NL2011616C2 - Roosterplaat voor pluimvee. - Google Patents

Roosterplaat voor pluimvee. Download PDF

Info

Publication number
NL2011616C2
NL2011616C2 NL2011616A NL2011616A NL2011616C2 NL 2011616 C2 NL2011616 C2 NL 2011616C2 NL 2011616 A NL2011616 A NL 2011616A NL 2011616 A NL2011616 A NL 2011616A NL 2011616 C2 NL2011616 C2 NL 2011616C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
grid plate
walls
notches
wall
side walls
Prior art date
Application number
NL2011616A
Other languages
English (en)
Inventor
Albrecht Hendrik Jansen
Original Assignee
A H Jansen Holding B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by A H Jansen Holding B V filed Critical A H Jansen Holding B V
Priority to NL2011616A priority Critical patent/NL2011616C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2011616C2 publication Critical patent/NL2011616C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K31/00Housing birds
    • A01K31/04Dropping-boards; Devices for removing excrement
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/015Floor coverings, e.g. bedding-down sheets ; Stable floors
    • A01K1/0151Grids; Gratings; Slatted floors
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K31/00Housing birds
    • A01K31/002Poultry cages, e.g. transport boxes
    • A01K31/007Floors

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Birds (AREA)
  • Housing For Livestock And Birds (AREA)

Description

Roosterplaat voor pluimvee
De uitvinding betreft een roosterplaat voor pluimvee. Dergelijke roosterplaten worden toegepast in structuren voor het huisvesten van pluimvee, waarbij de pluimdieren op de roosterplaten leven. Onder de roosterplaten zijn veelal transportbanden aangebracht voor het afvoeren van door de pluimdieren geproduceerde, door de openingen in de roosterplaten heen vallende mest. De roosterplaten rusten veelal met hun zijranden op in de huisveststructuur aangebrachte draagrichels.
Zo is uit de stand van de techniek een roosterplaat bekend, die is ingericht om in een structuur voor het huisvesten van pluimvee te worden geplaatst en voor het dragen van een aantal pluimdieren, waarbij de roosterplaat is voorzien van een hoofdzakelijk rechthoekig frame, dat is voorzien van twee zijwanden en twee kopwanden, welke wanden in de gebruikspositie van de roosterplaat in hoofdzakelijk verticale richting een langwerpige dwarsdoorsnede hebben, waarbij tenminste de zijwanden zijn ingericht om met hun onderrand in de gebruikspositie op tot de structuur behorende dragers te rusten en een zich in de gebruikspositie boven het frame in hoofdzakelijk horizontale richting uitstrekkend, met het frame verbonden rooster.
Dergelijke roosterplaten moeten worden getransporteerd, niet alleen bij het bouwen van een structuur waarin zij worden toegepast, maar ook bij het vervangen van versleten platen en bij het reinigen van de platen. Ondanks het feit dat de voorwand, de achterwand en de zijwanden van de platen een beperkte hoogte hebben, bestaat het grootste deel van een stapel platen uit lucht, zodat transport van een aantal platen veel ruimte inneemt. Het doel van de uitvinding is het verschaffen van maatregelen die een stapel platen minder ruimte doet innemen.
Dit doel wordt bereikt doordat tenminste één tegenoverliggend paar wanden is voorzien van tenminste twee, zich in de gebruikspositie vanaf de onderrand van de betreffende wand naar boven toe uitstrekkende inkepingen, die beide op korte afstand van een hoekpunt zijn gelegen.
Hierbij kunnen de inkepingen zijn aangebracht in eenzelfde kopwand, maar kunnen zij ook in tegenover elkaar liggende kopwanden zijn aangebracht. Door de aanwezigheid van de inkepingen in de wanden, kan een paar roosterplaten ruggelings op elkaar worden geplaatst, waarbij de wanden van de eerste plaat naast een overeenkomstige wand van de tweede plaat komt te liggen. In een dergelijke situatie kruist een kopwand van de eerste plaat een zijwand van de tweede plaat en kruist een zijwand van de eerste plaat een kopwand van de tweede plaat. Door de maatregelen volgens de uitvinding is tenminste op beide kruispunten een inkeping aanwezig. De inkeping maakt het mogelijk de wand zonder inkeping te nesten in de inkeping, zodat de werkende hoogte van een aldus gevormd paar roosterplaten kleiner is dan dat van een paar platen dat zonder omkeren op elkaar is geplaatst.
Zoals hierboven is vermeld, verschaft de bovengenoemde maatregel middelen om de werkende hoogte bij het stapelen met het kruisen van wanden, dat wil zeggen met in twee richtingen onderling verplaatste roosterplaten te voorkomen. Om ook in situaties met in een enkele richting verplaatste roosterplaten de werkende hoogte te verkleinen, zijn volgens een eerste uitvoeringsvorm de zijwanden van het frame voorzien van een aantal regelmatig verdeelde inkepingen, waarbij de breedte van de inkepingen tenminste overeenkomt met de breedte van de stukken zijwand tussen de inkepingen. Hiermede kunnen de zijwanden van ruggelings op elkaar geplaatste roosterplaten in elkaar grijpen.
Daar de het dichtst bij de kopwanden gelegen stukken zijwand het zwaarste mechanisch belast worden, heeft het de voorkeur dat de hoogte van de het dichtst bij de kopwanden gelegen inkepingen geringer is dan die van de overige inkepingen.
Om ook in de kopwanden tot een zekere gewichtsbesparing te komen, heeft het de voorkeur dat de kopwanden elk van twee symmetrisch geplaatste inkepingen zijn voorzien.
De zijwanden worden tijdens belasting door het pluimvee over hun gehele lengte ondersteund. Dit is niet het geval voor de kopwanden. Om de kopwanden voldoende stevig te houden, heeft het de voorkeur dat de in de kopwanden gevormde inkepingen in de nabijheid van een zijwand zijn aangebracht en dat zij minder hoog zijn dan de hoogte van de hoogste in de zijwanden aangebrachte inkepingen.
Bij de veelal toegepaste afmetingen van de roosterplaat moeten tussenwanden aanwezig zijn om de roosterplaat voldoende stevig te maken. Hiertoe verschaft een verdere uitvoeringsvorm de maatregel dat het frame is voorzien van tenminste één zich parallel aan de zijwanden uitstrekkende lange tussenwand of van tenminste één zich parallel aan de voor- en achterwanden uitstrekkende korte tussenwand en dat tenminste één van de wanden is voorzien van tenminste één zich vanaf de onderrand van de betreffende wand naar boven toe uitstrekkende inkeping.
Volgens een verdere uitvoeringsvorm is de lange tussenwand voorzien van een aantal zich vanaf de onderrand naar boven toe uitstrekkende inkepingen, waarvan de plaats hoofdzakelijk overeenkomt met de in de zijwanden aangebrachte inkepingen en dat de inkepingen steeds hoger zijn dan de inkepingen in de zijwanden. Hiermede wordt voorkomen dat de tussenwanden elkaar hinderen bij het stapelen.
Om te voorkomen dat bij het stapelen de tussenwanden elkaar hinderen, heeft het de voorkeur dat de lange tussenwand tussen de kruispunten met elk van de korte tussenwanden is voorzien van een inkeping.
Er treedt een verdere materiaalbesparing op wanneer de korte tussenwanden elk tussen de kruispunten met de lange tussenwand en beide zijwanden van een enkele inkeping zijn voorzien, die in de nabijheid van de zijwanden is aangebracht.
Om te voorkomen dat de mest van de op de roosterplaat aanwezige pluimdieren langs de tussenwanden naar beneden vloeit en aldus de tussenwanden vervuilt, heeft het de voorkeur dat tenminste een deel van de tussenwanden een T-vormige dwarsdoorsnede met het brede deel van de T aan de bovenzijde heeft.
Om te voorkomen dat de mest van de op de roosterplaat aanwezige pluimdieren langs de wanden naar beneden vloeit en aldus de wanden vervuilt, heeft het de voorkeur dat tenminste een deel van de wanden een L-vormige doorsnede heeft met de korte poot van de L aan de bovenzijde naar binnen gericht.
De roosterplaten volgens de uitvinding worden veelal met hun voorzijde aansluitend op de voorzijde van een andere roosterplaat in de structuur toegepast. De pluimdieren kunnen dan vrijelijk over beide roosterplaten bewegen. Hierbij bestaat het potentiële gevaar dat de dieren met hun poten in de naad tussen de roosterplaten komen. Dit gevaar is groter wanneer het gewicht van de pluimdieren op de roosterplaten de roosterplaten doet doorbuigen en de spleet groter wordt. Om de spleet af te dekken is het zinvol een eerste deel van de voorwand te voorzien van een zich naar de buitenzijde uitstrekkende afdeklip. Wanneer de afdeklip zich over de helft van de breedte van de voorwand uitstrekken, wordt de gehele breedte van een potentiële sleuf tussen twee roosterplaten bedekt.
Om te voorkomen dat ondanks de aanwezigheid van de lip de spleet door doorbuiging zo breed wordt, dat deze niet volledig door de lip wordt afgedekt, heeft het de voorkeur dat tenminste één versterkingswand zich parallel aan de zijwanden uitstrekt vanaf het midden van het resterende deel van de voorwand naar de eerstvolgende korte tussenwand. Hierdoor wordt de roosterplaat tenminste lokaal stijver opdat de breedte van de sleuf beperkt blijft.
De roosterplaat volgens de uitvinding wordt veelal van kunststof vervaardigd, in het bijzonder door middel van spuitgieten. Tijdens het koelen van de roosterplaat in de spuitgietmal koelen de dunwandige delen, zoals het netwerk, sneller af dan de dikwandige delen zoals het frame. Bij het lossen van de roosterplaat is de temperatuur van het frame hoger dan die van het netwerk. Hierdoor moet het frame verder afkoelen dan het netwerk en zal het frame meer krimpen dan het netwerk, zodat het netwerk iets groter wordt dan het frame. Aldus verschaft een uitvoeringsvorm van de uitvinding een roosterplaat waarbij het frame en het netwerk als één geheel door middel van spuitgieten uit kunststof zijn gevormd en het netwerk bij voorkeur gewelfd is tussen de wanden. Dezelfde uitvoeringsvorm verschaft tevens een werkwijze voor het vervaardigen van een in een structuur voor het huisvesten van pluimvee te plaatsen roosterplaat voor het dragen van een aantal pluimdieren, welke roosterplaat is voorzien van een hoofdzakelijk rechthoekig frame met twee zijwanden en twee kopwanden, die in de gebruikspositie van de roosterplaat in hoofdzakelijk verticale richting een langwerpige doorsnede hebben, waarbij tenminste de zijwanden zijn ingericht om met hun onderrand in de gebruikspositie op tot de structuur behorende dragers te rusten en een zich in de gebruikspositie boven het frame in hoofdzakelijk horizontale richting uitstrekkend, met het frame verbonden netwerk, waarbij de roosterplaat door middel van spuitgieten van kunststof in een spuitgietvorm wordt vervaardigd en bij het verwijderen van de gedeeltelijk afgekoelde roosterplaat uit de spuitgietvorm, het frame een hogere temperatuur heeft dan het netwerk.
Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen, waarin voorstellen:
Figuur 1: een perspectivisch aanzicht van boven af van een roosterplaat volgens de uitvinding;
Figuur 2: een perspectivisch aanzicht van onder af van de in figuur 1 getoonde roosterplaat;
Figuur 3: een zijaanzicht van twee ruggelings op elkaar gestapelde roosterplaten;
Figuur 4: een schematisch perspectivisch aanzicht een eerste uitvoeringsvorm van een roosterplaat; en
Figuur 5: een schematisch perspectivisch aanzicht van een roosterplaat volgense de uitvinding.
De in figuren 1 en 2 afgebeelde roosterplaat, die in zijn geheel met 1 wordt aangeduid, omvat een frame, dat is voorzien van een voorwand 2, een achterwand 3 en twee zijwanden 4, 5. Deze wanden 2, 3, 4, 5 hebben, met het hoofdvlak van de roosterplaat 1 horizontaal, hoofdzakelijk verticale doorsneden. De wanden 2, 3, 4 en 5 sluiten op hoekpunten op elkaar aan. Parallel aan de zijwanden 4, 5 verbindt een lange tussenwand 6 de voorwand 2 met de achterwand 3. Tussen de zijwanden 4, 5 strekken zich, parallel aan de voorwand 2 en de achterwand 3, korte tussenwanden 7a, 7b, 7c, 7d en 7e uit. De korte tussenwanden 7a-e verdelen de zijwanden in zes hoofdzakelijk gelijke delen en zij snijden de lange tussenwand 6.
In beide zijwanden 4, 5 is een aantal, zich vanaf de onderrand van de zijwanden 4, 5 uitstrekkende inkepingen 14a-14f, respectievelijk 15a-15f gevormd. Deze inkepingen zijn aangebracht tussen elk van de korte tussenwanden 7, dan wel tussen een korte tussenwand 7a, 7e en de voorwand 2, respectievelijk de achterwand 3. Deze inkepingen 14, 15 dienen enerzijds om de hoeveelheid materiaal van de zijwanden 4, 5 te verkleinen, maar tevens om het mogelijk te maken de roosterplaten 1 ruggelings op elkaar geplaatst in de lengterichting iets verschoven te kunnen nesten, waarbij de inkepingen 14, 15 in de zijwanden 4, 5 van één van deze roosterplaten 1 de delen van de zijwanden 4, 5 tussen de overeenkomstige inkepingen 14a-f, 15a-f kunnen opnemen. Bij deze wijze van nesten neemt de werkende hoogte van de roosterplaten af. Opgemerkt wordt, dat het uit sterkte-overwegingen aantrekkelijk is de inkepingen 14, 15 in de zijwanden 4, 5 aan te brengen daar deze in gebruik worden ondersteund door steunrails. Hierbij wordt opgemerkt dat de inkepingen 14a, 14f, 15a, 15f in de nabijheid van de voorwand 2 en de achterwand 3 minder diep zijn dan de overige inkepingen 14d-14e, 15b-15e.
In elk van de kopwanden 2 en 3 zijn symmetrisch, in de nabijheid van de zijwanden 4, 5, twee inkepingen 12a, 12b, respectievelijk 13a, 13b aangebracht. De inkepingen 12, 13 zijn minder hoog dan de in de zijwanden aangebrachte inkepingen.
De lange tussenwand 6 is eveneens voorzien van dergelijke, zich vanaf zijn onderrand uitstrekkende inkepingen 16a, 16b, 16c, 16d, 16e en lóf. Hierbij zijn de inkepingen 16 dieper dan de inkepingen 14, 15 in de zijwanden 4, 5.
De vijf korte tussenwanden 7 zijn eveneens elk voorzien van twee inkepingen 17a, 17b, 17c, 17d, 17e, 17f, 17g, 17h, 17 i, 17j, die symmetrisch ten opzichte van de lange tussenwand 6 en in de nabijheid van de zijwanden 4, 5 zijn aangebracht en die zodanig zijn gevormd dat een boogvormige korte tussenwand 7a,b,c,d en e resteert, die zijn grootste dikte heeft bij het snijpunt met de lange tussenwand 6. Hiermede is de vorm van de inkepingen 17 hoofdzakelijk gelijk aan die van de in de kopwanden 2, 3 aangebrachte inkepingen 12, 13.
De achterwand 3 van het frame is voorzien van een handgreep 8, waarmee de roosterplaat 1 gemakkelijk vanuit de hokstructuur kan worden verwijderd. De voorwand 2 van het frame is over de helft van zijn lengte aan zijn bovenrand voorzien van een naar buiten uitstekende afdeklip 10 die de naad tussen de betreffende voorwand en een voorwand van een aansluitend geplaatste roosterplaat bedekt om te voorkomen dat de pluimdieren met hun poten terecht komen in de naad tussen de voorwand 9 van de twee roosterplaten, waarbij de overeenkomstige lip 10 van de naburige roosterplaat de andere helft van de naad bedekt. Om torsie van het niet van een afdeklip voorziene deel van de voorwand 9 te voorkomen of te verminderen is een verstevigingrib 11 aangebracht tussen het midden van het niet van een afdeklip 10 voorzien deel van de voorwand 9 en de dichtstbijzijnde korte tussenwand 7a. Op het aldus gevormd frame is een rooster 12 aangebracht dat één geheel vormt met de onderdelen van het frame. Het is binnen het kader van de uitvinding mogelijk dat een afzonderlijk rooster 12 wordt toegepast dat na productie bijvoorbeeld door lijmen met het frame is verbonden.
Een schematisch zijaanzicht van een dergelijk paar op elkaar geplaatste roosterplaten 1 is getoond in figuur 3, waarin hoofdzakelijk de zijwanden 5 zichtbaar zijn. Hieruit blijkt duidelijk dat de werkende hoogte van de aldus gestapelde roosterplaten aanzienlijk is afgenomen, zodat zij met een grotere dichtheid kunnen worden opgeslagen en getransporteerd. Met stippellijnen 20 is in deze figuur de positie van de lange tussenwanden 6 weergegeven, waaruit blijkt dat deze tussenwanden deze vorm van stapelen niet hinderen.
Bij de hierboven toegelichte wijze van ruggelings stapelen zijn de roosterplaten onderling slechts in hun lengterichting verschoven. Het is echter tevens mogelijk de roosterplaten over twee richtingen te verschuiven, waarna ook een kleinere werkende hoogte wordt verkregen bij het stapelen. Een dergelijk situatie is schematisch in figuur 4 weergegeven. Hierbij zijn in één van de zijwanden 4 van elk van de roosterplaten 1 twee inkepingen 14 aangebracht. In elk één van de inkepingen 14 strekt zich een voorwand 2 of een achterwand 3 uit, waardoor de stapelhoogte wordt verkleind. Bij het stapelen wordt telkens slechts één inkeping gebruikt, maar de tweede is vanwege de symmetrie aangebracht Bij de weergeven uitvoeringsvorm zijn de twee inkepingen 14 telkens in één zijwand 4 aangebracht, maar het is eveneens mogelijk één inkeping 14, 15 in elk van de zijwanden 4, 5 aan te brengen. Het is trouwens eveneens mogelijk gebruik te maken van in de voorwand 2 en achterwand 3 aangebrachte inkepingen, hetzij paarsgewijs, hetzij in tegenover elkaar liggende zijwanden. De tussenwanden 6, 7 vormen bij deze wijze van stapelen geen hinder, daar zij op de noodzakelijke plaatsen van inkepingen zijn voorzien.
Figuur 5 toont een dwarsdoorsnede van een roosterplaat volgens een specifieke uitvoeringsvorm van de uitvinding; hierbij zijn de wanden, te weten de zijwanden4, 5, de voor- en achterwand 2, 3, die tezamen ook wel zijn aangeduid als kopwand, aan hun boveneinde voorzien van een zich naar binnen toe uitstrekkende verbreding 22. Aldus is een L-vormige configuratie verkregen. Deze verbreding is bij de getoonde uitvoeringsvorm een deel van het rooster 12, maar zij kan ook als een los deel worden gezien. Op soortgelijke wijze is de lange tussenwand 6 aan zijn boveneinde aan beide zijden voorzien van een verbreding 23, zodat een T-vormige configuratie is verkregen. Ook de resterende wanden en tussenwanden 7 zijn bij voorkeur van een dergelijke verbreding voorzien.
Het zal duidelijk zijn dat de in de diverse bovenstaande uitvoeringsvormen toegelichte maatregelen onderling afzonderlijk kunnen worden toegepast of kunnen worden gecombineerd en dat de beschermingsomvang slechts door de conclusies wordt bepaald.

Claims (16)

1. In een structuur voor het huisvesten van pluimvee te plaatsen roosterplaat voor het dragen van een aantal pluimdieren, omvattende: - een hoofdzakelijk rechthoekig frame, dat is voorzien van twee zijwanden en twee kopwanden, die in de gebruikspositie van de roosterplaat in hoofdzakelijk verticale richting een langwerpige dwarsdoorsnede hebben, waarbij tenminste de zijwanden zijn ingericht om met hun onderrand in de gebruikspositie op tot de structuur behorende dragers te rusten; en - een zich in de gebruikspositie boven het frame in hoofdzakelijk horizontale richting uitstrekkend, met het frame verbonden rooster, met het kenmerk, dat tenminste één tegenoverliggend paar wanden is voorzien van tenminste twee, zich in de gebruikspositie vanaf de onderrand van de betreffende wand naar boven toe uitstrekkende inkepingen, die beide op korte afstand van een hoekpunt zijn gelegen.
2. Roosterplaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de zijwanden van het frame zijn voorzien van een regelmatig verdeelde aantal inkepingen en dat de breedte van de inkepingen tenminste even groot is als de breedte van de stukken zijwand tussen de inkepingen.
3. Roosterplaat volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de hoogte van de het dichtst bij de kopwanden gelegen inkepingen geringer is dan die van de overige inkepingen.
4. Roosterplaat volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat de kopwanden elk van twee symmetrisch geplaatste inkepingen zijn voorzien.
5. Roosterplaat volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de in de kopwanden gevormde inkepingen in de nabijheid van een zijwand zijn aangebracht en dat zij minder hoog zijn dan de hoogte van de hoogste in de zijwanden aangebrachte inkepingen.
6. Roosterplaat volgens één van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het frame is voorzien van tenminste één zich parallel aan de zijwanden uitstrekkende lange tussenwand of van tenminste één zich parallel aan de voor- en achterwanden uitstrekkende korte tussenwand en dat tenminste één van de tussenwanden is voorzien van tenminste één, zich vanaf de onderrand van de betreffende wand naar boven toe uitstrekkende, inkeping.
7. Roosterplaat volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de lange tussenwand is voorzien van een aantal, zich vanaf de onderrand van de betreffende tussenwand naar boven toe uitstrekkende inkepingen, waarvan de plaats overeenkomt met die van de in de zijwanden aangebrachte inkepingen en dat de inkepingen in de tussenwand steeds hoger zijn dan de inkepingen in de zijwanden.
8. Roosterplaat volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de lange tussenwand tussen de kruispunten met elk van de korte tussenwanden is voorzien van een inkeping.
9. Roosterplaat volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de korte tussenwanden elk tussen de kruispunten met de lange tussenwand en beide zijwanden van een enkele inkeping zijn voorzien, die in de nabijheid van de zijwanden is aangebracht.
10. Roosterplaat volgens één van de conclusies 6-9, met het kenmerk, dat tenminste een deel van de tussenwanden een T-vormige dwarsdoorsnede met het brede deel van de T aan de bovenzijde heeft
11. Roosterplaat volgens één van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat tenminste een deel van de wanden een L-vormige doorsnede heeft met de korte poot van de L aan de bovenzijde naar binnen gericht.
12. Roosterplaat volgens één van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat een eerste deel van de voorwand is voorzien van een zich naar de buitenzijde uitstrekkende afdeklip.
13. Roosterplaat volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat tenminste één versterkingswand zich parallel aan de zijwanden uitstrekt vanaf het midden van het resterende deel van de voorwand naar de eerstvolgende korte tussenwand.
14. Roosterplaat volgens één van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het frame en het netwerk als één geheel door middel van spuitgieten uit kunststof zijn gevormd.
15. Roosterplaat volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat het netwerk tussen de wanden is gewelfd.
16. Werkwijze voor het vervaardigen van een in een structuur voor het huisvesten van pluimvee te plaatsen roosterplaat voor het dragen van een aantal pluimdieren, welke roosterplaat is voorzien van een hoofdzakelijk rechthoekig frame met twee zijwanden en twee kopwanden, die in de gebruikspositie van de roosterplaat in hoofdzakelijk verticale richting een langwerpige doorsnede hebben, waarbij tenminste de zijwanden zijn ingericht om met hun onderrand in de gebruikspositie op tot de structuur behorende dragers te rusten en een zich in de gebruikspositie boven het frame in hoofdzakelijk horizontale richting uitstrekkend, met het frame verbonden netwerk, met het kenmerk, dat de roosterplaat door middel van spuitgieten van kunststof in een spuitgietvorm wordt vervaardigd en dat bij het verwijderen van de gedeeltelijk afgekoelde roosterplaat uit de spuitgietvorm, het frame een hogere temperatuur heeft dan het netwerk.
NL2011616A 2013-10-15 2013-10-15 Roosterplaat voor pluimvee. NL2011616C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2011616A NL2011616C2 (nl) 2013-10-15 2013-10-15 Roosterplaat voor pluimvee.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2011616A NL2011616C2 (nl) 2013-10-15 2013-10-15 Roosterplaat voor pluimvee.
NL2011616 2013-10-15

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2011616C2 true NL2011616C2 (nl) 2015-04-16

Family

ID=53054351

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2011616A NL2011616C2 (nl) 2013-10-15 2013-10-15 Roosterplaat voor pluimvee.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2011616C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR3125942A1 (fr) * 2021-08-04 2023-02-10 Intensity Caillebotis d’élevage

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR3125942A1 (fr) * 2021-08-04 2023-02-10 Intensity Caillebotis d’élevage

Similar Documents

Publication Publication Date Title
RU2526686C1 (ru) Транспортировочный контейнер
DK2625084T3 (en) CONNECTION MADE BY AT LEAST TWO WALL ELEMENTS
US20140001134A1 (en) Expandible Container
BE1021784B1 (nl) Samenstel van constructie-elementen en werkwijze om constructie-elementen te verbinden.
US10322850B2 (en) Bakery tray
NL1020295C2 (nl) Stapelbare drager voor plantmateriaal.
NL2011616C2 (nl) Roosterplaat voor pluimvee.
KR100967821B1 (ko) 다단적재용 조립식 포장박스
RU2017128001A (ru) Модуль для изготовления бетонных изделий, пустотообразователь, применение решетки для изготовления модуля и бетонное изделие
EP3088319B1 (en) Pallet
RU2012151432A (ru) Контейнер для хранения и транспортировки жидкостей
NL1029865C2 (nl) Transportverpakkingen met verbeterde ventilatie eigenschappen voor bloemen.
EP2382138A1 (en) Stackable plastic pallet and a system of stackable plastic pallets
RU2008104645A (ru) Упаковка для промышленных изделий, отличающихся четко выраженной параллелепипедной формой
JP3175671U (ja) ボックスパレット
JP6971566B2 (ja) 生体工学的なステップエレメント
JP2018043757A (ja) 容器
JP4172794B2 (ja) 苗箱収納ラック
KR102507374B1 (ko) 돈사 바닥을 형성하는 슬랏과 슬랏바의 체결구조
RU2019120989A (ru) Арматурный элемент
JP6197256B2 (ja) 排水溝構造
JP7134448B2 (ja) 組み立て式アルミニウムパレットを利用する物品積載台
KR101687967B1 (ko) 건조기용 채반
DK177437B1 (da) Displaykasse og anvendelse deraf til dannelse af en stak af forskudte displaykasser
JP2011063305A (ja) パレットボックス

Legal Events

Date Code Title Description
PD Change of ownership

Owner name: VDL JANSEN B.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: A.H. JANSEN HOLDING B.V.

Effective date: 20220209