NL2009911C2

NL2009911C2 - ATTRACTION FOR ENTERTAINMENT DRIVES.

Info

Publication number: NL2009911C2
Application number: NL2009911A
Authority: NL
Inventors: Hendrikus Maria Petro Johannes Helena Groels
Original assignee: Ride Company Ag
Priority date: 2012-11-30
Filing date: 2012-11-30
Publication date: 2014-06-04

Description

Korte aanduiding: Attractie voor amusementsritten BeschrijvingShort description: Attraction for amusement rides Description

De uitvinding heeft betrekking op een attractie voor 5 amusementsritten volgens de aanhef van conclusie 1.The invention relates to an attraction for 5 amusement journeys according to the preamble of claim 1.

Een dergelijke attractie voor amusementsritten is algemeen bekend, bijvoorbeeld in de vorm van een carrousel of zweefmolen. De carrousel of draaimolen omvat een op de bodem plaatsbaar gestel. Vanaf het gestel strekt zich in verticale richting een centrale mast naar boven toe uit. Een naaf is met de mast 10 verbonden. Aan de naaf is een frame voorzien, dat zich in radiale richting van de naaf uitstrekt. Aan het frame zijn een aantal gondels voorzien. In het geval van de carrousel zijn deze op een draaibare bodem geplaatst. Bij de zweefmolen zijn de gondels aan het frame opgehangen, zodat de gondels vrij beweegbaar zijn. De naaf is, samen met het frame en de gondels, relatief ten opzichte van het gestel 15 beweegbaar in de omtreksrichting van de mast. Aandrijfmiddelen zijn voorzien waarmee de naaf en de gondels een cirkelvormige, roterende beweging rondom de mast kunnen maken.Such an attraction for amusement rides is generally known, for example in the form of a carousel or whirligig. The carousel or merry-go-round comprises a frame that can be placed on the bottom. A central mast extends upwards from the frame in the vertical direction. A hub is connected to the mast 10. A frame is provided on the hub, which frame extends radially from the hub. A number of gondolas are provided on the frame. In the case of the carousel, these are placed on a rotating floor. At the whirligig the gondolas are suspended from the frame, so that the gondolas are freely movable. The hub, together with the frame and the gondolas, is movable relative to the frame 15 in the circumferential direction of the mast. Drive means are provided with which the hub and the gondolas can make a circular, rotating movement around the mast.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding, om een verbeterde attractie voor amusementsritten te verschaffen, waarbij de gebruiker een verbeterde 20 sensatie ondergaat, en bij voorkeur waarbij het comfort van de gebruiker gewaarborgd is.It is an object of the present invention to provide an improved amusement ride for amusement rides, in which the user undergoes an improved sensation, and preferably in which the comfort of the user is guaranteed.

Met dit doel verschaft de uitvinding een attractie voor amusementsritten van de in de aanhef genoemde soort. De attractie voor amusementsritten volgens de uitvinding, omvat een op de bodem (vaste wereld) 25 plaatsbaar gestel, hetgeen een frame of een fundament kan zijn. Het gestel dient ervoor om de attractie stevig en veilig op de gewenste locatie te plaatsen. Het gestel kan permanent of semi-permanent met de bodem verbonden worden. Bij een permanente plaatsing kan gedacht worden aan een attractie voor een pretpark. Een semi-permanente plaatsing is denkbaar voor toepassing op een kermis, waar 30 attracties telkens opgebouwd en afgebroken moeten worden. Het gestel kan bijvoorbeeld een metalen frame zijn, maar ook bijvoorbeeld een betonnen gegoten bak. De attractie omvat verder een met het gestel verbonden mast. Aan de mast is een naaf voorzien. Deze naaf is relatief ten opzichte van het gestel beweegbaar in een omtreksrichting van de mast. Het is daarbij mogelijk dat de naaf vast met de 2 mast verbonden is, en dat het samenstel van naaf en mast relatief ten opzichte van het gestel een roterende beweging ondergaat. In een uitvoering, is de mast echter vast met het gestel verbonden, en is de naaf relatief ten opzichte van de mast en het gestel beweegbaar, in een omtreksrichting van de mast. Om de beweging tot stand 5 te brengen, zijn aandrijfmiddelen voorzien. Deze aandrijfmiddelen zijn op zich voor de vakman bekend. De gebruikers van de attractie nemen plaats in een aantal personendragers met een draagoppervlak en een steunoppervlak. De personendragers zijn in de omtreksrichting verdeeld verbonden met een vast met de naaf verbonden, en zich in radiale richting uitstrekkend frame. De personendragers 10 kunnen ingericht zijn voor het laten staan of zitten van de gebruikers. De personendragers kunnen gondels zijn, zoals bijvoorbeeld stagondels en/of zitgondels.For this purpose the invention provides an attraction for amusement rides of the type mentioned in the preamble. The attraction for amusement rides according to the invention comprises a frame that can be placed on the bottom (fixed world), which can be a frame or a foundation. The frame serves to securely and securely place the attraction at the desired location. The frame can be permanently or semi-permanently connected to the ground. A permanent placement could be an attraction for an amusement park. A semi-permanent placement is conceivable for use at a fair, where 30 attractions must be built and dismantled each time. The frame can for instance be a metal frame, but also for instance a concrete cast container. The attraction further comprises a mast connected to the frame. A hub is provided on the mast. This hub is movable relative to the frame in a circumferential direction of the mast. It is thereby possible that the hub is fixedly connected to the mast, and that the assembly of hub and mast undergoes a rotating movement relative to the frame. In one embodiment, however, the mast is fixedly connected to the frame, and the hub is movable relative to the mast and the frame, in a circumferential direction of the mast. To bring about the movement, drive means are provided. These drive means are known per se to the skilled person. The users of the attraction take a seat in a number of people carriers with a support surface and a support surface. The people carriers are connected distributed in circumferential direction to a frame fixedly connected to the hub and extending in radial direction. The person carriers 10 can be arranged for allowing the users to stand or sit. The person carriers can be gondolas, such as for example trainee gondolas and / or sit gondolas.

In het geval van stagondels wordt het draagoppervlak gevormd door een oppervlak waarop de gebruiker kan staan, dat wil zeggen waarop de gebruiker 15 zijn voeten plaatst, en wordt het steunoppervlak gevormd door een oppervlak dat steun kan geven aan de buik of rug van de gebruiker.In the case of tramp gondolas, the support surface is formed by a surface on which the user can stand, that is, on which the user places his feet, and the support surface is formed by a surface capable of supporting the abdomen or back of the user.

In het geval van zitgondels is er sprake van stoelen, met een zitting en een rugleuning.In the case of gondolas, there are chairs, with a seat and a backrest.

Volgens de uitvinding, omvat de attractie dragerzwenkmiddelen. Met 20 deze dragerzwenkmiddelen is het mogelijk om actief het aantal personendragers te laten zwenken. Met zwenken wordt daarbij bedoeld een voor de gebruiker in hoofdzaak voor- of achterwaarts kantelende beweging, ofwel een zwenkende beweging die in hoofdzaak in het sagittale vlak van de gebruiker gelegen is. De gebruiker wordt daarbij in een de voorkeur hebbende uitvoeringsvorm vanuit een 25 zitstand (of staande stand) naar een gedeeltelijke of volledige ligstand (buikligging en/of rugligging) gebracht. Dit wil zeggen dat de zwenking gebeurt rondom een dragerzwenkas die in hoofdzaak loodrecht op de normaalvector van het draagoppervlak, zoals de zitting, alsmede loodrecht op de normaalvector van het steunoppervlak, zoals de rugleuning gelegen is. Met deze aanvullende beweging zal 30 de gebruiker een verbeterde sensatie ondergaan, doordat een complexere beweging gemaakt kan worden. Toch is het comfort van de gebruiker gewaarborgd, bijvoorbeeld doordat in de hierboven beschreven uitvoering de gebruiker op normale wijze in de stoel kan gaan zitten, of doordat de gebruiker gewoon kan gaan staan op het gestel (dat aldus het draagoppervlak vormt) of in de gondel, en dat na 3 aanbrenging van een zekering, tijdens de rit, een zwenking plaats kan vinden. Daarmee is het doel van de onderhavige uitvinding bereikt.According to the invention, the attraction comprises carrier pivoting means. With these carrier pivoting means it is possible to actively have the number of person carriers pivoted. By pivoting is herein meant a movement that is substantially forward or backward tilting for the user, or a pivoting movement that is situated substantially in the sagittal plane of the user. In a preferred embodiment the user is thereby brought from a sitting position (or standing position) to a partial or complete lying position (prone position and / or supine position). This means that the pivotal movement takes place around a carrier pivot axis that is substantially perpendicular to the normal vector of the supporting surface, such as the seat, as well as perpendicular to the normal vector of the supporting surface, such as the backrest. With this additional movement the user will undergo an improved sensation, because a more complex movement can be made. Nevertheless, the comfort of the user is guaranteed, for example because in the embodiment described above the user can sit in the chair in a normal manner, or because the user can simply stand on the frame (thus forming the carrying surface) or in the gondola , and that after 3 fuses are applied, during the ride, a swing can take place. The object of the present invention has thus been achieved.

In de onderhavige aanvrage wordt met actief zwenken bedoeld dat zwenking niet zozeer plaats vindt onder invloed van de beweging van de attractie of 5 van het aantal personendragers zelf (bijvoorbeeld ten gevolge van een centripetaal kracht of de zwaartekracht), maar juist dat het onafhankelijk van de beweging mogelijk is om het aantal personendragers te laten zwenken. Daarbij kan de zwenking vooraf zijn ingesteld, zodanig dat de attractie een vooraf bepaalde beweging uitvoert. Het is ook denkbaar dat de bediener van de attractie door middel 10 van een bedieningsmiddel, bijvoorbeeld in de vorm van een knop, de zwenking van de personendragers aanstuurt. In een uitvoering volgens de uitvinding, die later zal worden toegelicht, is het zelfs denkbaar dat juist de gebruiker van de drager invloed heeft op het zwenken van de personendrager. Het actief zwenken van de personendrager, volgens de onderhavige uitvinding, sluit overigens niet uit dat 15 tegelijkertijd een passief zwenken ten gevolge van de beweging van de attractie mogelijk is.In the present application, active pivoting means that pivoting does not occur so much under the influence of the movement of the attraction or of the number of people carrying it itself (for example as a result of a centripetal force or gravity), but rather that it is independent of the movement is possible to make the number of people The pivot can herein be pre-set such that the attraction performs a predetermined movement. It is also conceivable that the operator of the attraction controls the pivotal movement of the person's carriers by means of an operating means, for example in the form of a button. In an embodiment according to the invention, which will be explained later, it is even conceivable that it is precisely the user of the carrier who influences the pivoting of the person carrier. The active pivoting of the person carrier, according to the present invention, does not, however, preclude that at the same time passive pivoting as a result of the movement of the attraction is possible.

In een de voorkeur hebbende uitvoeringsvorm zijn de dragerzwenkmiddelen ingericht voor het van een zittende of staande positie van de gebruiker naar een liggende positie van de gebruiker brengen van de dragers. Zoals 20 hierboven beschreven, wordt het hiermee mogelijk dat de gebruiker op normale wijze plaats kan nemen in de drager van de attractie, en dat in bedrijf van de attractie de drager naar de liggende positie gebracht wordt. Tijdens de amusementsrit kan de gebruiker dus naar een buikligging of een rugligging gebracht worden. Daarbij heeft de buikligging de voorkeur. Met de buikligging zal de gebruiker een vliegervaring 25 ondergaan, waarbij het in en uitstappen uit de attractie toch bijzonder snel, veilig en op comfortabele wijze plaats kan vinden.In a preferred embodiment, the carrier pivoting means are adapted to move the carriers from a sitting or standing position of the user to a lying position of the user. As described above, it hereby becomes possible that the user can take a normal place in the carrier of the attraction, and that the carrier is brought to the lying position during operation of the attraction. During the entertainment ride, the user can therefore be taken to a prone position or a supine position. The prone position is thereby preferred. With the prone position the user will undergo a flying experience, whereby getting in and out of the attraction can nevertheless take place particularly quickly, safely and in a comfortable manner.

De dragerzwenkmiddelen zijn in een uitvoering ingericht voor het over een hoek van 10° tot 80° zwenken van de personendragers, aangezien op deze wijze een zwenking van een zitpositie naar een ligpositie mogelijk is. Bij voorkeur 30 worden de personendragers gezwenkt over een hoek van 50° tot 65°. Het is gebleken dat bij een dergelijke hoek de gebruiker wel het idee heeft dat hij een liggende positie heeft aangenomen, en dus ook de vliegervaring zal ondergaan, maar dat het comfort voor de gebruiker bij deze hoek maximaal is. Bij een dergelijke hoek hoeft de gebruiker namelijk zijn hoofd niet ver op te tillen om vooruit te kijken, 4 hetgeen bij een verdere kanteling wel het geval is. Doordat de gebruiker zijn hoofd niet ver hoeft op te tillen, wordt de belasting op diens nekspieren ook minder.In an embodiment, the carrier pivoting means are adapted to pivot the person carriers over an angle of 10 ° to 80 °, since in this way a pivoting from a sitting position to a lying position is possible. Preferably, the person carriers are pivoted through an angle of 50 ° to 65 °. It has been found that at such an angle the user does have the idea that he has assumed a lying position, and therefore will also undergo the flying experience, but that the comfort for the user at this angle is maximum. With such an angle, the user does not have to lift his head far to look ahead, which is the case with a further tilt. Because the user does not have to lift his head far, the load on his neck muscles is also reduced.

Zoals hierboven reeds omschreven, is in een uitvoeringsvorm het aantal personendragers voorzien van een bedieningsmiddel waarmee de gebruiker 5 de dragerzwenkmiddelen vanuit diens drager kan bedienen. Hiermee kan de gebruiker zelf bepalen of, en wanneer, hij een zwenkende beweging in gang wil zetten, en wanneer deze beweging gestopt moet worden. Hiermee verkrijgt de gebruiker dus een verbeterde sensatie tijdens de attractie.As already described above, in an embodiment the number of person carriers is provided with an operating means with which the user 5 can operate the carrier pivoting means from his carrier. This allows the user to decide for himself whether, and when, he wants to initiate a pivoting movement, and when this movement must be stopped. This gives the user an improved sensation during the attraction.

In een de voorkeur hebbende uitvoeringsvorm, omvat de attractie 10 verder een aantal langwerpige verbindingselementen voor verbinding van de personendragers met het frame, waarbij elk van de verbindingselementen nabij een uiteinde daarvan met een of meer van het aantal personendragers is verbonden, en nabij een tegenoverliggend uiteinde met het frame is verbonden. Het verbindingselement zorgt ervoor dat het aantal personendragers op afstand van het 15 frame geplaatst is, waardoor er relatief meer ruimte ontstaat voor het aantal stoelen, alsmede voor het zwenken daarvan. Aanvullend maakt het gebruik van de verbindingselementen het mogelijk dat twee of meer personendragers, zoals stoelen naast elkaar geplaatst kunnen worden. Dit vergroot dus de capaciteit van de attractie.In a preferred embodiment, the attraction 10 further comprises a number of elongated connecting elements for connecting the person carriers to the frame, each of the connecting elements being connected near one end thereof to one or more of the number of person carriers, and near an opposite end is connected to the frame. The connecting element ensures that the number of people carriers is placed at a distance from the frame, whereby relatively more space is created for the number of seats, as well as for pivoting thereof. In addition, the use of the connecting elements makes it possible for two or more people carriers, such as chairs, to be placed side by side. This therefore increases the capacity of the attraction.

20 Om de sensatie van de attractie voor de gebruiker verder te verhogen, zijn in een uitvoeringsvorm de langwerpige verbindingselementen zwenkbaar om een zwenkas met het frame zijn verbonden, waarbij die zwenkas in hoofdzaak tangentieel op de omtreksrichting van het frame gelegen is. Met in hoofdzaak tangentieel wordt in de onderhavige uitvinding bedoeld dat de zwenkas 25 zich onder een hoek van -20° tot +20° ten opzichte van de tangentiele raaklijn van de omtreksrichting van de naaf uitstrekt. Het uiteinde van het verbindingselement dat zich nabij de personendrager bevindt, is daarmee in een radiale richting van de naaf beweegbaar. Dat uiteinde kan daarmee dichter of verder van de naaf geplaatst worden. Dit dichter of verder plaatsen kan actief gebeuren, doordat de 30 verbindingselementen aangedreven worden onder invloed van zwenkmiddelen, of passief, onder invloed van centripetaal krachten. De personendragers zullen daarbij relatief ten opzichte van het gestel bewegen, en juist dichter bij het gestel komen, of daar verder vanaf geplaatst worden.In order to further increase the sensation of the attraction for the user, in an embodiment the elongated connecting elements are pivotally connected to the frame about a pivot axis, said pivot axis being located substantially tangentially to the circumferential direction of the frame. In the present invention, substantially tangential is understood to mean that the pivot axis 25 extends at an angle of -20 ° to + 20 ° with respect to the tangential tangent of the circumferential direction of the hub. The end of the connecting element, which is located near the person carrier, is thus movable in a radial direction of the hub. That end can thus be placed closer or further away from the hub. This closer or further positioning can take place actively, because the connecting elements are driven under the influence of pivoting means, or passively, under the influence of centripetal forces. The person carriers will thereby move relative to the frame, and will actually come closer to the frame, or be placed further away from it.

55

Bij een uitvoering, maakt de zwenkas een positieve hoek, bij voorkeur gelegen tussen 5° en 15°, met de tangentiële raaklijn, waarmee wordt bedoeld dat bij het naar binnen zwenken, de personendrager ook naar voren toe, als gezien in de omtreksrichting, zal bewegen. Dientengevolge zal de personendrager 5 bij het radiaal naar buiten toe bewegen, ook een relatieve achterwaartse beweging ondergaan. Een dergelijke plaatsing verbetert de sensatie die de gebruiker ondergaat.In one embodiment, the pivot axis makes a positive angle, preferably between 5 ° and 15 °, with the tangential tangent line, which means that when swiveled in, the person carrier will also be forward, as seen in the circumferential direction. to move. As a result, when moving radially outwards, the person carrier 5 will also undergo a relative backward movement. Such a placement improves the sensation that the user undergoes.

Het heeft de voorkeur wanneer de langwerpige verbindingselementen zich vanaf het frame in de richting van het gestel uitstrekken. 10 De personendragers zijn daarbij als het ware opgehangen aan het frame. Een dergelijke constructie zorgt ervoor dat de personendragers vrij geplaatst zijn. Daarmee worden de personendragers vrij toegankelijk bij het instappen in de attractie. Maar ook zorgt dit ervoor dat bij het kantelen een vrij uitzicht voor de gebruiker verkregen wordt, hetgeen de sensatie vergroot.It is preferred that the elongated connecting elements extend from the frame in the direction of the frame. The person carriers are, as it were, suspended from the frame. Such a construction ensures that the people carriers are freely placed. This makes the person carriers freely accessible when entering the attraction. But this also ensures that a free view is obtained for the user when tilting, which increases the sensation.

15 Om de beweging van de attractie verder actief te kunnen beïnvloeden, zijn in een uitvoeringsvorm de langwerpige verbindingselementen starre verbindingsarmen. In een andere uitvoering, kunnen flexibele verbindingskabels toegepast worden.In order to be able to actively further influence the movement of the attraction, in an embodiment the elongated connecting elements are rigid connecting arms. In another embodiment, flexible connecting cables can be used.

Een constructief eenvoudige uitvoeringsvorm is verkregen wanneer 20 de mast vast met het gestel verbonden is, waarbij de naaf relatief ten opzichte van de mast beweegbaar is.A constructionally simple embodiment is obtained when the mast is rigidly connected to the frame, the hub being movable relative to the mast.

Een verdere vergroting van de sensatie wordt verkregen wanneer de naaf relatief ten opzichte van het gestel in een langsrichting van de mast beweegbaar is. Zo is het frame met de personendragers op een bepaalde hoogte 25 van het gestel plaatsbaar. Samen met het kantelen van de personendragers, verkrijgt de gebruiker het idee dat hij vliegt.A further increase in the sensation is obtained when the hub is movable in a longitudinal direction of the mast relative to the frame. The frame with the people carriers can thus be placed at a certain height of the frame. Together with the tilting of the people carriers, the user gets the idea that he is flying.

De uitvinding zal navolgend ter illustratie nader worden toegelicht aan de hand van enkele figuren, welke een de voorkeur hebbende uitvoeringsvorm 30 van de uitvinding laten zien. In de figuren tonen:The invention will be explained in more detail below with reference to a few figures, which show a preferred embodiment of the invention. In the figures:

Fig. 1 - een aanzicht in perspectief van een attractie volgens de onderhavige uitvinding; 6FIG. 1 - a perspective view of an attraction according to the present invention; 6

Fig. 2 - een vooraanzicht van een gedeelte van de attractie volgens de onderhavige uitvinding;FIG. 2 - a front view of a portion of the attraction according to the present invention;

Fig. 3a en 3b -zijaanzichten van de stoelen van de attractie volgens de onderhavige uitvinding; 5 Fig. 4a en 4b - een vooraanzicht en een zijaanzicht van de stoelen van de attractie volgens de onderhavige uitvinding;FIG. 3a and 3b are side views of the seats of the attraction according to the present invention; FIG. 4a and 4b - a front view and a side view of the seats of the attraction according to the present invention;

Fig. 5 - een detailaanzicht in perspectief van de attractie volgensFIG. 5 - a detailed perspective view of the attraction according to

Fig. 1; 10 Fig. 1 toont een attractie 1 voor amusementsritten. De attractie 1 kan bijvoorbeeld een kermisattractie of een pretparkattractie, alhoewel de uitvinding niet daartoe beperkt is. De attractie 1 kan semi-permanent zijn, dat wil zeggen dat deze op locatie opbouwbaar en afbreekbaar is, hetgeen in hoofdzaak voor kermisattracties het geval is, maar het is ook denkbaar dat de attractie 1 een in 15 hoofdzaak permanente locatie krijgt, bijvoorbeeld voor pretparkdoeleinden. De attractie 1 volgens de onderhavige uitvinding omvat een op de bodem 2 geplaatst gestel 3, dat zorgt voor een (althans tijdelijke) vaste en geborgde verbinding met de vaste wereld (bodem 2). Vanaf dit gestel strekt zich een mast 5 in hoofdzaak in loodrechte richting naar boven toe uit, in een richting weg van de bodem 2. Aan de 20 bovenzijde heeft de mast een top 21. De mast 5 kan zich in een uitvoeringsvorm ook niet-loodrecht naar boven toe uitstrekken, en staat dan onder een hoek. De mast 5 is met het gestel verbonden. Een naaf 7 is met de mast 5 verbonden. Deze naaf is relatief ten opzichte van het gestel 3 beweegbaar, in een omtreksrichting van de mast 5. De naaf 7 kan dus ronddraaien ten opzichte van het gestel. Het is denkbaar 25 dat de naaf relatief ten opzichte van de mast 5 beweegt, dus dat deze rondom de mast 5 draait. Het is echter ook denkbaar dat de naaf 7 vast met de mast 5 verbonden is, en dat het samenstel van de mast 5 en de naaf 7 gezamenlijk ronddraait, voor het verkrijgen van de ronddraaiende beweging. In ieder geval is het zo dat de naaf 7 kan roteren ten opzichte van het gestel, voor het verkrijgen van een 30 ronddraaiende beweging. Voor dit ronddraaien zijn niet nader getoonde aandrijfmiddelen voorzien, die de naaf 7 relatief ten opzichte van het gestel 3 in de omtreksrichting van de mast 5 kunnen bewegen. Dergelijke aandrijfmiddelen zijn voor de vakman op zich bekend. De naaf is in de getoonde uivoeringsvorm ook in hoogte beweegbaar relatief ten opzichte van het gestel, doordat de naaf 7 in de 7 langsrichting L van de mast 5 beweegbaar is. Zoals te zien is in Fig. 1, is de attractie 1 voorzien van een frame 9 dat vast aan de naaf is bevestigd en dat zich in radiale richting vanaf de naaf 7 uitstrekt. Aan dit frame 9 zijn telkens een aantal personendragers in de vorm van stoelen 11 bevestigd. Zoals later duidelijker 5 getoond zal worden, omvatten deze stoelen 11 telkens een zitting en een rugleuning. Overigens kan er ook sprake zijn van anders uitgevoerde personendragers of gondels, waarbij het denkbaar is in een uitvoeringsvorm dat de gebruiker bij het instappen staat (zogeheten stagondel).FIG. 1; FIG. 1 shows an attraction 1 for amusement rides. The attraction 1 may, for example, be a fairground attraction or an amusement park attraction, although the invention is not limited thereto. The attraction 1 can be semi-permanent, that is to say it can be built up and dismantled on location, which is mainly the case for fairground attractions, but it is also conceivable that the attraction 1 will have a substantially permanent location, for example for amusement park purposes . The attraction 1 according to the present invention comprises a frame 3 placed on bottom 2, which ensures a (at least temporary) fixed and secured connection with the fixed world (bottom 2). From this frame, a mast 5 extends upwards substantially in perpendicular direction, in a direction away from the bottom 2. At the top, the mast has a top 21. In one embodiment, the mast 5 can also extend non-perpendicularly extend upwards, and then stand at an angle. The mast 5 is connected to the frame. A hub 7 is connected to the mast 5. This hub is movable relative to the frame 3, in a circumferential direction of the mast 5. The hub 7 can therefore rotate relative to the frame. It is conceivable that the hub moves relative to the mast 5, so that it rotates around the mast 5. However, it is also conceivable that the hub 7 is rigidly connected to the mast 5, and that the assembly of the mast 5 and the hub 7 rotates together, to obtain the rotating movement. In any case, the hub 7 can rotate relative to the frame for obtaining a circular motion. For this rotation, drive means (not shown in more detail) are provided, which can move the hub 7 relative to the frame 3 in the circumferential direction of the mast 5. Such drive means are known per se to the skilled person. In the embodiment shown, the hub is also movable in height relative to the frame, because the hub 7 is movable in the 7 longitudinal direction L of the mast 5. As can be seen in FIG. 1, the attraction 1 is provided with a frame 9 which is fixedly attached to the hub and which extends radially from the hub 7. A number of person carriers in the form of seats 11 are attached to this frame 9. As will be shown more clearly later, these chairs 11 each comprise a seat and a backrest. Incidentally, it is also possible to carry persons or gondolas of a different design, whereby it is conceivable in an embodiment that the user stands at boarding (so-called trainee gondola).

De ophanging van de stoelen 11 is nader getoond in Fig. 2. Hier is 10 te zien dat een verticale arm 17 aan het frame 9 verbonden is. Deze arm strekt zich vanaf het frame 9 naar de bodem 2 (niet getoond) uit. Aan een uiteinde van de verticale arm 17 is een horizontale draagarm 19 bevestigd. De draagarm 19 strekt zich aan weerszijden van de verticale arm 17 uit. Aan beide uiteinden van de draagarm 19 is telkens een stoel 11 bevestigd. Zoals Fig. 2 laat zien, kan de 15 verticale arm 17 zwenken rondom een zwenkas Z, die in hoofdzaak samenvalt met de omtreksrichting van de mast 5. Op deze wijze zijn de stoelen 11 in feite in radiale richting verplaatsbaar, parallel aan de arm 9 van het frame, om zo de stoelen 11 dichter of verder van de mast 5 te plaatsen. Een hydraulische arm 18 wordt gebruikt om de arm te verplaatsen, alhoewel andere aanstuurmiddelen ook denkbaar zijn. 20 Zoals te zien is, zijn in een neutrale stand (I) de stoelen horizontaal geplaatst. In een naar buiten geplaatste stand (II) maakt de arm 17 een hoek βΜ ten opzichte van de verticaal. In de naar binnen geplaatste stand (III) maakt de arm 17 een hoek βιΜ ten opzichte van de verticaal. De hoeken zijn daarbij vrij te kiezen, en/of te beperken. De uitvinding is niet beperkt tot een bepaalde hoekverplaatsing voor de arm 17. Het is 25 bijvoorbeeld ook denkbaar dat er geen zijlingse hoekverplaatsing aanwezig is.The suspension of the seats 11 is further shown in FIG. 2. Here it can be seen that a vertical arm 17 is connected to the frame 9. This arm extends from the frame 9 to the bottom 2 (not shown). A horizontal support arm 19 is attached to one end of the vertical arm 17. The carrying arm 19 extends on either side of the vertical arm 17. A chair 11 is attached to both ends of the carrying arm 19. As shown in FIG. 2, the vertical arm 17 can pivot about a pivot axis Z, which substantially coincides with the circumferential direction of the mast 5. In this way the seats 11 are in fact movable in radial direction, parallel to the arm 9 of the frame. so as to place the seats 11 closer or farther from the mast 5. A hydraulic arm 18 is used to move the arm, although other control means are also conceivable. As can be seen, in a neutral position (I) the seats are placed horizontally. In an outwardly placed position (II) the arm 17 makes an angle βΜ with respect to the vertical. In the inwardly positioned position (III) the arm 17 makes an angle βιΜ with respect to the vertical. The angles are free to choose and / or to limit. The invention is not limited to a specific angular displacement for the arm 17. It is also conceivable, for example, that no lateral angular displacement is present.

Overigens wordt opgemerkt dat het toepassen van een verticale arm, die al dan niet zwenkbaar is, optioneel is, en dat een uitvoering waarbij de stoelen 11 (of gondels) rechtstreeks aan het frame 9 bevestigd zijn, ook denkbaar is.Incidentally, it is noted that the use of a vertical arm, which can be swiveled or not, is optional, and that an embodiment in which the seats 11 (or gondolas) are directly attached to the frame 9 is also conceivable.

Fig. 3a en 3b tonen een zijaanzicht van de stoelen 11 met daarin 30 een gebruiker. De gebruiker zit op een zitvlak 31, met zijn rug tegen een rugleuning 32. De gebruiker is gezekerd door middel van een beugel 34, die beweegbaar is tussen een gezekerde stand en een instap-stand, door middel van een pneumatisch of hydraulisch element 36. De stoelen 11 zijn op zich bekend voor de vakman, en zullen derhalve niet verder worden toegelicht. Volgens een belangrijk aspect van de 8 uitvinding omvat de attractie 1 dragerzwenkmiddelen 12 voor het rondom een dragerzwenkas A zwenken van de stoel 11. Deze dragerzwenkas A is volgens de uitvinding in hoofdzaak loodrecht op het sagittale vlak van de gebruiker gelegen. Dit sagittale vlak loopt bij de mens van voor naar achter, en verdeelt het lichaam in een 5 linker en rechter helft. Met deze dragerzwenkmiddelen 12 is het aldus mogelijk om de stoel 11 voorover en/of achterover te kantelen, zodanig dat de gebruiker van een zittende stand naar een liggende stand gebracht wordt. Volgens een aspect wordt dus voorzien in een eenvoudige, normale instap voor de gebruiker, die op een normale wijze plaats kan nemen op de stoel 11, om dan vervolgens tijdens de rit (of 10 vlak ervoor) voorover gekanteld te worden, zodanig dat de gebruiker een vliegervaring krijgt tijdens de rit. De hoek α waarover gekanteld wordt, kan variëren. Het is de uitvinder gebleken, dat een kantelhoek van 10° tot 80° een unieke ervaring geeft, alhoewel een relatief kleine kantelhoek α van 50° tot 65° bijzonder effectief is voor het creëren van de vliegervaring, zonder de nek van de gebruiker onnodig te 15 belasten. Bij een grotere hoek, zal de gebruiker namelijk zijn hoofd verder optillen, hetgeen voor de gebruiker oncomfortabel is.FIG. 3a and 3b show a side view of the seats 11 with a user therein. The user sits on a seat 31, with his back against a backrest 32. The user is secured by means of a bracket 34, which is movable between a secured position and an entry position, by means of a pneumatic or hydraulic element 36. The seats 11 are known per se to the person skilled in the art, and will therefore not be further explained. According to an important aspect of the invention, the attraction 1 comprises carrier pivot means 12 for pivoting the chair 11 around a carrier pivot axis A. According to the invention, this carrier pivot axis A is substantially perpendicular to the sagittal plane of the user. This sagittal plane runs from front to back in humans, and divides the body into a left and right half. With these carrier pivoting means 12 it is thus possible to tilt the chair 11 forwards and / or backwards, such that the user is brought from a sitting position to a lying position. In one aspect, therefore, a simple, normal entry is provided for the user, which can take place in a normal manner on the seat 11, and then subsequently tilted forward during the ride (or 10 just before) such that the user get a flying experience during the ride. The angle α that is tilted can vary. It has been found by the inventor that a tilt angle of 10 ° to 80 ° gives a unique experience, although a relatively small tilt angle α of 50 ° to 65 ° is particularly effective for creating the flying experience without unduly affecting the user's neck. 15 tax. Namely, at a larger angle, the user will raise his head further, which is uncomfortable for the user.

Fig. 4a en 4b tonen verdere details van de uitvinding, waarin met name de dragerzwenkas A nauwkeuriger is aangegeven. Zoals te zien is, is de dragerzwenkas A loodrecht op de normaalvector Nz van de zitting 31, alsmede 20 loodrecht op de normaalvector Nr van de rugleuning 32 gelegen. In de getoonde toestand strekt de dragerzwenkas A zich dus in een radiale richting van de mast 5 uit.FIG. 4a and 4b show further details of the invention, in which in particular the carrier pivot axis A is more accurately indicated. As can be seen, the carrier pivot axis A is perpendicular to the normal vector Nz of the seat 31, as well as perpendicular to the normal vector Nr of the backrest 32. In the condition shown, the carrier pivot axis A thus extends in a radial direction of the mast 5.

Fig. 5, ten slotte, toont een detail van de in Fig. 1 getoonde situatie, waarbij met name de verschillende zwenkassen A, Z duidelijker zijn aangegeven. De 25 eerste zwenkas Z strekt zich in hoofdzaak tangentieel aan de omtreksrichting uit, en zoals hierboven reeds werd toegelicht, strekt de dragerzwenkas A zich in hoofdzaak in radiale richting van de mast 5 uit. Daarbij wordt opgemerkt dat de eerste zwenkas Z zich ook enigszins onder een hoek ten opzichte van de tangentiële raaklijn uit kan strekken, waarbij de hoek bij voorkeur zodanig gekozen is, dat de stoel (of 30 personendrager) zich bij een radiale beweging naar binnen toe, ook enigszins naar voren toe beweegt (gezien in de richting van de omtreksbeweging), en bij een radiale beweging naar buiten toe, enigszins naar achteren toe. Bij een voorwaartse rondgaande beweging, zal de gebruiker dus een extra versnelling naar voren toe ondergaan, hetgeen bijdraagt aan de sensatie.FIG. 5, finally, shows a detail of the process shown in FIG. 1, wherein in particular the different pivot axes A, Z are more clearly indicated. The first pivot axis Z extends substantially tangentially to the circumferential direction, and as already explained above, the carrier pivot axis A extends substantially in the radial direction of the mast 5. It is noted here that the first pivot axis Z can also extend slightly at an angle with respect to the tangential tangent line, wherein the angle is preferably chosen such that the chair (or person carrier) moves inward with a radial movement, also moves slightly forward (viewed in the direction of the circumferential movement), and with a radial movement outwards, slightly backwards. With a forward circular movement, the user will therefore undergo an extra acceleration towards the front, which contributes to the sensation.

99

Niet getoond in de figuren, maar wel een belangrijk aspect van de uitvinding, is dat de stoelen 11 voorzien kunnen zijn van een bedieningsmiddel waarmee de gebruiker de dragerzwenkmiddelen 11 vanuit diens stoel 11 kan bedienen. Hiermee kan de gebruiker dus zelf de kantelhoek van zijn of haar stoel 5 kiezen. Het bedieningsmiddel kan een joystick zijn, of een bedieningsknop, of bijvoorbeeld een voetpedaal.Not shown in the figures, but an important aspect of the invention, is that the seats 11 can be provided with an operating means with which the user can operate the carrier pivoting means 11 from his seat 11. This allows the user to choose the tilt angle of his or her chair 5. The operating means can be a joystick, or a control button, or for example a foot pedal.

Het moge duidelijk zijn voor de vakman dat de uitvinding hierboven is beschreven aan de hand van enkele de voorkeur hebbende uitvoeringsvormen. De uitvinding is echter niet beperkt tot deze uitvoeringsvormen. Binnen het kader van de 10 uitvinding zijn vele equivalente oplossingen denkbaar, die al dan niet voor de hand liggend zijn. De gevraagde beschermingsomvang wordt bepaald door de navolgende conclusies.It will be apparent to those skilled in the art that the invention has been described above with reference to some preferred embodiments. However, the invention is not limited to these embodiments. Many equivalent solutions are conceivable within the scope of the invention, which may or may not be obvious. The requested scope of protection is determined by the following claims.

1515

Claims

An attraction (1) for amusement rides, such as a fairground attraction or an amusement park attraction, comprising: 5. a frame (3) that can be placed on the floor; - a mast (5) connected to the frame; - a hub (7) connected to the mast and movable relative to the frame (3) in a circumferential direction of the mast; - drive means for moving the hub (7) relative to the frame (3) in the circumferential direction of the mast (5); - a frame (9) fixedly attached to the hub and extending radially from the hub (7); and - a number of person carriers (11) with a bearing surface (13), such as a seat, and a support surface (15), such as a backrest, which person carriers (11) are connected to the frame (9) distributed in circumferential direction. characterized in that the attraction (1) comprises support pivot means for pivoting the number of people carriers around a support pivot axis (A), the support pivot axis being substantially perpendicular to the normal vector (Nz) of the support surface, as well as substantially perpendicular to the normal vector ( Nr) from the support surface.

2. Attraction as claimed in claim 1, wherein the person carriers are chairs (11), wherein the carrying swivel means are adapted to bring the chairs from a sitting position of the user to a lying position of the user.

Attraction as claimed in claim 1 or 2, wherein the bearing pivoting means are adapted to pivot the seats over an angle (a) of 10 ° to 80 °, preferably over an angle of 50 ° to 65 °.

Attraction as claimed in claim 1, 2 or 3, wherein the person carriers 30 are provided with an operating means with which the user can operate the carrying swivel means from his person carrier (11).

The attraction of any preceding claim, further comprising a plurality of elongated connecting elements (17) for connecting the person carriers (11) to the frame (9), each of the connecting elements (17) having one or more near one end thereof of the plurality of persons carriers (11) and connected to the frame (9) near an opposite end.

Attraction as claimed in claim 5, wherein the elongated connecting elements (17) are pivotally connected to the frame about a pivot axis (Z), lying substantially tangentially to the circumferential direction of the frame (9), such as, for example, wherein said pivot axis (Z ) extends at an angle of -20 ° and + 20 ° with respect to the tangential tangent of the circumferential direction of the mast (5).

Attraction according to claim 5 or 6, wherein the elongated connecting elements (17) extend from the frame (9) in the direction of the frame (3).

The attraction of claim 5, 6 or 7, wherein the elongated connecting elements (17) are rigid connecting arms.

Attraction according to one of the preceding claims, wherein the mast (5) is rigidly connected to the frame, and wherein the hub (7) is movable relative to the mast (5).

Attraction according to one of the preceding claims, wherein the hub (7) is movable relative to the frame in a longitudinal direction (L) of the mast 20.