NL2010289C2 - Werkwijze voor het installeren van een teeltvloersysteem. - Google Patents

Werkwijze voor het installeren van een teeltvloersysteem. Download PDF

Info

Publication number
NL2010289C2
NL2010289C2 NL2010289A NL2010289A NL2010289C2 NL 2010289 C2 NL2010289 C2 NL 2010289C2 NL 2010289 A NL2010289 A NL 2010289A NL 2010289 A NL2010289 A NL 2010289A NL 2010289 C2 NL2010289 C2 NL 2010289C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
irrigation
outflow
water
basin
irrigation pipes
Prior art date
Application number
NL2010289A
Other languages
English (en)
Inventor
Hugo Willem Lambertus Paans
Original Assignee
Erfgoed B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to NL2010289A priority Critical patent/NL2010289C2/nl
Application filed by Erfgoed B V filed Critical Erfgoed B V
Priority to CA3123670A priority patent/CA3123670C/en
Priority to PCT/NL2014/050083 priority patent/WO2014126462A2/en
Priority to PT147056014T priority patent/PT2955996T/pt
Priority to AU2014216793A priority patent/AU2014216793B2/en
Priority to BR112015019209-2A priority patent/BR112015019209B1/pt
Priority to ES17183428T priority patent/ES2868604T3/es
Priority to EP17183428.6A priority patent/EP3272208B1/en
Priority to DK17183428.6T priority patent/DK3272208T3/da
Priority to EP14705601.4A priority patent/EP2955996B1/en
Priority to DK14705601.4T priority patent/DK2955996T3/da
Priority to CA2906785A priority patent/CA2906785C/en
Priority to PL14705601T priority patent/PL2955996T3/pl
Priority to US14/767,390 priority patent/US9980440B2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2010289C2 publication Critical patent/NL2010289C2/nl
Priority to AU2018200182A priority patent/AU2018200182B2/en
Priority to US15/934,325 priority patent/US10834875B2/en
Priority to US17/097,775 priority patent/US11406067B2/en
Priority to US17/855,079 priority patent/US11818993B2/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G31/00Soilless cultivation, e.g. hydroponics
    • A01G31/02Special apparatus therefor
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/24Devices or systems for heating, ventilating, regulating temperature, illuminating, or watering, in greenhouses, forcing-frames, or the like
    • A01G9/247Watering arrangements
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A40/00Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production
    • Y02A40/10Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in agriculture
    • Y02A40/25Greenhouse technology, e.g. cooling systems therefor
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02PCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES IN THE PRODUCTION OR PROCESSING OF GOODS
    • Y02P60/00Technologies relating to agriculture, livestock or agroalimentary industries
    • Y02P60/20Reduction of greenhouse gas [GHG] emissions in agriculture, e.g. CO2
    • Y02P60/21Dinitrogen oxide [N2O], e.g. using aquaponics, hydroponics or efficiency measures

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)

Description

WERKWIJZE VOOR HET INSTALLEREN VAN EEN TEELTVLOERSYSTEEM
De uitvinding betreft een werkwijze voor het installeren van een teeltvloersysteem met een vloer waarop plantenhouders geplaatst worden. Het teeltvloersysteem omvat een eb/vloed-waterinstallatie die is ingericht voor het bewerkstelligen van een afwisselende toevoer van water aan de teeltvloer en afvoer van water van de teeltvloer.
Het is bekend een dergelijk teeltvloersysteem te installeren, bijvoorbeeld in een kas, door eerst een waterdicht bassin te verschaffen. In dat bassin worden een of meer irrigatieleidingen geplaatst, die over hun lengte verdeeld meerdere uitstroomopeningen hebben die het mogelijk maken dat water uit de een of meer irrigatieleidingen stroomt. Er wordt een waterpomp aangebracht, en die wordt verbonden met de een of meer irrigatieleidingen.
In het bassin wordt een water doorlatende structuur aangebracht, welke structuur een doorlaatbare en horizontale top heeft die de vloer vormt waarop plantenhouders worden geplaatst. Die structuur omvat in een bekende uitvoering een of meer lagen van granulair materiaal, bijvoorbeeld lava gesteente, waarbij de een of meer irrigatieleidingen afgedekt zijn door de doorlatende structuur.
Dergelijk eb/vloed teeltvloersystemen maken een erg gunstige watertoevoer aan de planten in de plantenhouders mogelijk. Bij de toevoer van water stijgt het waterpeil in het bassin, in de praktijk vaak totdat het water overal door de doorlatende top omhoog komt en de plantenhouders met hun onderste gedeelte in het water komen te staan.
Als plantenhouders worden kunststof potten, bijvoorbeeld voorzien van gaten bij de onderzijde, toegepast, maar andere plantenhouders zijn ook bekend. Bijvoorbeeld is de pot van poreus en/of biologisch materiaal, zoals cocos, of is geen pot aanwezig en is de plantenhouder bijvoorbeeld een blok van groeisubstraat, bijvoorbeeld van steenwol of dergelijke.
De uitvinding beoogt een verdere verbetering van eb/vloed teeltvloersystemen voor te stellen, met name met het oog op een gewenste hoge mate van gelijkmatige groei van alle planten op de vloer. Verhoging van die gelijkmatigheid is voordelig voor de opbrengst die de kweker heeft van zijn planten.
De uitvinding bereikt bovengenoemd doel met een werkwijze volgens conclusie 1. Daarbij is erin voorzien dat de werkwijze de stappen omvat van - terwijl de een of meer irrigatieleidingen in het bassin zijn geplaatst en de pomp daarmee is verbonden - het toevoeren van water door middel van de pomp aan de een of meer irrigatieleidingen en van het monitoren van de uitstroming van het water uit de een of meer irrigatieleidingen om het controleren of de uitstroming uniform is over de een of meer irrigatieleidingen in het bassin, en - indien afwijkingen in de uitstroming worden waargenomen - het aanpassen van de effectieve uitstroming door, in-situ, de een of meer irrigatieleidingen te voorzien van een of meer additionele uitstroomopeningen of het vergroten van de afmeting van een of meer uitstroomopeningen op een plaats waar de uitstroming te gering wordt geacht en/of een of meer uitstroomopeningen van de irrigatieleidingen te sluiten of het reduceren van de afmeting van een of meer uitstroomopeningen op een plaats waar de uitstroming te groot wordt geacht.
De uitvinding is gebaseerd op het inzicht dat bij nauwkeurige bestudering van bekende vloeren is waar te nemen dat het stijgen van het water boven de top niet overal uniform is, waardoor de planten op sommige locaties een andere waterregime hebben dan andere planten op andere locaties op de teeltvloer. Die verschillen zijn weliswaar gering, maar blijken toch van invloed te kunnen zijn op de gelijkmatigheid van de plantengroei. De uitvinding is er verder gebaseerd op het inzicht dat de uitstroming van het water uit de een of meer irrigatieleidingen, ondanks de aanwezigheid van een water doorlatende structuur in het bassin, van invloed is op de gelijkmatigheid waarmee het water omhoog stijgt (gezien over het oppervlak van de teeltvloer).
De werkwijze volgens de uitvinding maakt het mogelijk een verbeterde uniformiteit van de waterstijging te krijgen, gezien over de vloer, door “in-situ” de een of meer irrigatieleidingen wat hun effectieve uitstroming betreft aan te passen. Dat geschiedt bij voorkeur door de een of meer irrigatieleidingen te voorzien van een of meer additionele uitstroomopeningen of het vergroten van de afmeting van een of meer uitstroomopeningen op een plaats waar de uitstroming te gering wordt geacht.
Het monitoren kan in de praktijk worden dan door een visuele controle door een controlepersoon, maar het is ook denkbaar om een meetsysteem te voorzien. Bijvoorbeeld zou kunnen zijn voorzien in een systeem met een of meer camera’s die de uitstroming waarnemen, welke beelden dan door een controlepersoon worden bekeken. Eventueel kan ook zijn voorzien in software die de camerabeelden analyseert om de uitstroming van water te beoordelen en plaatsen vast te stellen waar die uitstroming te gering en/of overmatig is.
Het wordt voordelig geacht wanneer er is voorzien in het een of meerdere malen herhalen van de stappen van het toevoeren van water, het monitoren, en het aanpassen van de effectieve uitstroming tot een gewenste uniforme uitstroming van water uit de een of meer irrigatieleidingen is verkregen, gevolgd door het voorzien van de water doorlatende structuur in het bassin.
De werkwijze kan bijzonder doelmatig worden uitgevoerd indien een werktuig wordt benut dat uitstroomopeningen maakt en/of vergroot, welk werktuig is voorzien van een voet met geleidingsmiddelen, bijvoorbeeld van wielen, die zijn ingericht om op de irrigatieleiding aan te grijpen. De werkwijze omvat dan verder het op de irrigatieleiding plaatsen van het werktuig en het over de leiding rijden van het werktuig. Op een plaats waar een of meer additionele uitstroomopeningen gewenst zijn of een vergroting van de uitstroomopening gewenst is om de effectieve uitstroming te vergroten, wordt dan het werktuig bediend. Hierdoor hoeft de installateur geen werktuig te dragen, en kan een gewenste uitlijning van het werktuig ten opzichte van de leiding gemakkelijk worden gerealiseerd.
Het werktuig kan bijvoorbeeld een roterend zaagblad omvatten, waarmee een zaagsnede in de leiding wordt gemaakt. Bijvoorbeeld is een standaard handcirkelzaag aangebracht in een frame voorzien van geleidingsmiddelen die op de leiding aangrijpen.
Bijvoorbeeld omvat de stap van het verschaffen van een of meer additionele uitstroomopeningen of het vergroten van de afmeting van een of meer van de uitstroomopeningen een of meer handelingen gekozen uit de lijst: boren, frezen, zagen, branden, snijden, of stansen. In een praktische uitvoering is zagen, met name met een roterend zaagblad, gunstig.
Bij voorkeur worden als irrigatieleidingen geen geribbelde leidingen toegepast maar leidingen die een gesloten en gladde, niet geribbelde omtrekswand hebben. Bijvoorbeeld gladwandige PVC leidingen. Bij de tot op heden bekende installatiewerkwijze wordt als irrigatieleiding meestal geribbelde drainageleiding toegepast, met een geribbelde wand die op regelmatige afstanden is voorzien van uitstroomopeningen. Het blijkt dat die geribbelde leidingen door hun wandvorm bijdragen aan de niet-uniformiteit van de wateruitstroming. De gladwandige leidingen gedragen zich in dat opzicht beter en zijn ook in stabiele uitvoeringen te verkrijgen waarbij het aanbrengen van uitstroomopeningen makkelijk uitvoerbaar is en niet overmatig nadelig voor de mechanische belastbaarheid van de leiding.
In een praktische uitvoering van de werkwijze worden de in het bassin geplaatste irrigatieleidingen, bijvoorbeeld gladwandige PVC-leidingen, in een initiële bewerkingsstap voorzien van meerdere uitstroomopeningen over hun lengte, bijvoorbeeld op regelmatige afstanden van elkaar.
In een praktische uitvoering heeft het bassin een bodemprofiel dat wordt gemaakt in een bed, bijvoorbeeld in een grondbed van zand, met een goot in het bodemprofiel waarin een irrigatieleiding komt te liggen en aan een of aan weerszijden van de goot een bodemvlak, bij voorkeur een naar de goot aflopend bodemvlak, waarbij het bed wordt afgedekt met een waterdicht membraan, waarna de irrigatieleiding in de goot wordt geplaatst.
Bij voorkeur wordt de goot gevormd met een doorsnedevorm die overeenstemt met de doorsnedevorm van althans het onderste gedeelte van de daarin op te nemen irrigatieleiding. Hierdoor word voorkomen dat naast het onderste deel van de irrigatieleiding een zone aanwezig is waar stilstaand water kan staan. Met name is deze maatregel van voordeel indien de leiding alleen in een bovenste gedeelte, boven de goot, wordt voorzien van uitstroomopeningen.
In een praktische uitvoering worden de een of meer uitstroomopeningen gevormd of vergroot dooreen zaagsnede, bij voorbeeld in lengterichting van de leiding.
Bij voorkeur wordt de irrigatieleiding in een goot opgenomen, zodat een bovenste gedeelte van de leiding blootligt, waarbij de een of meer uitstroomopeningen worden gevormd of vergroot in het blootliggende bovenste gedeelte van de buis. Eventueel zijn in het onderste gedeelte een gering aantal openingen voorzien om ophoping van water bij de onderkant van de leiding, en eventueel opdrijven van de leeggelopen leiding, tegen te gaan. Dit is bijvoorbeeld zinvol indien alleen een topdoek als water doorlatende structuur wordt toegepast.
Bij voorkeur wordt - nadat de uniformiteit van de uitstroming is gerealiseerd - een doorlatende mat of doek over de irrigatieleiding en aangrenzende vlakdelen van de bassinbodem geplaatst. Over die doek of mat kan dan bijvoorbeeld een granulaire laag worden voorzien.
In een eenvoudige variant bestaat de doorlatende structuur uitsluitend uit een water doorlatende doek of mat, die over de irrigatieleidingen en de bodem van het bassin wordt gelegd.
De uitvinding betreft verder een teeltvloersysteem geïnstalleerd met de werkwijze volgens de uitvinding.
De uitvinding zal hierna aan de hand van de tekening worden toegelicht. Daarbij toont: - fig. 1 schematisch een teeltvloerinstallatie ter illustratie van de uitvoering van de werkwijze volgens de uitvinding; - fig. 2 een doorsnede van een deel van een voltooide teeltvloer - fig. 3 toont schematisch een voorbeeld van een verrijdbaar werktuig.
In figuur 1 is schematisch een teeltvloersysteem 1 weergegeven die is geïnstalleerd met een werkwijze volgens de uitvinding. Hierbij wordt eerst een waterdicht bassin 4 aangelegd. Het bassin 4 heeft een bodemprofiel 12, dat wordt gemaakt in een bed, bijvoorbeeld in een grondbed van zand. In het bodemprofiel 12 worden meerdere U-vormige goten 14 aangebracht, die zich in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar uitstrekken. Hoewel in figuur 1 twee goten 14 zijn getekend, kan het bodemprofiel 12 aanzienlijk meer goten 14 omvatten. Aan weerszijden van elke goot 14 omvat het bodemprofiel 12 een naar die goot 14 aflopend bodemvlak 16. Nadat het bodemprofiel 12 is gevormd, wordt het bed van het bodemprofiel 12 afgedekt met een waterdicht membraan.
Vervolgens wordt in elke goot 14 een irrigatieleiding 7 gelegd. De irrigatieleidingen 7 bezitten bij voorkeur een gesloten en gladde, niet geribbelde omtrekswand. De irrigatieleidingen 7 zijn bijvoorbeeld gevormd door gladwandige kunststof leidingen, zoals PVC leidingen. De buitendiameter van de irrigatieleidingen 7 komt overeen met de kromming van de bodem van de U-vormige goten 14. M.a.w. de goten 14 worden gevormd met een doorsnedevorm die overeenkomt met de doorsnedevorm van althans het onderste gedeelte van de daarin op te nemen irrigatieleiding 7. Zoals weergegeven in figuur 2, komt daarbij een bovenste gedeelte van een in een goot 14 opgenomen irrigatieleiding 7 bloot te liggen.
Bij het plaatsen van de irrigatieleidingen 7 kan elke irrigatieleiding 7 reeds zijn voorzien van meerdere zijdelingse uitstroomopeningen 8, die in lengterichting van die irrigatieleiding 7 op onderlinge afstand liggen, bijvoorbeeld op gelijkmatige afstanden van elkaar. In plaats daarvan is het ook mogelijk dat een of meer irrigatieleidingen 7 aanvankelijk gesloten zijn uitgevoerd, d.w.z. een dichte buiswand bezitten, waarbij na het aanbrengen van die irrigatieleidingen 7 in de goten 14 de uitstroomopeningen 8 daarin worden aangebracht, bij voorkeur in het bovenste blootliggende gedeelte van die irrigatieleidingen 7.
De uitstroomopeningen 8 kunnen op verschillende manieren in de irrigatieleidingen 7 worden aangebracht. De uitstroomopeningen 8 worden bijvoorbeeld gemaakt met een werktuig dat is voorzien van een voet met geleidingsmiddelen, bijvoorbeeld wielen, die zijn ingericht om op een irrigatieleiding 7 aan te grijpen. Het werktuig kan op een irrigatieleiding 7 worden geplaatst en over de irrigatieleiding 7 worden gereden. Op een plaats waar een uitstroomopening 8 gewenst is kan het werktuig een bewerking op de irrigatieleiding 7 uitvoeren om de uitstroomopening 8 te vormen, bijvoorbeeld door boren, frezen, zagen, branden, snijden, of stansen.
De irrigatieleidingen 7 worden via een toevoer/afvoerleiding 20 verbonden met een klepsamenstel 21. Het klepsamenstel 21 is verder verbonden met een wateropslag 11 en een waterpomp 10.
Nadat de irrigatieleidingen 7 zijn opgenomen in de goten 14, voorzien van uitstroomopeningen 8, wordt water door middel van de waterpomp 10 toegevoerd aan de irrigatieleidingen 7. Daarbij wordt de uitstroming van het water uit de irrigatieleidingen 7 gemonitord, bijvoorbeeld visueel door een persoon of door een meetsysteem (niet weergegeven).
Indien ongewenste afwijkingen in de uitstroming worden waargenomen, wordt de effectieve uitstroming volgens de uitvinding aangepast, in-situ, door de irrigatieleidingen 7 te voorzien van een of meer additionele uitstroomopeningen 8 of door het vergroten van de afmeting van een of meer uitstroomopeningen 8 op een plaats waar de uitstroming te gering wordt geacht en/of door een of meer uitstroomopeningen 8 van de irrigatieleidingen af te dichten of door het reduceren van de afmeting van een of meer uitstroomopeningen 8 op een plaats waar de uitstroming te groot wordt geacht.
De stappen van het toevoeren van water, het monitoren, en het aanpassen van de effectieve uitstroming worden zonodig een of meerdere malen herhaald tot een gewenste uniforme uitstroming van water uit de irrigatieleidingen 7 is verkregen. Nadat de uniformiteit van de uitstroming is gerealiseerd wordt een doorlatende mat of doek 18 over de irrigatieleiding 7 en aangrenzende vlakdelen 16 van het bodemprofiel 12 geplaatst.
Vervolgens wordt een water doorlatende structuur 5 in het bassin 4 aangebracht. De waterdoorlatende structuur 5 omvat bij voorkeur een of meer lagen van granulair materiaal, maar kan ook (of in combinatie daarmee) een of meer waterdoorlatende matten of doeken omvatten. De irrigatieleidingen 7 worden daarbij afgedekt door de waterdoorlatende structuur 5.
De waterdoorlatende structuur 5 omvat een doorlaatbare en horizontale toplaag die een teeltvloer 2 vormt. De toplaag is bijvoorbeeld gevormd door een topdoek, zoals een gewoven topdoek waarbij poriën aanwezig zijn tussen de garens van het weefsel.
Bij voorkeur is de teeltvloer 2 voldoende stabiel om er met een voertuig overheen te rijden.
Op de teeltvloer 2 worden plantenhouders 6 met te kweken planten of dergelijke geplaatst.
De plantenhouders 6 zijn bijvoorbeeld aan de onderzijde deels geopend en/of zijn geheel of gedeeltelijk waterdoorlatend uitgevoerd.
De wateropslag 11, de waterpomp 10, het klepsamenstel 21, de toevoer/afvoerleiding 20 en de irrigatieleidingen 7 vormen gezamenlijk een eb/vloed-waterinstallatie die is ingericht voor het bewerkstelligen van een afwisselende toevoer van water aan de teeltvloer 2 en afvoeren van water van de teeltvloer 2, bij voorkeur met een hoogste waterpeil boven het topdoek.
Bij het teeltvloersysteem 1 dat met deze werkwijze volgens de uitvinding is geïnstalleerd, wordt een bijzonder uniforme irrigatie bereikt.
Figuur 3 toont schematisch een voorbeeld van een verrijdbaar werktuig 30 dat uitstroomopeningen in de leiding kan maken. Het werktuig 30 is voorzien van een frame 31 met een voet met geleidingsmiddelen, bijvoorbeeld wielen 32, 33, die zijn ingericht om op de irrigatieleiding 7 aan te grijpen.
In dit voorbeeld is voorzien in een op en neer beweegbare cirkelzaag 34 met zaagblad en motor dat selectief naar beneden kan worden bewogen om een plaatselijke zaagsnede in de leiding te maken.
Het werktuig is hier voorzien van een handbeugel 35 waarmee een achter of naast het werktuig lopende persoon het werktuig over de leiding kan voortduwen.
De uitvinding is niet beperkt tot de aan de hand van figuren 1 en 2 beschreven werkwijze. De vakman kan verschillende aanpassen aanbrengen die binnen de reikwijdte van de uitvinding liggen.

Claims (13)

1. Werkwijze voor het installeren van een teeltvloersysteem met een teeltvloer waarop plantenhouders geplaatst worden, welk teeltvloersysteem een eb/vloed-waterinstallatie omvat die is ingericht voor het bewerkstelligen van een afwisselende toevoer van water aan de teeltvloer en afvoer van water van de teeltvloer, welke werkwijze omvat: - het verschaffen van een waterdicht bassin (4); - het plaatsen van een of meer irrigatieleidingen (7) in het bassin, welke irrigatieleidingen meerdere uitstroomopeningen (8) over hun lengte verschaffen die het mogelijk maken dat water uit de een of meer irrigatieleidingen stroomt; - het verbinden van een waterpomp (10) met de een of meer irrigatieleidingen; - het verschaffen van een water doorlatende structuur (5) in het bassin, welke structuur een doorlaatbare en horizontale top heeft die de vloer vormt waarop plantenhouders (6) worden geplaatst, welke structuur bij voorkeur een of meer lagen van granulair materiaal omvat, waarbij de een of meer irrigatieleidingen afgedekt zijn door de water doorlatende structuur, met het kenmerk, dat de werkwijze de stappen omvat - terwijl de een of meer irrigatieleidingen (7) in het bassin (4) zijn geplaatst en de waterpomp (10) daarmee is verbonden - van het toevoeren van water door middel van de waterpomp aan de een of meer irrigatieleidingen en van het monitoren van de uitstroming van het water uit de een of meer irrigatieleidingen om het controleren of de uitstroming uniform is over de een of meer irrigatieleidingen in het bassin, en - indien afwijkingen in de uitstroming worden waargenomen - het aanpassen van de effectieve uitstroming door, in-situ, de een of meer irrigatieleidingen te voorzien van een of meer additionele uitstroomopeningen of het vergroten van de afmeting van een of meer uitstroomopeningen op een plaats waar de uitstroming te gering wordt geacht en/of een of meer uitstroomopeningen van de irrigatieleidingen te sluiten of het reduceren van de afmeting van een of meer uitstroomopeningen op een plaats waar de uitstroming te groot wordt geacht.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de werkwijze omvat het een of meerdere malen herhalen van de stappen van het toevoeren van water, het monitoren, en het aanpassen van de effectieve uitstroming tot een gewenste uniforme uitstroming van water uit de een of meer irrigatieleidingen is verkregen, gevolgd door het voorzien van de water doorlatende structuur in het bassin.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij de werkwijze omvat het verschaffen van een werktuig (30) dat is ingericht om de uitstroomopeningen te maken of te vergroten, welk werktuig is voorzien van een frame (31) met geleidingsmiddelen, bijvoorbeeld wielen (32,33), die zijn ingericht om op de irrigatieleiding (7) aan te grijpen, welke werkwijze verder omvat het op de irrigatieleiding plaatsen van het werktuig (30) en het over de leiding rijden van het werktuig, het bedienen van het werktuig op een plaats waar een of meer additionele uitstroomopeningen gewenst zijn of een vergroting van de uitstroomopening gewenst is om de effectieve uitstroming te vergroten.
4. Werkwijze volgens een of meer van de conclusies 1 - 3, waarbij de stap van het verschaffen van een of meer additionele uitstroomopeningen of het vergroten van de afmeting van een of meer van de uitstroomopeningen omvat een of meer handelingen gekozen uit de lijst: boren, frezen, zagen (34), branden, snijden, of stansen.
5. Werkwijze volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de stap van het plaatsen van een of meer irrigatieleidingen in het bassin omvat het plaatsen van een of meer irrigatieleidingen (7), bij voorkeur alle irrigatieleidingen, die een gesloten en gladde, niet geribbelde omtrekswand hebben.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, waarbij de in het bassin geplaatste irrigatieleidingen in een initiële bewerkingsstap worden voorzien van meerdere uitstroomopeningen over hun lengte, bijvoorbeeld uitstroomopeningen op regelmatige afstanden van elkaar.
7. Werkwijze volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het bassin (4) een bodemprofiel heeft dat wordt gemaakt in een bed, bijvoorbeeld in een grondbed van zand, met een goot (14) in het bodemprofiel waarin een irrigatieleiding (7) komt te liggen en aan een zijde of aan weerszijden van de goot een bodemvlak, bij voorkeur een naar de goot aflopend bodemvlak, waarbij het bed wordt afgedekt met een waterdicht membraan, waarna de irrigatieleiding in de goot wordt geplaatst.
8. Werkwijze volgens conclusie 7, waarbij de goot (14) wordt gevormd met een doorsnedevorm die overeenstemt met de doorsnedevorm van althans het onderste gedeelte van de daarin op te nemen irrigatieleiding (7).
9. Werkwijze volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de irrigatieleiding (7) een gladwandige kunststofleiding is, bij voorkeur van PVC.
10. Werkwijze volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de een of meer uitstroomopeningen worden gevormd of vergroot door een zaagsnede (8), bij voorbeeld in lengterichting van de leiding.
11. Werkwijze volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de irrigatieleiding (7) in een goot (14) wordt opgenomen, zodat een bovenste gedeelte van de leiding blootligt, en waarbij de een of meer uitstroomopeningen worden gevormd of vergroot in het blootliggende bovenste gedeelte van de leiding.
12. Werkwijze volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij - nadat de uniformiteit van de uitstroming is gerealiseerd - een doorlatende mat of doek (18) over elke irrigatieleiding en aangrenzende vlakdelen van de bassinbodem wordt geplaatst.
13. Teeltvloersysteem geïnstalleerd met de werkwijze volgens een of meer van de voorgaande conclusies.
NL2010289A 2013-02-12 2013-02-12 Werkwijze voor het installeren van een teeltvloersysteem. NL2010289C2 (nl)

Priority Applications (18)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2010289A NL2010289C2 (nl) 2013-02-12 2013-02-12 Werkwijze voor het installeren van een teeltvloersysteem.
DK14705601.4T DK2955996T3 (da) 2013-02-12 2014-02-12 Kultiveringsbundsystem og fremgangsmåde til dets anvendelse
PT147056014T PT2955996T (pt) 2013-02-12 2014-02-12 Sistema de pavimento de cultivo e método de utilização
AU2014216793A AU2014216793B2 (en) 2013-02-12 2014-02-12 Method for installing a cultivation floor system and cultivation floor system
BR112015019209-2A BR112015019209B1 (pt) 2013-02-12 2014-02-12 método para instalação de um sistema de cultivo; sistema de cultivo; método para desenvolvimento de plantas; e método para operar um sistema de cultivo
ES17183428T ES2868604T3 (es) 2013-02-12 2014-02-12 Método para instalar un sistema de suelo de cultivo y sistema de suelo de cultivo
EP17183428.6A EP3272208B1 (en) 2013-02-12 2014-02-12 Method for installing a cultivation floor system and cultivation floor system
DK17183428.6T DK3272208T3 (da) 2013-02-12 2014-02-12 Fremgangsmåde til installation af et kultiveringssystem med bund og kultiveringssystem med bund
CA3123670A CA3123670C (en) 2013-02-12 2014-02-12 Cultivation floor system and method of use thereof
PCT/NL2014/050083 WO2014126462A2 (en) 2013-02-12 2014-02-12 Method for installing a cultivation floor system and cultivation floor system
CA2906785A CA2906785C (en) 2013-02-12 2014-02-12 Method for installing a cultivation floor system and cultivation floor system
PL14705601T PL2955996T3 (pl) 2013-02-12 2014-02-12 System podłogi uprawnej i sposób stosowania
US14/767,390 US9980440B2 (en) 2013-02-12 2014-02-12 Method for installing a cultivation floor system and cultivation floor system
EP14705601.4A EP2955996B1 (en) 2013-02-12 2014-02-12 Cultivation floor system and method of use
AU2018200182A AU2018200182B2 (en) 2013-02-12 2018-01-09 Method for installing a cultivation floor system and cultivation floor system
US15/934,325 US10834875B2 (en) 2013-02-12 2018-03-23 Method for installing a cultivation floor system and cultivation floor system
US17/097,775 US11406067B2 (en) 2013-02-12 2020-11-13 Cultivation floor system for providing supply and discharge irrigation
US17/855,079 US11818993B2 (en) 2013-02-12 2022-06-30 Cultivation floor system for providing supply and discharge irrigation

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2010289 2013-02-12
NL2010289A NL2010289C2 (nl) 2013-02-12 2013-02-12 Werkwijze voor het installeren van een teeltvloersysteem.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2010289C2 true NL2010289C2 (nl) 2014-08-13

Family

ID=48014266

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2010289A NL2010289C2 (nl) 2013-02-12 2013-02-12 Werkwijze voor het installeren van een teeltvloersysteem.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2010289C2 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL9102059A (nl) * 1991-12-10 1993-07-01 Petrus Jacobus Maria Van Vugt Vloerconstructie voor plantenteelt.
NL9500501A (nl) * 1995-03-13 1996-10-01 Intercodam Beheer B V Teeltvloer alsmede onderdelen daarvoor.
FR2798255A1 (fr) * 1999-09-09 2001-03-16 Louis Marie Dupraz Support de culture subirrigant carrossable et horizontal
US20070289213A1 (en) * 2006-06-01 2007-12-20 Andrew Van Geest Irrigation systems
WO2011103459A2 (en) * 2010-02-19 2011-08-25 Industrial Environmental Concepts, Inc. Watering systems, platforms for watering systems, greenhouses with watering systems, and methods of watering

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL9102059A (nl) * 1991-12-10 1993-07-01 Petrus Jacobus Maria Van Vugt Vloerconstructie voor plantenteelt.
NL9500501A (nl) * 1995-03-13 1996-10-01 Intercodam Beheer B V Teeltvloer alsmede onderdelen daarvoor.
FR2798255A1 (fr) * 1999-09-09 2001-03-16 Louis Marie Dupraz Support de culture subirrigant carrossable et horizontal
US20070289213A1 (en) * 2006-06-01 2007-12-20 Andrew Van Geest Irrigation systems
WO2011103459A2 (en) * 2010-02-19 2011-08-25 Industrial Environmental Concepts, Inc. Watering systems, platforms for watering systems, greenhouses with watering systems, and methods of watering

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US11818993B2 (en) Cultivation floor system for providing supply and discharge irrigation
CN1335747A (zh) 一种用于漫灌的方法和设备
NL2010289C2 (nl) Werkwijze voor het installeren van een teeltvloersysteem.
US5993111A (en) Method and system for flood irrigation
KR101514344B1 (ko) 농작물 재배용 베드의 횡주 걸이대
NL2012250C2 (nl) Werkwijze voor het installeren van een teeltvloersysteem en teeltvloersysteem.
US20070289213A1 (en) Irrigation systems
US10798892B2 (en) Aerification system
JP2016096754A (ja) 壁面緑化パネル及び壁面緑化設備
US20120317879A1 (en) Watering Systems, Platforms for Watering Systems, Greenhouses with Watering Systems, and Methods of Watering
US20200205334A1 (en) Aerification system
EP1599087B1 (en) The present invention relates to an irrigation system, method of irrigating and method of manufacturing an irrigation system
NL2015771B1 (nl) Teeltvloersysteem voor het telen van planten.
NL2010290C2 (nl) Teeltvloersysteem met eb/vloed-waterinstallatie.
JP2007151451A (ja) 間断式給水栽培装置
JP2014124180A (ja) 栽培装置および栽培方法
US20220264812A1 (en) Aerification system
JP2013005745A (ja) 地下灌漑システム
JPH0423927A (ja) 水耕栽培用ベッド
WO2022200362A2 (en) Cultivation floor system and method
NL2010590C2 (en) Method for growing perennial fruit-bearing plants and arrangement comprising such plants.
CA2549257A1 (en) Irrigation systems
NL9500501A (nl) Teeltvloer alsmede onderdelen daarvoor.

Legal Events

Date Code Title Description
SD Assignments of patents

Effective date: 20150811

HC Change of name(s) of proprietor(s)

Owner name: ERFGOED NEDERLAND B.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), CHANGE OF OWNER(S) NAME; FORMER OWNER NAME: ERFGOED MATERIEEL B.V.

Effective date: 20190716