de elektriciteitsaansluiting na stap f) of g).
In het hiernavolgende zal de uitvinding in meer detail worden besproken onder verwijzing naar de bijgevoegde figuren, waarbij:
Figuur 1 een schematisch aanzicht toont van een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;
Figuur 2 een dwarsdoorsnede toont van de uitvoeringsvorm uit figuur 1; en
Figuur 3 een dwarsdoorsnede toont van de menger van de uitvoeringsvorm uit figuur 1.
De in figuur 1 getoonde inrichting 1 omvat twee reservoirs 2, 3 voor papbasismateriaal. Dit maakt het mogelijk twee verschillende soorten pap te maken indien gewenst. Om geleidelijke overgang tussen de verschillende soorten pap te kunnen waarborgen, kan de gebruiker direct kiezen voor het mengen van beide soorten pap per voerbuurt, in een door de gebruiker gewenste verhouding. Abrupte overgangen in voeding voor de biggen kunnen dus vermeden worden op basis van de noodzaak in de stal. Voor reservoir 2 is een motor 4 weergegeven welke een wormschroef 5 aandrijft voor het transporteren van papbasismateriaal. Een dergelijke opstelling is tevens mogelijk voor reservoir 3.
Wormschroef 5 transporteert papbasismateriaal naar een menger welke een trechter 6 omvat. De menger omvat verder een motor 17 voor het draaien van een schoepenrad of schoepenwiel om zodoende water afkomstig uit waterreservoir 8 te mengen met het papbasismateriaal. Water kan hierbij gevuld worden door middel van wateraansluiting 9. Inrichting 1 is verrijdbaar door zwenkwielen 10 en/of gummiwielen. Hiertoe is inrichting 1 voorzien van duwstangen 11.
De dwarsdoorsnede in figuur 2 toont een leidingsysteem 12 met een pomp 13 welke water uit reservoir 8 omhoog pompt naar trechter 6. Hierbij is buis van leidingsysteem 12 aangesloten op een leidingstelsel 14 in trechter 6, welke in meer detail in figuur 3 wordt getoond. Eveneens zichtbaar is een warmte-element 15 welke het water in reservoir 8 kan verwarmen en/of steriliseren. Reservoir 8 omvat verder een temperatuursensor (niet weergegeven). Daarnaast is waterreservoir 8 voorzien van een bij voorkeur verstelbare vlotter 50, waarbij de temperatuursensor in vlotter 50 kan zijn opgenomen. Deze heeft als voordeel dat de gebruiker kan instellen hoeveel water in waterreservoir 8 gebracht kan worden bij het vullen. Dit komt de hygiëne ten goede omdat dit de gebruiker in staat stelt de hoeveelheid water af te stemmen op het verwachte gebruik waardoor accumulatie van water van vorige dagen vermeden kan worden.
Het aan trechter 6 toegevoerde papbasismateriaal en water wordt door leiding 16 toegevoerd aan een door een motor 17 aangedreven schoepenwiel 18 welke papbasismateriaal en water mengt tot verse pap en uitgeeft via uitvoer 19.
De menger van inrichting 1 is in meer detail weergegeven in figuur 3. Motor 17 omvat een aandrijfas 20 welke is aangesloten op een huls 21 welke gelagerd is bevestigd door lagers 22. Hierbij zijn lagers 22 bevestigd in een behuizing 23. Verder omvat een behuizing 23 een mengkamer 24 waarin schoepenwiel 18 draaibaar is bevestigd. Huls 23 is bevestigd aan een schijf 25 waarop schoepen 26 zijn gemonteerd. Duidelijk is hoe water bij invoer 27 wordt aangevoerd in een richting parallel aan de rotatie as van schijf 25.
Aan de bovenzijde is een aansluiting 28 zichtbaar met welke buizen van leidingstelsel 14 in de wand van trechter 6 worden aangesloten op leidingsysteem 12. Deze buizen omvatten elk een opening 29 welke water in de omtrekrichting van trechter 6 vrijgeeft. Hierbij omvat trechter 6 bij voorkeur een aantal van dergelijke buizen en openingen, zoals drie of meer.
Een besturingseenheid 30, zie figuren 1 en 2, is ingericht voor het besturen van warmte-element 15, pomp 13, motor 4 en motor 17.
De werking van inrichting 1 kan als volgt worden omschreven. Tijdens een periode van niet gebruik wordt inrichting 1 doorgaans geplaatst op een vaste plek in de varkensstal. Hier wordt inrichting 1 aangesloten op het waternetwerk door middel van wateraansluiting 9. Verder wordt inrichting 1 voorzien van elektrische energie door middel van een (niet weergegeven) elektrische aansluiting. De gebruiker kan nu, indien nodig, papbasismateriaal vullen in reservoir 2, 3 en water vullen in reservoir 8.
De gebruiker kan besturingseenheid 30 programmeren zodat deze ervoor zorgt dat inrichting 1 gereed is voor het maken van pap om bijvoorbeeld 9:00. Hierdoor zal besturingseenheid 30 warmte-element 15 rond 4:00 activeren door elektrische stroom door dit element te leiden. Dientengevolge zal de temperatuur van het water in reservoir 8 oplopen tot 70 graden Celsius. Vervolgens zal deze temperatuur gedurende een vooraf bepaalde tijdsduur worden vastgehouden. Hierbij maakt besturingseenheid 30 gebruik van een terugkoppeling in afhankelijkheid van een door de temperatuursensor gemeten temperatuur. Door de hoge temperatuur zullen bacteriën in het water gedood worden. Dit voorkomt infectierisico van de biggen.
Nadat de tijdsduur is verlopen, stopt besturingseenheid 30 met het leiden van stroom door warmte-element 15. Hierdoor koelt het water in reservoir 8 af, zij het langzaam dankzij isolatie 31. Dit proces dient zodanig gestuurd te worden dat rond 9:00 het water een temperatuur heeft van ongeveer 55 graden Celsius.
De gebruiker kan dan inrichting 1 loskoppelen van het elektriciteitsnet en het waternetwerk. Vervolgens zal de gebruiker inrichting 1 met hulp van wielen 10 verplaatsen naar de eerste groep biggen in de stal. Doorgaans omvat een stal een centrale gang waarop in dwarsrichting kraamkamers zijn aangesloten waarin een zeug met meerdere biggen, of enkel een groep biggen zich bevinden. Bij elke kraamkamer is veelal een elektriciteitsaansluiting aanwezig waarop inrichting 1 kan worden aangesloten. De inrichting verblijft dus op de centrale gang voor de kraamkamers, ten einde kruisbesmetting via de inrichting naar andere kraamkamers te voorkomen.
Bij de eerste kraamkamer zal de gebruiker inrichting 1 aansluiten op het elektriciteitsnetwerk en zal de gebruiker vervolgens een opvangbak pakken welke onder uitvoer 19 wordt geplaatst. Vervolgens bedient de gebruiker een (niet weergegeven) bedieningsorgaan, zoals een knop, welke besturingseenheid 30 instrueert om allereerst pomp 13 te activeren voor het genereren van een waterkolk in trechter 6. Na een korte periode, bijvoorbeeld 3 seconden, activeert besturingseenheid 30 motor 4 voor het toevoeren van een correcte hoeveelheid papbasismateriaal aan trechter 6. Hierbij valt papbasismateriaal 6 door de grote opening van trechter 6 op de waterkolk. Hierdoor ontstaat een eerste menging van papbasismateriaal en water. Vervolgens valt het mengsel door de kleine opening van trechter 6 en door buis 16 op een draaiend schoepen wiel 18. Hiertoe heeft besturingseenheid motor 17 reeds geactiveerd, bijvoorbeeld ten tijde van het activeren van pomp 13.
Schoepen wiel 18 mengt het papbasismateriaal en het schone water tot een verse pap. Aansluitend wordt de verse pap vrijgegeven door uitvoer 19 en wordt deze opgevangen door de opvangbak. Een vooraf bepaalde periode nadat de gebruiker het bedieningsorgaan heeft bediend of nadat de gebruiker nogmaals het bedieningsorgaan bedient of nadat de gebruiker ophoudt met het bedieningsorgaan te bedienen stopt het proces van het pap maken. Hiertoe deactiveert besturingseenheid 30 motor 4. Enige tijd later, bijvoorbeeld 3 seconden, stopt besturingseenheid 30 eveneens pomp 13 en motor 17. Hierdoor is de trechter en de menger goed nagespoeld met heet water, waardoor de hygiëne verbeterd is en het systeem zelfreinigend is.
Hierna kan de gebruiker de opgevangen pap naar een groep biggen brengen. Nadat de gebruiker terugkomt bij inrichting 1 wordt deze ontkoppeld van het elektriciteitsnet en wordt inrichting 1 verplaatst naar een volgende kraamkamer en kan de cyclus herhaald worden. Nadat alle groepen biggen van pap zijn voorzien wordt inrichting 1 terug gebracht naar de stallingsplek en wordt deze op het waternetwerk en het elektriciteitsnet aangesloten. Hierna kan de boven beschreven werkwijze herhaald worden.
De inrichting is bij voorkeur modulair ingericht ten einde eenvoudig onderhoud te kunnen verrichten. Cruciale of slijtagegevoelige onderdelen zijn daarbij van buitenaf makkelijk wisselbaar.
Het moge duidelijk zijn dat verschillende verandering mogelijk zijn aan de hierboven beschreven uitvoeringsvormen zonder daarbij af te wijken van de beschermingsomvang van de uitvinding welke wordt gedefinieerd door de nu volgende conclusies.

Claims (28)

1. Inrichting voor het voeren van pap aan biggen, omvattende: een veelvoud aan wielen voor het kunnen verplaatsen van de inrichting; een waterreservoir voor het houden van water; een papbasismateriaal reservoir voor het houden van papbasismateriaal voor het maken van de pap; een menger voor het mengen van het papbasismateriaal en water voor het maken van pap; een uitgifte opening voor het uitgeven van de door de menger gemaakte pap; een eerste transportinrichting voor het transporteren van water vanaf het waterreservoir naar de menger; een tweede transportinrichting voor het transporteren van papbasismateriaal vanaf het papbasismateriaal reservoir naar de menger; een besturingseenheid voor het besturen van de eerste transportinrichting, de tweede transportinrichting en de menger; en een bedieningsorgaan; waarbij de besturingseenheid is ingericht voor: het activeren van de eerste transportinrichting, de tweede transportinrichting en de menger na het bedienen van het bedieningsorgaan; het deactiveren van de eerste transportinrichting, de tweede transportinrichting en de menger na het opeenvolgend bedienen van het bedieningsorgaan of na een vooraf bepaalde tijd na het bedienen van het bedieningsorgaan.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de menger een trechter omvat welke aan één zijde een grote opening heeft voor het toevoeren van het water en het papbasismateriaal en welke aan een andere zijde een kleine opening heeft, waarbij de menger verder een schoepenrad of schoepenwiel omvat welke nabij de kleine opening is opgesteld voor het mengen van het uit de kleine opening komende water en papbasismateriaal.
3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de trechter aan de bovenzijde is voorzien van een zich in de omtrekrichting van de trechter uitstrekkend leidingstelsel welke gekoppeld is aan de eerste transportinrichting en welke water afkomstig van het waterreservoir geleidt in de omtrekrichting van de trechter en water in deze richting in de trechter vrijgeeft.
4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de besturingseenheid is ingericht de eerste transportinrichting een vooraf bepaalde tijd eerder te activeren dan de tweede transportinrichting en/of waarbij de besturingseenheid is ingericht de eerste transportinrichting een vooraf bepaalde tijd later te deactiveren dan de tweede transportinrichting.
5. Inrichting volgens een van de conclusies 2-4, waarbij de menger een mengkamer omvat waarin het schoepenrad of schoepenwiel draaibaar is opgesteld voor rotatie om een rotatie as, waarbij de mengkamer een invoer heeft welke is aangesloten op de trechter en een uitvoer welke is aangesloten op de uitgifte opening.
6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij de menger een motor omvat, waarbij een aandrijfas van de motor is verbonden met het schoepenrad of schoepenwiel.
7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij het schoepenrad of schoepenwiel een veelvoud aan schoepen omvat.
8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij het schoepenrad of schoepenwiel een schijf omvat welke is verbonden met de aandrijfas en op welke schijf het veelvoud aan schoepen is bevestigd.
9. Inrichting volgens een van de conclusies 5-8, waarbij de menger verder een verloopstuk omvat tussen de kleine opening van de trechter en de invoer van de mengkamer, welk verloopstuk is ingericht voor het aan de mengkamer toevoeren van het papbasismateriaal en water in een richting in hoofdzaak parallel aan de rotatie as.
10. Inrichting volgens een van de conclusie 5-9, waarbij de trechter in hoofdzaak verticaal is opgesteld en de rotatie as zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekt, en waarbij de invoer van de mengkamer, althans bij regulier gebruik van de inrichting, zich boven de uitvoer van de mengkamer bevindt.
11. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het papbasismateriaal reservoir aan een onderzijde is voorzien van een opening en waarbij de tweede transportinrichting een motor en een op de motor aangesloten worm schroef omvat voor het transporteren van het papbasismateriaal uit de opening van het papbasismateriaal reservoir naar de menger.
12. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste transportinrichting een leidingsysteem omvat voor het geleiden van water vanuit het waterreservoir naar de menger en een elektrische pomp voor het pompen van water door het leidingsysteem.
13. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het waterreservoir een warmte-element omvat voor het verwarmen van het water in het waterreservoir.
14. Inrichting volgens conclusie 13, waarbij het waterreservoir isolatie omvat voor het thermisch isoleren van het warmte reservoir.
15. Inrichting volgens conclusie 13 of 14, waarbij het waterreservoir een aan de besturingseenheid gekoppelde temperatuursensor omvat en waarbij de besturingseenheid is ingericht het warmte-element te besturen zodanig dat de temperatuur van het water in het waterreservoir stijgt tot minimaal een eerste temperatuur en gedurende een eerste vooraf bepaalde tijdsduur op minimaal deze temperatuur gehouden wordt.
16. Inrichting volgens conclusie 15, waarbij de besturingseenheid het warmte-element activeert voor het bereiken van de eerste temperatuur in het warmte reservoir in afhankelijkheid van een door een gebruiker instelbare tijd of interval.
17. Inrichting volgens conclusie 15 of 16, waarbij de besturingseenheid is ingericht het warmte-element te besturen zodanig dat het water na de eerste vooraf bepaalde tijdsduur afkoelt tot minimaal een tweede temperatuur.
18. Inrichting volgens conclusie 17, waarbij de besturingseenheid is ingericht het warmte-element te besturen zodanig dat de temperatuur na het bereiken van de tweede temperatuur een tweede vooraf bepaalde tijdsduur op deze temperatuur gehouden wordt.
19. Inrichting volgens een van de conclusies 15-18, waarbij de besturingseenheid is ingericht het warmte-element te doen stoppen met het verwarmen van het water in het waterreservoir na een vooraf bepaalde tijdsduur na het activeren van het warmte-element, het bereiken van de eerste temperatuur of het bereiken van de tweede temperatuur.
20. Inrichting volgens een van de conclusies 16-19, waarbij de besturingseenheid is ingericht een tijd te berekenen waarop de besturingseenheid aanvangt met het activeren van het warmte-element voor het bereiken van de eerste temperatuur op basis van de door de gebruiker instelbare tijd of interval, de eerste vooraf bepaalde tijdsduur, een tijd welke nodig is voor het verwarmen van een met water gevuld waterreservoir tot de eerste temperatuur en een tijd welke nodig is voor het afkoelen van het water van de eerste temperatuur tot de tweede temperatuur.
21. Inrichting volgens een van de conclusies 16-20, waarbij de door de gebruiker instelbare tijd of interval overeenkomt met een door de gebruiker gewenst moment van uitgifte van de pap.
22. Inrichting volgens een van de conclusies 15-21, waarbij de eerste temperatuur ligt in het bereik tussen 65 en 75 graden Celsius en waarbij de tweede temperatuur ligt in het bereik tussen 50 en 65 graden Celsius.
23. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een elektriciteitsaansluiting voor het aansluiten van de inrichting op een elektriciteitsnet voor het ontvangen van elektrische energie bestemd voor het voeden van ten minste één van de besturingseenheid, de eerste transportinrichting, de tweede transportinrichting, de menger en het warmte-element.
24. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een wateraansluiting voor het vanaf buiten toevoeren van water aan het waterreservoir.
25. Inrichting volgens conclusie 24, verder omvattende een bij voorkeur instelbare vlotter voor het bepalen van een vullingsgraad van het waterreservoir.
26. Werkwijze voor het voeren van pap aan biggen welke zijn gegroepeerd in een veelvoud aan op onderlinge afstand geplaatste groepen biggen, omvattende: a) het verschaffen van een inrichting zoals gedefinieerd in een van de voorgaande conclusies; b) het vullen van het waterreservoir met het water; c) het vullen van het papbasismateriaal reservoir met het papbasismateriaal; d) het verplaatsen van de inrichting naar een groep biggen uit het veelvoud aan groepen biggen; e) het plaatsen van een opvangbak nabij de uitgifte opening; f) het bedienen van het bedieningsorgaan voor het uitgeven van pap en het opvangen van de pap in de opvangbak; g) het voeren van de pap aan de groep biggen; h) het herhalen van stappen d) - g) voor de andere groepen biggen uit het veelvoud aan groepen biggen.
27. Werkwijze volgens conclusie 26, waarbij de inrichting is uitgevoerd zoals gedefinieerd in conclusie 21, de werkwijze verder omvattende het instellen van een gewenste voedertijd of voerderinterval voorafgaand aan stap d) en het voor het eerst uitvoeren van stap d) op of bijna op de gewenste voedertijd of na het verstrijken van het voederinterval.
28. Werkwijze volgens conclusie 27, waarbij de inrichting verder is uitgevoerd zoals gedefinieerd in conclusies 23 en 24, de werkwijze verder omvattende het loskoppelen van de elektriciteitsaansluiting en wateraansluiting voorafgaand aan stap d), het aansluiten van de elektriciteitsaansluiting op een elektriciteitsvoorziening in de nabijheid van de te voeden groep biggen voorafgaand aan stap e) of f) en het loskoppelen van de elektriciteitsaansluiting na stap f) of g)·
NL2013169A 2014-07-11 2014-07-11 Inrichting en werkwijze voor het voeren van direct vers aangemaakte pap aan biggen. NL2013169B1 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2013169A NL2013169B1 (nl) 2014-07-11 2014-07-11 Inrichting en werkwijze voor het voeren van direct vers aangemaakte pap aan biggen.
DK15176455.2T DK3017691T3 (en) 2014-07-11 2015-07-13 Device for feeding piglets with fresh and immediately prepared liquid feed
EP15176455.2A EP3017691B1 (en) 2014-07-11 2015-07-13 Device for feeding fresh and instantly prepared mush to piglets
ES15176455.2T ES2638921T3 (es) 2014-07-11 2015-07-13 Dispositivo para alimentar a lechones con papilla fresca y preparada al instante

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2013169A NL2013169B1 (nl) 2014-07-11 2014-07-11 Inrichting en werkwijze voor het voeren van direct vers aangemaakte pap aan biggen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2013169B1 true NL2013169B1 (nl) 2016-09-09

Family

ID=51398823

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2013169A NL2013169B1 (nl) 2014-07-11 2014-07-11 Inrichting en werkwijze voor het voeren van direct vers aangemaakte pap aan biggen.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP3017691B1 (nl)
DK (1) DK3017691T3 (nl)
ES (1) ES2638921T3 (nl)
NL (1) NL2013169B1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN105955331B (zh) * 2016-07-08 2018-08-10 王碧洪 一种猪群养殖方法及其系统
CN110012847B (zh) * 2019-05-17 2021-12-21 浙江华腾牧业有限公司 猪饲料粉碎加热喂食池

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3352286A (en) * 1966-12-27 1967-11-14 Emory J Pickelsimer Portable animal feeder
DE102006037082A1 (de) * 2006-07-13 2008-01-24 Förster Technik GmbH Verfahren zum Betreiben eines Anrichtautomaten zur Zubereitung von flüssigem Nahrungsmittel für Tiere
DE202014101331U1 (de) * 2014-03-24 2014-03-31 Meßling Fütterungstechnik GmbH & Co. KG Milchbreifütterungsanlage

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3352286A (en) * 1966-12-27 1967-11-14 Emory J Pickelsimer Portable animal feeder
DE102006037082A1 (de) * 2006-07-13 2008-01-24 Förster Technik GmbH Verfahren zum Betreiben eines Anrichtautomaten zur Zubereitung von flüssigem Nahrungsmittel für Tiere
DE202014101331U1 (de) * 2014-03-24 2014-03-31 Meßling Fütterungstechnik GmbH & Co. KG Milchbreifütterungsanlage

Also Published As

Publication number Publication date
EP3017691B1 (en) 2017-05-31
DK3017691T3 (en) 2017-09-18
EP3017691A1 (en) 2016-05-11
ES2638921T3 (es) 2017-10-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP7316307B2 (ja) ベビーフード調製装置
US3473516A (en) Automatic apparatus for preparing and dispensing fluid food
CN102726590B (zh) 用于制造和分配半流体和/或半固体产品的机器
US7762431B1 (en) Refrigerated liquid product dispenser
MX2008014680A (es) Aparato para preparacion de bebida a partir de agua esterilizada y producto instantaneo.
CN101242801B (zh) 哺乳用奶粉冲兑装置
TW200418418A (en) Food product dispenser with cleansing mechanism
EP2833767A1 (en) Apparatus and method for providing metered amounts of ingredient, especially for a tailored nutrition to infants
CN201920499U (zh) 一种全自动奶粉冲调机
NL2013169B1 (nl) Inrichting en werkwijze voor het voeren van direct vers aangemaakte pap aan biggen.
CN102413710A (zh) 用于对喂给仔畜的奶进行巴氏杀菌的装置和方法
CN107581909B (zh) 奶粉机
JPS6049017B2 (ja) 粉と液を計量し粉を液中で混合する装置
JPH0458297B2 (nl)
CN114127007A (zh) 用于分配饮料的系统和方法
US6360691B1 (en) Apparatus for the automatic feeding of animals, in particulary of calves
GB2142812A (en) An automatic animal feeder
CN108575797A (zh) 仔猪智能化喂奶装置
WO2016059443A1 (en) Drink dispenser for protein drinks
US20220030831A1 (en) System for feeding farm animals with a liquid containing full milk
US11547975B2 (en) System and method for dispensing a beverage
US10329133B2 (en) Automatic dispenser for preparing and dispensing a liquid food mixture
RU203821U1 (ru) Автоматическая встраиваемая система подачи и дозирования жидкости с переносным дисплеем
EP3446601B1 (de) Vorrichtung zur zubereitung von babymilchnahrung
CN109349155A (zh) 一种自动调节液位的畜牧业喂奶装置

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20180801