NL2009048C2

NL2009048C2 - CURTAIN.

Info

Publication number: NL2009048C2
Application number: NL2009048A
Authority: NL
Inventors: Nanne Willem Valkenburg
Original assignee: Vako B V
Priority date: 2012-06-21
Filing date: 2012-06-21
Publication date: 2013-12-24
Also published as: WO2013191553A1

Description

55

GordijnCurtain

De uitvinding heeft betrekking op een gordijn, in het bijzonder een verbeterd Romeins gordijn.The invention relates to a curtain, in particular an improved Roman curtain.

Een conventioneel Romeins gordijn omvat een bovenste rail voor bevestiging aan een plafond, een aan de bovenste rail aangebracht gordijnpaneel en aan de bovenste rail aangebrachte en met het gordijndoek verbonden en samenwerkende koorden voor het controleren van de opwaartse en neerwaartse beweging van het gordijndoek. Teneinde 10 de typische Romeinse plooien in het gordijnpaneel te vouwen is het gordijnpaneel opgebouwd uit meerdere, onderling verbonden parallelle secties. Tussen iedere twee naburige secties is doorgaans een in hoofdzaak horizontaal georiënteerde vouwstaaf voorzien alsook één of meerdere ogen voor het geleiden van de koorden. Tijdens het in opwaartse richting verplaatsen van (een onderste deel) van het gordijndoek zullen de 15 secties achtereenvolgens vanuit een uitgestrekte toestand worden gedeformeerd tot een min of meer piooivormige of lusvormige toestand, waarbij de vouwstaven tegen of nabij elkaar zullen worden gepositioneerd. Tijdens het neerlaten van het gordijn zal een omgekeerde beweging plaatsvinden en zullen de secties zich in neerwaartse richting in hoofdzaak volledig ontvouwen. De koorden, doorgaans een tweetal, zijn gezien vanaf 20 de reguliere aanzichtzijde van het gordijn achter het gordijn gepositioneerd en als zodanig niet of nauwelijks zichtbaar vanaf de aanzichtzijde. Alhoewel dit type Romeins gordijn in toenemende mate aan populariteit wint, is dit type gordijn vanwege de toegepaste koorden en ogen niet ongevaarlijk voor kinderen, hetgeen ertoe heeft geleid dat de Europese Commissie op 27 juli 2011 een besluit heeft genomen over de 25 veiligheid van onder meer dit type gordijn. In het besluit wordt aangegeven dat uit een 1998 gehouden steekproef in vijftien lidstaten van de Europese Unie is gebleken dat 129 kinderen in het ziekenhuis waren opgenomen vanwege een verwonding in verband met een zonweringkoord of een gordijnkoord. Naar schatting overlijden er in het Verenigd Koninkrijk elk j aar één of twee kinderen omdat ze in de koorden van zonwering 30 verstrikt raken. In de periode tussen 2008 en 2010 zijn tien dodelijke ongevallen gemeld, waarbij kinderen van tussen de 15 en 36 maanden oud betrokken waren in Ierland, Finland, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Turkije. Deze cijfers geven echter slechts een deel van het probleem weer, aangezien veel van dergelijke ongevallen niet worden gemeld. Onderzoek wijst uit dat de meeste dodelijke ongevallen door 2 gordijnkoorden in de slaapkamer plaatsvinden en dat het daarbij kinderen tussen 16 en 36 maanden oud betreft. In meer dan de helft van de gevallen gaat het om een kind van ongeveer 23 maanden oud. Hoewel kinderen op die leeftijd volledig mobiel zijn, is het voor hen moeilijk om zichzelf te bevrijden als ze verstrikt raken in de koorden, omdat 5 hun hoofd nog steeds meer weegt in verhouding tot hun lichaam in vergelijking met volwassenen, en hun lichaamsbeheersing nog niet volledig ontwikkeld is. Bovendien is hun luchtpijp nog niet volgroeid, waardoor die smaller en minder stevig is dan bij volwassenen en oudere kinderen, zodat ze eerder stikken als hun nek omstrengeld is geraakt. Door de Europese Commissie is derhalve onder meer besloten dat gordijnen 10 met een vrij hangend koord zodanig dienen te worden ontworpen dat de koorden geen gevaarlijke lus mogen vormen. De behoefte bestaat derhalve aan aanpassing van het bekende Romeinse gordijn, zodat kinderen niet langer verstrikt kunnen raken in de door de ogen geleide koorden.A conventional Roman curtain comprises an upper rail for attachment to a ceiling, a curtain panel mounted on the upper rail and cords arranged on the upper rail and cooperating with the curtain fabric for controlling the upward and downward movement of the curtain fabric. In order to fold the typical Roman folds in the curtain panel, the curtain panel is composed of several interconnected parallel sections. A generally horizontally oriented folding bar is provided between every two adjacent sections, as well as one or more eyes for guiding the cords. During the upward movement of (a lower part) of the curtain cloth, the sections will successively be deformed from an extended state into a more or less peony-shaped or loop-shaped state, wherein the folding bars will be positioned against or near each other. During the lowering of the curtain, a reverse movement will take place and the sections will unfold substantially completely in the downward direction. As seen from the regular view side of the curtain, the cords, usually two, are positioned behind the curtain and as such not or hardly visible from the view side. Although this type of Roman curtain is becoming increasingly popular, due to the applied cords and eyes, this type of curtain is not harmless to children, which led to the European Commission taking a decision on 27 July 2011 on the safety of, among other things, 25 this type of curtain. The decision indicates that a sample taken in 1998 in 15 Member States of the European Union showed that 129 children had been admitted to hospital due to an injury related to a sun protection cord or a curtain cord. It is estimated that one or two children die each year in the United Kingdom because they get caught in the awning cords. Ten fatal accidents were reported between 2008 and 2010, involving children between the ages of 15 and 36 in Ireland, Finland, the Netherlands, the United Kingdom and Turkey. However, these figures represent only part of the problem, since many such accidents are not reported. Research shows that the majority of fatal accidents are caused by 2 curtain cords in the bedroom and that this concerns children between 16 and 36 months of age. In more than half of the cases, the child is around 23 months old. Although children at that age are fully mobile, it is difficult for them to free themselves if they become entangled in the cords, because their head still weighs more in relation to their body compared to adults, and their body control is not yet complete has been developed. Moreover, their windpipe is not yet fully grown, making it narrower and less firm than in adults and older children, so that they suffocate sooner if their necks become entangled. The European Commission has therefore decided, among other things, that curtains 10 with a free hanging cord must be designed in such a way that the cords must not form a dangerous loop. There is therefore a need for adaptation of the known Roman curtain so that children can no longer become entangled in the eye-guided cords.

15 Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een relatief kindveilig gordijn, in het bijzonder een Romeins gordijn.An object of the invention is to provide a relatively child-safe curtain, in particular a Roman curtain.

De uitvinding verschaft daartoe een gordijn van het in aanhef genoemde type, omvattende: een bovenste rail, ten minste één met de bovenste rail verbonden eerste 20 gordijnpaneel omvattende meerdere onderling verbonden parallelle secties, waarbij tussen aansluitende secties meerdere koordgeleidingselementen zijn verbonden met het gordijnpaneel, meerdere met de bovenste rail en een onderste parallelle sectie verbonden koorden, waarbij ieder koord samenwerkt met ten minste één koordgeleidingselement voor het op- en neerlaten van het eerste gordijnpaneel, ten 25 minste één met de bovenste rail en de koorden verbonden in plissé gevouwen tweede gordijnpaneel, waarbij in het tweede gordijnpaneel doorvoeropeningen zijn aangebracht voor doorvoer van de voornoemde koorden. Het eerste gordijnpaneel vormt hierbij bij voorkeur een Romeins gordijn, ook aangeduid als Romeins scherm. Door de oorspronkelijk vrij hangende koorddelen van het eerste gordijnpaneel te laten omsluiten 30 door een toegepast tweede gordijnpaneel kan lusvorming worden voorkomen, waardoor de kans op verstrikking en verstikking in het gordijn kan worden geminimaliseerd. Door toepassing van het tweede gordijnpaneel ontstaat aldus een dubbellaags (gelamineerd) gordijn, waarbij het eerste gordijnpaneel doorgaans fungeert als (naar een interieur toegekeerde) aanzichtzijde van het gordijn en het tweede gordijndeel met name fungeert 3 als veiligheidsvoorziening voor het op veilige, praktische, esthetisch aantrekkelijke wijze zodanig afschermen van de koorden dat geen lusvorming in de koorden meer kan optreden die tot verstikking zou kunnen leiden. Het tweede gordijnpaneel is in plissé gevouwen en verkrijgt daardoor een typische zigzag- of harmonicastructuur gevormd 5 door onderling zwenkbaar verbonden lamellen (of jaloezieën). Deze plisséstructuur kan worden uitgestrekt en worden ingeklapt (ingevouwen). Doordat beide gordijnpanelen zijn verbonden met de koorden zullen beide gordijnpanelen simultaan eenzelfde opwaartse of neerwaartse beweging uitvoeren. De in de lamellen van het tweede gordijnpaneel aangebrachte doorvoeropeningen vormen de facto onderling meerdere, bij 10 voorkeur in hoofdzaak parallelle, doorvoerkanalen waardoorheen de koorden respectievelijk worden geleid. In een ingetrokken (ingevouwen) toestand van het gordijn zullen de lamellen van het tweede gordijnpaneel doorgaans in hoofdzaak op elkaar en tegen elkaar zijn gepositioneerd, waardoor de door de doorvoeropeningen gevormde doorvoerkanalen de (ontwikkelde) koorddelen in hoofdzaak volledig 15 omsluiten, waardoor de facto een gesloten kanaal ontstaat. In een ontvouwen toestand van het gordijnen zullen de lamellen van het tweede gordijnpaneel doorgaans niet tegen elkaar aan liggen, waardoor de door de doorvoeropeningen gevormde doorvoerkanalen meer open van aard zijn en zullen de (ontwikkelde) koorddelen evenwel zichtbaar zijn. Echter, ook in deze ontvouwen toestand zal de afstand tussen naastgelegen (boven 20 elkaar gelegen) doorvoeropeningen beperkt zijn tot maximaal 5 centimeter, waardoor zich slechts microlussen zullen vormen die niet tot verstikking van een persoon kunnen leiden. Ieder koord is verbonden met zowel het eerste gordijnpaneel alsook het tweede gordijnpaneel, waardoor ieder koord een gemeenschappelijk is voor het bedienen van beide gordijnpanelen.To this end, the invention provides a curtain of the type mentioned in the preamble, comprising: an upper rail, at least one first curtain panel connected to the upper rail, comprising a plurality of mutually connected parallel sections, wherein several cord guiding elements are connected to the curtain panel between connecting sections, a plurality of cords connected to the upper rail and a lower parallel section, each cord cooperating with at least one cord guide element for raising and lowering the first curtain panel, at least one second curtain panel connected to the upper rail and the cords folded in pleated, wherein passage openings are provided in the second curtain panel for passage of the aforementioned cords. The first curtain panel herein preferably forms a Roman curtain, also referred to as a Roman screen. By having the originally free-hanging cord parts of the first curtain panel enclosed by an applied second curtain panel, looping can be prevented, whereby the chance of entanglement and suffocation in the curtain can be minimized. The use of the second curtain panel thus results in a double-layered (laminated) curtain, the first curtain panel usually acting as an (facing towards an interior) view side of the curtain and the second curtain part in particular acting as a safety feature for safe, practical, aesthetic attractive shielding of the cords in such a way that no looping can occur in the cords which could lead to suffocation. The second curtain panel is pleated in pleated and therefore acquires a typical zigzag or harmonica structure formed by mutually pivotably connected slats (or blinds). This pleated structure can be extended and folded (folded). Because both curtain panels are connected to the cords, both curtain panels will simultaneously perform the same upward or downward movement. The feed-through openings provided in the slats of the second curtain panel form de facto a plurality of mutually, preferably substantially parallel, feed-through channels through which the cords are respectively guided. In a retracted (folded-in) condition of the curtain, the slats of the second curtain panel will generally be positioned substantially on top of each other and against each other, as a result of which the feed-through channels formed by the feed-through openings substantially completely enclose the (developed) cord parts, whereby de facto a closed channel. In an unfolded condition of the curtains, the slats of the second curtain panel will generally not abut each other, so that the feed-through channels formed by the passage openings are more open in nature and the (developed) cord parts will, however, be visible. However, even in this unfolded state, the distance between adjacent (superimposed) passage openings will be limited to a maximum of 5 centimeters, as a result of which only microluses will form which cannot lead to the suffocation of a person. Each cord is connected to both the first curtain panel and the second curtain panel, so that each cord is common to operate both curtain panels.

2525

De secties van het eerste gordijnpaneel strekken zich voorkeur in een in hoofdzaak horizontale richting uit, waarbij de secties aan de in hoofdzaak horizontale langsranden met elkaar zijn verbonden. Deze verbinding is doorgaans integraal, doordat het gordijnpaneel veelal uit een enkele materiaallaag is vervaardigd. De overgang tussen 30 naastgelegen secties wordt doorgaans gevormd door een tussenplooi waarin een vouwstaaf kan worden opgenomen. De vouwstaaf zorgt door het eigen gewicht voor het gecontroleerde opvouwing en ontvouwing van het eerste gordijnpaneel. Daarbij wordt de vouwstaaf bij voorkeur vervaardigd uit fibermateriaal of aluminium. Doorgaans zal de tussenplooi en/of de vouwstaaf zijn verbonden met één of meerdere 4 koordgeleidingselementen voor het geleiden van de koorden. De koordgeleidingselementen worden daarbij bij voorkeur elk gevormd door een ring of oog waardoorheen één van de koorden wordt geleid. De ringen of ogen hoeven daarbij niet noodzakelijkerwijs rond te zijn uitgevoerd, doch kunnen tevens zijn uitgevoerd met 5 een andersoortige vorm, zoals een hartvorm. Het is veelal voordelig als de ringen of ogen onderbroken zijn uitgevoerd, alsook zijn vervaardigd uit een enigszins flexibel materiaal. De onderbreking in het koordgeleidingselement maakt het mogelijk om een koord via een zijwaartse beweging tot binnen het koordgeleidingselement te brengen, waarbij het koord het koordgeleidingselement doorsteekt, hetgeen installatie van de 10 koordgeleidingselementen aanzienlijk kan verbeteren, vergemakkelijken, en versnellen. Door de enigszins verende werking van het koordgeleidingselement kan de onderbreking zodanig klein worden gemaakt dat het koord niet eenvoudig zich kan verwijderen tot buiten het koordgeleidingselement waardoor het koord zou worden ontkoppeld.The sections of the first curtain panel preferably extend in a substantially horizontal direction, the sections being connected to one another at the substantially horizontal longitudinal edges. This connection is generally integral in that the curtain panel is often made of a single material layer. The transition between adjacent sections is usually formed by an intermediate fold in which a folding bar can be received. Thanks to its own weight, the folding bar ensures the controlled folding and unfolding of the first curtain panel. The folding bar is thereby preferably made from fiber material or aluminum. The intermediate pleat and / or the folding rod will generally be connected to one or more 4 cord guiding elements for guiding the cords. The cord guide elements are thereby preferably each formed by a ring or eye through which one of the cords is guided. The rings or eyes need not necessarily be round, but can also be designed with a different shape, such as a heart shape. It is often advantageous if the rings or eyes are of interrupted design and are made of a somewhat flexible material. The interruption in the cord guiding element makes it possible to bring a cord into the cord guiding element via a lateral movement, the cord piercing the cord guiding element, which can considerably improve, facilitate and accelerate installation of the cord guiding elements. Due to the somewhat resilient action of the cord guiding element, the interruption can be made so small that the cord cannot easily move outside the cord guiding element, whereby the cord would be disconnected.

1515

De koorden kunnen zich doorgaans vrij verplaatsen door de koordgeleidingselementen. De koorden zijn doorgaans evenwel vast verbonden met of nabij een onderzijde van het eerste gordijnpaneel. Het is daarbij voordeling ingeval het gordijn een onderbalk omvat, waarbij het eerste gordijnpaneel en de koorden zijn verbonden met de onderbalk. In een 20 bijzondere uitvoeringsvorm van het gordijn overeenkomstig de uitvinding is het tweede gordijnpaneel tevens verbonden met de onderbalk, waardoor simultane en gelijkmatige verplaatsing van beide gordijnpanelen gewaarborgd is. De onderbalk zorgt door het eigen gewicht tevens voor een gecontroleerde ontvouwen en opvouwing van beide gordijnpanelen. Het is echter tevens denkbaar dat beide gordijnpanelen zijn voorzien 25 van een eigen onderbalk.The cords can generally move freely through the cord guide elements. However, the cords are usually fixedly connected to or near a bottom side of the first curtain panel. It is advantageous in this case if the curtain comprises a bottom beam, the first curtain panel and the cords being connected to the bottom beam. In a special embodiment of the curtain according to the invention, the second curtain panel is also connected to the bottom beam, whereby simultaneous and uniform movement of both curtain panels is guaranteed. Thanks to its own weight, the lower beam also ensures a controlled unfolding and folding of both curtain panels. However, it is also conceivable that both curtain panels are provided with their own bottom beam.

Het gordijn omvat meerdere koorden teneinde de gordijnpanelen op een stabiele en rechtstandige, gebalanceerde wijze te kunnen opvouwen en ontvouwen. De toegepaste koorden zijn bevestigd aan de bovenste rail, ook wel aangeduid als bovenbalk. Daartoe 30 is de bovenste balk voorzien van één of meerdere axiaal roteerbare koordklossen, ook wel aangeduid als koorddrums, voor het opwikkelen en ontwikkelen van de koorden. Door rotatie van de ten minste ene, doorgaans in hoofdzaak cilindrische, koordklos kan de effectieve lengte van de (ontwikkelde) koorddelen worden bepaald en daarmee de mate van vouwing en ontvouwing van de gordijnpanelen. Doorgaans zal de koordklos 5 ten minste gedeeltelijk en veelal in hoofdzaak volledig zijn opgesloten in de bovenste balk, of althans een behuizing daarvan. Het laten roteren van de ten minste ene koordklos kan manueel geschieden, bijvoorbeeld middels ene met de ten minste ene koordklos gekoppeld bedieningskoord, bedieningspendel, en/of geautomatiseerd door 5 de ten minste ene koordklos te koppelen met of te voorzien van met ten minste één elektromotor. De elektromotor kan daarbij eventueel draadloos worden aangestuurd. Ingeval meerdere koordklossen worden toegepast, waarbij elk koord samenwerkt met een eigen koordklos, dan is het denkbaar om de koordklossen onderling mechanisch te koppelen zodat beide koordklossen simultaan en gelijkmatig kunnen roteren, hetgeen 10 het rechtstandig op- en neerlaten van het gordijn ten goede komt. Ingeval een bedieningspendel wordt toegepast is het voordelig ingeval deze losneembaar is gekoppeld, bij voorkeur onder invloed van magnetisme, met een aandrijfstang en/of een koordklos, waardoor de bedieningspendel bij overschrijding van een vooraf gedefinieerde kracht zal worden ontkoppeld waardoor gevaarlijke situaties verdergaand 15 kunnen worden tegengegaan.The curtain comprises several cords in order to be able to fold and unfold the curtain panels in a stable and upright, balanced manner. The applied cords are attached to the upper rail, also referred to as the upper beam. To that end, the upper beam is provided with one or more axially rotatable cord spools, also referred to as cord drums, for winding and developing the cords. By rotation of the at least one, usually substantially cylindrical, cord spool, the effective length of the (developed) cord parts can be determined and thereby the degree of folding and unfolding of the curtain panels. As a rule, the cord spool 5 will be at least partially and often substantially completely enclosed in the upper beam, or at least a housing thereof. The at least one cord spool can be rotated manually, for example by means of a control cord, control shuttle, and / or automated by coupling the at least one cord spool to or provided with at least one electric motor. . The electric motor can optionally be controlled wirelessly. If several cord spools are used, each cord cooperating with its own cord spool, then it is conceivable to mechanically couple the cord spools to each other so that both cord spools can rotate simultaneously and evenly, which benefits the vertical raising and lowering of the curtain. If an operating shuttle is used, it is advantageous if it is detachably coupled, preferably under the influence of magnetism, to a drive rod and / or a cord spool, as a result of which the operating shuttle will be disconnected if a predefined force is exceeded, as a result of which dangerous situations can be progressed further. countered.

Zoals reeds aangegeven bedraagt de maximale afstand tussen naastgelegen doorvoeropeningen van het tweede gordijnpaneel 5 centimeter. Deze afstand is meer dan voldoende klein om gevaarlijke lusvorming te voorkomen. Iedere doorvoeropening 20 is bij voorkeur in hoofdzaak decentraal ten opzichte van de lengteas van een lamel van het tweede gordijnpaneel gelegen, teneinde - in opgevouwen toestand van het tweede gordijnpaneel - een in hoofdzaak cilindervormig doorvoerkanaal voor een (enkel) koord te kunnen vormen. De decentrale positionering heeft als bijzonder voordeel dat aan één zijde enigszins grotere, doch ongevaarlijke lussen tussen ieder koord en twee op elkaar 25 aansluitende lamellen van het eerste gordijnpaneel worden gecreëerd voor het makkelijker kunnen bevestigen van de koordgeleidingselementen van het eerste gordijnpaneel aan de koorden. De decentrale positionering is daarbij aldus zo gekozen dat de grotere lusvorming zich voordoet aan een naar het eerste gordijnpaneel toegekeerde zijde van het tweede gordijnpaneel. Dit betekent dat de doorvoeropeningen 30 zodanig in het tweede gordijnpaneel zijn gepositioneerd dat de afstand van een doorvoeropening tot een naar het eerste gordijnpaneel toegekeerde langsrand van een lamel van het tweede gordijnpaneel groter is dan de afstand van dezelfde doorvoeropening tot een van het eerste gordijnpaneel afgekeerde langsrand van het lamel van het tweed gordijnpaneel. Bij voorkeur is ieder lamel voorzien van een x aantal 6 doorvoeropeningen voor de vorming van een x aantal doorvoeropening, waarbij jc normaliter gelijk is aan 2.As already indicated, the maximum distance between adjacent passage openings of the second curtain panel is 5 centimeters. This distance is more than sufficiently small to prevent dangerous looping. Each passage opening 20 is preferably situated substantially decentralized to the longitudinal axis of a slat of the second curtain panel, in order to be able to form a substantially cylindrical passage channel for a (single) cord in the folded state of the second curtain panel. The decentralized positioning has the special advantage that slightly larger, but non-hazardous, loops between each cord and two mutually connecting slats of the first curtain panel are created for easier attachment of the cord guide elements of the first curtain panel to the cords. The decentralized positioning is thus chosen such that the larger loop formation occurs on a side of the second curtain panel facing the first curtain panel. This means that the passage openings 30 are positioned in the second curtain panel in such a way that the distance from a passage opening to a longitudinal edge facing the first curtain panel of a slat of the second curtain panel is greater than the distance from the same passage opening to a longitudinal edge remote from the first curtain panel. of the vane of the tweed curtain panel. Each slat is preferably provided with an x number of 6 feed-through openings for the formation of an x number of feed-through opening, where jc is normally equal to 2.

De maximale afstand tussen de harten van twee opvolgende doorvoeropeningen is 5 derhalve bij voorkeur in hoofdzaak gelijk aan twee maal de lamelbreedte van het tweede gordijnpaneel. Typische lamelbreedtes van bekende plisségordijnen zijn 25 millimeter en 45 millimeter. Het geniet vanuit praktisch oogpunt de voorkeur een bekend plisségordijn, bij nadere voorkeur met een relatief beperkte lamelbreedte, te gebruiken als tweede gordijnpaneel, waardoor de maximale afstand tussen opvolgende 10 doorvoeropeningen 5 centimeter, in het bijzonder 4,5 centimeter bedraagt. Bij nadere voorkeur bedraagt deze maximale afstand 3 centimeter, in het bijzonder 2,5 centimeter.The maximum distance between the hearts of two successive passage openings is therefore preferably substantially equal to twice the louvre width of the second curtain panel. Typical slat widths of known pleated blinds are 25 millimeters and 45 millimeters. From a practical point of view, it is preferable to use a known pleated blind, more preferably with a relatively limited slat width, as a second curtain panel, so that the maximum distance between successive passage openings is 5 centimeters, in particular 4.5 centimeters. This maximum distance is more preferably 3 centimeters, in particular 2.5 centimeters.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een eerste gordijnpaneel ten gebruike in een gordijn overeenkomstig de uitvinding. De uitvinding heeft tevens betrekking op een 15 tweede gordijnpaneel ten gebruike in een gordijn overeenkomstig de uitvinding. De uitvinding heeft vervolgens betrekking op een bovenste rail (bovenbalk) ten gebruike in een gordijn overeenkomstig de uitvinding, waarbij de bovenste rail is ingericht voor (gelijktijdige) koppeling van zowel het eerste gordijnpaneel en het tweede gordijnpaneel. Koppeling van de gordijnpanelen aan de bovenste rail kan geschieden 20 middels klittenband, één of meerdere beugels, één of meerdere profielen, clips, et cetera. Verdere voordelen en uitvoeringsvarianten van voornoemde componenten zijn reeds in het voorgaande op uitvoerige wijze beschreven.The invention also relates to a first curtain panel for use in a curtain according to the invention. The invention also relates to a second curtain panel for use in a curtain according to the invention. The invention then relates to an upper rail (upper beam) for use in a curtain according to the invention, wherein the upper rail is adapted for (simultaneous) coupling of both the first curtain panel and the second curtain panel. Coupling of the curtain panels to the upper rail can be done by means of Velcro, one or more brackets, one or more profiles, clips, et cetera. Further advantages and embodiments of the aforementioned components have already been described in detail in the foregoing.

De uitvinding zal worden verduidelijkt aan de hand van in navolgende figuren 25 weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: figuur la een dwarsdoorsnede van een gordijn overeenkomstig de uitvinding in een ontvouwen toestand, figuur lb een dwarsdoorsnede van het gordijn volgens figuur la in een opgevouwen toestand, 30 figuur 2 een perspectivisch aanzicht op een deel van het gordijn volgens figuren la en lb, en figuur 3 een bovenaanzicht op een deel van een uitgevouwen plisségordijn ten gebruike in een gordijn volgens figuren la-2.The invention will be elucidated on the basis of non-limitative exemplary embodiments shown in the following figures. Herein: figure la shows a cross-section of a curtain according to the invention in an unfolded state, figure lb a cross-section of the curtain according to figure la in a folded state, figure 2 a perspective view of a part of the curtain according to figures la and lb and figure 3 shows a top view of a part of an unfolded pleated blind for use in a curtain according to figures la-2.

77

Figuur la toont een dwarsdoorsnede van een gordijn 1 overeenkomstig de uitvinding in een ontvouwen toestand. Het gordijn 1 omvat een Romeins gordijnpaneel 2 dat tevens de reguliere aanzichtzijde van het gordijn 1 vormt. Het Romeinse gordijnpaneel 2 is aan een bovenzijde verbonden met een bovenste rail 3 ingericht voor bevestiging aan een 5 plafond. Het Romeinse gordijnpaneel 2 omvat meerdere parallelle secties 2a waarbij naastgelegen secties 2a onder tussenkomst van een plooi 2b integraal met elkaar zijn verbonden. De plooien 2b vormen daarbij een opneemruimte voor een vouwstaaf 4, teneinde het Romeinse gordijnpaneel 2 strak en gecontroleerd te kunnen laten hangen. Iedere plooi 2b en/of daarin opgenomen vouwstaaf 4 is verbonden met twee op afstand 10 van elkaar gepositioneerd ringen 5 voor doorvoer van een tweetal koorden 6. De koorden 6 strekken zich daarbij uit vanaf een in de bovenste rail 3 opgenomen koordklos 7 tot aan een met het gordijnpaneel 2 verbonden onderbalk 8, waarbij ieder koord 6 is verbonden met zowel de koordklos 7 alsook de onderbalk 8. Door de koordklos 7 handmatig (H) of geautomatiseerd (M) axiaal te laten roteren kunnen de 15 koorden, afhankelijk van de rotatierichting van de koordklos 7, worden gewikkeld dan wel worden ontwikkeld, waardoor het Romeinse gordijnpaneel 2 kan worden opgetrokken dan wel worden neergelaten. Bij het optrekken van het Romeinse gordijnpaneel 2 zal de onderbalk 8 met behulp van de koorden 6 in opwaartse richting worden verplaatst, waarbij de koorden 6 door de ringen 5 zullen glijden, en waarbij een 20 plooi in de onderste sectie 2a zal worden gevormd. De onderbalk 8 zal de vouwstaven 4 successievelijk mee optillen onder vorming van verdere plooien in de bovengelegen secties 2a van het Romeinse gordijnpaneel 2 (zie figuur lb). Alhoewel Romeinse gordijnen relatief populair zijn is een nadeel van de bekende Romeinse gordijnen dat de koorden relatief gevaarlijke lussen kunnen vormen waarin kinderen kunnen stikken.Figure 1a shows a cross-section of a curtain 1 according to the invention in an unfolded state. The curtain 1 comprises a Roman curtain panel 2 which also forms the regular view side of the curtain 1. The Roman curtain panel 2 is connected at an upper side to an upper rail 3 adapted for attachment to a ceiling. The Roman curtain panel 2 comprises a plurality of parallel sections 2a, with adjacent sections 2a integrally connected to each other with the aid of a pleat 2b. The pleats 2b thereby form a receiving space for a folding bar 4 in order to allow the Roman curtain panel 2 to hang tightly and in a controlled manner. Each pleat 2b and / or folding rod 4 received therein is connected to two spaced-apart rings 10 for passage of two cords 6. The cords 6 thereby extend from a cord spool 7 included in the upper rail 3 to a lower beam 8 connected to the curtain panel 2, each cord 6 being connected to both the cord spool 7 and the lower beam 8. By causing the cord spool 7 to rotate manually (H) or automated (M), the cords can, depending on the direction of rotation of the cord spool 7, are wound or developed so that the Roman curtain panel 2 can be raised or lowered. When the Roman curtain panel 2 is pulled up, the lower beam 8 will be moved upwards with the help of the cords 6, wherein the cords 6 will slide through the rings 5 and a fold will be formed in the lower section 2a. The lower beam 8 will successively raise the folding bars 4 to form further folds in the upper sections 2a of the Roman curtain panel 2 (see Figure 1b). Although Roman curtains are relatively popular, a drawback of the known Roman curtains is that the cords can form relatively dangerous loops in which children can choke.

25 Teneinde dit risico uit te sluiten worden de koorden 6 van het gordijn 1 althans gedeeltelijk afgeschermd door een aanvullend gordijnpaneel gevormd door een plisségordijn 9. Het plisségordijn 9 opgebouwd uit meerdere lamellen 9a die onderling alternerend met elkaar zijn verbonden zodat een harmonicastructuur ontstaat (zie figuur 2). Ieder lamel 9a is voorzien een tweetal doorvoeropeningen 9b voor doorvoer van de 30 respectievelijke koorden 6. In een ingeklapte (ingevouwen) toestand van het plisségordijn 9 vormen de boven elkaar gelegen doorvoeropeningen 9b een in hoofdzaak gesloten doorvoerkanaal, waarbij (een ten opzichte van de bovenste rail 3 uitstekend deel van) de koorden 6 in hoofdzaak volledig rondom worden omsloten door het plisségordijn 9. In een uitgeklapte (uitgevouwen) toestand van het plisségordijn 9 8 vormen de boven elkaar gelegen doorvoeropeningen 9b een open doorvoerkanaal, waarbij (een ten opzichte van de bovenste rail 3 uitstekend deel van) de koorden 6 gedeeltelijk worden omsloten door het plisségordijn 9. De lamelbreedte D bedraagt in dit uitvoeringsvoorbeeld 4,5 centimeter (zie figuur 3). Doordat de maximale afstand d 5 tussen twee opvolgende, boven elkaar gepositioneerde doorvoeropeningen 9b tevens beperkt is tot maximaal 5 centimeter kan geen kindgevaarlijke lusvorming ontstaan in het koord. Het plisségordijn 9 is aan een bovenzijde verbonden met de bovenste rail 3 en is aan een onderzijde voorzien van een onderbalk 10 voor het strak laten hangen en gecontroleerd laten bewegen van het plisségordijn 9. De onderbalk 10 en/of een 10 onderste deel van het plisségordijn 9 is verbonden met de koorden 6 voor het kunnen bedienen van het plisségordijn 9. Doordat het Romeinse gordijn 2 en het plisségordijn 9 samenwerken alsook zijn verbonden met de (gemeenschappelijke) koorden 6, zullen beide gordijnpanelen 2, 9 gelijktijdig worden bediend. De dimensionering van het plisségordijn is bij voorkeur enigszins beperkter dan de dimensionering van het 15 Romeinse gordijn 2, zodat bij een regulier vooraanzicht op het gordijn 1 slechts het Romeinse gordijn 2 zichtbaar is.In order to exclude this risk, the cords 6 of the curtain 1 are at least partially shielded by an additional curtain panel formed by a pleated curtain 9. The pleated curtain 9 constructed from a plurality of slats 9a mutually connected to each other so that a harmonica structure is formed (see figure) 2). Each slat 9a is provided with two passage openings 9b for passage of the respective cords 6. In a collapsed (folded-in) condition of the pleated curtain 9, the passage openings 9b located above one another form a substantially closed passage channel, wherein (one relative to the upper rail 3 projecting part of the cords 6 are substantially completely encircled all around by the pleated curtain 9. In an unfolded (unfolded) condition of the pleated curtain 9, the passage openings 9b located above one another form an open passage channel, wherein (a relative to the upper rail 3 protruding part of the cords 6 are partially enclosed by the pleated curtain 9. The slat width D in this exemplary embodiment is 4.5 centimeters (see figure 3). Because the maximum distance d 5 between two successive feed-through openings 9b positioned above each other is also limited to a maximum of 5 centimeters, no child-dangerous loop formation can occur in the cord. The pleated curtain 9 is connected to the upper rail 3 on an upper side and is provided on a lower side with a lower beam 10 for allowing the pleated curtain 9 to hang tightly and to move in a controlled manner. The lower beam 10 and / or a lower part of the pleated curtain 9 is connected to the cords 6 for being able to operate the pleated curtain 9. Because the Roman curtain 2 and the pleated curtain 9 work together as well as are connected to the (common) cords 6, both curtain panels 2, 9 will be operated simultaneously. The dimensioning of the pleated curtain is preferably somewhat more limited than the dimensioning of the Roman curtain 2, so that with a regular front view of the curtain 1 only the Roman curtain 2 is visible.

Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier weergegeven en beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de bijgaande 20 conclusies legio varianten mogelijk zijn, die voor de vakman op dit gebied voor de hand zullen liggen.It will be clear that the invention is not limited to the exemplary embodiments shown and described here, but that within the scope of the appended claims, countless variants are possible which will be obvious to those skilled in the art.

Claims

A curtain, comprising: an upper rail, 5. at least one first curtain panel connected to the upper rail comprising a plurality of mutually connected parallel sections, wherein between connecting sections a plurality of cord guide elements are connected to the curtain panel, a plurality of the upper rail and a lower parallel section-connected cords, each cord cooperating with at least one cord-guiding element for raising and lowering the first curtain panel, - at least one second curtain panel connected to the upper rail and the cords, pleated folded pleats, the passage curtains being in the second curtain panel arranged for transit of the aforementioned cords 15

The curtain of claim 1, wherein the first curtain panel is formed by a Roman screen.

3. Curtain as claimed in claim 1 or 2, wherein at least one folding bar is arranged between connecting sections of the first curtain panel.

The curtain of claim 3, wherein each folding bar is connected to at least one cord guide element.

5. Curtain as claimed in any of the foregoing claims, wherein at least one cord guiding element is formed by a ring for passage of a cord.

6. Curtain as claimed in any of the foregoing claims, wherein the curtain comprises at least one bottom beam, wherein the first curtain panel and / or the second curtain panel 30 are connected to the bottom beam, and wherein the cords are connected to the bottom beam

The curtain of claim 6, wherein the first curtain panel and the second curtain panel are connected to different sub-beams, respectively.

A curtain according to any one of the preceding claims, wherein the curtain comprises at least one axially rotatable cord spool for winding and developing the cords. 5

The curtain of claim 8, wherein the at least one cord spool is at least partially received in the upper rail.

10. Curtain according to claim 8 or 9, wherein the at least one cord spool is connected to at least one manually operable operating element, such as an operating cord.

11. Curtain as claimed in any of the claims 8-10, wherein the at least one cord spool is connected to at least one electric motor. 15

12. Curtain as claimed in any of the foregoing claims, wherein the passage openings of the second curtain panel together form a number of passage channels for a corresponding number of cords.

A curtain according to any one of the preceding claims, wherein the maximum distance between adjacent passage openings of the second curtain panel is 5 centimeters, in particular 3 centimeters.

14. Curtain as claimed in any of the foregoing claims, wherein the first curtain panel 25 and the second curtain panel extend in a substantially parallel direction.

The curtain of claim 14, wherein the first curtain panel and the second curtain panel are positioned substantially one behind the other.

The curtain of claim 15, wherein the first curtain panel substantially completely screens off the second curtain panel.

A curtain panel according to claim 15 or 16, wherein a side of the first curtain panel remote from the second curtain panel forms a view side of the curtain.

18. First curtain panel for use in a curtain according to any one of claims 1-17.

A second curtain panel for use in a curtain according to any one of claims 1-17

The top rail for use in a curtain according to any of claims 1-17, wherein the top rail is adapted to connect both the first curtain panel and the second curtain panel.