NL2011527C2 - Tent; en een werkwijze voor het opbouwen van een tent. - Google Patents
Tent; en een werkwijze voor het opbouwen van een tent. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2011527C2 NL2011527C2 NL2011527A NL2011527A NL2011527C2 NL 2011527 C2 NL2011527 C2 NL 2011527C2 NL 2011527 A NL2011527 A NL 2011527A NL 2011527 A NL2011527 A NL 2011527A NL 2011527 C2 NL2011527 C2 NL 2011527C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- roof
- tent
- rain
- opening
- water
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04H—BUILDINGS OR LIKE STRUCTURES FOR PARTICULAR PURPOSES; SWIMMING OR SPLASH BATHS OR POOLS; MASTS; FENCING; TENTS OR CANOPIES, IN GENERAL
- E04H15/00—Tents or canopies, in general
- E04H15/32—Parts, components, construction details, accessories, interior equipment, specially adapted for tents, e.g. guy-line equipment, skirts, thresholds
- E04H15/54—Covers of tents or canopies
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04H—BUILDINGS OR LIKE STRUCTURES FOR PARTICULAR PURPOSES; SWIMMING OR SPLASH BATHS OR POOLS; MASTS; FENCING; TENTS OR CANOPIES, IN GENERAL
- E04H15/00—Tents or canopies, in general
- E04H15/18—Tents having plural sectional covers, e.g. pavilions, vaulted tents, marquees, circus tents; Plural tents, e.g. modular
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Tents Or Canopies (AREA)
Description
Tent; en een werkwijze voor het opbouwen van een tent
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een tent welke - een draagframe, en - een door het draagframe draagbaar tentdoek voor het verschaffen van een dak, omvat, waarbij het draagframe en het dak in opgezette toestand van de tent een daaronder gelegen gebruiksruimte definiëren, en de tent is ingericht voor het afvoeren van op het dak gevallen regenwater.
Tenten zijn bekend. Zo bestaan er bijvoorbeeld tenten die worden gebruikt om tijdens evenement voor doeleinden zoals het verschaffen van informatie (inschrijving), voedsel, vermaak enz. Voor een aantrekkelijk uiterlijk hebben zij bijvoorbeeld de vorm van een pagode.
Een probleem is dat in geval van regen het water van het dak afstroomt en zich rondom de tent verzamelt. Dit leidt tot drassige grond/modder en het water kan op mensen die de tent in of uit gaan vallen.
In het vak is een tent volgens de aanhef bekend die in opgezette toestand is voorzien van een regengoot. Aan de zijde waar de regengoot is aangebracht wordt het bovengenoemde probleem vergaand verminderd.
Een tent van het in de aanhef genoemde type tent heeft diverse nadelen. Zo is het aanbrengen van de regengoot tijdrovend, ontsiert de regengoot de tent, en is de regengoot kwetsbaar, zeker als die binnen het bereik van handen is.
Het doel van de uitvinding is om een verbeterde tent te verschaffen van het in de aanhef genoemde type, en in het bijzonder een tent te verschaffen waarin ten minste een van de genoemde nadelen ten minste gedeeltelijk wordt opgeheven.
Hiertoe wordt een tent volgens de aanhef gekenmerkt doordat het dak in opgezette toestand van de tent - over ten minste een deel van de omtrek van het dak is voorzien van een relatief hoog gelegen rand, - een binnen de omtrek van het dak gelegen relatief laag gelegen regenverzamelsectie omvat, en - een daksegment gelegen tussen de opstaande rand en de regenverzamelsectie hellend is uitgevoerd teneinde op het genoemde deel van het dak gevallen regenwater naar de regenverzamelsectie te kunnen laten stromen.
Met een dergelijke tent kan zonder het gebruik van een bekende regengoot vergaand worden vermeden dat regenwater zich aan de zijde waar zich de opstaande rand bevindt naast de tent verzamelt of daar op mensen valt. Een tent volgens de uitvinding heeft bijvoorbeeld twee tegenover gelegen opstaande randen, en het tentdoek van het dak tussen deze twee opstaande randen verschaft de regenverzamelsectie. Het water kan bijvoorbeeld aan één zijde van de tent van de regenverzamelsectie van de tent afstromen en worden opgevangen in een ton met een open bovenzijde. Het opgevangen regenwater kan zonodig in een afvoerleiding stromen om verder te worden afgevoerd. De uitvinding is in het bijzonder ook geschikt indien twee of meer tenten naast elkaar worden geplaatst. Daarbij is het ook mogelijk om ze tegen elkaar te plaatsen zonder dat ruimte die anders nodig zou zijn voor regengoten verloren gaat. Een verder voordeel van de tent volgens de uitvinding is dat een relatief eenvoudige constructie mogelijk is, zonder regengootdragers.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de relatief hoog gelegen rand twee tegenover elkaar gelegen omtreksrandsecties omvat, waarbij het dak voor het afvoeren van op het dak gevallen regenwater - een eerste daksegment aanliggend aan een eerste omtreksrandseetie, - een tweede daksegment aanliggend aan een tweede omtreksrandsectie, en - de regenverzamelsectie is gelegen tussen het eerste en het tweede daksegment, omvat waarbi j - het eerste daksegment aflopend is in de richting van het tweede daksegment voor het afvoeren van regenwater naar de regenverzamelsectie, en - het tweede daksegment aflopend is in de richting van het eerste daksegment voor het afvoeren van regenwater naar de regenverzamelsectie.
Een aldus vormgegeven tentdak maakt een relatief eenvoudige dakvorm mogelijk, als gevolg waarvan ook de dakconstructie en/of het draagframe eenvoudig kunnen zijn, hetgeen ook uit kostenoogpunt gunstig is.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat het hoogteverschil tussen een laagste punt van de regenverzamelsectie en een hoogste punt van het daksegment meer dan 5% van de grootste middellijn van het dak bedraagt, bij voorkeur meer dan 8%.
Door deze mate van helling te hanteren, is die voldoende groot om een snelle en betrouwbare afvoer van regenwater te verschaffen.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat het dak ononderbroken aflopend in hoogte is vanaf de relatief hoog gelegen rand naar de regenverzamelsectie toe.
Op deze wijze wordt het gemakkelijker om een betrouwbaar werkende regenafvoer te verkrijgen van het dak.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat het dak in de relatief laag gelegen regenverzamelsectie een opening omvat voor het doorlaten van regenwater.
Door deze opening kan het regenwater binnen de omtrek van de tent worden afgevoerd, en wordt het aldus mogelijk de tent zodanig op te stellen dat de buitenkant van de tent in zijn geheel verschoond is van ontsierende voorzieningen, zoals een regengoot.
Er kan bijvoorbeeld een open reservoir onder de opening worden geplaatst, zoals een ton. Bij voorkeur echter is de opening ingericht voor het aansluiten van een leiding voor het via de leiding afvoeren van regenwater. De leiding is daarbij bij voorkeur een slang, welke desgewenst naar een sloot of reservoir loopt.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat in opgezette toestand van de tent de relatief hoog gelegen rand zich over de gehele omtrek van het dak uitstrekt.
Op deze wijze wordt het mogelijk om de gehele buitenomtrek van de tent vrij te laten van regengoten en het verzamelen van van het dak afgestroomd water rond de tent vergaand te vermijden.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de opening zich op een afstand A bevindt tot een punt halverwege de grootste middellijn van het dak, welke afstand A kleiner is dan l/4e keer de grootste middellijn van het dak en bij voorkeur kleiner dan l/6e.
Op deze wijze wordt een vergaand geoptimaliseerde regenafvoer mogelijk, doordat plaatselijke geringe schuinte en daardoor slechte afvoer van regenwater over het dak naar de regenverzamelsectie wordt vermeden.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de opening aan de bovenzijde ervan is voorzien van een zeef voor het tegenhouden van vervuilingen in erdoorheen wegstromend regenwater.
Op deze eenvoudige wijze wordt de kans op verstopping en/of vervuiling van het afvoerleiding of verder stroomafwaarts gelegen delen van de waterafvoer en/of wateropslag, zoals bijvoorbeeld boombladeren of pamfletten voorkomt, verkleind.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de zeef een boven de opening uitstekende buis omvat, die is voorzien van in de buiswand aangebrachte doorlaatopeningen 427.
Aldus wordt op eenvoudige wijze een effectief werkende zeef verkregen. De buis kan bijvoorbeeld een cilindrische of rechthoekige doorsnede hebben, en eventueel deel uitmaken van een afvoerbuis voor regenwater.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat het dak ter plaatse van de opening van een flens is voorzien.
De flens kan uiteenlopende functies vervullen, te weten voor de bevestiging van het tentdoek van het dak aan de flens, het verschaffen van een basis voor de zeef, het verschaffen van een aansluitpunt voor een afvoerleiding voor het regenwater, en het verschaffen van een punt voor het aansluiten van spanelementen teneinde de opening op een gewenste plaats (en hoogte) te houden.
Een uitvoeringsvorm die de bijzondere voorkeur geniet wordt hierdoor gekenmerkt dat het tentdoek van het dak tussen de flens en een tweede flens is geklemd.
Zo wordt het relatief gemakkelijk om het tentdoek op betrouwbare wijze en waterafdichtend te bevestigen rondom de opening. Dit kan bijvoorbeeld middels bouten en moeren; of popnagels.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat het draagframe een basisframe en een hulpframe omvat, waarbij in opgezette toestand van de tent - het hulpframe op het basisframe is geplaatst, en - het hulpframe is voorzien van het dak.
Aldus wordt een gemakkelijk op te bouwen en te vervoeren tent verschaft.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat het hulpframe een drie-dimensionaal raamwerk omvat, en is ingericht voor het bevestigen van ten minste twee buigzame spanelementen tussen de en de verzamelsectie van het dak en het drie-dimensionale raamwerk op punten daarop lager dan de opening.
Aldus kan de plaats van de opening en de helling van de daksegmenten beter worden gedefinieerd en een verbeterde afvoer van regenwater met verlaagd risico op ophoping daarvan op het dak worden bereikt. Bij deze uitvoeringsvorm wordt met voordeel een flens gebruikt. In het kader van de onderhavige uitvindign omvat de term spanelement elk element waarmee een spanningsbelasting kan worden aangebracht, zoals een spankabel, een spanband en een spanketting.
Tenslotte heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een werkwijze voor het opzetten van een tent welke - een draagframe, en - een door het draagframe draagbaar tentdoek aan het draagframe wordt aangebracht voor het verschaffen van een dak, omvat, waarbij het draagframe en het dak in opgezette toestand van de tent een daaronder gelegen gebruiksruimte definiëren, en de tent is ingericht voor het afvoeren van op het dak gevallen regenwater, waarbij het dak in opgezette toestand van de tent - over ten minste een deel van de omtrek van het dak is voorzien van een relatief hoog gelegen rand, - een binnen de omtrek van het dak gelegen relatief laag gelegen regenverzamelsectie omvat, en - een daksegment gelegen tussen de opstaande rand en de regenverzamelsectie hellend is uitgevoerd teneinde op het genoemde deel van het dak gevallen regenwater naar de regenverzamelsectie te kunnen laten stromen, de laagst gelegen regenverzamelsectie een in het tentdoek van het dak voorziene opening omvat voor het doorlaten van regenwater, waarbij de opening in vloeistofverbinding wordt gebracht met ten minste 1 van i) een afvoerleiding, en ii) een reservoir.
Aldus kan het zich verzamelen van water in de omgeving van de tent worden beperkt. De afvoerleiding kan bijvoorbeeld naar een sloot leiden.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat het reservoir een door een vlotter gecontroleerder inlaatopening bezit welke is aangesloten op een toevoerleiding voor water, welke vlotter is ingericht om water toe te laten als het vat niet voor ten minste 50% gevuld is, en het reservoir verder is aangesloten op een waterafvoerleiding; waarbij water voor een toilet aan het reservoir wordt onttrokken.
Aldus kan op het dak gevallen regenwater worden gebruikt voor het doorspoelen van een WC. Het water zal daartoe middels een pomp in de WC worden gebracht.
De onderhavige uitvinding zal thans worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin
Figuur 1 een perspectivisch zijaanzicht toont van een tent volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding;
Figuur 2 een perspectivisch aanzicht toont van het draagframe van de tent uit Figuur 1;
Figuur 3 een perspectivisch aanzicht toont van een gedeelte van het hulpframe van de tent uit Figuur 1;
Figuur 4 een explosie-aanzicht toont van een afvoerleiding 222 en twee ringvormige flenzen zoals toegepast in de in Figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm van de uitvinding; en
Figuur 5 een schematisch aanzicht in perspectief toont van een tweede uitvoeringsvorm van de tent volgens de uitvinding.
In Figuur 1 is de buitenkant van een rechthoekige tent 100 zichtbaar, met vier zijwanden 101 en daarboven een dak 102, welke zijwanden 101 en dak 102 worden gevormd door een kunststof tentdoek.
Het tentdoek heeft een ten opzichte van de rest van het dak 102, en met name ten opzichte van een relatief hoge rand 104 van het dak 102, verlaagd gelegen regenverzamelsectie 103, voorzien van een opening 105, in het midden van het dak 102.
Het dak 102 van de in Fig. 1 getoonde uitvoeringsvorm omvat vier daksegmenten, die elk een kwart van het dak beslaan, welke daksegmenten bij de opening 105, dus de regenverzamelsectie 103 107, samenkomen. De daksegmenten zijn vanaf de omtreksrand van het dak in de richting van de opening 105 aflopend, voor het afvoeren van regenwater dat op het dak valt naar de opening 105. In dit voorbeeld is de grootste middellijn van het dak 102 ongeveer 6 meter, en ligt de opening 105 70 cm lager dan de rand 104 aan de omtrek van het dak 102.
In Figuur 2 wordt een draagframe 205 van de tent 100 uit Figuur 1 getoond, in geassembleerde toestand daarvan; waarbij het tentdoek van de zijwanden 101 en het dak 102 is weggelaten. Het draagframe 205 omvat een basisframe 206 en een op het basisframe geplaatst hulpframe 207 .
Het basisframe omvat heeft vier verticaal staande buisvormige stalen basisframestaanders 208 die zijwaarts onderling verbonden zijn door vier buizen 209. De basisframestaanders 208 hebben aan hun bovenzijde bijvoorbeeld een mannelijk deel dat kan worden opgenomen in een vrouwelijk deel van de daar bovengelegen staanders 211 van het hulpframe 207.
Deze staanders 211 worden onderling verbonden door vier onderste liggers 212 en vier bovenste liggers 213, elk vervaardigd uit kokerprofiel en losneembaar aan de staanders 211 bevestigd. Als alternatief zouden ze ook scharnierbaar bevestigd kunnen aan de staanders 211 zijn bevestigd, met een scharnieras die evenwijdig loopt met de staanders 211.
Teneinde de opening 105 op de gewenste relatief lage hoogte te houden ten opzichte van de omtreksrand (die bij de hier getoonde uitvoeringsvorm door de bovenste liggers 213 wordt gedefinieerd) en aldus voldoende verloop te verschaffen voor de daksegmenten om een goede afvoer van regenwater dat op het dak 102 valt te bereiken, is een spanconstructie 214 verschaft. Deze spanconstructie 214 omvat een flens die de opening 105 verschaft. In de conclusies heet deze flens de tweede flens 216. De tweede flens 216 is via staaldraden 215 verbonden met de staanders 211 van het hulpframe 207.
De tweede flens 216 is aangesloten op een afvoerleiding 222, welke op het dak gevallen regenwater naar een reservoir 223 afvoert. Het reservoir 223 had ook in de tent 100 kunnen staan, maar gezien het ruimtebeslag zal dat in het algemeen niet de voorkeur genieten. De afvoerleiding 222 is bijvoorbeeld een slang.
Figuur 3 toont de spanconstructie 214, welke bij de hier getoonde uitvoeringsvorm vier paar staaldraden 215 omvat, zoals ook in Fig. 2 zichtbaar is, waarbij van een paar staaldraden 215 een onderste een spanelement is. Het spanelement omvat een koppelstuk 317 dat (via een harpje 318) met een oog 319 van de tweede flens 216 is verbonden. Het koppelstuk 317 is een instelbare snelspanner welke schroefdraad omvat voor het variëren van de lengte van het spanelement (leverancier:
Louis Ruys B.V., Hendrik-Ido-Ambacht, Nederland). Aldus kan de onderste staaldraad strak worden gespannen.
Bij de in Figuur 4 weergegeven uitvoeringsvorm omvat de afvoerleiding 222 een pijpdeel 422 (inwendige diameter 40 mm), dat door de tweede flens 216 is gestoken en aan een eerste flens 421 is vastgelast. De afvoerleiding 222 kan een slang (niet weergegeven) omvatten die over het onderste uiteinde van het pijpdeel 422 is geschoven voor het verder afvoeren van regenwater. De eerste flens 421 en de tweede flens 216 zijn in het explosie-aanzicht van Fig. 4 op grote afstand van elkaar weergegeven. De flenzen zijn als volgt aan het tentdoek van het dak 102 bevestigd. De flenzen bezitten doorgaande gaten 424 en de flenzen worden middels bouten en moeren bijeen gehouden, met daartussen tentdoek van het dak 102.
Het bovenste uiteinde van het pijpdeel 422 is rondom voorzien van een aantal gaten 427, waardoor het genoemd uiteinde dienst kan doen als zeef. Aldus kan de kans op verstopping van de afvoerleiding 222 worden verkleind.
In Figuur 5 is een tent 100 afgebeeld, met een ten opzichte van de horizontaal hellend dak 102 uit tentdoek alsmede zijwanden 101 uit tentdoek. Binnen de tent bevindt zich een draagframe dat het dak 102 en de vier zijwanden 101 draagt (niet getoond). Het dak 102 heeft een ten opzichte van de rest van het dak 102 verlaagde regenverzamelsectie 103, gelegen aan de dakrand 104 tussen het dak 102 en een van de zijwanden 101. Net onder en naast deze regenverzamelsectie 103 107 bevindt zich een regenopvangbak 506 die regenwater dat van het dak 102 afstroomt opvangt en via een afvoerleiding 222 in de vorm van een regenpijp naar een eronder gelegen regenton 223 afvoert.
Volgens een gunstige uitvoeringsvorm, die ook bij de bij Fig. 2 besproken uitvoeringsvorm kan worden gebruikt, is het reservoir 223 voorzien van een vlotter 591 welke een toevoerleiding 590 voor leidingwater controleert. Deze vlotter 591 is op een zodanige hoogte geplaatst dat water dat via de toevoerleiding 590 in het reservoir 223 komt dit reservoir 223 voor ten hoogste 50% kan vullen. Wanneer er regen valt, kan dit dus in het reservoir 223 worden opgevangen. Het water uit het reservoir 223 kan worden gebruikt voor bijvoorbeeld het doorspoelen van toiletten, waartoe een waterafvoerleiding 592 is voorzien. Zo wordt water bespaard. De vlotter 591 garandeert dat er altijd (leiding)water beschikbaar is. Voor het afvoeren van water uit het reservoir 223 zal de waterafvoerleiding zijn aangesloten op een pomp 593.
In plaats van afvoer via de regenopvangbak 506 kan het dak op het laagste punt ervan ook een opening 105 bevatten en kan de aanliggende dakrand boven de opening uitsteken teneinde te vermijden dat water van het tentdak afloopt. De zijwand kan van een doorgang zijn voorzien via welke water naar de regenton 223 kan worden afgevoerd.
Claims (15)
1. Tent (100) welke - een draagframe (205), en - een door het draagframe (205) draagbaar tentdoek voor het verschaffen van een dak (102), omvat, waarbij het draagframe (205) en het dak (102) in opgezette toestand van de tent (100) een daaronder gelegen gebruiksruimte definiëren, en de tent (100) is ingericht voor het afvoeren van op het dak (102) gevallen regenwater, met het kenmerk, dat het dak (102) in opgezette toestand van de tent (100) - over ten minste een deel van de omtrek van het dak (102) is voorzien van een relatief hoog gelegen rand (104), - een binnen de omtrek van het dak (102) gelegen relatief laag gelegen regenverzamelsectie (103) omvat, en - een daksegment gelegen tussen de opstaande rand (104) en de regenverzamelsectie (103) hellend is uitgevoerd teneinde op het genoemde deel van het dak (102) gevallen regenwater naar de regenverzamelsectie (103) te kunnen laten stromen.
2. Tent (100) volgens conclusie 1, waarbij de relatief hoog gelegen rand (104) twee tegenover elkaar gelegen omtreksrandsecties omvat, waarbij het dak (102) voor het afvoeren van op het dak (102) gevallen regenwater - een eerste daksegment aanliggend aan een eerste omtreksrandseetie, - een tweede daksegment aanliggend aan een tweede omtreksrandsectie, en - de regenverzamelsectie (103) is gelegen tussen het eerste en het tweede daksegment, omvat waarbi j - het eerste daksegment aflopend is in de richting van het tweede daksegment voor het afvoeren van regenwater naar de regenverzamelsectie (103), en - het tweede daksegment aflopend is in de richting van het eerste daksegment voor het afvoeren van regenwater naar de regenverzamelsectie (103).
3. Tent (100) volgens conclusie 1 of 2, waarbij het hoogteverschil tussen een laagste punt van de regenverzamelsectie (103) en een hoogste punt van het daksegment meer dan 5% van de grootste middellijn van het dak (102) bedraagt, bij voorkeur meer dan 8%.
4. Tent (100) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het dak (102) ononderbroken aflopend in hoogte is vanaf de relatief hoog gelegen rand (104) naar de regenverzamelsectie (103) toe.
5. Tent (100) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het dak (102) in de relatief laag gelegen regenverzamelsectie (103) een opening (105) omvat voor het doorlaten van regenwater.
6. Tent (100) volgens conclusie 5, waarbij in opgezette toestand van de tent (100) de relatief hoog gelegen rand (104) zich over de gehele omtrek van het dak (102) uitstrekt.
7. Tent (100) volgens een van de conclusies 5 of 6, waarbij de opening (105) zich op een afstand A bevindt tot een punt halverwege de grootste middellijn van het dak (102), welke afstand A kleiner is dan l/4e keer de grootste middellijn van het dak (102) en bij voorkeur kleiner dan l/6e.
8. Tent (100) volgens een van de conclusies 5 tot 7, waarbij de opening (105) aan de bovenzijde ervan is voorzien van een zeef voor het tegenhouden van vervuilingen in erdoorheen wegstromend regenwater.
9. Tent (100) volgens conclusie 8, waarbij de zeef een boven de opening (105) uitstekende buis omvat, die is voorzien van in de buiswand aangebrachte doorlaatopeningen 427.
10. Tent (100) volgens een van de conclusies 5 tot 9, waarbij het dak (102) ter plaatse van de opening (105) van een flens is voorzien.
11. Tent (100) volgens conclusie 10, waarbij het tentdoek van het dak (102) tussen de flens en een tweede flens (216) is geklemd.
12. Tent (100) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het draagframe (205) een basisframe (206) en een hulpframe (207) omvat, waarbij in opgezette toestand van de tent (100) - het hulpframe (207) op het basisframe (206) is geplaatst, en - het hulpframe (207) is voorzien van het dak (102) .
13. Tent (100) volgens conclusie 12, waarbij het hulpframe (207) een drie-dimensionaal raamwerk omvat, en is ingericht voor het bevestigen van ten minste twee buigzame spanelementen (215) tussen de en de verzamelsectie van het dak (102) en het drie-dimensionale raamwerk op punten daarop lager dan de opening (105) .
14. Werkwijze voor het opzetten van een tent (100) welke - een draagframe (205), en - een door het draagframe (205) draagbaar tentdoek aan het draagframe (205) wordt aangebracht voor het verschaffen van een dak (102), omvat, waarbij het draagframe (205) en het dak (102) in opgezette toestand van de tent (100) een daaronder gelegen gebruiksruimte definiëren, en de tent (100) is ingericht voor het afvoeren van op het dak (102) gevallen regenwater, met het kenmerk, dat het dak (102) in opgezette toestand van de tent (100) - over ten minste een deel van de omtrek van het dak (102) is voorzien van een relatief hoog gelegen rand (104), - een binnen de omtrek van het dak (102) gelegen relatief laag gelegen regenverzamelsectie (103) omvat, en - een daksegment gelegen tussen de opstaande rand (104) en de regenverzamelsectie (103) hellend is uitgevoerd teneinde op het genoemde deel van het dak (102) gevallen regenwater naar de regenverzamelsectie (103) te kunnen laten stromen, de laagst gelegen regenverzamelsectie (103) een in het tentdoek van het dak (102) voorziene opening (105) omvat voor het doorlaten van regenwater, waarbij de opening (105) in vloeistofverbinding wordt gebracht met ten minste 1 van i) een afvoerleiding (222), en ii) een reservoir (223) .
15. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij het reservoir (223) een door een vlotter (591) gecontroleerder inlaatopening bezit welke is aangesloten op een toevoerleiding (590) voor water, welke vlotter (591) is ingericht om water toe te laten als het vat niet voor ten minste 50% gevuld is, en het reservoir (223) verder is aangesloten op een waterafvoerleiding (592); waarbij water voor een toilet aan het reservoir (223) wordt onttrokken.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2011527A NL2011527C2 (nl) | 2013-09-30 | 2013-09-30 | Tent; en een werkwijze voor het opbouwen van een tent. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2011527A NL2011527C2 (nl) | 2013-09-30 | 2013-09-30 | Tent; en een werkwijze voor het opbouwen van een tent. |
NL2011527 | 2013-09-30 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2011527C2 true NL2011527C2 (nl) | 2015-04-01 |
Family
ID=50239880
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2011527A NL2011527C2 (nl) | 2013-09-30 | 2013-09-30 | Tent; en een werkwijze voor het opbouwen van een tent. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL2011527C2 (nl) |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB478896A (en) * | 1936-08-18 | 1938-01-27 | Stephen Bosworth Martin | Rain water leads for tents and like shelters |
FR2197396A5 (nl) * | 1972-08-23 | 1974-03-22 | Bachmann & Cie | |
JPH084358A (ja) * | 1994-06-21 | 1996-01-09 | Hiyoshi Kensetsu:Kk | 天幕構造 |
US20030101677A1 (en) * | 2000-07-12 | 2003-06-05 | Hewett Frank W. | Joining system for tubular members |
WO2013125857A1 (ko) * | 2012-02-23 | 2013-08-29 | Shin Jae-Ki | 접철식 캐노피 프레임 및 이를 이용한 캐노피 |
-
2013
- 2013-09-30 NL NL2011527A patent/NL2011527C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB478896A (en) * | 1936-08-18 | 1938-01-27 | Stephen Bosworth Martin | Rain water leads for tents and like shelters |
FR2197396A5 (nl) * | 1972-08-23 | 1974-03-22 | Bachmann & Cie | |
JPH084358A (ja) * | 1994-06-21 | 1996-01-09 | Hiyoshi Kensetsu:Kk | 天幕構造 |
US20030101677A1 (en) * | 2000-07-12 | 2003-06-05 | Hewett Frank W. | Joining system for tubular members |
WO2013125857A1 (ko) * | 2012-02-23 | 2013-08-29 | Shin Jae-Ki | 접철식 캐노피 프레임 및 이를 이용한 캐노피 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US7919002B1 (en) | Debris trap and method of trapping debris | |
US5863151A (en) | Rainwater saver system | |
US8607827B2 (en) | Low profile downspout extension with non-rectangular outlet | |
US20130333304A1 (en) | Water flow apparatus | |
ES2779318T3 (es) | Tapa para entrada de flujo de agua | |
US6818127B1 (en) | Rain collection system | |
US7300226B1 (en) | Stormwater receiving assembly | |
US6595721B2 (en) | Mitred grate and drain cover | |
US20150008229A1 (en) | Rain Water Divert and Collection Device | |
US8925575B1 (en) | System and method for harvesting rainwater | |
NL2011527C2 (nl) | Tent; en een werkwijze voor het opbouwen van een tent. | |
USRE36343E (en) | Drain filtering device | |
CN106284603A (zh) | 一种反冲洗防堵塞滤网下水道盖板 | |
CN106284607A (zh) | 一种防止堵塞倾斜滤网下水道盖板 | |
GB2321926A (en) | Water storage apparatus | |
BE1026031B1 (nl) | Zonwering | |
US6601607B1 (en) | Sump pump discharge water escape system | |
JP4302506B2 (ja) | 住宅用雨水貯留システム | |
CN103374966A (zh) | 整体房间的地面构造及其使用的排水器 | |
JP2010265624A (ja) | 雨水貯留装置 | |
KR101563209B1 (ko) | 건물용 빗물 배수장치 | |
AU2011101308A4 (en) | Rain Water Retrieval System | |
CN109736164A (zh) | 一种排水沟结构 | |
CN213741505U (zh) | 一种市政建筑用排水井盖 | |
JP5092689B2 (ja) | 屋根排水装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20161001 |