NL2009484C2 - Dakinrichting en trailer. - Google Patents

Description

Dakinrichting en trailer

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een dakinrichting. De uitvinding heeft tevens betrekking op een 5 trailer voorzien van een dergelijke dakinrichting.

Het is bekend een afdekkend scherm te gebruiken voor het vormen van een dak. Door een dak te gebruiken, kunnen de goederen, die zich onder het dak bevinden, worden afgeschermd.

10 Een bijzondere dakinrichting staat toe om te worden geopend en gesloten, zodat toegang tot de afgedekte goederen mogelijk is.

Een dergelijke dakinrichting kan worden gebruikt bij opslageenheden zoals aanhangwagens, trailers, containers 15 en afzetbakken. De dakinrichting is in het bijzonder geschikt voor trailers met een bewegende vloer. Dit staat toegang tot de goederen in de laadruimte toe ofwel bij het inladen van de trailer of bij het uitladen. Om de lading te beschermen, dan wel wettelijk af te schermen wordt het 20 dakzeil over de lading aangebracht.

De dakinrichting kan een dakzeil omvatten. Toegang is mogelijk wanneer de dakinrichting is geopend, wanneer bijvoorbeeld het dakzeil van de dakinrichting gesloten is, dat wil zeggen samengepakt of opgerold is.

25 Het dak opslageenheden kan zich op enkele meters hoogte bevinden. Bekende dakinrichtingen voor opslageenheden zoals trailers omvatten een dakslinger welke in een in lengterichting aangebrachte plank in het dakzeil zit. Door deze te roteren wordt het dakzeil om deze plank gewikkeld.

30 De bediener voert het roteren van het dakzeil rond deze plank uit. Werken op meer dan 2,5 meter van de grond kan problematisch en gevaarlijk zijn. In het bijzonder staat 2 wetgeving op stapel die het op dergelijke hoogte werken alleen in beveiligde omstandigheden toestaat.

Het is dan ook een doel van de onderhavige uitvinding om een dakinrichting te verschaffen die 5 gemakkelijk te bedienen is, en in het bijzonder te bedienen is vanaf straatniveau. Verdere uitvoeringsvormen zijn gericht op het gewaarborgd openen en sluiten van het dak.

Volgens een uitvoeringsvorm omvat een dakinrichting een flexibel scherm of dakzeil. Het scherm kan 10 worden uitgevouwen. In de uitgevouwen toestand is het dak gesloten en wordt de lading beschermd. Het scherm heeft ook een samengepakte toestand. Het dak is dan geopend en lading is toegankelijk via het dak. Het scherm is tussen die twee toestanden beweegbaar.

15 In een uitvoeringsvorm is het scherm voorzien van voorspanmiddelen die het scherm naar de samengepakte toestand voorspannen. Hierdoor wordt een kracht verschaft die het scherm naar de samengepakte toestand en het dak naar de geopende toestand voorspant. Bij het ontbreken van 20 verdere krachten of aandrijvingen zal het dak geopend worden. Dit vereenvoudigt de bediening.

In een uitvoeringsvorm is de samengepakte toestand een ten minste gedeeltelijk opgerolde toestand. Het doek wordt voorgespannen naar een opgerolde toestand. De 25 voorspanmiddelen zijn ingericht om het doek of scherm op te rollen. Hiermee wordt een compacte toestand van het doek verkregen wanneer het dak geopend is. Bovendien kan een opgerolde toestand gemakkelijk worden uitgerold voor het sluiten van het dak en wordt daarmee gewaarborgd dat het dak 30 meer bedrijfszeker dan bestaande daken geopend en gesloten kan worden.

In een uitvoeringsvorm omvatten de voorspanmiddelen verende en liftende elementen. De verende 3 functie betreft een neiging tot rotatie. De liftende functie betreft een neiging tot verticale verplaatsing.

In een uitvoeringsvorm worden de voorspanmiddelen gevormd door één of meer op het scherm aangebrachte verende 5 elementen. De stijve elementen kunnen verenstaal zijn. Het verenstaal kan een vormgeheugen hebben waarbij het verenstaal een opgerolde vorm heeft.

In een uitvoeringsvorm kunnen dergelijke verende elementen op of in het scherm zijn aangebracht. De verende 10 elementen zullen het scherm doen oprollen en zullen daarbij in eerste instantie het meest distale eind van het scherm oprollen om vervolgens op te rollen tot aan het proximale einde, zodat bij het openen een opgerolde toestand van het scherm wordt verkregen.

15 In een uitvoeringsvorm steken de voorspanmiddelen uit vanaf een vaste zijde van het dak, die vast verbonden kan worden met een gestel, naar een distale einde van het scherm, welke distale einde als laatste gesloten wordt bij het sluiten van het dak en als eerste geopend wordt bij het 20 openen van het dak. Het distale einde wordt over het gestel heen gebracht zonder dat daarmee een permanente verbinding wordt gemaakt.

In een uitvoeringsvorm omvat de dakinrichting in het bijzonder verbindingsmiddelen voor het verbinden van de 25 dakinrichting aan de trailer.

In een uitvoeringsvorm heeft de dakinrichting een bedienbare aandrijving voor het uit samengepakte toestand naar de uitgevouwen toestand brengen van het scherm. De aandrijving kan een of een aantal trekbanden omvatten die 30 aan het scherm verbonden zijn en die het scherm uit de opgerolde of samengepakte toestand kunnen trekken naar de uitgevouwen toestand. De aandrijving kan een elektrische, hydraulische of andersoortige aandrijving zijn. de gebruiker 4 kan de aandrijving bedienen, eventueel met een afstandbediening. Er kunnen één of meerdere aandrijvingen worden toegepast voor het uit de samengepakte toestand trekken van het scherm op meerdere naast elkaar gelegen 5 posities naar de uitgevouwen toestand.

In een uitvoeringsvorm is een tweede aandrijving aangebracht voor het openen of althans het begeleiden en/of helpen bij het openen van de dak naar de samengepakte toestand. Ook dit kan een bestuurbare aandrijving zijn. In 10 uitvoeringsvorm is de tweede aandrijving uitgevoerd als een ratel of éénrichtingblokkering. De tweede aandrijving blokkeert het uitvouwen van het dak. Dit voorkomt dat het dak ongewenst zich sluit. Bij het openen van het dak van de samengepakte toestand naar de uitgevouwen toestand wordt de 15 tweede aandrijving gedeblokkeerd. De tweede aandrijving kan vooral het samenpakken van het laatste stuk van het dakzeil ondersteunen. Hiervoor is de grootste kracht nodig.

In een uitvoeringsvorm heeft de dakinrichting een schermplank. De schermplank (koker of buis) is bij voorkeur 20 met het scherm verbonden, bij voorkeur aan of nabij het distale einde van het scherm. De schermplank staat toe de trekkracht waarmee het scherm uit de samengepakte toestand naar de uitgevouwen toestand wordt gebracht, te verdelen over de breedte van het scherm en staat toe het uitgevouwen 25 scherm in de geopende toestand met gesloten dak strak te trekken. In het bijzonder in combinatie met een trailer wordt het scherm over boogdelen gespannen. Hierdoor wordt bombering verkregen. De spanning in het doek wordt gebruikt voor het voorkomen van "putjes", waarin zich regenwater of 30 andere vloeistoffen kunnen verzamelen.

In een uitvoeringsvorm is de schermplank nabij een uiteinde van het scherm aangebracht op afstand van de voorspanmiddelen. Tussen de schermplank en het door de 5 voorspanmiddelen voorgespannen deel van het scherm bevindt zich een flexibele zone van schermmateriaal. Deze flexibele zone kan worden gebruikt als een omslag waarmee het scherm over een gesteldeel (bijv. van de trailer) kan liggen en 5 hier nauw op kan aansluiten.

De flexibele zone tussen schermplank en voorspanmiddelen staat toe dat het scherm kan samenpakken, of in het bijzonder oprollen, op afstand van het uiteinde van het scherm. De schermplank wordt mee samengepakt, in het 10 bijzonder opgerold, nadat een stuk scherm al is begonnen met samenpakken (oprollen). Het samenpakken (oprollen) kan zodoende beginnen zonder daarbij gehinderd te worden door de schermplank. Nadat het begin is opgerold of samengepakt, kan de schermplank mee worden samengepakt en/of opgerold.

15 Volgens een verder aspect van de uitvinding heeft deze betrekking op een opslageenheid zoals een container, afzetbak, trailer of andere soort aanhangwagen met een gestel van zijwanden en een bodem. Een dergelijke opslageenheid heeft een gestel en daarop kan een 20 dakinrichting volgens één van de voorgaande uitvoeringsvormen worden aangebracht.

Verder kan de opslageenheid één of meer boogdelen omvatten, die zich uitstrekken tussen de zijwanden van de trailer waaroverheen het scherm kan worden uitgevouwen. De 25 boogdelen staan toe het scherm boogvormig op te spannen.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm is de dakinrichting ingericht tussen de lengtezijwanden van de opslageenheid.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm is de 30 aandrijving op de trailer aangebracht, bij voorkeur aan een onderzijde van het gestel.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is de opslageenheid een trailer. De trailer omvat een roleenheid 6 en een koppeleenheid om te worden gekoppeld aan een voertuig. In een bijzondere uitvoeringsvorm is de trailer een schuifvloertrailer.

Volgens een ander aspect van de uitvinding is de 5 dakinrichting te gebruiken als luifel van een huis of een serre.

Alhoewel de uitvinding beschreven zal worden aan de hand van voorkeursuitvoeringsvormen, zal duidelijk zijn dat binnen het kader van de uitvinding meerdere 10 uitvoeringsvormen mogelijk zijn. Zowel de voorspanmiddelen voor het samenpakken van doek of zeil van een dak van een trailer als de uitpakmiddelen zoals de trekband kunnen op verschillende wijzen worden vormgegeven. Er kan gebruik worden gemaakt van één of meerdere verschillende samenpak-15 of uitvouwmiddelen. De getoonde uitvoeringsvormen tonen slechts schematisch de mogelijke uitvoeringsvormen.

Hieronder zal worden verwezen naar de tekening, waarin:

Figuur 1 een perspectivisch schematisch aanzicht 20 toont van een uitvoeringsvorm van een trailer;

Figuur 2 een dwarsdoorsnede langs II-II toont van een samengepakte toestand;

Figuur 3 schematisch een doorsnede toont van een dak in uitgevouwen toestand; 25 Figuur 4 een bovenaanzicht is van een dak.

Alhoewel de uitvinding wordt getoond in samenhang met een trailer, zal het duidelijk zijn dat het dak volgens de uitvinding op verschillende andere voertuigen kan worden toegepast. In zijn algemeenheid is een dergelijk 30 dakinrichting toe te passen op een opslageenheid zoals een container, afzetbak, trailer of andere aanhangwagen. Dergelijke opslageenheden worden gekenmerkt door een gestel dat een opslagruimte voor goederen omringt.

7

In nog een andere uitvoeringsvorm wordt het dak toegepast als dak van een serre of buitenterras.

De trailer kan een willekeurige trailer zijn, maar in het bijzonder een trailer met bewegende vloerdelen. Bij 5 dergelijke trailers is het voordelig als het dak open kan.

Trailer 1 heeft een voorzijde 2 en achterzijde 3. De langszijden 4, 5 kunnen zijn gevormd als wanden of als zeildelen die open kunnen. De zijwanden kunnen aan gesteldelen verbonden zijn.

10 Achterzijde 3 heeft twee deurdelen 6, 7 die scharnierend open kunnen volgens pijl 8 en eventueel vergrendeld kunnen worden met een (niet getoonde) vergrendelinrichting. De trailer wordt gedragen door een aantal wielen, hier drie, die onderdeel zijn van 15 rolinrichting 10.

In een uitvoeringsvorm omvat de trailer 1 een balkvormig gestel dat ten minste twee bovenliggers 12, 13 omvat. Tussen de bovenliggers 12, 13 zijn in de getoonde uitvoeringsvorm boogdelen 14-17 aangebracht. De horizontale 20 bovenliggers 12, 13 kunnen door staanders worden ondersteund of zijn een integraal onderdeel van de zijwanden 4, 5.

Een dakinrichting van trailer 1 wordt in de uitvoeringsvorm gevormd door een tussen zijbalken 12, 13 spanbaar doek dat in figuur 1 is opgerold en zich bevindt 25 nabij of op balk 13. De opgerolde toestand wordt in detail in figuur 2 getoond.

Bewegende vloer 9 vormt de bodem van de trailer.

In figuur 2 is dak 20 in opgerolde toestand getoond. Het dak 20 omvat een doekdeel 21 dat opgerold is.

30 Het ene (proximale) uiteinde 22 van het doek 21 is, eventueel via verbindingsmiddelen, verbonden is aan zijbalk 13 of zijwand 5. Het andere (distale) uiteinde 23 is voorzien van een schermplank 24 gevormd door een koker of 8 buis. De doek 21 heeft een zodanige lengte dat doek 21 kan worden uitgerold over de boogdelen 14-17. Schermplank 24 ligt in de uitgevouwen toestand voorbij zijbalk 12 langs zijwand 4, zoals getoond in figuur 3.

5 Aan balk 24 is een trekband 30 (in figuur 2 met stippellijnen getoond) verbonden. De trekband is tevens verbonden met een aandrijving 31. Deze elektrische, hydraulische of handmatige aandrijving 31 is ingericht om ten minste de trekband 31 volgens pijl 32 te kunnen bewegen, 10 bijvoorbeeld door deze op te rollen. Door trekband 30 volgens pijl 32 te bewegen, zal de opgerolde doek 21 uitgerold worden van de samengepakte toestand volgens figuur 2 naar de uitgevouwen toestand volgens figuur 3 en daarbij over de bovendelen 14 worden gespannen. De bediener kan de 15 aandrijving aan of uit zetten. In een uitvoeringsvorm heeft de aandrijving een ratel die de trekband 30 in een bepaalde positie vergrendeld. Hierdoor kan de trekband zijn positie houden, ook bij uitval van de stroomvoorziening van de aandrijving.

20 Doordat de schermplank 24 zich uitstrekt over in hoofdzaak de gehele lengte 26 van de trailer zal door de trekband 30 uitgeoefende kracht over de gehele lengte van het doek worden uitgeoefend, waardoor het doek op alle plaatsen strak over de boogdelen gespannen kan worden. Dit 25 leidt tot bombering van de doek. Middels de boogdelen wordt voorkomen dat zich "putjes" vormen waarin bijvoorbeeld regenwater zich zou kunnen verzamelen.

Wanneer de trekband 30 niet wordt aangespannen in richting 32, zal een voorspannende kracht doek 21 30 samenpakken, bijvoorbeeld naar de opgerolde toestand volgens figuur 2. Daartoe kunnen in of op doek 21 verende elementen zoals verenstaal 41 zijn opgenomen. De verende elementen 41 kunnen bijvoorbeeld met een extra doekdeel 42 worden 9 afgedekt. Doekdeel 42 kan worden geseald op doek 21 en daarbij verende elementen 41 opsluiten.

Verende elementen 41 hebben een vormgeheugen en zullen vanuit de langgerekte toestand volgens figuur 4 onder 5 invloed van een voorspannende kracht naar de samengepakte toestand bewegen in afwezigheid van andere krachten. De voorspannende kracht kan bijvoorbeeld een opwaartse kracht omvatten zodat een distaai uiteinde omhoog krult in afwezigheid van andere krachten.

10 De verende elementen 41 kunnen bijvoorbeeld vast verbonden zijn met de zijbalk 13 via een verbindingselement 44 dat tevens de verbinding tussen zeil 21 en zijbalk 13 vormt. In een uitvoeringsvorm wordt een lasverbinding of popnagelverbinding gebruikt.

15 Er kunnen meerdere verende elementen 41 worden aangebracht over de lengte van de trailer.

Een alternatief voor de trekband 31 kan een pneumatische installatie zijn zoals een opblaasbaar element dat gebruikt kan worden voor het uitrollen van het scherm 20 21.

In een uitvoeringsvorm kunnen meerdere trekeenheden 31 aangebracht zijn op verschillende afstanden langs de lengte van de trailer 26.

Bij voorkeur strekken de voorspanmiddelen 41 zich 25 uit tot nabij het uiteinde 23. Tussen de zijbalken 24 en het distale einde 29 van de voorspanmiddelen 41 bevindt zich een flexibele zone 28. De flexibele zone 28 van het doek, gearceerd in figuur 4, staat toe het doek op die plaats strak te spannen over de zijbalk 12 zodat hierop een nauwe 30 aansluiting, in het bijzonder een watervrije aansluiting wordt verkregen.

Diezelfde flexibele zone 28 tussen balk 24 en het distale uiteinde 29 van verende elementen 41 staat toe dat 10 het verende element 41 nabij zijn distale uiteinde zal kunnen oprollen en een begin van een oprol kan maken, zonder dat deze wordt verstoord door de zijbalk 24. Pas nadat het begin gerold is, zal de zijbalk 24 pas mee opgerold worden 5 nadat het begin gemaakt is. Hierdoor is een telkens op dezelfde wijze zich herhalend oprollen van het zeil 21 gewaarborgd.

Het eind resultaat van het oprollen is zichtbaar in de doorsnede van figuur 2. In het midden van de opgerolde 10 doek bevindt zich een omslag punt 29 gevormd door het distale einde van de voorspanmiddelen. Daarna volgt flexibele zone 28, dat tegengesteld aan de opgerolde doek is gedraaid met daaraan, meer distaai, de balk 24.

In een uitvoeringsvorm kan het voorspanmiddel 15 worden gevormd door een bewegend element, zoals een gewicht. Het gewicht wordt gebruikt voor het van de gevouwen toestand naar de samengepakte toestand brengen van het zeil.

In een verdere uitvoeringsvorm zijn dakgeleidingselementen voorzien die het zeil 21 volgens een 20 gewenste beweging geleiden tussen de opgevouwen en uitgevouwen toestand. De geleidingen kunnen aan de voorzijde 2 of achterzijde 3 zijn aangebracht en/of kunnen worden gevormd door lijnen die tussen de zijden 4, 5 gespannen zi jn.

25

Claims (15)

1. Dakinrichting omvattende een flexibel scherm, waarbij het scherm een uitgevouwen toestand en een 5 samengepakte toestand heeft en waarbij het scherm voorzien is van voorspanmiddelen die het scherm naar de samengepakte toestand voorspannen.

2. Dakinrichting volgens conclusie 1, waarbij de samengepakte toestand een ten minste gedeeltelijk opgerolde 10 toestand is.

3. Dakinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de voorspanmiddelen één of meer op het scherm aangebrachte verende elementen omvatten.

4. Dakinrichting volgens conclusie 3, waarbij de 15 voorspanmiddelen verenstaal omvatten.

5. Dakinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de voorspanmiddelen zich uitstrekken langs het scherm van een proximaal einde tot nabij een distaai einde.

6. Dakinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het scherm montage-eenheden omvat voor het aan een opslageenheid monteren van de dakinrichting.

7. Dakinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de dakinrichting een bedienbare 25 aandrijving heeft voor het uit de samengepakte toestand naar de uitgevouwen toestand

8. Dakinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de aandrijving een trekband omvat voor het uit de samengepakte toestand trekken van het scherm naar 30 de uitgevouwen toestand.

9. Dakinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het scherm een schermplank omvat.

10. Dakinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de schermplank nabij een uiteinde van het scherm is aangebracht op afstand van de voorspanmiddelen.

11. Dakinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de dakinrichting een geleiding omvat voor het geleiden van het scherm tussen uitgevouwen en samengepakte toestand.

12. Opslageenheid zoals een trailer, aanhangwagen, 10 container, afzetbak, omvattende een door een gestel omgeven goederen opslagruimte met een bodem verder voorzien van een dakinrichting volgens één van de voorgaande conclusies.

13. Opslageenheid volgens conclusie 12, waarbij de opslageenheid één of meer boogdelen, die zich uitstrekken 15 tussen zijwanden, omvat waaroverheen het scherm wordt uitgevouwen

14. Opslageenheid volgens conclusie 12 of 13, waarbij de dakinrichting tussen de lengte zijwanden van de trailer uitgevouwen wordt.

15. Opslageenheid volgens één van de conclusies 12-14, waarbij de opslageenheid een trailer is, voorzien van een roleenheid, van een koppeleenheid om te worden gekoppeld aan een voertuig, en van een schuifvloer.