NL2012816B1 - Inrichting voor het aan een bouwkundige constructie bevestigen van een goot, bouwkundige constructie met een dergelijke inrichting, bevestigingsorgaan, draagorgaan. - Google Patents

Inrichting voor het aan een bouwkundige constructie bevestigen van een goot, bouwkundige constructie met een dergelijke inrichting, bevestigingsorgaan, draagorgaan. Download PDF

Info

Publication number
NL2012816B1
NL2012816B1 NL2012816A NL2012816A NL2012816B1 NL 2012816 B1 NL2012816 B1 NL 2012816B1 NL 2012816 A NL2012816 A NL 2012816A NL 2012816 A NL2012816 A NL 2012816A NL 2012816 B1 NL2012816 B1 NL 2012816B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
construction
architectural construction
fastening
architectural
gutter
Prior art date
Application number
NL2012816A
Other languages
English (en)
Inventor
Jan De Wilde Gerrit
Original Assignee
Jarola Vision B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Jarola Vision B V filed Critical Jarola Vision B V
Priority to NL2012816A priority Critical patent/NL2012816B1/nl
Priority to CA2949041A priority patent/CA2949041A1/en
Priority to US15/310,977 priority patent/US10000932B2/en
Priority to EP15732458.3A priority patent/EP3143220B1/en
Priority to PCT/NL2015/050330 priority patent/WO2015174831A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2012816B1 publication Critical patent/NL2012816B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
    • E04D13/04Roof drainage; Drainage fittings in flat roofs, balconies or the like
    • E04D13/064Gutters
    • E04D13/072Hanging means
    • E04D13/0727Hanging means situated mainly at the rear side of the gutter
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
    • E04D13/04Roof drainage; Drainage fittings in flat roofs, balconies or the like
    • E04D13/064Gutters
    • E04D13/072Hanging means
    • E04D13/0722Hanging means extending mainly under the gutter
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B43/00Washers or equivalent devices; Other devices for supporting bolt-heads or nuts
    • F16B43/02Washers or equivalent devices; Other devices for supporting bolt-heads or nuts with special provisions for engaging surfaces which are not perpendicular to a bolt axis or do not surround the bolt
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B2200/00Constructional details of connections not covered for in other groups of this subclass
    • F16B2200/95Constructional details of connections not covered for in other groups of this subclass with markings, colours, indicators or the like
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B5/00Joining sheets or plates, e.g. panels, to one another or to strips or bars parallel to them
    • F16B5/02Joining sheets or plates, e.g. panels, to one another or to strips or bars parallel to them by means of fastening members using screw-thread
    • F16B5/0216Joining sheets or plates, e.g. panels, to one another or to strips or bars parallel to them by means of fastening members using screw-thread the position of the plates to be connected being adjustable
    • F16B5/0225Joining sheets or plates, e.g. panels, to one another or to strips or bars parallel to them by means of fastening members using screw-thread the position of the plates to be connected being adjustable allowing for adjustment parallel to the plane of the plates
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B5/00Joining sheets or plates, e.g. panels, to one another or to strips or bars parallel to them
    • F16B5/06Joining sheets or plates, e.g. panels, to one another or to strips or bars parallel to them by means of clamps or clips
    • F16B5/0607Joining sheets or plates, e.g. panels, to one another or to strips or bars parallel to them by means of clamps or clips joining sheets or plates to each other
    • F16B5/0614Joining sheets or plates, e.g. panels, to one another or to strips or bars parallel to them by means of clamps or clips joining sheets or plates to each other in angled relationship

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Roof Covering Using Slabs Or Stiff Sheets (AREA)
  • Supports For Pipes And Cables (AREA)

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het aan een bouwkundige constructie bevestigen van een goot, en een bouwkundige constructie met een dergelijke inrichting, welke inrichting omvat: - een vast aan de bouwkundige constructie aan te brengen bevestigingsorgaan; - een met het bevestigingsorgaan losneembaar verbindbaar draagorgaan voor het dragen van de goot, welk draagorgaan twee zich onder een hoek ten opzichte van elkaar uitstrekkende verbindingselementen omvat, waarbij: - een eerste verbindingselement van de twee verbindingselementen is ingericht om losneembaar verbonden te worden met het bevestigingsorgaan en zich in hoofdzaak evenwijdig aan de bouwkundige constructie uitstrekt, en - het tweede verbindingselement is ingericht om met de goot verbonden te worden en zich in hoofdzaak verticaal uitstrekt. De uitvinding heeft verder betrekking op een bouwkundige constructie met een aantal dergelijke inrichtingen, alsmede op een dergelijk bevestigingsorgaan en draagorgaan.

Description

INRICHTING VOOR HET AAN EEN BOUWKUNDIGE CONSTRUCTIE BEVESTIGEN VAN EEN GOOT, BOUWKUNDIGE CONSTRUCTIE MET EEN DERGELIJKE INRICHTING, BEVESTIGINGSORGAAN, DRAAGORGAAN
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het aan een bouwkundige constructie bevestigen van een goot, welke inrichting omvat: - een vast aan de bouwkundige constructie aan te brengen bevestigingsorgaan; - een met het bevestigingsorgaan losneembaar verbindbaar draagorgaan voor het dragen van de goot, welk draagorgaan twee zich onder een hoek ten opzichte van elkaar uitstrekkende verbindingselementen omvat, waarbij: - een eerste verbindingselement van de twee verbindingselementen is ingericht om losneembaar verbonden te worden met het bevestigingsorgaan en zich in een aan de bouwkundige constructie aangebrachte toestand in hoofdzaak evenwijdig aan de bouwkundige constructie uitstrekt, en - het tweede verbindingselement is ingericht om met de goot verbonden te worden en zich in een aan de bouwkundige constructie aangebrachte toestand in hoofdzaak verticaal uitstrekt.
Een dergelijke inrichting is bijvoorbeeld bekend uit de Europese octrooipubhcatie met nummer EP 0 317 032 BI.
Het is een doel van de uitvinding om de inrichting uit EP 0 317 032 BI te verbeteren. In het bijzonder is het een doel van de uitvinding om de inrichting uit EP 0 317 032 BI zodanig te verbeteren, dat deze flexibeler inzetbaar is, bijvoorbeeld voor meerdere typen bouwkundige constructies.
Dit doel wordt bereikt door een inrichting volgens een der conclusies 2 - 11 of een combinatie daarvan.
Onder bouwkundige constructie wordt elke constructie verstaan waaraan een goot kan worden bevestigd. In het bijzonder wordt onder bouwkundige constructie een (hellend) dak verstaan, meer in het bijzonder een (golfjplaatdak of damwand.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat het bevestigingselement een omtreksrand, waarbij de omtreksrand een aan de bouwkundige constructie aangepaste vorm vertoont.
Een dergelijke omtreksrand met een aan de bouwkundige constructie aangepaste vorm biedt het voordeel, dat het bevestigingselement in hoofdzaak aanliggend aan de bouwkundige constructie daarmee kan worden verbonden. Door de aanligging van het bevestigingselement aan de bouwkundige constructie kan het bevestigingselement stevig daarmee worden verbonden.
In een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding vertonen twee eerste tegenovergelegen zijden van de omtreksrand een aan een eerste type bouwkundige constructie aangepaste vorm en twee tweede tegenovergelegen zijden van de omtreksrand een aan een tweede, ander type bouwkundige constructie aangepaste vorm.
Een voordeel van een dergelijke omtreksrand is dat het bevestigingselement aan twee verschillende typen van bouwkundige constructies in hoofdzaak aanliggend kan worden opgesteld en derhalve stevig daarmee verbonden. Het bevestigingselement kan hiertoe met twee verschillende oriëntaties op de bouwkundige constructie worden aangebracht, waarbij in een eerste oriëntatie van het bevestigingselement de eerste zijden van de omtreksrand in hoofdzaak aanliggen tegen de bouwkundige constructie van het eerste type en in een tweede oriëntatie van het bevestigingselement de tweede zijden van de omtreksrand in hoofdzaak aanliggen tegen de bouwkundige constructie van het tweede type.
Het eerste type bouwkundige constructie kan bijvoorbeeld, doch niet uitsluitend, een golfplaat zijn en het tweede type bouwkundige constructie kan bijvoorbeeld, doch niet uitsluitend, een damwand zijn. Duidelijk is dat door het kiezen van een geschikte vorm van de omtreksrand het bevestigingselement geschikt kan worden gemaakt voor elk type bouwkundige constructie.
Om de geschikte aanbrengoriëntatie per type bouwkundige constructie aan te duiden kan het bevestigingselement een eerste markering voor het aanduiden van de eerste aanbrengoriëntatie van het bevestigingselement voor het eerste type bouwkundige constructie en een tweede markering voor het aanduiden van de tweede aanbrengoriëntatie van het bevestigingselement voor het tweede type bouwkundige constructie omvatten.
In nog weer een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding vertonen de twee eerste tegenovergelegen zijden een in hoofdzaak cirkelvormige of ovale vrije rand of uitsparing daarin, welke vrije rand of uitsparing een aanligoppervlak voor althans gedeeltelijke aanligging tegen het eerste type bouwkundige constructie vormt.
Een dergelijke cirkelvormige of ovale vrije rand of uitsparing in de rand vormt een cirkelvormig of ovaal aanligoppervlak voor althans gedeeltelijke aanligging tegen een cirkelvormig of ovaal oppervlak van de bouwkundige constructie, waardoor dit bevestigingselement in het bijzonder geschikt is voor bevestiging op een golfplaat. De radius en/of afmeting van de cirkelvormige of ovale vrije rand of uitsparing in de rand is bij voorkeur zodanig gekozen, dat deze voor verschillende typen golfplaten met verschillende radii en/of afmetingen geschikt is. Ofwel, de radius en/of afmeting van de cirkelvormige of ovale vrije rand of uitsparing in de rand wordt gekozen in overeenstemming met de grootste beschikbare radius en/of afmeting van een (standaard) in de handel verkrijgbare golfplaat. Voor golfplaten met een kleinere radius en/of afmeting dan de radius en/of afmeting van de cirkelvormige of ovale vrije rand of uitsparing in de rand zal de vrije rand of uitsparing niet over zijn volledige aanligoppervlak aanliggen tegen de golf van de golfplaat, maar slechts voor een deel daarvan. Het is de aanvrager gebleken, dat zelfs bij gedeeltelijke aanliggen een voldoende sterke verbinding tussen het bevestigingselement en de golfplaat kan worden verschaft.
De twee tweede tegenovergelegen zijden kunnen een in hoofdzaak rechte vrije rand of uitsparing daarin vertonen, welke vrije rand of uitsparing een aanligoppervlak voor althans gedeeltelijke aanligging tegen het tweede type bouwkundige constructie vormt.
Een dergelijke rechte vrije rand of uitsparing in de rand is geschikt voor een bouwkundige constructie met een althans gedeeltelijk recht of vlak oppervlak, zoals een vlakke plaat of damwand. Ook hier kan de afmeting van de rechte vrije rand of uitsparing in overeenstemming met een afmeting van een profiel van de bouwkundige constructie worden gekozen.
In nog weer een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat het bevestigingselement een aantal parallel aan de tweede tegenovergelegen zijden opgestelde verstevigingsribben die zich uitstrekken over althans een deel van de lengte van het bevestigingselement.
Dergelijke verstevigingsribben die zich parallel aan de tweede tegenovergelegen zijden uitstrekken bieden het voordeel, dat ze het bevestigingselement stijfheid bieden in een richting in hoofdzaak haaks op de verstevigingsribben, en enige flexibiliteit bieden aan het bevestigingselement in een richting in hoofdzaak parallel aan de verstevigingsribben. Hierdoor kan het bevestigingselement en in het bijzonder de in hoofdzaak cirkelvormige of ovale rand of uitsparing in de rand enigszins naar het eerste type bouwkundige constructie worden vervormd.
In nog weer een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat het bevestigingsorgaan een tweede bevestigingselement omvat, dat is ingericht om aan een ten opzichte van het (eerste) bevestigingselement tegenovergelegen zijde van de bouwkundige constructie te worden opgesteld en met het (eerste) bevestigingselement te worden verbonden, zodanig, dat de bouwkundige constructie zich uitstrekt tussen het (eerste) bevestigingselement en het tweede bevestigingselement.
Doordat de bouwkundige constructie zich uitstrekt tussen het aan weerszijden daarvan opgestelde (eerste) bevestigingselement en tweede bevestigingselement kan een stevige verbinding tussen het bevestigingsorgaan en de bouwkundige constructie tot stand worden gebracht.
Praktisch kan het tweede bevestigingselement een opneemruimte voor het opnemen van het eerste verbindingselement van het draagorgaan omvatten. Door het opnemen van het eerste verbindingselement van het draagorgaan in de opneemruimte van het tweede bevestigingselement kan het draagorgaan eenvoudig met het bevestigingsorgaan worden verbonden.
Met behulp van de inrichting volgens de uitvinding kan een goot eenvoudig onder een vrij te kiezen afschot-helling worden opgesteld, doordat het tweede verbindingselement een voor ophanging van de goot geschikte hoek ten opzichte van het eerste verbindingselement vertoont.
Hierbij strekt het eerste verbindingselement zich in hoofdzaak evenwijdig aan de bouwkundige constructie uit en strekt het tweede verbindingselement zich in hoofdzaak verticaal uit.
Het bevestigingselement en/of het tweede bevestigingselement en/of het draagorgaan kan/kunnen bijvoorbeeld van kunststof of metaal vervaardigd zijn. Voor het verschaffen van de vereiste stevigheid is het draagorgaan praktisch uitgevoerd van 2-6 mm, bijvoorbeeld 4 mm dik staal.
Voor het in hoofdzaak verticaal opstellen van het tweede verbindingselement dient de hoek tussen de twee verbindingselementen juist gekozen te zijn. Dit wordt bereikt doordat de hoek tussen de twee verbindingselementen is aangepast aan de hellingshoek van de bouwkundige constructie. De hoek tussen de twee verbindingselementen is hierbij gelijk aan de stompe hoek tussen de bouwkundige constructie en de verticaal.
Bijvoorbeeld kunnen het bevestigingsorgaan en het draagorgaan van de inrichting volgens de uitvinding los van elkaar worden aangeboden aan een gebruiker, waarbij een aantal draagorganen met onderling verschillende hoeken tussen de twee verbindingselementen beschikbaar wordt gesteld aan de gebruiker, zodat de gebruiker een draagorgaan met een juiste hoek tussen de twee verbindingselementen voor zijn bouwkundige constructie kan kiezen en gebruiken.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding zijn de twee verbindingselementen zodanig met elkaar verbonden, dat de hoek tussen beide instelbaar is.
Een dergelijke inrichting biedt het voordeel, dat het draagorgaan geschikt is voor bouwkundige constructies met willekeurig welke hellingshoek, waarbij de hoek tussen de twee verbindingselementen wordt ingesteld in afhankelijkheid van de hellingshoek van de betreffende bouwkundige constructie. Bijvoorbeeld kunnen beide verbindingselementen zwenkbaar met elkaar verbonden zijn.
In nog weer een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat het eerste verbindingselement een langwerpige sleuf, waarbij het eerste verbindingselement met het (eerste) bevestigingselement en eventueel het tweede bevestigingselement kan worden verbonden door het via een opening in het (eerste) bevestigingselement aanbrengen van een bout in de sleuf en het op een gekozen positie in de sleuf vastzetten van de bout met behulp van een moer.
De sleuf biedt het voordeel, dat het verbindingselement op een geschikte plek met het (eerste) bevestigingselement kan worden verbonden.
Voor het verbinden van de goot met de inrichting volgens de uitvinding omvat het tweede verbindingselement een langwerpige sleuf, waarbij de goot met het tweede verbindingselement kan worden verbonden door het aanbrengen van een met de goot verbonden bout in de sleuf en het op een gekozen positie in de sleuf vastzetten van de bout met behulp van een moer.
Bijvoorbeeld kan de goot hiertoe verbonden zijn met een op zichzelf bekende en vrij verkrijgbare bevestigingsbeugel, welke bevestigingsbeugel ten minste één opening vertoont die in register met de sleuf van het tweede verbindingselement kan worden opgesteld, zodat de bout door de opening en de sleuf kan worden aangebracht en met een moer stevig kan worden bevestigd. Ook deze sleuf biedt het voordeel, dat de bevestigingsbeugel op een geschikte plek met het tweede verbindingselement kan worden verbonden.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een bouwkundige constructie, omvattende een aantal over de lengte van de bouwkundige constructie verspreid vast aangebrachte inrichtingen zoals hierboven beschreven, waarbij het aantal inrichtingen gezamenlijk een goot dragen.
Ook heeft de uitvinding betrekking op een bevestigingsorgaan voor een inrichting voor het aan een bouwkundige constructie bevestigen van een zoals hierboven beschreven, welk bevestigingsorgaan vast aan de bouwkundige constructie kan worden aangebracht.
Voorts heeft de uitvinding betrekking op een draagorgaan voor een inrichting voor het aan een bouwkundige constructie bevestigen van een goot zoals hierboven beschreven.
Zoals hierboven is beschreven is het voordelig als het bevestigingsorgaan en het draagorgaan los van elkaar worden aangeboden, zodat het draagorgaan een op de hellingshoek van de bouwkundige constructie aangepaste hoek kan bezitten.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van in een tekening weergegeven figuren, waarin:
De figuren IA - 1C de inrichting volgens de uitvinding in perspectivisch aanzicht (figuur IA), perspectivisch opengewerkt aanzicht (figuur 1B) en perspectivisch plofaanzicht (figuur 1C) tonen; figuur 2 een onderaanzicht van een bevestigingsorgaan volgens de uitvinding toont; figuur 3 de inrichting uit figuur 1 in een op een eerste type bouwkundige constructie bevestigde toestand toont; en figuur 4 de inrichting uit figuur 1 in een op een tweede type bouwkundige constructie bevestigde toestand toont.
De figuren IA - 1C tonen een inrichting 1 voor het aan een bouwkundige constructie bevestigen van een goot. De inrichting 1 omvat een bevestigingsorgaan 2, dat aan de bouwkundige constructie kan worden bevestigd, en een met het bevestigingsorgaan 2 verbonden draagorgaan 3, dat de goot kan dragen. Zoals blijkt uit de figuren IA - 1C omvat het draagorgaan 3 twee zich onder een hoek ten opzichte van elkaar uitstrekkende verbindingselementen 4, 5, waarbij een eerste verbindingselement 4 is verbonden met het bevestigingsorgaan 2 en waarbij het tweede verbindingselement 5 met behulp van een bevestigingsbeugel met de goot kan worden verbonden (niet getoond). De bevestigingsbeugel kan een algemeen in de handel verkrijgbare bevestigingsbeugel zijn, die met twee bouten en moeren op een gekozen positie in een sleuf 7 in het tweede verbindingselement 5 van het draagorgaan 3 daaraan kan worden bevestigd. De hoek 6 tussen de twee verbindingselementen 4, 5 is aangepast aan de hellingshoek van de bouwkundige constructie, zodanig, dat het eerste verbindingselement 4 zich in hoofdzaak evenwijdig aan de bouwkundige constructie uitstrekt en het tweede verbindingselement 5 zich in hoofdzaak verticaal uitstrekt, zie ook de figuren 3 en 4. Aangezien de bouwkundige constructie met het oog op regen en andere neerslag gebruikelijk althans enigszins schuin neerwaarts is opgesteld, is de hoek 6 gebruikelijk groter dan 90°. In het bijzonder kan de hoek 6 tussen ongeveer 100° en ongeveer 160° liggen.
Zoals blijkt uit de figuren IA - 1C, 3 en 4 omvat het bevestigingsorgaan 2 een eerste bevestigingselement 8 en een tweede bevestigingselement 9. Het eerste bevestigingselement 8 omvat een omtreksrand 10 met een aan de bouwkundige constructie 13, 14 aangepaste vorm. Twee eerste tegenovergelegen zijden 11 van de omtreksrand 10 vertonen een aan een eerste type bouwkundige constructie 13 aangepaste vorm en twee tweede tegenovergelegen zijden 12 van de omtreksrand 10 vertonen een aan een tweede, ander type bouwkundige constructie 14 aangepaste vorm. In het getoonde voorbeeld is het eerste type bouwkundige constructie 13 een golfplaatdak en het tweede type bouwkundige constructie 14 een damwand. De twee eerste tegenovergelegen zijden 11 vertonen een in hoofdzaak cirkelvormige uitsparing 15 welke bij een juiste, eerste oriëntatie van het eerste bevestigingselement 8 aanligt tegen een golfvormige piek van de bouwkundige constructie 13, zie figuur 3. Door de aanligging van de cirkelvormige uitsparing 15 tegen de golfvormige piek kan een stevige verbinding met de bouwkundige constructie 13 worden verschaft. De twee tweede tegenovergelegen zijden 12 vertonen een in hoofdzaak rechte vrije rand welke bij een juiste, tweede oriëntatie van het eerste bevestigingselement 8 aanligt tegen een blokgolfvormige piek van de bouwkundige constructie 14, zie figuur 4. Door de aanligging van de rechte rand van de tweede tegenovergelegen zijden 12 tegen de vlakke blokgolfvormige piek kan een stevige verbinding met de bouwkundige constructie 14 worden verschaft. Voor het bepalen van de juiste eerste of tweede oriëntatie omvat het eerste bevestigingselement 8 een eerste markering 16, respectievelijk tweede markering 17. De eerste markering 16 is een golfvorm om aan te tonen dat in de eerste oriëntatie het eerste bevestigingselement 8 geschikt is voor aanligging tegen een golfplaatdak en de tweede markering 17 is een blokgolfvorm om aan te tonen dat in de eerste oriëntatie het eerste bevestigingselement 8 geschikt is voor aanligging tegen een damwand.
Het tweede bevestigingselement 9 omvat een opneemruimte 18 voor het opnemen van het eerste verbindingselement 4 van het draagorgaan 3. Voor opname daarin kan het eerste verbindingselement 4 door schuiven in de opneemruimte 18 worden aangebracht. Zoals blijkt uit de figuren 3 en 4 zijn het eerste bevestigingselement 8 en het tweede bevestigingselement 9 in een op de bouwkundige constructie 13, 14 aangebrachte toestand aan weerszijden van de bouwkundige constructie 13, 14 opgesteld.
Bevestiging van het draagorgaan 3 aan de bouwkundige constructie 13, 14 vindt plaats door het in de opneemruimte 18 van het tweede bevestigingselement 9 schuiven van het eerste verbindingselement 4. Het eerste verbindingselement kan hierbij met elke gewenste en geschikte afstand in de opneemruimte 18 worden aangebracht. Vervolgens worden het eerste en tweede bevestigingselement 8, 9 aan weerszijden van de bouwkundige constructie 13, 14 opgesteld, waarna een bout 19 door een cirkelvormige opening 20 in het eerste bevestigingselement 8, een langwerpige sleuf 21 van het eerste verbindingselement 4, en een langwerpige sleuf 22 van het tweede bevestigingselement 9 wordt aangebracht. De bout 19 wordt vervolgens vastgezet met behulp van een moer 23. Door de langwerpige sleuven 21, 22 kan het eerste bevestigingselement 8 op een geschikte positie in de sleuven 21, 22 met het eerste verbindingselement 4 en het tweede bevestigingselement 9 worden verbonden. Opgemerkt wordt, dat de bovengenoemde stappen voor het bevestigen van het draagorgaan 3 aan de bouwkundige constructie in elke geschikte volgorde uitgevoerd kunnen worden.
Figuur 2 laat een onderzijde van het eerste bevestigingselement 8 zien. Hieruit blijkt, dat het eerste bevestigingselement 8 een aantal parallel aan de tweede tegenovergelegen zijden 12 opgestelde verstevigingsribben 23 omvat. De verstevigingsribben 23 verschaffen stijfheid aan het eerste bevestigingselement 8 in een richting in hoofdzaak haaks op de verstevigingsribben 23 en enige flexibiliteit in een richting in hoofdzaak parallel aan de verstevigingsribben 23. Hierdoor kunnen de tweede tegenovergelegen zijden 12 enigszins naar elkaar toe verplaatst worden, waardoor de straal van de cirkel vormige uitsparing 15 enigszins kan afnemen en zo enigszins aangepast kan worden aan een straal van de golfvormige piek van een golfplaatdak.
Opgemerkt wordt, dat de uitvinding zich niet beperkt tot de getoonde uitvoeringsvormen, maar zich tevens uitstrekt tot varianten binnen het bereik van de aangehechte conclusies.
Zo is voor de vakman duidelijk, dat hoewel het draagorgaan met een vaste hoek tussen de twee verbindingselementen is weergegeven, alternatief de twee verbindingselementen zodanig met elkaar verbonden kunnen zijn, dat de hoek tussen beide instelbaar is.

Claims (14)

1. Inrichting voor het aan een bouwkundige constructie bevestigen van een goot, welke inrichting omvat: - een vast aan de bouwkundige constructie aan te brengen bevestigingsorgaan; - een met het bevestigingsorgaan losneembaar verbindbaar draagorgaan voor het dragen van de goot, welk draagorgaan twee zich onder een hoek ten opzichte van elkaar uitstrekkende verbindingselementen omvat, waarbij: - een eerste verbindingselement van de twee verbindingselementen is ingericht om losneembaar verbonden te worden met het bevestigingsorgaan en zich in een aan de bouwkundige constructie aangebrachte toestand in hoofdzaak evenwijdig aan de bouwkundige constructie uitstrekt, en - het tweede verbindingselement is ingericht om met de goot verbonden te worden en zich in een aan de bouwkundige constructie aangebrachte toestand in hoofdzaak verticaal uitstrekt, met het kenmerk, dat het bevestigingsorgaan een bevestigingselement met een omtreksrand omvat, waarbij de omtreksrand een aan de bouwkundige constructie aangepaste vorm vertoont, waarbij twee eerste tegenovergelegen zijden van de omtreksrand een aan een eerste type bouwkundige constructie aangepaste vorm vertonen en waarbij twee tweede tegenovergelegen zijden van de omtreksrand een aan een tweede, ander type bouwkundige constructie aangepaste vorm vertonen, zodat het bevestigingselement met twee verschillende aanbrengoriëntaties op de bouwkundige constructie kan worden aangebracht, waarbij in een eerste aanbrengoriëntatie van het bevestigingselement de eerste zijden van de omtreksrand in hoofdzaak aanliggen tegen de bouwkundige constructie van het eerste type en in een tweede aanbrengoriëntatie van het bevestigingselement de tweede zijden van de omtreksrand in hoofdzaak aanliggen tegen de bouwkundige constructie van het tweede type.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de twee eerste tegenovergelegen zijden een in hoofdzaak cirkelvormige of ovale vrije rand of uitsparing daarin vertonen, welke vrije rand of uitsparing een aanligoppervlak voor althans gedeeltelijke aanligging tegen het eerste type bouwkundige constructie vormt.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de twee tweede tegenovergelegen zijden een in hoofdzaak rechte vrije rand of uitsparing daarin vertonen, welke vrije rand of uitsparing een aanligoppervlak voor althans gedeeltelijke aanligging tegen het tweede type bouwkundige constructie vormt.
4. Inrichting volgens een der conclusies 1-3, waarbij het bevestigingselement een eerste markering voor het aanduiden van de eerste aanbrengoriëntatie van het bevestigingselement voor het eerste type bouwkundige constructie en een tweede markering voor het aanduiden van de tweede aanbrengoriëntatie van het bevestigingselement voor het tweede type bouwkundige constructie vertoont.
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het bevestigingselement een aantal parallel aan de tweede tegenovergelegen zijden opgestelde verstevigingsribben omvat, die zich uitstrekken over althans een deel van de lengte ven het bevestigingselement.
6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het bevestigingsorgaan een tweede bevestigingselement omvat, dat is ingericht om aan een ten opzichte van het bevestigingselement tegenovergelegen zijde van de bouwkundige constructie te worden opgesteld en met het bevestigingselement te worden verbonden, zodanig, dat de bouwkundige constructie zich uitstrekt tussen het bevestigingselement en het tweede bevestigingselement.
7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij het tweede bevestigingselement een opneemruimte voor het opnemen van het eerste verbindingselement van het draagorgaan omvat.
8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de hoek tussen de twee verbindingselementen is aangepast aan de hellingshoek van de bouwkundige constructie.
9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 1-7, waarbij de twee verbindingselementen zodanig met elkaar verbonden zijn, dat de hoek tussen beide instelbaar is.
10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 1-9, waarbij het eerste verbindingselement een langwerpige sleuf omvat, en waarbij het eerste verbindingselement met het bevestigingselement en eventueel het tweede bevestigingselement kan worden verbonden door het via een opening in het bevestigingselement aanbrengen van een bout in de sleuf en het op een gekozen positie in de sleuf vastzetten van de bout met behulp van een moer.
11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het tweede verbindingselement een langwerpige sleuf omvat, en waarbij de goot met het tweede verbindingselement kan worden verbonden door het aanbrengen van een met de goot verbonden bout in de sleuf en het op een gekozen positie in de sleuf vastzetten van de bout met behulp van een moer.
12. Bouwkundige constructie, omvattende een aantal over de lengte van de bouwkundige constructie verspreid vast aangebrachte inrichtingen volgens een der conclusies 1-11, waarbij het aantal inrichtingen gezamenlijk een goot dragen.
13. Bevestigingsorgaan voor een inrichting voor het aan een bouwkundige constructie bevestigen van een goot volgens een der conclusies 1-11, welk bevestigingsorgaan vast aan de bouwkundige constructie kan worden aangebracht.
14. Draagorgaan voor een inrichting voor het aan een bouwkundige constructie bevestigen van een goot volgens een der conclusies 1-11.
NL2012816A 2014-05-14 2014-05-14 Inrichting voor het aan een bouwkundige constructie bevestigen van een goot, bouwkundige constructie met een dergelijke inrichting, bevestigingsorgaan, draagorgaan. NL2012816B1 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2012816A NL2012816B1 (nl) 2014-05-14 2014-05-14 Inrichting voor het aan een bouwkundige constructie bevestigen van een goot, bouwkundige constructie met een dergelijke inrichting, bevestigingsorgaan, draagorgaan.
CA2949041A CA2949041A1 (en) 2014-05-14 2015-05-12 Device for fixing a gutter to a building construction, building construction with such a device, fixing member, support member
US15/310,977 US10000932B2 (en) 2014-05-14 2015-05-12 Device for fixing a gutter to a building construction, building construction with such a device, fixing member, support member
EP15732458.3A EP3143220B1 (en) 2014-05-14 2015-05-12 Device for fixing a gutter to a building construction and building construction with such a device
PCT/NL2015/050330 WO2015174831A1 (en) 2014-05-14 2015-05-12 Device for fixing a gutter to a building construction, building construction with such a device, fixing member, support member

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2012816A NL2012816B1 (nl) 2014-05-14 2014-05-14 Inrichting voor het aan een bouwkundige constructie bevestigen van een goot, bouwkundige constructie met een dergelijke inrichting, bevestigingsorgaan, draagorgaan.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2012816B1 true NL2012816B1 (nl) 2016-03-02

Family

ID=50896455

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2012816A NL2012816B1 (nl) 2014-05-14 2014-05-14 Inrichting voor het aan een bouwkundige constructie bevestigen van een goot, bouwkundige constructie met een dergelijke inrichting, bevestigingsorgaan, draagorgaan.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US10000932B2 (nl)
EP (1) EP3143220B1 (nl)
CA (1) CA2949041A1 (nl)
NL (1) NL2012816B1 (nl)
WO (1) WO2015174831A1 (nl)

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR884660A (fr) * 1942-04-01 1943-08-24 Rondelle destinée en particulier à la fixation des tôles ondulées
GB670947A (en) * 1950-07-17 1952-04-30 Thompson Bremer & Co Lock washer
FR1474956A (fr) * 1966-02-09 1967-03-31 Perfectionnements aux crochets pour supporter des gouttières
FR1497813A (fr) * 1966-10-19 1967-10-13 Support de gouttières réglable
EP0317032A1 (en) * 1987-11-19 1989-05-24 de Wilde, Gerrit Jan Bracket unit for fixing a roof gutter
FR2769934A1 (fr) * 1997-10-17 1999-04-23 Defrancq Crochets Support pour gouttiere
US20110014010A1 (en) * 2009-07-20 2011-01-20 Aztec Washer Company Washer with vulcanizate layer

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US707941A (en) * 1902-03-15 1902-08-26 Howard Pope Eaves-trough hanger.
US1558385A (en) * 1925-02-20 1925-10-20 Meunier Charles Gutter mount
US3126038A (en) * 1960-09-02 1964-03-24 jaworski
US3809347A (en) * 1972-10-10 1974-05-07 Aluminum Co Of America Clip and hanger structure for buildings
US4000587A (en) * 1975-02-05 1977-01-04 Weber William H Gutter structure
US4553357A (en) * 1984-03-08 1985-11-19 Bemis Manufacturing Company Adjustable rainwater gutter mounting arrangement
US4676706A (en) * 1985-05-15 1987-06-30 Nifco, Inc. Clip nut

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR884660A (fr) * 1942-04-01 1943-08-24 Rondelle destinée en particulier à la fixation des tôles ondulées
GB670947A (en) * 1950-07-17 1952-04-30 Thompson Bremer & Co Lock washer
FR1474956A (fr) * 1966-02-09 1967-03-31 Perfectionnements aux crochets pour supporter des gouttières
FR1497813A (fr) * 1966-10-19 1967-10-13 Support de gouttières réglable
EP0317032A1 (en) * 1987-11-19 1989-05-24 de Wilde, Gerrit Jan Bracket unit for fixing a roof gutter
FR2769934A1 (fr) * 1997-10-17 1999-04-23 Defrancq Crochets Support pour gouttiere
US20110014010A1 (en) * 2009-07-20 2011-01-20 Aztec Washer Company Washer with vulcanizate layer

Also Published As

Publication number Publication date
WO2015174831A1 (en) 2015-11-19
EP3143220A1 (en) 2017-03-22
US10000932B2 (en) 2018-06-19
US20170089072A1 (en) 2017-03-30
EP3143220B1 (en) 2019-11-27
CA2949041A1 (en) 2015-11-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7806232B2 (en) Roof perimeter cable guard system
US8782962B1 (en) System and method for suspending storage containers
US6128883A (en) Brick anchor system
US8720844B2 (en) Structure for coupling items such as signs and cameras to a fixed support structure
EP2333190B1 (en) Roof support system
EP2375185A2 (en) Mounting device and roof connection device using the same
US9228372B2 (en) Fence rail and bracket system
US20240125409A1 (en) Trapeze conduit support system
US20180283022A1 (en) Reconfigurable stanchion and guardrail system
US5335470A (en) Adjustable beam holder
EP2065537B1 (en) A post holder
US20070245681A1 (en) Building-siding hanger and support device
NL2012816B1 (nl) Inrichting voor het aan een bouwkundige constructie bevestigen van een goot, bouwkundige constructie met een dergelijke inrichting, bevestigingsorgaan, draagorgaan.
US9493955B1 (en) Snow guard assembly for standing seam metal roof
AU2017100895A4 (en) Construction Support System and Support Bracket
JP2014077254A (ja) コンクリート壁の吸音板取付構造
EP1656049B1 (en) A system for detachable suspension of shelves
AU2015218479B2 (en) A concrete formwork brace
US6240702B1 (en) Facia board rack
JP6001408B2 (ja) 耐震クリップ
JP2020105899A (ja) 他物固定具及び他物固定具の設置構造
NL2005497C2 (nl) Bevestigingssysteem voor zonnepanelen.
NL1025192C2 (nl) Inrichting voor het bevestigen van een goot aan een wand, samenstel omvattende een wand en een inrichting, en een samenstel omvattende een dakgoot en een inrichting.
GB2398599A (en) Improvements in fall arrest systems e.g for roofing
EP2080847B1 (en) Support Bracket