NL2009278C2 - Het uitschakelen van een verbrandingsmotor van een voertuig. - Google Patents
Het uitschakelen van een verbrandingsmotor van een voertuig. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2009278C2 NL2009278C2 NL2009278A NL2009278A NL2009278C2 NL 2009278 C2 NL2009278 C2 NL 2009278C2 NL 2009278 A NL2009278 A NL 2009278A NL 2009278 A NL2009278 A NL 2009278A NL 2009278 C2 NL2009278 C2 NL 2009278C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- signal
- lighting device
- light
- combustion engine
- segments
- Prior art date
Links
- 238000002485 combustion reaction Methods 0.000 title claims description 34
- 238000000034 method Methods 0.000 claims description 19
- 238000012545 processing Methods 0.000 claims description 19
- 230000003287 optical effect Effects 0.000 claims description 16
- 230000004913 activation Effects 0.000 claims description 2
- 230000009849 deactivation Effects 0.000 claims description 2
- 238000009434 installation Methods 0.000 description 4
- 230000008859 change Effects 0.000 description 3
- 230000008569 process Effects 0.000 description 3
- 230000003213 activating effect Effects 0.000 description 2
- 238000004590 computer program Methods 0.000 description 2
- 230000006870 function Effects 0.000 description 2
- 238000005259 measurement Methods 0.000 description 2
- 238000004891 communication Methods 0.000 description 1
- 239000000446 fuel Substances 0.000 description 1
- 238000003384 imaging method Methods 0.000 description 1
- 238000012423 maintenance Methods 0.000 description 1
- 230000001404 mediated effect Effects 0.000 description 1
- 230000008439 repair process Effects 0.000 description 1
- 230000011664 signaling Effects 0.000 description 1
Classifications
-
- G—PHYSICS
- G08—SIGNALLING
- G08G—TRAFFIC CONTROL SYSTEMS
- G08G1/00—Traffic control systems for road vehicles
- G08G1/09—Arrangements for giving variable traffic instructions
- G08G1/096—Arrangements for giving variable traffic instructions provided with indicators in which a mark progresses showing the time elapsed, e.g. of green phase
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F02—COMBUSTION ENGINES; HOT-GAS OR COMBUSTION-PRODUCT ENGINE PLANTS
- F02N—STARTING OF COMBUSTION ENGINES; STARTING AIDS FOR SUCH ENGINES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- F02N11/00—Starting of engines by means of electric motors
- F02N11/08—Circuits or control means specially adapted for starting of engines
- F02N11/0814—Circuits or control means specially adapted for starting of engines comprising means for controlling automatic idle-start-stop
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F02—COMBUSTION ENGINES; HOT-GAS OR COMBUSTION-PRODUCT ENGINE PLANTS
- F02N—STARTING OF COMBUSTION ENGINES; STARTING AIDS FOR SUCH ENGINES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- F02N11/00—Starting of engines by means of electric motors
- F02N11/08—Circuits or control means specially adapted for starting of engines
- F02N11/0814—Circuits or control means specially adapted for starting of engines comprising means for controlling automatic idle-start-stop
- F02N11/0818—Conditions for starting or stopping the engine or for deactivating the idle-start-stop mode
- F02N11/0833—Vehicle conditions
- F02N11/0837—Environmental conditions thereof, e.g. traffic, weather or road conditions
-
- G—PHYSICS
- G08—SIGNALLING
- G08G—TRAFFIC CONTROL SYSTEMS
- G08G1/00—Traffic control systems for road vehicles
- G08G1/09—Arrangements for giving variable traffic instructions
- G08G1/0962—Arrangements for giving variable traffic instructions having an indicator mounted inside the vehicle, e.g. giving voice messages
- G08G1/09623—Systems involving the acquisition of information from passive traffic signs by means mounted on the vehicle
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y02—TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
- Y02T—CLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO TRANSPORTATION
- Y02T10/00—Road transport of goods or passengers
- Y02T10/10—Internal combustion engine [ICE] based vehicles
- Y02T10/40—Engine management systems
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- General Physics & Mathematics (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Toxicology (AREA)
- Environmental & Geological Engineering (AREA)
- Atmospheric Sciences (AREA)
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Traffic Control Systems (AREA)
Description
P98798NL00
Titel: Het uitschakelen van een verbrandingsmotor van een voertuig
De uitvinding heeft betrekking op een registratiesysteem aan boord van een voertuig, een werkwijze voor het bepalen van een uitschakelsignaal van een verbrandingsmotor van het voertuig alsook een signaalinrichting voor het afgeven van een lichtsignaal voor het besturen van een 5 verkeersstroom met de kenmerken van de onafhankelijke conclusies.
Stand van de techniek
Een lichtsignaalinstallatie geeft een reeks verschillende lichtsignalen af om een verkeersstroom te besturen. De verkeersstroom kan 10 gemotoriseerd verkeer, fietsers en/of voetgangers betreffen. Gewoonlijk is een lichtsignaalinstallatie voorzien van een rode, een groene en eventueel een gele lichtinrichting voor het afgeven van de lichtsignalen. Er zijn lichtsignaalinstallaties bekend, waarbij een aparte weergave voor een resterende resttijd tot het volgende lichtsignaal is voorzien, zoals in de vorm 15 van een terugwaarts lopende secondenteller. Door middel van deze extra weergave wordt een verkeersdeelnemer erover geïnformeerd, wanneer deze kan rekenen met het volgende signaal. In het bijzonder wordt de weergave ervoor gebruikt, weer te geven wanneer een “vrij”-signaal in een “stop”-signaal wisselt. Zulke additionele weergaven vereisen een aparte behuizing 20 en een aparte aansturing. Een doel van de uitvinding is om te voorzien in een verbeterde signaalinrichting voor het afgeven van een lichtsignaal in een lichtsignaalapparaat.
Bovendien zijn inrichtingen bekend voor het scannen van een omgeving van een voertuig en voor het registreren van verkeerstekenen, 25 respectievelijk signaaltoestanden van verkeersbesturingsinrichtingen om een voertuig te ondersteunen.
2 JP-11306498 A toont een aan boord van een voertuig aangebrachte camera voor het registreren van kleurinformatie om verkeersborden en verkeerstekenen snel te herkennen. JP-2009217832 A toont een techniek voor het bepalen van een verkeersteken op basis van een van een 5 videocamera gescand beeldsignaal.
Het is voorts een doel van de uitvinding om een verbeterd optisch registratiesysteem ter beschikking te stellen voor het ondersteunen van een bestuurder bij het besturen van zijn voertuig.
Het doel van de uitvinding wordt bereikt door middel van een 10 registratiesysteem met de kenmerken van conclusie 1, een werkwijze met de kenmerken van conclusie 7 en een signaalinrichting met de kenmerken van conclusie 8. Onderconclusies geven de voorkeursuitvoeringsvormen aan.
Openbaarmaking van de uitvinding 15 Volgens een eerste aspect van de uitvinding omvat een registratiesysteem aan boord van een voertuig een scaninrichting voor het scannen van een optisch signaal en een verwerkingsinrichting voor het bepalen van een afschakelsignaal voor een verbrandingsmotor van het voertuig op basis van het optische signaal.
20 Volgens de uitvinding kan een bestuurder van het voertuig worden ondersteund bij de keuze of een tussentijds uitschakelen van de verbrandingsmotor tot het volgende stoplicht voordelig is of niet. Het registratiesysteem kan optische informatiebronnen binnen het voertuig -zoals een optische weergave van een bedrijfstoestand van het voertuig - of 25 van buitenaf het voertuig - zoals een lichtsignaalapparaat - gebruiken, om te bepalen of het voordelig is de verbrandingsmotor uit te schakelen, bijvoorbeeld om benzine te sparen.
Bij voorkeur is het optische signaal een resttijdsignaal van een lichtsignaalapparaat, dat ervoor is ingericht om een lichtsignaal voor het 30 besturen van een verkeersstroom en een resttijdsignaal af te geven, welk 3 resttijdsignaal de resterende tijd tot het afgeven van een ander lichtsignaal. Zulke lichtsignaalapparaten zijn in verschillende uitvoeringen bekend, zodat het registratiesysteem op een bestaande infrastructuur kan terugvallen. In het bijzonder kan daarbij een resttijdsignaal erop wijzen 5 wanneer er van een lichtsignaal “stop” naar een lichtsignaal “vrij” wordt gewisseld.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de verwerkingsinrichting ervoor ingericht, om het uitschakelsignaal additioneel op basis van een bedrijfstoestand van de verbrandingsmotor te bepalen. Daardoor kan 10 bijvoorbeeld een verhoogd slijtage aan de verbrandingsmotor door het vaak uitschakelen en opnieuw starten worden vermeden, in het bijzonder in koude toestand. Ook kan een bedrijfszekerheid van het voertuig worden verhoogd, doordat een laadspanning van een voor een startproces noodzakelijke accu in de bepaling in beschouwing wordt genomen.
15 De verwerkingsinrichting kan ervoor zijn ingericht, additioneel een startsignaal voor een verbrandingsmotor op basis van een resttijdsignaal te bepalen. Het startsignaal kan ervoor worden gebruikt om de bestuurder te informeren, bijvoorbeeld door middel van een optische, akoestische, of haptische afgifte, de verbrandingsmotor automatisch uit te schakelen, 20 respectievelijk aan te laten staan. De bestuurder van het voertuig hoeft op deze manier nog minder te zorgen voor de bedrijfstoestand van de verbrandingsmotor en kan desondanks toch genieten van bespaarde brandstof of verminderd verbruik van de verbrandingsmotor.
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding is de 25 verwerkingsinrichting ervoor ingericht, het uitschakelsignaal en/of het startsignaal afhankelijk van een afstand van het stilstaande voertuig tot de signaalinrichting te bepalen. Daardoor kan een vertragingstijd tussen een wissel van het lichtsignaal van “stop” naar “vrij” met betrekking tot de uitschakeltijd van de verbrandingsmotor met die tijd worden gecorrigeerd, 4 welke tijd verkeersdeelnemers nodig hebben tussen het voertuig en het lichtsignaalapparaat om weg te rijden en de opkomende straat vrij te geven.
Volgens een tweede aspect van de uitvinding is een signaalinrichting ervoor ingericht, voor het besturen van een 5 verkeersstroom een lichtsignaal af te geven en voorts een optisch resttijdsignaal af te geven, welk resttijdsignaal een verblijvende tijd tot de afgifte van een ander lichtsignaal aangeeft.
Volgens een derde aspect omvat een signaalinrichting voor het afgeven van een lichtsignaal voor het besturen van een verkeersstroom een 10 interface voor het ontvangen van een besturingssignaal, een eerste verlichtingsinrichting voor de afgifte van het lichtsignaal, afhankelijk van het besturingssignaal, en een tweede verlichtingsinrichting voor het afgeven van een resttijdsignaal, dat een verblijvende tijd tot de afgifte van een ander lichtsignaal aangeeft. Daarbij is de tweede verlichtingsinrichting in 15 meerdere segmenten verdeeld, waarbij de segmenten van de tweede verlichtingsinrichting ringvormig om de eerste verlichtingsinrichting zijn ingericht en omvat de signaalinrichting een besturingsinrichting voor het aansturen van de segmenten van de tweede verlichtingsinrichting.
Op voordelige wijze kunnen bij de signaalinrichting volgens de 20 uitvinding de eerste en tweede verlichtingsinrichting in een gemeenschappelijke behuizing zijn ingericht, waarbij de behuizing kan overeenkomen met de behuizing van een gebruikelijke signaalinrichting. De afbeelding van het lichtsignaal en het resttijdsignaal volgt in een opstelling die zich maar weinig van een gangbare bekende opstelling onderscheidt.
25 Verkeersdeelnemers moeten daarmee niet in het bijzonder worden geïnformeerd over de signaalinrichting volgens de uitvinding en kunnen de functie van signaalinrichting volgens de uitvinding intuïtief begrijpen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de besturingsinrichting ervoor ingericht de segmenten van de tweede verlichtingsinrichting beginnend in 30 de 12-uurs-positie in de volgorde van hun opstelling tegen de richting van de 5 wijzers van de klok in te laten doven, waarbij het andere lichtsignaal wordt afgegeven als alle segmenten zijn gedoofd.
Een zodanige weergave herinnert aan een terugwaarts lopende analoge klok, zodat het resttijdsignaal makkelijk te begrijpen is, ook als de 5 verkeersdeelnemer bijvoorbeeld uit een ander land of cultuurkring komt.
Het besturingssignaal kan periodiek geactiveerd en gedeactiveerd zijn, waarbij de besturingsinrichting ervoor is ingericht, een tijd te bepalen die tussen een activeren en een deactiveren van het besturingssignaal ligt, om uit de bepaalde tijd en het besturingssignaal de resttijd af te leiden.
10 Een zodanige signaalinrichting kan op voordelige wijze aan een lichtsignaalapparaat ter vervanging van een bekende signaalinrichting worden gebruikt, zonder dat daarvoor de resttijdweergave volgens de uitvinding een extra communicatie met een besturingstoestel van het lichtsignaalapparaat moet worden gecreëerd. De signaalinrichting bepaalt 15 de tijd tussen het activeren en het deactiveren van het besturingssignaal zelf, zodat ook een dynamische verbinding van de signaalinrichting mogelijk is.
In het bijzonder kan één en dezelfde signaalinrichting aan verschillende lichtsignaalapparaten met verschillende signaaltijden worden 20 gebruikt. Daardoor kunnen herstel-, onderhouds- en installatiekosten laag worden gehouden. In een andere uitvoeringsvorm kan de resttijd echter ook anders worden bepaald. In het bijzonder kan de resttijd van een besturingsinrichting aan het lichtsignaalapparaat worden overgedragen.
De besturingsinrichting kan ervoor zijn ingericht, alle segmenten 25 van de tweede verlichtingsinrichting samen met de eerste verlichtingsinrichting te activeren, respectievelijk te deactiveren zolang de tijd nog niet bekend is. Daardoor kan een verschijningsbeeld van de signaalinrichting worden gegeven dat zich praktisch niet van een verschijningsbeeld van een bekende signaalinrichting onderscheid.
6
In een uitvoeringsvorm worden de segmenten van de tweede verlichtingsinrichting zo snel geactiveerd en gedeactiveerd, dat een menselijk oog een constant brandend licht waarneemt. De wisselfrequentie kan in het bijzonder boven circa 70 Hz liggen, bijvoorkeur boven circa 100 5 Hz, aangezien het menselijk oog frequenties tot circa 60-65 Hz kan onderscheiden. De wisselfrequentie kan ook hoger liggen, bijvoorbeeld in het kilohertzgebied of nog hoger. De rotatorische inrichting van de tweede verlichtingsinrichting kan daarbij cyclisch worden veranderd, zodat gedeactiveerde segmenten in snelle opvolging op verschillende posities 10 liggen. Daardoor kan de signaalinrichting door het overbrengen van het resttijdsignaal geschikt zijn voor een voldoende snel scannend optische verwerkingssysteem, zonder dat zich een wezenlijke verandering van het verschijningsbeeld van de signaalinrichting in vergelijking met een bekende signaalinrichting voor een menselijke waarnemer voordoet.
15 In een voorkeursuitvoeringsvorm bevatten de eerste verlichtingsinrichting en de segmenten van de tweede verlichtingsinrichting lichtdioden. Daardoor kan een kostenefficiënte, makkelijk aanstuurbare en snel activeerbare, respectievelijk deactiveerbare signaalinrichting ter beschikking worden gesteld.
20
Korte beschrijving van de figuren
In het volgende worden voor gelijken of gelijkwerkende onderdelen dezelfde verwijzingscijfers gebruikt.
De uitvinding wordt nu met betrekking tot de bijgevoegde figuren 25 nauwkeuriger beschreven, waarin:
Figuur 1 een signaalinrichting;
Figuur 2 een registratiesysteem voor de signaalinrichting van figuur 1;
Figuur 3 een stroomschema van een werkwijze voor het besturen 30 van de signaalinrichting van figuur 1; en 7
Figuur 4 een stroomschema van een werkwijze voor het registreren van een resttijdsignaal van de signaalinrichting van figuur 1 door middel van een registratiesysteem van figuur 1 toont.
De figuren tonen slechts schematische afbeeldingen van 5 voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding, welke als niet-limitatief te verstaan zijn.
Nadere beschrijving van de uitvoeringsvoorbeelden
Figuur 1 toont een signaalinrichting 100. Figuur IA toont een 10 schematische opbouw van de signaalinrichting 100, terwijl figuren IB tot 1D verschillende afbeeldingstoestanden van de signaalinrichting 100 weergeven. De signaalinrichting 100 is ervoor ingericht, om een lichtsignaalapparaat 110 (vulgo: verkeerslicht) te worden ingezet, waarbij het lichtsignaalapparaat 110 gebruikelijk meerdere signaalinrichtingen 100 15 omvat.
Signaalinrichting 100 omvat een besturingsinrichting 115, die met een interface 120, een binnenste verlichtingsinrichting 125 en een buitenste verlichtingsinrichting 130 is verbonden. De binnenste verlichtingsinrichting 125 is op gebouwd uit een aantal lichtdioden 135 die in de vorm van een 20 cirkelvlak zijn ingericht, om licht van het afbeeldingsvlak naar boven af te stralen. De buitenste verlichtingsinrichting 130 omvat eveneens een aantal lichtdioden 135 die ringvormig om het cirkelvlak van de binnenste verlichtingsinrichting 125 zijn ingericht. Eén of meerdere van de lichtdioden 135 van de buitenste verlichtingsinrichting 130 vormen een apart 25 aanstuurbaar segment 140. De lichtdioden 135 van de binnenste verlichtingsinrichting 125 en de buitenste verlichtingsinrichting 130 stralen licht in gelijke kleur af.
De besturingsinrichting 115 is ervoor ingericht om de lichtdioden 135 van de binnenste verlichtingsinrichting 125 en de buitenste 30 verlichtingsinrichting 130 afhankelijk van een besturingssignaal aan te 8 sturen, zodat deze branden, respectievelijk niet aan te sturen zodat deze niet branden. Het besturingssignaal dat de besturingsinrichting 115 door middel van de interface 120 ontvangt, wordt gebruikelijk door een niet afgebeelde aparte besturingsinrichting van het lichtsignaal 110 ter 5 beschikking gesteld.
Figuur IB t/m 1D tonen de signaalinrichting 100 in verschillende afbeeldingstoestanden. De in figuur IA afgebeelde signaalinrichting 100 is de bovenste, rode signaalinrichting van het lichtsignaalapparaat 110. Indien de lichtdioden 135 van de signaalinrichting 100 branden, komt dit overeen 10 met een “stop”-signaal voor een verkeersdeelnemer. Daarbij wordt door middel van de binnenste verlichtingsinrichting 125 het corresponderende lichtsignaal afgegeven, terwijl door middel van de buitenste lichtinrichting 130 een resttijdsignaal wordt afgegeven, welke aangeeft wanneer te rekenen valt met een doven van het “stop”-signaal. De besturingsinrichting 115 is 15 ervoor ingericht de lichtdioden 135 van de segmenten 140 van de buitenste verlichtingsinrichting 130 alleen dan aan te sturen wanneer ook de lichtdioden 135 de van de binnenste verlichtingsinrichting 125 worden aangestuurd.
In de figuren IB t/m 1D wordt ervan uitgegaan dat vier even grote 20 segmenten 140.1 t/m 140.4 de buitenste verlichtingsinrichting 130 vormen. De binnenste verlichtingsinrichting 125 is in alle drie afbeeldingen geactiveerd.
In figuur 1B zijn alle vier segmenten 140.1 t/m 140.4 van de buitenste verlichtingsinrichting 130 geactiveerd. Deze afbeelding kan 25 bijvoorbeeld worden afgegeven, wanneer het nog 60 seconden duurt totdat de verlichtingsinrichting 110 een ander lichtsignaal afgeeft.
In figuur 1C is het vierde segment 140.4 gedeactiveerd, terwijl de andere drie segmenten 140.1 t/m 140.3 zijn geactiveerd. Het vierde segment 140.4 dekt een hoek af van circa 90° van de buitenste verlichtingsinrichting 30 130, waarbij het vierde segment 140.4 van de 12-uurs-positie van de 9 buitenste verlichtingsinrichting 130 begint en zich tegen de richting van de wijzer van de klok in uitstrekt. De in figuur 1C afgebeelde situatie geeft in het genoemde voorbeeld een verblijvende resttijd van circa 45 seconden aan.
In figuur 1D zijn de segmenten 140.4 t/m 140.2 gedeactiveerd, 5 terwijl het segment 140.1 is geactiveerd. In het bovengenoemde voorbeeld correspondeert dit met een verblijvende resttijd van 15 seconden. Indien het laatste segment 104.1 dooft, dan wordt door de verlichtingsinrichting 130 een ander lichtsignaal afgegeven. Het andere lichtsignaal kan in het bijzonder een “vrij”-signaal of een vergelijkbaar signaal zijn, dat door een 10 groen of een rood-geel signaal is afgebeeld.
Figuur 2 toont een registratiesysteem 200 aan boord van een voertuig 205. Het registratiesysteem 200 omvat een verwerkingsinrichting 210 en een camera 215 die met elkaar verbonden zijn. Optioneel is de verwerkingsinrichting 210 ook met een verbrandingsmotor 220 van het 15 voertuig 205 verbonden. Via de verbinding kan aan de ene kant een signaal van de verwerkingsinrichting 210 aan de verbrandingsmotor 220 worden overgedragen, om de verbrandingsmotor 220 te stoppen of aan te zetten; aan de andere kant kunnen door middel van de verbinding informaties, die een bedrijfstoestand van de verbrandingsmotor 220 aangeven, aan de 20 verwerkingsinrichting 210 worden overgedragen. Zodanige informaties kunnen bijvoorbeeld een motortemperatuur of een laadtoestand van een accu omvatten die voor het aanzetten van de verbrandingsmotor 220 noodzakelijk is. Zo kan worden vermeden dat de verbrandingsmotor 220 door de verwerkingsinrichting 210 te stoppen wanneer de laadtoestand van 25 de accu niet met zekerheid volstaat voor een verder startproces.
Optioneel kan de verwerkingsinrichting 210 voorst met een positiebepalingsinrichting 225 en een geheugen 230 zijn verbonden voor het opnemen van weginformatie in een gebied van het voertuig 205. Op basis van de positie van het voertuig 205 en de in het geheugen 230 afgelegde 30 informaties kan de afstand tot het lichtsignaalapparaat 110 worden 10 bepaald, die bijvoorbeeld in het gebied van de straatkruising van de door het voertuig 205 bereden straat is opgesteld. De verwerkingsinrichting 210 is er bijvoorkeur voor ingericht om de afstand tot het lichtsignaalapparaat 110 te bepalen wanneer het voertuig 205 stilstaat. Op basis van de afstand kan een 5 aantal verdere voertuigen 235 die zich tussen het voertuig 205 en het lichtsignaalapparaat 110 bevinden ongeveer worden bepaald. Des te meer voertuigen 235 op een signaalwissel van het lichtsignaalapparaat 110 wachtend, des te langer na de signaalwissel duurt het voordat het voertuig 205 kan wegrijden. Het signaal voor het aanzetten van de 10 verbrandingsmotor 220 kan met deze tijd vertraagd worden afgegeven.
Figuur 3 toont een stroomschema van een werkwijze 300 voor het besturen van de signaalinrichting 100 van figuur 1. De werkwijze 300 is in het bijzonder voor het uitvoeren van de besturingsinrichting 115 geschikt en kan als computerprogrammaproduct geïmplementeerd zijn.
15 In een eerste stap 305 wordt via de interface 120 een besturingssignaal geregistreerd, dat aangeeft dat de signaalinrichting 100 geactiveerd moet worden. In een volgende stap 310 wordt de binnenste verlichtingsinrichting 125 geactiveerd. Aansluitend wordt in een stap 315 ook de buitenste verlichtingsinrichting 130 geactiveerd.
20 In een stap 320 wordt dan gecontroleerd, of de tijd bekend is die normaal gezien tussen het besturingssignaal voor het activeren van de signaalinrichting 100 en het besturingssignaal voor het deactiveren van de signaalinrichting 100 ligt. In een uitvoeringsvorm is deze tijd vooraf bepaald of wordt deze op een andere manier opgelegd, bijvoorbeeld door het 25 overdragen aan de verwerkingsinrichting 210 in figuur 1. Voor een zodanige uitvoeringsvorm vervallen de stappen 320 tot en met 335 en de overige stappen hebben betrekking op de bekende tijd. In een andere uitvoeringsvorm is de signaalinrichting 100 ervoor ingericht de tijd zelf te bepalen en worden de stappen 320 tot en met 335 uitgevoerd zoals in het 30 volgende wordt toegelicht.
11
Wordt er bij stap 320 bepaald dat de tijd niet bekend is, dan wordt in een stap 325 een tijdmeting gestart totdat in een stap 330 het besturingssignaal voor het deactiveren van de signaalinrichting 100 wordt ontvangen. Daarna wordt in een stap 335 de tijdmeting beëindigd. De 5 bepaalde tijd wordt voor een opnieuw doorlopen van de werkwijze 300 op geslagen.
Wordt er in stap 320 bepaald dat de tijd bekend is, bijvoorbeeld omdat deze bij een voorgaand doorlopen van de werkwijze 300 in stap 335 werd opgeslagen, dan worden segmenten 140 van de buitenste 10 verlichtingsinrichting 130 in een stap 340 na elkaar gedeactiveerd, zoals hierboven met betrekking tot de figuur 1B tot en met 1D exemplarisch is beschreven. Op ideale wijze wordt het laatste segment 140 op een tijdstip gedeactiveerd waarbij in een stap 345 ook het besturingssignaal wordt ontvangen dat aangeeft dat de signaalinrichting 100 gedeactiveerd moet 15 worden.
Aansluitend aan stap 345 of stap 335 wordt in een stap 350 de binnenste verlichtingsinrichting 125 gedeactiveerd, voordat in een stap 355 ook de buitenste verlichtingsinrichting 130 wordt gedeactiveerd. Aansluitend keert de werkwijze 300 terug naar stap 305 en kan opnieuw 20 doorlopen.
Figuur 4 toont een stroomschema van een verdere werkwijze 400 voor het registreren van een resttijdsignaal van de signaalinrichting 100 van figuur 1 door middel van het registratiesysteem van figuur 2. De werkwijze 400 is in het bijzonder ingericht voor de uitvoering door de 25 verwerkingsinrichting 210 en is bijvoorkeur als computerprogrammaproduct geïmplementeerd.
In een eerste stap 405 wordt een stilstand van het voertuig 205 bepaald. Aansluitend wordt in een stap 410 het resttijdsignaal door middel van de camera 215 gescand, welk resttijdsignaal door middel van de 30 signaalinrichting 100 van de het verlichtingsapparaat 110 optische wordt 12 verstuurd. Daarna wordt in een stap 415 een bedrijfstoestand van de verbrandingsmotor 210 van het voertuig 205 bepaald.
Op basis van de bepaalde informaties en parameters wordt in een stap 420 gecontroleerd, of een uitschakelen van de verbrandingsmotor 220 5 voordelig is. Dit is gebruikelijk het geval, wanneer de ontvangen resttijd een vooraf bepaalde drempelwaarde overstijgt en er op basis van de bepaalde bedrijfstoestand van de verbrandingsmotor 220 geen bezwaren zijn tegen een uitschakelen daarvan.
Indien het uitschakelen in stap 420 niet als voordelig wordt geacht, 10 dan gaat de werkwijze 400 onmiddellijk over naar de eindtoestand 445. Anders wordt in een stap 425 een uitschakelsignaal afgegeven. Het uitschakelsignaal kan een aanwijzing zij voor de bestuurder van het voertuig 205 door middel van een optische, akoestische en/of haptische manier. Het uitschakelsignaal kan ook leiden tot een automatisch 15 uitschakelen van de verbrandingsmotor 220, zonder dat een bediening van de bestuurder van het voertuig 205 nodig is.
Daarna wordt in een optionele stap 430 een afstand van het voertuig 205 tot de verlichtingsinrichting 110 bepaald. Op basis van de afstand wordt in een volgende stap 435 een waarschijnlijk starttijdstip voor 20 de verbrandingsmotor 220 bepaald. Na het door het resttijdsignaal van de signaalinrichting 100 bemiddelde tijdspanne verstrijkt een bepaalde tijd, voordat bijvoorbeeld verdere voertuigen 235 de weg vrijmaken. Deze tijd wordt op basis van de afstand bepaald, respectievelijk geschat en het starttijdstip ligt bij deze tijd na het aflopen van de tijdspanne van het 25 resttijdsignaal.
In een navolgende stap 440 wordt een startsignaal aan de bestuurder van het voertuig 205, respectievelijk de verbrandingsmotor 220 afgegeven, zodra het starttijdstip is ingetreden. Het signaal aan de bestuurder kan optisch, akoestisch of haptisch worden afgegeven, terwijl het 30 signaal aan de verbrandingsmotor 220 gebruikelijk via een elektronische 13 manier wordt overgedragen. Aansluitend gaat de werkwijze 400 in de eindtoestand 445 over.
In verdere uitvoeringsvormen van de werkwijze 400 kan de bepaling van de afstand van het voertuig 205 tot het lichtsignaalapparaat 5 110 op corresponderende wijze, zoal in stap 430, worden gebruikt om in stap 420 te beoordelen, of een uitschakelen van de verbrandingsmotor 220 voordelig is.
De uitvinding is niet beperkt tot de hier getoonde uitvoeringsvoorbeelden. Vele andere varianten zijn mogelijk die allen 10 worden geacht binnen het bereik van de bovengenoemde uitvinding te liggen, zoals deze in de navolgende conclusies is gedefinieerd.
Claims (12)
1. Registratiesysteem (200) aan boord van een voertuig (205), waarbij het registratiesysteem (200) het volgende omvat: - een scaninrichting (215) voor het scannen voor een optisch signaal; en 5. een verwerkingsinrichting (210) voor het bepalen van een uitschakelsignaal voor een verbrandingsmotor (220) van het voertuig (205) op basis van het optische signaal, waarbij de verwerkingsinrichting (210) ervoor is ingericht om het uitschakelsignaal en/of het startsignaal afhankelijk van een afstand van het stilstaande voertuig (205) tot de 10 signaalinrichting (110) te bepalen.
2. Registratiesysteem (200) volgens conclusie 1, waarbij het optische signaal een resttijdsignaal van een lichtsignaalinrichting (100) is, die ervoor is ingericht om een lichtsignaal voor het besturen van een verkeersstroom en een resttijdsignaal af te geven, dat naar een resterende tijd tot de afgifte 15 van een ander lichtsignaal duidt.
3. Registratiesysteem (200) volgens conclusie 1 of 2, waarbij de verwerkingsinrichting (210) ervoor is ingericht om het uitschakelsignaal bovendien op basis van een bedrijfstoestand van de verbrandingsmotor (220) te bepalen.
4. Registratiesysteem (200) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de verwerkingsinrichting (210) ervoor is ingericht om bovendien een startsignaal voor de verbrandingsmotor (220) op basis van het resttijdsignaal te bepalen.
5. Registratiesysteem (200) volgens één der voorgaande conclusies, 25 waarbij de verwerkingsinrichting (210) ervoor is ingericht om de verbrandingsmotor (220) afhankelijk van het uitschakelsignaal, respectievelijk het startsignaal uit te schakelen, respectievelijk te starten.
6. Werkwijze (400) voor het bepalen van een uitschakelsignaal voor een verbrandingsmotor (220) van een voertuig (205), waarbij de werkwijze 5 (400) de volgende stappen omvat: - het registreren (410) van een optisch signaal; - het bepalen (420) van het uitschakelsignaal voor de verbrandingsmotor (220) op basis van het optische signaal, waarbij het uitschakelsignaal afhankelijk van de afstand van het stilstaande voertuig 10 (205) tot de signaalinrichting (110) wordt bepaald.
7. Signaalinrichting voor het afgeven van een lichtsignaal voor het besturen van een verkeersstroom, waarbij de signaalinrichting (100) het volgende omvat: - een interface (120) voor het ontvangen van een besturingssignaal; 15. een eerste verlichtingsinrichting (125) voor het afgeven van het lichtsignaal afhankelijk van het besturingssignaal; - een tweede verlichtingsinrichting (130) voor het afgeven van een resttijdsignaal, dat de resterende tijd tot het afgeven van een ander lichtsignaal aangeeft; 20. waarbij de tweede verlichtingsinrichting (130) in meerdere segmenten (140) is onderverdeeld en de segmenten (140) van de tweede verlichtingsinrichting (130) ringvormig om de eerste verlichtingsinrichting (125) zijn opgesteld; en - een besturingsinrichting (115) voor het aansturen van de 25 segmenten (140) van de tweede verlichtingsinrichting (130).
8. Signaalinrichting (100) volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de besturingsinrichting (115) ervoor is ingericht, om de segmenten (140) van de tweede verlichtingsinrichting (130) beginnend in de 12-uurs-positie in de rangvolgorde van hun rangschikking tegen de klok in te laten doven, waarbij het andere lichtsignaal wordt gegeven, als alle segmenten (140) zijn gedoofd.
9. Signaalinrichting (100) volgens één der conclusies 7 of 8, waarbij het besturingssignaal periodiek geactiveerd en gedeactiveerd is en de 5 besturingsinrichting (115) ervoor is ingericht om een tijd te bepalen die tussen een activering en een deactivering van het besturingssignaal ligt, om uit de bepaalde tijd en het besturingssignaal de resttijd af te leiden.
10. Signaalinrichting (100) volgens conclusie 9, waarbij de besturingsinrichting (115) ervoor is ingericht om alle segmenten (140) van 10 de tweede verlichtingsinrichting (130) samen met de eerste verlichtingsinrichting (125) te activeren, respectievelijk te deactiveren zolang de tijd niet bekend is.
11. Signaalinrichting (100) volgens één der conclusies 7-10, waarbij de segmenten (140) van de tweede verlichtingsinrichting (130) zo snel 15 geactiveerd en gedeactiveerd worden, dat een menselijk oog een continue brandend licht waarneemt.
12. Signaalinrichting (100) volgens één der conclusies 7-11, waarbij de eerste verlichtingsinrichting (125) en de segmenten (140) van de tweede verlichtingsinrichting (130) lichtdioden (135) omvatten.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2010241A NL2010241A (nl) | 2011-08-04 | 2013-02-04 | Het uitschakelen van een verbrandingsmotor van een voertuig. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE102011080433 | 2011-08-04 | ||
DE102011080433A DE102011080433A1 (de) | 2011-08-04 | 2011-08-04 | Abschaltung eines Verbrennungsmotors eines Kraftfahrzeugs |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2009278C2 true NL2009278C2 (nl) | 2013-02-11 |
Family
ID=47553941
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2009278A NL2009278C2 (nl) | 2011-08-04 | 2012-08-03 | Het uitschakelen van een verbrandingsmotor van een voertuig. |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
CN (1) | CN102915648B (nl) |
DE (1) | DE102011080433A1 (nl) |
FR (1) | FR2978857A1 (nl) |
NL (1) | NL2009278C2 (nl) |
Families Citing this family (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE102015216502A1 (de) * | 2015-08-28 | 2017-03-02 | Continental Teves Ag & Co. Ohg | Optimierte Start/Stopp Automatik |
DE102017218369A1 (de) * | 2017-10-13 | 2019-04-18 | Conti Temic Microelectronic Gmbh | Start-Stopp Steuerung für ein Fahrzeug mit Verbrennungsmotor-Antrieb. |
EP3700791A4 (en) * | 2017-10-23 | 2021-06-30 | Bayerische Motoren Werke Aktiengesellschaft | METHOD AND APPARATUS FOR DETERMINING A DRIVING STRATEGY OF A VEHICLE |
EP3496066A1 (en) * | 2017-12-08 | 2019-06-12 | Continental Automotive GmbH | Method for determining the status of a traffic signal and driver assistance system for performing the method |
DE102019119599A1 (de) * | 2019-07-19 | 2021-01-21 | Bayerische Motoren Werke Aktiengesellschaft | Verfahren, Vorrichtung und Computerprogramm zur haptischen Feedbackgenerierung an einem Schalthebel eines Fahrzeugs |
Family Cites Families (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPH11306498A (ja) | 1998-04-16 | 1999-11-05 | Matsushita Electric Ind Co Ltd | 車載カメラシステム |
CN2613005Y (zh) * | 2003-02-08 | 2004-04-21 | 张志斌 | 模拟量显示倒计时交通信号灯 |
US7963264B2 (en) * | 2008-06-25 | 2011-06-21 | GM Global Technology Operations LLC | Engine cranking system and method |
DE102008040830A1 (de) * | 2008-07-29 | 2010-02-04 | Robert Bosch Gmbh | Verfahren und Vorrichtung einer Start-Stopp-Steuerung für eine Brennkraftmaschine |
JP4517003B2 (ja) | 2009-04-27 | 2010-08-04 | アジア航測株式会社 | 道路標識自動認識システム |
US9677530B2 (en) * | 2009-09-21 | 2017-06-13 | Ford Global Technologies, Llc | Assisted direct start engine control for enhanced launch performance |
CN102054360B (zh) * | 2009-11-05 | 2014-04-02 | 胡雪飞 | 一种智能节能交通信号灯装置及其控制方法 |
-
2011
- 2011-08-04 DE DE102011080433A patent/DE102011080433A1/de not_active Ceased
-
2012
- 2012-08-02 FR FR1257529A patent/FR2978857A1/fr not_active Withdrawn
- 2012-08-02 CN CN201210276495.1A patent/CN102915648B/zh active Active
- 2012-08-03 NL NL2009278A patent/NL2009278C2/nl not_active IP Right Cessation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
CN102915648A (zh) | 2013-02-06 |
DE102011080433A1 (de) | 2013-02-07 |
FR2978857A1 (fr) | 2013-02-08 |
CN102915648B (zh) | 2018-02-02 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL2009278C2 (nl) | Het uitschakelen van een verbrandingsmotor van een voertuig. | |
JP7025926B2 (ja) | 車両用表示システム | |
JP7045993B2 (ja) | 車両用照明システム、車両システム及び車両 | |
JP2020075719A (ja) | 画像投射装置および画像投射方法 | |
JP6774954B2 (ja) | 車両用部品および車両 | |
CN104554233B (zh) | 自动起停车辆在紧急车辆附近的自动停止控制 | |
CN103782255B (zh) | 交通工具娱乐系统的眼动追踪控制 | |
JP2020073362A (ja) | 画像投射装置および画像投射方法 | |
CN104047735B (zh) | 自动起停车辆在转弯车道上的停止/起动控制 | |
JP2008540242A (ja) | ストップアンドゴー機能を有する速度制御器のための表示装置 | |
EP2983950A1 (en) | Information display device and information display method | |
US12005832B2 (en) | Vehicle display system, vehicle system, and vehicle | |
AU2017203407A1 (en) | Direction active projection | |
WO2020094805A1 (en) | Lane recognition for automotive vehicles | |
US20170110096A1 (en) | Headlight system with projector | |
KR101496322B1 (ko) | 주행차량 사각지대의 위험요소 알림 장치 | |
CN109715442A (zh) | 照明系统 | |
NL2010241A (nl) | Het uitschakelen van een verbrandingsmotor van een voertuig. | |
US20180232586A1 (en) | Method and device for identifying the signaling state of at least one signaling device | |
US20100145587A1 (en) | Method and apparatus for managing traffic information using light communication | |
JP2011070358A (ja) | 信号機の点灯状態判断システム及び車両の走行支援システム | |
CN110114809B (zh) | 用于在具有变化的输出功能的光信号设备处提醒驾驶员起动的方法和装置 | |
TWM576323U (zh) | Intelligent traffic light assist system | |
JP2004192556A (ja) | 交通システム | |
CN108692262B (zh) | 照明的范围在小范围与长范围之间变化的照明装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20230901 |