NL2010923C2 - Dakbedekking voor hoofdzakelijk horizontale daken en werkwijze voor het aanbrengen van een dergelijke dakbedekking. - Google Patents
Dakbedekking voor hoofdzakelijk horizontale daken en werkwijze voor het aanbrengen van een dergelijke dakbedekking. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2010923C2 NL2010923C2 NL2010923A NL2010923A NL2010923C2 NL 2010923 C2 NL2010923 C2 NL 2010923C2 NL 2010923 A NL2010923 A NL 2010923A NL 2010923 A NL2010923 A NL 2010923A NL 2010923 C2 NL2010923 C2 NL 2010923C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- piece
- roof
- strip
- roofing
- adhesive
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04D—ROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
- E04D5/00—Roof covering by making use of flexible material, e.g. supplied in roll form
- E04D5/14—Fastening means therefor
- E04D5/144—Mechanical fastening means
- E04D5/146—Linear fastening means, e.g. strips
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04D—ROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
- E04D5/00—Roof covering by making use of flexible material, e.g. supplied in roll form
- E04D5/14—Fastening means therefor
- E04D5/141—Fastening means therefor characterised by the location of the fastening means
- E04D5/143—Fastening means therefor characterised by the location of the fastening means in the field of the flexible material
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04D—ROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
- E04D5/00—Roof covering by making use of flexible material, e.g. supplied in roll form
- E04D5/14—Fastening means therefor
- E04D5/144—Mechanical fastening means
- E04D5/147—Mechanical fastening means not perforating the flexible material
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04D—ROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
- E04D5/00—Roof covering by making use of flexible material, e.g. supplied in roll form
- E04D5/14—Fastening means therefor
- E04D5/148—Fastening means therefor fastening by gluing
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Roof Covering Using Slabs Or Stiff Sheets (AREA)
Description
Dakbedekking voor hoofdzakelijk horizontale daken en werkwijze voor het aanbrengen van een dergelijke dakbedekking
De uitvinding betreft een dakbedekking voor hoofdzakelijk horizontale daken, evenals een stuk dakmateriaal, dat aan zijn bovenzijde is voorzien van hechtmiddelen voor tenminste tijdelijk verbinden van het stuk dakmateriaal met daarop aan te brengen stukken dakbedekking. De uitvinding betreft in het bijzonder een stuk dakbedekking, omvattende tenminste één laag in enige mate flexibel, voor water ondoordringbaar materiaal en aan de onderzijde van de laag aangebrachte hechtmiddelen voor het tenminste tijdelijk verbinden van het stuk dakbedekking met een zich hoofdzakelijk horizontaal uitstrekkend, waterdicht af te dekken dak, dat is voorzien van een op de hechtmiddelen aangrijpende structuur, waarbij de strook een hoofdzakelijk rechthoekige, langwerpige vorm heeft.
Dergelijke stukken dakbedekking zijn bekend uit de Europese octrooiaanvrage EP-A-2 308 688. Bij deze tot de stand van de techniek behorende dakbedekkingen strekt het hechtmateriaal zich uit over een groot deel van het stuk dakbedekking. Hierdoor ontstaat na het aanbrengen direct een grote mate van fixatie, en zijn correcties van de positie niet of alleen met grote moeite mogelijk.
Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een dergelijk stuk dakbedekking, waarbij de positie na fixatie gemakkelijker kan worden gecorrigeerd. Dit doel wordt bereikt doordat de hechtmiddelen tenminste één, zich in de lengterichting van het stuk dakbedekking uitstrekkkende strook hechtmateriaal omvatten. Daar de strook hechtmateriaal zich slechts over een deel van het oppervlak uitstrekt, kan het stuk dakbedekking gemakkelijk worden verwijderd en kan de positie ervan op het dak gemakkelijk worden aangepast.
Deze uitvinding verschaft voorts een werkwijze voor het aanbrengen en tenminste tijdelijk fixeren van een stuk dakbedekking, omvattende tenminste één laag voor water ondoordringbaar materiaal op een zich hoofdzakelijk horizontaal uitstrekkend, waterdicht af te dekken dak, waarbij het stuk dakbedekking in opgerolde vorm met zijn onderzijde naar buiten aan de rand van een door het stuk dakbedekking bedekkend deel van het dak wordt geplaatst en vervolgens de rol wordt afgewikkeld op het te bedekken deel van het dak, waarbij tijdens het afrollen een aan de onderzijde van de dakbedekking aangebrachte hechtstrook in overlapping wordt gebracht met een op het dak aangebrachte hechtstrook.
Bij voorkeur wordt de tenminste ene strook hechtmateriaal gevormd door een strook van lusjes voorzien hechtmateriaal. Hiermede is het immers mogelijk een klittenverbinding te maken.
Bij de veelal gehanteerde afmetingen van stukken dakbedekking, die vaak een breedte hebben van ongeveer een meter, is het aantrekkelijk wanneer het stuk dakbedekking van tenminste twee stroken hechtmateriaal is voorzien die zich onderling parallel uitstrekken en dat de totale breedte van de tenminste stroken kleiner is dan 50% van de breedte van het stuk dakbedekking.
Uit produktietechnische overwegingen en om het aanbrengen te vergemakkelijken, is het aantrekkelijk wanneer de stroken hechtmateriaal symmetrisch ten opzichte van de hartlijn van het stuk dakbedekking zijn aangebracht.
Om bij het naast elkaar aanbrengen van de stukken dakbedekking een gelijkmatige afstand tussen de stroken hechtmateriaal te verkrijgen, heeft het de voorkeur dat de som van de afstand tussen de buitenste strook hechtmateriaal en de dichtstbijzijnde rand van het stuk dakbedekking gelijk is aan de afstand tussen naburige stroken hechtmateriaal.
Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm is de breedte van de stroken hechtmateriaal tenminste even groot is als twee maal de breedte van het verschil tussen de breedte van de strook en zijn werkende breedte, toelichting
Wanneer de door het klittenband gevormde verbinding dienst doet als tijdelijke verbinding, heeft het de voorkeur voor een definitieve verbinding gebruik te maken van een smeltverbinding tussen het stuk dakbedekking en het dak. Dit wordt bereikt wanneer de laag dakbedekking aan zijn onderzijde een bij hoge temperaturen smeltbare laag omvat. Deze smeltbare laag kan worden gevormd door bitumen, bijvoorbeeld wanneer het stuk dakbedekking in zijn geheel uit bitumen is gevormd, maar de laag kan ook worden gevormd door een speciaal aangebrachte hechtlaag. Deze maatregel verschaft eveneens een werkwijze, waarbij na het aanbrengen van het stuk dakbedekking het stuk dakbedekking door lokale toevoer van warmte aan het dak wordt gehecht.
Voor het aanbrengen van hechtstroken op het dak wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van rechthoekige stukken dakmateriaal, die aan zijn bovenzijde zijn voorzien van hechtmiddelen voor tenminste tijdelijk verbinden van het stuk dakmateriaal met op het stuk dakmateriaal aan te brengen stukken dakbedekking door aangrijping op aan de onderzijde van stukken dakbedekking aangebrachte hechtmiddelen, waarbij de stukken dakmateriaal zijn voorzien van stroken hechtmateriaal die zich parallel aan één van de zijden van het stuk materiaal uitstrekt. Hierbij komen beide stukken hechtmateriaal met elkaar in aangrijping.
Een volgende uitvoeringsvorm verschaft de maatregel dat het stuk dakmateriaal van tenminste twee stroken hechtmateriaal is voorzien die zich onderling parallel uitstrekken en dat de totale breedte van de tenminste ene strook kleiner is dan 10% van de afmeting van het stuk dakmateriaal dwars op de lengterichting van de tenminste ene strook. Hiermede is het mogelijk met een smalle strook hechtmateriaal contact te maken met een brede strook hechtmateriaal.
Bij voorkeur wordt de tenminste ene strook hechtmateriaal gevormd door een strook van haakjes voorzien klitten materiaal· Het van haakjes voorziene klittenmateriaal is aanzienlijk duurder dan het van lusjes voorziene. De bovenstaande maatregel maakt het mogelijk zo min mogelijk duur, van haakjes voorzien klittenmateriaal te gebruiken. Deze zelfde maatregel verschaft een combinatie van een stuk dakbedekking en een stuk dakmateriaal, waarbij de breedte van de hechtstroken op het tenminste ene stuk dakbedekking kleiner is dan de breedte van de hechtstroken op het tenminste ene stuk dakmateriaal.
Alhoewel andere wijzen van bevestiging niet worden uitgesloten, heeft het de voorkeur dat de strook klittenmateriaal op het stuk dakmateriaal is genaaid. Deze eenvoudige wijze van bevestiging is mogelijk daar zowel het stuk dakmateriaal als het stuk klittenband kan worden genaaid.
Wanneer deze wijze van bevestiging wordt toegepast, is het aantrekkelijk wanneer de strook klittenmateriaal tezamen met een zich tenminste over de strook klittenmateriaal uitstrekkende afdekstrook op het stuk dakmateriaal is genaaid, dat dit de kosten beperkt. De afdekstrook wordt gebruikt om de hechtstrook af te dekken, hetgeen voorkomt dat bij het plaatsen van de rol dakbedekking direct een verbinding wordt gemaakt tussen het hechtmateriaal op de dakbedekking en het hechtmateriaal op het dak, zodat nog een mate van correctie van de positie mogelijk is. Deze uitvoeringsvorm verschaft voorst een werkwijze, waarbij één van de hechtstroken is voorzien van een afdekstrook en na het afrollen de afdekstrook wordt verwijderd. Overigens is het eveneens mogelijk de afdekstrook, in het bijzonder wanneer deze breder is uitgevoerd, door middel van kleven op het stuk dakbedekkingsmateriaal aan te brengen. Hierbij is de kleeflaag zodanig uitgevoerd dat deze gemakkelijk kan worden verwijderd. Ook kan juist het buiten het klittenmateriaal uitstekende deel van de afdekstrook gemakkelijker door kleven worden gehecht aan het dakbedkkingsmateriaal dat gladder is dan het klittenband·
Alhoewel niet is uitgesloten dat de stroken hechtmateriaal direct op het dak worden gefixeerd, bijvoorbeeld door nieten, lijmen, schroeven of spijkeren, heeft het de voorkeur dat het stuk dakmateriaal een op het dak te hechten flexibel vel van vezels omvattend, niet geweven materiaal omvat. Aldus kan het stuk dakmateriaal door nieten lijmen schroeven of spijkeren op het dak worden bevestigd, in afhankelijkheid van de ondergrond, waarbij de positionering van de stroken hechtmateriaal als het ware automatisch plaats vindt, en de plaatsen van de stroken niet hoeven te worden uitgemeten.
Verdere maatregelen voor het verbeteren van de overlapping van de beide stroken hechtmateriaal, ontstaat bij een combinatie van tenminste één stuk dakbedekking zoals hierboven is toegelicht en tenminste één stuk dakmateriaal zoals hierboven is toegelicht, waarbij de breedte van het stuk dakbedekking gedeeld door het aantal hechtstroken aan de onderzijde van dat stuk dakbedekking gelijk is aan of groter is dan de gemiddelde afstand tussen de hechtstroken op het stuk dakmateriaal.
Het heeft de voorkeur dat de breedte van de hechtstroken op het tenminste ene stuk dakmateriaal kleiner is dan de breedte van de hechtstroken op het tenminste ene stuk dakmateriaal,
Bij voorkeur is de breedte van het stuk dakmateriaal gelijk aan of groter dan de breedte van het stuk dakbedekking. Hierbij kan bijvoorbeeld het dakmateriaal anderhalf maal of twee maal zo breed zijn als de werkende breedte van het dakbedekkingsmateriaal.
Een specifieke uitvoeringsvorm van de uitvinding betreft een stuk dakbedekking, dat is opgerold tot een rol met een open centrum en waarbij in het open centrum een opgerold stuk dakmateriaal is aangebracht.
Alhoewel het in principe mogelijk is de stukken dakbedekking stotend te plaatsen, is het eveneens mogelijk de stukken elkaar over een smalle rand te laten overlappen. Hiertoe verschaft een andere uitvoeringsvorm de maatregel dat het stuk dakbedekking met een randstrook overlappend op een reeds aanwezig stuk dakbedekking wordt aangebracht en dat door verwarming de randstrook van het aangebrachte stuk dakbedekking wordt gehecht op het reeds aanwezige stuk dakbedekking.
Vervolgens wordt de onderhavige uitvinding toegelicht aan de hand van de bijgaande figuren waarin voorstellen:
Figuur 1 : een doorsnede-aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm;
Figuur 2 : een doorsnede-aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm;
Figuur 3 : een schematisch perspectivisch aanzicht van een stuk dakmateriaal volgens een specifieke uitvoeringsvorm; en
Figuur 4 : een schematisch perspectivisch aanzicht van een rol opgerold dakbedekkingsmateriaal, in de kern waarvan een rol dakmateriaal is aangebracht.
In figuur 1 is een ondergrond 1 van een dak getoond. Deze ondergrond is bijvoorbeeld van hout, maar de ondergrond kan ook door een laag isolatiemateriaal zijn gevormd. Op de ondergrond is door middel van spijkers of schroeven 2, een laag dakmateriaal 3 bevestigd, dat bijvoorbeeld van non-woven materiaal is vervaardigd. Het dakmateriaal is voorzien van twee zich onderling parallel uitstrekkende stroken 4 van klittenmateriaal met haakjes. In deze uitvoeringsvorm hebben de stroken 4 een breedte van ongeveer 5 cm, terwijl de breedte van het stuk dakmateriaal 3 ongeveer 100 cm bedraagt. De afstand tussen de stroken 4 bedraagt ongeveer 45 cm, terwijl de afstand tussen de stroken 4 en de dichtstbijzijnde rand van het stuk dakmateriaal 3 ongeveer 22 cm is. Hiermede is een regelmatige afstand tussen de stroken 4 verkregen wanneer de stukken dakmateriaal 3 aansluitend worden geplaatst.
Op de hierboven toegelichte constructie is een langwerpig stuk dakbedekking 5 geplaatst. De breedte van dit stuk dakbedekking bedraagt 100cm. Aan de onderzijde van dit stuk dakbedekking 5 zijn twee stroken 6 van lusjes voorzien klittenmateriaal aangebracht, bijvoorbeeld door met mee-extruderen bij de extrusie van het stuk dakbedekking 5. Deze stroken 6 hebben een breedte van ongeveer 20 cm en zij strekken zich beide 15 cm van de rand van het stuk dakmateriaal 3 af, waarbij de stroken 30 cm van elkaar zijn gescheiden. Bij aanbrengen van het stuk dakbedekking 5 op het dakmateriaal komen de stroken klittenband 4 en 6 met elkaar in aangrijping wordt de laag dakbedekking gefixeerd. De grotere breedte van de strook 6 maakt het mogelijk een zekere onnauwkeurigheid toe te laten bij het aanbrengen. Na het aanbrengen van de dakbedekking 5 kan de positie ervan worden gecorrigeerd, maar wanneer de juiste positie is verkregen, kan het stuk dakbedekking 5 door verhitting permanent worden gefixeerd.
De in figuur 2 weergegeven uitvoeringsvorm komt voor een groot deel overeen met de in figuur 1 weergegeven uitvoeringsvorm, met dien verstande dat zowel het stuk dakmateriaal 3 als het stuk dakbedekking 5 van elk drie stroken hechtmateriaal 4, respectievelijk 6 zijn voorzien. Ook deze stroken 4, 6 zijn zo veel mogelijk gelijkmatig over de breedte van de betreffende stukken 3, 5 verdeeld. Het zal duidelijk zijn dat het eveneens mogelijk is gebruik te maken van ander aantallen stroken zoals 1, 4 of 5, mede in afhankelijkheid van de breedte van de stukken 3,5.
Voorts wijkt de in figuur 2 weergegeven uitvoeringsvorm af door de grotere breedte van het stuk dakmateriaal 3, en wel zodanig dat meer dan één strook dakbedekking 5 zich over het stuk dakmateriaal 3 uitstrekt. Zo kan de breedte van het stuk dakmateriaal 3 ongeveer 1,5 of 2 maal zo groot zijn als die van de strook dakbedekking 5.
Ten slotte is de breedte van het stuk dakbedekking 5 iets groter dan de hierboven toegelichte werkende maat; deze extra breedte resulteert in een strook 7 die overlappend met de vorige strook is geplaatst. Dit is in tegenstelling tot de uitvoeringsvorm van figuur 1, waarin de stroken dakbedekking 5 op elkaar aansluitend zijn geplaatst.
In figuur 3 is een stuk dakmateriaal 13 getoond, dat eveneens bijvoorbeeld van een textiele of non-woven dragervel is vervaardigd. Op het stuk dakmateriaal 13 zijn twee stroken 14 van klittenmateriaal aangebracht, die door middel van lijmen, maar bij voorkeur door middel van naainaden 15 met het stuk dakmateriaal 13 zijn verbonden. Voorts zijn, om voortijdig hechten van het klittenmateriaal 14 met het hechtmateriaal te voorkomen, stroken kunststof 16 op het stroken klittenmateriaal 14 aangebracht. Het is aantrekkelijk deze kunststoffen stroken 16 door middel van dezelfde naainaad 15 aan te brengen, daar dat het aanbrengen vereenvoudigt. Daar de kunststoffen 16 stroken gemakkelijk scheuren, kunnen zij gemakkelijk worden verwijderd, voordat de stukken dakbedekking 5 worden aangebracht. De kunststoffen stroken 16 zijn bij voorkeur iets breder dan de stroken klittenmateriaal 14. Het is overigen ook mogelijk de kunststoffen stroken door middel van kleven aan te brengen.
Voor het gemakkelijk aansnijden van de stukken dakmateriaal 13 zijn om de 25 cm markeringslijnen 17 aangebracht, die zich in de lengterichting van de stroken dakmateriaal uitstrekken. Voorts zijn ook om de 30 cm markeringslijnen 18 aangebracht voor hetzelfde doel. Deze markeringslijnen kunnen ook in de lengte richting voorzien worden van 25 resp 30 cm dwars op deze markeringelijnen. Deze beide soorten markeringslijnen 17, 18 kunnen ook worden gebruikt ter vergemakkelijking van het aansnijden van de stroken dakmateriaal 13 wanneer er om obstakels heen gewerkt moet worden, terwijl de markeringslijnen 17, 18 ook nuttig zijn bij het positioneren van de stroken 5 dakbedekkingsmateriaal. In figuur 3 toont ook zich in de dwarsrichting van de stukken dakmateriaal uitstrekkende dwarslijnen 19, die eveneens ter vergemakkelijking van het aftekenen en positioneren kunnen worden gebruikt. Ook deze dwarslijnen 19 zijn bij voorkeur aangebracht onder een onderlinge afstand van 25 cm en 30 cm. Zowel de zich in de lengte uitstrekkende lijnen als de dwarslijnen kunnen zijn aangebracht in verschillende kleuren, bijvoorbeeld de om 25 cm aangebrachte lijnen in wit en de om 30 cm aangebrachte lijnen in geel.
Ten slotte toont figuur 4 een axiaal aanzicht van een gecombineerde rol 20 van een opgerolde strook dakbedekkingsmateriaal 21 en een stuk dakmateriaal 22. Het is uit logistieke overwegingen aantrekkelijk dergelijke gecombineerde rollen 20 in de handel te brengen, daar het totale volume dat door een rol van enkel dakbedekkingsmateriaal wordt ingenomen gelijk is aan dat van een gecombineerde rol 20. Het is immers niet mogelijk het dakbedekkingsmateriaal kleiner op te wikkelen dan met een minimale boogstraal zonder het dakbedekkingsmateriaal te beschadigen. Dit in acht nemende ontstaat een vrije ruimte binnen de rol dakbedekkingsmateriaal die gemakkelijk kan worden ingenomen door een rol dakmateriaal dat immers tot een kleinere diameter kan worden opgerold zonder beschadiging.
Claims (22)
1. Stuk dakbedekking, omvattende tenminste één laag voor water ondoordringbaar in enige mate flexibel materiaal en aan de onderzijde van de laag aangebrachte hechtmiddelen voor het tenminste tijdelijk verbinden van het stuk dakbedekking met een zich hoofdzakelijk horizontaal uitstrekkend, waterdicht af te dekken dak, dat is voorzien van een op de hechtmiddelen aangrijpende structuur waarbij de strook een hoofdzakelijk rechthoekige, langwerpige vorm heeft, met het kenmerk, dat de hechtmiddelen tenminste één, zich in de lengterichting van het stuk dakbedekking uitstrekkende strook hechtmateriaal omvat.
2. Stuk dakbedekking volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de tenminste ene strook hechtmateriaal gevormd wordt door een strook van lusjes voorzien klittenmateriaal.
3. Stuk dakbedekking volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het stuk dakbedekking van tenminste twee stroken hechtmateriaal is voorzien die zich onderling parallel uitstrekken en dat de totale breedte van de stroken kleiner is dan 50% van de breedte van het stuk dakbedekking.
4. Stuk dakbedekking volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de stroken hechtmateriaal symmetrisch ten opzichte van de hartlijn van het stuk dakbedekking zijn aangebracht.
5. Stuk dakbedekking volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de som van de afstand tussen de buitenste strook hechtmateriaal en de dichtstbijzijnde rand van het stuk dakbedekking gelijk is aan de afstand tussen naburige stroken hechtmateriaal.
6. Stuk dakbedekking volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de breedte van de stroken hechtmateriaal tenminste even groot is als twee maal de breedte van het verschil tussen de breedte van de strook en zijn werkende breedte.
7. Stuk dakbedekking volgens één van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de laag dakbedekking aan zijn onderzijde een bij hoge temperaturen smeltbare laag omvat.
8. Op een zich hoofdzakelijk horizontaal uitstrekkend, waterdicht af te dekken dak, aan te brengen rechthoekig stuk dakmateriaal, dat aan zijn bovenzijde is voorzien van hechtmiddelen voor tenminste tijdelijk verbinden van het stuk dakmateriaal met op het stuk dakmateriaal aan te brengen stukken dakbedekking door aangrijping op aan de onderzijde van stukken dakbedekking aangebrachte hechtmiddelen, met het kenmerk, dat het stuk dakmateriaal is voorzien van tenminste één strook hechtmateriaal die zich parallel aan één van de zijden van het stuk materiaal uitstrekt.
9. Stuk dakmateriaal volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het stuk dakmateriaal van tenminste twee stroken hechtmateriaal is voorzien die zich onderling parallel uitstrekken en dat de totale breedte van de tenminste ene strook kleiner is dan 10% van de afmeting van het stuk dakmateriaal dwars op de lengterichting van de tenminste ene strook.
10. Stuk dakmateriaal volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat de strook hechtmateriaal gevormd wordt door een strook van haakjes voorzien klittenmateriaal.
11. Stuk dakmateriaal volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de strook klittenmateriaal op het stuk dakmateriaal is genaaid.
12. Stuk dakmateriaal volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de strook klittenmateriaal tezamen met een zich tenminste over de strook klittenmateriaal uitstrekkende afdekstrook op het stuk dakmateriaal is genaaid.
13. Stuk dakmateriaal volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat een zich tenminste over de strook klittenmateriaal uitstrekkende afdekstrook op het stuk dakmateriaal of op de strook klittnemateriaal is gekleefd
14. Stuk dakmateriaal volgens één van de conclusies 8-13, met het kenmerk, dat het stuk dakmateriaal een op het dak te hechten flexibel vel vezels omvattend materiaal omvat.
15. Combinatie van tenminste één stuk dakbedekking volgens één van de conclusies 2-7 en tenminste één stuk dakmateriaal volgens één van de conclusies 8-14, met het kenmerk, dat de breedte van het stuk dakbedekking gedeeld door het aantal hechtstroken aan de onderzijde van dat stuk dakbedekking gelijk is aan of groter is dan de gemiddelde afstand tussen de hechtstroken op het stuk dakmateriaal.
16. Combinatie volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de breedte van de stroken klittenmateriaal op het tenminste ene stuk dakbedekking kleiner is dan de breedte van de hechtstroken op het tenminste ene stuk dakmateriaal.
17. Combinatie volgens conclusie 15 of 16, met het kenmerk, dat de breedte van het stuk dakbedekking gelijk is aan of groter is dan de breedte van het stuk dakmateriaal.
18. Combinatie volgens conclusie 15, 16 of 17, met het kenmerk, dat het stuk dakbedekking is opgerold tot een rol met een open centrum en dat in het open centrum een opgerold stuk dakmateriaal is aangebracht.
19. Werkwijze voor het aanbrengen en tenminste tijdelijk fixeren van een stuk dakbedekking, omvattende tenminste één laag voor water ondoordringbaar materiaal op een zich hoofdzakelijk horizontaal uitstrekkend, waterdicht af te dekken dak, waarbij het stuk dakbedekking in opgerolde vorm met zijn onderzijde naar buiten aan de rand van een door het stuk dakbedekking bedekkend deel van het dak wordt geplaatst en vervolgens de rol wordt afgewikkeld op het te bedekken deel van het dak, met het kenmerk, dat tijdens het afrollen een aan de onderzijde van de dakbedekking aangebrachte hechtstrook in overlapping wordt gebracht met een op het dak aangebrachte hechtstrook.
20. Werkwijze volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat één van de hechtstroken is voorzien van een afdekstrook en dat na het afrollen de afdekstrook wordt verwijderd.
21. Werkwijze volgens conclusie 19 of 20, met het kenmerk, dat na het aanbrengen van het stuk dakbedekking het stuk dakbedekking door lokale toevoer van warmte aan het dak wordt gehecht.
22. Werkwijze volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat het stuk dakbedekking met een randstrook overlappend op een reeds aanwezig stuk dakbedekking wordt aangebracht en dat door verwarming de randstrook van het aangebrachte stuk dakbedekking wordt gehecht op het reeds aanwezige stuk dakbedekking.
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2010923A NL2010923C2 (nl) | 2013-06-05 | 2013-06-05 | Dakbedekking voor hoofdzakelijk horizontale daken en werkwijze voor het aanbrengen van een dergelijke dakbedekking. |
EP20140171401 EP2811085A1 (en) | 2013-06-05 | 2014-06-05 | Roof covering for substantially horizontal roofs and method for arranging such a roof covering |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2010923 | 2013-06-05 | ||
NL2010923A NL2010923C2 (nl) | 2013-06-05 | 2013-06-05 | Dakbedekking voor hoofdzakelijk horizontale daken en werkwijze voor het aanbrengen van een dergelijke dakbedekking. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2010923C2 true NL2010923C2 (nl) | 2014-12-08 |
Family
ID=50884766
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2010923A NL2010923C2 (nl) | 2013-06-05 | 2013-06-05 | Dakbedekking voor hoofdzakelijk horizontale daken en werkwijze voor het aanbrengen van een dergelijke dakbedekking. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP2811085A1 (nl) |
NL (1) | NL2010923C2 (nl) |
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP2921603A1 (en) * | 2014-01-30 | 2015-09-23 | L.B. Benedict Holding B.V. | Roof material to be applied to a flat roof in order to fix roof covering |
EP3002383A1 (en) * | 2014-09-30 | 2016-04-06 | L.B. Benedict Holding B.V. | Piece of roof covering with a fastening layer arranged on the underside and extending over less than half the surface area |
Family Cites Families (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2393993A1 (fr) * | 1977-06-07 | 1979-01-05 | Caron Claude | Membrane d'etancheite de grande surface |
US20030070391A1 (en) * | 2000-04-26 | 2003-04-17 | Tachauer Ernesto S. | Fastening with wide fastening membrane |
PL1711353T3 (pl) | 2004-12-23 | 2010-05-31 | Flooring Ind Ltd | Laminowany panel podłogowy |
US20080245399A1 (en) * | 2007-04-05 | 2008-10-09 | Deliddo Jack P | Apparatus and method for attaching solar panels to roof system surfaces |
GB0610525D0 (en) * | 2006-05-26 | 2006-07-05 | Solar Century Holdings Ltd | Flexible solar collector roof system |
US8572907B2 (en) * | 2009-02-19 | 2013-11-05 | Saint-Gobain Performance Plastics Corporation | Attachment system of photovoltaic cell to fluoropolymer structural membrane |
EP2508688B1 (en) * | 2011-04-05 | 2016-03-16 | Johnsol B.V. | Roof covering element |
NL2006964C2 (nl) * | 2011-06-17 | 2012-12-18 | Johnsol B V | Inrichting voor het bevestigen van zonnepanelen. |
-
2013
- 2013-06-05 NL NL2010923A patent/NL2010923C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2014
- 2014-06-05 EP EP20140171401 patent/EP2811085A1/en not_active Withdrawn
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP2921603A1 (en) * | 2014-01-30 | 2015-09-23 | L.B. Benedict Holding B.V. | Roof material to be applied to a flat roof in order to fix roof covering |
EP3002383A1 (en) * | 2014-09-30 | 2016-04-06 | L.B. Benedict Holding B.V. | Piece of roof covering with a fastening layer arranged on the underside and extending over less than half the surface area |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP2811085A1 (en) | 2014-12-10 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US7022631B2 (en) | Sealing tape | |
US9103122B2 (en) | TPO roofing apparatus, systems, and methods | |
US20140013690A1 (en) | Method for Producing a Fastening System, in Particular for Components of Photovoltaic Systems | |
US9945124B2 (en) | Shingle underlayment system including a built-in drip edge | |
NL2010923C2 (nl) | Dakbedekking voor hoofdzakelijk horizontale daken en werkwijze voor het aanbrengen van een dergelijke dakbedekking. | |
CN108368391A (zh) | 隔膜边缘密封 | |
CA3080088A1 (en) | Rolled hip and ridge shingle | |
EP2508688B1 (en) | Roof covering element | |
US20190316352A1 (en) | Wall/Roof Construction System and Related Method | |
DK1953306T4 (en) | Flerlaget tagelement og fremgangsmåde til fremstilling af dette | |
RU189413U1 (ru) | Рулонный изоляционный материал с двумя монтажными клеевыми полосами | |
US10487517B2 (en) | Insulating underlay elements for parquet and laminate flooring, having lateral push-in connections and adhesive strips | |
JP6833233B1 (ja) | 凹凸屋根の遮熱構造 | |
KR100762858B1 (ko) | Pe시트를 이용한 저수조의 방수 공법 | |
KR101178156B1 (ko) | 바닥용 방수시트 고정방법 | |
RU189646U1 (ru) | Конструкция изоляционного материала | |
US9217246B2 (en) | Surface covering foundation | |
NL2006546C2 (nl) | Dakbedekkingselement voor het bedekken van hoofdzakelijk platte daken. | |
KR101243764B1 (ko) | 다목적 메탈바를 이용한 방수시트의 물 확산방지 시공방법 | |
DK179733B1 (en) | TILE COVERING SYSTEM AND PROCEDURE FOR FITTING TILE ELEMENTS ON A BUILDING SURFACE | |
JP6197001B2 (ja) | 屋根材の下地防水方法 | |
JPH0427936Y2 (nl) | ||
JPH0368983B2 (nl) | ||
RU2002130456A (ru) | Быстромонтируемый эластомерный рулонный кровельный и гидроизоляционный материал и способ его получения | |
PL229135B1 (pl) | Taśma do uszczelniania spoin w budowlanej stolarce otworowej |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20170701 |