NL2012141C2 - Plantpotsysteem, alsmede plantpot en stoksteun daarvoor. - Google Patents

Description

Plantpotsysteem, alsmede plantpot en stoksteun daarvoor

De uitvinding betreft een plantpotsysteem, omvattende een kunststof plantpot en een aan de plantpot bevestigde stokhouder, welke plantpot omvat een bodem, een rondlopende wand die aan de onderzijde aansluit op de bodem, alsmede een naar buiten ten opzichte van de wand gerichte flens die aansluit op de bovenzijde van de wand, welke bodem, wand en flens één geheel uit kunststof vormen.

Een dergelijk plantpotsysteem is bekend uit NL-C-2005911. De daarbij toegepaste stoksteun bezit een drietal armen die elk aan het vrije eind een klem bezitten. Deze klemmen zijn elk over de flens aan de bovenzijde van de omtrekswand gehaakt, zodanig dat een stabiele positie van de stoksteun is verzekerd. De stoksteun bezit verder een houder waarin een stok is opgenomen. Langs deze stok, die in de aardevulling in de pot steekt, kan een plant bij het groeien geleid worden.

Vanwege het feit dat de klemmen om de flens zijn gehaakt, steken zij enigszins naar buiten uit ten opzichte van de flens. Dit brengt verschillende nadelen mee. Allereerst kan de stoksteun losschieten, bijvoorbeeld wanneer tijdens behandeling en transport van de plantpot de klemmen achter elkaar of achter andere objecten blijven haken. Een nader nadeel vloeit voort uit het feit dat de klemmen een onderbreking vormen van de gladde, regelmatige omtrek van de plantpot. Een eventuele verpakking, zoals een planthoes, waarin de plantpot is opgenomen loopt daardoor het risico beschadigd te raken. Ook kunnen de klemmen een hindernis vormen voor het opnemen van de plantpot in een overpot.

Het doel van de uitvinding is daarom een plantpotsysteem van het hiervoor genoemde type te verschaffen dat deze nadelen mist. Dat doel wordt bereikt doordat de flens is voorzien van tenminste een doorgang die zowel aan de bovenzijde als aan de onderzijde van de flens uitmondt, doordat de stokhouder is voorzien van tenminste een insteekorgaan en doordat het tenminste ene insteekorgaan van de stokhouder is gestoken in de tenminste ene doorgang in de flens.

Vanwege de omstandigheid dat de stoksteun aan de bovenzijde van de radiaal naar buiten gerichte flens is bevestigd, is het niet nodig om klemmen te voorzien die om de flens heen reiken. De stoksteun blijft dan geheel binnen de uiterste omtrekscontour van de flens. De volledig omtrek van de flens blijft daardoor vrij van verstoringen die buiten de omtrek uitsteken. De bevestiging van de stoksteun aan de plantpot is daardoor minder kwetsbaar voor losraken, terwijl een eventuele planthoes nauwelijks gevaar loopt in te scheuren aangezien deze tegen de regelmatige omtrek aan ligt.

De bevestiging van de stoksteun aan de flens kan op verschillende manieren geborgd worden door allerlei typen borgmiddelen. Als voorbeeld wordt genoemd een verbinding in de vorm van bajonetfittingen, of in de vorm van wigvormige klemmen. Bij voorkeur is echter voorzien dat het insteekorgaan weerhaakvormig is en is gehaakt achter de onderzijde van de flens. In het bijzonder kan het insteekorgaan een naar boven toe wijder wordend, veerkrachtig haakorgaan omvatten waarvan de breedte in rust groter is dan de breedte van de doorgang in de flens, zodanig dat het insteekorgaan door veerkrachtig vervormen steekbaar is door de doorgang en vervolgens door terugveren is geblokkeerd achter de flens.

De stoksteun kan in deze uitvoering op eenvoudige wijze worden bevestigd aan en geborgd ten opzichte van de plantpot, door de insteekorganen in de bijbehorende openingen in de flens te drukken totdat deze inklikken.

De stoksteun kan op verschillende manieren zijn uitgevoerd, bij voorbeeld met tenminste twee armen die elk een insteekorgaan bezitten. In dat geval kan de flens zijn voorzien van tenminste twee doorgangen in elk waarvan een respectievelijk insteekorgaan is gestoken. Bij voorkeur echter bezit de stoksteun drie armen. Deze kunnen ongelijke lengte bezitten, zodanig dat de houder voor de stoksteun decentraal ten opzichte van de omtrek van de plantpot is gelegen. De stam of steel van de plant kan dan centraal in de plantpot zijn opgenomen, en zijn ondersteund door de naastgelegen decentrale stok of staander.

De flens kan een radiaal naar buiten gericht flensgedeelte alsmede een axiaal gericht flensgedeelte omvatten, welk radiale flensgedeelte zich uitstrekt tussen de omtrekswand en het axiale flensgedeelte. Bij deze uitvoering van de flens bevindt de tenminste ene doorgang zich in het radiale flensgedeelte. Een dergelijke uitvoering van de flens heeft het voordeel dat deze relatief stijf is, hetgeen de bevestiging van de stoksteun ten goede komt. Bovendien is het insteekorgaan enigszins beschermd achter het axiale flensgedeelte, hetgeen de betrouwbaarheid van de bevestiging van de stoksteun vergroot.

In het bijzonder kan de tenminste ene doorgang zich bevinden op afstand van de buitenomtrek van de flens. De doorgang mondt dan slechts uit aan de bovenzijde en de onderzijde van de flens, zodanig dat het insteekorgaan slechts van bovenaf in de doorgang kan worden gestoken. Volgens een andere mogelijkheid kan die tenminste ene doorgang uitmonden aan de buitenomtrek van de flens. Het insteekorgaan kan dan ook radiaal van buiten in de doorgang worden gebracht. Van belang daarbij is dat het in de doorgang opgenomen insteekorgaan in radiale richting gezien geheel ligt binnen de doorgang.

De uitvinding betreft verder een kunststof plantpot voor het plantpotsysteem zoals hiervoor beschreven, omvattende een bodem, een rondlopende wand die aan de onderzijde aansluit op de bodem, alsmede een naar buiten ten opzichte van de wand gerichte flens die aansluit op de bovenzijde van de wand, welke bodem, wand en flens één geheel uit kunststof vormen, waarbij de flens is voorzien van tenminste een doorgang die zowel aan de bovenzijde als aan de onderzijde van de flens uitmondt, welke doorgang is bestemd voor het daarin insteken van het insteekorgaan van een stokhouder.

Tevens betreft de uitvinding een stokhouder voor het hiervoor beschreven plantpotsysteem, waarbij de stokhouder is voorzien van tenminste een insteekorgaan dat bestemd is om gestoken te worden in een doorgang in de flens van een plantpot en waarbij het insteekorgaan weerhaakvormig is en haakbaar is achter de onderzijde van de flens.

Gewezen wordt op de stand van de techniek zoals bekend uit EP-A-1839481. Daaruit is een plantpot bekend met een van doorgangen voorzien flens. In deze doorgangen is een etiket gestoken.

Uit EP-A-2366280 is een steun bekend voor een plant, welke steun schuin omhoog gerichte benen heeft die aan de onderkant weerhaakvormige ankers bezitten. Deze ankers worden in de aardevulling van de plantpot gestoken. GB-A-2378115 betreft een plantpot waarin een losse ring is opgenomen. Deze ring bezit gaten waarin staanders zijn gestoken. De plantpot is van een type zonder radiaal uitstekende, uitwendige flens. DE-U-10327671 toont een planpot met een basisplaat en een kruisvormige stoksteun. De staander is ondersteund door de basisplaat; de uiteinden van de stoksteun zijn opgelegd op en op niet nader omschreven wijze bevestigd aan de bovenrand van de plantpot.

Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

Figuur 1 toont een zijaanzicht in doorsnede van het plantpotsysteem.

Figuur 2 toont een bovenaanzicht.

Figuur 3 toont het detail III van figuur 1 op grotere schaal.

Figuur 4 toont het aanzicht volgens IV van figuur 3.

Het in de figuren 1 en 2 weergegeven plantpotsysteem bestaat uit de plantpot 1 en de stoksteun 2. De plantpot 1 heeft een bodem 3, een opstaande wand 4 en aan de bovenzijde van de wand een radiaal naar buiten stekende flens 5. De bodem 3, opstaande wand 4 en flens 5 vormen één geheel uit kunststof, verkregen door spuitgieten. De bodem 3 kan op zich bekende openingen 6 en voeten 7 bezitten.

De flens 5 bestaat uit een radiaal flensgedeelte 8 dat aansluit op de rondlopende wand 4, alsmede uit het axiale flensgedeelte 9. In het radiale flensgedeelte 8 bevinden zich doorgangen 10. De stoksteun 2 bezit in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld drie armen 11 aan het eind waarvan zich telkens een insteekorgaan 12 bevindt. In deze doorgangen 10 is telkens een insteekorgaan 12 gestoken. De insteekorganen 12 bezitten weerhaakvormige vingers 13, die na het indrukken van de insteekorganen 12 in de doorgangen 10 achter de onderzijde van het radiale flensgedeelte 8 haken. Daardoor is de stoksteun 2 stevig vastgezet aan de plantpot 1. Bovendien steekt de stoksteun 2 niet uit buiten de omtrek van de flens 5, hetgeen het risico van losraken vermindert.

De stoksteun 2 bezit verder een houder 14 waarin een stok opneembaar is, welke stok tevens in de aardevulling in de plantpot is gestoken. De stam of steel 15 van de plant is langs de stok 14 omhoog geleid.

Lijst van verwijzingstekens 1. Plantpot 2. Stoksteun 3. Bodem 4. Wand 5. Flens 6. Opening 7. Voet 8. Radiaal flensgedeelte 9. Axiaal flensgedeelte 10. Doorgang 11. Arm 12. Insteekorgaan 13. Vinger 14. Houder 15. Stok 16. Stam of steel

Claims (14)

1. Plantpotsysteem, omvattende een kunststof plantpot (1) en een aan de plantpot bevestigde stokhouder (2), welke plantpot (1) omvat een bodem (3), een rondlopende wand (4) die aan de onderzijde aansluit op de bodem, alsmede een naar buiten ten opzichte van de wand gerichte flens (5) die aansluit op de bovenzijde van de wand, welke bodem, wand en flens één geheel uit kunststof vormen, met het kenmerk dat de flens (5) is voorzien van tenminste een doorgang (10) die zowel aan de bovenzijde als aan de onderzijde van de flens uitmondt, dat de stokhouder (2) is voorzien van tenminste een insteekorgaan (12) en dat het tenminste ene insteekorgaan van de stokhouder is gestoken in de tenminste ene doorgang in de flens.

2. Plantpotsysteem volgens conclusie 1, waarbij het insteekorgaan (12) weerhaakvormig is en is gehaakt achter de onderzijde van de flens (5).

3. Plantpotsysteem volgens conclusie 2, waarbij het insteekorgaan (12) een naar boven toe wijder wordend, veerkrachtig haakorgaan (13) omvat waarvan de breedte in rust groter is dan de breedte van de doorgang in de flens, zodanig dat het insteekorgaan door veerkrachtig vervormen steekbaar is door de doorgang (10) en vervolgens door terugveren is geblokkeerd achter de flens.

4. Plantpotsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de stoksteun (2) tenminste twee armen (11) heeft met elk een insteekorgaan (12) en de flens (5) is voorzien van tenminste twee doorgangen (10) in elk waarvan een respectievelijk insteekorgaan is gestoken.

5. Plantpotsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de flens (5) een uiterste omtrekscontour bepaalt en de stoksteun (2) geheel binnen die omtrekscontour ligt.

6. Plantpotsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de flens (5) een radiaal naar buiten gericht flensgedeelte (8) omvat alsmede een axiaal gericht flensgedeelte (9), welk radiale flensgedeelte (8) zich uitstrekt tussen de omtrekswand (4) en het axiale flensgedeelte (8).

7. Plantpotsysteem volgens conclusie 6, waarbij de tenminste ene doorgang (10) zich bevindt in het radiale flensgedeelte (8).

8. Plantpotsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de tenminste ene doorgang (10) zich bevindt op afstand van de buitenomtrek van de flens (5).

9. Plantpotsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de tenminste ene doorgang uitmondt aan de buitenomtrek van de flens.

10. Plantpotsysteem volgens conclusie 9, waarbij het in de doorgang opgenomen insteekorgaan in radiale richting gezien geheel ligt binnen de doorgang.

11. Plantpotsysteem volgnes een der voorgaande conclusies, waarbij de stoksteun (2) een houder (14) omvat waarin een stok (15) opneembaar is of is opgenomen.

12. Kunststof plantpot (1) voor het plantpotsysteem volgens een der voorgaande conclusies, omvattende een bodem (3), een rondlopende wand (4) die aan de onderzijde aansluit op de bodem, alsmede een naar buiten ten opzichte van de wand gerichte flens (5) die aansluit op de bovenzijde van de wand, welke bodem, wand en flens één geheel uit kunststof vormen, met het kenmerk dat de flens (5) is voorzien van tenminste een doorgang (10) die zowel aan de bovenzijde als aan de onderzijde van de flens uitmondt, welke doorgang is bestemd voor het daarin insteken van het insteekorgaan van een stokhouder.

13. Stokhouder (2) voor het plantpotsysteem volgens conclusie 2 of 3, waarbij de stokhouder is voorzien van tenminste een insteekorgaan (12) dat bestemd is om gestoken te worden in een doorgang in de flens van een plantpot en waarbij het insteekorgaan weerhaakvormig is en haakbaar is achter de onderzijde van de flens.

14. In combinatie, een kunststof plantpot volgens conclusie 12 alsmede een stokhouder volgens conclusie 13.