NL2011079C2

NL2011079C2 - SUSPENSION STRUCTURE FOR A AIR CONTROL VALVE, AND AIR CONTROL DEVICE.

Info

Publication number: NL2011079C2
Application number: NL2011079A
Authority: NL
Inventors: Johannes Franciscus Maria Gossens
Original assignee: Verhulst Klimaattechniek B V
Priority date: 2012-11-01
Filing date: 2013-07-02
Publication date: 2015-07-21
Also published as: NL2011079A

Description

Ophangstructuur voor een luchtregelklep, en luchtregelinrichtingSuspension structure for an air control valve, and air control device

De uitvinding heeft betrekking op een ophangstructuur voor een luchtregelklep. De uitvinding heeft tevens betrekking op een luchtregelinrichting voorzien van ten minste één ophangstructuur overeenkomstig de uitvinding. De uitvinding heeft tevens betrekking op een samenstel van een luchtregelklep en ten minste één met de luchtregelklep gekoppelde ophangstructuur.The invention relates to a suspension structure for an air control valve. The invention also relates to an air control device provided with at least one suspension structure according to the invention. The invention also relates to an assembly of an air control valve and at least one suspension structure coupled to the air control valve.

Het in aanhef genoemde kleppenregister wordt reeds sedert j aren toegepast voor het reguleren van luchtstromen in luchtkanalen. De bekende kleppenregisters zijn daarbij samengesteld uit meerdere axiaal roteerbare luchtregelkleppen vervaardigd uit geanodiseerd geëxtrudeerd aluminium of verzinkt staal. De luchtregelkleppen zijn daarbij onderling verbonden middels verzinkt stalen verbindingsstangen voor gelijktijdige rotatie van de luchtregelkleppen. De luchtregelkleppen zijn opgenomen in een metalen, veelal verzinkte, omkasting. De luchtregelkleppen zijn veelal voorzien van afdichtingsprofielen, teneinde een in hoofdzaak mediumdichte afsluiting van het luchtkanaal te kunnen realiseren. Het bekende kleppenregister heeft meerdere nadelen. Een belangrijk nadeel van het bekende kleppenregister is doorgaans kiervorming optreedt tussen elk uiteinde van een axiaal roteerbare luchtregelklep en de omkasting, hetgeen vanuit energetisch oogpunt ongunstig is. Het toepassen van een rubberen afdichtingsring, zoals een siliconen O-ring, kan deze kiervorming op korte termijn tegengaan, doch zal door de axiale rotatie van de luchtregelklep relatief snel slijten, waardoor alsnog kiervorming zal optreden.The valve register mentioned in the preamble has already been used for years to regulate air flows in air ducts. The known valve registers are then assembled from a plurality of axially rotatable air control valves made from anodized extruded aluminum or galvanized steel. The air control valves are thereby mutually connected by means of galvanized steel connecting rods for simultaneous rotation of the air control valves. The air control valves are housed in a metal, often galvanized, housing. The air control valves are often provided with sealing profiles in order to be able to realize a substantially medium-tight closure of the air duct. The known valve register has several disadvantages. A major drawback of the known valve register is generally crack formation between each end of an axially rotatable air control valve and the casing, which is unfavorable from an energy point of view. The use of a rubber sealing ring, such as a silicone O-ring, can prevent this cracking in the short term, but will wear relatively quickly due to the axial rotation of the air regulating valve, so that cracking will still occur.

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een vanuit energetisch oogpunt een verbeterde ophangstructuur voor één of meerdere luchtregelkleppen, in het bijzonder een kleppenregisterAn object of the invention is to provide an improved suspension structure from an energetic point of view for one or more air control valves, in particular a valve register

Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een relatief onderhoudsvriendelijke ophangstructuur voor één of meerdere luchtregelkleppen, in het bijzonder een kleppenregister.A further object of the invention is to provide a relatively maintenance-friendly suspension structure for one or more air-regulating valves, in particular a valve register.

Althans één van voomoemde doelen kan worden bereikt door het verschaffen van een ophangstructuur voor een luchtregelklep, omvattende: ten minste één in hoofdzaak stationaire houder die ten minste één door ten minste één afdichtrand gedefinieerde in hoofdzaak cirkelvormige opening, en ten minste één fysieke, axiaal roteerbare draagas ingericht voor koppeling met een luchtregelklep, waarbij de draagas is ingericht om gedeeltelijk te worden opgenomen in de opening van de houder, zodanig dat een omtrekzijde van de draagas als glijvlak onder voorspanning en in hoofdzaak luchtdicht aangrijpt op de ten minste ene afdichtrand van de houder. De ophangstructuur resulteert in een glijvlakkoppeling tussen de draagas en de houder die vanwege de uitgeoefende voorspanning in hoofdzaak luchtdicht is, waardoor in hoofdzaak geen kiervorming optreedt, en koude- en/of warmteverliezen op deze wijze kunnen worden tegengegaan, hetgeen vanuit energetisch oogpunt ongunstig is.At least one of the aforementioned goals can be achieved by providing a suspension structure for an air control valve, comprising: at least one substantially stationary container having at least one substantially circular opening defined by at least one sealing edge, and at least one physical, axially rotatable bearing shaft adapted for coupling to an air control valve, the bearing shaft being adapted to be partially received in the opening of the holder, such that a circumferential side of the bearing shaft acts as a sliding surface under pretension and substantially airtightly on the at least one sealing edge of the holder . The suspension structure results in a sliding surface coupling between the bearing axle and the holder which is substantially airtight due to the applied pre-stress, so that substantially no cracking occurs, and cold and / or heat losses can be prevented in this way, which is unfavorable from an energy point of view.

Navolgend zullen ter illustratie meerdere voordelige uitvoeringsvormen van de ophangstructuur overeenkomstig de uitvinding worden beschreven. In enkele uitvoeringsvormen zijn meerdere inventieve concepten terug te vinden. Het is denkbaar dat individuele inventieve concepten en technische maatregelen worden toegepast zonder daarbij alle details van een bepaalde uitvoeringsvorm eveneens toe te passen.In the following, several advantageous embodiments of the suspension structure according to the invention will be described by way of illustration. Several inventive concepts can be found in some embodiments. It is conceivable that individual inventive concepts and technical measures are applied without applying all the details of a particular embodiment.

Het moge duidelijk zijn dat diverse modificaties op de hieronder beschreven uitvoeringsvormen denkbaar zijn voor een vakman, waarbij een vakman verschillende inventieve concepten en/of technische maatregelen van verschillende uitvoeringsvormen kan combineren zonder daarbij afstand te doen van de in bijgesloten conclusies beschreven uitvindingsgedachte.It will be clear that various modifications to the embodiments described below are conceivable for a person skilled in the art, wherein a person skilled in the art can combine different inventive concepts and / or technical measures of different embodiments without thereby renouncing the inventive idea described in the appended claims.

De omtrekzijde van de draagas grijpt bij voorkeur in hoofdzaak volledig aan op de ten minste ene afdichtrand. Dit komt het afdichtend vermogen aanzienlijk ten goede.The peripheral side of the bearing shaft preferably substantially fully engages the at least one sealing edge. This considerably improves the sealing capacity.

De afdichtrand van de houder is in radiale richting bij voorkeur deformeerbaar, in het bijzonder elastisch (verend) deformeerbaar, zodat op duurzame wijze een in hoofdzaak mediumdichte afdichting tussen de draagas en de houder kan worden gerealiseerd. Dit deformeerbare vermogen van de afdichtrand kan worden bewerkstelligd door toepassing van een verzwakking, in het bijzonder een verzwakkingsgroef (omtreksgroef), onder tussenkomst van welke de afdichtrand is verbonden met een overig deel van de houder.The sealing edge of the container is preferably deformable in radial direction, in particular elastically (resiliently) deformable, so that a substantially medium-tight seal can be realized between the bearing shaft and the holder in a sustainable manner. This deformable capacity of the sealing edge can be effected by applying a weakening, in particular a weakening groove (circumferential groove), through which the sealing edge is connected to a remaining part of the holder.

Teneinde de voorspanning voldoende groot te laten zijn is het voordelig ingeval de uitwendige diameter van de als glijvlak fungerende omtrekszijde van de draagas groter is dan de inwendige diameter van de opening van de houder. Bij nadere voorkeur is de uitwendige diameter van de als glijvlak fungerende omtrekszijde van de drager kleiner dan de grootste diameter van de omtreksgroef. Door deformatie van het afdichtrand richting en tot in de omtreksgroef kan de effectieve diameter van de opening worden vergroot voor doorvoer, onder klempassing, van de draagas, hetgeen het afdichtend vermogen ten goede komt. Op deze wijze wordt een soort van keerring verkregen die bijzonder efficiënt afdicht en waarbij soepele axiale rotatie van de draagas mogelijk blijft. Daarbij is het denkbaar om de draagas middels een snapverbinding (klikverbinding) te koppelen met de houder.In order for the bias to be sufficiently large, it is advantageous if the outer diameter of the circumferential side of the bearing shaft serving as a sliding surface is larger than the inner diameter of the opening of the container. More preferably, the outer diameter of the peripheral side of the carrier serving as a sliding surface is smaller than the largest diameter of the peripheral groove. By deforming the sealing edge towards and into the circumferential groove, the effective diameter of the opening can be increased for passage, under clamping fit, of the bearing shaft, which improves the sealing capacity. In this way a sort of sealing ring is obtained which seals particularly efficiently and in which smooth axial rotation of the bearing shaft remains possible. In addition, it is conceivable to connect the carrying shaft to the holder by means of a snap connection (click connection).

Het is voordelig ingeval de vormgeving van de opening en de vormgeving van het glijvlak van de draagas op elkaar zijn afgestemd. Dientengevolge is het voordelig ingeval de als glijvlak fungerende omtrekszijde van de draagas in hoofdzaak cilindrisch is vormgegeven.It is advantageous if the design of the opening and the design of the sliding surface of the bearing axis are coordinated with each other. As a result, it is advantageous if the circumferential side of the bearing shaft acting as a sliding surface is substantially cylindrical in shape.

De draagas is bij voorkeur voorzien van een lateraal uitkragende schouder ingericht voor (glijdende) aangrijping op een van luchtregelklep afgekeerd deel van de houder. Deze maatregel zal het afdichtende vermogen van ophangstructuur verder doen vergroten.The carrying shaft is preferably provided with a laterally projecting shoulder adapted for (sliding) engagement on a part of the holder remote from air control valve. This measure will further increase the sealing capacity of the suspension structure.

Bij voorkeur is een naar de luchtregelklep toegekeerd deel van de draagas in hoofdzaak gesloten uitgevoerd. Dit gaat ongewenste lekkage van lucht, en derhalve van energie via de draagas als zodanig tegen.Preferably, a part of the carrier shaft facing the air control valve is of substantially closed design. This counteracts unwanted leakage of air, and therefore of energy via the carrier shaft as such.

Teneinde de oriëntatie tussen de draagas en een daarmee gekoppelde luchtregelklep te fixeren is het voordelig ingeval een deel van de draagas dat is ingericht voor koppeling met een luchtregelklep een in hoofdzaak hoekige, bij voorkeur in hoofdzaak rechthoekige, in het bijzonder in hoofdzaak vierkante, dwarsdoorsnede heeft.In order to fix the orientation between the bearing shaft and an air control valve coupled thereto, it is advantageous if a part of the bearing shaft which is arranged for coupling with an air control valve has a substantially angular, preferably substantially rectangular, in particular substantially square, cross-section .

Bij voorkeur is een deel van de draagas dat is ingericht voor koppeling met een luchtregelklep is voorzien van ten minste één fixatie-element, in het bijzonder een kram of borgveer, voor het in gekoppelde toestand in hoofdzaak borgen (fixeren) van de draagas ten opzichte van de luchtregelklep.A part of the bearing shaft which is adapted for coupling to an air control valve is preferably provided with at least one fixation element, in particular a staple or locking spring, for securing (fixing) the bearing shaft relative to it in the coupled state. of the air control valve.

Een van de luchtregelklep afgekeerd deel van de draagas is bij voorkeur ingericht voor koppeling met ten minste één bedieningselement voor het axiaal laten roteren van de draagas. Eventueel kan het bedieningselement integraal deel uitmaken van de draagas.A part of the carrier shaft remote from the air control valve is preferably adapted for coupling with at least one operating element for causing the carrier shaft to rotate axially. The operating element may optionally be an integral part of the bearing axle.

Teneinde gewicht te besparen is het voordelig ingeval ten minste een deel van de draagas hol is uitgevoerd. Bij nadere voorkeur is een van de luchtregelklep afgekeerd deel van de draagas voorzien van een opneemruimte voor het koppelen van de luchtregelklep met ten minste één bedieningselement voor het axiaal laten roteren van de draagas. Op deze wijze kan het bedieningselement relatief eenvoudig, doch betrouwbaar worden gekoppeld met de axiaal roteerbare draagas.In order to save weight, it is advantageous if at least a part of the bearing axle is of hollow design. More preferably, a part of the carrier shaft remote from the air control valve is provided with a receiving space for coupling the air control valve with at least one operating element for causing the carrier shaft to rotate axially. In this way the operating element can be coupled relatively easily, but reliably, to the axially rotatable bearing shaft.

Bij voorkeur is een van de luchtregelklep afgekeerd deel van de houder voorzien van een de opening omsluitende, opstaande kraag, welke kraag is ingericht voor het omsluiten van een deel van de draagas. Deze kraag kan enerzijds de afdichting tussen de draagas en de houder verbeteren. Anderzijds kan deze kraag de afdichting tussen de houder en een wand(deel) van een luchtdoorvoerkanaal verbeteren. Daarbij is het voordelig ingeval de opstaande kraag is omgeven door ten minste één afdichtelement voor het realiseren van een afdichting tussen de houder en een wanddeel van een luchtdoorvoerkanaal. Dit komt de afdichting verdergaand ten goede. De kraag kan daarbij zijn voorzien van ten minste één vergrendel element voor het vergrendelen van de oriëntatie van de houder ten opzichte van een wanddeel van een luchtdoorvoerkanaal. Het vergrendel element kan daarbij tevens functioneren als uitlijnelement.A part of the holder remote from the air control valve is preferably provided with an upright collar enclosing the opening, which collar is adapted to enclose a part of the carrier shaft. On the one hand, this collar can improve the seal between the bearing shaft and the holder. On the other hand, this collar can improve the seal between the holder and a wall (part) of an air duct. In this case it is advantageous if the upright collar is surrounded by at least one sealing element for realizing a seal between the holder and a wall part of an air duct. This further benefits the seal. The collar can be provided with at least one locking element for locking the orientation of the holder relative to a wall part of an air duct. The locking element can thereby also function as an alignment element.

De houder omvat bij voorkeur een plaat, waarbij de opening in de plaat is aangebracht, welke plaat is ingericht voor het enerzijds aangrijpen op de luchtregelklep en anderzijds aangrijpen op een wanddeel van een luchtdoorvoerkanaal. De plaat is ingericht voor het in hoofdzaak volledig afschermen van een in een wand van een luchtdoorvoerkanaal aangebrachte opening, waardoor de afdichting verder wordt vergroot. De plaat is daarbij bij voorkeur gekromd uitgevoerd, zodanig dat na installatie van de plaat een holte ontstaat tussen de plaat en het wanddeel van het luchtdoorvoerkanaal. Voomoemde kraag is daarbij bij voorkeur, althans gedeeltelijk, in een door de plaat opgespannen volume is gepositioneerd. Het is tevens voordelig ingeval ten minste een deel van de afdichting in een door de plaat opgespannen volume is gepositioneerd, waardoor een verdergaande efficiënte afdichting kan worden verkregen. De plaat is bij voorkeur deformeerbaar uitgevoerd, waardoor de plaat door de luchtregelklep tegen de wand van het luchtdoorvoerkanaal kan worden gedrukt, hetgeen de afdichting verdergaand ten goede komt. Kunststof is hiervoor in het bijzonder geschikt.The holder preferably comprises a plate, wherein the opening is arranged in the plate, which plate is adapted to engage on the one hand with the air control valve and on the other hand with a wall part of an air duct. The plate is adapted to substantially completely screen off an opening arranged in a wall of an air duct, whereby the seal is further increased. The plate is thereby preferably curved, such that after installation of the plate a cavity is created between the plate and the wall part of the air duct. Said collar is herein preferably positioned, at least partially, in a volume tensioned by the plate. It is also advantageous if at least a part of the seal is positioned in a volume tensioned by the plate, whereby a further efficient seal can be obtained. The plate is preferably designed to be deformable, so that the plate can be pressed against the wall of the air passage through the air regulating valve, which further benefits the seal. Plastic is particularly suitable for this.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een luchtregelinrichting, omvattende: ten minste één luchtdoorvoerkanaal, ten minste één in het luchtdoorvoerkanaal gepositioneerde axiaal roteerbare luchtregelklep, en ten minste één met de ten minste ene luchtregelklep verbonden ophangstructuur volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de luchtregelklep in hoofdzaak star is verbonden met ten minste één axiaal roteerbare draagas van de ophangstructuur. Daarbij wordt het luchtdoorvoerkanaal doorgaans begrensd door ten minste één wand, waarbij ten minste één wanddeel van voornoemde wand is voorzien van een doorsteekopening voor de draagas, en bij voorkeur tevens voor de houder.The invention also relates to an air control device, comprising: at least one air passage channel, at least one axially rotatable air control valve positioned in the air passage channel, and at least one suspension structure connected to the at least one air control valve according to any one of the preceding claims, wherein the air control valve is substantially rigidly connected to at least one axially rotatable bearing axis of the suspension structure. The air passage channel is herein generally bounded by at least one wall, wherein at least one wall part of said wall is provided with a piercing opening for the bearing axis, and preferably also for the holder.

Iedere luchtregelklep is aan overliggende zijden bij voorkeur gekoppeld met een ophangstructuur via welke de luchtregelklep is gekoppeld met een wand van het luchtdoorvoerkanaal.Each air control valve is preferably coupled on opposite sides to a suspension structure via which the air control valve is coupled to a wall of the air duct.

Het is voordelig ingeval de luchtregelklep aan de langsranden is voorzien van een afdichting voor het realiseren van een afdichting tussen de luchtregelklep en een wand van het luchtdoorvoerkanaal en/of een naastgelegen luchtregelklep. Door toepassing van een dergelijke langsafdichting is het mogelijk het luchtdoorvoerkanaal in hoofdzaak volledig af te sluiten, waardoor doorvoer van lucht alsdan niet mogelijk is.It is advantageous if the air control valve is provided on the longitudinal edges with a seal for realizing a seal between the air control valve and a wall of the air passage channel and / or an adjacent air control valve. By using such a longitudinal seal, it is possible to close off the air passage duct substantially completely, as a result of which passage of air is then not possible.

Doorgaans zal de inrichting meerdere naast elkaar gelegen luchtregelkleppen omvatten waarvan de rotatie-assen in hoofdzaak parallel zijn georiënteerd en op onderlinge afstand zijn gepositioneerd. Deze opstelling wordt tevens aangeduid als een kleppenregister. Het is daarbij voordelig ingeval draagassen die respectievelijk samenwerken met meerdere luchtregelkleppen onderling zijn gekoppeld voor gemeenschappelijke bediening van de draagassen. Deze koppeling kan bijvoorbeeld geschieden door toepassing van een koppelstang.Typically, the device will comprise a plurality of air control valves located next to each other, the axes of rotation of which are oriented substantially parallel and positioned at a mutual distance. This arrangement is also referred to as a valve register. It is advantageous in this case if bearing shafts which respectively cooperate with a plurality of air control valves are mutually coupled for common operation of the bearing shafts. This coupling can be effected, for example, by using a coupling rod.

Doorgaans zal het luchtdoorvoerkanaal in hoofdzaak rechthoekig is vormgegeven en wordt begrensd door een onderwand, een bovenwand, en twee zijwanden, welke wanden onderling zijn verbonden. Het is tevens denkbaar om het luchtdoorvoerkanaal cirkelvormig vorm te geven door de wand te laten vormen door een buis waarbinnen ten minste één luchtregelklep is opgehangen middels - bij voorkeur een tweetal -ophangstructuren overeenkomstig de uitvinding.Generally, the air passage channel will be substantially rectangular in shape and will be bounded by a bottom wall, a top wall, and two side walls, which walls are mutually connected. It is also conceivable to shape the air passage channel in a circular manner by having the wall formed by a tube within which at least one air control valve is suspended by means of - preferably two - suspension structures according to the invention.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een houder ten gebruike in een ophangstructuur overeenkomstig de uitvinding.The invention also relates to a holder for use in a suspension structure according to the invention.

De uitvinding heeft verder betrekking op een draagas ten gebruike in een ophangstructuur overeenkomstig de uitvinding.The invention further relates to a bearing axle for use in a suspension structure according to the invention.

De uitvinding heeft daarnaast betrekking op een samenstel van een luchtregelklep een twee aan weerszijden van de luchtregelklep met de luchtregelklep verbonden ophangstructuren overeenkomstig de uitvindingThe invention furthermore relates to an assembly of an air control valve and two suspension structures according to the invention connected to the air control valve on either side of the air control valve

De uitvinding zal worden verduidelijkt aan de hand van in navolgende figuren weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: figuur 1 een perspectivisch aanzicht op een in onderdelen uiteengenomen kleppenregister overeenkomstig de uitvinding, figuur 2 een perspectivisch aanzicht op een deels in onderdelen uiteengenomen aanzicht op een samenstel van kleppenregisters volgens figuur 1, figuur 3a-3e verschillende aanzichten op een houder zoals gebruikt in het kleppenregister volgens figuren 1 en 2, figuren 4a-4b verschillende aanzichten op een eerste draagas zoals gebruikt in het kleppenregister volgens figuren 1 en 2, figuren 5a-5b verschillende aanzichten op een tweede draagas zoals gebruikt in het kleppenregister volgens figuren 1 en 2, en figuur 6 een perspectivisch aanzicht op een in onderdelen uiteengenomen aanzicht op een luchtregelklep.The invention will be elucidated on the basis of non-limitative exemplary embodiments shown in the following figures. Herein: figure 1 shows a perspective view of a valve register disassembled in parts according to the invention, figure 2 shows a perspective view of a part dismantled view of an assembly of valve registers according to figure 1, figure 3a-3d different views of a holder as used in the valve register according to figures 1 and 2, figures 4a-4b different views of a first bearing shaft as used in the valve register according to figures 1 and 2, figures 5a-5b different views of a second bearing shaft as used in the valve register according to figures 1 and 2 and Figure 6 is a perspective view of a component dismantled view of an air control valve.

Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht op een in onderdelen uiteengenomen kleppenregister 1 overeenkomstig de uitvinding. Het kleppenregister 1 omvat meerdere axiaal roteerbare luchtkleppen 2 die in hoofdzaak naast/boven elkaar zijn gepositioneerd en waarbij de rotatieassen van de luchtkleppen 2 in hoofdzaak parallel zijn georiënteerd. De luchtkleppen 2 worden in positie gehouden door een behuizing 3 die als ophangstructuur fungeert. De behuizing 3 omvat daarbij een topelement 4a en een bodemelement 4b, alsmede twee staanders 5a, 5b die bij voorkeur zijn vervaardigd uit plaatstaal. Tussen de kleppen 2 en de staanders 5a, 5b is aan weerszijden een houder 6a, 6b gepositioneerd. Zowel de staanders 5a, 5b alsook de houders 6a, 6b zijn voorzien van doorvoeropeningen 7 voor doorvoer van een eerste draagas 8 (figuren 4a-4d) respectievelijk een tweede draagas 9 (figuren 5a-5d) die beiden in hoofdzaak cilindrisch zijn vormgegeven. De eerste draagassen 8 zijn ieder voorzien van een uitkragende vinger 10 ingericht voor samenwerking met een bewegingsstang 11 (of samenstel van stangen) voor het simultaan kunnen bewegen en aansturen van de axiale rotatie van de kleppen 2, waardoor het kleppenregister naar wens kan worden geopend dan wel kan worden gesloten. Dit maakt het mogelijk te luchtdoorvoer door het kleppenregister 1 te reguleren. De bediening van de kleppen 2 middels de bewegingsstang 11 kan zowel manueel alsook elektromechanisch geschieden. De tweede draagassen 9 fungeren als eindas. Ingeval het kleppenregister 1 wordt gekoppeld met een naastgelegen kleppenregister (zie figuur 2), dan is het doorgaans voordelig ingeval de getoonde tweede draagassen 9 worden vervangen door eerste draagassen, zodat ook tussen beide kleppenregisters eventueel een aanvullende bewegingsstang 11 kan worden toegepast.Figure 1 shows a perspective view of a valve register 1 disassembled in parts according to the invention. The valve register 1 comprises a plurality of axially rotatable air valves 2 which are positioned substantially adjacent to each other and wherein the axes of rotation of the air valves 2 are oriented substantially parallel. The air valves 2 are held in position by a housing 3 that functions as a suspension structure. The housing 3 herein comprises a top element 4a and a bottom element 4b, as well as two uprights 5a, 5b which are preferably made from sheet steel. A holder 6a, 6b is positioned on either side between the valves 2 and the uprights 5a, 5b. Both the uprights 5a, 5b and the holders 6a, 6b are provided with passage openings 7 for passage of a first bearing axis 8 (Figures 4a-4d) and a second bearing axis 9 (Figures 5a-5d), which are both substantially cylindrical in shape. The first bearing shafts 8 are each provided with a projecting finger 10 adapted to cooperate with a movement rod 11 (or assembly of rods) for being able to move and control the axial rotation of the valves 2 simultaneously, whereby the valve register can be opened as desired. can be closed. This makes it possible to regulate the air flow through the valve register 1. The operation of the valves 2 by means of the movement rod 11 can take place manually as well as electromechanically. The second bearing shafts 9 act as end shaft. If the valve register 1 is coupled to an adjacent valve register (see Figure 2), then it is usually advantageous if the shown second bearing shafts 9 are replaced by first bearing shafts, so that an additional movement rod 11 can also be applied between the two valve registers.

In figuur 2, waarin is getoond dat de (holle) eerste draagassen 8 van naast elkaar gelegen kleppenregisters 1 naar elkaar toe zijn gekeerd, waarbij overliggende eerste draagassen 8 onderling kunnen worden gekoppeld door koppelas 12. Op deze wijze is het mogelijk om middels de bewegingsstang 11 beide kleppenregisters 1 simultaan te bedienen. De koppelassen 12 bezitten daartoe een gehoekte dwarsdoorsnede, waardoor het roteren van het koppelassen 12 ten opzichte van de daarmee gekoppelde eerste draagassen 8 kan worden tegengegaan. De eindassen 9 kunnen vervolgens aan een uiteinde van het samenstel worden toegepast voor het in positie houden van de kleppen 2. Teneinde de onderlinge verbinding van de kleppenregisters 1 te verstevigen worden meerdere koppelsloffen 13a, 13b toegepast.In figure 2, in which it is shown that the (hollow) first bearing shafts 8 of adjacent valve registers 1 are facing each other, wherein overlying first bearing shafts 8 can be mutually coupled by coupling shaft 12. In this way it is possible to 11 both valve registers 1 can be operated simultaneously. To this end, the coupling shafts 12 have an angled cross-section, whereby rotation of the coupling shafts 12 relative to the first bearing shafts 8 coupled thereto can be prevented. The end shafts 9 can then be used at one end of the assembly for holding the valves 2. In order to strengthen the mutual connection of the valve registers 1, a plurality of coupling slides 13a, 13b are used.

In figuren 3a-3e worden verschillende aanzichten getoond op de houder 6a, 6b zoals gebruikt in het kleppenregister volgens figuren 1 en 2. De houder 6a, 6b wordt ook wel aangeduid als een kleplagerplaat. De houder is bij voorkeur vervaardigd uit kunststof, in het bijzonder een enigszins flexibel kunststof, zoals polyamide en/of polypropeen. Door de houder 6a, 6b enigszins flexibel uit te voeren kan door de houder 6a, 6b in het kleppenregister 1 op de kleppen 2 een voorspanning worden uitgeoefend, waardoor een verbeterde afdichting rondom de kleppen 2 kan worden gerealiseerd. Een verder voordeel van de flexibiliteit van de houder 6a, 6b alsmede van het gebruik van kunststof is dat de slijtage aan zowel de kleppen 2 alsook aan de houder 6a, 6b zeer beperkt kan worden gehouden. Zoals getoond in het bovenaanzicht volgens figuur 3a is de houder 6a, 6b gekromd uitgevoerd. Een centraal van de houder 6a, 6b is voorzien van richting de staanders 5a, 5b uitkragende manchetten 14 die zijn ingericht om ten minste gedeeltelijk te worden opgenomen in de cirkelvormige doorvoeropeningen 7 (tevens getoond in het achteraanzicht volgens figuur 3b). De manchetten 14 zelf zijn ingericht voor opname van een deel van de eerste draagas 8 of de tweede draagas 9. Een binnenzijde van het manchet 14 is voorzien van een afdichtrand 15 ingericht om te worden aangegrepen door een omtrekszijde van de draagas 8, 9 om op deze wijze een in hoofdzaak luchtdichte verbinding te realiseren (zie dwarsdoorsnede A-A in figuur 3c en detailaanzicht in figuur 3d). De afdichtrand 15 is onder tussenkomst van een verzwakking verbonden met een overig deel van de houder 6a, 6b, waardoor de afdichtrand 15 in radiale richting deformeerbaar is, teneinde een betrouwbare aansluiting van de houder 6a, 6b op de draagas 8, 9 te kunnen realiseren. De verzwakking wordt daarbij gevormd door een de afdichtrand omsluitende omtreksgroef 16. Zoals getoond in het perspectivisch aanzicht volgens figuur 3a kan een buitenzijde van de manchetten 14 voorzien zijn voorzien van uitkragende uitlijnelementen 17 voor het kunnen uitlijnen van de oriëntatie van de houder 6a, 6b ten opzichte van de staanders 5a, 5b. Daartoe zal de staander 5a, 5b doorgaans evenwel zijn voorzien van uitsparingen voor opname van voomoemde uitlijnelementen 17.In figures 3a-3e different views are shown on the holder 6a, 6b as used in the valve register according to figures 1 and 2. The holder 6a, 6b is also referred to as a valve bearing plate. The container is preferably made from plastic, in particular a somewhat flexible plastic, such as polyamide and / or polypropylene. By designing the holder 6a, 6b to be somewhat flexible, a pre-stress can be exerted on the valves 2 by the holder 6a, 6b in the valve register 1, whereby an improved seal can be realized around the valves 2. A further advantage of the flexibility of the holder 6a, 6b and of the use of plastic is that the wear on both the valves 2 and on the holder 6a, 6b can be kept very limited. As shown in the top view according to figure 3a, the holder 6a, 6b is curved. A sleeve 14 protruding centrally from the holder 6a, 6b is provided towards the uprights 5a, 5b and is adapted to be received at least partially in the circular passage openings 7 (also shown in the rear view according to Figure 3b). The sleeves 14 themselves are adapted to receive a part of the first bearing shaft 8 or the second bearing shaft 9. An inner side of the sleeve 14 is provided with a sealing edge 15 adapted to be engaged by a peripheral side of the bearing shaft 8, 9 for realize a substantially airtight connection in this manner (see cross-section AA in Figure 3c and detailed view in Figure 3d). The sealing edge 15 is connected to another part of the holder 6a, 6b through a weakening, as a result of which the sealing edge 15 can be deformed in radial direction in order to be able to realize a reliable connection of the holder 6a, 6b to the bearing shaft 8, 9 . The weakening is thereby formed by a circumferential groove 16 enclosing the sealing edge. As shown in the perspective view according to figure 3a, an outer side of the sleeves 14 can be provided with protruding alignment elements 17 for being able to align the orientation of the holder 6a, 6b relative to the uprights 5a, 5b. To that end, the upright 5a, 5b will, however, usually be provided with recesses for receiving said alignment elements 17.

Figuren 4a-4b tonen verschillende aanzichten op een eerste draagas 8 zoals gebruikt in het kleppenregister 1 volgens figuren 1 en 2. De draagas 8 is voorzien van een in dwarsdoorsnede vierkant vormgegeven fysiek asdeel 8a die is ingericht om ten minste gedeeltelijk te worden opgenomen in een opneemruimte 18 van een luchtklep 2 (zie figuur 6), zodanig dat rotatie van de draagas 8 leidt tot eenzelfde rotatie van de luchtklep 2. Het fysieke asdeel 8a is verbonden met een lateraal uitkragende hefboom 8b voorzien van voomoemde 10 met behulp waarvan de eerste draagas 8 kan samenwerken met een bewegingsstang 11. Een bovenaanzicht van de draagas 8 wordt getoond in figuur 4b. In dit bovenaanzicht wordt tevens getoond dat tussen het fysieke asdeel 8a en de uitkragende hefboom 8b een verdikking 8c is gepositioneerd dat fungeert als glijvlak in samenwerking met een de afdichtrand 15 van de houder 6a, 6b. Dit glijvlak is in dwarsdoorsnede in hoofdzaak cirkelrond vormgegeven. Een flens 8d, gepositioneerd tussen het glijvlak 8c en de hefboom 8b, is ingericht voor (glijdende) aangrijping op een kopse zijde van het manchet 14 van de houder 6a, 6b, nabij de afdichtrand 15. Verder is een kopse zijde van de eerste draagas 8 voorzien van een in dwarsdoorsnede gehoekt vormgegeven opneemruimte 8e voor een koppelstang 12.Figures 4a-4b show different views of a first bearing shaft 8 as used in the valve register 1 according to figures 1 and 2. The bearing shaft 8 is provided with a physical axis part 8a, which is square shaped in cross-section and which is arranged to be received at least partially in a receiving space 18 of an air valve 2 (see figure 6), such that rotation of the bearing shaft 8 leads to the same rotation of the air valve 2. The physical shaft part 8a is connected to a laterally projecting lever 8b provided with the above-mentioned 10 with the aid of which the first bearing shaft 8 can cooperate with a movement bar 11. A top view of the bearing shaft 8 is shown in Figure 4b. This top view also shows that a thickening 8c is positioned between the physical shaft part 8a and the projecting lever 8b which functions as a sliding surface in cooperation with a sealing edge 15 of the holder 6a, 6b. This sliding surface is essentially circular in cross-section. A flange 8d, positioned between the sliding surface 8c and the lever 8b, is adapted for (sliding) engagement on an end face of the sleeve 14 of the holder 6a, 6b, near the sealing edge 15. Furthermore, an end face of the first bearing shaft is 8 provided with a receiving space 8e, designed in cross-section, for a coupling rod 12.

Figuren 5a-5b verschillende aanzichten op de een tweede draagas 9 zoals gebruikt in het kleppenregister volgens figuren 1 en 2. Constructief is de tweede draagas 9 gelijkend op de eerste draagas 8 met als belangrijkste verschil dat de tweede draagas 9 niet is voorzien van een hefboom en een daaraan verbonden vinger. De tweede draagas 9, ook aangeduid als asstomp, is uit één geheel vervaardigd en omvat achtereenvolgens een fysiek asdeel 9a, een glijvlak 9b, een flens 9c, en een einddeel 9d. Het fysieke asdeel 9a kan aan een kopse zijde gesloten dan wel geopend zijn uitgevoerd.Figures 5a-5b show different views of the second bearing shaft 9 as used in the valve register according to figures 1 and 2. Structurally, the second bearing shaft 9 is similar to the first bearing shaft 8 with the main difference that the second bearing shaft 9 is not provided with a lever and a finger connected thereto. The second bearing shaft 9, also referred to as an axle stub, is made integrally and successively comprises a physical axle part 9a, a sliding surface 9b, a flange 9c, and an end part 9d. The physical shaft part 9a can be closed or open at the end.

Figuur 6 toont een perspectivisch aanzicht op een in onderdelen uiteengenomen aanzicht op een luchtregelklep 2 zoals gebruikt in het kleppenregister 1 volgens figuren 1 en 2. De luchtregelklep 2 wordt gevormd door een hol klepblad 18, bij voorkeur vervaardigd uit (geëxtrudeerd) aluminium of verzinkt staal, dat aan de langsranden wordt voorzien van rubberelastische afdichtingstrips 19. Het klepblad 18 sluit de in dwarsdoorsnede vierkante opneemruimte 18 in voor opname van een tweede draagas 9 (of eerste draagas 8). Teneinde de draagas 9 stabiel te kunnen koppelen met het klepblad 18 is het voordelig ingeval een borgveer 21 wordt toegepast die wordt geklemd om een (open of gesloten) kopse zijde van de tweede draagas 9. Bij voorkeur wordt tevens een uit schuim of anderszins elastisch materiaal vervaardigde ring 20 toegepast die tijdens montage als afdichtend element wordt gepositioneerd tussen een staander 5a, 5b en een houder 6a, 6b, teneinde lekkage van lucht via de doorvoeropeningen 7 zoveel mogelijk te kunnen tegengaan. In gemonteerde toestand en gesloten oriëntatie van de kleppen 2 zal ten minste één afdichtingstrip 19 bij voorkeur aansluiten op een afdichtingstrip 19 van een naastgelegen klep 2, zodat een in hoofdzaak volledig luchtdichte afsluiting van een luchtkanaal, waarin het kleppenregister 1 is gepositioneerd, kan worden gerealiseerd.Figure 6 shows a perspective view of an exploded view of an air control valve 2 as used in the valve register 1 according to figures 1 and 2. The air control valve 2 is formed by a hollow valve blade 18, preferably made from (extruded) aluminum or galvanized steel. which is provided with rubber-elastic sealing strips 19 on the longitudinal edges. The valve blade 18 encloses the cross-sectional receiving space 18 for receiving a second bearing shaft 9 (or first bearing shaft 8). In order to be able to stably couple the bearing shaft 9 with the valve blade 18, it is advantageous if a retaining spring 21 is applied which is clamped around an (open or closed) end face of the second bearing shaft 9. Preferably also a material made of foam or otherwise elastic manufactured ring 20, which during assembly is positioned as a sealing element between an upright 5a, 5b and a holder 6a, 6b, in order to prevent leakage of air via the passage openings 7 as much as possible. In the mounted state and closed orientation of the valves 2, at least one sealing strip 19 will preferably connect to a sealing strip 19 of an adjacent valve 2, so that a substantially completely airtight closure of an air duct in which the valve register 1 is positioned can be realized .

Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier weergegeven en beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de bijgaande conclusies legio varianten mogelijk zijn, die voor de vakman op dit gebied voor de hand zullen liggen.It will be clear that the invention is not limited to the exemplary embodiments shown and described here, but that within the scope of the appended claims, countless variants are possible which will be obvious to those skilled in the art.

Claims

Suspension structure for an air control valve, comprising: - at least one substantially stationary holder which is provided with at least one substantially circular opening defined by at least one sealing edge, and - at least one physical axially rotatable bearing shaft adapted for coupling to a air control valve, wherein the bearing shaft is adapted to be partially received in the opening of the holder, such that a circumferential side of the bearing shaft engages the at least one sealing edge of the holder as a sliding surface under pretensioning and substantially airtightly.

Suspension structure as claimed in claim 1, wherein the peripheral side of the bearing shaft substantially fully engages the at least one sealing edge.

Suspension structure according to claim 1 or 2, wherein the sealing edge of the container is deformable in radial direction.

Suspension structure as claimed in claim 3, wherein the sealing edge is connected to a remaining part of the holder through a weakening.

Suspension structure according to claim 4, wherein the weakening is formed by a circumferential groove surrounding the sealing edge.

Suspension structure as claimed in any of the foregoing claims, wherein the outer diameter of the circumferential side of the bearing axis serving as sliding surface is larger than the inner diameter of the opening of the holder.

Suspension structure according to claims 5 and 6, wherein the outer diameter of the circumferential side of the carrier acting as sliding surface is smaller than the largest diameter of the circumferential groove.

8. Suspension structure according to one of the preceding claims, wherein the peripheral side of the bearing axle acting as sliding surface is substantially cylindrical in shape.

Suspension structure as claimed in any of the foregoing claims, wherein the bearing axle is provided with a laterally projecting shoulder adapted to engage on a part of the holder remote from air control valve.

10. Suspension structure as claimed in any of the foregoing claims, wherein a part of the carrier shaft facing the air control valve is of substantially closed design.

11. Suspension structure as claimed in any of the foregoing claims, wherein a part of the bearing shaft which is adapted for coupling with an air control valve has a substantially angular cross-section.

12. Suspension structure as claimed in any of the foregoing claims, wherein a part of the bearing shaft which is adapted for coupling with an air control valve is provided with at least one fixation element, in particular a staple, for fixing the bearing shaft substantially in the coupled state. relative to the air control valve.

A suspension structure according to any one of the preceding claims, wherein a part of the carrier shaft remote from the air control valve is adapted for coupling with at least one operating element for causing the carrier shaft to rotate axially.

A suspension structure according to any one of the preceding claims, wherein at least a part of the bearing axle is of hollow design.

Suspension structure according to claims 13 and 14, wherein a part of the carrier shaft remote from the air control valve is provided with a receiving space for coupling the air control valve to at least one operating element for causing the carrier shaft to rotate axially.

16. Suspension structure according to one of the preceding claims, wherein a part of the holder remote from the air control valve is provided with an upright collar enclosing the opening, which collar is adapted to enclose a part of the carrier shaft.

17. Suspension structure as claimed in claim 16, wherein the raised collar is surrounded by at least one sealing element for realizing a seal between the holder and a wall part of an air duct.

18. Suspension structure as claimed in claim 16 or 17, wherein the collar is provided with at least one locking element for locking the orientation of the holder relative to a wall part of an air duct.

19. Suspension structure as claimed in any of the foregoing claims, wherein the holder comprises a plate, wherein the opening is arranged in the plate, which plate is adapted for, on the one hand, engaging the air control valve and, on the other hand, engaging a wall part of an air passage duct.

Suspension structure according to claim 19, wherein the plate is of curved design, such that after installation of the plate a cavity is created between the plate and the wall part of the air duct.

21. Suspension structure according to one of claims 16-18 and claim 20, wherein at least a part of the collar is positioned in a volume tensioned by the plate.

The suspension structure of claim 17 and claim 20 or 21, wherein at least a portion of the seal is positioned in a volume tensioned by the plate.

23. Suspension structure according to one of claims 19-22, wherein the plate is deformable.

24. Suspension structure according to one of the preceding claims, wherein the holder and the carrying axle can be mutually coupled by means of a snap connection.

25. Suspension structure as claimed in any of the foregoing claims, wherein the holder and / or the bearing axle are at least partially made of plastic.

A suspension structure according to any one of the preceding claims, wherein the holder is adapted to exert a sealing bias on the bearing shaft.

27. Air control device, comprising: - at least one air passage channel, - at least one axially rotatable air control valve positioned in the air passage channel, and - at least one suspension structure connected to the at least one air control valve according to any one of the preceding claims, wherein the air control valve is substantially rigid connected to at least one axially rotatable bearing axis of the suspension structure.

Device as claimed in claim 27, wherein the air passage channel is bounded by at least one wall, wherein at least one wall part of said wall is provided with a piercing opening for the bearing shaft.

Device as claimed in claim 28, wherein a part of the holder is positioned in the piercing opening.

Device as claimed in any of the claims 27-29, wherein the air control valve is coupled on either side to a suspension structure and is coupled via a suspension structure to a wall of the air passage channel.

Device as claimed in any of the claims 27-30, wherein the air control valve is provided on the longitudinal edges with a seal for realizing a seal between the air control valve and a wall of the air passage channel and / or an adjacent air control valve.

Device as claimed in any of the claims 27-31, wherein the device is formed by a valve register, comprising a plurality of adjacent air-regulating valves whose rotational axes are oriented substantially parallel and are positioned at a mutual distance.

An apparatus according to claim 32, wherein at least two bearing shafts, each bearing shaft cooperating with its own air control valve, are mutually coupled for common operation of the bearing shafts.

Device as claimed in any of the claims 27-33, wherein the air duct is substantially rectangular in shape and bounded by a bottom wall, an upper wall, and two side walls, which walls are mutually connected.

35. Holder for use in a suspension structure as claimed in any of the claims 1-26.

A carrying axle for use in a suspension structure according to any one of claims 1-26.

An assembly of an air control valve and two suspension structures connected on either side of the air control valve to the air control valve according to any one of claims 1-26.