NL2011792C2 - Inrichting en werkwijze voor het omzetten van energie van golfbewegingen in zee in een andere energievorm. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het omzetten van energie van golfbewegingen in zee in een andere energievorm. Download PDF

Info

Publication number
NL2011792C2
NL2011792C2 NL2011792A NL2011792A NL2011792C2 NL 2011792 C2 NL2011792 C2 NL 2011792C2 NL 2011792 A NL2011792 A NL 2011792A NL 2011792 A NL2011792 A NL 2011792A NL 2011792 C2 NL2011792 C2 NL 2011792C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
chamber
fixed element
movement
section
energy
Prior art date
Application number
NL2011792A
Other languages
English (en)
Inventor
Fred Ernest Gardner
Original Assignee
Protoplan B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Protoplan B V filed Critical Protoplan B V
Priority to NL2011792A priority Critical patent/NL2011792C2/nl
Priority to PT14192845T priority patent/PT2873852T/pt
Priority to EP14192845.7A priority patent/EP2873852B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2011792C2 publication Critical patent/NL2011792C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F03MACHINES OR ENGINES FOR LIQUIDS; WIND, SPRING, OR WEIGHT MOTORS; PRODUCING MECHANICAL POWER OR A REACTIVE PROPULSIVE THRUST, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F03BMACHINES OR ENGINES FOR LIQUIDS
    • F03B13/00Adaptations of machines or engines for special use; Combinations of machines or engines with driving or driven apparatus; Power stations or aggregates
    • F03B13/12Adaptations of machines or engines for special use; Combinations of machines or engines with driving or driven apparatus; Power stations or aggregates characterised by using wave or tide energy
    • F03B13/14Adaptations of machines or engines for special use; Combinations of machines or engines with driving or driven apparatus; Power stations or aggregates characterised by using wave or tide energy using wave energy
    • F03B13/16Adaptations of machines or engines for special use; Combinations of machines or engines with driving or driven apparatus; Power stations or aggregates characterised by using wave or tide energy using wave energy using the relative movement between a wave-operated member, i.e. a "wom" and another member, i.e. a reaction member or "rem"
    • F03B13/18Adaptations of machines or engines for special use; Combinations of machines or engines with driving or driven apparatus; Power stations or aggregates characterised by using wave or tide energy using wave energy using the relative movement between a wave-operated member, i.e. a "wom" and another member, i.e. a reaction member or "rem" where the other member, i.e. rem is fixed, at least at one point, with respect to the sea bed or shore
    • F03B13/1845Adaptations of machines or engines for special use; Combinations of machines or engines with driving or driven apparatus; Power stations or aggregates characterised by using wave or tide energy using wave energy using the relative movement between a wave-operated member, i.e. a "wom" and another member, i.e. a reaction member or "rem" where the other member, i.e. rem is fixed, at least at one point, with respect to the sea bed or shore and the wom slides relative to the rem
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F05INDEXING SCHEMES RELATING TO ENGINES OR PUMPS IN VARIOUS SUBCLASSES OF CLASSES F01-F04
    • F05BINDEXING SCHEME RELATING TO WIND, SPRING, WEIGHT, INERTIA OR LIKE MOTORS, TO MACHINES OR ENGINES FOR LIQUIDS COVERED BY SUBCLASSES F03B, F03D AND F03G
    • F05B2240/00Components
    • F05B2240/57Seals
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02EREDUCTION OF GREENHOUSE GAS [GHG] EMISSIONS, RELATED TO ENERGY GENERATION, TRANSMISSION OR DISTRIBUTION
    • Y02E10/00Energy generation through renewable energy sources
    • Y02E10/30Energy from the sea, e.g. using wave energy or salinity gradient

Description

Inrichting en werkwijze voor het omzetten van energie van golfbewegingen in zee in een andere energievorm
De uitvinding betreft een inrichting voor het omzetten van energie van golfbewegingen in zee in een andere energievorm, die is voorzien van een vast element en een ten opzichte van het vaste element beweegbaar element, welke elementen zijn ingericht om aan de golfbewegingen te worden onderworpen en waarbij de elementen een kamer insluiten, waarvan het volume varieert met de onderlinge bewegingen van de elementen en een energieomzetter voor het omzetten van de mechanische energie van de onderlinge beweging tussen het vaste element en het beweegbare element in de andere energievorm.
Een dergelijke inrichting is bekend uit WO-A-2008/149084.
De bij deze inrichting wordt een enkel rolmembraan toegepast tussen de twee onderling beweegbare elementen, opdat de problemen van een beweegbare afdichting worden vermeden. Het betreft hier echter een enkel rolmembraan, zodat geleidemiddelen zijn verschaft voor het geleiden van de het beweegbare element ten opzichte van het vaste element.
Het is de uitvinder echter gebleken dat een rolmembraan niet alleen een functie heeft bij het afdichten, maar dat het rolmembraan ook als geleider kan fungeren. De uitvinding voorziet dan in de toepassing van twee rolmembranen die beide als geleider kunnen fungeren. Hiermede kan constructie van de inrichting aanzienlijk worden vereenvoudigd. De toepassing van twee rolmembranen brengt, onder de veronderstelling dat de kamer is ingesloten tussen de rolmembranen, en beide rolmembranen dezelfde afmetingen hebben, het probleem met zich mee, dat het volume van de kamer niet meer vernadert, zodat de oorspronkelijke functie van de inrichting niet meer kan worden vervuld. Dit probleem wordt opgelost door de rolmembranen met verschillende afmetingen te kiezen. De onderhavige uitvinding verschaft dan ook een inrichting van de hierboven genoemde soort, waarbij het vaste element en het beweegbare element elk zijn verbonden met een eerste rolmembraan en met een tweede rolmembraan, de kamer is ingesloten door het vaste element, het beweegbare element, het eerste rolmembraan en het tweede rolmembraan en waarbij in tenminste één positie van het beweegbare element ten opzichte van het vaste element, het oppervlak van beide rolmembranen dwars op de bewegingsrichting onderling verschillend is. Als gevolg van deze maatregelen is een inrichting verkregen, die de voordelen kent van rolmembranen en waarbij de oorspronkelijke functionaliteit is gehandhaafd.
De uitvinding betreft eveneens een werkwijze voor het omzetten van energie van golfbewegingen in zee, waarbij een beweegbaar element dat tezamen met een vast element een kamer insluit, aan de golfbewegingen wordt onderworpen, waardoor het volume van de kamer varieert als gevolg van de bewegingen van het beweegbare element en de inhoud van de kamer bij volumeveranderingen van de kamer in en uit de kamer wordt gedreven en bij die bewegingen energie opwekt, waarbij bij het bewegen van het beweegbare element ten opzichte van het vaste element twee rolmembranen met een verschillende volumetrische verplaatsing op- en afrollen.
Volgens een constructief aantrekkelijke uitvoeringsvorm hebben het vaste element en het beweegbare element elk twee hoofdzakelijk cilindrisch wanddelen en strekt het traject van de rolmembranen langs beide elementen zich langs het respectievelijke hoofdzakelijk cilindrische wanddeel uit. Met deze maatregelen wordt een lineaire variatie van het volume van de kamer met de beweging van het beweegbare element verkregen. Hierbij beperkt het woord ‘cilindrisch’ zich niet tot een lichaam met de cirkelvormige doorsnede, maar omvat het eveneens lichamen met een doorsnede met een andere vorm zoals een ellips. Het begrip omvat tevens lichaam met een doorsnede van een veelvlak, maar het zal duidelijk zijn, dat een dergelijke vorm, gezien de toepassing van rolmembranen, in de huidige toepassing niet mogelijk is.
De toepassing van rolmembranen maakt het aantrekkelijk de inrichting zo veel mogelijk symmetrisch te maken, daar de rolmembranen dan symmetrisch worden belast. Dit wordt bereikt wanneer het beweegbare element concentrisch ten opzichte van het vaste element en zich rondom het vaste element uitstrekkend is aangebracht en wanneer de kamer tenminste gedeeltelijk ringvormig is. Het is duidelijk dat dit niet noodzakelijkerwijs aangeeft dat de vlakken waar de rolmembranen tegen rollen cirkel symmetrisch zijn, al is dit laatste wel mogelijk en constructief gezien aantrekkelijk.
Het is mogelijk gebruik te maken van een energieomzetter die direct verbonden is met het vaste en het beweegbare element, maar het kan aantrekkelijk zijn gebruik te maken van een indirecte koppeling, bijvoorbeeld door middel van het in de kamer aanwezige fluïdum. Het is dan aantrekkelijk dat het vaste element een één geheel met de basis vormend eerste deel en een op afstand van de basis geplaatst tweede deel omvat, dat elk deel is voorzien van een hoofdzakelijk cilindrisch wanddeel en dat de kamer zich eveneens tussen het eerste en het tweede deel van het vaste element uitstrekt. De indirect gekoppelde energieomzetter kan dan tussen het eerste en het tweede deel van het vaste element worden geplaatst. Het fluïdum kan worden gevormd door een gas of door een vloeistof, maar het is eveneens mogelijk gebruik te maken van een combinatie. In dit laatste geval is het aantrekkelijk de vloeistof door de energieomzetter te laten vloeien, daar de dichtheid van een vloeistof groter is en de energieomzetter kleiner kan worden gedimensioneerd dan bij gebruik van een gas.
De toepassing van een indirecte koppeling tussen het beweegbare element en de energieomzetter vereist een ruimte voor het opnemen en afgeven van het de energieomzetter passerende fluïdum. Hiertoe verschaft een verdere uitvoeringsvorm de maatregel dat het beweegbare element de vorm van een aan zijn van de basis afgekeerde zijde gesloten kap heeft die zich om de kamer heen uitstrekt, dat het tweede deel van het vaste element een binnen de kamer geplaatste hulpkamer omvat en dat de kamer en de hulpkamer door een turbine zijn verbonden.
Het zal duidelijk zijn dat middelen moeten zijn voorzien voor het op zijn plaats houden van de inrichting. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van een starre constructie waarmede het vaste deel is verbonden, maar het is ook mogelijk de inrichting drijvend uit te voeren en deze door middel van bijvoorbeeld kabels te verankeren. Wanneer de inrichting in een drijvende toestand wordt gebruikt, is het aantrekkelijk wanneer in het eerste deel van het vaste element een kamer is geplaatst, die is ingericht voor het handhaven van het drijfvermogen van de inrichting.
Om de beweging van het beweegbare element mogelijk te maken, is het aantrekkelijk wanneer de inrichting is ingericht voor het handhaven van een vacuüm in de ruimte die wordt ingesloten tussen de kap, het eerste element en het rolmembraan aan de gesloten zijde van de kap. Bij het bewegen van de kap, zal immers niet alleen het volume van de kamer veranderen als gevolg van de rolmembranen, maar ook het volume in de ruimte die wordt ingesloten tussen de kap, het eerste element en het rolmembraan aan de gesloten zijde van de kap.
Toepassing van de inrichting volgens de uitvinding vereist het in resonantie brengen van het beweegbare deel van de inrichting om zo veel mogelijk energie uit de golfenergie te kunnen omzetten. Resonantie vereist een afstemming van de veerconstante van het door het beweegbare element en het in de kamer aanwezige gas gevormde massa-veersysteem. Het volume van de kamer varieert lineair met de beweging van het beweegbare element. Hierdoor zal de in de kamer aanwezige druk variëren, daar het product van volume en druk van een in een ruimte opgesloten gas constant is zoals de wet van Boyle leert. Hierdoor varieert de veerconstante volgens een hyperbolische functie, hetgeen ongewenst is. Om deze problematiek te voorkomen, stelt een verdere uitvoeringsvorm voor dat tenminste één van de hoofdzakelijk cilindrische wanddelen een dwars op de bewegingsrichting ronde of een elliptische doorsnede heeft met een in de bewegingsrichting verschillende diameter. Deze maatregel biedt de mogelijkheid de volumeverandering niet-lineair met de beweging van het beweegbare element te vormen, zodat de veerconstante kan worden bestuurd, met de mogelijkheid de veranderingen van de veerconstante zo veel mogelijk te compenseren. Ook in deze context wordt het woord ‘cilindrisch’ gebruikt in de betekenis van een lichaam met een doorsnede die niet noodzakelijkerwijs een cirkel is
Deze uitvoeringsvorm verschaft bovendien een werkwijze van de bovengenoemde soort, waarbij de volumetrische verplaatsing van tenminste één van de rolmembranen tijdens de beweging verandert.
Volgens een constructief aantrekkelijke uitvoeringsvorm is het vaste element voorzien van tenminste één wanddeel met een ronde of elliptische doorsnede en met een in de bewegingsrichting verschillende diameter of doorsnede. Hiermede is het immers mogelijk een enkele rolmembraan een niet lineair verlopende volumeverandering te laten veroorzaken.
Het is echter eveneens mogelijk dat beide delen van het vaste element zijn voorzien van een wanddeel met een ronde of elliptische doorsnede en met een in de bewegingsrichting verschillende diameter of doorsnede. Dan is het mogelijk beide rolmembranen een niet lineair verlopende volumeverandering te laten veroorzaken, waardoor meer vrijheid van dimensionering wordt verkregen.
De hierboven genoemde uitvoeringsvormen betreffen een afwijking van een cilindrisch oppervlak van de wanddelen op het vaste element. Het is eveneens mogelijk dergelijke niet afwijkingen van cilindrische wanddelen aan te brengen op het beweegbare element. Hiertoe verschaft een andere uitvoeringsvorm de maatregel dat het beweegbare element is voorzien van tenminste één wanddeel met een ronde of elliptische doorsnede en met een in de bewegingsrichting verschillende diameter of doorsnede. Hiermede wordt een nog grotere mate van vrijheid verkregen.
Het is voorstelbaar dat de wanddelen met een verschillende diameter zich over slechts een klein deel van de gehele lengte van het wanddeel uitstrekken, bijvoorbeeld aan het einde, om een afremmende werking te verkrijgen. De onderhavige uitvinding voorziet echter in de maatregel dat het wanddeel met een ronde of elliptische doorsnede en een in de bewegingsrichting verschillende diameter of doorsnede zich over een substantieel deel van de lengte in de bewegingsrichting van het betreffende element uitstrekt. Overigens wordt niet uitgesloten dat deze maatregel wordt gecombineerd met de zich slechts over een klein deel van de lengte van de wanddelen uitstrekkende niet cilindrische stukken wanddeel.
Het uiteraard mogelijk dat de diameter van de ronde delen in de lengterichting monotoon toe- of afneemt, maar volgens een voorkeursuitvoeringsvorm varieert de diameter in de lengterichting niet monotoon, waardoor meer vrijheidsgraden bij het ontwerp beschikbaar zijn.
Volgens een specifieke uitvoeringsvorm is de diameter gedimensioneerd voor het handhaven van een over de gehele bewegingslengte van het beweegbare deel zo veel mogelijk constante veereigenschappen.
Voor plaatsing van de inrichting in ondiepe wateren, heeft het de voorkeur dat het vaste deel door middel van een starre draagconstructie met de zeebodem is verbonden.
Voor plaatsing in diepe zeeën is het echter aantrekkelijker wanneer het vaste deel door middel van flexibele verankeringsmiddelen, zoals kabels, met de zeebodem is verbonden.
Vervolgens wordt de uitvinding toegelicht aan de hand van de bijgaande figuur 1, die een verticale doorsnede toont van een inrichting volgens de uitvinding.
De in figuur 1 weergeven inrichting, die in zijn geheel met 1 is aangeduid, is ingericht om onder het wateroppervlak te worden geplaatst, en wel op een niveau waarop het bovenste deel van de inrichting aan de golfbeweging van het wateroppervlak wordt blootgesteld. De inrichting 1 omvat een basis 2, die de positie van de inrichting bepaalt, bijvoorbeeld door bevestiging aan een in de tekening niet weergegeven starre verankeringsinrichting, zoals een zich vanaf de basis naar beneden uitstrekkende structuur die op de zeebodem is verankerd. Het is echter ook mogelijk dat de basis door middel van slappe verankeringsmiddelen, zoals kabels met de zeebodem is verankerd.
In dit laatste geval, zal de basis moeten zijn ingericht voor het verschaffen van drijfvermogen, bijvoorbeeld door het aanbrengen van een drijfkamer 3.
Aan de buitenzijde van de drijfkamer 3 strekt zich een cilindrische wand 4 uit. De drijfkamer 3 is voorts voorzien van een bovenwand 5. Vanaf de bovenwand 5 strekken zich staven 6 naar boven toe uit. Deze staven 6 dragen een onderwand 7 van een hulpkamer 8, die van een hoofdzakelijk cilindrische buitenwand 9 is voorzien. Aan zijn bovenzijde is de hulpkamer 8 voorzien van een bovenwand 10. De staven 6 vormen aldus een starre verbinding tussen de basis 2 en de hulpkamer 8.
Rondom de basis 2 en de hulpkamer 8 en concentrisch daarmee strekt zich een kap 12 uit. Deze kap 12 is heeft een torpedovorm met een hoofdzakelijk cilindrische wand 13 en een taps toelopend deel 14 aan de bovenzijde. De kap 12 wordt onderworpen aan golfbewegingen.
Tussen het cilindrische deel 13 van de kap 12 en de buitenwand 4 van de drijfkamer 3 is een eerste rolmembraan 15 aangebracht. De beide randen 15a, 15b van het eerste rolmembraan 15 zijn verbonden met de het cilindrische deel 13 van de kap, respectievelijk met de buitenwand 4 van de drijfkamer, opdat een afdichting is verkregen. De bolle zijde 15c van het eerste rolmembraan 15 is naar beneden gericht. Tussen het cilindrische deel 13 van de kap 12 en de buitenwand 9 van de hulpkamer 8 is een tweede rolmembraan 16 aangebracht. De beide randen 16a, 16b van het tweede rolmembraan 16 zijn verbonden met de het cilindrische deel 13 van de kap, respectievelijk met de buitenwand 9 van de hulpkamer 8, opdat een afdichting is verkregen. De bolle zijde 16c van het tweede rolmembraan 16 is naar boven gericht.
Het oppervlak van het eerste rolmembraan 15 dwars op de bewegingsrichting van de kap 12 is kleiner dan het oppervlak van het tweede rolmembraan 16 dwars op de bewegingsrichting, daar de diameter van de buitenwand 9 van de hulpkamer 8 kleiner is dan die van de buitenwand 4 van de drijfkamer 3.
Hierbij wordt opgemerkt dat de rolmembranen niet alleen dienen voor het afdichten van de ruimte, maar ook voor het geleiden van het beweegbare deel, oftewel de kap tijdens de bewegingen, zodat hiermee de noodzaak tot aparte geleiders komt te vervallen. Het zal duidelijk zijn dat bij het dimensioneren van de rolmembranen rekening moet worden gehouden met deze geleidingsfunctie.
Tussen de bovenwand 5 van de drijfkamer 3 en de onderwand 7 van de hulpkamer 8 is een turbine 20 geplaatst. De as van deze turbine 20 is coaxiaal met de as van de inrichting 1. De inlaatopeningen van deze turbine 20 leiden naar de ruimte tussen de bovenwand 5 van de drijfkamer en de onderwand 7 van de hulpkamer 8 en de uitlaatopeningen van de turbine 20 leiden naar het inwendige van de hulpkamer 8. Opgemerkt wordt dat de turbine in twee richtingen kan worden gebruikt, zodat de functie van de inlaatopeningen en de uitlaatopeningen kan omdraaien. De as van de turbine 20 is gekoppeld met een elektrische generator 21, die geplaatst is in de drijfkamer 3.
De inrichting volgens de uitvinding verschaft aldus een ruimte 25 die wordt ingesloten door de bovenwand 5 en de zijwand 4 van de drijfkamer 3, de onderwand 7 en de zijwand 9 van de hulpkamer 8, beide rolmembranen 15, 15 en het hoofdzakelijk cilindrische deel 13 van de kap 12. Bij beweging van de kap 12 in de axiale richting, zoals veroorzaakt door een golfbeweging van het wateroppervlak, rolt het eerste rolmembraan 15 tegen de zijwand 4 van de drijfkamer 3 en de cilindrische wand 13 van de kap 12, en rolt het tweede rolmembraan 16 tegen de zijwand 9 van de hulpkamer 8 en de cilindrische wand 13 van de kap 12. De zijwand 9 van de hulpkamer 8 is niet zuiver cilindrisch; deze wand is weliswaar rond, maar de diameter varieert met de axiale afstand tot de onderwand. De diameter heeft een zeker profiel, dat is gekozen om de door de door het tweede rolmembraan 16 veroorzaakte volumeverandering niet lineair te laten variëren bij beweging van de kap 12 om daarmede de karakteristiek van het door de inrichting volgens de uitvinding gevormde massa-veersysteem te kunnen beheersen.
Vervolgens zal de werking worden toegelicht. Zoals eerder al is vermeld, functioneert de inrichting volgens de uitvinding in een onder het wateroppervlak drijvende positie. Hierbij wordt de kap onderworpen aan de door de golfbewegingen opgewekte krachten., waardoor de kap een hoofdzakelijk verticale oscillerende beweging uit zal gaan voeren. Om tot een optimale opwekking van energie te komen, is het van belang dat de resonantiefrequentie van de inrichting zo dicht mogelijk bij de golffrequentie ligt opdat resonantie optreedt. De resonantiefrequentie van de inrichting is afhankelijk van de veerkarakteristiek en de massa van de kap van de inrichting. De uitvinding verschaft middelen om de veerkarakteristiek te bepalen door het profiel van de buitenwand van het hulpvat te bepalen. Dit profiel bepaalt immers de door het eerste rolmembraan veroorzaakte volumeverandering van de ruimte 25, waarin de als veer werkende lucht is opgeslagen. Hierbij is het overigens eveneens mogelijk dat de buitenwand van de drijfkamer wordt bepaald, waardoor meer vrijheid bij het ontwerp ontstaat. Overigens wordt evenmin uitgesloten dat de binnenwanddelen van de kap desbetreffend worden gevormd, al moet wel rekening worden gehouden met de eigenschappen van de rolmembranen. Opgemerkt wordt dat bij voorkeur in de kamer zowel een vloeistof als een gas aanwezig is, en wel bij voorkeur in zodanige hoeveelheden dat de vloeistof door de turbine wordt geleid en het gas als veer kan fungeren. Vooralsnog wordt aangenomen dat de kamer voor ongeveer de helft is gevuld met vloeistof en voor de helft met gas.
Door de oscillerende beweging van de kap 2 wordt het in de ruimte opgesloten gas samengeperst, waardoor de druk zo hoog oploopt dat de vloeistof door de turbine heen tot in de hulpkamer 8 vloeit. Bij verlaging van de druk vloeit de vloeistof weer vanuit de hulpkamer 8 door de turbine heen naar de kamer. Tijdens de doorgang van de vloeistof, wordt kinetische energie overgedragen naar de turbine en via de as overgedragen naar de generator waar de kinetische energie wordt omgezet in elektrische energie.
Alhoewel slechts een enkele uitvoeringsvorm is getoond, zal het duidelijk zijn dat talloze varianten kunnen worden toegepast en dat de beschermingsomvang van het octrooi door de conclusies wordt bepaald.

Claims (18)

1. Inrichting voor het omzetten van energie van golfbewegingen in zee in een andere energievorm, omvattende: - een vast element en een ten opzichte van het vaste element beweegbaar element, welke elementen zijn ingericht om als gevolg van de golfbewegingen een onderlinge beweging uit te voeren en waarbij de elementen een kamer insluiten, waarvan het volume varieert met de onderlinge bewegingen van de elementen; en - een energieomzetter voor het in een andere energievorm omzetten van de mechanische energie van onderlinge beweging tussen het vaste element en het beweegbare element, met het kenmerk, - dat het vaste element en het beweegbare element elk zijn verbonden met een eerste rolmembraan en met een tweede rolmembraan, - dat de kamer is ingesloten door het vaste element, het beweegbare element, het eerste rolmembraan en het tweede rolmembraan; en - dat in tenminste één positie van het beweegbare element ten opzichte van het vaste element, het oppervlak van beide rolmembranen dwars op de bewegingsrichting onderling verschillend is.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het vaste element en het beweegbare element elk twee hoofdzakelijk cilindrische wanddelen hebben en dat het traject van de rolmembranen langs beide elementen zich langs het respectievelijke hoofdzakelijk cilindrische wanddeel uitstrekt.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het beweegbare element concentrisch ten opzichte van het vaste element en zich rondom het vaste element uitstrekkend is aangebracht en dat de kamer tenminste gedeeltelijk ringvormig is.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het vaste element een eerste deel en een op afstand van de basis geplaatst tweede deel omvat, dat elk deel is voorzien van een hoofdzakelijk cilindrisch wanddeel en dat de kamer zich eveneens tussen het eerste en het tweede deel van het vaste element uitstrekt.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het beweegbare element de vorm van een aan zijn van de basis afgekeerde zijde gesloten kap heeft die zich om de kamer heen uitstrekt, dat het tweede deel van het vaste element een binnen de kamer geplaatste hulpkamer omvat en dat de kamer en de hulpkamer door een turbine zijn verbonden.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat in het eerste deel van het vaste element een kamer is geplaatst, die is ingericht voor het handhaven van het drijfvermogen van de inrichting.
7. Inrichting volgens conclusie 5 of 7, met het kenmerk, dat de inrichting is ingericht voor het handhaven van een vacuüm in de ruimte die wordt ingesloten tussen de kap, het eerste element en het rolmembraan aan de gesloten zijde van de kap.
8. Inrichting volgens één van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat tenminste één van de hoofdzakelijk cilindrische wanddelen een dwars op de bewegingsrichting ronde of elliptische doorsnede heeft met een in de bewegingsrichting verschillende doorsnede.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het vaste element is voorzien van tenminste één wanddeel met een ronde of elliptische doorsnede en met een in de bewegingsrichting verschillende doorsnede.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat beide delen van het vaste element zijn voorzien van een wanddeel met een ronde of elliptische doorsnede en met een in de bewegingsrichting verschillende doorsnede.
11. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het beweegbare element is voorzien van tenminste één wanddeel met een ronde of elliptische doorsnede en met een in de bewegingsrichting verschillende doorsnede.
12. Inrichting volgens conclusie 8, 9, 10 of 11, met het kenmerk, dat het wanddeel met een ronde of elliptische doorsnede en een in de bewegingsrichting verschillende doorsnede zich over een substantieel deel van de lengte in de bewegingsrichting van het betreffende element uitstrekt.
13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de doorsnede in de lengterichting niet monotoon varieert.
14. Inrichting volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk, dat de doorsnede is gedimensioneerd voor het handhaven van een over de gehele bewegingslengte van het beweegbare deel zo veel mogelijk constante veereigenschappen.
15. Inrichting volgens één van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat door middel van een starre draagconstructie met de zeebodem is verbonden.
16. Inrichting volgens één van de conclusies 1-14, met het kenmerk, dat het vaste deel door middel van flexibele verankeringsmiddelen met de zeebodem is verbonden.
17. Werkwijze voor het omzetten van energie van golfbewegingen in zee, waarbij een beweegbaar element, dat tezamen met een vast element een kamer insluit, aan de golfbewegingen wordt onderworpen, waardoor het volume van de kamer varieert als gevolg van de bewegingen van het beweegbare element en de inhoud van de kamer bij volumeveranderingen van de kamer in en uit de kamer wordt gedreven en bij die bewegingen energie opwekt, met het kenmerk, dat bij het bewegen van het beweegbare element ten opzichte van het vaste element twee rolmembranen met een verschillende volumetrische verplaatsing op- en afrollen.
18. Werkwijze volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de volumetrische verplaatsing van tenminste één van de rolmembranen tijdens de beweging verandert.
NL2011792A 2013-11-13 2013-11-13 Inrichting en werkwijze voor het omzetten van energie van golfbewegingen in zee in een andere energievorm. NL2011792C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2011792A NL2011792C2 (nl) 2013-11-13 2013-11-13 Inrichting en werkwijze voor het omzetten van energie van golfbewegingen in zee in een andere energievorm.
PT14192845T PT2873852T (pt) 2013-11-13 2014-11-12 Dispositivo e método para converter energia de movimentos de ondas do mar em outra forma de energia
EP14192845.7A EP2873852B1 (en) 2013-11-13 2014-11-12 Device and method for converting energy from wave motions of the sea to another form of energy

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2011792A NL2011792C2 (nl) 2013-11-13 2013-11-13 Inrichting en werkwijze voor het omzetten van energie van golfbewegingen in zee in een andere energievorm.
NL2011792 2013-11-13

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2011792C2 true NL2011792C2 (nl) 2015-05-19

Family

ID=51903826

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2011792A NL2011792C2 (nl) 2013-11-13 2013-11-13 Inrichting en werkwijze voor het omzetten van energie van golfbewegingen in zee in een andere energievorm.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP2873852B1 (nl)
NL (1) NL2011792C2 (nl)
PT (1) PT2873852T (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN109973288B (zh) * 2019-01-31 2020-07-10 武汉大学 主动共振c式浮力摆波浪能发电装置

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL301824A (nl) * 1963-12-13
DE2406756A1 (de) * 1974-02-13 1975-05-15 Harald Dr Ing Kayser Hydroelektrischer wellengenerator
DE19546113A1 (de) * 1995-12-11 1997-07-03 Siegfried Dipl Ing Kuebler Doppeltwirkender Rollmembranzylinder
GB0710689D0 (en) 2007-06-05 2007-07-11 Aws Ocean Energy Ltd Wave energy converter
WO2010144384A1 (en) * 2009-06-09 2010-12-16 Healy James W Wave energy electrical power generation

Also Published As

Publication number Publication date
EP2873852B1 (en) 2019-01-09
EP2873852A1 (en) 2015-05-20
PT2873852T (pt) 2019-05-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
DK2304468T3 (en) MARIN SEISMIC SOURCE.
NL2011792C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het omzetten van energie van golfbewegingen in zee in een andere energievorm.
CA2734589C (en) A wave power unit with an electric linear generator
US7963111B2 (en) Sea wave energy converter
EP0235065A1 (fr) Dispositif de remplissage de récipients à contre-pression
FR2820486A1 (fr) Organe de fermeture d'une vanne comportant un logement interieur pour une sonde permettant l'extraction de celle-ci sans demontage
JP2016535836A (ja) 水の表面波から運動エネルギーを抽出する方法とシステム
EP2177893A1 (fr) Cellule triaxiale polyvalente utilisable pour effectuer des essais
US20140360357A1 (en) Vented Pressurized Gas-Powered Actuator
FR2983922A1 (fr) Pompe de transfert et/ou de compression immergee utilisant pour fonctionner l'energie de la houle
CA2939547C (en) Method and arrangement for maintaining fluid flow pressure in a system at a preset, almost constant level
FR3057306A1 (fr) Dispositif de pompage immerge tirant son energie de fonctionnement de la houle ou des vagues
EP3470883B1 (en) Continuous resonance marine vibrator
FR2970524A1 (fr) Dispositif immerge de collection et de conversion de l'energie de la houle et des marees
FR2569002A1 (fr) Appareil a mesurer le debit d'un liquide
FR2969718A1 (fr) Generateur oscillant electrique
AU2015213123B2 (en) Dynamic tuning of wave energy converters using inertial traps
EP3967743B1 (fr) Kit d'analyse et de suivi d'un parametre, au moyen d'un capteur mobile, d'une reaction chimique ou biochimique ou biologique dans une enceinte reactionnelle
JP6143709B2 (ja) 潮流発電装置
RU122761U1 (ru) Транспортно-пусковой контейнер
JP6459804B2 (ja) 溶湯の液面検知装置
EP0478421A1 (fr) Dispositif d'étanchéité à joint fluide
US20150268085A1 (en) Apparatuses and methods for fuel level sensing
RU2440912C1 (ru) Устройство для измерения угла крена или дифферента плавучего средства на волнении
JP2013253591A (ja) 波の力を圧縮空気にする。

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20191201