NL2011482C2 - Wearable pivotable structure and method of supporting a torso. - Google Patents

Wearable pivotable structure and method of supporting a torso. Download PDF

Info

Publication number
NL2011482C2
NL2011482C2 NL2011482A NL2011482A NL2011482C2 NL 2011482 C2 NL2011482 C2 NL 2011482C2 NL 2011482 A NL2011482 A NL 2011482A NL 2011482 A NL2011482 A NL 2011482A NL 2011482 C2 NL2011482 C2 NL 2011482C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
support
connecting piece
human body
stay
connector
Prior art date
Application number
NL2011482A
Other languages
English (en)
Inventor
Giuseppe Radaelli
Emile Johannes Rosenberg
Albert Haan
Milton Edward Aguirre
Anna Christina Verkuyl
Original Assignee
Becq B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Becq B V filed Critical Becq B V
Priority to NL2011482A priority Critical patent/NL2011482C2/en
Priority to ES14777923T priority patent/ES2732661T3/es
Priority to EP14777923.5A priority patent/EP3046517B1/en
Priority to PCT/NL2014/050646 priority patent/WO2015041532A1/en
Priority to US15/022,594 priority patent/US10561518B2/en
Priority to JP2016544306A priority patent/JP6678109B2/ja
Application granted granted Critical
Publication of NL2011482C2 publication Critical patent/NL2011482C2/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61FFILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
    • A61F5/00Orthopaedic methods or devices for non-surgical treatment of bones or joints; Nursing devices; Anti-rape devices
    • A61F5/01Orthopaedic devices, e.g. splints, casts or braces
    • A61F5/02Orthopaedic corsets
    • A61F5/026Back straightening devices with shoulder braces to force back the shoulder to obtain a correct curvature of the spine
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61FFILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
    • A61F5/00Orthopaedic methods or devices for non-surgical treatment of bones or joints; Nursing devices; Anti-rape devices
    • A61F5/01Orthopaedic devices, e.g. splints, casts or braces
    • A61F5/02Orthopaedic corsets
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61FFILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
    • A61F5/00Orthopaedic methods or devices for non-surgical treatment of bones or joints; Nursing devices; Anti-rape devices
    • A61F5/01Orthopaedic devices, e.g. splints, casts or braces
    • A61F5/0102Orthopaedic devices, e.g. splints, casts or braces specially adapted for correcting deformities of the limbs or for supporting them; Ortheses, e.g. with articulations
    • A61F2005/0132Additional features of the articulation
    • A61F2005/0179Additional features of the articulation with spring means

Claims (35)

1. Draagbare steunstructuur voor het een menselijk lichaam tenminste gedeeltelijk ontlasten tijdens voorover leunen of vooroverbuigen, omvattende een frame met ten minste één bovenste verbindingsstukdeel omvat om tegen een romp van een menselijk lichaam te steunen en tenminste een onderste verbindingsstukdeel om tegen een bovenbeen van een menselijk lichaam te steunen, waarbij het bovenste verbindingsstukdeel en het onderste verbindingsstukdeel zwenkbaar met elkaar zijn verbonden, waarbij tussen het bovenste en onderste verbindingsstukdeel tenminste één zwenkinrichting is voorzien die een voorspanmiddel omvat, zoals een veerkrachtig element, dat is verbonden met het bovenste en onderste verbindingsstukdeel en op afstand is geplaatst van een zwenkas tussen het bovenste en onderste verbindingsstukdeel, waarbij de zwenkinrichting zodanig is ingericht dat wanneer het bovenste en onderste verbindingsstukdeel rond de zwenkas worden gezwenkt vanuit een gestrekte positie naar een positie die een eerste hoek omvat, het voorspanmiddel een toenemend voorspanmoment verschaft dat het verbindingsstuk voorspant terug naar de gestrekte positie, en dat wanneer het bovenste en onderste verbindingsstukdeel van de genoemde hoek verder rond de genoemde zwenkas worden gezwenkt het voorspanmoment in hoofdzaak gehandhaafd blijft of afneemt.
2. Structuur volgens conclusie 1, waarbij het voorsp anmiddel een veerkrachtig element omvat dat tegenoverliggende uiteinden heeft die zijn verbonden met het bovenste en onderste verbindingsstukdeel, en waarbij de structuur zodanig is in gericht dat een tussenstuk van het veerkrachtige element, dat zich tussen de distale uiteinden daarvan bevindt, de zwenkas nadert wanneer de structuur van de gestrekte stand van de structuur wordt gebogen naar een gebogen stand die correspondeert met een vooroverleunende positie van het menselijk lichaam, daarbij zorgend voor vermindering van de component van het moment verschaft door het veerkrachtige element.
3. Structuur volgens conclusie 1 of 2, waarbij het voorspanmiddel een veerkrachtig element omvat dat tegenoverliggende uiteinden heeft die zijn verbonden met het bovenste en onderste verbindingsstukdeel, en een tussenstuk heeft, waarbij de zwenkinrichting een aanslag omvat waartegen het genoemde tussenstuk kan aanliggen wanneer het bovenste verbindingsstukdeel ten opzichte van het onderste verbindingsstukdeel zwenkt, zodanig dat wanneer het verder wordt gezwenkt, het veerkrachtige element rond de aanslag wordt gebogen.
4. Structuur volgens conclusie 3, waarbij de structuur zodanig is in gericht dat het tussenstuk de aanslag nadert wanneer het bovenste en onderste verbindingsstukdeel vanuit de gestrekte positie worden gezwenkt naar een gebogen stand die correspondeert met een vooroverleunende positie van het menselijk lichaam, bij voorkeur zodanig dat het wordt verhinderd of tegengegaan dat, wanneer het tussenstuk van het veerkrachtige element aanligt tegen de aanslag, de component van het moment verschaft door het veerkrachtige element in hoofdzaak verder wordt verminderd.
5. Structuur volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de structuur zodanig is ingericht dat het bovenste verbindingsstukdeel en het onderste verbindingsstukdeel ten opzichte van elkaar kunnen zwenken op of nabij een rotatie-as van een heupgewricht van een vooroverbuigend menselijk lichaam.
6. Structuur volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het bovenste verbindingsstukdeel en/of het onderste verbindingsstukdeel relatief flexibel zijn, zodanig dat, wanneer tijdens gebruik gedragen door een persoon, bij zwenken van het bovenste verbindingsstukdeel ten opzichte van het onderste verbindingsstukdeel ten minste één van de genoemde verbindingsstukdelen veerkrachtig vervormt.
7. Structuur volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste een onderste gedeelte van het bovenste verbindingsstukdeel en tenminste een bovenste gedeelte van het onderste verbindingsstukdeel zijn ingericht om aan een zijkant van het menselijk lichaam te worden gepositioneerd, waarbij bij voorkeur het onderste gedeelte van het bovenste verbindingsstukdeel en het bovenste gedeelte van het onderste verbindingsstukdeel zijn voorzien van samenwerkende zwenkmiddelen die een scharnier vormen dat tijdens gebruik naast een mensehjke heup is gepositioneerd, in het bijzonder op of nabij de rotatie-as van een heupgewricht van een vooroverbuigend menselijk lichaam.
8. Structuur volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de steunstructuur zodanig is gevormd en in gericht dat het rond het menselijk lichaam kan worden geklemd teneinde in hoofdzaak door klemkrachten aan het genoemde lichaam te worden op gehangen, in het bijzonder klemkrachten die worden uitgeoefend door vervorming van het of elk verbindingsstuk en/of het of elk veerkrachtig element.
9. Structuur volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het bovenste en/of onderste verbindingsstukdeel ten minste gedeeltelijk flexibel is, en waarbij de structuur rond het menselijk lichaam kan worden geklemd, ten minste gedeeltelijk door het bovenste en/of onderste verbindingsstukdeel zodanig voor te spannen dat een op het bovenste verbindingsstukdeel aangebrachte borststeun om tegen een borstgebied te steunen tijdens gebruik naar het borstgebied is voorgespannen, dat een op het bovenste verbindingsstukdeel aangebrachte lumbaalsteun om tegen een lumbaalgebied te steunen tijdens gebruik naar het lumbaalgebied is voorgespannen, en/of dat een dij steun om tegen een voorkant van een dij gebied te steunen tijdens gebruik naar de voorkant van het dij gebied is voorgespannen.
10. Structuur volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het voorsp anmiddel tenminste één langwerpig veerelement omvat, dat bijvoorbeeld een trekveer of een stuk veerkrachtig rekbaar materiaal omvat, zoals bijvoorbeeld een rubbermateriaal, waarbij het langwerpige veerelement een eerste distale uiteinde heeft dat is bevestigd aan het bovenste verbindingsstukdeel en een tweede distale uiteinde heeft dat is bevestigd aan het onderste verbindingsstukdeel.
11. Structuur volgens conclusie 10, waarbij het veerelement in hoofdzaak werkt in een vlak dat parallel is aan een sagittaal vlak van een persoon tijdens het dragen van de structuur.
12. Structuur volgens conclusie 10 of 11, waarbij een lengterichting van het genoemde veerelement in hoofdzaak dwars staat op de rotatie-as van een heupgewricht van het vooroverbuigende menselijk lichaam, en waarbij, ten minste in een gestrekte stand van de structuur die correspondeert met een rechtoppe positie van het menselijk lichaam, het genoemde veerelement zich op afstand bevindt van de genoemde as en/of van een zwenkpunt of -gebied waar het bovenste en onderste verbindingsstukdeel ten opzichte van elkaar kunnen zwenken, in het bijzonder zich op een afstand daarvan bevindt van ten minste 15 mm, bij voorkeur ten minste 25 mm, bij grotere voorkeur ten minste 35 mm, zoals bijvoorbeeld ten minste 40, 50 of 60 mm, in het bijzonder ten minste 70, 80, 100 of 120 mm.
13. Structuur volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het voorspanmiddel een niet-lineair veerelement omvat, in het bijzonder een veerelement dat een zekere kracht F uitoefent wanneer het is uitgerekt over een eerste afstand X en dat een kracht uitoefent die kleiner is dan tweemaal de kracht F wanneer het is uitgerekt over een tweede afstand die twee keer zo groot is als de eerste afstand X.
14. Structuur volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende twee bovenste verbindingsstukdelen en twee onderste verbindingsstukdelen, waarbij een linker bovenste verbindingsstukdeel en een linker onderste verbindingsstukdeel zijn ingericht om aan een linkerkant van het menselijk lichaam te worden gedragen, en waarbij een rechter bovenste verbindingsstukdeel en een rechter onderste verbindingsstukdeel zijn ingericht om aan een rechterkant van het menselijk lichaam te worden gedragen.
15. Draagbare steunstructuur voor het een menselijk lichaam tenminste gedeeltelijk ontlasten tijdens voorover leunen of vooroverbuigen, bij voorkeur volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende een frame met tenminste één verbindingsstuk dat is voorzien van een borststeun om tegen een borstgebied te steunen, een lumbaalsteun om tegen een lumbaalgebied te steunen, en een dij steun om tegen een voorkant van een dij gebied te steunen, waarbij het verbindingsstuk een flexibel verbindingsstuk is dat zodanig is ingericht dat het in een gestrekte stand correspondeert met een rechtoppe positie van een menselijk lichaam wanneer het onbelast is, en dat is ingericht om terug naar de genoemde gestrekte stand voorgespannen te zijn wanneer het in een gebogen stand is gebogen die correspondeert met een vooroverleunende positie van een menselijk lichaam.
16. Structuur volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het verbindingsstuk langwerpig is, en bij voorkeur strookvormige of staaivormig is.
17. Structuur volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het verbindingsstuk in hoofdzaak uit een enkele langwerpige strook bestaat, bij voorkeur een strook die langs zijn gehele lengte flexibel is.
18. Structuur volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het verbindingsstuk zich vanaf de borststeun, via de lumbaalsteun uitstrekt naar de dij steun.
19. Structuur volgens conclusie 18, waarbij het verbindingsstuk zich van de borststeun naar de lumbaalsteun uitstrekt via een zijkant van het menselijk lichaam, en zich in het bijzonder onder een oksel uitstrekt.
20. Structuur volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het verbindingsstuk een gebogen vorm heeft, in het bijzonder een gebogen vorm die is in gericht om hchaamsrondingen van het menselijk lichaam te passen of te volgen.
21. Structuur volgens één van de conclusies 15-20, waarbij het flexibele verbindingsstuk dat is voorzien van de steunen zodanig is gevormd dat het rond het menselijk lichaam kan worden geklemd teneinde in hoofdzaak door klemkrachten aan het genoemde lichaam te worden op gehangen.
22. Structuur volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de lumbaalsteun is ingericht om tegen een lumbaalgebied te steunen dat zich ten minste gedeeltelijk in hoofdzaak aan de achterkant van het menselijk lichaam.
23. Structuur volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de dij steun is ingericht om ten minste gedeeltelijk tegen een binnenkant en/of voorkant van een dij te steunen, waarbij de dij steun bij voorkeur een U-vormige beugel omvat voor het gedeeltelijk omsluiten van een deel van een dij, in het bijzonder een voorkant en/of binnenkant daarvan.
24. Structuur volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende twee verbindingsstukken, namelijk een linker verbindingsstuk dat is in gericht om aan een linkerkant van het menselijk lichaam te worden gedragen, en een rechter verbindingsstuk dat is ingericht om aan een rechterkant van het menselijk lichaam te worden gedragen.
25. Structuur volgens conclusie 24, waarbij het linker verbindingsstuk aan het rechter verbindingsstuk gekoppeld of losneembaar koppelbaar is aan een achterkant van de steunstructuur, bij voorkeur aan of nabij de lumbaalsteun.
26. Structuur volgens conclusie 24 of 25, waarbij het linker verbindingsstuk aan het rechter verbindingsstuk gekoppeld of losneembaar koppelbaar is aan een voorkant van de steunstructuur, bij voorkeur aan of nabij de borst van het menselijk lichaam, in het bijzonder door de borststeunen te koppelen, en/of aan of nabij de taille van het menselijk lichaam.
27. Structuur volgens conclusie 25 of 26, waarbij het linker en rechter verbindingsstuk losneembaar koppelbaar zijn door middel van één of meer riemen en/of gespen.
28. Structuur volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het frame is in gericht om de schouders van het menselijk lichaam vrij te houden.
29. Structuur volgens één van de conclusies 15-28, waarbij ten minste één en bij voorkeur elk van de steunen zijn verbonden met het respectievelijke verbindingsstuk door middel van een in hoofdzaak zwenkbare verbinding, bij voorkeur in hoofdzaak zwenkbaar in twee vlakken tegelijkertijd, teneinde het de steun mogelijk te maken het menselijk lichaam te passen wanneer het verbindingsstuk is gebogen.
30. Structuur volgens conclusie 29, waarbij de verbinding is voorgespannen naar een neutrale positie waarin de steun is gepositioneerd om het respectievelijke menselijke lichaamsdeel te passen wanneer het verbindingsstuk zich in de gestrekte stand bevindt.
31. Structuur volgens conclusie 29 of 30, waarbij de in hoofdzaak zwenkbare verbinding tussen verbindingsstuk en steun een stuk veerkrachtig samendrukbaar materiaal omvat, bij voorkeur een rubbermateriaal, waarbij één uiteinde van het stuk veerkrachtig samendrukbaar materiaal is verbonden met het verbindingsstuk, in het bijzonder een binnenvlak daarvan, en waarbij een tweede uiteinde, bij voorkeur een in hoofdzaak tegenoverliggend uiteinde, van het genoemde stuk veerkrachtig samendrukbaar materiaal is verbonden met de steun, bij voorkeur met een buitenvlak daarvan.
32. Structuur volgens één van de conclusies 15-31, waarbij ten minste één en bij voorkeur elk van de steunen van padding is voorzien, bij voorkeur voorzien aan een kant van de steun die naar een respectievelijk deel van het menselijk lichaam is gericht.
33. Structuur volgens één van de conclusies 15-32, verder omvattende een jas, in het bijzonder eentje die zodanig is ingericht dat deze jas het frame in hoofdzaak kan bedekken wanneer de structuur wordt gedragen.
34. Structuur volgens één van de conclusies 15-33, waarin de structuur ten minste één bovenste verbindingsstukdeel omvat om tegen een romp van een menselijk lichaam te steunen en tenminste één onderste verbindingsstukdeel omvat om tegen een bovenbeen van een menselijk lichaam te steunen, waarbij het bovenste verbindingsstukdeel en het onderste verbindingsstukdeel zwenkbaar met elkaar zijn verbonden, waarbij tussen het bovenste en onderste verbindingsstukdeel ten minste één zwenkinrichting is voorzien, die een voorspanmiddel omvat, zoals een veerkrachtig element, dat is verbonden aan het bovenste en onderste verbindingsstukdeel en dat op afstand is geplaatst van een zwenkas tussen het bovenste en onderste verbindingsstukdeel, waarbij de zwenkinrichting zodanig is ingericht dat wanneer het bovenste en onderste verbindingsstukdeel rond de zwenkas worden gezwenkt vanuit een gestrekte positie naar een positie die een eerste hoek omvat, het voorspanmiddel een toenemend voorspanmoment verschaft dat het verbindingsstuk voorspant terug naar de gestrekte positie, en dat wanneer het bovenste en onderste verbindingsstukdeel van de genoemde hoek verder rond de genoemde zwenkas worden gezwenkt het voorspanmoment in hoofdzaak gehandhaafd blijft of afneemt.
35. Structuur volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het bovenste verbindingsstukdeel is ingericht om vast verbonden te worden aan de romp en/of de waarbij het onderste verbindingsstukdeel is ingericht om vast verbonden te worden aan het bovenbeen, bij voorkeur door het respectievelijke verbindingsstukdeel te voorzien van één of meer banden om het genoemde verbindingsstukdeel aan het respectieve lichaamsdeel vast te binden.
NL2011482A 2013-09-20 2013-09-20 Wearable pivotable structure and method of supporting a torso. NL2011482C2 (en)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2011482A NL2011482C2 (en) 2013-09-20 2013-09-20 Wearable pivotable structure and method of supporting a torso.
ES14777923T ES2732661T3 (es) 2013-09-20 2014-09-19 Estructura de soporte ponible y método de soporte del torso
EP14777923.5A EP3046517B1 (en) 2013-09-20 2014-09-19 Wearable support structure and method of supporting a torso
PCT/NL2014/050646 WO2015041532A1 (en) 2013-09-20 2014-09-19 Wearable support structure and method of supporting a torso
US15/022,594 US10561518B2 (en) 2013-09-20 2014-09-19 Wearable support structure and method of supporting a torso
JP2016544306A JP6678109B2 (ja) 2013-09-20 2014-09-19 装着型支持構造

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2011482A NL2011482C2 (en) 2013-09-20 2013-09-20 Wearable pivotable structure and method of supporting a torso.
NL2011482 2013-09-20

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2011482C2 true NL2011482C2 (en) 2015-03-23

Family

ID=49775691

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2011482A NL2011482C2 (en) 2013-09-20 2013-09-20 Wearable pivotable structure and method of supporting a torso.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2011482C2 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0181688A2 (en) * 1984-10-30 1986-05-21 SEGAL, David Limb exerciser
DE4418806A1 (de) * 1994-05-30 1995-12-14 Bock Orthopaed Ind Kniegelenkorthese
WO1995035075A1 (fr) * 1994-06-20 1995-12-28 Bernard Sudre Orthese du membre inferieur
DE19652416A1 (de) * 1996-12-07 1998-06-10 Braune Hans Juergen Verfahren und orthopädisches Stützkorsett zur Stützung des menschlichen Oberkörpers in gebeugter Haltung
DE19904554A1 (de) * 1999-02-04 2000-08-31 Albrecht Gmbh Zweiseitig wirkende Orthese zur Reduktion von Streck- und/oder Beugedefiziten

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0181688A2 (en) * 1984-10-30 1986-05-21 SEGAL, David Limb exerciser
DE4418806A1 (de) * 1994-05-30 1995-12-14 Bock Orthopaed Ind Kniegelenkorthese
WO1995035075A1 (fr) * 1994-06-20 1995-12-28 Bernard Sudre Orthese du membre inferieur
DE19652416A1 (de) * 1996-12-07 1998-06-10 Braune Hans Juergen Verfahren und orthopädisches Stützkorsett zur Stützung des menschlichen Oberkörpers in gebeugter Haltung
DE19904554A1 (de) * 1999-02-04 2000-08-31 Albrecht Gmbh Zweiseitig wirkende Orthese zur Reduktion von Streck- und/oder Beugedefiziten

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP3046517B1 (en) Wearable support structure and method of supporting a torso
US10569413B2 (en) Exoskeleton and method of providing an assistive torque to an arm of a wearer
US20180257217A1 (en) Load-bearing exoskeleton
US20200155264A1 (en) Weight distribution exoskeleton
US11559420B2 (en) Personal augmentation suit and method for assisted human motion with back differential assembly
WO2020075354A1 (ja) 動作補助作業着
US11826298B2 (en) Preloaded personal augmentation suit and method for assisted human motion
CN110815171B (zh) 为穿戴者的手臂提供辅助扭矩的外骨骼和方法
WO2018136722A1 (en) Wearable assistance devices and methods of operation
CN218557088U (zh) 一种腰部助力外骨骼
NL2011482C2 (en) Wearable pivotable structure and method of supporting a torso.
NL2011483C2 (en) Wearable flexible structure and method of supporting a torso.
US20220219313A1 (en) Moment arm extension system for exosuit
WO2021092041A1 (en) Interface for an exoskeleton
JP2017164384A (ja) 補助具
US20220218508A1 (en) Wearable assistance devices and methods of operation
US11980563B2 (en) Wearable assistance devices and methods of operation
US20240016647A1 (en) Wearable assistance devices and methods of operation
EP4236882A1 (en) Torso support and a wearable support system comprising the torso support
WO1997011656A1 (en) Weighted lumbar support with magnetic pad