NL2012383A - Spaninrichting voor het spannen van koorden van een scherm en scherm voorzien van deze spaninrichting. - Google Patents

Description

SPANINRICHTING VOOR HET SPANNEN VAN KOORDEN VAN EEN SCHERM EN SCHERM VOORZIEN VAN DEZE SPANINRICHTING

De uitvinding heeft betrekking op een spaninrichting voor het spannen van een eerste koord van een scherm, zoals een raambekleding, waarin het scherm ten minste één rail voorzien vaneen profiel omvat en waarin de spaninrichting ten minste één trekveer omvat en ten minste één begrenzingselement voor het begrenzen van de uitrekking van de ten minste ene trekveer omvat, en waarin de spaninrichting twee samenwerkende behuizingsdelen omvat, waarin een eerste uiteinde en een tweede uiteinde van de trekveer zijn verbonden met respectievelijk het eerste behuizingsdeel en het tweede behuizingsdeel, waarin het eerste behuizingsdeel eerste middelen omvat voor aangrijping van het koord en de behuizingsdelen tegen de werking van de veerkracht van de ten minste ene trekveer in uit elkaar schuifbaar zijn, en elk begrenzingselement twee samenwerkende begrenzingselementdelen omvat, waarin elk behuizingsdeel (3, 4) één van de begrenzingselementdelen van elk begrenzingselement omvat en de begrenzingselementdelen zijn ingericht voor het begrenzen van de beweging van de behuizingsdelen.

Een spaninrichting volgens de aanhef is bekend op het vakgebied. De bekende spaninrichting heeft als nadeel dat de spaninrichting niet geschikt is voor het spannen van twee koorden aan weerszijden van de spaninrichting. De beide behuizingsdelen werken samen door koppeling aan elkaar.

Een spaninrichting die hiervoor wel geschikt is, is beschreven in het Europees octrooi EP1526245.

Deze andere spaninrichting heeft echter als nadeel dat de trekveer het begrenzingselement omvat, waardoor de bekende spaninrichting niet gebruik kan maken van een standaard trekveer.

Omdat de trekveer het begrenzingselement omvat, kan het begrenzingselement rond de aansluiting bij de trekveer bij repeterende gebruik ervan afbreken.

Daarnaast is in de praktijk gebleken dat het monteren van de andere bekende spaninrichting omslachtig is.

De uitvinding heeft als doel om te voorzien in een spaninrichting die geschikt voor het spannen van twee koorden aan weerszijden van de spaninrichting en die niet bovengenoemde nadelen heeft.

Daartoe voorziet de uitvinding in een spaninrichting volgens de aanhef, met het kenmerk, dat dat het tweede behuizingsdeel tweede middelen omvat voor aangrijping van een tweede koord en beide behuizingsdelen zijn ingericht voor verschuifbare opname in de ten minste ene rail van het scherm.

Door de schuifbare opname beide behuizingsdelen in de rail kan de inventieve spaninrichting vrij bewegen en hoeft het noodzakelijke afknopen van de koorden van het scherm tevens minder nauwkeurig plaats te vinden.

Om de schuifbare opname op een economische wijze te realiseren zijn bij voorkeur de beide behuizingsdelen aan weerszijden voorzien van een omranding, die is ingericht voor samenwerking met het profiel van de rail.

Bij voorkeur is elk begrenzingselement in bedrijf bedienbaar is via een open zijde van de rail, waardoor de beide behuizingsdelen gekoppeld en ontkoppeld worden als de inventieve spaninrichting in de rail is geplaatst.

Bij voorkeur zijn in de spaninrichting volgens de uitvinding een eerste uiteinde en een tweede uiteinde van de trekveer verbonden met respectievelijk het eerste behuizingsdeel en het tweede behuizingsdeel. Door deze maatregelen wordt de trekkracht van de trekveer direct overgebracht op de behuizingsdelen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de spaninrichting volgens de uitvinding omvatten het eerste begrenzingselementdeel en het tweede begrenzingselementdeel een eerste sleuf en een eerste nok, waarin de eerste sleuf en de eerste nok zijn ingericht voor samenwerking. De eerste sleuf verloopt daarbij in langsrichting van de spaninrichting. Bij verschuiving van de twee behuizingsdelen ten opzichte van elkaar verschuift de eerste nok in de eerste sleuf. Het uittrekken van de trekveer wordt door de genoemde maatregelen dus begrensd door de positie van de eerste sleuf op de behuizingsdelen en de lengte van de eerste sleuf.

In de voorkeursuitvoeringsvorm van de spaninrichting volgens de uitvinding omvat bij voorkeur het eerste behuizingsdeel een eerste uitsteeksel, waarin de eerste sleuf is aangebracht en het tweede behuizingsdeel een eerste uitsteeksel, waarop de eerste nok is aangebracht. Daarbij wijzen de eerste uitsteeksels van beide behuizingsdelen naar elkaar toe, waarbij delen ervan aangrenzend zijn. Door deze maatregelen kan de lengte van de spaninrichting beperkt blijven.

In een stevige uitvoering van de voorkeursuitvoeringsvorm van de spaninrichting volgens de uitvinding omvatten bij voorkeur het eerste begrenzingselementdeel en het tweede begrenzingselementdeel een tweede sleuf en een tweede nok, waarin de tweede sleuf en de tweede nok zijn ingericht voor samenwerking. Net als bij de eerste sleuf verloopt de tweede sleuf daarbij in langsrichting van de spaninrichting. Bij verschuiving van de twee behuizingsdelen ten opzichte van elkaar verschuift de tweede nok in de tweede sleuf. Op gelijke wijze bij de eerste sleuf en eerste nok wordt met deze maatregelen het uittrekken van de trekveer begrensd door de positie van de tweede sleuf op de behuizingsdelen en de lengte van de tweede sleuf.

Het heeft daarbij de voorkeur dat bij de voorkeursuitvoeringsvorm van de spaninrichting volgens de uitvinding het eerste behuizingsdeel tevens een tweede uitsteeksel omvat, waarop de tweede nok is aangebracht en het tweede behuizingsdeel een tweede uitsteeksel (omvat, waarin de tweede sleuf is aangebracht.

Voor toepassing van de inventieve spaninrichting in een rail van het scherm is bij voorkeur de spanrichting volgens de uitvinding toepasbaar in een scherm met ten minste één rail en is daarbij ten minste één behuizingsdeel ingericht voor opname en verschuiving in de ten minste ene rail. Daarbij is bij voorkeur het ten minste ene behuizingsdeel ingericht voor zodanige samenwerking met de ten minste ene rail, dat het ten minste ene behuizingsdeel na opname in de ten minste ene rail alleen nog maar in langsrichting van de rail kan schuiven.

Bij voorkeur omvat de inventieve span in richting twee gelijke begrenzingselementen die spiegel symmetrisch in het eerste en tweede behuizingsdeel zijn aangebracht. Hierdoor zijn de aangrijpingskrachten van beide begrenzingsdelen op evenwichtige wijze verdeeld.

Om economische redenen en om verwarring bij het samenstellen van het scherm te voorkomen zijn bij de spaninrichting volgens de uitvinding het eerste en het tweede behuizingsdeel identiek.

Daarbij zijn het eerste en het tweede behuizingsdeel bij voorkeur van één materiaal vervaardigd, in het bijzonder uit kunststof met behulp van bekende vormgeeftechnieken, zoals spuitgieten.

Bij voorkeur is de hoogte van de inventieve spaninrichting zodanig, dat in bedrijf van het scherm na plaatsing van de spaninrichting in de rail het mogelijk is dat andere, niet aan de spaninrichting verbonden, koorden over de spaninrichting kunnen passeren.

Afhankelijk van het type scherm kan aan de spaninrichting andere verende eigenschappen worden gegeven door toepassing van een andere veer, door het vergroten van de slaglengte van de veer of door toepassing van meerdere veren.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een scherm voorzien van één of meerdere spaninrichtingen volgens de uitvinding.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de volgende figuren, waarin:

Figuur 1 een isometrisch aanzicht toont van de bekende spaninrichting;

Figuur 2 een isometrisch aanzicht toont van de voorkeursinrichting van de spaninrichting volgens de uitvinding;

Figuur 3 een explosie-aanzicht toont van de spaninrichting volgens Figuur 2;

Figuur 4 een isometrisch aanzicht toont van de voorkeursinrichting van de spaninrichting volgens Figuur 2 toegepast in een rail van een scherm, waarin de koorden van het scherm in lichte mate gespannen zijn door de spaninrichting;

Figuur 5 een isometrisch aanzicht toont van de voorkeursinrichting van de spaninrichting volgens Figuur 2 toegepast in een rail van een scherm, waarin de koorden van het scherm gespannen zijn door de spaninrichting;

Figuur 6 schematisch een koordenschema toont voor een scherm met twee rails, waarin beide rails zijn voorzien van de inventieve spaninrichting.

Gelijke cijfers in verschillende figuren duiden gelijke onderdelen aan.

Figuur 1 toont een isometrisch aanzicht van de bekende spaninrichting B. De spaninrichting B omvat één trekveer B-2. Het begrenzingselement voor het begrenzen van de uitrekking van de trekveer B-2 is aangebracht aan de twee samenwerkende behuizingsdelen B-3;B-4. Alleen behuizingsdelen B-3 omvat de eerste middelen B-5 voor aangrijping van een koord K-1 (niet getekend) van een scherm. De behuizingsdelen B-3; B-4 zijn ten opzichte van elkaar schuifbaar tegen de werking van de veerkracht van de trekveer B-22. Een eerste uiteinde en een tweede uiteinde van de trekveer B-2 zijn verbonden met respectievelijk het eerste behuizingsdeel B-3 en het tweede behuizingsdeel B-4. De spaninrichting B is middels verbindingsdeel B-6 bevestigbaar in een daarvoor bestemd gat in een rail van het scherm.

Figuur 2 toont een isometrisch aanzicht van de voorkeursinrichting van de spaninrichting 1 volgens de uitvinding. De spaninrichting 1 omvat één trekveer 2. Het begrenzingselement voor het begrenzen van de uitrekking van de trekveer 2 is aangebracht aan de twee samenwerkende behuizingsdelen 3;4. Beide behuizingsdelen 3;4 omvatten eerste 5 en tweede middelen 22 voor aangrijping van een koord K-1 ;K-2 van een scherm.

De behuizingsdelen 3; 4 zijn ten opzichte van elkaar schuifbaar tegen de werking van de veerkracht van de trekveer 2. Een eerste uiteinde 2-A en een tweede uiteinde 2-B van de trekveer 2 zijn verbonden met respectievelijk het eerste behuizingsdeel 3 en het tweede behuizingsdeel 4.

Figuur 3 toont een explosie-aanzicht van de spaninrichting 1 volgens Figuur 2. Opgemerkt wordt dat de behuizingsdelen 3;4 identiek van vorm zijn. Op behuizingsdeel 3 zijn de begrenzingselementen gevormd door een eerste sleuf 6 op uitsteeksel 8 en een tweede nok 11 op uitsteeksel 12. Op behuizingsdeel 4 zijn de begrenzingselementen gevormd door een tweede sleuf 10 op uitsteeksel 13 en een eerste nok 7 op uitsteeksel 9.

De eerste nok 7 en tweede nok 11 kunnen voor montage van de veer 2 aan de spaninrichting 1 worden aangebracht in respectievelijk eerste sleuf 6 en tweede sleuf 10 via openingen 19;20, die elk aan een uiteinde van de sleuven 6;10 zijn aangebracht. Beide nokken 7;11 zijn voorzien van een omranding, die de eerste nok 7 opsluit in eerste sleuf 6 en de tweede nok 11 opsluit in de tweede sleuf 10. Het is voor de vakman duidelijk dat de nokken 7; 11 en de sleuven 6,10 de beweging van de behuizingsdelen 3; 4 begrenzen en daarmee functioneren als begrenzingselement voor de veer 2.

Het eerste behuizingsdeel 3 is voorzien van een omranding 16,18. Het tweede behuizingsdeel 4 is tevens voorzien van een omranding 17 en een omranding aan de tegenovergelegen zijde. Deze omrandingen zijn bestemd voor samenwerking met een verdieping in een rail van een scherm. Hierdoor kan de spaninrichting 1 in bij voorkeur geassembleerde toestand (Figuur 2) via een zijde van de rail in de rail geschoven worden.

Via een onderzijde van het eerste behuizingsdeel 3 en tweede behuizingsdeel 4 kunnen ter versteviging van de eerste 5 en tweede middelen 22 voor aangrijping van een koord K-1 ;K-2 van een scherm metalen inzetsels 21 in het eerste behuizingsdeel 3 en tweede behuizingsdeel 4 geschoven worden.

Figuur 4 toont een isometrisch aanzicht van de voorkeursinrichting van de spaninrichting 1 volgens Figuur 2 toegepast in een rail R van een scherm, waarin de koorden K-1 ;K-2 van het scherm in lichte mate gespannen zijn door de spaninrichting 1. De spaninrichting 1 is in geassembleerde toestand via een zijde van de rail R in de rail geschoven, waarbij de omrandingen van de spaninrichting 1 aangrijpen op een verdieping R-V in de rail R. Hierdoor kan de spaninrichting 1 alleen nog maar schuiven in de langsrichting van de rail R. De koorden K-1 ;K-2 zijn middels eerste 5 en tweede middelen 22 verbonden aan de spaninrichting 1. De koorden K-1 ;K-2 zijn niet gespannen en de veer 2 van de spaninrichting 1 is dientengevolge niet belast.

Figuur 5 toont een isometrisch aanzicht van de voorkeursinrichting van de spaninrichting 1 volgens Figuur 2 toegepast in een rail R van een scherm, waarin de koorden K-1 ;K-2 van het scherm gespannen zijn door de spaninrichting 1. De koorden K-1 ;K-2 zijn maximaal gespannen door de spaninrichting 1. De uitrekking van de veer 2 wordt in deze situatie begrensd door de nokken 7;11, die tegen een uiteinde van de sleuven 6;10 liggen. Door toepassing van de spaninrichting 1 kan de veer 2 maar in een bepaalde mate gespannen zijn. Deze maximale spanning wordt uitsluitend bepaald door de sleuven 6;10 en de nokken 7;11.

Figuur 6 toont schematisch een koordenschema voor een scherm met twee rails R-1, R-2, waarin beide rails R-1 ;R-2 zijn voorzien van de inventieve spaninrichting 1. De koorden K-1 en K-2 zijn daarbij verbonden aan de bovenste spaninrichting 1. De koorden K-3 en K-4 zijn daarbij verbonden aan de onderste spaninrichting 1. Ter verduidelijking zijn alle koorden dikker getoond. Zowel de onderste als de bovenste spanrichting 1 kunnen vrij bewegen in de rail R-1 ;R2.

De uitvinding is vanzelfsprekend niet beperkt tot de beschreven en getoonde voorkeursuitvoeringsvorm, maar strekt zich uit tot elke uitvoeringsvorm die valt binnen de reikwijdte van de beschermingsomvang, zoals gedefinieerd in de conclusies en bezien in het licht van de voorgaande beschrijving en bijbehorende tekeningen.

De spaninrichting volgens de uitvinding is nadrukkelijk niet beperkt tot toepassing in schermen met rails, maar kan ook worden toegepast in schermen zonder rails.

Claims (12)

1. Spaninrichting (1) voor het spannen van een eerste koord (K-1 ;K-3) van een scherm, zoals een raambekleding, waarin het scherm ten minste één rail (R) voorzien vaneen profiel omvat en waarin de spaninrichting ten minste één trekveer (2) omvat en ten minste één begrenzingselement voor het begrenzen van de uitrekking van de ten minste ene trekveer (2) omvat, en waarin de spaninrichting (1) twee samenwerkende behuizingsdelen (3; 4) omvat, waarin een eerste uiteinde (2-A) en een tweede uiteinde (2-B) van de trekveer (2) zijn verbonden met respectievelijk het eerste behuizingsdeel (3) en het tweede behuizingsdeel (4), waarin het eerste behuizingsdeel (3) eerste middelen (5) omvat voor aangrijping van het koord (2) en de behuizingsdelen (3; 4) tegen de werking van de veerkracht van de ten minste ene trekveer (2) in uit elkaar schuifbaar zijn, en elk begrenzingselement twee samenwerkende begrenzingselementdelen omvat, waarin elk behuizingsdeel (3, 4) één van de begrenzingselementdelen van elk begrenzingselement omvat en de begrenzingselementdelen zijn ingericht voor het begrenzen van de beweging van de behuizingsdelen (3; 4), met het kenmerk, dat het tweede behuizingsdeel tweede middelen (22) omvat voor aangrijping van een tweede koord (K-2;K-4) en beide behuizingsdelen (3; 4) zijn ingericht voor verschuifbare opname in de ten minste ene rail (R) van het scherm.

2. Spaninrichting (1) volgens conclusie 1, waarin de beide behuizingsdelen (3;4) aan weerszijden voorzien zijn van een omranding (16, 17. 18), die is ingericht voor samenwerking met het profiel van de rail (R).

3. Spaninrichting (1) volgens conclusie 1 of 2, waarin elk begrenzingselement in bedrijf bedienbaar is via een open zijde van de rail.

4. Spaninrichting (1) volgens conclusie 3, waarin het eerste begrenzingselementdeel en het tweede begrenzingselementdeel een eerste sleuf (6) en een eerste nok (7) omvat, waarin de eerste sleuf (6) en de eerste nok (7) zijn ingericht voor samenwerking.

5. Spaninrichting (1) volgens conclusie 4, waarin het eerste behuizingsdeel (3) een eerste uitsteeksel (8) omvat, waarin de eerste sleuf (6) is aangebracht en het tweede behuizingsdeel (4) een eerste uitsteeksel (9) omvat, waarop de eerste nok (7) is aangebracht.

6. Spaninrichting (1) volgens conclusies 4 of 5, waarin het eerste begrenzingselementdeel en het tweede begrenzingselementdeel een tweede sleuf (10) en een tweede nok (11) omvatten, waarin de tweede sleuf (10) en de tweede nok (11) zijn ingericht voor samenwerking.

7. Spaninrichting (1) volgens conclusie 4, 5 of 6, waarin het eerste behuizingsdeel (3) een tweede uitsteeksel (12) omvat, waarop de tweede nok (11) is aangebracht en het tweede behuizingsdeel (4) een tweede uitsteeksel (13) omvat, waarin de tweede sleuf (10) is aangebracht

8. Spaninrichting (1) volgens één der voorgaande conclusies, waarin de spaninrichting (1) twee gelijke begrenzingselementen omvat die spiegel symmetrisch in het eerste (3) en tweede behuizingsdeel (4) zijn aangebracht.

9. Spaninrichting (1) volgens één der conclusies 3 tot en met 8, waarin het eerste (3) en het tweede behuizingsdeel (4) identiek zijn.

10. Spaninrichting (1) volgens één der voorgaande conclusies, waarin zowel het eerste (3) als het tweede behuizingsdeel (4) van één materiaal zijn vervaardigd.

11. Spaninrichting (1) volgens conclusie 10, waarin het eerste (3) en het tweede behuizingsdeel (4) met behulp van spuitgieten zijn vervaardigd.

12. Scherm voorzien van één of meerdere spaninrichtingen volgens één der voorgaande conclusies.