NL2012098C2 - Draagstructuur voor zonnepanelen en werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke draagstructuur. - Google Patents
Draagstructuur voor zonnepanelen en werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke draagstructuur. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2012098C2 NL2012098C2 NL2012098A NL2012098A NL2012098C2 NL 2012098 C2 NL2012098 C2 NL 2012098C2 NL 2012098 A NL2012098 A NL 2012098A NL 2012098 A NL2012098 A NL 2012098A NL 2012098 C2 NL2012098 C2 NL 2012098C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- support structure
- receiving space
- coupling pin
- structure according
- support
- Prior art date
Links
- 238000004519 manufacturing process Methods 0.000 title claims abstract description 8
- 238000000034 method Methods 0.000 title claims description 8
- 230000008878 coupling Effects 0.000 claims description 91
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 claims description 91
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 claims description 91
- 239000000463 material Substances 0.000 claims description 5
- 230000000295 complement effect Effects 0.000 claims description 4
- 230000008901 benefit Effects 0.000 description 9
- 239000000969 carrier Substances 0.000 description 7
- 239000007787 solid Substances 0.000 description 3
- 238000010276 construction Methods 0.000 description 2
- 230000000694 effects Effects 0.000 description 2
- 230000004308 accommodation Effects 0.000 description 1
- 230000007547 defect Effects 0.000 description 1
- 230000001419 dependent effect Effects 0.000 description 1
- 238000006073 displacement reaction Methods 0.000 description 1
- 239000003292 glue Substances 0.000 description 1
- 238000003780 insertion Methods 0.000 description 1
- 230000037431 insertion Effects 0.000 description 1
- 238000009434 installation Methods 0.000 description 1
- 239000002184 metal Substances 0.000 description 1
- 230000002093 peripheral effect Effects 0.000 description 1
Classifications
-
- H—ELECTRICITY
- H02—GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
- H02S—GENERATION OF ELECTRIC POWER BY CONVERSION OF INFRARED RADIATION, VISIBLE LIGHT OR ULTRAVIOLET LIGHT, e.g. USING PHOTOVOLTAIC [PV] MODULES
- H02S20/00—Supporting structures for PV modules
- H02S20/20—Supporting structures directly fixed to an immovable object
- H02S20/22—Supporting structures directly fixed to an immovable object specially adapted for buildings
- H02S20/23—Supporting structures directly fixed to an immovable object specially adapted for buildings specially adapted for roof structures
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24S—SOLAR HEAT COLLECTORS; SOLAR HEAT SYSTEMS
- F24S25/00—Arrangement of stationary mountings or supports for solar heat collector modules
- F24S25/10—Arrangement of stationary mountings or supports for solar heat collector modules extending in directions away from a supporting surface
- F24S25/13—Profile arrangements, e.g. trusses
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24S—SOLAR HEAT COLLECTORS; SOLAR HEAT SYSTEMS
- F24S25/00—Arrangement of stationary mountings or supports for solar heat collector modules
- F24S25/10—Arrangement of stationary mountings or supports for solar heat collector modules extending in directions away from a supporting surface
- F24S25/16—Arrangement of interconnected standing structures; Standing structures having separate supporting portions for adjacent modules
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24S—SOLAR HEAT COLLECTORS; SOLAR HEAT SYSTEMS
- F24S25/00—Arrangement of stationary mountings or supports for solar heat collector modules
- F24S25/60—Fixation means, e.g. fasteners, specially adapted for supporting solar heat collector modules
- F24S25/65—Fixation means, e.g. fasteners, specially adapted for supporting solar heat collector modules for coupling adjacent supporting elements, e.g. for connecting profiles together
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24S—SOLAR HEAT COLLECTORS; SOLAR HEAT SYSTEMS
- F24S40/00—Safety or protection arrangements of solar heat collectors; Preventing malfunction of solar heat collectors
- F24S40/10—Protective covers or shrouds; Closure members, e.g. lids
-
- H—ELECTRICITY
- H02—GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
- H02S—GENERATION OF ELECTRIC POWER BY CONVERSION OF INFRARED RADIATION, VISIBLE LIGHT OR ULTRAVIOLET LIGHT, e.g. USING PHOTOVOLTAIC [PV] MODULES
- H02S20/00—Supporting structures for PV modules
- H02S20/20—Supporting structures directly fixed to an immovable object
- H02S20/22—Supporting structures directly fixed to an immovable object specially adapted for buildings
- H02S20/23—Supporting structures directly fixed to an immovable object specially adapted for buildings specially adapted for roof structures
- H02S20/24—Supporting structures directly fixed to an immovable object specially adapted for buildings specially adapted for roof structures specially adapted for flat roofs
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24S—SOLAR HEAT COLLECTORS; SOLAR HEAT SYSTEMS
- F24S25/00—Arrangement of stationary mountings or supports for solar heat collector modules
- F24S25/60—Fixation means, e.g. fasteners, specially adapted for supporting solar heat collector modules
- F24S2025/6007—Fixation means, e.g. fasteners, specially adapted for supporting solar heat collector modules by using form-fitting connection means, e.g. tongue and groove
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y02—TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
- Y02B—CLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO BUILDINGS, e.g. HOUSING, HOUSE APPLIANCES OR RELATED END-USER APPLICATIONS
- Y02B10/00—Integration of renewable energy sources in buildings
- Y02B10/10—Photovoltaic [PV]
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y02—TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
- Y02E—REDUCTION OF GREENHOUSE GAS [GHG] EMISSIONS, RELATED TO ENERGY GENERATION, TRANSMISSION OR DISTRIBUTION
- Y02E10/00—Energy generation through renewable energy sources
- Y02E10/40—Solar thermal energy, e.g. solar towers
- Y02E10/47—Mountings or tracking
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y02—TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
- Y02E—REDUCTION OF GREENHOUSE GAS [GHG] EMISSIONS, RELATED TO ENERGY GENERATION, TRANSMISSION OR DISTRIBUTION
- Y02E10/00—Energy generation through renewable energy sources
- Y02E10/50—Photovoltaic [PV] energy
Description
Draagstructuur voor zonnepanelen en werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke draagstructuur
De uitvinding heeft betrekking op een draagstructuur voor zonnepanelen. De uitvinding heeft tevens betrekking op een drager ten gebruike in een draagstructuur overeenkomstig de uitvinding. De uitvinding heeft vervolgens betrekking op een hulpstuk ten gebruike in een draagstructuur overeenkomstig de uitvinding. De uitvinding heeft voorts betrekking op een samenstel van ten minste één draagstructuur en ten minste één zonnepaneel. De uitvinding heeft bovendien betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een draagstructuur overeenkomstig de uitvinding.
Het monteren van zonnepanelen op een horizontaal of licht diagonaal dak geschiedt door toepassing van een draagstructuur. Dergelijke draagstructuren zijn bekend in diverse uitvoeringsvarianten, waarbij de draagstructuren bijvoorbeeld kunnen worden gevormd als een kunststof draagbak voor het dragen van één of meerdere zonnepanelen. Dergelijke draagbakken zijn doorgaans volumineus en zwaar, en derhalve lastig in de handling. Het is tevens bekend om de draagstructuur modulair op te bouwen uit meerdere componenten die middels schroeven of soortgelijke bevestigingselementen, ten opzichte van elkaar worden bevestigd. Voordeel van een dergelijke modulaire structuur is dat deze makkelijker is in de handling dan voornoemde draagbak, hetgeen vanuit praktisch oogpunt echter voordelig is. Een nadeel van de bekende modulaire draagstructuur is dat het relatief arbeidsintensief en derhalve kostbaar is om de modulaire draagstructuur op te bouwen. Een verder nadeel van de bekende draagstructuur is dat deze relatief gevoelig is voor windbelastingen.
Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een draagstructuur van het in aanhef genoemde type, welke op relatief eenvoudige wijze kan worden vervaardigd, en welke bij voorkeur minder gevoelig is voor windbelasting.
De uitvinding verschaft daartoe een draagstructuur van het in aanhef genoemde type, omvattende: ten minste één draagframe ingericht voor het dragen van ten minste een deel van ten minste één zonnepaneel, en ten minste één met het draagframe koppelbaar hulpstuk, waarbij ten minste één van het ten minste ene draagframe en het ten minste ene hulpstuk ten minste één koppelpen omvat ingericht om ten minste gedeeltelijk te worden opgenomen in een complementaire opneemruimte aangebracht in ten minste één van het ten minste ene hulpstuk of het ten minste ene draagframe, waarbij de koppelpen en/of de opneemruimte is voorzien van ten minste één borgelement voor het tijdens het aanbrengen van de koppelpen in de opneemruimte onderling borgen van het hulpstuk en het draagframe. Door het draagframe en het hulpstuk te koppelen door het schuiven van een koppelpen in een daartoe bestemde, complementaire opneemruimte (of vice versa), waardoor de koppelpen middels het ten minste ene borgelement, wordt geborgd ten opzichte van de opneemruimte, wordt een relatief stabiele druksluiting (push-on koppeling) verschaft die relatief snel en eenvoudig kan worden gerealiseerd. Hiervoor zijn geen separate bevestigingsmiddelen, zoals schroeven, lijm, en dergelijke, benodigd. Installatie (vervaardiging) van de modulaire draagstructuur overeenkomstig kan aldus relatief snel, eenvoudig en goedkoop worden gerealiseerd. Doorgaans zal het draagframe van de draagstructuur zijn ingericht om te worden geplaatst op in hoofdzaak vlakke horizontale of licht diagonale daken, waarbij de zonnepanelen veelal in gekantelde oriëntatie worden gericht in een gewenste windrichting. Het draagframe als zodanig is bij voorkeur tevens modulair opgebouwd. In het navolgende worden diverse uitvoeringsvarianten besproken. Het hulpstuk is de facto een add-on die snel, effectief, en duurzaam kan worden bevestigd op het draagframe. Het hulpstuk maakt daarbij geen deel uit van het draagframe als zodanig, maar verschaft de draagstructuur ten minste één aanvullende functionaliteit. Bij voorkeur wordt het hulpstuk gevormd door een windgeleider, in het bijzonder een windscherm. Dit windscherm kan vlak dan wel gekromd zijn uitgevoerd. Door een windscherm middels een druksluiting relatief eenvoudig te koppelen met het draagframe, kan de draagstructuur minder gevoelig worden gemaakt voor windbelasting, hetgeen de stabiliteit en levensduur van de draagstructuur als zodanig doorgaans ten goede komt. Het is tevens denkbaar dat het hulpstuk wordt gevormd door een kabelgoot voor het geleiden van elektrische bekabeling. Andersoortige hulpstukken (accessoires) die relatief eenvoudig kunnen worden bevestigd op het draagframe zijn tevens denkbaar.
Het draagframe kan zijn voorzien van de ten minste ene opneemruimte. Het is tevens denkbaar dat het hulpstuk is voorzien van de ten minste ene opneemruimte. Hetzelfde geldt voor de koppelpen; het draagframe kan zijn voorzien van ten minste één koppelpen. Het is tevens denkbaar dat het hulpstuk is voorzien van ten minste één koppelpen. Een combinatie van voomoemde varianten is tevens denkbaar. Doorgaans geniet het de voorkeur ingeval het draagframe is voorzien van één of meerdere koppelpennen, doordat het draagframe doorgaans relatief stevig (robuust) is uitgevoerd, en waarbij het hulpstuk is voorzien van één of meerdere opneemruimtes voor samenwerking met voornoemde koppelpen(nen), daar het hulpstuk veelal is gevormd uit een relatief dunwandige constructie, in het bijzonder een plaatmateriaal.
De koppelpen zal doorgaans langwerpig zijn uitgevoerd. Veelal zal de koppelpen in hoofdzaak rigide (vormvast) zijn uitgevoerd. Het is echter tevens denkbaar dat de koppelpen ten minste gedeeltelijk veerkrachtig is uitgevoerd. Daarbij is het bijvoorbeeld denkbaar dat de koppelpen is voorzien van een centrale gleuf die zich uitstrekt in longitudinale richting en de koppelpen de facto opdeelt in meerdere pendelen. De pendelen kunnen daarbij onderling deformeerbaar zijn, waardoor de koppelpen wordt gevormd door een plug. Een buitenzijde van de koppelpen kan in hoofdzaak glad zijn uitgevoerd. Het is echter tevens denkbaar dat de buitenzijde van de koppelpen geprofileerd is uitgevoerd, hetgeen de beoogde borgende werking ten goede kan komen.
De borgende koppeling tussen het hulpstuk en het draagframe is bij voorkeur zodanig dat beide componenten van de draag structuur weer kunnen worden ontkoppeld. Dit maakt het mogelijk om de draagstructuur te demonteren en om componenten van de draag structuur te vervangen. Echter, het is tevens denkbaar dat deze koppeling, als deze eenmaal gerealiseerd is, een meer permanent karakter heeft. De borgende werking die door toepassing van het ten minste ene borgelement kan worden gerealiseerd kan op diverse wijzen worden vormgegeven. Het is bijvoorbeeld denkbaar om het borgelement schamierbaar te bevestigen met de koppelpen, waarbij het borgelement al dan niet manueel verplaatsbaar is tussen een borgende toestand en een niet-borgende toestand. Het ten minste ene borgelement kan zijn aangebracht in of deel uitmaken van de opneemruimte. Het is tevens denkbaar dat het ten minste ene borgelement is aangebracht op of deel uitmaakt van de koppelpen. Een combinatie van beide uitvoeringsvarianten, waarbij meerdere borgelementen worden toegepast, is tevens denkbaar. De één of meerdere borgelementen kunnen integraal deel uitmaken van het hulpstuk en/of het draagframe. De één of meerdere borgelementen zijn doorgaans uit metaal en/of kunststof vervaardigd.
In een voorkeursuitvoering is de opneemruimte voorzien van ten minste één veerkrachtig borgelement ingericht voor het in gekoppelde toestand klemmend (onder voorspanning) aangrijpen op een uitwendige zijde van de koppelpen. Door het in de opneemruimte steken van de koppelpen zal het ten minste ene borgelement (automatisch) aangrijpen op een uitwendige zijde van de koppelpen, waardoor een klemmende aangrijping van het ten minste ene borgelement op de koppelpen ontstaat die tot de gewenste borgende werking leidt. Het ten minste ene borgelement definieert daarbij bij voorkeur ten minste een deel van een binnenomtrek van de opneemruimte. Daarbij is het voordelig ingeval het veerkrachtige borgelement, of althans een uiteinde daarvan, en de uitwendige zijde van de koppelpen waarop het borgelement aangrijpt (en/of de longitudinale as van de koppelpen) onderling een hoek insluiten. Tijdens het in de opneemruimte steken van de koppelpen zal het ten minste ene borgelement daarbij deformeren in de verplaatsingsrichting van de koppelpen, waardoor de gewenste, een hoek insluitende aangrijping ontstaat. Een dergelijke aangrijping maakt het in tegengestelde richting verplaatsen van de koppelpen lastig, waardoor ongewenste ontkoppeling van de koppelpen ten opzichte van de opneemruimte kan worden tegengegaan, of worden voorkomen. De hoek die in gekoppelde toestand wordt ingesloten tussen het borgelement en de longitudinale as van de koppelpen is bij voorkeur gelegen tussen 0 en 85 graden, bij nadere voorkeur tussen 5 en 85 graden, hetgeen doorgaans voldoende weerstand oplevert om ongewenste ontkoppeling van de koppelpen ten opzichte van de opneemruimte te kunnen tegengaan.
Het is voordelig ingeval de opneemruimte is voorzien van meerdere, bij voorkeur veerkrachtige, borgelementen ingericht voor het in gekoppelde toestand klemmend aangrijpen op een uitwendige zijde van de koppelpen, waarbij de borgelementen gezamenlijk ten minste een deel definiëren van een binnenomtrek van de opneemruimte. Door toepassing van meerdere borgelementen kan de borgende werking worden versterkt en worden verstevigd. Bovendien zal de betrouwbaarheid van de borgende werking op deze wijze worden vergroot, doordat deze niet langer afhankelijk is van het functioneren van een enkel borgelement. Ingeval één van de borgelementen vanwege een defect niet langer correct zou functioneren, zal de borgende werking blijven bestaan doordat de één of meerdere overige borgelementen de borgende werking overeind houden. Bij voorkeur definiëren de borgelementen daarbij gezamenlijk de volledige binnenomtrek van de opneemruimte. Het is daarbij voordelig ingeval de borgelementen ten opzichte van elkaar verplaatsbaar (deformeerbaar) zijn, waardoor een gesegmenteerde (gekartelde) binnenomtrek van de opneemruimte wordt gecreëerd. Hierbij zullen de borgelementen doorgaans op onderlinge afstand zijn gepositioneerd, teneinde een vrije verplaatsing (deformatie) van ieder borgelement te waarborgen. Door een dergelijke oriëntatie van borgelementen zal de opneemruimte als een (inwendige gekartelde) borgring of borgclip gaan fungeren. De borgelementen kunnen een identieke vormgeving en dimensionering hebben. Het is tevens denkbaar verschillende borgelementen onderling afwijkend worden vormgegeven. De borgelementen zijn bij voorkeur in hoofdzaak gelijkmatig verdeeld over de binnenomtrek van de opneemruimte. Dit resulteert doorgaans in een in hoofdzaak gelijkmatige aangrijping van de borgelementen op de omtrekszijde van de koppelpen, hetgeen de borgende werking doorgaans ten goede komt.
Teneinde een gewenste klemmende werking te creëren van de koppelpen in de opneemruimte is het voordelig ingeval de dimensionering van de binnenomtrek van de opneemruimte (enigszins) kleiner is dan de dimensionering van een buitenomtrek van de koppelpen. Hierdoor zal de opneemruimte en/of de koppelpen, in het bijzonder de één of meerdere borgelementen die daarbij worden toegepast, moeten worden gedeformeerd om het schuiven van de koppelpen in de opneemruimte mogelijk te maken, hetgeen de beoogde borgende werking doorgaans ten goede komt. Deze deformatie zal doorgaans elastisch (veerkrachtig) van aard zijn, doch het is tevens denkbaar dat althans een deel van de deformatie plastisch (permanent) van aard zal zijn. Dit maakt het bijvoorbeeld mogelijk om de opneemruimte te voorzien van één of meerdere veerkrachtige borgelementen die zijn ingericht om te snijden in een uitwendige zijde van de koppelpen, waardoor plastische deformatie van de koppelpen zal optreden, hetgeen de borgende werking kan verbeteren. Dit kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd door een uiteinde van ieder borgelement te voorzien van een snijrand en/of door de koppelpen te vervaardigen uit een materiaal dat zachter (weker) is dan het materiaal waaruit de één of meerdere borgelementen zijn vervaardigd.
In een voorkeursuitvoering is een binnenomtrek van de opneemruimte en/of een buitenomtrek van de koppelpen voorzien van ten minste één groef voor opname van ten minste een deel van ten minste één borgelement. De toepassing van een groef maakt het mogelijk om het uiteinde van ieder borgelement - ingericht voor samenwerking met de groef - op te sluiten in de groef, hetgeen de borgende werking doorgaans ten goede komt. Bovendien maakt de toepassing van de groef het mogelijk om de tijdens verplaatsing van de koppelpen in de opneemruimte gedeformeerde één of meerdere borgelementen ten minste gedeeltelijk te laten relaxeren (contradeformeren) in de groef, waardoor een soort van klikverbinding kan worden gerealiseerd tussen het hulpstuk en het draagframe. Doorgaans zal daarbij de koppelpen zijn voorzien van een uitwendige groef, onderwijl een binnenomtrek van de opneemruimte is voorzien van één of meerdere borgelementen zoals in het voorgaande reeds is besproken. Een dergelijke uitvoeringsvariant geniet doorgaans vanuit praktisch oogpunt de voorkeur.
Het draagframe omvat bij voorkeur ten minste één drager voor het ondersteunen van ten minste een deel van ten minste één zonnepaneel, en ten minste één met de drager koppelbare in hoofdzaak langwerpige ligger, welke aan een uiteinde koppelbaar is met de drager. De één of meerdere liggers worden toegepast om meerdere dragers onderling te koppelen, waardoor een draagframe wordt gevormd voor het ondersteunen van één of meerdere zonnepanelen, en welke geschikt is voor het eraan bevestigen van één of meerdere hulpstukken, zoals windschermen en kabelgoten. Bij voorkeur wordt iedere drager daarbij ondersteund door een voet die integraal kan zijn verbonden met de drager, doch die bij nadere voorkeur verplaatsbaar is ten opzichte van de drager, teneinde een thermische werking te kunnen compenseren.
In een voorkeursuitvoering zijn de langwerpige ligger en ten minste één drager in elkaar schuifbaar voor het vormen van een pengatverbinding, zodanig dat een deel van de ligger in een omtrekszijde van de ligger in in hoofdzaak iedere laterale richting wordt geborgd door de ten minste ene drager en/of zodanig dat een omtrekszijde van de ten minste ene drager in in hoofdzaak iedere laterale richting wordt geborgd door de ten minste ene ligger. Door de ligger en ten minste één drager, bij voorkeur beide dragers, in elkaar te schuiven, zodanig dat een pengatverbinding ontstaat waarbij één framedeel het andere framedeel rondom, in elke richting, borgt, kan relatief snel een verbinding tussen de ligger en ten minste één drager, bij voorkeur beide dragers, worden gerealiseerd, die bovendien relatief stabiel is vanwege de omtreksborging. Hierdoor kan de draagstructuur overeenkomstig de uitvinding relatief snel en goedkoop worden opgebouwd. Onder de borging in iedere laterale richting wordt een omtreksborging (360°) verstaan, id est een borging in in hoofdzaak iedere richting die in hoofdzaak loodrecht staat op een longitudinale as van althans een uiteinde van de ligger. De omtreksborging vereist niet noodzakelijkerwijs dat het ene framedeel aangrijpt op de volledige omtrek van het andere framedeel. Er kan hierbij sprake zijn van onderbrekingen in de aangrijping, waardoor zelfs sprake kan zijn van een puntborging die het geborgde framedeel in laterale richting fixeert. Echter, het is evenwel denkbaar dat bijvoorbeeld ten minste één drager is ingericht voor het in laterale richting in hoofdzaak volledig omsluiten van de ligger (of vice versa). Alsdan grijpt de drager aan op de volledige omtrek van de ligger, hetgeen de soliditeit van de pengatverbinding ten goede kan komen. Door het in elkaar steken (schuiven) van de ligger en ten minste één drager, waardoor een solide pengatverbinding wordt gevormd, zijn geen schroeven of soortgelijke bevestigingselementen benodigd, om een solide draagframe, en daarmee een solide draag structuur te kunnen opbouwen, hetgeen bijzonder voordelig is vanuit praktisch en kostentechnisch oogpunt. De pengatverbinding kan eenzijdig of meerzijdig, doorgaans tweezijdig, van aard zijn. Onder een eenzijdige pengatverbinding wordt een verbinding verstaan tussen een enkele pen en een enkel gat, ook wel aangeduid als opneemruimte. Bij een meerzijdige pengatverbinding is sprake van meerdere pennen die samenwerken met één of meerdere gaten. De richting waarin de pengatverbinding zich uitstrekt kan van ligger naar drager of vice versa zijn. Meer in het bijzonder is het denkbaar dat de ligger is voorzien van een opneemruimte voor opname van een deel van ten minste één drager. Het is echter eveneens, eventueel gecombineerd, denkbaar dat ten minste één drager is voorzien van een opneemruimte voor opname van een deel van de ligger. Doorgaans zal deze laatste uitvoeringsvorm, waarbij een uiteinde van de ligger wordt gestoken (geschoven) in een opneemruimte van de drager de voorkeur genieten, doordat dit doorgaans leidt tot de meest stevige, eenvoudige uitvoeringsvorm. Daarbij is het voordelig ingeval een buitenomtrek van de ligger in hoofdzaak overeenkomt met een binnenomtrek van de opneemruimte. Deze vormgeving zal in dwarsdoorsnede doorgaans rond, ovaal, gehoekt, of een combinatie hiervan zijn. Verdere uitvoeringsvarianten zijn beschreven in het niet-voorgepubliceerde Nederlandse octrooischrift NL 2011769, waarvan de inhoud middels verwijzing hiernaar wordt geacht deel uit te maken van het onderhavige octrooischrift.
Bij voorkeur is iedere drager voorzien van ten minste één koppelpen voor samenwerking met een in het hulpstuk aangebrachte opneemruimte. Veelal is het hulpstuk voorzien van meerdere opneemruimtes, waarbij bij voorkeur iedere opneemruimte is voorzien van één of meerdere borgelementen. Veelal zal ieder hulpstuk, in het bijzonder een windscherm of een kabelgoot, worden bevestigd aan meerdere dragers, zodat het hulpstuk zich kan uitstrekken over een (volledige) zijde van het draagframe, waarbij het hulpstuk op relatief stabiele wijze kan worden bevestigd aan het draagframe.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een drager ten gebruike in een draagstructuur overeenkomstig de uitvinding. Voordelen en uitvoeringsvarianten zijn reeds in het voorgaande beschreven. Verdere uitvoeringsvarianten worden in de figuren getoond en in het navolgende beschreven.
De uitvinding heeft verder betrekking op een hulpstuk ten gebruike in een draagstructuur overeenkomstig de uitvinding. Voordelen en uitvoeringsvarianten zijn reeds in het voorgaande beschreven. Verdere uitvoeringsvarianten worden in de figuren getoond en in het navolgende beschreven.
De uitvinding heeft daarnaast betrekking op een samenstel van een draagstructuur overeenkomstig de uitvinding en ten minste één zonnepaneel, waarbij het zonnepaneel ten minste gedeeltelijk wordt ondersteund door de draagstructuur. Voordelen en uitvoeringsvarianten zijn reeds in het voorgaande beschreven. Verdere uitvoeringsvarianten worden in de figuren getoond en in het navolgende beschreven.
De uitvinding heeft daarnaast betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van ten minste een deel van een draagstructuur overeenkomstig de uitvinding, omvattende het koppelen van het hulpstuk met het draagframe door het aanbrengen van ten minste één koppelpen in ten minste één opneemruimte, zodanig dat het hulpstuk wordt geborgd ten opzichte van het draagframe. Daarbij zal de ten minste ene koppelpen in de opneemruimte wordt gedrukt (of vice versa), waardoor borging van de koppelpen plaatsvindt. Derhalve ontstaat een druksluiting (push-on koppeling). Bij voorkeur grijpt, in gekoppelde toestand, ten minste één borgelement klemmend aan op een buitenzijde van de koppelpen en/of een binnenzijde van de opneemruimte, hetgeen de borgende werking veelal ten goede komt. Daarbij zal het ten minste ene borgelement tevens al dan niet tijdelijk worden gedeformeerd. Het is denkbaar dat tijdens het koppelen van het hulpstuk aan het - veelal modulaire - draagframe geschiedt door een koppelen van het hulpstuk met meerdere dragers van het draagframe. Daarbij zal iedere drager doorgaans zijn voorzien van ten minste één koppelpen, en zal het hulpstuk zijn voorzien van meerdere opneemruimtes, bij voorkeur gevormd door een (gekartelde) borgring, waarbij iedere opneemruimte is ingericht voor samenwerking met een koppelpen.
De uitvinding zal worden verduidelijkt aan de hand van in navolgende figuren weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: figuur 1 een zijaanzicht op een draagstructuur overeenkomstig de uitvinding, figuur 2 een zijaanzicht op een draagframe overeenkomstig de uitvinding, figuur 3 een zijaanzicht op een hulpstuk overeenkomstig de uitvinding, figuur 4 een detail van het hulpstuk volgens figuur 3, figuur 5 een perspectivisch aanzicht op een drager van een draagframe volgens figuur 2, figuur 6 een perspectivisch aanzicht op een samenstel van een draagstructuur volgens figuur 1 en een opliggend zonnepaneel, en figuur 7 een detail van de koppeling van een draagstructuur en een hulpstuk overeenkomstig de uitvinding.
Figuur 1 toont een draagstructuur (1) voor zonnepanelen, omvattende een draagframe (2), ingericht voor het dragen van ten minste een deel van ten minste één zonnepaneel, en een met het draagframe (2) gekoppeld hulpstuk (3), waarbij het draagframe koppelpennen (4) omvat ingericht om ten minste gedeeltelijk te worden opgenomen in complementaire opneemruimten (5) in het hulpstuk (3).
Figuur 2 toont een draagframe (2) zoals getoond in figuur 1, zonder hulpstuk (3). Het draagframe omvat twee dragers (6) voor het ondersteunen van ten minste een deel van één zonnepaneel, en een langwerpige ligger (7), waarbij elk uiteinde van de langwerpige ligger gekoppeld is met één van de dragers (6). De dragers (6) zijn elk voorzien van koppelpennen (4), ingericht om het draagframe (2) met een hulpstuk (3) te kunnen koppelen (zie figuur 3).
Figuur 3 toont een hulpstuk (3), welke koppelbaar is met een draagframe (2) zoals getoond in figuur 2 voor het maken van een draagstructuur volgens figuur 1. Het hulpstuk (3) is voorzien van opneemruimten (5) voor het opnemen van koppelpennen (4) van het draagframe (2). De opneemruimten (5) in het hulpstuk (3) zijn voorzien van veerkrachtige borgelementen (8). Wanneer het hulpstuk (3) met het draagframe (2) wordt gekoppeld, borgen de borgelementen (8) het hulpstuk (3). De borgelementen (8) grijpen bijvoorbeeld aan op de koppelpennen (4) zelf, of op (niet-getoonde) groeven in deze koppelpennen (4).
Figuur 4 toont een detail van het hulpstuk (3) uit figuur 3 en toont in het bijzonder de opneemruimten (5) voor het opnemen van koppelpennen (4) van het draagframe (2) en de veerkrachtige borgelementen (8).
Figuur 5 toont een drager (6) te gebruiken in een draagframe (2) volgens figuur 1 of 2. De drager (6) is voorzien van koppelpennen (4) ingericht om ten minste gedeeltelijk te worden opgenomen in opneemruimten (5) in het hulpstuk (3). De drager is tevens voorzien van een optionele voet (9) voor het afsteunen op de onderliggende wereld.
Figuur 6 toont een samenstel van een draag structuur (1) volgens de onderhavige uitvinding en een zonnepaneel (10). De draagstructuur (1) bestaat uit een draagframe (2), met twee liggers (7) en vier dragers (6). Het zonnepaneel (10) wordt door de dragers (6) ondersteund. De draagstructuur (1) is tevens voorzien van een optioneel rugpaneel (11).
Figuur 7 toont een detail van de koppeling tussen een hulpstuk (3) en een koppelpen (4) van een draagframe (2). De koppelpen (4) is opgenomen in een opneemruimte (5) van het hulpstuk (3). De opneemruimten (5) in het hulpstuk (3) zijn voorzien van veerkrachtige borgelementen (8) welke het hulpstuk (3) borgen. De borgelementen (8) grijpen bijvoorbeeld aan op de koppelpen (4) zelf waardoor de borgelementen (8) verzinken in de koppelpen (4), of de borgelementen (8) grijpen aan op (niet getoonde) voorgevormde groeven in deze koppelpennen (4).
Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier weergegeven en beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de bijgaande conclusies legio varianten mogelijk zijn, die voor de vakman op dit gebied voor de hand zullen liggen.
De in het voorgaande beschreven inventieve concepten zijn geïllustreerd aan de hand van meerdere illustratieve uitvoeringsvormen. Het is denkbaar dat individuele inventieve concepten kunnen worden toegepast zonder daarbij overige details van het beschreven voorbeeld eveneens toe te passen. Het is niet nodig om voorbeelden van alle denkbare combinaties van de hierboven beschreven inventieve concepten uit te werken, daar een vakman zal begrijpen dat meerdere inventieve concepten kunnen worden ge(re)combineerd om tot een specifieke toepassing te kunnen komen.
Claims (27)
1. Draag structuur voor zonnepanelen, omvattende: ten minste één draagframe ingericht voor het dragen van ten minste een deel van ten minste één zonnepaneel, en ten minste één met het draagframe koppelbaar hulpstuk, waarbij ten minste één van het ten minste ene draagframe en het ten minste ene hulpstuk ten minste één koppelpen omvat ingericht om ten minste gedeeltelijk te worden opgenomen in een complementaire opneemruimte aangebracht in ten minste één van het ten minste ene hulpstuk of het ten minste ene draagframe, waarbij de koppelpen en/of de opneemruimte is voorzien van ten minste één borgelement voor het tijdens het aanbrengen van de koppelpen in de opneemruimte onderling borgen van het hulpstuk en het draagframe.
2. Draag structuur volgens conclusie 1, waarbij de opneemruimte is voorzien van ten minste één veerkrachtig borgelement ingericht voor het in gekoppelde toestand klemmend aangrijpen op een uitwendige zijde van de koppelpen.
3. Draag structuur volgens conclusie 1 of 2, waarbij het ten minste ene borgelement ten minste een deel van een binnenomtrek van de opneemruimte definieert.
4. Draag structuur volgens conclusie 2 en 3, waarbij de opneemruimte is voorzien van meerdere borgelementen ingericht voor het in gekoppelde toestand klemmend aangrijpen op een uitwendige zijde van de koppelpen, waarbij de borgelementen gezamenlijk ten minste een deel definiëren van een binnenomtrek van de opneemruimte.
5. Draag structuur volgens conclusie 4, waarbij de borgelementen gezamenlijk de volledige binnenomtrek van de opneemruimte definiëren.
6. Draag structuur volgens conclusie 4 of 5, waarbij de borgelementen op onderlinge afstand zijn gepositioneerd.
7. Draag structuur volgens een der conclusies 4-6, waarbij de borgelementen in hoofdzaak gelijkmatig zijn verdeeld over de binnenomtrek van de opneemruimte.
8. Draag structuur volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de dimensionering van de binnenomtrek van de opneemruimte kleiner is dan de dimensionering van een buitenomtrek van de koppelpen.
9. Draag structuur volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het ten minste ene borgelement is ingericht voor aangrijping op een binnenomtrek van de opneemruimte en/of een buitenomtrek van de koppelpen, zodanig dat het borgelement enerzijds en de binnenomtrek van de opneemruimte en/of de buitenomtrek van de koppelpen anderzijds een hoek insluiten.
10. Draag structuur volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een binnenomtrek van de opneemruimte en/of een buitenomtrek van de koppelpen is voorzien van een groef voor opname van ten minste een deel van ten minste één borgelement.
11. Draag structuur volgens conclusie 10, waarbij het hulpstuk en het draagframe zijn ingericht om te worden gekoppeld middels een klikverbinding.
12. Draag structuur volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de opneemruimte is voorzien van ten minste ene borgelement, welk borgelement is ingericht voor het snijden in een buitenomtrek van de koppelpen.
13. Draag structuur volgens conclusie 12, waarbij de buitenomtrek van de koppelpen is vervaardigd uit een zachter materiaal dan het materiaal waaruit het borgelement is vervaardigd.
14. Draag structuur volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het hulpstuk wordt gevormd door een windscherm.
15. Draag structuur volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het hulpstuk wordt gevormd door een kabelgoot.
16. Draag structuur volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het hulpstuk is voorzien van meerdere opneemruimtes, waarbij elke opneemruimte is voorzien van ten minste één borgelement, en waarbij het draagframe meerdere koppelpennen omvat ingericht om ten minste gedeeltelijk te worden opgenomen in de respectievelijk opneemruimtes voor het onderling borgen van het hulpstuk ten opzichte van het draagframe.
17. Draag structuur volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het draagframe ten minste één drager voor het ondersteunen van ten minste een deel van ten minste één zonnepaneel, en ten minste één met de drager koppelbare in hoofdzaak langwerpige ligger omvat, welke aan een uiteinde koppelbaar is met de drager.
18. Draag structuur volgens conclusie 17, waarbij de drager is voorzien van ten minste één koppelpen.
19. Draag structuur volgens conclusie 17 of 18, waarbij het draagframe meerdere dragers omvat voor het ondersteunen van ten minste een deel van ten minste één zonnepaneel, waarbij elk uiteinde van de langwerpige ligger koppelbaar is met één van voornoemde dragers.
20. Draag structuur volgens een der conclusies 17-19, waarbij de drager zich uitstrekt in een opstaande richting, in het bijzonder in een in hoofdzaak verticale richting.
21. Drager ten gebruike in een draagstructuur volgens conclusie 18.
22. Hulpstuk ten gebruike in een draagstructuur volgens een der conclusies 1-20.
23. Samenstel van een draagstructuur volgens een der conclusies 1-20 en ten minste één zonnepaneel, waarbij het zonnepaneel ten minste gedeeltelijk wordt ondersteund door de draagstructuur.
24. Werkwijze voor het vervaardigen van ten minste een deel van een draagstructuur volgens een der conclusies 1-20, omvattende het koppelen van het hulpstuk met het draagframe door het aanbrengen van ten minste één koppelpen in ten minste één opneemruimte, zodanig dat het hulpstuk wordt geborgd ten opzichte van het draagframe.
25. Werkwijze volgens conclusie 24, waarbij de ten minste ene koppelpen in de opneemruimte wordt gedrukt, waardoor borging van de koppelpen plaatsvindt.
26. Werkwijze volgens conclusie 24 of 25, waarbij, in gekoppelde toestand, ten minste één borgelement klemmend aangrijpt op een buitenzijde van de koppelpen en/of een binnenzijde van de opneemruimte.
27. Werkwijze volgens conclusie 26, waarbij tijdens de klemmende aangrijping het borgelement ten minste gedeeltelijk gedeformeerd is.
Priority Applications (6)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2012098A NL2012098C2 (nl) | 2013-11-08 | 2014-01-17 | Draagstructuur voor zonnepanelen en werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke draagstructuur. |
PCT/NL2014/050774 WO2015069112A1 (en) | 2013-11-08 | 2014-11-07 | Carrier structure for solar panels and method of producing such a carrier structure |
PT148064686T PT3066398T (pt) | 2013-11-08 | 2014-11-07 | Estrutura de suporte para painéis solares e método de produção de uma tal estrutura de suporte |
PL14806468T PL3066398T3 (pl) | 2013-11-08 | 2014-11-07 | Konstrukcja nośna do paneli słonecznych i sposób wytwarzania takiej konstrukcji nośnej |
US15/034,886 US10367445B2 (en) | 2013-11-08 | 2014-11-07 | Carrier structure for solar panels and method of producing such a carrier structure |
EP14806468.6A EP3066398B1 (en) | 2013-11-08 | 2014-11-07 | Carrier structure for solar panels and method of producing such a carrier structure |
Applications Claiming Priority (10)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2011769 | 2013-11-08 | ||
NL2011769A NL2011769C2 (nl) | 2013-11-08 | 2013-11-08 | Draagstructuur voor zonnepanelen en werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke draagstructuur. |
NL2012040 | 2013-12-30 | ||
NL2012040 | 2013-12-30 | ||
NL2012039 | 2013-12-30 | ||
NL2012041 | 2013-12-30 | ||
NL2012039 | 2013-12-30 | ||
NL2012041 | 2013-12-30 | ||
NL2012098A NL2012098C2 (nl) | 2013-11-08 | 2014-01-17 | Draagstructuur voor zonnepanelen en werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke draagstructuur. |
NL2012098 | 2014-01-17 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2012098C2 true NL2012098C2 (nl) | 2015-05-11 |
Family
ID=52004031
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2012098A NL2012098C2 (nl) | 2013-11-08 | 2014-01-17 | Draagstructuur voor zonnepanelen en werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke draagstructuur. |
Country Status (6)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US10367445B2 (nl) |
EP (1) | EP3066398B1 (nl) |
NL (1) | NL2012098C2 (nl) |
PL (1) | PL3066398T3 (nl) |
PT (1) | PT3066398T (nl) |
WO (1) | WO2015069112A1 (nl) |
Families Citing this family (13)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US8748733B2 (en) * | 2008-03-27 | 2014-06-10 | Panelclaw, Inc. | Solar module integration system |
US9611652B2 (en) | 2011-02-25 | 2017-04-04 | Dustin M. M. Haddock | Mounting device for building surfaces having elongated mounting slot |
WO2013101597A1 (en) | 2011-12-29 | 2013-07-04 | Haddock Dustin M M | Mounting device for nail strip panels |
WO2018017646A1 (en) * | 2016-07-21 | 2018-01-25 | Everest Solar Systems Llc | Structure and support member for photovoltaic arrays |
WO2018023016A1 (en) | 2016-07-29 | 2018-02-01 | Haddock Dustin M M | Trapezoidal rib mounting bracket with flexible legs |
US10640980B2 (en) | 2016-10-31 | 2020-05-05 | Rmh Tech Llc | Metal panel electrical bonding clip |
NZ764108A (en) | 2017-10-09 | 2022-08-26 | Rmh Tech Llc | Rail assembly attachable to a building surface |
CA3094498C (en) | 2018-03-21 | 2023-04-25 | Rmh Tech Llc | Pv module mounting assembly with clamp/standoff arrangement |
EP3894760A4 (en) | 2018-12-14 | 2022-09-07 | RMH Tech LLC | MOUNTING DEVICE FOR NAIL STRIP PANELS |
WO2021188442A1 (en) | 2020-03-16 | 2021-09-23 | Rmh Tech Llc | Mounting device for a metal roof |
US11041310B1 (en) | 2020-03-17 | 2021-06-22 | Rmh Tech Llc | Mounting device for controlling uplift of a metal roof |
LT3978825T (lt) | 2020-10-02 | 2023-01-25 | Mounting Systems Gmbh | Saulės modulių laikymo įrenginys, komplektas, gamybos būdas ir saulės modulių konstrukcija |
EP3978827A1 (de) | 2020-10-02 | 2022-04-06 | Mounting Systems GmbH | Vorrichtung zum stützen von solarmodulen, bausatz, verfahren zur herstellung und solarmodul-anordnung |
Family Cites Families (20)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR862347A (fr) | 1938-12-14 | 1941-03-04 | Detroit Harvester Co | Dispositif de fixation |
GB1032307A (en) | 1963-09-26 | 1966-06-08 | Albert Victor Raymond | Improvements in and relating to fasteners for use as coupling pins |
NL6817070A (nl) | 1967-12-07 | 1969-06-10 | ||
JPS6239013U (nl) | 1985-08-28 | 1987-03-09 | ||
US8558101B2 (en) | 2003-08-20 | 2013-10-15 | Sunpower Corporation | Supported PV module assembly |
CN101336476A (zh) | 2005-12-29 | 2008-12-31 | 尚能系统有限公司 | 单件式可折叠光伏组件 |
DE102006028260A1 (de) | 2006-06-20 | 2008-01-03 | Volkswagen Ag | Krallenverbindung für zwei Bauteile und Verwendung desselben |
US8748733B2 (en) | 2008-03-27 | 2014-06-10 | Panelclaw, Inc. | Solar module integration system |
TWM362383U (en) | 2009-03-26 | 2009-08-01 | Sintek Photronic Corp | Assembly frame for use in solar substrate |
US8191320B2 (en) | 2009-10-15 | 2012-06-05 | Sunlink Corporation | Photovoltaic panel clamp |
EP2378566A1 (de) | 2010-04-15 | 2011-10-19 | Sika Technology AG | Keilförmiger Träger für Solarzellen |
ITMI20101484A1 (it) | 2010-08-04 | 2012-02-05 | Gianazza Angelo S P A | Elemento di connessione per strutture di supporto per pannelli solarie struttura comprendente piu' elementi ed una serie di tubi o barre colleganti piu' elementi |
WO2012021650A2 (en) | 2010-08-10 | 2012-02-16 | Tenksolar, Inc. | Highly efficient solar arrays |
DE102010040547A1 (de) * | 2010-09-10 | 2012-03-15 | Bayerische Motoren Werke Aktiengesellschaft | Bauteilverbindung |
CN102128193B (zh) | 2011-03-28 | 2013-05-08 | 鸿富锦精密工业(深圳)有限公司 | 卡扣 |
US20130001118A1 (en) * | 2011-07-01 | 2013-01-03 | Lf Centennial Limited | Tool bag with extendable handles |
US9160273B2 (en) * | 2011-07-08 | 2015-10-13 | Unirac, Inc. | Universal end clamp |
US9052123B2 (en) | 2011-07-11 | 2015-06-09 | Panelclaw Group, Inc. | Solar module integration system with thermal compensation |
NL2011769C2 (nl) | 2013-11-08 | 2015-05-11 | Esdec B V | Draagstructuur voor zonnepanelen en werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke draagstructuur. |
US8938932B1 (en) * | 2013-12-13 | 2015-01-27 | Quality Product Llc | Rail-less roof mounting system |
-
2014
- 2014-01-17 NL NL2012098A patent/NL2012098C2/nl active
- 2014-11-07 US US15/034,886 patent/US10367445B2/en active Active
- 2014-11-07 PT PT148064686T patent/PT3066398T/pt unknown
- 2014-11-07 WO PCT/NL2014/050774 patent/WO2015069112A1/en active Application Filing
- 2014-11-07 PL PL14806468T patent/PL3066398T3/pl unknown
- 2014-11-07 EP EP14806468.6A patent/EP3066398B1/en active Active
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP3066398A1 (en) | 2016-09-14 |
PT3066398T (pt) | 2019-12-30 |
US20160285407A1 (en) | 2016-09-29 |
EP3066398B1 (en) | 2019-09-18 |
PL3066398T3 (pl) | 2020-05-18 |
WO2015069112A1 (en) | 2015-05-14 |
US10367445B2 (en) | 2019-07-30 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL2012098C2 (nl) | Draagstructuur voor zonnepanelen en werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke draagstructuur. | |
US9605441B2 (en) | Tent frame top connecting structure | |
KR101869286B1 (ko) | 케이블트레이 | |
US9517730B2 (en) | Panel shelf system | |
US6789988B1 (en) | Device for latching a cargo load to a track | |
WO2008049031A3 (en) | Collapsible canopy framework | |
KR200478780Y1 (ko) | 차량용 멀티 케리어 | |
EP1624124A3 (en) | Adjustable heavy girder tiedown | |
CA2697534A1 (en) | Snap-in fastener | |
EP2065257A1 (en) | A roof bar for a motor vehicle | |
US10941616B2 (en) | Step stool with rib, and method | |
AU2017229366A1 (en) | Loading ramp | |
CA2455535A1 (en) | Ladder support system | |
KR101137211B1 (ko) | 알루미늄 프로파일의 연결구 | |
JP6531558B2 (ja) | 移動用ステップの固定構造 | |
DE60023286D1 (de) | Belastungsanordnung fuer eine fahrzeugachsen - test - anordnung mit lateralen streben, die mit vertikalen streben verbunden sind | |
US10371565B2 (en) | Mounting assembly for a weighing device | |
US20180149340A1 (en) | Support structure for horizontally extending lamp | |
EP2765259A1 (fr) | Système d'écran vertical | |
GB2534868A (en) | A vehicle exterior load carrier system | |
EP2631897B1 (fr) | Dispositif d'affichage à toile tendue | |
US20220089421A1 (en) | Accessory mount system for use with elevated work platforms | |
KR20150004191A (ko) | 도어용 피봇 | |
EP3984839B1 (en) | Securing device for a windscreen wiper mounting assembly | |
NL2012096C2 (nl) | Draagstructuur voor zonnepanelen en werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke draagstructuur. |