NL2010290C2 - Teeltvloersysteem met eb/vloed-waterinstallatie. - Google Patents

Description

TEELTVLOERSYSTEEM MET EB/VLOED-WATERINSTALLATIE

De uitvinding heeft betrekking op een teeltvloersysteem omvattende een teeltvloer met een waterdicht bassin en een teeltvloer waarop plantenhouders geplaatst worden. Het teeltvloersysteem omvat verder een eb/vloed-waterinstallatie die is ingericht voor het bewerkstelligen van een afwisselende toevoer van water aan de teeltvloer en afvoer van water van de teeltvloer. In praktische toepassingen laat men het waterpeil geregeld stijgen tot een hoogste waterpeil boven de vloer.

De teeltvloer kan een waterdichte, bijvoorbeeld betonnen vloer, zijn, die bij vloed wordt overstroomd zodat het onderste deel van de plantenhouders in het water staan. Bij eb laat men het water wegstromen zodat de vloer droog komt te staan.

In een andere, ook in de huidige uitvinding voordelig geachte, bekende uitvoering, heeft de teeltvloer een waterdoorlatende onderconstructie en is de bovenzijde van de vloer ook doorlatend, bij voorbeeld met een doorlatende topdoek en met daaronder een of meer lagen van granulair materiaal, zoals bijvoorbeeld lava-gesteente. Daarbij liggen de een of meer irrigatieleidingen gewoonlijk in of onder de een of meer lagen van granulair materiaal, zodat het water verdeeld over het bassin gelijkmatig in de doorlatende constructie stijgt en daalt tijdens de cyclus van vloed en eb.

Bekende teeltvloersystemen, bijvoorbeeld in een kas, omvatten vaak een groot aantal bassins, waarbij voor elk bassin afzonderlijk de eb/vloed-cyclus kan worden ingesteld. In bekende systemen is voorzien in een waterin sta Natie met een of meer irrigatieleidingen in het bassin en met een pomp voor het toevoeren van water aan de een of meer irrigatieleidingen. Verder is voorzien in een wateropslag, bijvoorbeeld een opslagvijver of een ondergrondse wateropslag. De pomp onttrekt water aan de wateropslag en voert dat via de irrigatieleidingen aan het bassin toe. Nadat het waterpeil voldoende lang op het gewenste hogere peil is gehouden, laat men het water via een afvoerleiding weer wegstromen naar de wateropslag. Om die stromingen te regelen zijn in bekende systemen per bassin twee kleppen voorzien, namelijk een aanvoerklep naar de irrigatieleidingen en een afvoerklep naar de afvoerleiding. Die kleppen zijn in de regel elektrisch en/of pneumatisch bediend.

Bij een dergelijke teeltvloer is een correcte werking van de eb/vloed-waterinstallatie van het grootste belang, omdat anders de teelt van de planten significante schade kan leiden. De kleppen vormen een relevante bron van storingen. Daarom is het vereist om gehele nieuwe kleppen en/of onderdelen van die kleppen bij de kweker op voorraad te hebben en/of middels spoedleveranties onderdelen te kunnen leveren. Dit werkt kostenverhogend.

De uitvinding beoogt een teeltsysteem te verschaffen met een verbeterd klepsamenstel, met name wat betreft storingsgevoeligheid, gemak van reparatie, en kosten.

De uitvinding bereikt een of meer van bovengenoemde doelstellingen met een teeltsysteem volgens conclusie 1. Daarbij is voorzien in een gecombineerde toevoer- en afvoerklep omvat, welke klep omvat: - een huis; - een hoofdcilinder in het huis, welke hoofdcilinder een verticale as heeft; - een pompinlaat in verbinding met de hoofdcilinder, welke pompinlaat verbonden is met de waterpomp, - een irrigatieleidingaansluiting in het huis, die in verbinding staat met de hoofdcilinder en waarop de een of meer irrigatieleidingen zijn aangesloten; waarbij een klepzuiger is voorzien in de hoofdcilinder, beweegbaar langs de verticale as, waarbij het huis is voorzien van een zitting aan een onderste einde van de hoofdcilinder, waarbij een uitlaataansluiting is voorzien in het huis, waarop de afvoerleiding is aangesloten, waarbij de uitlaataansluiting is voorzien in een onderste deel van het huis, aan de van de hoofdcilinder afgekeerde zijde van de zitting, waarbij de zuiger verticaal beweegbaar is tussen een onderste gesloten stand waarin de zuiger aangrijpt op de zitting en de uitlaat afsluit van de hoofdcilinder, en een omhoog bewogen geopende stand waarin de zuiger boven de zitting is geheven zodat de uitlaat in verbinding is met de hoofdcilinder, waarbij de zuiger is voorzien van een reservoir waarin tijdelijk water kan worden geaccumuleerd, welke zuiger een uitloop heeft zodat water langzaam uit het reservoir kan weglopen ten minste wanneer de zuiger in zijn gesloten stand is, waarbij de zuiger een reservoirinlaat heeft zodanig dat wanneer water wordt toegevoerd aan de waterinlaat van de klep het reservoir in de zuiger vult met water, waarbij het additionele gewicht van het water in het reservoir voldoende is om de zuiger in zijn gesloten stand te houden, en waarbij de zuiger en/of de hoofdcilinder zodanig zijn uitgevoerd dat water van de pompinlaat naar de irrigatieleidingaansluiting kan passeren wanneer de zuiger zich in gesloten stand bevindt.

Zoals verder duidelijk zal worden uit de navolgende beschrijving aan de hand van de tekening, werkt deze klep volledig mechanisch en kan de klep zo worden gerealiseerd dat de kostprijs laag is. Ook kan de klep zo worden gerealiseerd dat deze makkelijk te reinigen/repareren is, waarbij weinig eisen worden gesteld aan de vaardigheden van de reparateur.

In een voordelige uitvoering is voorzien in een terugstelmechanisme dat de zuiger naar zijn geopende stand dwingt wanneer het watervolume in het reservoir van de zuiger beneden een bepaalde hoeveelheid is gedaald. Hierdoor opent de klep betrouwbaar en blijft de klep geopend totdat weer opnieuw water wordt toegevoerd met de pomp.

In een voordelige uitvoering mondt de uitloop van de zuiger uit bij de uitlaataansluiting wanneer de zuiger zich in zijn gesloten stand bevindt. Hierdoor wordt een betrouwbare werking van de uitloop gerealiseerd.

In een mogelijke uitvoeringsvorm heeft de zuiger een instelbare uitloop zodat de snelheid van leeglopen van het reservoir in de zuiger instelbaar is. Hierdoor kan de duur van het hoge waterpeil in het bassin worden ingesteld, en bijvoorbeeld op de specifieke teelt of teeltregime worden afgesteld. Bij voorkeur is voorzien in mechanische instelmiddelen, bijvoorbeeld een handmatig instelbaar uitloopventiel.

In een praktische uitvoering is voorzien in een afneembaar deksel aan de bovenzijde van het huis zodat de zuiger verwijderbaar is uit de hoofdcilinder, bijvoorbeeld voor reiniging en/of reparatie.

In een praktische uitvoering bevindt de reservoirinlaat zich aan de bovenzijde van de zuiger en mondt de pompinlaat boven de reservoirinlaat uit. Hierdoor is eenvoudig te waarborgen dat het reservoir wordt gevuld als de wateraanvoer via de pompinlaat wordt gestart, zodat ook de gesloten stand van de zuiger wordt gerealiseerd.

In een praktische uitvoering heeft de zuiger een geringere diameter dan de hoofdcilinder, zodat een ringvormige doorlaat voor water aanwezig is waardoorheen water van de pompinlaat naar de irrigatieleiding aansluiting kan stromen. De diameter kan significant afwijken, zodat bijvoorbeeld een spleet van meer dan een centimeter aanwezig is tussen zuiger en hoofdcilinder, waardoor geen ongewenste klemming kan optreden.

In een praktische, goedkope en makkelijk te onderhouden/repareren uitvoering is erin voorzien dat het huis een kunststofpijpsectie omvat, bij voorkeur van PCV, die de hoofdcilinder vormt. Bij voorkeur omvat ook de zuiger een kunststofpijpsectie, bij voorkeur van PVC, welke pijpsectie het reservoir van de zuiger vormt. Ook andere delen van de klep kunnen van kunststof worden gemaakt, bijvoorbeeld is het onderste deel van het huis uitgevoerd als T-stuk, bij voorkeur uit PVC.

In een praktische uitvoering omvat het teeltvloersysteem meerdere bassins, waarbij bij elk bassin een gecombineerde toevoer- en afvoerklep is voorzien.

De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het bedrijven van een teeltvloersysteem volgens de uitvinding.

Voor het toevoeren van water aan de teeltvloer wordt daarbij middels de pomp water toegevoerd aan de pompinlaat van de gecombineerde toevoer- en afvoerklep waardoor het reservoir in de zuiger gevuld wordt en de zuiger in zijn gesloten stand op de zitting wordt gedrukt. Het door de pomp aangevoerde water stroomt dan via de irrigatieleidingaansluiting en de een of meer irrigatieleidingen in het bassin stroomt zodat het waterpeil daarin stijgt.

Die aanvoer wordt gestopt als het water in het bassin een gewenst waterpeil heeft bereikt. Ondertussen loopt - via de uitloop - water uit het reservoir in de zuiger maar de klep blijft gesloten zolang de hoeveelheid water in het reservoir van de zuiger voldoende is om de klep in zijn gesloten stand te houden. Wanneer de hoeveelheid water in het reservoir van de zuiger beneden een bepaalde hoeveelheid is gedaald opent de klep, zodat het water via de een of meer irrigatieleidingen, de irrigatieleidingaansluiting, en de uitlaataansluiting wegstroomt uit het bassin naar de wateropslag.

De uitvinding voorziet erin dat de tijdsduur van het zich in zijn gesloten stand bevinden van de zuiger wordt ingesteld door het instellen van de uitloop van de zuiger.

In een alternatieve uitvoering van de gecombineerde toevoer- en afvoerklep is erin voorzien dat de klep omvat: - een huis; - een hoofdcilinder in het huis, welke hoofdcilinder een as, eventueel een horizontale as, heeft; - een pompinlaat in verbinding met de hoofdcilinder, welke pompinlaat verbonden is met de pomp, - een irrigatieleidingaansluiting in het huis, die in verbinding staat met de hoofdcilinder en waarop de een of meer irrigatieleidingen zijn aangesloten; waarbij een klepzuiger is voorzien in de hoofdcilinder, beweegbaar langs de as, waarbij het huis is voorzien van een zitting aan een einde van de hoofdcilinder, waarbij een uitlaataansluiting is voorzien in het huis, waarop de afvoerleiding is aangesloten, waarbij de uitlaataansluiting is voorzien in een einddeel van het huis, aan de van de hoofdcilinder afgekeerde zijde van de zitting, waarbij de zuiger heen en weer beweegbaar is tussen een gesloten stand waarin de zuiger aangrijpt op de zitting en de uitlaataansluiting afsluit van de hoofdcilinder, en een geopende stand waarin de zuiger van de zitting vandaan is zodat de uitlaataansluiting in verbinding is met de hoofdcilinder, waarbij de zuiger zodanig is dat wanneer water wordt toegevoerd aan de waterinlaat van de klep de zuiger is onderworpen aan de stuwdruk van het water, zodat de zuiger in zijn gesloten stand wordt gebracht en gehouden door de stuwdruk, en waarbij de zuiger en/of de hoofdcilinder zodanig zijn uitgevoerd dat water van de pompinlaat naar de irrigatieleidingaansluiting kan passeren wanneer de zuiger zich in gesloten stand bevindt.

De uitvinding betreft tevens een gecombineerde toevoer- en afvoerklep bestemd voor toepassing in een teeltvloersysteem zoals hierin beschreven.

De uitvinding zal hierna aan de hand van de tekening nader worden toegelicht. Daarbij toont: - fig. 1 een schema van een teeltvloersysteem volgens de uitvinding, - fig. 2 een verticale doorsnede van een uitvoeringsvoorbeeld van de gecombineerde wateraanvoer- en afvoerklep volgens de uitvinding, - fig. 3 schematisch een teeltvloer met waterinstallatie voorzien van de klep van figuur 2, - fig. 4 een verticale doorsnede van een variant van de gecombineerde wateraanvoer- en afvoerklep.

In de figuren 1 en 3 is schematisch een teeltvloersysteem volgens de uitvinding weergegeven.

Het systeem omvat een teeltvloer 1 met een waterdicht bassin 2, hier met een waterdoorlatende structuur 3 en een waterdoorlatende toplaag of topdoek 4 die de werkelijke vloer vormt. De structuur 3 omvat een of meer lagen van granulair materiaal, maar kan ook (of in combinatie daarmee) een of meer waterdoorlatende matten omvatten.

Op de vloer 1 worden te kweken planten of dergelijke geplaatst in plantenhouders 6, bijvoorbeeld in houders die aan de onderzijde deels geopende zijn en/of waterdoorlatend zijn uitgevoerd.

Als plantenhouders worden kunststof potten, bijvoorbeeld voorzien van gaten bij de onderzijde, toegepast, maar andere plantenhouders zijn ook bekend. Bijvoorbeeld is de pot van poreus en/of biologisch materiaal, zoals cocos, of is geen pot aanwezig en is de plantenhouder bijvoorbeeld een blok van groeisubstraat, bijvoorbeeld van steenwol of dergelijke.

Bij voorkeur is de vloer voldoende stabiel om er met een voertuig overheen te rijden.

Het teeltvloersysteem omvat verder een eb/vloed-waterinstallatie die is ingericht voor het bewerkstelligen van een afwisselende toevoer van water aan de teeltvloer 1 en afvoeren van water van de teeltvloer, bij voorkeur met een hoogste waterpeil boven het topdoek 4.

De waterinstallatie omvat: - een of meer irrigatieleidingen 10, 11 in het bassin 2; - een pomp 12 voor het toevoeren van water aan de een of meer irrigatieleidingen 10,11; - een afvoerleiding 13; - een wateropslag 14, waarbij de pomp 12 water onttrekt aan de wateropslag en de afvoerleiding water terugvoert naar de wateropslag.

Verder is voorzien in een klepsamenstel met een gecombineerde toevoer- en afvoerklep 20, die aan de hand van figuren 2 en 3 nader zal worden toegelicht.

De klep 20 omvat: - een huis 21; - een hoofdcilinder 22 in het huis 21, welke hoofdcilinder een verticale as heeft; - een pompinlaat 23 in verbinding met de hoofdcilinder 22, welke pompinlaat verbonden is met de waterpomp 12, - een irrigatieleidingaansluiting 24 in het huis, die in verbinding staat met de hoofdcilinder 22 en waarop de een of meer irrigatieleidingen 10 zijn aangesloten.

In de hoofdcilinder 22 is een klepzuiger 25 voorzien die op en neer beweegbaar is langs de verticale as. Het huis 21 is voorzien van een zitting 26 aan een onderste einde van de hoofdcilinder 22. De zuiger 25 kan samenwerken met die zitting 26.

Het huis is verder voorzien van een uitlaataansluiting 27, waarop de afvoerleiding 13 is aangesloten. De uitlaataansluiting 27 is voorzien in een onderste deel van het huis 21, onder de zitting 26, waarbij de hoofdcilinder 22 zich boven die zitting 26 bevindt.

De zuiger 25 is verticaal beweegbaar tussen een onderste gesloten stand (zie figuur 2) waarin de zuiger 25 aangrijpt op de zitting 26 en de uitlaataansluiting 27 afsluit van de hoofdcilinder 22, en een omhoog bewogen geopende stand waarin de zuiger boven de zitting is geheven zodat de uitlaat 27 in verbinding is met de hoofdcilinder 22.

De zuiger 25 is voorzien van een reservoir 28 waarin tijdelijk water kan worden geaccumuleerd. De zuiger is voorzien van een uitloop 29 zodat dat water langzaam uit het reservoir kan weglopen ten minste wanneer de zuiger 25 in zijn gesloten stand is.

De uitloop 29 kan, zoals hier getoond, een open, kleploos kanaal zijn. Maar de uitloop zou ook kunnen zijn voorzien van een klep, bijvoorbeeld een klep die boven een bepaald waterniveau in het reservoir opent.

De uitloop 29 kan in de bodem van de zuiger zijn voorzien, zoals hier getoond, zodanig dat de uitloop 29 direct uitkomt bij de uitlaat 27.

In een variant is de uitloop voorzien in de zuiger, zodanig dat de uitloop in verbinding staat met de aansluiting voor de irrigatieleiding, bijvoorbeeld in de zijwand van de zuiger. Daarmee loopt het reservoir 28 leeg totdat het peil daarin gelijk is aan het waterpeil bij de teeltvloer.

Dat kan zo zijn gedimensioneerd dat het gewicht van het water in het reservoir dan onvoldoende is om de zuiger in zijn gesloten stand te houden, zodat de klep 20 dan opent. Bijvoorbeeld onder invloed van terugstelmiddelen.

In die variant kan erin zijn voorzien dat een tweede uitloop vanaf een onderste punt van het reservoir loopt en uitmondt bij de zitting 26, zodanig die uitloop dicht is zolang de zuiger in zijn gesloten stand is. Als de klep dan opent, zal het reservoir 28 dan helemaal leeglopen.

Dat kan via een erg kleine uitloop.

De zuiger 25 heeft een reservoirinlaat 28a zodanig dat wanneer water wordt toegevoerd aan de pompinlaat 23 van de klep 20 het reservoir in de zuiger vult met water (zie fig. 2), waarbij het additionele gewicht van het water in het reservoir 28 voldoende is om de zuiger in zijn gesloten stand te houden.

De zuiger 25 en de hoofdcilinder 22 zijn zodanig uitgevoerd dat water van de pompinlaat naar de irrigatieleidingaansluiting 24 kan passeren wanneer de zuiger 25 zich in gesloten stand bevindt.

Er is voorzien in terugstelmechanisme 30, hier met een of meer veren, dat de zuiger 25 naar zijn geopende stand dwingt wanneer het watervolume in het reservoir 28 van de zuiger beneden een bepaalde hoeveelheid is gedaald, bijvoorbeeld als het reservoir nagenoeg volledig leeg is gelopen. In een variant van het terugstelmechanisme is bijvoorbeeld voorzien in een contragewicht (via een kabel of hefboom of dergelijke), of een drijver.

In de figuur 2 is weergegeven dat de uitloop van de zuiger 25 in de bodem van het reservoir is voorzien, en uitmondt bij de uitlaataansluiting 27 van de klep 20 wanneer de zuiger zich in zijn gesloten stand bevindt. Het reservoir kan dan altijd betrouwbaar leeglopen.

Indien gewenst kan zijn voorzien in een instelbare uitloop van het zuigerreservoir 28 zodat de snelheid van leeglopen van het reservoir in de zuiger instelbaar is, en daarmee de tijd dat de klep 20 gesloten blijft en het hoge waterpeil in het bassin wordt gehandhaafd.

In de figuur 2 is te zien dat is voorzien in een afneembaar deksel 31 aan de bovenzijde van het huis 21 zodat de zuiger 25 verwijderbaar is uit de hoofdcilinder, bijvoorbeeld voor reiniging.

In de figuur 2 is te zien dat de reservoirinlaat 28a zich aan de bovenzijde van de zuiger bevindt, en de pompinlaat 21 boven de reservoirinlaat 28a uitmondt. Hierdoor wordt dat reservoir meteen gevuld en sluit de klep betrouwbaar zodra water richting het bassin wordt gezonden. In een variant steekt de reservoirinlaat 28a in het reservoir, bijvoorbeeld zodanig ver dat ook de stuwdruk van het toegevoerde water, welke stuwdruk op de zuiger 25 werkt, dient om de klep te sluiten.

De zuiger 25 heeft een geringere buitendiameter dan de binnendiameter van de hoofdcilinder 22, zodat een ringvormige doorlaat 32 voor water aanwezig is waardoorheen water van de pompinlaat naar de irrigatieleidingaansluiting kan stromen als de klep gesloten is. Deze oplossing is erg eenvoudig en verhindert klemmen van de zuiger in de cilinder.

In een eenvoudige uitvoering omvat het huis een kunststofpijpsectie, bij voorkeur van PCV, die de hoofdcilinder 22 vormt.

In een eenvoudige uitvoering omvat de zuiger 25 een kunststofpijpsectie, bij voorkeur van PVC, die het reservoir 28 van de zuiger vormt.

In een eenvoudige uitvoering is het onderste gedeelte van de klep 20 uitgevoerd als een T-stuk van kunststof, bijvoorbeeld een T-stuk voor PVC leidingen, waarbij de ene mof het pijpstuk opneemt dat de hoofdcilinder vormt, de andere mof de irrigatieleidingaansluiting vormt, en een derde insteekmof de uitlaataansluiting vormt. Eventueel kan daarbij een afdichtring van het T-stuk dienen als zitting 26 van de klep.

In een systeem, bijvoorbeeld een kas, met meerdere afzonderlijk te bedienen bassins 2 is bij voorkeur bij elk bassin een gecombineerde toevoer- en afvoerklep 20 is voorzien.

Voor het toevoeren van water aan de teeltvloer 1 wordt middels de pomp 12 water wordt toegevoerd aan de pompinlaat 21 van de gecombineerde toevoer- en afvoerklep 20 waardoor het reservoir 28 in de zuiger 25 gevuld wordt en de zuiger 25 in zijn gesloten stand op de zitting 26 wordt gedrukt. Hierdoor stroomt het aangevoerde water via de doorlaat 32 in het huis 20 naar de irrigatieleidingaansluiting 24 en naar de een of meer irrigatieleidingen 10, 11 om dan in het bassin 1 te stromen. Die aanvoer wordt gestopt als het water in het bassin een gewenst waterpeil heeft bereikt. In plaats van, of in aanvulling op, de doorlaat 32 kan ook zijn voorzien in een bypasskanaal in het huis.

De vloer kan worden overstroomd door het aangevoerde water zodat de planthouders met een onderste gedeelte in het water staan. Maar het is ook denkbaar dat het waterpeil niet boven de vloer komt, bijvoorbeeld wanneer de wateraanvoer wordt gebruikt om de doorlaatbare structuur zelf nat te maken/houden en/of om de vloer te koelen met het water.

Het water loopt dan uit het reservoir 28 via de uitloop 29 maar de klep 20 blijft gesloten zolang de hoeveelheid water in het reservoir 28 van de zuiger 25 voldoende is om de klep in zijn gesloten stand te houden.

De zuiger 25 van de klep 20 beweegt naar zijn geopende stand beweegt als de hoeveelheid water in het reservoir 28 van de zuiger beneden een bepaalde hoeveelheid is gedaald, zodat het water via de een of meer irrigatieleidingen 10,11, de irrigatieleidingaansluiting 24, en de uitlaataansluiting 27 wegstroomt uit het bassin naar de wateropslag.

Figuur 4 toont een verticale doorsnede van een variant van de gecombineerde wateraanvoer- en afvoerklep 40, die werkt op stuwdruk van het door de pomp aangevoerde water en die desgewenst in horizontale stand kan worden opgesteld.

Deze klep 40 omvat: - een huis 41; - een hoofdcilinder 42 in het huis, welke hoofdcilinder een as, eventueel een horizontale as, heeft; - een pompinlaat 43 in verbinding met de hoofdcilinder, welke pompinlaat verbonden is met de pomp 12, - een irrigatieleidingaansluiting 44 in het huis, die in verbinding staat met de hoofdcilinder 42 en waarop de een of meer irrigatieleidingen 10,11 zijn aangesloten; waarbij een klepzuiger45 is voorzien in de hoofdcilinder 42, beweegbaar langs de as, waarbij het huis is voorzien van een zitting 46 aan een einde van de hoofdcilinder 42, waarbij een uitlaataansluiting 47 is voorzien in het huis, waarop de afvoerleiding 13 is aangesloten, waarbij de uitlaataansluiting 47 is voorzien in een einddeel van het huis, aan de van de hoofdcilinder afgekeerde zijde van de zitting 46, waarbij de zuiger 45 heen en weer beweegbaar is tussen een gesloten stand waarin de zuiger 45 aangrijpt op de zitting 46 en de uitlaataansluiting 47 afsluit van de hoofdcilinder 42, en een geopende stand waarin de zuiger 45 van de zitting 46 vandaan is zodat de uitlaataansluiting 47 in verbinding is met de hoofdcilinder 42, waarbij de zuiger 45 zodanig is dat wanneer water wordt toegevoerd aan de waterinlaat van de klep 40 de zuiger 45 is onderworpen aan de stuwdruk van het water, zodat de zuiger 45 in zijn gesloten stand wordt gebracht en gehouden door de stuwdruk, en waarbij de zuiger 45 en/of de hoofdcilinder 42 zodanig zijn uitgevoerd dat water van de pompinlaat 43 naar de irrigatieleidingaansluiting 44 kan passeren wanneer de zuiger 45 zich in gesloten stand bevindt.

De terugstelmiddelen, hier veren 50, bewerkstelligen het betrouwbaar openen van de klep als de wateraanvoer wordt gestopt en de stuwdruk wegvalt.

Claims (13)

1. Teeltvloersysteem omvattende een teeltvloer (1) met een waterdicht bassin (2) en een vloer waarop plantenhouders (6) geplaatst worden, welk teeltvloersysteem verder een eb/vloed-waterinstallatie omvat die is ingericht voor het bewerkstelligen van een afwisselende toevoer van water aan de teeltvloer en afvoer van water van de teeltvloer, waarbij de waterin sta Natie omvat: - een of meer irrigatieleidingen (10,11) in het bassin (2); - een pomp (12) voor het toevoeren van water aan de een of meer irrigatieleidingen; - een afvoerleiding (13); - een wateropslag (14), waarbij de pomp water onttrekt aan de wateropslag en de afvoerleiding water terugvoert naar de wateropslag, - een klepsamenstel; met het kenmerk, dat het klepsamenstel een gecombineerde toevoer- en afvoerklep (20) omvat, welke klep omvat: - een huis (21); - een hoofdcilinder (22) in het huis, welke hoofdcilinder een in hoofdzaak verticale as heeft; - een pompinlaat (23) in verbinding met de hoofdcilinder, welke pompinlaat verbonden is met de pomp (12), - een irrigatieleidingaansluiting (24) in het huis, die in verbinding staat met de hoofdcilinder (22) en waarop de een of meer irrigatieleidingen (10,11) zijn aangesloten; waarbij een klepzuiger (25) is voorzien in de hoofdcilinder (22), beweegbaar langs de verticale as, waarbij het huis is voorzien van een zitting (26) aan een onderste einde van de hoofdcilinder (22), waarbij een uitlaataansluiting (27) is voorzien in het huis, waarop de afvoerleiding (13) is aangesloten, waarbij de uitlaataansluiting (27) is voorzien in een onderste deel van het huis, aan de van de hoofdcilinder afgekeerde zijde van de zitting (26), waarbij de zuiger (25) verticaal beweegbaar is tussen een onderste gesloten stand waarin de zuiger (25) aangrijpt op de zitting (26) en de uitlaataansluiting (24) afsluit van de hoofdcilinder (22), en een omhoog bewogen geopende stand waarin de zuiger (25) boven de zitting (26) is geheven zodat de uitlaataansluiting (27) in verbinding is met de hoofdcilinder (22), waarbij de zuiger (25) is voorzien van een reservoir (28) waarin tijdelijk water kan worden geaccumuleerd, welke zuiger een uitloop (29) heeft zodat water langzaam uit het reservoir (28) kan weglopen ten minste wanneer de zuiger (25) in zijn gesloten stand is, waarbij de zuiger een reservoirinlaat (28a) heeft zodanig dat wanneer water wordt toegevoerd aan de waterinlaat van de klep (20) het reservoir (28) van de zuiger (25) vult met water, waarbij het additionele gewicht van het water in het reservoir (28) voldoende is om de zuiger (25) in zijn gesloten stand te houden, en waarbij de zuiger (25) en/of de hoofdcilinder (22) zodanig zijn uitgevoerd dat water van de pompinlaat (23) naar de irrigatieleidingaansluiting (24) kan passeren wanneer de zuiger (25) zich in gesloten stand bevindt.

2. Teeltvloersysteem volgens conclusie 1, waarbij is voorzien in een terugstelmechanisme (30) dat de zuiger (25) naar zijn geopende stand dwingt wanneer het watervolume in het reservoir van de zuiger beneden een bepaalde hoeveelheid is gedaald.

3. Teeltvloersysteem volgens conclusie 1 of 2, waarbij de uitloop (29) van de zuiger uitmondt bij de irrigatieleidingaansluiting en/of bij uitlaataansluiting (27) wanneer de zuiger (25) zich in zijn gesloten stand bevindt.

4. Teeltvloersysteem volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de zuiger een instelbare uitloop heeft zodat de snelheid van leeglopen van het reservoir in de zuiger instelbaar is.

5. Teeltvloersysteem volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij is voorzien in een afneembaar deksel (31) aan de bovenzijde van het huis zodat de zuiger verwijderbaar is uit de hoofdcilinder (22), bijvoorbeeld voor reiniging.

6. Teeltvloersysteem volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de reservoirinlaat (28a) zich aan de bovenzijde van de zuiger (25) bevindt, en de pompinlaat boven de reservoirinlaat uitmondt.

7. Teeltvloersysteem volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de zuiger (25) een geringere diameter heeft dan de hoofdcilinder (22), zodat een ringvormige doorlaat (32) voor water aanwezig is waardoorheen water van de pompinlaat naar de irrigatieleidingaansluiting kan stromen.

8. Teeltvloersysteem volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het huis een kunststofpijpsectie, bij voorkeur van PCV, omvat die de hoofdcilinder (22) vormt, en waarbij, bij voorkeur, de zuiger een kunststofpijpsectie omvat, bij voorkeur van PVC, die het reservoir (28) van de zuiger vormt.

9. Teeltvloersysteem volgens een of meer van de voorgaande conclusies, omvattende meerdere bassins, waarbij bij elk bassin (2) een of meer gecombineerde toevoer- en afvoerkleppen (20) zijn voorzien.

10. Werkwijze voor het bedrijven van een teeltvloersysteem volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij voor het toevoeren van water aan de teeltvloer (1) middels de pomp (12) water wordt toegevoerd aan de pompinlaat (23) van de gecombineerde toevoer- en afvoerklep (20) waardoor het reservoir (28) in de zuiger gevuld wordt en de zuiger (25) in zijn gesloten stand op de zitting (26) wordt gedrukt, zodat het aangevoerde water via de irrigatieleidingaansluiting (24) en de een of meer irrigatieleidingen (10,11) in het bassin (2) stroomt, welke aanvoer wordt gestopt als het water in het bassin (2) een gewenst waterpeil heeft bereikt, waarbij water uit het reservoir (28) van de zuiger (25) loopt via de uitloop (29) maar de klep gesloten blijft zolang de hoeveelheid water in het reservoir (28) van de zuiger voldoende is om de klep in zijn gesloten stand te houden, en waarbij de klep naar zijn geopende stand beweegt als de hoeveelheid water in het reservoir (28) van de zuiger beneden een bepaalde hoeveelheid is gedaald, zodat het water via de een of meer irrigatieleidingen (10,11), de irrigatieleidingaansluiting (24), en de uitlaataansluiting (27) wegstroomt uit het bassin (2).

11. Werkwijze volgens conclusie 10, waarbij de tijdsduur van het zich in zijn gesloten stand bevinden van de zuiger wordt ingesteld door het instellen van de uitloop (29) van het reservoir (28) van de zuiger.

12. Teeltvloersysteem omvattende een teeltvloer (1) met een waterdicht bassin (2) en een vloer waarop plantenhouders (6) geplaatst worden, welk teeltvloersysteem verder een eb/vloed-waterinstallatie omvat die is ingericht voor het bewerkstelligen van een afwisselende toevoer van water aan de teeltvloer en afvoer van water van de teeltvloer, waarbij de waterin sta Natie omvat: - een of meer irrigatieleidingen (10,11) in het bassin (2); - een pomp (12) voor het toevoeren van water aan de een of meer irrigatieleidingen; - een afvoerleiding (13); - een wateropslag (14), waarbij de pomp water onttrekt aan de wateropslag en de afvoerleiding water terugvoert naar de wateropslag, - een klepsamenstel; met het kenmerk, dat de klep omvat: - een huis (41); - een hoofdcilinder (42) in het huis, welke hoofdcilinder een as, eventueel een horizontale as, heeft; - een pompinlaat (43) in verbinding met de hoofdcilinder, welke pompinlaat verbonden is met de pomp (12), - een irrigatieleidingaansluiting (44) in het huis, die in verbinding staat met de hoofdcilinder (22) en waarop de een of meer irrigatieleidingen (10,11) zijn aangesloten; waarbij een klepzuiger (45) is voorzien in de hoofdcilinder (22), beweegbaar langs de as, waarbij het huis is voorzien van een zitting (46) aan een einde van de hoofdcilinder (22), waarbij een uitlaataansluiting (44) is voorzien in het huis, waarop de afvoerleiding (13) is aangesloten, waarbij de uitlaataansluiting (44) is voorzien in een einddeel van het huis, aan de van de hoofdcilinder afgekeerde zijde van de zitting (46), waarbij de zuiger (45) heen en weer beweegbaar is tussen een gesloten stand waarin de zuiger (45) aangrijpt op de zitting (46) en de uitlaataansluiting (44) afsluit van de hoofdcilinder (42), en een geopende stand waarin de zuiger (45) van de zitting (46) vandaan is zodat de uitlaataansluiting (44) in verbinding is met de hoofdcilinder (42), waarbij de zuiger (45) zodanig is dat wanneer water wordt toegevoerd aan de waterinlaat van de klep (40) de zuiger (45) is onderworpen aan de stuwdruk van het water, zodat de zuiger (25) in zijn gesloten stand wordt gebracht en gehouden door de stuwdruk, en waarbij de zuiger (25) en/of de hoofdcilinder (22) zodanig zijn uitgevoerd dat water van de pompinlaat (23) naar de irrigatieleidingaansluiting (24) kan passeren wanneer de zuiger (25) zich in gesloten stand bevindt.

13. Gecombineerde toevoer- en afvoerklep (20) bestemd voor toepassing in een teeltvloersysteem volgens een of meer van de voorgaande conclusies.