NL2012800B1

NL2012800B1 - Dakpaneel voorzien van instelmiddelen, set van dergelijke dakpanelen, dak voorzien van dergelijke dakpanelen en werkwijze voor het bedekken van een dak.

Info

Publication number: NL2012800B1
Application number: NL2012800A
Authority: NL
Inventors: Johannes Harthoorn Adrianus
Original assignee: Stafier Holland B V
Priority date: 2014-05-12
Filing date: 2014-05-12
Publication date: 2016-02-24
Also published as: EP2945283B8; PL2945283T3; EP2945283A1; EP2945283B1; HUE040409T2

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een rechthoekig dakpaneel met een langsrichting en een dwarsrichting. Het dakpaneel omvat een zonnepaneel, een zich onder en op afstand van het zonnepaneel uitstrekkend waterdicht plaatelement en bevestigingsmiddelen waarmee het zonnepaneel en het plaatelement onderling zijn bevestigd, waarbij het plaatelement aan één langszijde is voorzien van een eerste langsprofiel en aan de andere langszijde is voorzien van een tweede langsprofiel. Het eerste en het tweede lansprofiel begrenzen een plaatstuk van het plaatelement, waarbij een waterdichte afdichting is gerealiseerd wanneer het eerste langsprofiel een tweede langsprofiel van een overeenkomstig plaatelement van een naastgelegen dakpaneel elkaar overlappen, waarbij het plaatelement is ingericht teneinde de mate van overlapping van beide langsprofielen in te stellen. De uitvinding heeft verder betrekking op een set van dergelijke dakpanelen, een dak voorzien van dergelijke dakpanelen en op een werkwijze voor het op een dak aanbrengen van dergelijke dakpanelen.

Description

Korte aanduiding: Dakpaneel voorzien van instelmiddelen, set van dergelijke dakpanelen, dak voorzien van dergelijke dakpanelen en werkwijze voor het bedekken van een dak.

Beschrijving

De onderhavige uitvinding heeft volgens een eerste aspect betrekking op een dakpaneel met een in althans ten minste in hoofdzaak rechthoekige omtrekvorm met een langsrichting en een dwarsrichting, het dakpaneel omvattende een zonnepaneel, een zich onder en op afstand van het zonnepaneel uitstrekkende althans ten minste in hoofdzaak waterdicht plaatelement en bevestigingsmiddelen waarmee het zonnepaneel en het plaatelement onderling zijn bevestigd, of althans bevestigbaar zijn, waarbij het plaatelement aan één langszijde is voorzien van een eerste langsprofiel en aan de andere langszijde is voorzien van een tweede langsprofiel, waarbij het eerste en het tweede langsprofiel een plaatstuk van het plaatelement begrenzen, en waarbij het eerste langsprofiel van het dakpaneel en een tweede langsprofiel van een overeenkomstig plaatelement van een naastgelegen dakpaneel elkaar, althans in op een dak gemonteerde toestand, overlappen. Tenzij expliciet anders vermeld wordt in dit document de langsrichting gedefinieerd als de richting van een hellingshoek waarin een dak waarop een paneel is gemonteerd zich uitstrekt. Met de zinsnede “, of althans bevestigbaar zijn,” wordt hier bedoeld dat de onderdelen afzonderlijk kunnen worden opgeslagen. Een dakpaneel volgens de onderhavige uitvinding wordt altijd als samengesteld paneel op een dak gemonteerd en wijkt daarmee af van systemen waarbij de plaatelementen op een dak worden aangebracht voordat de betreffende zonnepanelen aan de plaatelementen worden bevestigd. Met een althans ten minste in hoofdzaak waterdicht plaatelement wordt in dit document bedoeld dat het plaatstuk, althans in op een dak gemonteerde toestand, geen water doorlaat. Water kan eventueel wel over een omtreksrand van het plaatelement van de plaat lopen.

Een dergelijk dakpaneel is bekend voor het bedekken van een dak met PV (Photo Voltaische) panelen, bij voorkeur met PV panelen met een typische matrix van zes in de breedterichting en een aantal in de langsrichting naast elkaar gelegen zonnecellen. De panelen worden dan naast elkaar met elkaar overlappende zijranden op panlatten van een dak of een speciaal voor de panelen aangebracht gestel bevestigd teneinde een sterke constructie te verkrijgen. Soms wordt bewust slechts een deel van een dak met dergelijke panelen bedekt. Soms ook wordt een zo groot mogelijk deel van het dak met dergelijke panelen bedekt en wordt een eventueel resterend deel afgewerkt met dakpannen. De onderlinge afstand tussen het plaatelement en het zonnepaneel dient voor ventilatie, zodat het zonnepaneel kan worden gekoeld voor een beter rendement.

Een nadeel van de bekende dakpanelen is in situaties dat een relatief omslachtige en/of kostbare afwerking, bijvoorbeeld met dakpannen, vereist kan zijn indien de breedte van een te bedekken dak niet overeenkomt met een concreet aantal keer de breedte van een dakpaneel. De onderhavige uitvinding beoogt nu een dakpaneel volgens de inleiding te verschaffen, waarmee een relatief omslachtige en/of dure afwerking kan worden voorkomen. Dit doel wordt door de onderhavige uitvinding bereikt, doordat het plaatelement is ingericht teneinde de mate van overlapping van beide langsprofielen in te stellen. Dat wil zeggen, het eerste en tweede langsprofiel van het plaatelement zijn zodanig ontworpen, dat de mate van overlapping tussen een eerste langsprofiel van een plaatelement van een dakpaneel en een tweede langsprofiel van een overeenkomstig plaatelement van een naastgelegen dakpaneel eventueel tot een bepaalde grenswaarde naar behoefte kan worden gekozen en ingesteld. Zo kan, afhankelijk van de breedte van een dak, de overlapping groter of kleiner worden gekozen, om een bepaalde breedte van een dak te bedekken. Er zijn vele mogelijkheden om de mate van overlapping tussen een eerste en een tweede langsprofiel mogelijk te maken. Enkele mogelijkheden worden hieronder besproken, maar de beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding is niet beperkt tot deze specifieke uitvoeringsvormen. Het is gebruikelijk dat een plaatelement van een dakpaneel aan de langsranden en aan de bovenrand een opstaande wand omvat, welke opstaande wanden het reguleren van hemelwaterafvoer en/of de onderlinge oriëntatie van dakpanelen tijdens installatie kunnen ondersteunen. De opstaande rand kan zijn voorzien van beluchtingsgaten, ook wel louvres genoemd, teneinde de ruimte tussen een plaatelement en een zonnepaneel te ventileren. Een plaatelement kan ook zijn voorzien van bevestigingsgaten, bijvoorbeeld in het plaatstuk. Deze bevestigingsgaten, of eventuele andere voorzieningen, kunnen in gemonteerde toestand van het dakpaneel waterdicht zijn afgedicht. Op deze wijze wordt een niet geheel maar een in hoofdzaak waterdicht plaatelement toegepast voor een waterdichte constructie. In dit document wordt een langsprofiel gedefinieerd als een deel van het plaatelement dat zich vanaf een dergelijke opstaande wand zijwaarts naar buiten uitstrekt, inclusief de betreffende opstaande wand. Tussen de beide langsprofielen strekt zich het plaatstuk van het plaatelement uit. Het plaatstuk kan zowel een vlakke plaat als een geprofileerde plaat betreffen, waarbij het profiel van het plaatstuk kan bijdragen aan de constructieve stijfheid van het plaatelement. De langsprofielen, of althans de delen daarvan die bestemd zijn een corresponderend langsprofiel van een naastgelegen plaatelement te overlappen, bevinden zich gewoonlijk in een vlak boven het vlak van het plaatstuk. Het is echter mogelijk dat het plaatstuk enerzijds en de langsprofielen anderzijds zich in hetzelfde vlak bevinden. In dat geval heeft het profiel niet de opstaande wand en is het arbitrair waar een plaatstuk overgaat in een langsprofiel, maar dat doet niets af aan de aan de onderhavige uitvinding ten grondslag liggende basisgedachteBij de bekende dakpanelen is er weliswaar in de breedterichting enige bewegingsvrijheid van de panelen ten opzichte van elkaar voorzien om uitzetting en krimp van de plaatelementen in afhankelijkheid van bijvoorbeeld de omgevingstemperatuur mogelijk te maken. Bij bekende systemen kan die speling 5 mm bedragen. De instelbare overlapping volgens de onderhavige uitvinding beoogt echter een grotere variatie in overlap mogelijk te maken, namelijk ten minste 1cm.

Bij een uitvoeringvorm volgens de onderhavige uitvinding zijn het eerste en het tweede langsprofiel, eventueel gespiegeld in de langsas van het dakpaneel, gelijkvormig. Wanneer het eerste en tweede langsprofiel gespiegeld in een langsas van het dakpaneel gelijkvormig zijn kan het dakpaneel eventueel in twee, 180° ten opzichte van elkaar om het middelpunt geroteerde oriëntaties op een dak worden aangebracht, althans indien overige elementen van het dakpaneel dit eveneens mogelijk maken.

Het heeft daarbij de voorkeur wanneer het eerste en het tweede langsprofiel elk zijn gevormd als een vlakke, zich parallel aan het plaatstuk van het plaatelement uitstrekkende strook, waarbij elk langsprofiel optioneel een aan het plaatstuk grenzende opstaande wand omvat. De opstaande wanden helpen bij het voorkomen dat hemelwater dat via een plaatelement van een dak naar beneden loopt van het plaatelement van het betreffend dakpaneel naar een plaatelement van een naburig dakpaneel kan stromen, waarbij op aanwezige aansluitpunten eventueel lekkage zou kunnen ontstaan, althans wanneer geen verdere maatregelen tegen lekkage zijn voorzien. Een opstaande wand kan eveneens dienen als begrenzing voor de mate waarin twee naburige plaatelementen elkaar kunnen overlappen. Aldus kan een dergelijke opstaande wand helpen bij het op een dak monteren van dergelijke dakpanelen. Alternatief is het mogelijk een dergelijke opstaande wand achterwege te laten zodat naburige plaatelementen, althans voor zover overige elementen van de betreffende dakpanelen dat mogelijk maken, onbeperkt over elkaar te schuiven. Bij beide alternatieve uitvoeringsvormen van dakpanelen met zich parallel aan het plaatstuk van het plaatelement uitstrekkende stroken als langsprofielen kunnen de stroken eenvoudigweg op elkaar worden gelegd en, althans voor zover de breedte van de plaatelementen enerzijds en de onderlinge ruimte tussen de bijbehorende zonnepanelen anderzijds dat toestaan, traploos in de breedterichting ten opzichte van elkaar worden verschoven. Twee naburige dakpanelen strekken zich bij een dergelijke uitvoeringsvorm weliswaar niet strikt genomen in één vlak uit, omdat het dakpaneel waarvan het langsprofiel op een langsprofiel van een naburig dakpaneel is gelegen zich over een afstand corresponderend met de dikte van een plaatelement hoger uitstrekt dan het naburig dakpaneel. Een dergelijke afwijking is echter niet of nauwelijks met het blote oog waarneembaar. Wanneer bevestigingsgaten in een plaatstuk van een plaatelement zijn voorzien voor het op panlatten vastschroeven van het dakpaneel zal een eventueel door het hoogteverschil veroorzaakte vrije ruimte tussen het hoger gelegen plaatelement en een panlat worden gecompenseerd doordat de betreffende panlat en het plaatelement naar elkaar toe worden gespannen.

Bij een alternatieve uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding bezitten het eerste en het tweede langsprofiel elk een eigen, onderling afwijkende vorm. Bij een dergelijke uitvoeringsvorm is het mogelijk een van de langsprofielen bij montage verschuifbaar op te sluiten binnen het corresponderend langsprofiel van een naastgelegen dakpaneel. Aldus kan een sterkere constructie worden verschaft en kan de mate van overlapping van beide langsprofielen worden begrensd door de opsluiting van het ene profiel binnen het andere profiel. Aldus wordt voorkomen dat de mate van overlapping van beide langsprofielen (te) klein wordt als gevolg van welke (te) kleine overlapping het risico van lekkage zou kunnen toenemen.

Het heeft daarbij de voorkeur dat het eerste langsprofiel een dwarsdoorsnedevorm heeft van een omgekeerde U, waarbij het tweede langsprofiel een het plaatstuk begrenzende opstaande wand omvat. Uiteraard in een combinatie van een U profiel en een opstaande wand ook denkbaar. Het heeft daarbij de voorkeur dat het het verst naar buiten gelegen been van de U korter is uitgevoerd dan het aan het plaatstuk grenzend been van de U. Bij voorkeur heeft de opstaande wand van het tweede langsprofiel een lengte die eveneens kleiner is dan de lengte van het aan het plaatstuk grenzend deel van de U van het eerste langsprofiel. Daarbij is de som van de lengten van het van het plaatstuk afgelegen been van de U van het eerste langsprofiel en de lengte van de opstaande wand van het tweede langsprofiel bij voorkeur groter dan de lengte van het aan het plaatstuk grenzend been van de U van het eerste langsprofiel. Aldus overlapt de opstaande wand van het tweede langsprofiel het van het plaatstuk afgekeerde been van het eerste langsprofiel van een naastgelegen dakpaneel althans ten minste ten dele, waardoor een onderling ten opzichte van elkaar verschuiven in de breedte van de beide plaatelementen wordt beperkt door de opstaande wand van het tweede langsprofiel enerzijds en het van het plaatstuk afgekeerde been van het eerste langsprofiel anderzijds. Het naar elkaar toe in de breedte onderling verschuiven van beide dakelementen wordt eveneens beperkt, namelijk door de opstaande wand van het tweede langsprofiel enerzijds en het aan het plaatstuk grenzend been van de U van het eerste langsprofiel anderzijds. De opstaande wand van het tweede langsprofiel kan aan het van het plaatstuk afgekeerde uiteinde een haaks op de opstaande wand staand profieldeel omvatten. In dat geval verschaft het haaks op de opstaande wand staand deel van het tweede langsprofiel een steun voor de basis van de omgekeerde U van het eerste langsprofiel, waarbij beide langsprofielen nog beter tegen elkaar zijn afgedicht, althans wanneer de basis van de omgekeerde U en het haaks op de opstaande wand staand deel van het tweede langsprofiel daarbij tegen elkaar aanliggen. Eventueel kan een afdichtelement tussen het eerste en het tweede langsprofiel zijn voorzien voor het van een door plaatelementen verschafte waterdichte constructie.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding strekt de basis van de omgekeerde U van het eerste langsprofiel zich uit over een afstand van ten minste 1 cm, verder bij voorkeur ten minste 2 cm, en nog verder bij voorkeur ten minste 4 cm of ten minste 5 cm. Het moge duidelijk zijn dat hoe langer de basis van de U, des te groter de mate van instelbaarheid van de overlapping van beide langsprofielen.

Het heeft de voorkeur dat het plaatelement is ingericht teneinde de mate van overlapping van beide langsprofielen traploos in te stellen. Aldus is een eventuele instelling van de mate van overlapping niet afhankelijk van een stapsgewijze instelling en kan een eventueel te compenseren ruimte steeds in gelijke delen tussen alle dakpanelen worden ingesteld. Een getrapte instelmogelijkheid is uiteraard ook mogelijk. Wanneer het eerste en het tweede langsprofiel bijvoorbeeld stapsgewijs in elkaar kunnen worden opgesloten kan de opsluiting bij uitzetting of krimp als gevolg van omgevingstemperatuur ervoor zorgen dat de onderlinge oriëntatie tussen verschillende naast elkaar gelegen dakpanelen steeds naar een uitgangsvorm of uitgangsoriëntatie terugkeert.

Volgens een tweede aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een set van ten minste twee naast elkaar gelegen, of althans naast elkaar te monteren, dakpanelen, elk met een althans ten minste in hoofdzaak rechthoekige omtrekvorm met een langsrichting en een dwarsrichting, elk dakpaneel omvattende een zonnepaneel, een zich onder en op afstand van het zonnepaneel uitstrekkend waterdicht plaatelement en bevestigingsmiddelen waarmee het zonnepaneel en het plaatelement onderling zijn bevestigd, of althans bevestigbaar zijn, waarbij een bij ten minste een eerste dakpaneel behorend eerste plaatelement aan een, althans in gemonteerde toestand, naar een tweede dakpaneel gerichte langszijde is voorzien van een eerste langsprofiel en een bij het tweede dakpaneel behorend tweede plaatelement, althans in gemonteerde toestand, aan de naar het eerste dakpaneel gerichte langszijde is voorzien van een tweede langsprofiel, en waarbij een althans ten minste in hoofdzaak waterdichte afdichting tussen de plaatelementen is gerealiseerd wanneer het eerste langsprofiel het tweede langsprofiel elkaar overlappend zijn gemonteerd, waarbij het eerste en tweede plaatelement zijn ingericht teneinde de mate van overlapping van beide langsprofielen in te stellen. De set van ten minste twee naast elkaar gelegen dakpanelen is bij voorkeur gevormd uit een set van identieke dakpanelen volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding. Hoewel het alternatief mogelijk is om verschillende typen dakpanelen te gebruiken om het hierboven genoemde doel te bereiken, bijvoorbeeld door afwisselend een dakpaneel met twee eerste langsprofielen en een dakpaneel met twee anders gevormde tweede langsprofielen naast elkaar aan te brengen heeft dat niet de voorkeur. Identieke dakpanelen voor het verschaffen van een waterdichte dakconstructie hebben logistieke en kostentechnische voordelen.

Volgens een derde aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een dak voorzien van een set dakpanelen volgens het tweede aspect van de onderhavige uitvinding. De set dakpanelen kan daarbij behalve naast elkaar gelegen dakpanelen ook boven elkaar gelegen dakpanelen omvatten. Bij een dergelijke maatregel van dakpanelen zal uiteraard bij voorkeur een waterdichte overlapping tussen boven elkaar gelegen dakpanelen zijn voorzien.

Volgens een vierde aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een werkwijze voor het althans ten minste ten dele met dakpanelen volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding en/of een set dakpanelen volgens het tweede aspect van de onderhavige uitvinding bedekken van een dak, omvattende de stappen van: - het opmeten van de met dakpanelen te bedekken dekbreedte van het te bedekken dak of dakdeel; - het delen van de gemeten dekbreedte door de plaatbreedte, dat wil zeggen de breedte van het plaatstuk van een dakpaneel; - het bepalen van de integerwaarde van de uitkomst van de deling; - het bepalen van de restwaarde van de deling; - het bepalen van een instelwaarde door het delen van de restwaarde door [de integerwaarde minus 1]; - het bepalen van de overlapping van het eerste en tweede langsprofiel, zijnde de maximum overlapping minus de instelwaarde; en - het op het te bedekken dak of dakdeel aanbrengen van de dakpanelen met in achtneming van de aldus bepaalde overlapping. Bij de breedte van het plaatstuk kan bij voorkeur een afstand worden opgeteld van een van beide langsprofielen dat bij maximale overlapping tussen het eerste en het tweede langsprofiel niet door het ander langsprofiel wordt overlapt. Bij een werkwijze volgens het vierde aspect van de onderhavige uitvinding is het aldus mogelijk de breedte van een met dakpanelen bedekt dak(deel) te laten corresponderen met de breedte van het te bedekken dak(deel), zelfs indien het te bedekken dak(deel) een andere breedte heeft dan de breedte van een aantal dakpanelen met een vaste mate van overlapping tussen twee naburige plaatelementen. Aldus wordt voorkomen dat naast de bedekking van het dak(deel) met dakpanelen nog een extra afwerking noodzakelijk is ter overbrugging van een anders niet bedekte strook van het dak(deel).

De onderhavige uitvinding zal hiernavolgend nader worden toegelicht onder verwijzing naar een voorbeelduitvoeringsvorm van een dakpaneel en een dak voorzien van dakpanelen volgens de onderhavige uitvinding weergegeven in de bijgevoegde figuren, waarin:

Figuur 1 een perspectivisch bovenaanzicht van een dakpaneel toont, waarbij delen van het zonnepaneel zijn weggesneden;

Figuur 2a het detail Ma uit figuur 1 toont;

Figuur 2b het detail llb uit figuur 1 toont;

Figuur 3 een verticaal langsdoorsnede-aanzicht toont van het dakpaneel;

Figuur 4 een verticaal langsdoorsnede-aanzicht toont van aansluitende dakpanelen;

Figuur 5 een verticaal dwarsdoorsnede-aanzicht van een dakpaneel toont;

Figuur 6a een verticaal dwarsdoorsnede-aanzicht van naburige panelen toont;

Figuur 6b het detail Vlb uit figuur 6a toont;

Figuur 7a een verticaal dwarsdoorsnede-aanzicht van naburige panelen met instelbare overlapping van de langsprofielen toont;

Figuur 7b het detail VIIb uit figuur 7a toont;

Figuur 7c het detail VIIc uit figuur 7a toont;

Figuur 8a een verticaal dwarsdoorsnede-aanzicht van twee naburige panelen toont voorzien van een verdere voorbeelduitvoeringsvorm van een langsprofiel;

Figuur 8b het detail VI11b uit figuur 8a toont;

Figuur 9a een perspectivisch aanzicht van een detail van twee plaatelementen met omegaprofielen toont;

Figuur 9b een perspectivisch aanzicht van een detail van twee met elkaar verbonden plaatelementen;

Figuur 10 een perspectivisch aanzicht van een matrix van dakpanelen op een dak toont.

In figuur 1 is een dakpaneel 1 getoond omvattende een zonnepaneel 2 en een plaatelement 3. Het zonnepaneel 2 en het plaatelement 3 zijn aan elkaar bevestigd middels omega-profielen 4. Deze bevestiging is in detail getoond in figuur 2a en figuur 2b. In figuur 2a is getoond dat het zonnepaneel 2 middels een bevestigingslip 5 aan het omega-profiel 4 is verbonden. De bevestigingslip 5 is gevormd door een doordrukking in het omega-profiel 4. In figuur 2b is bevestigingsstrip 6 getoond waarmee het zonnepaneel 2 met omlijsting 21 aan het omega-profiel 4 is bevestigd. De bevestigingstrip 6 is schuifbaar verbonden met het omega-profiel 4. Doordat de bevestigingstrip 6 schuifbaar is verbonden met het omega-profiel 4 kan na het tot stand brengen van een verbinding met behulp van bevestigingslip 5 eenvoudig de tegenovergelegen zijde van het zonnepaneel 2 worden bevestigd aan het omega-profiel 4 Een dergelijke bevestiging wordt gerealiseerd voordat het dakpaneel 1 op een dak wordt bevestigd, om een snel bedekken van een dak mogelijk te maken. In feite correspondeert het verschil in hoogte tussen het bovenste deel en het onderste deel van het omegaprofiel met de hoogste van een opstaande rand 14 van het plaatelement 3.

In figuur 3 is getoond dat het omega-profiel 4 het plaatelement 3 en het zonnepaneel 2 onder een scherpe hoek aan elkaar bevestigt. Het plaatelement 3 is aan de bovenrand 13 voorzien van een afstandhouder 15. Deze afstandhouder 15 is gevormd door een opstaande rand 14 en de bovenrand 13 die aan het dakpaneel 1 is voorzien om beluchting van de ruimte tussen het zonnepaneel 2 en het plaatelement, en tussen het dakpaneel en een onderliggende dakconstructie te verschaffen, zoals later in dit document zal worden toegelicht.. De montage-opening 7 is voorzien voor bevestiging van het plaatelement 3 aan een onderliggende dakconstructie, bijvoorbeeld een hier niet getoonde panlat. Aan de onderzijde van het omega-profiel 4 zijn een haakelement 22 en een borgelement 23 gevormd. Het haakelement 22 wordt bij montage van het dakpaneel aan de in figuur 10 getoonde panlat 20 gehaakt. Het borgelement 23 realiseert een borging van twee aan elkaar bevestigde omega-profielen 4.

In figuur 4 is een verticaal langsdoorsnede-aanzicht van een dakpaneel 1 getoond met aan de boven- en onderzijde verdere dakpanelen 1a, 1b waarbij de omega-profielen 4 van de dakpanelen 1 en 1a, respectievelijk 1b, 1 aan elkaar zijn bevestigd. De totstandkoming van deze bevestiging is nader getoond in de figuur 9a en figuur 9b. In figuur 4 is zichtbaar dat de gekoppelde dakpanelen elkaar dakpansgewijs overlappen, waarbij de opstaande rand 14 het bovengelegen plaatelement “optilt”. Dit hoogteverschil wordt voor het zonnepaneel 2 opgeheven doordat het omegaprofiel 4 van boven naar beneden verjongt.

Figuur 9a toont twee plaatelementen 3 en twee omega-profielen 4 van boven elkaar te plaatsen dakpanelen 1 voordat bevestiging van de dakpanelen 1 met behulp van de omega-profielen 4 heeft plaatsgevonden. Ten behoeve van de onderlinge bevestiging van de omega-profielen 4 van de naburige dakpanelen 1 is het omega-profiel 4 van het aan de bovenzijde gelegen dakpaneel 1 voorzien van een verjongd vrij uiteinde 9. De onderlinge bevestiging vindt plaats door het vrije uiteinde 9 van het omega-profiel 4 van een dakpaneel 1 in het omega-profiel 4 van het andere dakpaneel 1 aan te brengen zoals getoond in figuur 9b. Het vrije uiteinde 9 wordt in het omega-profiel 4 van het andere dakpaneel 1 geleid met behulp van geleidingsstrips 8. Deze geleidingsstrips 8 zijn gevormd door een doordrukking in het omega-profiel 4. De afstand tussen de bevestigingsstrip 8 en de binnenwand 24 van het omegaprofiel 4 komt in hoofdzaak overeen met de hoogte van het vrije uiteinde 9.

Figuur 5 toont een verticaal doorsnede-aanzicht van het dakpaneel 1. met ventilatieopeningen 10, ook wel louvres genoemd, in de opstaande rand 14 voor het ventileren van de ruimten tussen het zonnepaneel 2 en het plaatelement 3, en tussen het plaatelement 3 en een zich daaronder bevindende dakconstructie. Zowel de ruimte tussen het zonnepaneel 2 en het plaatelement 3, als de ruimte tussen het plaatelement 3 en de dakconstructie is geventileerd, ter voorkoming van condensvorming en voor het koelen van het zonnepaneel 1 voor een hogere efficiëntie. Verder is in figuur 5 het eerste langsprofiel 11 en het tweede langsprofiel 12 getoond. Deze langsprofielen 11, 12 zijn in de vorm van een U-profiel gevormd, zodat zij bij het naast elkaar plaatsen van dakpanelen elkaar overlappen zoals getoond in figuur 6b. Het eerste langsprofiel 11 heeft een naar buiten gelegen been 16 dat korter is uitgevoerd dan het aan een plaatstuk grenzend been 17. De mate van overlap van de langsprofielen 11 en 12 kan zodoende traploos worden ingesteld door het buitenste been van het eerste langsprofiel 11 te verschuiven tussen de beide benen van het U-vormig tweede langsprofiel 12. De minimale overlap is getoond in figuur 7b. Figuur 7c toont een relatief grote overlap waardoor in dit geval de zonnepanelen 2 nagenoeg in contact zijn. De maximale overlap ontstaat indien been 16 aanligt tegen het omega-profiel 4 van het naburige dakpaneel 1 of indien de zonnepanelen 2 elkaar raken voordat been 16 raakt aan het omega-profiel 4 door de onderlinge afstand van naburige zonnepanelen 2.

Een alternatieve uitvoeringsvorm van een dakpaneel 100 getoond in de figuren 8a en 8b heeft een eerste gebogen langsprofiel 111. Maar ook andere vormen van langsprofielen zijn denkbaar. Verder is het denkbaar dat ten minste één van de langsprofielen een uit samengestelde delen, eventueel losneembaar, is uitgevoerd. Dit kan in de vorm zijn van een strip die aan een zijkant van een plaatelement is bevestigd of kan worden geklikt. Bijvoorbeeld door het beschikbaar stellen van strips in verschillende breedten zou dan de breedte van de overlap kunnen worden ingesteld.

Figuur 10 toont een dak 300 voorzien van dakpanelen 1, waarbij de dakpanelen 1 zijn voorzien in een matrix en bevestigd aan panlatten 20. De dakpanelen 1 bedekken de volledige breedte van het dak 300. Hiertoe is eerst de dekbreedte van het te bedekken dak 300 bepaald. Vervolgens is de gemeten dekbreedte gedeeld door de breedte van het plaatelement 3. Aansluitend is de integerwaarde van de uitkomst van de hiervoor genoemde deling bepaald en vervolgens de restwaarde van de deling bepaald. Met behulp van de restwaarde en de integerwaarde is vervolgens een instelwaarde berekend. Deze instelwaarde is aansluitend toegepast voor het bepalen van de overlap van het eerste langsprofiel 11 en tweede langsprofiel 12 van naburige dakpanelen 1 door de maximale overlap van de twee langsprofielen te verminderen met de instelwaarde. Ten slotte zijn de dakpanelen 1 op het dak 300 aangebracht met de bepaalde overlap. Door het ontwerp van het dakpaneel volgens de onderhavige uitvinding kan een dak snel worden bedekt.

De onderhavige uitvinding is in de figuren en in de bovenstaande beschrijving daarvan toegelicht aan de hand van slechts enkele uitvoeringsvormen.

Verwijzingscijferslijst 1 dakpaneel 2 zonnepaneel 3 plaatelement 4 omega-profielen 5 bevestigingslip 6 bevestigingsstrip 7 montage-opening 8 geleidingsstrip 9 vrij uiteinde omega-profiel 10 ventilatieopeningen 11 eerste langsprofiel 12 tweede langsprofiel 13 bovenrand 14 opstaande rand 15 afstandhouder 16 buitengelegen been 17 binnengelegen been 20 panlat 21 omlijsting zonnepaneel 22 haakelement 23 borgelement 24 binnenwand 100 dakpaneel 103 plaatelement 111 gekromd langsprofiel 300 dak

Claims

1. Dakpaneel met een in althans ten minste in hoofdzaak rechthoekige omtrekvorm met een langsrichting en een dwarsrichting, het dakpaneel omvattende een zonnepaneel, een zich onder en op afstand van het zonnepaneel uitstrekkend althans ten minste in hoofdzaak waterdicht plaatelement en bevestigingsmiddelen waarmee het zonnepaneel en het plaatelement onderling zijn bevestigd, of althans bevestigbaar zijn, waarbij het plaatelement aan één langszijde is voorzien van een eerste langsprofiel en aan de andere langszijde is voorzien van een tweede langsprofiel, waarbij het eerste en het tweede langsprofiel een plaatstuk van het plaatelement begrenzen, en waarbij een althans ten minste in hoofdzaak waterdichte afdichting tussen ten minste twee van dergelijke plaatelementen is gerealiseerd wanneer het eerste langsprofiel van het dakpaneel en een tweede langsprofiel van een overeenkomstig plaatelement van een naastgelegen dakpaneel elkaar althans in op een dak gemonteerde toestand overlappen, waarbij het plaatelement is ingericht teneinde de mate van overlapping van beide langsprofielen in te stellen.

2. Dakpaneel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eerste en het tweede langsprofiel, eventueel gespiegeld in een langsas van het dakpaneel, gelijkvormig zijn. 3 Dakpaneel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het eerste en het tweede langsprofiel elk zijn gevormd als een vlakke, zich parallel aan het plaatstuk van het plaatelement uitstrekkende strook, waarbij elk langsprofiel optioneel een aan het plaatstuk grenzende opstaande wand omvat.

4. Dakpaneel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eerste en het tweede langsprofiel elk een eigen, onderling afwijkende vorm bezitten.

5. Dakpaneel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het eerste langsprofiel een dwarsdoorsnedevorm heeft van een omgekeerde U, waarbij het tweede langsprofiel een het plaatstuk begrenzende opstaande wand omvat.

6. Dakpaneel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de basis van de omgekeerde U van het eerste langsprofiel zich uitstrekt over een afstand van ten minste 1 cm, verder bij voorkeur ten minste 2 cm en nog verder bij voorkeur ten minste 4 cm.

7. Dakpaneel volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het plaatelement is ingericht teneinde de mate van overlapping van beide langsprofielen traploos in te stellen.

8. Set van ten minste twee naast elkaar gelegen, of althans naast elkaar te monteren, dakpanelen, elk met een althans ten minste in hoofdzaak rechthoekige omtrekvorm met een langsrichting en een dwarsrichting, elk dakpaneel omvattende een zonnepaneel, een zich onder en op afstand van het zonnepaneel uitstrekkend waterdicht plaatelement en bevestigingsmiddelen waarmee het zonnepaneel en het plaatelement onderling zijn bevestigd, of althans bevestigbaar zijn, waarbij een bij ten minste een eerste dakpaneel behorend eerste plaatelement aan een, althans in gemonteerde toestand, naar een tweede dakpaneel gerichte langszijde is voorzien van een eerste langsprofiel en een bij het tweede dakpaneel behorend tweede plaatelement, althans in gemonteerde toestand, aan de naar het eerste dakpaneel gerichte langszijde is voorzien van een tweede langsprofiel, en waarbij een althans ten minste in hoofdzaak waterdichte afdichting is gerealiseerd wanneer het eerste langsprofiel het tweede langsprofiel elkaar overlappend zijn gemonteerd, waarbij het eerste en tweede plaatelement zijn ingericht teneinde de mate van overlapping van beide langsprofielen in te stellen.

9. Dak voorzien van een set dakpanelen volgens conclusie 8.

10. Werkwijze voor het althans ten minste ten dele met dakpanelen volgens conclusie 1 en/of een set dakpanelen volgens conclusie 8 bedekken van een dak, omvattende de stappen van: - het opmeten van de met dakpanelen te bedekken dekbreedte van het te bedekken dak of dakdeel; - het delen van de gemeten dekbreedte door de plaatbreedte, dat wil zeggen de breedte van het plaatstuk van een dakpaneel; - het bepalen van de integerwaarde van de uitkomst van de deling; - het bepalen van de restwaarde van de deling; - het bepalen van een instelwaarde door het delen van de restwaarde door [de integerwaarde minus 1]; - het bepalen van de overlapping van het eerste en tweede langsprofiel, zijnde de maximum overlapping minus de instelwaarde; en - het op het te bedekken dak of dakdeel aanbrengen van de dakpanelen met in achtneming van de aldus bepaalde overlapping.