NL2012734B1 - Zuiginrichting, werkwijze voor haar gebruik en werkwijze voor haar vervaardiging. - Google Patents

Zuiginrichting, werkwijze voor haar gebruik en werkwijze voor haar vervaardiging. Download PDF

Info

Publication number
NL2012734B1
NL2012734B1 NL2012734A NL2012734A NL2012734B1 NL 2012734 B1 NL2012734 B1 NL 2012734B1 NL 2012734 A NL2012734 A NL 2012734A NL 2012734 A NL2012734 A NL 2012734A NL 2012734 B1 NL2012734 B1 NL 2012734B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
suction device
drum
suction
container
shaped chamber
Prior art date
Application number
NL2012734A
Other languages
English (en)
Inventor
Zuidema Sjors
Original Assignee
Octrooifabriek B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Octrooifabriek B V filed Critical Octrooifabriek B V
Priority to NL2012734A priority Critical patent/NL2012734B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2012734B1 publication Critical patent/NL2012734B1/nl

Links

Landscapes

  • Cleaning In General (AREA)

Description

Titel: zuiginrichting, werkwijze voor haar gebruik en werkwijze voor haar vervaardiging
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het zuigen.
Dergelijke zuiginrichtingen worden bijvoorbeeld als handbladzuigers in diverse bouwmarkten en tuinspeciaalzaken verkocht. Deze bladzuigers omvatten doorgaans een zuigleiding die met een ventilatorhuis in verbinding staat en een persleiding die aan één zijde eveneens met het ventilatorhuis in verbinding staat. Als opvang voor het opgezogen materiaal wordt een opvangzak gebruikt die met een tweede zijde van de persleiding in verbinding staat.
Dergelijke zuiginrichtingen hebben als nadelen dat de inrichting tijden het gebruik door het zich vullen van de opvangzak zwaar kan worden. Deze opvangzak moet vervolgens in een afvalcontainer worden geleegd, waardoor opgezogen afval opnieuw ongewenst verspreid kan raken.
Een alternatief wordt bijvoorbeeld in de internationale octrooiaanvrage WO97/17880 beschreven. Een nadeel van de hierin beschreven inrichting is dat voor dergelijke inrichtingen speciale opvanghouders voor het opgezogen afval moeten worden gebruikt.
Indien bij de in WO97/17880 beschreven inrichting een standaard container als opvanghouder voor het opgezogen afval wordt gebruikt, is deze niet voldoende sterk om de benodigde zuigkracht te weerstaan. Van dergelijke standaard afvalcontainers, zoals gedetailleerd worden beschreven in de Europese norm EN 840-1 gaan de zijwanden tijdens het gebruik naar binnen staan en kan de bodem door de relatief grote inwaartse kracht bezwijken.
De Amerikaanse octrooiaanvrage US2009/0007367 toont een zuiginrichting voor een standaard container, met een ventilator, een op een slang aangesloten zuigleiding en een naar onder gerichte persleiding. In gebruik op een standaard container, wijst de persleiding richting het bodemvlak van de standaard container. De uitlaat blaast hierbij een luchtstroom met de opgezogen materie direct in de container.
Dit geeft een sterke luchtstroom in de container, die zo sterk is dat veel delen van de opgezogen materie opwervelen. Deze opgewervelde delen worden door de in de container gegenereerde luchtstroom meegevoerd en tegen het filter aangedrukt. Hierdoor loopt het filter dicht en wordt de luchtstroom verminderd. Door dit verminderen van de luchtstroom, neemt de zuigcapaciteit af en kan de motor zelfs door gebrek aan koelingslucht oververhit raken.
Het Nederlandse octrooi NL2007094, van dezelfde aanvrager als de onderhavige aanvrage, toont een zuiginrichting die overeenkomstig functioneert als de inrichting zoals deze in US2009/0007367 is getoond. Deze inrichting blaast eveneens de luchtstroom met de daarin opgezogen materie in de container. Het blijkt dat ook bij deze uitvoering de opwerveling in de container zo sterk is dat het filter eveneens snel volloopt en verstopt. Overeenkomstige problemen maken dat ook deze zuiginrichting geen praktisch werkbare oplossing biedt.
De oplossingen die worden voorgesteld in de documenten EP1537773 Al, N11019659 C en FR2592817 Al tonen zuiginrichtingen waarbij het containerhuis zelf als vacuümkamer wordt gebruikt. Uit testen blijkt dat standaard afvalcontainers niet voldoende sterk zijn om het benodigde onderdruk of vacuüm te kunnen weerstaan. Zijwanden nijgen naar binnen en het zwakste deel, de aanhechting van het bodemvlak van de container blijkt veelvuldig te bezwijken. Derhalve bieden de in deze documenten voorgestelde oplossingen geen praktisch werkbare oplossingen voor standaard containers.
Aldus beoogt de uitvinding te voorzien in een werkwijze en een inrichting die de bovenvermelde en/of andere nadelen niet heeft of ten minste ten dele opheft terwijl de voordelen daarvan ten minste ten dele behouden blijven. Voorts beoogt uitvinding een zuiginrichting te verschaffen die licht en gemakkelijk is te gebruiken, relatief weinig plaats inneemt, en waarbij tijdens het gebruik opgezogen afval zonder in een container over te storten is op te vangen.
Ten minste één van deze en/of andere doelen wordt bereikt met een zuiginrichting, omvattende een draageenheid, een afsluitrand, een motor, een ventilator, een ventilatorhuis, een zuig- en/of een persleiding, waarbij de motor en/of het ventilatorhuis op de draageenheid is bevestigd, waarbij de ventilator in een ventilatorhuis draaibaar is aangebracht en de ventilator door de motor aandrijfbaar is ingericht, waarbij de zuig- en/of de persleiding op het ventilatorhuis is/zijn aangesloten, waarbij de draageenheid voorzien is van de afsluitrand, die op een opening van een minicontainer, bij voorkeur een minicontainer volgens de Europese norm EN 840-1 en/of een minicontainer volgens de Amerikaanse norm ANSI Z245.60, in hoofdzaak afsluitend pasbaar is ingericht en gedimensioneerd, waarbij de zuiginrichting een trommelvormige kamer omvat met een mantel, een bovenvlak en een bodemvlak, waarbij de persleiding van het ventilatorhuis in hoofdzaak in een tangentiele richting op de mantel van de trommelvormige kamer is aangesloten, waarbij een eerste centrale uitlaat in het bovenvlak van de trommelvormige kamer en een tweede spieetvormige uitlaat langs de mantel in het ondervlak van de trommelvormige kamer is aangebracht.
Met deze inrichting wordt het op te zuigen materiaal direct in de container getransporteerd, waarbij er kan worden verhinderd, dat op de container grote krachten komen te staan. De zuiginrichting is eenvoudig te gebruiken en kan na het gebruik van de minicontainer worden losgekoppeld.
Doordat de trommelvormige kamer een ondervlak met een spieetvormige uitlaat omvat, kan opwerveling van in de standaard container aanwezige materie worden verhinderd, terwijl door deze spieetvormige uitlaat wel de vaste opgezogen materie kan uittreden. De in de trommelvormige centrale uitlaat en het tangentieel instromen van de materie geladen lucht bewerkstelligt een roterende luchtstroom, waarin de vaste delen door inertia naar buiten worden gedwongen, en door de zwaartekracht uiteindelijk in de spieetvormige uitlaat vallen.
Door de uitlaat in de trommelvormige kamer kan voldoende lucht ontsnappen en er treedt derhalve nauwelijks een drukverandering in de container op, waardoor deze niet aan relatief grote drukkrachten wordt blootgesteld.
Op de eerste centrale uitlaat van de trommelvormige kamer kan een filtereenheid zijn aangebracht. Hierdoor wordt de uitgeblazen lucht gefilterd en kan tijdens het gebruik fijn stof en zand in de minicontainer worden gehouden. De filtereenheid kan een gaas, doek, papier en/of ander filtermateriaal omvatten. De filtereenheid kan een cycloon of een reeks cyclonen omvatten. Een voordeel van cyclonen is dat minder onderhoud en vervanging van filtermateriaal nodig hebben.
De motor en/of het ventilatorhuis met de draaginrichting zijn geïntegreerd.
Het ventilatorhuis, de trommelvormige kamer en/of de persleiding of althans delen daarvan kunnen uit het zelfde materiaal als de draaginrichting zijn vervaardigd en/of uit één deel zijn gegoten en/of anderszins uit één deel zijn vervaardigd. Door het ventilatorhuis en/of de trommelvormige kamer in de draageenheid te integreren, zijn er minder afzonderlijke bewerkingsstappen nodig voor de vervaardiging en zijn er minder mallen nodig voor de afzonderlijke onderdelen. Dit kan een vervaardiging efficiënter en goedkoper maken.
De zuigleiding kan een flexibele slang omvatten. Hierdoor kan een zuigeinde gemakkelijk worden gericht, zonder de minicontainer te hoeven bewegen. De flexibele slang kan tegen ineen zijgen zijn beschermd door middel van bijvoorbeeld ringen of een spiraal, die bijvoorbeeld uit metaal zijn vervaardigd.
De zuiginrichting kan een rigide zuigeinde omvatten, geschikt voor het gericht richten en plaatsen van de zuigmond van de zuiginrichting. Dit rigide zuigeinde kan ten minste één handvat omvatten. Hierdoor kan de hanteerbaarheid en het gebruikersgemak worden verhoogd.
De afsluitrand kan een flexibele afdichtingsrand omvatten. Hierdoor kan een betere afdichting worden verkregen.
De draaginrichting kan ten minste één bevestigingsclip omvatten. De draaginrichting kan daarnaast aan ten minste een deel van één zijde van haar omtrekrand een rand omvatten, die om een bovenrand van een geopende minicontainer past en aan kan grijpen of die om een handvat van de minicontainer past en hierop kan aangrijpen. Hierdoor kan de zuiginrichting beter op de opening van de minicontainer worden bevestigd en gefixeerd.
Een ander aspect van de uitvinding is het gebruik van een zuiginrichting zoals deze hierboven is beschreven, voor het opzuigen van organisch materiaal zoals bladeren, takjes, fruit, etc., voor het opzuigen van bij productie en/of opslag vrijkomend materiaal zoals spaanders, zaagsel, verpakkingsmateriaal, vulmateriaal, stof en/of vloeistof, voor het reinigen van voertuigen, vaartuigen, industriële gebouwen en terreinen, voor het reinigen van opslagruimtes en/of containers.
Een ander aspect van de uitvinding is een werkwijze voor het vervaardigen van een zuiginrichting zoals hierboven is beschreven, omvattende de volgende in geschikte volgorde uit te voeren stappen: a) Het verschaffen van ventilator en een ventilatorhuis met een pers en een zuigleiding, b) Het in, op of onder een draageenheid aanbrengen van de ventilator en het ventilatorhuis, waarbij de draageenheid voorzien is van de afsluitrand, die op een opening van een minicontainer, bij voorkeur een minicontainer volgens de Europese norm EN 840-1 en/of een minicontainer volgens de Amerikaanse norm ANSI Z245.60, in hoofdzaak afsluitend pasbaar is ingericht en gedimensioneerd, c) Het aanbrengen van een trommelvormige kamer, d) Het tangentieel aansluiten van de persleiding van het ventilatorhuis op de mantel van de trommelvormige kamer, e) Het aanbrengen van een centrale uitlaat in het bovenvlak van de trommelvormige kamer en een diametrale spieetvormige uitlaat langs de mantel in het ondervlak van de trommelvormige kamer.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van uitvoeringsvormen die in de tekening zijn weergegeven. In de tekening toont: figuur 1 een schematisch perspectievisch aanzicht van een zuiginrichting volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding aangebracht op een standaard container; figuur 2 een tweede schematisch perspectivisch aanzicht van een zuiginrichting volgens de eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 3 een tweede schematisch perspectivisch aanzicht van een zuiginrichting volgens de eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 4 een schematisch perspectivisch onderaanzicht van de zuiginrichting volgens de eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 5 een deels geëxplodeerd schematisch perspectivisch aanzicht van de zuiginrichting volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 6 een perspectivisch bovenaanzicht van een tweede uitvoeringsvormen van de zuiginrichting volgens de uitvinding; en figuur 7 een perspectivisch onderaanzicht van een tweede uitvoeringsvormen van de zuiginrichting volgens de uitvinding.
Opgemerkt wordt dat de tekening slechts een schematische weergave is van voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding. De tekening dient geenszins als beperkend voor de uitvinding te worden opgevat. In de figuren zijn gelijke of overeenkomstige onderdelen met corresponderende verwijzingscijfers aangegeven.
De uitdrukking "flexibel materiaal" die wordt gebruikt in deze specificatie en/of de conclusies, dient te worden opgevat als, is echter geenszins beperkt tot materiaal, dat zich in lichte mate tegen vervorming verzet en eventueel na vervorming weer terug in zijn oorspronkelijke vorm kan geraken. Dit materiaal heeft globaal gezien een elasticiteitsmodulus tussen de 0,01 en de 0,5 GPa.
De uitdrukking "rigide materiaal" die wordt gebruikt in deze specificatie en/of de conclusies, dient te worden opgevat als, is echter geenszins beperkt tot materiaal, dat zich in sterke mate tegen vervorming verzet. Dit materiaal heeft doorgaans een elasticiteitsmodulus groter dan circa 0,5 GPa.
De uitdrukking "aangesloten op" of woorden van overeenkomstige strekking, verband houdend met leidingen die wordt gebruikt in deze specificatie en/of de conclusies, dient te worden opgevat als, is echter geenszins beperkt tot onderdelen, die zodanig zijn aangesloten dat er op de plaats van de aansluiting een in hoofdzaak lekvrije fluïdum verbinding tot stand is gebracht tussen de leidingen en het betreffende onderdeel.
De uitdrukkingen "Minicontainer", "Standaardcontainer" of "Standaard afvalcontainer" dienen te worden opgevat als, zijn echter geenszins beperkt tot een container van standaard afmetingen, zodanig dat deze in een gestandaardiseerd afval-ophaalsysteem kunnen worden ingezet en automatisch, halfautomatisch of handmatig kunnen worden geledigd. De betreffende standaarden die dergelijke containers beschrijven zijn: voor de Europese Unie EN 840-1, voornamelijk de hierin gespecificeerde containers volgens de klassen I en II, met één van de hierin beschreven randtypes of randvormen A, B of C en voor de Amerikaanse Staten ANSI Z245.60, voornamelijk de hierin gespecificeerde containers volgens de typen B, C, D en G. Beide normen zijn in deze specificatie door referentie in het geheel hierin opgenomen en worden beschouwd een integraal onderdeel van deze specificatie en conclusies te vormen.
De uitdrukking "trommelvormige kamer" dient te worden opgevat als, is echter geenszins beperkt tot een kamer in de vorm van een korte cilinder, waarbij de diameter van de cilinder in hoofdzaak groter is dan de hoogte van de kamer.
De uitdrukking "centraal" dient te worden opgevat als, is echter geenszins beperkt tot een positie in hoofdzaak in de buurt van het geometrische midden van een vlak. In het geval van een in hoofdzaak cirkelvormig vlak is dit in de buurt van zijn middelpunt.
De uitdrukking "diametraal" dient te worden opgevat als, is echter geenszins beperkt tot een positie aan of langs de buitenrand van een vlak. In het geval van een in hoofdzaak cirkelvormig vlak is dit langs zijn buitenomtrek of althans een deel daarvan.
De figuren 1 t/m 5 tonen diverse aanzichten van een uitvoeringsvorm van een zuiginrichting 1 op een standaard container S. De standaard container S zoals in deze is weergegeven is een container die voldoet aan de standaard Europese norm EN 840-1. De container is voor de hanteerbaarheid daarvan voorzien van twee wielen T.
De zuiginrichting omvat een draageenheid 2 in de vorm van een plaat die de bovenzijde van de container S kan afsluiten, en voorzien is van een afdichtrand 3. De afdichtrand kan bijvoorbeeld aan de binnenzijde voorzien zijn van een flexibele of rubberachtig strip om de rand 3 in hoofdzaak luchtdicht op de container S aan te sluiten. De draageenheid 2 kan voorzien zijn van clips of andere bevestigers om de draageenheid 2 om de rand U van de container S te omgrijpen en aldus de draageenheid hierop te bevestigen.
Op de draageenheid 2 is een motor 4 aangebracht, die een ventilator (niet zichtbaar) in een ventilatorhuis 5 aandrijft. Het ventilatorhuis is eveneens op de draageenheid 2 is aangebracht en is voorzien van een zuigleiding 7 en een persleiding 8. De zuigleiding 7 is met een flexibele slang 6 verbonden en den persleiding 8 is aangesloten op een trommelvormige kamer 9. De persleiding 8 treedt de trommelvormige kamer 9 tangentieel binnen door zijn mantel 10.
De trommelvormige kamer 11 is voorzien van twee uitlaten 14 en 15, zoals in de figuren 4 en 5 is getoond. De eerste uitlaat 15 is in hoofdzaak centraal in bovenvlak 11 aangebracht en heeft een cilindervormige wand, die deels door het bovenvlak 11 van de trommelvormige kamer 9 reikt.
De tweede uitlaat is de gekromde spleet 14, die in het bodemvlak 13 van de trommelvormige kamer 9 diametraal langs een deel van de mantel 10 van de trommelvormige kamer 9 loopt.
Het bodemvlak 13 van de trommelvormige kamer 11 valt samen met de plaat van de draageenheid, waarbij de gekromde spleet naar de onderzijde van de draageenheid 2 open is. Indien de zuiginrichting 1 op een container S is geplaatst, zoals in figuur 1 is afgebeeld, dan is de tweede uitlaat, de gekromde spleet 14, van de trommelvormige kamer 9 in verbinding met de binnenzijde van de container S.
In de trommelvormige kamer 9 ontstaat door de tangentiele inlaat en de centrale eerste uitlaat 15 ontstaat er een roterende luchtstroom die door inertia de vaste opgezogen materie naar de mantel 10 dringt. Door de zwaartekracht kan de materie hier door de gekromde spleet 14 vallen. Aangezien de container S een gesloten ruimte vormt, is een luchtstroom door de gekromde spleet 14 in hoofdzaak niet aanwezig. Hierdoor kan worden verhinderd dat al in de container aanwezige opgezogen materie of ander afval niet wordt opgewerveld. De gekromde spleet 14 kan in de nabijheid van de luchtinlaat met de mantel 10 zijn verbonden om eventuele luchtstroom in de binnenruimte van de container S verder te reduceren. Hierdoor krijgt de gekromde spleet 14 een soort hoefijzervorm.
Op de centrale uitlaat 15 kan een filter 12 zijn aangebracht. Dit filter 12 kan eventuele laatste stofdeeltjes uit de lucht filteren.
De trommelvormige kamer 9 kan in de draageenheid 2 zijn geïntegreerd, zoals wordt getoond in de figuren 6 en 7. Hierbij heeft de draageenheid 2 een licht gekromde deksel 18 en een bodemvlak 19, waartussen de motor 4, het ventilatorhuis 5 en de trommelvormige kamer 9 zijn aangebracht. De draageenheid 2 kan voorzien zijn van een bedieningspaneel 20, waarop bijvoorbeeld een schakelaar 17 kan zijn aangebracht en waaruit een snoer 16 kan komen voor de elektrische voeding van de motor 4.
Opgemerkt wordt dat de uitvinding niet beperkt is tot de hierboven besproken uitvoeringsvoorbeelden. Zo kan het zuigeinde een rigide richtmond omvatten, die eventueel is voorzien van een handvat. In plaats van één kan deze richtmond ook twee handvatten omvatten. Daarnaast kan de zuiginrichting ook twee in plaats van één motor omvatten. De motor kan als elektrische motor zijn uitgevoerd, waarbij er een kabelhaspel in de zuiginrichting kan zijn geïntegreerd. De motor kan als benzinemotor zijn uitgevoerd, waarbij de zuiginrichting een brandstofreservoir kan omvatten. De zuiginrichting kan daarnaast een slangdrager omvatten, die de slang 6 kan dragen. De afdichtrand 3 kan zodanig zijn ingericht, dat deze op de omtrekrand U van de minicontainer S in plaats van op het handvat V van de minicontainer aangrijpt. Dergelijke en andere varianten zullen de vakman duidelijk zijn en worden geacht te liggen binnen het raamwerk van de uitvinding zoals verwoord in de hiernavolgende conclusies.
Lijst met verwijzingscijfers 1. Zuiginrichting 2. Draageenheid 3. Afdichtrand 4. Motor 5. Ventilatorhuis 6. Flexibele slang 7. Zuigleiding 8. Persleiding 9. Trommelvormige kamer 10. Mantel 11. Bovenvlak 12. Filter 13. Bodemvlak 14. Gekromde spleet 15. Centrale uitlaat 16. Snoer 17. Bedieningspaneel 18. Deksel 19. Bodemplaat 20. schakelaar S. Standaard afvalcontainer/minicontainer T. Wiel U. Omtreksrand V. Handvat

Claims (16)

1. Zuiginrichting, omvattende: - een draageenheid, - een afsluitrand, - een motor, - een ventilator, - een ventilatorhuis, - een zuig- en/of een persleiding, - waarbij de motor en/of het ventilatorhuis op de draageenheid is bevestigd, - waarbij de ventilator in een ventilatorhuis draaibaar is aangebracht en de ventilator door de motor aandrijfbaar is ingericht, - waarbij de zuig- en/of de persleiding op het ventilatorhuis is/zijn aangesloten, - waarbij de draageenheid voorzien is van de afsluitrand, die op een opening van een minicontainer, bij voorkeur een minicontainer volgens de Europese norm EN 840-1 en/of een minicontainer volgens de Amerikaanse norm ANSI Z245.60, in hoofdzaak afsluitend pasbaar is ingericht en gedimensioneerd - met het kenmerk, dat de zuiginrichting een trommelvormige kamer omvat met een mantel, een bovenvlak en een bodemvlak, waarbij de persleiding van het ventilatorhuis in hoofdzaak in een tangentiele richting op de mantel van de trommelvormige kamer is aangesloten, - waarbij een eerste centrale uitlaat in het bovenvlak van de trommelvormige kamer en een tweede spieetvormige uitlaat langs de mantel in het ondervlak van de trommelvormige kamer is aangebracht.
2. Zuiginrichting volgens conclusie 1, waarbij op de eerste centrale uitlaat van de trommelvormige kamer een filtereenheid is aangebracht.
3. Zuiginrichting volgens conclusie 2, waarbij de filtereenheid een gaas, doek, papier en/of ander filtermateriaal omvat.
4. Zuiginrichting volgens conclusie 2 of 3 waarbij de filtereenheid een cycloon of een reeks cyclonen omvat.
5. Zuiginrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de motor en/of het ventilatorhuis met de draaginrichting zijn geïntegreerd.
6. Zuiginrichting volgens één van de voorgaande conclusies waarbij het ventilatorhuis, de trommelvormige kamer en/of de persleiding of althans delen daarvan uit het zelfde materiaal als de draaginrichting zijn vervaardigd en/of uit één deel zijn gegoten en/of anderszins uit één deel zijn vervaardigd.
7. Zuiginrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de zuigleiding een flexibele slang omvat.
8. Zuiginrichting volgens conclusie 7, waarbij de flexibele slang tegen ineenzijgen is beschermd.
9. Zuiginrichting volgens conclusie 8, waarbij de flexibele slang tegen het ineenzijgen ringen of een spiraal omvat, die bijvoorbeeld uit metaal is vervaardigd.
10. Zuiginrichting volgens één van de conclusies 7 tot en met 9, waarbij de zuiginrichting een rigide zuigeinde omvat, geschikt voor het gericht richten en plaatsen van de zuigmond van de zuiginrichting.
11. Zuiginrichting volgens conclusie 10, waarbij het rigide zuigeinde ten minste één handvat omvat.
12. Zuiginrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de afsluitrand een flexibele afdichtingsrand omvat.
13. Zuiginrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de draaginrichting ten minste één bevestigingsclip omvat.
14. Zuiginrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de draaginrichting aan ten minste een deel van één zijde van haar omtrekrand een rand omvat die om een bovenrand van een geopende minicontainer past en aan kan grijpen of die om een handvat van de minicontainer past en hierop kan aangrijpen.
15. Gebruik van een zuiginrichting volgens één van de voorgaande conclusies, voor het opzuigen van organisch materiaal zoals bladeren, takjes, fruit, etc., voor het opzuigen van bij productie en/of opslag vrijkomend materiaal zoals spaanders, zaagsel, verpakkingsmateriaal, vulmateriaal, stof en/of vloeistof, voor het reinigen van voertuigen, vaartuigen, industriële gebouwen en terreinen, voor het reinigen van opslagruimtes en/of containers.
16. Werkwijze voor het vervaardigen van een zuiginrichting volgens één van de conclusies 1 tot en met 14 omvattende de volgende in geschikte volgorde uit te voeren stappen: a) Het verschaffen van ventilator en een ventilatorhuis met een pers en een zuigleiding, b) Het in, op of onder een draageenheid aanbrengen van de ventilator en het ventilatorhuis, waarbij de draageenheid voorzien is van de afsluitrand, die op een opening van een minicontainer, bij voorkeur een minicontainer volgens de Europese norm EN 840-1 en/of een minicontainer volgens de Amerikaanse norm ANSI Z245.60, in hoofdzaak afsluitend pasbaar is ingericht en gedimensioneerd, c) Het aanbrengen van een trommelvormige kamer d) Het tangentieel aansluiten van de persleiding van het ventilatorhuis op de mantel van de trommelvormige kamer, e) Het aanbrengen van een centrale uitlaat in het bovenvlak van de trommelvormige kamer en een diametrale spieetvormige uitlaat langs de mantel in het ondervlak van de trommelvormige kamer.
NL2012734A 2014-05-01 2014-05-01 Zuiginrichting, werkwijze voor haar gebruik en werkwijze voor haar vervaardiging. NL2012734B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2012734A NL2012734B1 (nl) 2014-05-01 2014-05-01 Zuiginrichting, werkwijze voor haar gebruik en werkwijze voor haar vervaardiging.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2012734A NL2012734B1 (nl) 2014-05-01 2014-05-01 Zuiginrichting, werkwijze voor haar gebruik en werkwijze voor haar vervaardiging.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2012734B1 true NL2012734B1 (nl) 2016-02-18

Family

ID=57100842

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2012734A NL2012734B1 (nl) 2014-05-01 2014-05-01 Zuiginrichting, werkwijze voor haar gebruik en werkwijze voor haar vervaardiging.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2012734B1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2021120264A1 (zh) * 2019-12-18 2021-06-24 邦辰环保科技(苏州)有限公司 一种垃圾桶式吸尘器

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2021120264A1 (zh) * 2019-12-18 2021-06-24 邦辰环保科技(苏州)有限公司 一种垃圾桶式吸尘器

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5935279A (en) Removable cyclone separator for a vacuum cleaner
CN101420895B (zh) 单级旋风式真空清洁器
US7354468B2 (en) Compact cyclonic separation device
AU2009202180B2 (en) Cyclonic vacuum cleaner with improved collection chamber
EP1725156B1 (en) Compact cyclonic bagless vacuum cleaner
US6546593B2 (en) Upright type vacuum cleaner having a cyclone type dust collector
US4894881A (en) Wet/dry vacuum machine
EP0966912A1 (en) Cyclone separator device for a vacuum cleaner
US11458485B2 (en) Dust collector with negative pressure bagging
US20100293744A1 (en) Bagless Dustcup
FR2810528A1 (fr) Aspirateur balai comportant un collecteur de poussiere de type cyclone
CN101730495A (zh) 旋流式通用真空装置
CN101842040A (zh) 具有外部设置的污垢仓室的气旋式表面清洁设备
EP1224898A1 (en) Cyclonic vacuum cleaner
US6027541A (en) Lid for auxiliary dust removal receptacle
NL2012734B1 (nl) Zuiginrichting, werkwijze voor haar gebruik en werkwijze voor haar vervaardiging.
JP2012045257A (ja) 集塵装置及び電気掃除機
NL2007094C2 (nl) Zuiginrichting, werkwijze voor haar gebruik en werkwijze voor haar vervaardiging.
EP2987441A1 (en) Vacuum cleaning device, method of its use and method of its manufacture
US20140352268A1 (en) Cyclonic particulate collection device
GB2379404A (en) An upright vacuum cleaner with a cyclonic dust collecting apparatus
KR20020001095A (ko) 사이클론 집진장치를 갖는 업라이트형 진공청소기
JP3224651U (ja) バキュームクリーナー及び塵煙低減装置
JP2003325401A (ja) サイクロン式集塵装置及びそれを用いた電気掃除機
JP5810272B2 (ja) 集塵装置及び電気掃除機

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20170601