NL2013118C2 - Systeem en werkwijze voor het creëren van één of meerdere vluchtroutes in een gebouw. - Google Patents

Description

SYSTEEM EN WERKWIJZE VOOR HET CREËREN VAN ÉÉN OF MEERDERE VLUCHTROUTES IN EEN GEBOUW

De uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het creëren van één of meerdere vluchtroutes in een gebouw bij een calamiteit, bijvoorbeeld een brand, omvattende ten minste één wanddeel bestemd voor opname in een wand van het gebouw, waarin elk wanddeel aan de onderzijde is ingericht voor scharnierbare koppeling aan het gebouw en ten minste één koppelmiddel dat is ingericht voor het koppelen van het wanddeel nabij een bovenzijde ervan aan het gebouw, waarin elk koppelmiddel tevens is ingericht voor het ontkoppelen van het wanddeel van het gebouw, zodanig dat in bedrijf van het systeem het wanddeel uit de wand van het gebouw kan neerklappen in geval van een calamiteit.

Een systeem volgens de aanhef is bekend in de stand der techniek. Het bekende systeem is beschreven in de Amerikaanse octrooiaanvrage 901,448 (Musacchia).

Het nadeel van het bekende systeem is dat het neer laten klappen van het wanddeel dient plaats te vinden door één of meerdere personen te laten duwen tegen het wanddeel. In het geval van brand in een stal kunnen staldieren hierdoor vaak niet tijdig geëvacueerd kunnen worden, omdat door rookontwikkeling de staldeuren niet bereikbaar zijn voor een persoon.

De uitvinding heeft als doel om te voorzien in een systeem volgens de aanhef, dat de genoemd nadeel opheft.

Daartoe heeft het systeem volgens de uitvinding het kenmerk, dat elk koppelmiddel is ingericht om in bedrijf van het systeem bij het ontkoppelen een dwars op de wand gerichte kracht uit te oefenen op het wanddeel.

Door deze technische maatregelen kan het tenminste ene wanddeel neerklappen door het bedienen van de koppelmiddelen, waardoor snel een vluchtroute gevormd kan worden van binnen naar buiten het gebouw. De wanddelen kunnen worden aangebracht in elk deel van de buitenzijde van het gebouw, waarbij de wanddelen als er geen calamiteit is, dezelfde functionaliteit bieden als reguliere wanddelen. Onder deze functionaliteit valt inbraakwering, thermische isolatie, geluidsisolatie, lichtisolatie of een combinatie hiervan. Deze opsomming is niet limitatief.

In het systeem volgens de uitvinding kan de wand een onderdeel vormen van een buitenzijde van het gebouw vormen en is elk koppelmiddel ingericht om in bedrijf van het systeem bij het ontkoppelen een naar buiten het gebouw gerichte kracht uit te oefenen.

Doordat het wanddeel aan de onderzijde scharnierend is verbonden met het gebouw, zal het wanddeel door deze kracht en onder invloed van de zwaartekracht naar buiten klappen.

De wand kan ook een binnenzijde van het gebouw vormen, waardoor het wanddeel door de koppelmiddelen uitgeoefende kracht zal neerklappen in een binnenruimte van het gebouw.

Om de hierboven genoemde kracht te leveren, omvat het koppelmiddel bij voorkeur een explosiebout. Explosiebouten kunnen elektronisch en op afstand tot explosie worden gebracht, zonder dat deze bouten bij explosie een gevaar vormen voor de gebruikers van het systeem.

Bij voorkeur omvat het systeem een bedieningsinrichting voor het op afstand ontkoppelen van de ontkoppelmiddelen. Hierdoor kan het systeem op afstand bediend worden, waarmee veiligheid van het systeem wordt verhoogd. De bedieningsinrichting kan bij voorbeeld geplaatst worden op een locatie waar de gebruiker zicht heeft op de buitenzijde waar de wanddelen van het systeem geplaatst zijn. Hierdoor kan de gebruiker controleren of er geen belemmeringen zijn (zoals mensen en/of dieren) om de wanddelen te ontkoppelen van het gebouw.

Bij voorkeur zijn de meerdere koppelmiddelen simultaan bedienbaar, waardoor een gebruiker het systeem met één bedieningshandeling de meerdere koppelmiddelen kan activeren voor het ontkoppelen van de één of meerdere wanddelen.

In een praktische uitvoeringsvorm van het inventieve systeem staat in bedrijf van het systeem het uitgeklapte wanddeel onder een hoek van circa 90 graden met de buitenzijde van het gebouw. Hierdoor vormt het uitgeklapte wanddeel een looppad.

In een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van het inventieve systeem is het wanddeel ingericht om in bedrijfsstand van het systeem als een deel van een buitenmuur te functioneren, zodanig dat in uitgeklapte toestand van het wanddeel een doorgaande opening is gevormd in de buitenmuur. Hierdoor kan evacuatie van mensen en/of dieren nog sneller plaatsvinden. Zo is het mogelijk om bij een stal delen van de buitenmuren van de stal te voorzien van het inventieve systeem. In het geval van brand kunnen de buitenmuren, althans de wanddelen van het systeem, naar buiten neerklappen. De in de stal aanwezige dieren kunnen dan zelfstandig naar buiten lopen.

In een tweede voorkeursuitvoeringsvorm vormt het wanddeel een gevelelement.

Deze uitvoeringsvorm van het systeem kan bijzonder voordelig gebruikt worden bij een hoog gebouw, zoals een flat. Veel hoge gebouwen zijn voorzien van gevelelementen, die vaak het buitenblad vormen van de buitenmuur. Door het gebouw te voorzien van het inventieve systeem waarbij meerdere gevelelementen, waarvan de bovenzijden bij voorkeur aan een raam grenzen, worden vervangen door het wanddeel volgens het inventieve systeem, is het mogelijk om aan de buitenzijde van het gebouw een vluchtroute of vluchtplaats te creëren. Door activatie van de koppelmiddelen klappen de betreffende gevelelementen naar buiten toe neer. Het looppad dat door deze neergeklapte gevelelementen wordt gevormd, kan bereikt worden via een raam. In de meest optimale situatie wordt het inventieve systeem zodanig geïnstalleerd dat de betreffende gevelelementen in neergeklapte toestand een vluchtroute vormen rondom een verdieping, die tevens een vluchtroute vormen naar een boven en/of beneden gelegen verdieping.

In een verdere praktische uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat het systeem ten minste één vloerdeel voor bevestiging aan een vloer van het gebouw en is het vloerdeel ingericht voor samenwerking met het wanddeel voor het scharnierbaar koppelen van het wanddeel aan het gebouw.

In het inventieve systeem kan het vloerdeel ook de vloer zelf vormen.

Als alternatief kan in het systeem volgens de uitvinding het koppelmiddel één of meerdere elektromagneten omvatten. De één of meerdere elektromagneten zijn ingericht voor het bij ontkoppelen van het ten minste ene wanddeel leveren van de dwars op de wand gerichte kracht.

Bij voorkeur is het systeem volgens de uitvinding zodanig ingericht dat het ten minste ene wanddeel terug geplaatst kan worden na ontkoppeling ervan. Hierdoor kan het inventieve systeem op de correcte werking ervan getest worden.

Bij voorkeur is het wanddeel in het systeem volgens de uitvinding van lichter materiaal vervaardigd dan de wand van het gebouw, waardoor het wanddeel met minder kracht naar beneden scharniert.

Het systeem volgens de uitvinding kan tevens voorzien zijn vertragingsmiddelen, die zijn gekoppeld aan het wanddeel en zijn bestemd voor het vertraagd neerklappen van het wanddeel. Dit geeft een persoon achter het neerkomende wanddeel de tijd om een veilige plek te zoeken.

In het systeem volgens de uitvinding kan het wanddeel tevens een hek omvatten, bij voorbeeld voor toepassing in een stal.

De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het creëren van één of meerdere vluchtroutes bij een calamiteit, bijvoorbeeld een brand, in een gebouw. Daartoe omvat de inventieve werkwijze de volgende stappen: stap a) het scharnierbaar koppelen van een wanddeel aan de onderzijde ervan aan de buitenzijde van het gebouw; stap b) het koppelen van het wanddeel nabij een bovenzijde ervan aan het gebouw middels koppelmiddelen die tevens bedienbaar ontkoppelbaar zijn van het gebouw; stap c) het ontkoppelen van de koppelmiddelen in geval van een calamiteit, waardoor het wanddeel naar de buitenzijde van het gebouw kan neerklappen.

De werkwijze volgens de uitvinding heeft als kenmerk, dat in stap c) een dwars op de wand gerichte kracht wordt uitgeoefend op het wanddeel door de koppelmiddelen.

De inventieve werkwijze is toepasbaar op bestaande gebouwen, waarbij delen van de buitenmuur worden vervangen door wanddelen volgens de werkwijze, maar is met name ook toepasbaar op nieuwe gebouwen.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de volgende figuren, waarin:

Figuur 1A en 1B de toepassing van het inventieve systeem toont in een stal;

Figuur 2A en 2B de toepassing van het inventieve systeem toont in een flatgebouw;

Figuur 3A op schematische wijze een uitvoeringsvorm van de wijze toont waarop een wanddeel van het systeem volgens de uitvinding 1 is gekoppeld aan een gebouw;

Figuur 3B op schematische wijze de positie van het neergeklapte wanddeel van het systeem toont na bediening van het systeem.

Figuur 4A een alternatieve uitvoeringsvorm toont van de uitvoeringsvorm van Figuur 3A;

Figuur 4B de positie van het neergeklapte wanddeel van het systeem volgens Figuur 4A toont na bediening van het systeem.

Gelijke cijfers in verschillende figuren duiden daarbij gelijke onderdelen aan.

Figuur 1A toont een gebouw 2, een stal voor het houden van dieren, voorzien van het systeem 1 volgens de uitvinding. In een buitenmuur 2-1, aangrenzend aan de binnenruimte waar de dieren worden gehouden, zijn uitsparingen aangebracht waarin wanddelen 1-1 volgens de uitvinding zijn aangebracht. De wanddelen 1-1 zijn aan de onderzijde scharnierend aan de vloer van het gebouw 2 bevestigd. De bovenzijde van elk wanddeel 1-1 is met koppelmiddelen aan het gebouw bevestigd. Elk koppelmiddel is tevens ingericht voor het bedienbaar ontkoppelen van het wanddeel 1-1 van het gebouw 2. Het systeem 1 is voorzien van een bedieningsinrichting 1-2, die is aangesloten op elk koppelmiddel.

Figuur 1B toont het gebouw 2 uit Figuur 1A, waarbij brand is uitgebroken. Een gebruiker van het inventieve systeem 1 controleert of er geen mensen of dieren nabij de buitenmuur 2-1 aanwezig zijn. Vervolgens bedient de gebruiker middels bedieningsinrichting 1-2 het systeem 1. Hierdoor ontkoppelen de koppelmiddelen, die bij voorkeur als explosiebouten zijn uitgevoerd. Door de kracht die de explosiebouten ontwikkelen, klappen de wanddelen 1-1 naar buiten neer en kunnen de dieren 3 veilig het gebouw 2 verlaten. Tevens kan de rook 15 het gebouw verlaten en kan de brandweer op een gemakkelijke manier het gebouw 2 betreden.

Tegelijk met het in werking treden van het systeem kunnen ook één of meerdere bedienbare panelen, die functioneren als rookopeningen en die bij voorkeur aan de bovenzijde van het gebouw zijn aangebracht, handmatig of automatisch geopend worden.

De rook, het vuur en/of de warme lucht kunnen via deze panelen de stal verlaten. Hierdoor kunnen de dieren en/of mensen naar buiten lopen, terwijl via hun vluchtroute de buitenlucht naar binnen wordt gezogen, die daarna als rook het gebouw bovenuit zal verlaten. De kans op longschade door rook neemt hierdoor enorm af en instinctief zal een dier ( en mens) liever naar de verse buitenlucht lopen dan met de rook mee naar binnen.

Om het neerklappen van de wanddelen 1-1 te vergemakkelijken, kunnen de wanddelen 1-1 onder een flauwe hoek ten opzichte van de buitenmuur 2-1 met het gebouw 2 gekoppeld worden.

Figuur 2A toont een gebouw 5, een flatgebouw, voorzien van het systeem 1 volgens de uitvinding. Elke verdieping van het gebouw 5 is voorzien van een reeks ramen 5-1, die met een stippellijn zijn aangeduid. Het inventieve systeem 1 is onder de ramen 5-1 in de gevel aangebracht. Het systeem 1 omvat wanddelen 1-1 die als gevelelement zijn uitgevoerd, waarbij het gevelelement als buitenblad dient voor de buitenmuur.

Figuur 2B toont het gebouw 5 uit Figuur 2A, waarbij brand is uitgebroken. Een persoon X is daarbij ingesloten door de brand. Als laatste redmiddel slaat persoon X het raam 5-1 in om te ontsnappen aan de brand. De bedieningsinrichting (niet getekend) voor het inventieve systeem 1 kan gelegen zijn bij het raam 5-1, zodat de persoon X het systeem 1 zelf kan bedienen. De bedieningsinrichting kan ook op een andere locatie geplaatst zijn en kan bij voorbeeld door de brandweer worden bediend. Na bediening van het systeem zal ten minste één wanddeel 1-1 neerklappen, waardoor een tijdelijk balkon ontstaat. Door meerdere aanliggende wanddelen 1-1 neer te klappen, is het zelfs mogelijk dat de persoon X naar een andere zijde van het gebouw kan lopen waar geen brand is.

Figuur 3A toont op schematische wijze een uitvoeringsvorm van de wijze waarop een wanddeel 1-1 van het systeem volgens de uitvinding 1 is gekoppeld aan een gebouw. Voor elk wanddeel 1-1 omvat het systeem 1 ten minste één vloerdeel 1-3 voor bevestiging aan een vloer van het gebouw. Bij voorkeur vormt vloerdeel 1-3 daarbij een vloer van het gebouw. Het vloerdeel 1-3 en wanddeel 1-1 zijn ingericht voor samenwerking voor het scharnierbaar koppelen van het wanddeel 1-1 aan het gebouw. Daartoe is de doorsnede 1-4 in dwarsrichting van de onderzijde van het wanddeel 1-1 althans ten dele bolvormig en is in het vloerdeel 1-3 een in hoofdzaak cilindrische ruimte 1-5 gevormd voor ontvangst van de onderzijde van het wanddeel 1-1. Het wanddeel 1-1 is aan de bovenzijde met één of meerdere explosiebouten 1-6 aan het gebouw bevestigd.

Figuur 3B toont op schematische wijze de positie van het neergeklapte wanddeel 1-1 van het systeem 1 na bediening van het systeem 1. Bij bediening van het systeem 1 worden de explosiebouten 1-6 tot ontploffing gebracht, waarbij een kracht wordt ontwikkeld die naar de buitenzijde van het gebouw is gericht. Door deze kracht, de zwaartekracht en doordat de explosiebouten zijn ontkoppeld van het gebouw, zal het wanddeel 1-1 roteren in de cilindrische ruimte 1-5. Deze rotatie zal worden gestopt door een stopvlak 1-7, dat is aangebracht in het vloerdeel 1-3. Om te voorkomen dat het wanddeel 1-1 bij het neerklappen uit de cilindrische ruimte 1-5 klapt, kunnen hiervoor vergrendelingen worden toegepast.

Figuur 4A toont een alternatieve uitvoeringsvorm van de uitvoeringsvorm van Figuur 3A. Deze uitvoeringsvorm van het systeem is met name toepasbaar in een stal.

Figuur 4B toont de positie van het neergeklapte wanddeel van het systeem volgens Figuur 4A na bediening van het systeem.

De uitvinding is uitdrukkelijk niet beperkt tot de beschreven en getoonde voorkeursuitvoeringsvorm. De figuren 3A en 3B tonen nadrukkelijk een schematische wijze waarop het wanddeel scharnierbaar is gekoppeld aan een gebouw. Alle scharnierbarre koppelingen vallen echter onder de gevraagde beschermingsomvang van de conclusies. De vorm van de doorsnede van de onderzijde van het wanddeel en de corresponderende ruimte in het vloerdeel kunnen op elke andere wijze zijn aangepast om hetzelfde effect als in de figuren 3A en 3B te bereiken.

De uitvinding is nadrukkelijk niet beperkt tot een stal of een flatgebouw, maar strekt zich uit tot alle gebouwen waar vluchtroutes of vluchtplaatsen gecreëerd moeten kunnen worden.

Het systeem volgens de uitvinding is bij voorbeeld toepasbaar in een gebouw waar personen verblijven in bedden, zoals een bejaardentehuis, verzorgingstehuis of ziekenhuis, waarbij bij een calamiteit, zoals een brand, middels het systeem volgens de uitvinding, bedden naar buiten het gebouw kunnen worden verplaatst. Hierbij kunnen ook eventuele binnenmuren voorzien zijn van het systeem volgens de uitvinding.

Bij voorkeur is het systeem volgens de uitvinding gekoppeld aan een besturings- of controlesysteem van een gebouw.

Verdere modificaties liggen binnen het bereik van een deskundige op het vakgebied en vallen onder de beschermingsomvang van de bijgevoegde conclusies bezien in het licht van de voorgaande beschrijving en bijbehorende figuren.

Claims (13)

1. Systeem voor het creëren van één of meerdere vluchtroutes in een gebouw bij een calamiteit, bijvoorbeeld een brand, omvattende ten minste één wanddeel bestemd voor opname in een wand van het gebouw, waarin elk wanddeel aan de onderzijde is ingericht voor scharnierbare koppeling aan het gebouw en ten minste één koppelmiddel dat is ingericht voor het koppelen van het wanddeel nabij een bovenzijde ervan aan het gebouw, waarin elk koppelmiddel tevens is ingericht voor het ontkoppelen van het wanddeel van het gebouw, zodanig dat in bedrijf van het systeem het wanddeel uit de wand van het gebouw kan neerklappen in geval van een calamiteit, met het kenmerk, dat elk koppelmiddel is ingericht om in bedrijf van het systeem bij het ontkoppelen een dwars op de wand gerichte kracht uit te oefenen op het wanddeel.

2. Systeem volgens conclusie 1, waarin de wand onderdeel van een buitenzijde van het gebouw vormt en elk koppelmiddel is ingericht om in bedrijf van het systeem bij het ontkoppelen een naar buiten het gebouw gerichte kracht uit te oefenen.

3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, waarin het koppelmiddel een explosiebout omvat.

4. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarin het systeem een bedieningsinrichting omvat voor het op afstand ontkoppelen van de ontkoppelmiddelen.

5. Systeem volgens conclusie 4, waarin meerdere koppelmiddelen simultaan bedienbaarzijn.

6. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarin het wanddeel een gevelelement vormt.

7. Systeem volgens conclusie 6, waarin het systeem zodanig aan het gebouw is aangebracht, dat in bedrijf van het systeem meerdere wanddelen in neergeklapte toestand samen een vluchtroute vormen.

8. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarin het systeem ten minste één vloerdeel omvat voor bevestiging aan een vloer van het gebouw en het vloerdeel is ingericht voor samenwerking met het wanddeel voor het scharnierbaar koppelen van het wanddeel aan het gebouw.

9. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarin het koppelmiddel één of meerdere elektromagneten omvat.

10. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarin het systeem is ingericht voor het terugplaatsen van het wanddeel na ontkoppeling ervan.

11. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarin het systeem is voorzien van vertragingsmiddelen, die zijn gekoppeld aan het wanddeel en zijn bestemd voor het vertraagd neerklappen van het wanddeel.

12. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarin het wanddeel een hek omvat.

13. Werkwijze voor het creëren van één of meerdere vluchtroutes in een buitenzijde van een gebouw bij een calamiteit, bijvoorbeeld een brand, omvattende de volgende stappen: stap a) het scharnierbaar koppelen van een wanddeel aan de onderzijde ervan aan de buitenzijde van het gebouw; stap b) het koppelen van het wanddeel nabij een bovenzijde ervan aan het gebouw middels koppelmiddelen die tevens bedienbaar ontkoppelbaar zijn van het gebouw; stap c) het ontkoppelen van de koppelmiddelen in geval van een calamiteit, waardoor het wanddeel naar de buitenzijde van het gebouw kan neerklappen, met het kenmerk, dat in stap c) een dwars op de wand gerichte kracht wordt uitgeoefend op het wanddeel door de koppelmiddelen