NL2008961C2 - Dragerelement, ingericht voor het samenstellen van een drager voor toepassing in een kunstgrasveld, een drager, samengesteld uit dergelijke dragerelementen, alsmede een kunstgrasveld, omvattende een dergelijke drager. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Dragerelement, ingericht voor het samenstellen van een drager voor toepassing in een kunstgrasveld, een drager, samengesteld uit dergelijke dragerelementen, alsmede een kunstgrasveld, omvattende een dergelijke drager.

5

BESCHRIJVING

De uitvinding heeft betrekking op een dragerelement, ingericht voor het samenstellen van een drager voor toepassing in een kunstgrasveld, in het bijzonder een kunstgrassportveld, waarbij het dragerelement aan zijn bovenzijde meerdere 10 zich over in hoofdzaak zijn gehele oppervlak regelmatig verdeelde en van de bovenzijde uitstrekkende uitstulpingen omvat.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een drager, samengesteld uit dergelijke dragerelementen, als ook uit een kunstgrasveld, omvattende een dergelijke drager.

15 Een dragerelement volgens bovengenoemde aanhef is bijvoorbeeld omschreven in de nog niet gepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage nr. NL2005847.

Veel sporten, zoals veldhockey, tennis, Amerikaans voetbal etc. etc. worden tegenwoordig gespeeld op een kunstgrassportveld. Hoewel sporters op 20 natuurgras sportvelden door de zachte ondergrond minder blessures oplopen met vallen, slidings etc., hebben dergelijke sportvelden juist door hun intensieve bespeling en ten gevolge van de wisselende invloed van de weersomstandigheden veel te lijden van met name de bovengenoemde sporten.

Kunstgrassportvelden daarentegen vergen minder onderhoud en kunnen 25 veel intensiever bespeeld worden dan sportvelden van natuurgras. Teneinde met de speelstijl op het kunstgrassportveld zoveel mogelijk die van op het natuurgras-sportveld te kunnen benaderen, wordt bij de huidige kunstgrasveldsystemen tussen de kunstgrasvezels een laag granulair materiaal ingestrooid, zoals zand of kunststofkorrels, waarbij in het algemeen de laagdikte ongeveer 40-60% bedraagt 30 van de opstaande kunststofvezels. Deze laag ingestrooide korrels verschaft niet alleen een zachtere, dempende en derhalve minder blessuregevoelige ondergrond, maar tevens wordt hierdoor de speelstijl verbeterd.

Aan het instrooien van een dikke laag granulair materiaal in kunstgrassportvelden kleven een aantal bezwaren. Er is een aanzienlijke laag 2 granulair materiaal nodig; in hedendaagse kunstgrasvelden wordt het granulair materiaal met een laagdikte tussen de 2,5 en 5,5 cm ingestrooid. Niet alleen is de aanleg van een dergelijk kunstgrassportveld arbeidsintensiever dan natuurgras, ook na de aanleg behoeft een ingestrooid kunstgrassportveld onderhoud. De in het begin 5 gelijkmatige verdeling van de dikke laag granulair instrooimateriaal kan door de intensieve bespeling worden verstoord. Hierdoor kunnen met name op zeer intensief bespeelde plaatsen, bijvoorbeeld het doelgebied, in het kunstgrassportveld gebieden met nauwelijks ingestrooid materiaal ontstaan, waardoor het spel nadelig beïnvloed wordt en het risico op blessures toeneemt. Van een ingestrooid kunstgrassportveld 10 dient de verdeling en de hoeveelheid van het granulaire materiaal regelmatig gecontroleerd en indien noodzakelijk hersteld te worden.

Als oplossing voor bovengenoemde, aan het gebruik van granulair instrooimateriaal klevende, bezwaren wordt in NL2005847 een dragerelement voorgesteld, dat aan zijn bovenzijde is voorzien van meerdere zich aan de 15 bovenzijde uitstrekkende uitstulpingen.

Een kunstgrasveld, opgebouwd uit dergelijke dragerelementen, bezit het verrassende effect, dat de drager tevens zodanige dempende eigenschappen vertoont, dat het kunstgrasveld natuurgetrouwe speleigenschappen bezit en de toevoeging van een aanzienlijke hoeveelheid granulair instrooimateriaal overbodig 20 wordt.

Gebleken is dat een in NL2005847 beschreven dragerelement en een kunstgrasveld, samengesteld uit dergelijke dragerelementen, meer constante en natuurgetrouwe speleigenschappen bezit in termen van energie-restitutie en schokabsorptie, indien het dragerelement overeenkomstig de uitvinding een hardheid 25 van 30-70 Sh(A) bezit. Meer specifiek bezit het dragerelement een hardheid van 40-65 Sh(A).

Indien het dragerelement tenminste is vervaardigd van styreen-butadieen rubber of EPDM-rubber, kan hiermee een verbeterd kunstgrasveld worden gerealiseerd, dat niet alleen de gewenste constante en natuurgetrouwe 30 speleigenschappen bezit, doch tevens eenvoudig en goedkoop te vervaardigen is met behulp van weinig complexe fabricagetechnieken. Door het gebruik van SBR- of EPDM-rubber kunnen de dragerelementen door middel van een persprocedé in grote aantallen worden verkregen.

3

Additioneel kan het dragerelement additieven, zoals vulstoffen en/of een anti-staticum bevatten.

Bij een andere uitvoeringsvormen kan een dragerelement overeenkomstig de uitvinding hiertoe worden gekenmerkt, doordat het dragerelement is opgebouwd 5 uit meerdere lagen, waarbij in het bijzonder de aangrenzende lagen onderling verschillende samenstellingen bezitten. Meer specifiek kan elke laag een andere hardheid Sh(A) bezitten. Dit biedt de mogelijkheid om dragerelementen in verschillende uitvoeringen te realiseren, afhankelijk van de gewenste energie-restitutie en schokabsorptie en de beoogde toepassing in een drager c.q. 10 kunstgrasveld om zo de gewenste speleigenschappen te verkrijgen. Zo kan bijvoorbeeld het dragerelement zijn opgebouwd uit een 'stijvere' of ‘hardere’ onderlaag en ‘zachtere’ of ‘minder harde’ bovenlaag.

Eventueel kan het dragerelement een geschuimd materiaal bevatten, om een soortgelijke beïnvloeding van de energie-restitutie, schokabsorptie en 15 speleigenschappen te realiseren.

Meer specifiek kan het dragerelement althans ten dele gerecycled materiaal bevatten, in het bijzonder een aandeel van 50-75 gew% van gerecycled materiaal.

Bij een verdere uitvoeringsvorm is het dragerelement overeenkomstig de 20 uitvinding voorzien van een wapening. Hierbij kan de wapening zijn gevormd door één of meer in het dragerelement verwerkte of ingebedde versterkingsdraden c.q. een versterkingsweefsel bevatten. Dit komt de sterkte, stabiliteit (in het bijzonder de dimensionele stabiliteit) en bovenal de levensduur van de samengestelde drager en kunstgrasveld ten goede, daar hiermee de krachten die tijdens het veldspel op de 25 veldconstructie worden uitgeoefend beter kunnen worden opgevangen en naar de ondergrond van het kunstgrasveld worden weggeleid.

Bij een verdere uitvoeringsvorm is de wapening elektrisch geleidend, zodat eventuele tijdens het veldspel opgewekte statische elektriciteit uit veiligheidsoogpunt voor de spelers uit het kunstgrasveld kan weggeleid worden. 30 Eventueel kan de elektrisch geleidende wapening deel uitmaken van een veldverwarmingssysteem, zodat het aldus gerealiseerde kunstgrasveld gedurende het gehele jaar bespeelbaar kan zijn.

Het versterkingsmateriaal kan daarbij uit een polyester materiaal of uit sisal bestaan.

4

Volgens specifieke uitvoeringsvormen kunnen de uitstulpingen een ronde en in het bijzonder een ellipsvormige dwarsdoorsnede bezitten en/of hebben de uitstulpingen een dwarsdoorsnede die een polygoonvorm bezit. De vrije einden van de uitstulpingen kunnen daarbij zijn afgerond. Uitstulpingen die een ronde 5 dwarsdoorsnede bezitten, zoals een cirkel of een ellips, hebben het voordeel dat erop uitgeoefende krachten als gevolg van het bespelen beter verdeeld en naar de ondergrond kunnen worden afgevoerd. Dit komt de levensduur van de drager ten goede en beperkt eventuele blessures bij de spelers. Daarnaast heeft een ronde dwarsdoorsnede van de uitstulpingen het voordeel dat de uitstulpingen hierdoor 10 vrijer tussen de kunstgrasvezels kunnen bewegen waardoor een betere dempingswerking optreedt. Dit beperkt het optreden van blessures.

Wanneer volgens een verder kenmerk elk dragerelement is voorzien van koppelmiddelen, welke samenwerken met overeenkomstige van ten minste één ander dragerelement deel uitmakende koppelmiddelen wordt de voor de opbouw van 15 de volledige drager en het uiteindelijke kunstgrasveld benodigde tijd verkort. Naast een snelle installatie kan met behulp van de koppelmiddelen tevens een sterke constructie worden gerealiseerd, die bestand is tegen bijvoorbeeld intensieve sporten, zoals rugby of voetbal.

Bij een verdere specifieke uitvoeringsvorm is het dragerelement verder 20 ingericht voor het aan een tweede zijde van de drager bevestigen van kunstgrasvezels, welke kunstgrasvezels zich tussen en voorbij de uitstulpingen uitstrekken. Op deze wijze worden afzonderlijke dragerelementen, voorzien van kunstgrasvezels, verschaft, die eenvoudig in delen kunnen worden getransporteerd en van waaruit ter plaatse (in het sportpark of stadion) uit de verschillende 25 dragerelementen deelsgewijs een volledig functioneel kunstgrasveld kan worden opgebouwd.

Teneinde een duurzame verbinding tussen de kunstgrasvezels met het dragerelement te verwezenlijken kan overeenkomstig de uitvinding het dragerelement aan zijn tweede zijde zijn voorzien van een coating.

30 De uitvinding zal nu aan de hand van een tekening nader worden toegelicht, welke tekening achtereenvolgens toont in:

Figuur 1 een schematische uitvoeringsvorm van een kunstgrasveld overeenkomstig de stand van de techniek, voorzien van ingestrooid granulair materiaal; 5

Figuren 2 tot en met 4 verschillende uitvoeringsvormen van een kunstgrasveld, voorzien van dragerelementen overeenkomstig de uitvinding;

Figuren 5 en 6 een uitvoeringsvorm van met elkaar verbindbare dragerelementen.

5 Figuur 7 en 8 een praktische uitvoeringsvorm van met elkaar verbindbare dragerelementen.

Voor een beter begrip van de uitvinding worden in de navolgende figuurbeschrijving de in de verschillende figuren getoonde overeenkomende onderdelen met identieke referentiecijfers aangeduid.

10 In figuur 1 wordt een uitvoeringsvorm van een kunstgrasveld volgens de stand van de techniek getoond. Het kunstgrasveld 10 in figuur 1 omvat een drager 11 en kunstgrasvezels 12. Elk van de kunstgrasvezels 12 bestaat uit een bundel van vezels, in de figuur aangeduid met de referentiecijfers 12a, 12b en 12c. Deze vezels 12a, 12b, 12c kunnen bijvoorbeeld in elkaar getwijnd zijn. De 15 kunststofvezels 12 zijn in de drager 11 aangebracht door middel van tuften of weven.

Tussen de kunststofvezels 12 is een laag van granulair instrooimateriaal 14 aangebracht, in deze figuur slechts ter illustratie aangeduid als een veelvoud van vergroot weergegeven bolletjes. Dergelijk granulair instrooimateriaal, ook wel infill genoemd, kan uit één materiaal bestaan zoals 20 bijvoorbeeld zand, rubber of kokos, maar ook uit een combinatie van materialen zijn opgebouwd om specifieke eigenschappen van het kunstgrasveld te verkrijgen.

De functie van de infill 14 is meervoudig. Ten eerste dient deze als dempingsmateriaal tijdens het bespelen van het veld. Hierdoor voelt het kunstgrasveld zachter aan wat een meer natuurgetrouw gevoel geeft. Ten tweede 25 dient de infill 14 als zijdelingse ondersteuning van de kunstgrasvezels 12 om te voorkomen dat deze plat worden getrapt tijdens het bespelen.

In figuur 2 wordt een uitvoeringsvorm van een kunstgrasveld volgens de uitvinding getoond. Het kunstgrasveld 20 in figuur 2 omvat een drager 25 en verschillende kunstgrasvezels 12. Elk van de kunstgrasvezels 12 bestaat 30 bijvoorbeeld uit een bundel van filamenten en/of tapegarens, in de figuur aangeduid met de verwijzingscijfers 12a, 12b en 12c. Deze kunstgrasvezels verschillen in beginsel niet van de kunstgrasvezels zoals deze in stand van de techniek kunstgrasvelden worden toepast. De drager is echter anders uitgevoerd.

6

In tegenstelling tot de stand van de techniek uitgevoerde drager 11 is de drager 25 volgens de uitvinding naar de vrije einden van de kunstgrasvezels toe voorzien van uitstekende delen 25a, 25b en 25c. Deze uitstekende delen of uitstulpingen 25a, 25b en 25c strekken zich tussen en langs de kunstgrasvezels 12 5 uit en bezitten een lengte (of hoogte) die ten hoogste gelijk is aan de lengte van de gebruikte kunstgrasvezels 12. Zoals in de figuur 2 is te zien, maken de uitstulpingen 25a, 25b en 25c deel uit van de drager 25 en vormen derhalve geen losse elementen, die op een of andere wijze met de drager moeten worden verbonden. De drager vervangt ten minste ten dele de dempende functie van de infill. In een 10 praktische uitvoeringsvorm kan echter een beperkte hoeveelheid infill worden toegepast. Daarbij kan gedacht worden aan een laagdikte tussen de 0.5 en 1.5 cm (of 40-60% van de lengte van de kunststofvezels).

In de drager 25 kunnen vervolgens met behulp van verschillende technieken kunstgrasvezels 12 aangebracht worden op vrije posities 26 in de drager 15 25 en tussen de uitstulpingen 25a-25b-25c. Veelal worden de kunstgrasvezels 12 door de drager 25 heen aangebracht (b.v. door tuften) alwaar ze aan de onderzijde 25a (aan de eerste zijde) van de drager 25 worden bevestigd op bevestigingspunten 13a. Op deze bevestigingspunten 13a kunnen kunstgrasvezellussen 13b zijn gevormd, zoals deze ontstaan bij het tuften van de kunstgrasvezels in de drager. Op 20 deze bevestigingspunten kunnen de kunstgrasvezels 12 ook bijvoorbeeld in de drager zijn gestoken, of op enige andere manier in de drager zijn aangebracht, waarna de kunstgrasvezels met behulp van bijvoorbeeld ultrasoon lassen met de drager worden verbonden (c.q. versmolten).

Een andere manier om de kunstgrasvezellussen 13b aan de drager 25 te bevestigen is door middel van poedercoaten. Bij het poedercoaten wordt er een poederlaag tegen de onderzijde van de drager 25 aan gespoten welke vervolgens met de drager 25 wordt samengesmolten om een duurzame verbinding van de kunstgrasvezels met de drager te verwezenlijken.

In figuur 3 is een kunstgrasveld 30 getoond waarbij de drager 35 30 uitstulpingen 35a, 35b, en 35c omvat met een dwarsdoorsnede die breder/groter is dan die van de uitstulpingen in figuur 2. Afhankelijk van het gewenste dempende effect of in het algemeen afhankelijk van de gewenste beïnvloeding van het spelgedrag op het betreffende kunstgrasveld kunnen afmetingen (hoogte dan wel dwarsdoorsnede) en vorm van de uitstulpingen gevarieerd worden.

7

Zo kunnen de uitstulpingen een ronde dwarsdoorsnede bezitten maar ook een ellipsvormige of een polygoonvormige, afhankelijk van de gewenste eigenschappen van het kunstgrasveld. Zoals in figuur 4 is te zien zijn de uitstulpingen 45a , 45b en 45c hier voorzien van afgeronde vrije einden, terwijl de 5 uitstulpingen in figuur 2 en 3 een hoekige vorm bezitten. Afgeronde vrije einden verminderen de kans op blessures en kunnen verder het spelgedrag, bijvoorbeeld het stuitergedrag van een spelattribuut (bal, rugbybal, etc.) beïnvloeden.

De karakteristieke eigenschappen van de uitstulpingen (hoogte, vorm en doorsnede) kunnen op verschillende locaties in het kunstgrasveld van 10 elkaar verschillen. Immers, niet alle locaties/gebieden van een kunstgrasveld worden met dezelfde intensiteit bespeeld. Zo wordt in het geval van voetbalwedstrijd het gebied rond de middenstip of het doel vaak intensiever bespeeld dan andere posities op het veld (langs de lijnen en in de hoeken). De drager en in het bijzonder de uitstulpingen kunnen op deze locaties verschillend zijn uitgevoerd qua vormgeving 15 en afmetingen.

Door de drager te produceren van een thermoplastisch materiaal wordt de productie hiervan relatief eenvoudig en goedkoop. De toevoeging van een materiaal met elastomerische eigenschappen geeft de drager meer dempende eigenschappen. Verscheidende samenstellingen van materialen kunnen gebruikt 20 worden om tot optimale materiaal eigenschappen (en daarmee speeleigenschappen) te komen.

In figuur 5 wordt een uitvoeringsvoorbeeld getoond van een dragerelement 90 waar er zich tussen de kunstgrasvezels 74 en de uitstulpingen 72 verschillende drainagekanalen 92 bevinden voor het afvoeren van hemelwater. 25 Afhankelijk van de gewenste drainage kan een groter respectievelijk kleiner aantal drainagekanalen 92 worden aangebracht in het dragerelement 91.

Figuur 6 toont een tweetal dragerelementen 101 welke onderling met elkaar, en met verdere (niet getoonde) dragerelementen verbindbaar zijn. In deze figuur zijn de dragerelementen door middel van met elkaar samenwerkende 30 complementaire koppelmiddelen 103a en 103b aan elkaar koppelbaar, echter andere, niet getoonde bekende verbindingstechnieken behoren ook tot de mogelijkheden. Het gebruik van dergelijke verbindingselementen komt de snelheid van installatie van het kunstgrasveld ten goede. Ook is aanpassing van het veld 8 (vergroting of verkleining), dan wel onderhoud (door vervanging van een dragerelement) eenvoudig uit te voeren.

In figuur 7 en 8 wordt vanuit verschillende oogpunten een dragerelement 101 getoond welke door middel van de uitstekende randen 103a en 5 103b met elkaar te koppelen zijn. De dragerelementen 101 zijn voorzien van een veelvoud van uitstulpingen 72, die als oneffenheden vanuit het dragerelement 100 omhoog steken. De kunstgrasvezels 12 kunnen tussen de uitstulpingen 72 in de daarvoor aangewezen posities 105 worden aangebracht, bijvoorbeeld door middel van tuften. De lussen die ten gevolge van het tuften aan de onderzijde van de 10 dragerelementen ontstaan vallen weg in de daarvoor in de dragerelementen aangebrachte uitsparingen 57 die in deze uitvoeringsvorm als een gleuf zijn uitgevoerd. De dragerelementen 101 zijn verder voorzien van een drainagesysteem 92 waardoor op het kunstgrassysteem vallend regenwater kan worden afgevoerd.

De verbinding tussen de dragerelementen kan na installatie optioneel ook 15 nog door middel van een lijmverbinding of andere verbindingsmiddelen verder worden versterkt.

Figuur 9a en 9b openbaren een andere uitvoeringsvorm van een dragerelement c.q. drager overeenkomstig de uitvinding.

Figuur 9a openbaart een dragerelement 101 dat voorzien is van een 20 wapening 110. De wapening 110 is in de vorm van versterkingsdraden of -vezels in het dragerelement 101 verwerkt of ingebed. De wapening kan bijvoorbeeld van een polyester, een glasvezel of van sisal zijn vervaardigd.

In figuur 9b bestaat de wapening uit een weefsel dat is opgebouwd uit een raster van versterkingsdraden 110 en 111 en dat in het dragerelement 101 is 25 ingebed.

Het gebruik van een wapening zoals weergegeven in de uitvoerings-voorbeelden van figuren 9a en 9b komt de sterkte, stabiliteit en bovenal de levensduur van het dragerelement ten goede. Met name een drager samengesteld uit meerdere dragerelementen en het daarmee gerealiseerde kunstgrasveld beschikt 30 hierdoor over een verlengde levensduur daar krachten die tijdens het veldspel op de gehele veldconstructie worden uitgeoefend beter kunnen worden opgevangen en naar de ondergrond van het kunstgrasveld worden weggeleid.

Bij een andere uitvoeringsvorm kan de wapening 110 van een elektrisch geleidend materiaal zijn vervaardigd. Hierdoor kan de eventueel tijdens het veldspel 9 opgewekte statische elektriciteit uit veiligheidsoogpunt uit de veldconstructie worden weggeleid.

Afgezien van het weg laten vloeien van statische elektriciteit uit de veldconstructie kan een van elektrisch geleidend materiaal vervaardigde en in het 5 dragerelement 101 ingebedde wapening (b.v. in de vorm van elektrisch geleidende versterkingsdraden 110, 111) als een verwarmingselement deel uitmaken van een veldverwarmingssysteem. Hierdoor is een aldus uitgerust kunstgrassportveld gedurende het gehele jaar en ongeacht de weersgesteldheid bespeelbaar.

In de figuren 10a en 10b wordt een andere uitvoeringsvorm van een 10 dragerelement overeenkomstig de uitvinding getoond.

In de figuur 10a is het dragerelement 100 opgedeeld in een tweetal laagdelen aangeduid met referentiecijfers 101a respectievelijk 101b. Elke laag 101a respectievelijk 101b is van een ander materiaal (of samenstelling) vervaardigd en in het bijzonder bezit elke laag een andere hardheid Sh(A). In het bijzonder kan de laag 15 101a, welke als onderlaag voor het dragerelement 101 dient, vervaardigd zijn van een stijver of harder materiaal, terwijl de bovenlaag 101b inclusief de uitstulpingen 72 kunnen zijn vervaardigd van een zachter materiaal.

Door een geschikte keuze van de materiaalsoorten met verschillende hardheden kan een kunstgrasveld met de gewenste energie-restitutie en 20 schokabsorptie worden gerealiseerd teneinde de speleigenschappen van het veld zo optimaal te benaderen c.q. te verbeteren. Evenzo kan één van de lagen 101a respectievelijk 101b zijn vervaardigd van een geschuimd materiaal hetgeen evenzeer de energie-restitutie dan wel schokabsorptie en de speleigenschappen van het kunstgrasveld beïnvloedt.

25 Een andere uitvoeringsvorm wordt geopenbaard in de figuur 10b waarbij het dragerelement is opgebouwd uit een drietal lagen 101a, 101b respectievelijk 101c. De aangrenzende lagen bezitten bij voorkeur onderling een verschillende samenstelling, zodat door een gewenste selectie van materialen met verschillende hardheden een effectieve energie-restitutie en schokabsorptie van de veldconstructie 30 kan worden bewerkstelligd.

In alle bovenvermelde uitvoeringsvoorbeelden van een dragerelement overeenkomstig de uitvinding is het essentieel om op te merken dat het dragerelement een hardheid tussen 30-70 Sh(A) bezit. Meer specifiek is gebleken dat een hardheid van 40-65 Sh(A) een effectieve energie-restitutie en 10 schokabsorptie realiseert, indien een aldus gevormd kunstgrasveld is opgebouwd uit een drager samengesteld uit dergelijke dragerelementen. Als een geschikt materiaal dat een dergelijke gewenste hardheid bezit kan styreen-butadieen rubber worden gebruikt. Als alternatief of gecombineerd kan als materiaal tevens EPDM-rubber 5 worden gebruikt.

Proefondervindelijk is gebleken, dat als grondstof voor het vervaardigen van dergelijke dragerelementen, met name geschikt is UV gestabiliseerd SBR-rubber, waarbij het gebruikte SBR-rubbermateriaal in een zo groot mogelijk aandeel bestaat uit gerecycled rubber en in het bijzonder voor 50-70 gew% gerecycled 10 rubber bevat. Dergelijke rubbermaterialen met de gewenste hardheden verschaffen de optimale energierestitutie en schokabsorptie, zodat bij het bespelen van een aldus gerealiseerd kunstgrasveld blessures voor veldspelers minimaal optreden en bovendien de speleigenschappen van een natuurlijk grasveld zo veel mogelijk worden benaderd.

15 Bovengenoemde rubbermaterialen met de gewenste hardheden kunnen op basis van een persbewerking eenvoudig worden verwerkt in de vorm van rubber platen, die elk een plaatelement vormen. Op gebruikelijke en op hierboven reeds toegelichte wijze kunnen aldus geperste rubber plaatelementen eenvoudig met behulp van koppelmiddelen met elkaar kunnen worden gekoppeld, teneinde een 20 samengestelde drager voor een kunstgrasveld te realiseren.

Afgezien van de genoemde elastomeren materialen c.q. rubber materialen kunnen vulstoffen worden toegevoegd en/of een antistaticum ter voorkoming van de opbouw van statische elektriciteit in een dergelijk dragerelement.

Ten aanzien van de uitvoeringsvorm in de figuur 10a en figuur 10b kan 25 opgemerkt worden dat elke laag 101a-101b-101c kan worden vervaardigd met behulp van persen, waarbij elk gebruikte elastomeer of rubber materiaal in elke laag een andere hardheid bezit.

30

Claims (24)

1. Dragerelement, ingericht voor het samenstellen van een drager voor toepassing in een kunstgrasveld, in het bijzonder een kunstgrassportveld, waarbij 5 het dragerelement aan zijn bovenzijde meerdere zich over in hoofdzaak zijn gehele oppervlak regelmatig verdeelde en van de bovenzijde uitstrekkende uitstulpingen omvat en een hardheid tussen 30-70 Sh(A) bezit.

2. Dragerelement volgens conclusie 1, waarbij het dragerelement een hardheid van 40-65 Sh(A) bezit.

3. Dragerelement volgens conclusie 1 of 2, waarbij het dragerelement tenminste styreen-butadieen rubber bevat.

4. Dragerelement volgens of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het dragerelement EPDM-rubber bevat.

5. Dragerelement volgens één of meer van de voorgaande conclusies, 15 waarbij het dragerelement additieven, zoals vulstoffen en/of een anti-staticum bevat.

6. Dragerelement volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het dragerelement is opgebouwd uit meerdere lagen.

7. Dragerelement volgens conclusie 6, waarbij aangrenzende lagen onderling verschillende samenstellingen bezitten.

8. Dragerelement volgens conclusie 6 of 7, waarbij elke laag een andere hardheid Sh(A) bezit.

9. Dragerelement volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het dragerelement een geschuimd materiaal bevat.

10. Dragerelement volgens één of meer van de voorgaande conclusies, 25 waarbij het dragerelement gerecycled materiaal bevat, in het bijzonder een aandeel van 50-75 gew%.

11. Dragerelement volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het dragerelement is voorzien van een wapening.

12. Dragerelement volgens conclusie 11, waarbij de wapening wordt gevormd 30 door één of meer in het dragerelement ingebedde versterkingsdraden.

13. Dragerelement volgens conclusie 11, waarbij de wapening tenminste één in het dragerelement verwerkt wapeningsweefsel bevat.

14. Dragerelement volgens één of meer van de conclusies 11-13, waarbij de wapening elektrisch geleidend is.

15. Dragerelement volgens één of meer van de conclusies 11-14, waarbij de wapening uit een polyester materiaal bestaat.

16. Dragerelement volgens één of meer van de conclusies 11-14, waarbij de wapening sisal omvat.

17. Dragerelement volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de uitstulpingen een ronde en in het bijzonder een ellipsvormige dwarsdoorsnede bezitten.

18. Dragerelement volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de dwarsdoorsnede van de uitstulpingen een polygoonvorm heeft.

19. Dragerelement volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de vrije einden van de uitstulpingen afgerond zijn.

20. Dragerelement volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij elk dragerelement is voorzien van koppelmiddelen, die samenwerken met overeenkomstige, van ten minste één ander dragerelement deel uitmakende 15 koppelmiddelen.

21. Dragerelement volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het dragerelement is ingericht voor het aan een tweede zijde van het dragerelement bevestigen van kunstgrasvezels, welke kunstgrasvezels zich tussen en voorbij de uitstulpingen uitstrekken.

22. Dragerelement volgens conclusie 21, waarbij het dragerelement aan zijn tweede zijde is voorzien van een coating.

23. Drager voor toepassing in een kunstgrasveld, samengesteld uit meerdere dragerelementen volgens één of meer van de voorgaande conclusies.

24. Kunstgrasveld, in het bijzonder een kunstgrassportveld omvattende een 25 uit meerdere dragerelement samengestelde drager volgens één of meer van de voorgaande conclusies. 30