NL2012448B1 - Klapschaats. - Google Patents

Klapschaats. Download PDF

Info

Publication number
NL2012448B1
NL2012448B1 NL2012448A NL2012448A NL2012448B1 NL 2012448 B1 NL2012448 B1 NL 2012448B1 NL 2012448 A NL2012448 A NL 2012448A NL 2012448 A NL2012448 A NL 2012448A NL 2012448 B1 NL2012448 B1 NL 2012448B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
skate
skate frame
locking member
shoe
support section
Prior art date
Application number
NL2012448A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2012448A (nl
Original Assignee
Wintersport Leerdam B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Wintersport Leerdam B V filed Critical Wintersport Leerdam B V
Priority to NL2012448A priority Critical patent/NL2012448B1/nl
Publication of NL2012448A publication Critical patent/NL2012448A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2012448B1 publication Critical patent/NL2012448B1/nl

Links

Landscapes

  • Footwear And Its Accessory, Manufacturing Method And Apparatuses (AREA)

Description

Klapschaats
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een klapsschaats welke een schoen en een schaatsframe omvat, waarbij - de schoen een zool omvat met een neussectie, middensectie en haksectie, en - het schaatsframe - een eerste schaatsframedeel dat aan een eerste zijde ervan een schaatsblad omvat, en - een tweede schaatsframedeel ingericht voor het verbonden zijn met de zool van de schoen, omvat; waarbij het eerste schaatsframedeel scharnierbaar is verbonden met het tweede schaatsframedeel om een draaiingsas dwars op - de lengterichting van de schaats, en - het hoofdvlak van het schaatsblad; waarbij de draaiingsas waarom het eerste schaatsframedeel ten opzichte van het tweede schaatsframedeel scharnierbaar is zich ter plaatse van de neussectie bevindt aan een tweede zijde van het eerste schaatsframedeel die van het schaatsblad is afgekeerd; waarbij het schaatsframe zich in een eerste gesloten toestand en in een tweede opengeklapte toestand kan bevinden; en de klapschaats is voorzien van een vergrendeling voor het in de eerste toestand vergrendelen van het schaatsframe.
In het vak zijn klapschaatsen welbekend. Bij een klapschaats kan het schaatsframe zich in een eerste gesloten toestand bevinden en in een tweede opengeklapte toestand. Er is een orgaan, gebruikelijk een veer of een magneet, dat ervoor zorgt dat de klapschaats zich in de eerste toestand bevindt. Alleen tijdens de afzet komt het schaatsframe in de tweede toestand. Omdat de schaatser niet meer met de hele voet moet afzetten maar met de voorvoet af mag zetten, heeft de schaatser langer grip op het ijs en maken de klapschaatsen het mogelijk om doelmatiger te schaatsen. Hierdoor kan harder, met minder inspanning, en/of langer geschaatst worden.
De onderhavige uitvinding beoogt een veelzijdige klapschaats te verschaffen.
Hiertoe wordt een klapschaats volgens de aanhef gekenmerkt doordat de haksectie van de schoen is voorzien van een eerste vergrendelorgaan met een naar de haksectie gekeerd steunvlak; waarbij het eerste schaatstramedeel aan de tweede zijde ervan een steun omvat, welke steun een ten opzichte van de rest van het eerste schaatstramedeel verplaatsbare steunsectie omvat welke verplaatsbare steunsectie een tweede vergrendelorgaan omvat, waarbij de verplaatsbare steunsectie middels een geleiding verplaatsbaar is tussen - een eerste stand waarin het tweede vergrendelorgaan van de verplaatsbare steunsectie als aanslag voor het steunvlak van het eerste vergrendelorgaan van de schoen fungeert, en - een tweede stand waarin het eerste vergrendelorgaan door het tweede vergrendelorgaan is vrijgegeven en het schaatsframe tussen de eerste gesloten toestand en de tweede opengeklapte toestand kan bewegen.
Aldus wordt een naar keuze vergrendelbare klapschaats verschaft. Bij ijs dat kwalitatief te wensen overlaat, zoals ijs met scheuren, geniet een schaats die niet scharniert de voorkeur. Vergrendelen kan ook gunstig zijn bij het leren schaatsen, aangezien dit dan bijvoorbeeld eerst geleerd kan worden in een vergrendelde toestand en later in een niet-vergrendelde toestand. Het bedieningsgemak is groot, aangezien het tweede vergrendelorgaan ook met handschoenen aan gemakkelijk kan worden verplaatst, en zelfs rijdend nog kan worden bediend. Het eerste vergrendelorgaan is bijvoorbeeld een pen, en het tweede vergrendelorgaan een uitsparing waarin de pen opneembaar is. De verplaatsing van de verplaatsbare tweede steun is bij voorkeur in de lengterichting van de klapschaats. Dit geschiedt bijvoorbeeld middels een sleuf aan de tweede zijde van het eerste schaatsframedeel, in het bijzonder in een schaatsbuis waaraan het schaatsblad bevestigd is. De sleuf fungeert dan als geleiding voor de verplaatsbare steunsectie. De sleuf kan ook als aanslag voor uiterste standen van de verplaatsbare steunsectie fungeren.
Het is het bekend om een commercieel verkrijgbare klapschaats aan te passen teneinde deze in de eerste toestand te vergrendelen zodat deze voortaan als een niet-klapschaats kan worden gebruikt.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat het eerste vergrendelorgaan een pen is die zich tussen noppen van de zool en evenwijdig met de zool uitstrekt in een richting dwars op de lengterichting van de schoen.
Het gebruik van een pen voor de bevestiging van een schoen aan een schaats is in het vak bekend, en een dergelijke pen kan met succes worden gebruik als orgaan bij de vergrendelbare klapschaats volgens de uitvinding.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat het schaatsframe losneembaar bevestigbaar is aan de schoen, waarbi j - de zool van de schoen - ter plaatse van de neussectie een eerste voorste bevestigingsorgaan, en - een ten opzichte van het eerste voorste bevestigingsorgaan verder van de neus weggelegen verder bevestigingsorgaan, omvat; waarbij het tweede schaatstramedeel is voorzien van een tweede voorste bevestigingsorgaan en een vergrendelorgaan, waarbij - het eerste voorste bevestigingsorgaan en het tweede voorste bevestigingsorgaan in combinatie en - het verdere bevestigingsorgaan en het vergrendelorgaan in combinatie samenwerken voor het losneembaar bevestigen van de schoen aan het schaatsframe.
Aldus wordt een vergrendelbare klapschaats verschaft waarvan het schaatsframe gemakkelijk kan worden losgenomen. Hierdoor kan de schaatser vrij comfortabel op de schoen lopen, bijvoorbeeld wanneer het ijs tijdelijk verlaten wordt of voorafgaande aan het betreden ervan.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat het eerste schaatsframedeel een borgorgaan omvat voor het in de eerste stand en in de tweede stand van de verplaatsbare steunsectie borgen daarvan.
Aldus kan een meer betrouwbare vergrendeling van de klapschaats worden bereikt. Het borgorgaan is bijvoorbeeld een magnetisch borgorgaan dat door een afkanting door verplaatsing van de verplaatsbare steunsectie wordt opgetild.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat het borgorgaan is ingericht om bij een voorafbepaalde kracht de overgang tussen de eerste stand en in de tweede stand van de verplaatsbare steunsectie toe te laten.
De benodigde voorafbepaalde kracht is bijvoorbeeld ten minste 0,1 N, zoals ten minste 1 N en is bij voorkeur ten minste 5 N zoals ten minste 10 N. Een grotere benodigde kracht maakt de vergrendeling betrouwbaarder bij schokken die op kunnen treden, bijvoorbeeld wanneer de schaats met kracht op het ijs wordt gebracht zoals bij een start.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat het borgorgaan een veer omvat voor het in de eerste stand en/of tweede stand houden van de verplaatsbare steunsectie.
Aldus wordt verzekerd dat het schaatsframe tijdens het schaatsen met verhoogde zekerheid in de gekozen stand blijft.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat het borgorgaan een borgelement omvat waarvan het distale uiteinde taps is uitgevoerd voor het door het uitoefenen van de voorafbepaalde kracht van de eerste stand naar de tweede stand brengen van de verplaatsbare steunsectie.
Dit is een betrouwbare en gemakkelijk te realiseren uitvoeringsvorm van het borgorgaan. De term taps omvat ook bol.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de steun een stationaire verdere steunsectie omvat.
Dit maakt het mogelijk om de stationaire verdere steunsectie ten minste een deel van door de schaatser uitgeoefende kracht aan het schaatsblad door te geven. In plaats daarvan of daarenboven kan de verdere steunsectie ook dienen om de rol van aanslag en/of geleiding te spelen, waarbij het schaatsframe niet of minder verzwakt wordt als wanneer de schaatsbuis een geleidingssleuf zou bezitten voor de verplaatsbare steunsectie.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de verdere steunsectie twee bouten omvat welke samenwerken met een geleidingssleuf van de verplaatsbare steunsectie, welke bouten op een lijn zijn geplaatst evenwijdig met de hartlijn van het schaatsframe.
Aldus wordt op een zeer eenvoudige wijze een verdere steunsectie verschaft, waarbij de koppen van de bouten tevens de verplaatsbare steunsectie tussen de tweede zijde van het schaatsframe en de onderzijde van de koppen vast kunnen houden indien de geleiding een verbrede sectie heeft, in welk geval de onderzijden van de koppen als aanslag fungeren.
Tenslotte heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een schaatsframe voor een schoen dat - een eerste schaatstramedeel dat aan een eerste zijde ervan een schaatsblad omvat, en - een tweede schaatstramedeel ingericht voor het verbonden zijn met de zool van de schoen, omvat; waarbij het eerste schaatstramedeel scharnierbaar is verbonden met het tweede schaatstramedeel om een draaiingsas dwars op - de lengterichting van de schaats, en - het hoofdvlak van het schaatsblad; waarbij de draaiingsas waarom het eerste schaatstramedeel ten opzichte van het tweede schaatstramedeel scharnierbaar is zich ter plaatse van de neussectie bevindt aan een tweede zijde van het eerste schaatstramedeel die van het schaatsblad is afgekeerd; waarbij het schaatsframe zich in een eerste gesloten toestand en in een tweede opengeklapte toestand kan bevinden; waarbij het schaatsframe is ingericht voor het in de eerste toestand vergrendelen van het schaatsframe aan de schoen , welke schoen een eerste vergrendelorgaan omvat, waarbij het eerste schaatstramedeel aan de tweede zijde ervan een steun omvat, welke steun een ten opzichte van de rest van het eerste schaatstramedeel verplaatsbare steunsectie omvat welke verplaatsbare steunsectie een tweede vergrendelorgaan omvat, waarbij de verplaatsbare steunsectie middels een geleiding verplaatsbaar is tussen - een eerste vergrendelende stand, en - een tweede stand vrijgevende stand voor het kunnen laten scharnieren van schaatsframe tussen de eerste gesloten toestand en de tweede opengeklapte toestand.
Een dergelijk schaatsframe is geschikt voor de vervaardiging van een vergrendelbare klapschaats. Uitvoeringsvormen in elke mogelijke combinatie zijn reeds als onderconclusies voor de klapschaats beschreven en het schaatsframe volgens de uitvinding omvat al deze uitvoeringsvormen, welke alleen om herhaling te vermijden niet als onderconclusie zijn opgesomd.
De onderhavige uitvinding zal thans worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin
Fig. IA en Fig. 1B een zijaanzicht tonen op een vergrendelbare klapschaats in een opengeklapte en een ingeklapte toestand;
Fig. 2 een zool van de klapschaats volgens de uitvinding toont;
Fig. 3A en Fig. 3B schematisch een detail in zijaanzicht tonen van de klapschaats van Fig. 1B in respectievelijk een niet-vergrendelde stand en en wel-vergrendelde stand; en
Fig. 4A en Fig. 4B in perspectivisch bovenaanzicht de opbouw van de steun van de klapschaats van Fig. 3 in detail en in twee standen tonen.
Fig. IA en Fig. 1B tonen een vergrendelbare klapschaats 100 in respectievelijk een opengeklapte en een ingeklapte toestand. De klapschaats 100 omvat een schoen 110 en een schaatsframe 120 (schaatsijzer 120).
De schoen 110 is scharnierbaar rond draaiingsas 101 aan het schaatsframe 120 aangebracht. Als de schoen 110 losneembaar is, dan is deze aan het schaatsframe 120 losneembaar bevestigbaar. In geval van een losneembare schoen 110 omvat deze een zool 111 met noppen 112, welke noppen 112 grip bieden bij het lopen en/of delen van het bevestigingsmechanisme voor koppeling aan het schaatsframe 120 herbergen.
Het schaatsijzer 120 omvat een eerste schaatsframedeel 130 en een tweede schaatsframedeel 140 welke om draaiingsas 101 draaibaar aan elkaar bevestigd zijn.
Het eerste schaatsframedeel 130 omvat een eerste zijde 131 en een tweede zijde 132. Aan de eerste zijde 131 bevindt zich een schaatsblad 133. De draaiingsas 101 staat dwars op het hoofdvlak van het schaatsblad 133 en dwars op de lengterichting ervan.
Het eerste schaatsframedeel 130 omvat aan de tweede zijde 132 ervan een steun 150. Hierop steunt de schoen 110 in de ingeklapte toestand van de klapschaats 100 af.
Zoals in het vak bekend wordt dankzij veren of magneten (NL2003408)of dergelijke het eerste schaatsframedeel 130 weer naar de ingeklapte toestand gebracht wanneer de schaatser de klapschaats van het ijs tilt. Dit behoeft geen verdere toelichting.
Om de klapschaats 100 naar keuze als klapschaats of als traditionele schaats te gebruiken, omvat de steun 150 van de klapschaats 100 volgens de uitvinding een vergrendeling, waarbij de zool 111 van de schoen aan het schaatsframe 120, in het bijzonder het eerste framedeel 130 daarvan, wordt vastgezet.
Fig. 2 toont de zool 111 van de schoen 110 van de klapschaats 100 van Fig. 1. Te zien zijn een neussectie 210, een middensectie 220 en een haksectie 230.
De neussectie 210 bezit een eerste voorste bevestigingsorgaan 211 in de vorm van een pen 211 welke zich tussen twee noppen 112 uitstrekt, in hoofdzaak evenwijdig met de draaiingsas 101.
De nok 213 is een verder bevestigingsorgaan 213 voor het bevestigen van de schoen 110 aan het schaatsframe 120, welke bevestigingswijze het onderwerp is van een tegelijk met de onderhavige aanvraag ingediende octrooiaanvraag. Omdat een conventionele wijze van bevestigen, zoals bekend van de Wiperboard, ook bruikbaar is en de uitvinding niet tot een specifieke wijze van losneembaar bevestigen beperkt is, behoeft dit geen verdere toelichting.
Tussen twee noppen 112 van de haksectie 230 is een eerste vergrendelorgaan 261 verschaft, hier in de vorm van een pen 261.
Fig. 3A en Fig. 3B tonen schematisch een detail in opengewerkt zijaanzicht van de klapschaats 100 van Fig. 1B in respectievelijk een niet-vergrendelde eerste stand en en wel-vergrendelde tweede stand. Bovenaan is de zool 111 van de schoen 110 met onderbroken lijnen weergegeven.
De steun 150 omvat een stationaire verdere steunsectie 351 en een verplaatsbare steunsectie 352. Bij de weergegeven uitvoeringsvorm omvat de stationaire verdere steunsectie 351 twee bouten 380 met koppen 381. De bouten 380 zijn met alleen de distale uiteinden ervan in een buisvormig deel van het schaatsframe 120 gedraaid. De verplaatsbare steunsectie 352 omvat een geleidingssleuf 353 voor het verplaatsen van de verplaatsbare steunsectie 352, zoals aan de hand van Fig. 4A en Fig. 4B zal worden uitgelegd.
De verplaatsbare steunsectie 352 omvat een tweede vergrendelorgaan 362. Het eerste vergrendelorgaan 261 werkt samen met het tweede vergrendelorgaan 362, hier in de vorm van een naar de achterzijde van de klapschaats 100 gerichte uitsparing 362 die als aanslag fungeert voor het in de eerste toestand vergrendelen van de schoen 110 doordat draaiing van de schoen 110 om de draaiingsas 101 van het schaatsframe 120 niet meer mogelijk is. De bovenzijde van de pen fungeert als steunvlak 363.
De verplaatsbare steunsectie 352 omvat een borgorgaan 370 dat veer 371 en een kogel 372 omvat. Het eerste schaatsframedeel 130 omvat aan de tweede zijde ervan twee verzonken uitsparingen 373a, 373b. De veer 371 drukt de kogel 372 - afhankelijk van de stand van het verplaatsbare tweede vergrendelorgaan 362 - in één van beide verzonken uitsparingen 373a, 373b. De veerspanning bepaalt de kracht welke nodig is om het verplaatsbare tweede vergrendelorgaan 362 van de ene naar de andere stand te brengen. In plaats van een kogel 372 kan de veer 371 ook een taps uiteinde van een stift in de uitsparingen drukken. Ook is het mogelijk om in plaats van een veer een magneet of meer magneten te gebruiken om de kracht te verschaffen.
Fig. 4A en Fig. 4B laten in perspectivisch bovenaanzicht de opbouw van de steun van de klapschaats van Fig. 3 in detail en in twee standen zien. De geleidingssleuf 353 van de verplaatsbare steunsectie 352 is aan de naar de schoen 110 gekeerde zijde verbreed uitgevoerd voor het opnemen van de koppen 381 van de bouten 380 (In Fig. 3B en Fig. 4A wijst de verwijzingslijn naar het verbrede deel van de geleidingssleuf 353). De bouten 380 staan op een lijn evenwijdig met de lengterichting van het schaatsframe 120 en die van de geleidingssleuf 353. Dit maakt het mogelijk om de verplaatsbare steunsectie 352 spelingsarm van de eerste niet-vergrendelde toestand (Fig. 3A en Fig. 4A) naar de tweede vergrendelde toestand (Fig. 3B en Fig. 4B) te brengen, vice versa.
De verplaatsbare steunsectie 352 is van een korte schroef 499 voorzien voor het opsluiten van de veer 371.

Claims (10)

1. Klapsschaats welke een schoen (110) en een schaatsframe (120) omvat, waarbij - de schoen (110) een zool (111) omvat met een neussectie (210), middensectie (220) en haksectie (230), en - het schaatsframe (120) - een eerste schaatsframedeel (130) dat aan een eerste zijde (131) ervan een schaatsblad (133) omvat, en - een tweede schaatsframedeel (140) ingericht voor het verbonden zijn met de zool (111) van de schoen (110), omvat; waarbij het eerste schaatsframedeel (130) scharnierbaar is verbonden met het tweede schaatsframedeel (140) om een draaiingsas (101) dwars op - de lengterichting van de schaats, en - het hoofdvlak van het schaatsblad (133); waarbij de draaiingsas (101) waarom het eerste schaatsframedeel (130) ten opzichte van het tweede schaatsframedeel (140) scharnierbaar is zich ter plaatse van de neussectie (210) bevindt aan een tweede zijde (132) van het eerste schaatsframedeel (130) die van het schaatsblad (133) is afgekeerd; waarbij het schaatsframe (120) zich in een eerste gesloten toestand en in een tweede opengeklapte toestand kan bevinden; en de klapschaats (100) is voorzien van een vergrendeling voor het in de eerste toestand vergrendelen van het schaatsframe (120), met het kenmerk, dat de haksectie (230) van de schoen (110) is voorzien van een eerste vergrendelorgaan (261) met een naar de haksectie (230) gekeerd steunvlak (363); waarbij het eerste schaatsframedeel (130) aan de tweede zijde (132) ervan een steun (150) omvat, welke steun (150) een ten opzichte van de rest van het eerste schaatsframedeel (130) verplaatsbare steunsectie (352) omvat welke verplaatsbare steunsectie (352) een tweede vergrendelorgaan (362) omvat, waarbij de verplaatsbare steunsectie (352) middels een geleiding (353) verplaatsbaar is tussen - een eerste stand waarin het tweede vergrendelorgaan (362) van de verplaatsbare steunsectie (352) als aanslag voor het steunvlak (363) van het eerste vergrendelorgaan (261) van de schoen (110) fungeert, en - een tweede stand waarin het eerste vergrendelorgaan (261) door het tweede vergrendelorgaan (362) is vrijgegeven en het schaatsframe (120) tussen de eerste gesloten toestand en de tweede opengeklapte toestand kan bewegen.
2. Klapschaats (100) volgens conclusie 1, waarbij het eerste vergrendelorgaan een pen is die zich tussen noppen (112) van de zool (111) en evenwijdig met de zool (111) uitstrekt in een richting dwars op de lengterichting van de schoen (110) .
3. Klapschaats (100) volgens conclusie 1 of 2, waarbij het schaatsframe (120) losneembaar bevestigbaar is aan de schoen (110), waarbi j - de zool (111) van de schoen (110) - ter plaatse van de neussectie (210) een eerste voorste bevestigingsorgaan (211), en - een ten opzichte van het eerste voorste bevestigingsorgaan (211) verder van de neus weggelegen verder bevestigingsorgaan (213), omvat; waarbij het tweede schaatsframedeel (140) is voorzien van een tweede voorste bevestigingsorgaan (211) en een vergrendelorgaan, waarbij - het eerste voorste bevestigingsorgaan (211) en het tweede voorste bevestigingsorgaan (211) in combinatie en - het verdere bevestigingsorgaan en het vergrendelorgaan in combinatie samenwerken voor het losneembaar bevestigen van de schoen (110) aan het schaatsframe (120) .
4. Klapschaats (100) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het eerste schaatsframedeel (130) een borgorgaan (370) omvat voor het in de eerste stand en in de tweede stand van de verplaatsbare steunsectie (352) borgen daarvan.
5. Klapschaats (100) volgens conclusie 4, waarbij het borgorgaan (370) is ingericht om bij een voorafbepaalde kracht de overgang tussen de eerste stand en in de tweede stand van de verplaatsbare steunsectie (352) toe te laten.
6. Klapschaats (100) volgens een van de conclusies 4 of 5, waarbij het borgorgaan (370) een veer (371) omvat voor het in de eerste stand en/of tweede stand houden van de verplaatsbare steunsectie (352) .
7. Klapschaats (100) volgens een van de conclusies 4 tot 6, waarbij het borgorgaan (370) een borgelement (372) omvat waarvan het distale uiteinde taps is uitgevoerd voor het door het uitoefenen van de voorafbepaalde kracht van de eerste stand naar de tweede stand brengen van de verplaatsbare steunsectie (352) .
8. Klapschaats (100) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de steun (150) een stationaire verdere steunsectie (351) omvat.
9. Klapschaats (100) volgens conclusie 8, waarbij de verdere steunsectie (351) twee bouten (380) omvat welke samenwerken met een geleidingssleuf (353) van de verplaatsbare steunsectie (352), welke bouten (380) op een lijn zijn geplaatst evenwijdig met de hartlijn van het schaatsframe (120) .
10. Schaatsframe (120) voor een schoen (110) dat - een eerste schaatsframedeel (130) dat aan een eerste zijde (131) ervan een schaatsblad (133) omvat, en - een tweede schaatsframedeel (140) ingericht voor het verbonden zijn met de zool (111) van de schoen (110), omvat; waarbij het eerste schaatsframedeel (130) scharnierbaar is verbonden met het tweede schaatsframedeel (140) om een draaiingsas (101) dwars op - de lengterichting van de schaats, en - het hoofdvlak van het schaatsblad (133); waarbij de draaiingsas (101) waarom het eerste schaatsframedeel (130) ten opzichte van het tweede schaatsframedeel (140) scharnierbaar is zich ter plaatse van de neussectie (210) bevindt aan een tweede zijde (132) van het eerste schaatsframedeel (130) die van het schaatsblad (133) is afgekeerd; waarbij het schaatsframe (120) zich in een eerste gesloten toestand en in een tweede opengeklapte toestand kan bevinden; met het kenmerk, dat het schaatsframe (120) is ingericht voor het in de eerste toestand vergrendelen van het schaatsframe (120) aan de schoen (110), welke schoen (110) een eerste vergrendelorgaan (261) omvat, waarbij het eerste schaatsframedeel (130) aan de tweede zijde (132) ervan een steun (150) omvat, welke steun (150) een ten opzichte van de rest van het eerste schaatsframedeel (130) verplaatsbare steunsectie (352) omvat welke verplaatsbare steunsectie (352) een tweede vergrendelorgaan (362) omvat, waarbij de verplaatsbare steunsectie (352) middels een geleiding (353) verplaatsbaar is tussen - een eerste vergrendelende stand, en - een tweede stand vrijgevende stand voor het kunnen laten scharnieren van schaatsframe (120) tussen de eerste gesloten toestand en de tweede opengeklapte toestand.
NL2012448A 2014-03-14 2014-03-14 Klapschaats. NL2012448B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2012448A NL2012448B1 (nl) 2014-03-14 2014-03-14 Klapschaats.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2012448A NL2012448B1 (nl) 2014-03-14 2014-03-14 Klapschaats.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2012448A NL2012448A (nl) 2015-11-26
NL2012448B1 true NL2012448B1 (nl) 2016-01-08

Family

ID=56735824

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2012448A NL2012448B1 (nl) 2014-03-14 2014-03-14 Klapschaats.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2012448B1 (nl)

Also Published As

Publication number Publication date
NL2012448A (nl) 2015-11-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US11980789B2 (en) Exercise machine with adjustable handles
US7500682B1 (en) Adjustable handcart
US6685214B2 (en) Folding cart
US9586129B2 (en) Power and stabilizing apparatus
US8328225B2 (en) Ski binding adaptor with floating heel lock
US5213354A (en) Coupling device for towing a vehicle
MXPA00010157A (es) Patineta/patinete convertible.
JP5810530B2 (ja) 高さ調節可能なハンドルを有する歩行器
US20110287897A1 (en) Track and field starting block anchor
US20170213477A1 (en) Training assembly for two-wheel vehicle with independently movable foot placement sections
US2819907A (en) Convertible roller skate and ski
NL2012448B1 (nl) Klapschaats.
US20190022513A1 (en) Collapsible ski
CA2087119C (en) Skiing simulator and training device
US20160361588A1 (en) Athletic apparatus having adjustable track
US20080012248A1 (en) Ice skate with elastic suspension
US4349971A (en) Forward lean adjuster for ski boots
US20160296790A1 (en) Sitting Type Oblong Orbital Exercising Machine
NL1029832C2 (nl) Handgestuurd snowboard.
CN109996588A (zh) 冰鞋冰刀弯曲设备
US20100050807A1 (en) Hand lever for vehicle
US20070123397A1 (en) Locking mechanism for a bicycle trainer
US3944240A (en) Ski binding
JP2012500103A (ja) 折り畳み式ゴルフバッグカート
NL2012447B1 (nl) Wintersportartikel.

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20200401