NL2012045C2 - Schietgereedschap voor bevestigingsbeugels. - Google Patents

Schietgereedschap voor bevestigingsbeugels. Download PDF

Info

Publication number
NL2012045C2
NL2012045C2 NL2012045A NL2012045A NL2012045C2 NL 2012045 C2 NL2012045 C2 NL 2012045C2 NL 2012045 A NL2012045 A NL 2012045A NL 2012045 A NL2012045 A NL 2012045A NL 2012045 C2 NL2012045 C2 NL 2012045C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
nail
connecting part
parts
head
guide
Prior art date
Application number
NL2012045A
Other languages
English (en)
Inventor
Jan Mateboer
Original Assignee
Jan Mateboer
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Jan Mateboer filed Critical Jan Mateboer
Priority to NL2012045A priority Critical patent/NL2012045C2/nl
Priority to DK14200726.9T priority patent/DK2891544T3/en
Priority to EP14200726.9A priority patent/EP2891544B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2012045C2 publication Critical patent/NL2012045C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B25HAND TOOLS; PORTABLE POWER-DRIVEN TOOLS; MANIPULATORS
    • B25CHAND-HELD NAILING OR STAPLING TOOLS; MANUALLY OPERATED PORTABLE STAPLING TOOLS
    • B25C1/00Hand-held nailing tools; Nail feeding devices
    • B25C1/001Nail feeding devices
    • B25C1/005Nail feeding devices for rows of contiguous nails

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Portable Nailing Machines And Staplers (AREA)

Description

SCHIETGEREEDSCHAP VOOR BEVESTIGINGSBEUGELS
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en op een gereedschap in de vorm van een pistool waarmee nagels in een ondergrond worden geschoten ten behoeve van het daarmee vastzetten van bevestigingsbeugels voor bijvoorbeeld kabels of leidingen.
Een dergelijke werkwijze en gereedschap zijn bekend uit WO 2004/061352 Al. Daarin wordt een werkwijze en schietgereedschap beschreven waarbij een in hoofdzaak U-vormige bevestigingsbeugel twee opstaande naar elkaar toe gebogen klemdelen en een zich tussen de delen uitstrekkend verbindingsdeel met een boven- en onderkant heeft. In de bovenkant is een ruimte aanwezig voor het daarin verzinken van de nagelkop. De onderkant wordt op een ondergrond vastgezet door een, tussen de beide delen stekende van een nagelkop voorziene, stalen nagel die in het verbindingsdeel is gestoken om in de ondergrond te worden geschoten. Een in de loop van het gereedschap beweegbare slagpen schiet na vrijgave tegen de nagelkop waardoor de nagel in de ondergrond wordt geschoten en de bevestigingsbeugel wordt afgeritst van een strip met bevestigingsbeugels, en op de ondergrond wordt vast geschoten. Een in het magazijn van het gereedschap door verende middelen in de richting van een magazijnopening gedrukte rij beugels is onderling gekoppeld door middel van op verschillende hoogtes tussen naburige bevestigingsbeugels aangebrachte materiaalbruggen.
Nadeel is dat het schieten in verschillende typen ondergronden niet altijd tot bevredigende resultaten leidt.
Doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een werkwijze en schietgereedschap waarmee bevestigingsbeugels voor het daarmee vastzetten van kabels, leidingen, buizen en dergelijke, op nauwkeuriger reproduceerbare, stabiele en veilige wijze in met name harde ondergronden worden vastgezet.
Daartoe heeft de werkwijze overeenkomstig de uitvinding het kenmerk van conclusie 1 en heeft het gereedschap overeenkomstig de uitvinding het kenmerk van conclusie 11.
Voordeel van de werkwijze en het gereedschap volgens de uitvinding is dat de nagelgeleiding een dubbelfunctie vervuld door daarbinnen enerzijds de slagpen te geleiden bij diens beweging naar en op de nagelkop, en anderzijds de nagelkop en daarmee tevens de nagel beperkt in hun eventuele radiale afwijkingen tijdens de slagbeweging. Deze meervoudige axiale geleidingen zijn met name gunstig als de nagel in harde ondergronden wordt gedreven, waarmee de kans wordt verkleind dat de nagel scheef in de ondergrond komt.
In dergelijke harde ondergronden biedt de nagelgeleiding bovendien extra bescherming voor het geval de nagel mocht afbreken of wegspringen. Mogelijk onveilige situaties worden hierdoor voorkomen.
Een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat alvorens de geleide slagpen tegen de door de nagelgeleiding geleide nagelkop schiet de nagelgeleiding, bij het contact maken met de bovenkant van het verbindingsdeel, de bevestigingsbeugel in de richting van de ondergrond verplaatst, waardoor de één of meer materiaalbruggen naar de naburige bevestigingsbeugel wordt/worden doorgebroken.
Voordeel hiervan is dat de materiaalbrug tussen de beugel die dient te worden ingeschoten en de nog in het magazijn aanwezige beugel of beugels, al is doorgebroken voordat of kort nadat de slagpen in beweging komt. Hierdoor ligt de onderkant van de bevestigingsbeugel met voordeel al stabiel en onbeweeglijk tegen de ondergrond, voordat de binnen de nagelgeleiding geleide nagel grotendeels in de ondergrond verdwijnt. Door de vergrote aanvankelijke stabiliteit verloopt het uiteindelijke inschieten met minder kans op dwars trillingen en scheef schieten van de nagel, ook ten aanzien van beugelmateriaal dat wat zachter is en van nature minder steun bij het inschieten van de nagel biedt.
Een uitvoeringsvorm van het gereedschap en/of de werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat de vrije slag van de slagpen maximaal gelijk is aan de afstand waarboven de nagelkop boven de bovenkant van het beugeldeel ligt. Anders gezegd de slagpen heeft een vrije slag die maximaal gelijk is aan de lengte van de boven de bovenkant uitstekende nagelsteel.
Met voordeel kan op die manier de nagel nooit te diep, en altijd met de juiste slaglengte, in het verbindingsdeel en de ondergrond worden geschoten, waardoor telkens een spelingvrije bevestiging tussen de beugel en de ondergrond ontstaat. De in of op de beugel aan te brengen leiding, kabel of dergelijke zit zodoende altijd goed op muur, kolom, vloer, wand of plafond vast.
Verder gedetailleerde mogelijke uitvoeringsvormen die in de overige conclusies zijn uiteen gezet, zijn samen met de daarbij behorende voordelen in de navolgende beschrijving vermeld.
Thans zullen het gereedschap en de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de onderstaande figuren, waarin dezelfde onderdelen van soortgelijke verwijzingscijfers zijn voorzien. Daarbij toont: - Figuur 1 een schematische weergave van het gereedschap volgens de uitvinding, - Figuur 2 een detail van de werkwijze volgens de uitvinding die wordt toegepast bij het inschieten van de nagel; en - Figuur 3 een detail van een losse bevestigingsbeugel, welke geschikt is voor toepassing in het gereedschap uit figuur 1.
Figuur 1 toont een gereedschap 1, in het bijzonder een handgereedschap, dat is uitgevoerd als een pistool 2 met handgreep dat is voorzien van een loop 3 met daarin een beweegbare slagpen 4. De slagpen 4 is beweegbaar onder invloed van bijvoorbeeld een tot detoneren te brengen kruitlading of zoals schematisch weergegeven met behulp van een onder druk staande gaspatroonhouder 5. Na het omhalen van een trekker 6 van het pistool 2 beweegt de slagpen 4 met grote snelheid met een instelbare slaglengte in de figuur van boven naar beneden.
Het schietgereedschap 1 bevat verder een met de loop 3 gekoppeld magazijn 7 dat kan worden gevuld met losse, doch bij voorkeur onderlink door middel beugelmateriaal gekoppelde bevestigingsbeugels of zadels 8. Hiermee worden bijvoorbeeld kabels, leidingen, bevestigingsmiddelen of profielen op een ondergrond zoals een muur, kolom, vloer, wand of plafond vastgezet. Elke bevestigingsbeugel, hierna ook kortweg beugel 8 genoemd, is voorzien van een verbindingsdeel 8-1 dat met diens onderkant 9-1 in contact met de ondergrond 0 is te brengen.
In dat verbindingsdeel 8-1 is een nagel 10 gestoken die een op een nagelsteel 10-1 aangebrachte nagelkop 10-2 heeft. Die nagel 10 zit er meestal al in als het samenstel van althans het deel 8-1 en de daarin gestoken nagel 10 in het magazijn 7 aanwezig is. Het is natuurlijk mogelijk om de beugels 8 en nagels 10 afzonderlijk aan te voeren en voordat zij het magazijn 7 in gaan handmatig of geautomatiseerd samen te voegen en dan samengevoegd naar het magazijn 7 te brengen.
De nagelsteel 10-1 steekt in het verbindingsdeel 8-1 en steekt uit diens bovenkant 9-2 die tegenover de voornoemde onderkant 9-1 van het deel 8-1 ligt. Aan de loop 3 c.q. het gereedschap 1 is een bij voorkeur verend uitgevoerde nagelgeleiding 11 bevestigd die bij het voorbereiden van het inschieten van de nagel 10 over de nagelkop 10-2 is aan te brengen. Als de nagelgeleiding 11 -die eventueel verend is uitgevoerd- tot op de bovenkant 9-2 van het deel 8-1 van de beugel 8 zakt is het gereedschap klaar om de nagel in de ondergrond te schieten. Het verend uitvoeren van de nagelgeleiding 11 zorgt voor een soepel aanliggen van nagelgeleiding op de bovenkant 9-2 van het verbindingsdeel 8-1.
De binnenmaat van de nagelgeleiding 11, c.q. binnendiameter indien deze een praktisch de voorkeur bezittende ronde doorsnede heeft- sluit nauw aan bij de zowel de maximale buitenmaat van de nagelkop 10-2, als de maximale buitenmaat van de slagpen 4. Op deze wijze geleid de nagelgeleiding 11 in principe zowel de beweging van de slagpen 4, als na impact de gezamenlijke beweging van slagpen en nagel 10, in het bijzonder nagelkop 10-2.
Meestal is de breedte van het gedeelte van de slagpen 4 dat via de nagelkop 10-2 contact maakt met de nagel 10 niet groter dan de breedte van de nagelsteel 10-1. Na het feitelijk overhalen van de trekker wordt de nagel in de ondergrond O gedreven en komt de nagelkop 10-2 verzonken in een ruimte R aan de bovenkant 9-2 van de beugel 8 te liggen.
De afstand waarover de nagelgeleiding 11 over de nagel 10 beweegt is met voordeel automatisch ook een maat voor de lengte van de vrije slag waarover de slagpen 4 dient te bewegen om de beugel 8 goed op de ondergrond vast te zetten. Als de slaglengte groter is bestaat de kans dat de nagelkop 10-2 zo diep in het materiaal van de beugel 8 wordt gedrukt dat het beugeldeel 8-1 beschadigd raakt of gaat vervormen, waardoor de functie ervan zou kunnen worden aangetast. Als de slaglengte kleiner is dan wat nodig is zal de nagel 10 niet diep genoeg zijn ingedreven en steekt deze mogelijk hinderlijk boven het beugeldeel 8-1 uit, waardoor de beugel niet goed op de ondergrond zal vastzitten. In het algemeen is de vrije slag van de slagpen 4 maximaal gelijk aan de afstand tussen de onderzijde van de nagelkop 10-2 en de bovenkant 9-2 van het beugeldeel 8-1, c.q. de bodem van de ruimte R.
Het ter plaatse van de uitmonding van de loop 3 aangebrachte magazijn 7 is voorzien van duworganen 12 die zijn ingericht om -veelal door middel van veerkracht- de daarin aanwezige bevestigingsbeugels 8 in de richting van een in het magazijn 7 aanwezig schietgat 13 te bewegen. Bij het schieten verdwijnt de beugel 8 waarvan de nagel 10 in de ondergrond is geschoten door het schietgat 13 en tegelijkertijd komt de betreffende beugel 8 los van zijn aangrenzende beugels uit de reeks veelal onderling gekoppelde in het magazijn 7 gelegen beugels 8.
De bevestigingsbeugels 8 kunnen onder meer in hoofdzaak boog- vormig, O-vormig, of omega vormig zijn. Indien zij in hoofdzaak U-vormig zijn, zoals in figuur 2 is weergegeven, steekt de nagel 10 door het deel 8-1 terwijl deze aan beide zijkanten wordt geflankeerd door opstaande parallelle poten 8-2 waartussen de nagelsteel 10-1 zich bevindt. In dat geval zijn de beugels 8 onderling zij aan zij gekoppeld met aangrenzende beugels door middel van materiaalbruggen 14. Bij voorkeur zijn de materiaalbruggen op posities tussen naburige beugels 8 aangebracht waardoor deze onderling enigszins beweegbaar zijn. Voordeel daarvan is dat het insteken van de beugels 8 in het magazijn 7 in de praktijk gemakkelijker verloopt, en bovendien komt de uitlijning minder kritisch doordat de rij beugels wat kan bewegen en kan meegeven.
Als de één of meer materiaalbruggen 14 uitsluitend tussen naburige verbindingsdelen 8-1 onderaan de bevestigingsbeugels 8 zijn gepositioneerd, zoals figuur 2 toont, dan zijn kijkend naar figuur 3 de opstaande poten 8-2 van de beugel 8 loodrecht op het vlak van de figuur 3 beweegbaar. In die positie van de materiaalbruggen 14 gaat het doorbreken van de bruggen 14 met minder hinderlijke trillingen gepaard. Als de nagelgeleiding 11 al of niet verend contact maakt met de bovenkant 9-2 van het verbindingsdeel 8-1 wordt de betreffende bevestigingsbeugel 8 in de richting van de ondergrond 0 verplaatst en daarbij breken dan de bruggen 14 door, waarna de onderkant 9-1 van het verbindingsdeel 8-1 direct stabiel op de ondergrond 0 aanligt. In een variant is het mogelijk, maar om stabiliteitsredenen minder gewenst, dat de bruggen 14 pas breken als de slagpen 4 naar beneden beweegt, waarbij deze dan in één beweging de beugel 8 naar beneden verplaatst om vervolgens als de onderkant 9-1 nog geen stabiel en trillingsvrij contact maakt met de ondergrond 0 de nagel daarin te drijven.
De bevestigingsbeugels 8 zijn bij voorkeur uit een kunststof, in het bijzonder een biologisch afbreekbare kunststof of bio-kunststof vervaardigd. Een poly butileen succinaat bevattende kunststof heeft de voorkeur. Voor zover een dergelijk kunststof minder stevig is zorgt de meervoudig voor geleiding van de slagpen 4 en nagelkop 10-2 zorgende nagelgeleiding 11 voor een vergrote stabiliteit van de beschreven werkwijze, met name als de nagel 10 in een harde ondergrond, zoals beton wordt geschoten.

Claims (12)

1. Werkwijze waarbij een bevestigingsbeugel die twee opstaande parallelle delen en een zich tussen de delen uitstrekkend verbindingsdeel met een boven- en onderkant heeft met de onderkant op een ondergrond wordt vastgezet door een, tussen de beide delen stekende van een nagelkop voorziene, nagel die in het verbindingsdeel is gestoken, waarbij een axiaal holle nagelgeleiding waarvan de dwarsdoorsnede nauw past bij de nagelkop doorsnede over de nagelkop en over de nagel wordt neergelaten totdat de nagelgeleiding contact maakt met de bovenkant van het verbindingsdeel, waarna een binnen de neergelaten nagelgeleiding geleide slagpen tegen de geleide nagelkop schiet waardoor de nagel in de ondergrond wordt gedreven.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de nagelgeleiding verend contact maakt met de bovenkant van het verbindingsdeel.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat een rij die onderling met elkaar gekoppelde elk van nagels voorziene bevestigingsbeugels bevat door verende middelen in de richting van de nagelgeleiding worden gedrukt.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk dat naburige bevestigingsbeugels in de rij onderling beweegbaar zijn gekoppeld.
5. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk dat naburige bevestigingsbeugels in de rij onderling beweegbaar zijn gekoppeld door middel van één of meer tussen de naburige bevestigingsbeugels aangebrachte materiaalbruggen.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de één of meer materiaalbruggen uitsluitend tussen de naburige verbindingsdelen van de bevestigingsbeugels zijn aangebracht.
7. Werkwijze volgens één van de conclusies 1-6, met het kenmerk dat alvorens de geleide slagpen tegen de door de nagelgeleiding geleide nagelkop schiet de nagelgeleiding bij het contact maken met de bovenkant van het verbindingsdeel de bevestigingsbeugel in de richting van de ondergrond verplaatst, waarbij de één of meer materiaalbruggen naar diens naburige bevestigingsbeugel wordt/worden doorbroken.
8. Werkwijze volgens één van de conclusies 1-7, met het kenmerk dat de bevestigingsbeugels uit één en hetzelfde materiaal zijn vervaardigd, waarbij in het verbindingsdeel van elke bevestigingsbeugel de uit een hard materiaal, zoals staal, vervaardigde nagel is gestoken.
9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk dat de bevestigingsbeugel wordt uitgevoerd als klembeugel met naar elkaar toe gebogen en verend uitgevoerde delen waartussen, nadat de bevestigingsbeugel op de ondergrond is vastgezet, bijvoorbeeld kabels, buizen of leidingen worden geklemd.
10. Werkwijze volgens één van de conclusies 1-9, met het kenmerk dat de bevestigingsbeugels uit een biologisch afbreekbare kunststof, zoals een poly butyleen succinaat (PBS) bevattende kunststof worden vervaardigd.
11. Gereedschap voor het uitvoeren van de werkwijze volgens één van de conclusies 1-10 omvattende: - een pistool met een loop en daarin een beweegbare slagpen die is gekoppeld met een door een over te halen trekker bediende gaspatroonhouder, - een met de loop gekoppeld magazijn dat te vullen is met bevestigingsbeugels die elk twee opstaande delen en een zich tussen de delen uitstrekkend verbindingsdeel met een boven- en onderkant heeft, welke onderkant op een ondergrond wordt vastgezet door een, tussen de beide delen stekkende van een nagelkop voorziene, nagel die in het verbindingsdeel is gestoken om bij het overhalen van de trekker in de ondergrond te worden gedreven, en - een in de loop beweegbare axiaal holle nagelgeleiding waarvan de dwarsdoorsnede nauw past bij de nagelkop doorsnede, en die over de nagelkop en nagel tussen de beide delen kan worden neergelaten totdat de nagelgeleiding contact maakt met de bovenkant van het verbindingsdeel, waarna de in de neergelaten nagelgeleiding beweegbare slagpen geleid binnen de holle nagelgeleiding tegen de door de nagelgeleiding geleide nagelkop schiet waardoor de geleide nagel in de ondergrond schiet.
12. Gereedschap volgens conclusie 11, met het kenmerk dat het pistool is uitgevoerd met een loop waarin de vrije slag van de beweegbare slagpen maximaal gelijk is gemaakt aan de afstand tussen de onderzijde van de nagelkop en de bovenkant van het verbindingsdeel.
NL2012045A 2014-01-03 2014-01-03 Schietgereedschap voor bevestigingsbeugels. NL2012045C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2012045A NL2012045C2 (nl) 2014-01-03 2014-01-03 Schietgereedschap voor bevestigingsbeugels.
DK14200726.9T DK2891544T3 (en) 2014-01-03 2014-12-31 STRAIGHT SAFETY EQUIPMENT
EP14200726.9A EP2891544B1 (en) 2014-01-03 2014-12-31 Shooting equipment for fastening clips

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2012045A NL2012045C2 (nl) 2014-01-03 2014-01-03 Schietgereedschap voor bevestigingsbeugels.
NL2012045 2014-01-03

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2012045C2 true NL2012045C2 (nl) 2015-07-06

Family

ID=50346071

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2012045A NL2012045C2 (nl) 2014-01-03 2014-01-03 Schietgereedschap voor bevestigingsbeugels.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP2891544B1 (nl)
DK (1) DK2891544T3 (nl)
NL (1) NL2012045C2 (nl)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1298039A (en) * 1969-11-18 1972-11-29 Bukama Gmbh Fastening means adapted for use in a driving tool
WO2004061352A1 (de) * 2003-01-07 2004-07-22 AHORN Geräte & Werkzeuge-Vertriebs-GmbH Befestigungselement

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1298039A (en) * 1969-11-18 1972-11-29 Bukama Gmbh Fastening means adapted for use in a driving tool
WO2004061352A1 (de) * 2003-01-07 2004-07-22 AHORN Geräte & Werkzeuge-Vertriebs-GmbH Befestigungselement

Also Published As

Publication number Publication date
EP2891544B1 (en) 2016-07-27
DK2891544T3 (en) 2016-09-26
EP2891544A1 (en) 2015-07-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4801064A (en) Cable mounting apparatus and method
JP2014511711A5 (nl)
US4801061A (en) Cable mounting apparatus and method
KR100880718B1 (ko) 타카핀 걸림 방지기능이 구비된 타카장치
NL2012045C2 (nl) Schietgereedschap voor bevestigingsbeugels.
US20170157758A1 (en) Clip dispensing means and clips and storage means therefore
WO2015197848A1 (fr) Pièce de support pour supporter un dispositif, détecteur de fumée et prolongateur de cloueur pour clouer une telle pièce de support
EP2893838A1 (en) Adjustable bracket assembly and slide assembly comprising the same
JP6112310B2 (ja) 脚部インパクタ押し出し装置
JP4214967B2 (ja) 部品固定具及びこの部品固定具の釘打機に対する仮保持機構
US8109386B2 (en) Fastening clip bar
JP5949105B2 (ja) 姿勢制御構造及び射出試験装置
US9642279B2 (en) Rail mounting structure
KR100742595B1 (ko) 통신용 광케이블 고정클립
NL2010606C2 (nl) Schietgereedschap voor bevestigingsbeugels.
NL2001398C2 (nl) Spouwanker.
KR101938843B1 (ko) 파일 야적 거치대
JP5961779B1 (ja) ステップル打込工具
KR101456139B1 (ko) 스터드형 체결구의 홀더장치
JP2014231707A (ja) 断熱材固定具
JP7281065B2 (ja) 車両強制停止装置
EP1842626A1 (en) Fixation device for nail guns
KR101691770B1 (ko) 건축용 앵커
US8235638B2 (en) Auxiliary constructional component
US20120223119A1 (en) Spatial positioning safety indirect shot anchoring device and teleactuating pole for a spatial positioning safety indirect shot anchoring device

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20170201