NL2008388C2 - Werkwijze en systeem voor het ontstoppen van een leiding. - Google Patents
Werkwijze en systeem voor het ontstoppen van een leiding. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2008388C2 NL2008388C2 NL2008388A NL2008388A NL2008388C2 NL 2008388 C2 NL2008388 C2 NL 2008388C2 NL 2008388 A NL2008388 A NL 2008388A NL 2008388 A NL2008388 A NL 2008388A NL 2008388 C2 NL2008388 C2 NL 2008388C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- pipe
- conduit
- support element
- pump
- unblocking
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E03—WATER SUPPLY; SEWERAGE
- E03F—SEWERS; CESSPOOLS
- E03F3/00—Sewer pipe-line systems
- E03F3/06—Methods of, or installations for, laying sewer pipes
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L—PIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L41/00—Branching pipes; Joining pipes to walls
- F16L41/04—Tapping pipe walls, i.e. making connections through the walls of pipes while they are carrying fluids; Fittings therefor
- F16L41/06—Tapping pipe walls, i.e. making connections through the walls of pipes while they are carrying fluids; Fittings therefor making use of attaching means embracing the pipe
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E03—WATER SUPPLY; SEWERAGE
- E03F—SEWERS; CESSPOOLS
- E03F3/00—Sewer pipe-line systems
- E03F3/06—Methods of, or installations for, laying sewer pipes
- E03F2003/065—Refurbishing of sewer pipes, e.g. by coating, lining
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Hydrology & Water Resources (AREA)
- Public Health (AREA)
- Water Supply & Treatment (AREA)
- Pipe Accessories (AREA)
Description
- 1 -
WERKWIJZE EN SYSTEEM VOOR HET ONTSTOPPEN VAN EEN LEIDING
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en op een ontstopsysteem dat deel uitmaakt en te 5 gebruiken is bij het ontstoppen, dan wel het repareren of onderhouden van leidingen, zoals rioolleidingen.
Een dergelijke werkwijze en systeem zijn bekend uit WO-2011/010915 Al van aanvraagster. Bij de daarin 10 geopenbaarde werkwijze wordt een bekisting met opvangbak om een te doorboren leiding aangebracht. Daarna wordt de leiding doorboort en wordt uit de doorboorde leiding komende substantie onder in een opvangdeel opgevangen en daaruit weggepompt.
15 Deze werkwijze noodzaakt tot een aanzienlijke hoeveelheid grondwerk om onder omstandigheden de leiding uit te graven, de zich tot voorbij de leiding uitstrekkende bekisting in het gegraven gat voldoende ondersteund, afgedicht onder en boven de leiding aan te brengen, de 20 mogelijk onder druk staande leiding in de bekisting te doorboren, het eventuele probleem te verhelpen, de leiding te repareren of te vervangen, en na afloop de bekisting te verwijderen, het gat weer te dichten en de bestrating te herstellen.
25
Doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een vereenvoudigde werkwijze die met zo mogelijk minder praktische problemen op een kleiner grondoppervlak met zo min mogelijke hinder voor het milieu en de omgeving kan 30 worden uitgevoerd.
Daartoe heeft de werkwijze volgens de uitvinding de kenmerkende maatregelen van conclusie 1, terwijl het dienovereenkomstige ontstopsysteem volgens de uitvinding de 35 kenmerkende maatregelen van conclusie 9 heeft.
- 2 -
Voordeel van de werkwijze en het systeem volgens de uitvinding is dat geen relatief zware en volumineuze bekisting meer nodig is die eerder de leiding omsloot. Het 5 in beslag genomen en dus uit te graven volume is daardoor beperkt.
Overeenkomstig de uitvinding dicht het contactvlak van het ten minste ene steunelement, als één geheel af op de leiding, en is ook niet langer een eerder meerdelige 10 afdichting nodig, waarvan het goed op de delen van de bekisting afdichten in de praktijk soms problematisch was.
Bovendien is de vinding beter bij verschillende leidingdoorsneden en diameters toepasbaar geworden, omdat er geen substantiële aanpassingen aan het bijbehorende 15 ontstopsysteem of aan een bekisting meer nodig zijn. Immers hoeft de afmeting van het continue contactvlak van het holle steunelement niet kritisch aan de afmeting van de leiding te zijn aangepast, maar slechts kleiner te zijn dan laatstgenoemde afmeting.
20 Voorts is de wijze waarop de afdichting op het buitenoppervlak van de leiding wordt gedrukt of de leiding eventueel, bijvoorbeeld met behulp van veerkracht, wordt ingeklemd qua technische uitvoering vrij te kiezen.
25 Een in de praktijk de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding heeft de kenmerken van conclusie 2.
Voordeel hiervan is dat de beide steunelementen zich aan weerszijden van de leiding bevinden en daarop 30 afsteunen, terwijl de leiding daartussen opgesloten c.q. ingeklemd ligt. Dit beperkt ook de noodzaak tot het ondersteunen van die elementen. Voorts kan in dit geval de leiding geheel, dat wil zeggen twee maal doorboord worden, waarbij na het doorboren van de onderkant van de leiding de 35 al of niet onder druk staande substantie al vrij daaruit in - 3 - de aanwezige opvangbak kan stromen.
Een verdere uitvoeringsvorm van werkwijze volgens de uitvinding heeft de kenmerken van conclusie 3.
5 Voordeel van de bypass is dat al bij het doorboren van de bovenkant van de leiding de substantie via de al of niet door middel van een klep regelbare bypass naar de opvangbak kan stromen.
10 Nog een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk van conclusie 4.
Van voordeel is dat de centreerorganen, wat eenvoudig van schroefdraad voorziene pennen of bouten kunnen zijn, als uitrichtorgaan voor een juiste oriëntatie van het 15 ontstopsysteem op en om de leiding dienst doet.
Een volgende uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk van conclusie 5.
Deze opvangbak heeft in het algemeen aan diens 20 zijkant een zogeheten Perrot aansluiting, waarop een pomp unit kan worden aangesloten, al of niet via een regelbare klep met eventuele niveausensor voor het automatisch in- en uitschakelen van de pomp.
25 Verder gedetailleerde mogelijke uitvoeringsvormen van het ontstopsysteem die in de overige conclusies zijn uiteen gezet, zijn samen met de daarbij behorende voordelen in de navolgende beschrijving vermeld.
30 Thans zullen de werkwijze en het ontstopsysteem volgens de onderhavige uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de onderstaande figuur, waarin naast combinaties van mogelijke uitvoeringsvorm een voorkeursuitvoeringsvorm is getoond.
35 - 4 -
De figuur toont niet in verhouding, een schematisch in gedeeltelijke dwarsdoorsnede door het vlak van de tekening lopende leiding 1, dat een rioolleiding kan zijn. In de leiding kan zich een blokkade of verstopping 5 bevinden, of daarin dient onderhoud, reparatie of controle plaats te vinden. In de leiding 1 aanwezige substantie kan zelfs onder zekere druk staan. Een dergelijke leiding wordt doorboord, waarbij eventueel maatregelen kunnen worden getroffen om afvoer van de substantie ook tijdens het 10 verrichten van de noodzakelijke werkzaamheden mogelijk te maken. Daarna kan de leiding 1 zo nodig doorgenomen worden om bijvoorbeeld de verstopping weg te nemen, of kan inspectie van het inwendige worden uitgevoerd. Aansluitend kan de leiding worden voorzien van een zogeheten schuifmof 15 of een inspectieput om daarmee de leiding 1 functioneel weer in oude staat te brengen.
Teneinde de leiding 1 te doorboren wordt na het eventueel afgraven van de daarboven aanwezige grond een eerste steunelement 2 veelal aan de bovenkant van de 20 leiding aangebracht. Het steunelement 2 is geschikt om daarop niet getoonde boormiddelen, zoals een boorgeleider of boorhouder met boormachine, op een aansluiting 3 aan te sluiten. Aan weerszijden van de centrale aansluiting bevinden zich een tweetal service ingangen 4, via welke 25 toegang tot het holle inwendige van het steunelement 2 en uiteindelijk van de leiding 1 kan worden verkregen.
Het steunelement 2 heeft een aan de doorsnede en vorm van de leiding 1 aangepast contactvlak 5 dat is voorzien van een tegen vloeistof lekkage afdichtend gearceerd 30 weergegeven materiaal, dat bijvoorbeeld een flexibele kunststof of rubber bevat en als een kraag met het naar de leiding gekeerd contactvlak om een gedeelte van de bovenkant van de leiding 1 valt en daarop wordt gedrukt. In principe kan de leiding door middel van de boormachine 35 doorboort worden en is het inwendige ervan toegankelijk - 5 - gemaakt. Daaruit vrijkomende substantie kan eventueel via een op het steunelement 2 aangesloten bypass 6 worden ontlaten, om milieuvriendelijk te worden afgevoerd naar een opvangbak 7 van het aldus compacte en eenvoudige 5 ontstopsysteem 8.
In de praktijk heeft het systeem 8 een tweede steunelement 9 dat aan de onderkant van de leiding 1 is aangebracht en dat met het eerste steunelement 2 zal zijn verbonden. Aan het tweede steunelement 9 zal dan de 10 opvangbak 7 vast zitten of daarop aangesloten kunnen worden. De bypass 6 kan, eventueel via een klep K, op de opvangbak 7 worden aangesloten. Ook het steunelement 9 heeft een aan de doorsnede en vorm van de leiding 1 aangepast contactvlak 10 dat is voorzien van een tegen 15 vloeistof lekkage afdichtend gearceerd weergegeven materiaal, zoals verder hierboven reeds is toegelicht. De beide steunelementen 2 en 9 hebben in de figuur zich zijdelings uitstrekkende plaatdelen 11 die hier bij elkaar worden gehouden door middel van bevestigingsorganen 12 die 20 van schroefdraad zijn voorzien waarmee de elementen 2, 9 bij elkaar en afdichtend om de leiding 1 worden geklemd. In deze uitvoering kan bij het verder door boren ook de onderkant van de leiding 1 worden doorboord, waarbij de substantie ook via het onderste geboorde gat in de leiding 25 vrij naar de opvangbak 7 kan stromen. Ook in dit geval is de leiding 1 dus emissieloos aan te boren. Daar de bevestigingsorganen 1 als centreerorganen kunnen fungeren voor de voornoemde boormiddelen is met voordeel een recht aanboren van de leiding 1 mogelijk gemaakt.
30 In een verder uitvoering is de opvangbak 7 van een daarop aangesloten pomp 13, veelal een zuigpomp, voorzien waarmee de vrijgekomen substantie wordt weggezogen. Als weergegeven, zit tussen de opvangbak 7 en de pomp 13 een regelbare klep 14 waarmee desgewenst de afzuiging van de 35 substantie uit de opvangbak 7 kan worden beïnvloed.
- 6 -
Het ontstopsysteem 8 heeft in een verregaand geautomatiseerde variant een in de opvangbak gemonteerde niveausensor 15, waarmee via de eventueel daarmee bestuurde klep 14, bij overschrijding van een bepaald niveau aan 5 substantie in de opvangbak 7 de pomp wordt geactiveerd, teneinde de substantie in een meestal tijdelijke opstelling van het systeem 8 daaruit weg te pompen.
Claims (15)
1. Werkwijze waarbij om een mogelijk onder druk staande leiding ten minste één steunenelement wordt 5 aangebracht dat geschikt is voor aansluiting op boormiddelen waarmee de leiding aan ten minste één kant wordt doorboord, waarbij een naar de te doorboren leiding gekeerd contactvlak van het steunelement een vloeistofdicht op de leiding drukkende afdichting heeft waarbinnen de 10 leiding wordt doorboord en daaruit vrijkomende substantie in een opvangbak wordt opgevangen.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat een tweede steunelement aan de andere kant van de leiding 15 wordt aangebracht dat geschikt is voor aansluiting op de opvangbak, waarbij het naar de te doorboren leiding gekeerde contactvlak van het tweede steunelement van een vloeistofdicht op de leiding drukkende afdichting is voorzien. 20
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat tussen de steunelementen een bypass wordt aangebracht die na het doorboren van de ene kant van de leiding de substantie naar de opvangbak leidt. 25
4. Werkwijze volgens één van de conclusies 1-3, met het kenmerk dat ten minste één van de steunelementen van centreerorganen is voorzien die de steunelementen in juiste positie ten opzichte van de leiding houden. 30
5. Werkwijze volgens één van de conclusies 1-4, met het kenmerk dat de opvangbak van een daarop aangesloten pomp wordt voorzien waarmee de vrijgekomen substantie wordt weggezogen. 35 - 8 -
6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk dat tussen de opvangbak en de pomp een regelbare klep zit waarmee afzuiging van substantie uit de opvangbak wordt beïnvloed. 5
7. Werkwijze volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk dat de opvangbak van ten minste één daarin aangebrachte en met de pomp en/of klep verbonden sensor is voorzien die bij een zeker niveau in de opvangbak de pomp 10 en/of klep activeert.
8. Werkwijze volgens één van de conclusies 1-7, met het kenmerk dat de werkwijze wordt toegepast bij het ontstoppen van een rioolleiding. 15
9. Ontstopsysteem omvattende ten minste één om een mogelijk onder druk staande leiding aan te brengen steunelement met een daaraan te koppelen boorgeleider, welk steunelement een naar de leiding te keren contactvlak heeft 20 waarvan de doorsnede kleiner is dan de doorsnede van de leiding en dat is voorzien van een vloeistofdicht op de leiding te drukken afdichting.
10. Ontstopsysteem volgens conclusie 9, met het 25 kenmerk dat het ontstopsysteem een tweede steunelement met een daaraan te koppelen opvangbak omvat, welke steunelementen om de leiding zijn aan te brengen, waarbij het tweede steunelement een naar de te doorboren leiding gekeerd contactvlak heeft dat van een vloeistofdicht op de 30 leiding te drukken afdichting is voorzien.
11. Ontstopsysteem volgens conclusie 10, met het kenmerk dat het ontstopsysteem van een bypass is voorzien die de op de leiding af te dichten steunelementen met 35 elkaar verbindt. - 9 -
12. Ontstopsysteem volgens conclusies 11, met het kenmerk dat het ontstopsysteem een in de bypass aangebrachte, in het bijzonder regelbare, klep heeft. 5
13. Ontstopsysteem volgens één van de conclusies 9-12, met het kenmerk dat het ontstopsysteem, indien geconfigureerd met de steunelementen, een met het tweede steunelement gekoppelde opvangbak heeft die is voorzien van 10 een aansluiting waarmee een pomp, in het bijzonder een zuigpomp, koppelbaar is.
14. Ontstopsysteem volgens conclusies 13, met het kenmerk dat het ontstopsysteem een tussen de opvangbak en 15 de pomp, aangebrachte regelbare klep heeft.
15. Gebruik van het ontstopsysteem volgens één van de conclusies 9-14 bij het ontstoppen van een rioolleiding.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2008388A NL2008388C2 (nl) | 2012-03-01 | 2012-03-01 | Werkwijze en systeem voor het ontstoppen van een leiding. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2008388A NL2008388C2 (nl) | 2012-03-01 | 2012-03-01 | Werkwijze en systeem voor het ontstoppen van een leiding. |
NL2008388 | 2012-03-01 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2008388C2 true NL2008388C2 (nl) | 2013-09-03 |
Family
ID=45952615
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2008388A NL2008388C2 (nl) | 2012-03-01 | 2012-03-01 | Werkwijze en systeem voor het ontstoppen van een leiding. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL2008388C2 (nl) |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE19949635A1 (de) * | 1999-10-14 | 2001-04-19 | Haeger Handels Gmbh | Leckagefreie Bohrvorrichtung in Zweikammerausführung |
US6416263B1 (en) * | 1999-08-26 | 2002-07-09 | Suiken Co., Ltd. | Piping structure, existing pipe cutting method and fluid supply suspension-free method |
JP2005036862A (ja) * | 2003-07-18 | 2005-02-10 | Suiken:Kk | 不断水穿孔工法 |
WO2011010915A1 (en) * | 2009-07-21 | 2011-01-27 | Rio Boxx Holding B.V. | Method for unclogging and repairing a clogged drain |
-
2012
- 2012-03-01 NL NL2008388A patent/NL2008388C2/nl active
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US6416263B1 (en) * | 1999-08-26 | 2002-07-09 | Suiken Co., Ltd. | Piping structure, existing pipe cutting method and fluid supply suspension-free method |
DE19949635A1 (de) * | 1999-10-14 | 2001-04-19 | Haeger Handels Gmbh | Leckagefreie Bohrvorrichtung in Zweikammerausführung |
JP2005036862A (ja) * | 2003-07-18 | 2005-02-10 | Suiken:Kk | 不断水穿孔工法 |
WO2011010915A1 (en) * | 2009-07-21 | 2011-01-27 | Rio Boxx Holding B.V. | Method for unclogging and repairing a clogged drain |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
KR101859633B1 (ko) | 관로 보수 장치 및 관로 보수 방법 | |
US6742405B2 (en) | Deep Lysimeter | |
US7325559B2 (en) | Method for connecting a branch pipe to a main pipeline and underground network for distributing fluid | |
US9850637B2 (en) | Digging equipment with relative improved hydraulic system | |
AU2014388985B2 (en) | Water-abrasive-suspension cutting system | |
NL2008388C2 (nl) | Werkwijze en systeem voor het ontstoppen van een leiding. | |
KR101759927B1 (ko) | 맨홀 시험용 양수장치 | |
EP2456926B1 (en) | A collecting system and method for unclogging and repairing a clogged drain | |
CN102507266A (zh) | 一种重力流坡耕地原位土淋溶液收集器 | |
US5078174A (en) | Vacuum sewerage system having non-jamming vacuum valves with tapered plungers | |
KR101599464B1 (ko) | 개폐장치 일체형 부단수 할정자관 | |
CN105242027A (zh) | 一种真三轴岩心夹持器 | |
KR101726660B1 (ko) | 관내부 무인 준설 처리 시스템 | |
CN104548700A (zh) | 一种磨口玻璃法兰过滤器 | |
CN210487176U (zh) | 直换热管水压检测装置 | |
CN103837391B (zh) | 水质监测水样预处理装置 | |
CN109138899A (zh) | 修井时油管内部刮洗及存液收集环保装置 | |
CN210134881U (zh) | 液体回收装置 | |
WO2010126983A1 (en) | Pipe installation system and method | |
CN206707676U (zh) | 油井清洁环保作业装置 | |
CN201258524Y (zh) | 下水管道疏通器 | |
KR101085573B1 (ko) | 배출 차단 장치 | |
CN205745748U (zh) | 一种高压液管管箍装置 | |
KR20090111379A (ko) | 다직경 배송관에 적용될 수 있는 방사선 밀도 측정 장치 | |
CN219161813U (zh) | 一种便于清理的岩土检测仪 |