NL2008355C2 - Afvoerkanaal voor het afvoeren van rookgassen. - Google Patents

Afvoerkanaal voor het afvoeren van rookgassen. Download PDF

Info

Publication number
NL2008355C2
NL2008355C2 NL2008355A NL2008355A NL2008355C2 NL 2008355 C2 NL2008355 C2 NL 2008355C2 NL 2008355 A NL2008355 A NL 2008355A NL 2008355 A NL2008355 A NL 2008355A NL 2008355 C2 NL2008355 C2 NL 2008355C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
channel
water
lock
channel part
discharge
Prior art date
Application number
NL2008355A
Other languages
English (en)
Inventor
Camille Johannes Jozef Vaessen
Michael Martin Ouwens
Original Assignee
Cox Geelen Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cox Geelen Bv filed Critical Cox Geelen Bv
Priority to NL2008355A priority Critical patent/NL2008355C2/nl
Priority to EP13156976.6A priority patent/EP2631554B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2008355C2 publication Critical patent/NL2008355C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23JREMOVAL OR TREATMENT OF COMBUSTION PRODUCTS OR COMBUSTION RESIDUES; FLUES 
    • F23J13/00Fittings for chimneys or flues 
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23JREMOVAL OR TREATMENT OF COMBUSTION PRODUCTS OR COMBUSTION RESIDUES; FLUES 
    • F23J13/00Fittings for chimneys or flues 
    • F23J13/02Linings; Jackets; Casings
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23LSUPPLYING AIR OR NON-COMBUSTIBLE LIQUIDS OR GASES TO COMBUSTION APPARATUS IN GENERAL ; VALVES OR DAMPERS SPECIALLY ADAPTED FOR CONTROLLING AIR SUPPLY OR DRAUGHT IN COMBUSTION APPARATUS; INDUCING DRAUGHT IN COMBUSTION APPARATUS; TOPS FOR CHIMNEYS OR VENTILATING SHAFTS; TERMINALS FOR FLUES
    • F23L11/00Arrangements of valves or dampers after the fire
    • F23L11/005Arrangements of valves or dampers after the fire for closing the flue during interruption of burner function
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23JREMOVAL OR TREATMENT OF COMBUSTION PRODUCTS OR COMBUSTION RESIDUES; FLUES 
    • F23J2900/00Special arrangements for conducting or purifying combustion fumes; Treatment of fumes or ashes
    • F23J2900/13004Water draining devices associated with flues
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23LSUPPLYING AIR OR NON-COMBUSTIBLE LIQUIDS OR GASES TO COMBUSTION APPARATUS IN GENERAL ; VALVES OR DAMPERS SPECIALLY ADAPTED FOR CONTROLLING AIR SUPPLY OR DRAUGHT IN COMBUSTION APPARATUS; INDUCING DRAUGHT IN COMBUSTION APPARATUS; TOPS FOR CHIMNEYS OR VENTILATING SHAFTS; TERMINALS FOR FLUES
    • F23L17/00Inducing draught; Tops for chimneys or ventilating shafts; Terminals for flues
    • F23L17/02Tops for chimneys or ventilating shafts; Terminals for flues
    • F23L17/14Draining devices

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Lift Valve (AREA)
  • Sink And Installation For Waste Water (AREA)
  • Details Of Valves (AREA)
  • Taps Or Cocks (AREA)

Description

Afvoerkanaal voor het afvoeren van rookgassen
BESCHRIJVING
De uitvinding heeft betrekking op een afvoerkanaal voor het 5 afvoeren van rookgassen afkomstig van een verwarmingsketel of dergelijke, welk afvoerkanaal is voorzien van een eerste en een tweede afvoerkanaaldeel waar tussen een terugslagklep is opgesteld, en van een waterslot voor het in bedrijf om de terugslagklep heen geleiden van condens van het tweede afvoerkanaaldeel naar het eerste afvoerkanaaldeel, welk waterslot een in het tweede afvoerkanaaldeel 10 uitmondende ingang omvat welk waterslot verder een uitgang omvat, welke uitgang uitmondt in het eerste afvoerkanaaldeel, waarbij het waterslot is voorzien van een buiten het afvoerkanaal gelegen waterslotkanaal dat ten minste twee een hoek ten opzichte van elkaar insluitende waterslot-kanaaldelen omvat.
De uitvinding heeft verder betrekking op een waterslot voor 15 toepassing in een afvoerkanaal.
DE-196.06.403 A1 beschrijft en toont in figuur 2 een dergelijk uit een eerste en tweede afvoerkanaaldeel opgebouwd afvoerkanaal dat is voorzien van een waterslot. Het getoonde waterslot omvat een uit drie waterslot-kanaaldelen opgebouwd U-vormig waterslotkanaal, waarbij het waterslotkanaal uitwendig van 20 het afvoerkanaal is gelegen. Indien de (over)druk in het eerste afvoerkanaaldeel daalt, bijvoorbeeld doordat de verwarmingsketel uitslaat, wordt met behulp van de terugslagklep automatisch het eerste afvoerkanaaldeel van het tweede afvoerkanaaldeel gasdicht afgesloten, zodat de rookgassen niet terug kunnen stromen van het tweede naar het eerste afvoerkanaaldeel. Door de rookgassen is er 25 in het tweede afvoerkanaaldeel ook bij een gesloten terugslagklep condensvorming. De condens wordt met behulp van het waterslotkanaal van het waterslot om de gesloten terugslagklep heen naar het eerste afvoerkanaaldeel afgevoerd, waarbij de condens via de verwarmingsketel verder wordt afgevoerd.
Een nadeel van het uit figuur 2 van DE-196.06.403A1 bekende 30 afvoerkanaal is dat dit afvoerkanaal enkel in hoofdzaak horizontaal toe te passen is.
Het is derhalve een doel van de onderhavige uitvinding om een afvoerkanaal te verschaffen dat standaard zowel in hoofdzaak horizontaal als in hoofdzaak verticaal te monteren is.
Dit doel wordt bereikt met het afvoerkanaal volgens de uitvinding 35 zoals dit is gedefinieerd in conclusie 1.
2
Op dit moment worden voor een in hoofdzaak horizontale toepassing, andere afvoerkanalen gebruikt dan voor een in hoofdzaak verticale toepassing. Het afvoerkanaal volgens de onderhavige uitvinding kan zonder aanpassingen echter zowel in hoofdzaak horizontaal als in hoofdzaak verticaal 5 worden gebruikt.
Een in hoofdzaak horizontale toepassing wordt verschaft door uitwendig van het afvoerkanaal gelegen waterslot-kanaaldelen van het waterslotkanaal die een hoek met elkaar insluiten. In het afvoerkanaal volgens de onderhavige uitvinding wordt deze eigenschap gecombineerd met de eigenschap 10 dat de lengte van het waterslotkanaal gemeten in de langsrichting van het afvoerkanaal langer is dan de afstand tussen de ingang en de uitgang. Deze eigenschap zorgt bij een verticale oriëntatie van het afvoerkanaal ervoor dat onder de uitgang, de bufferruimte is gelegen. Deze bufferruimte is in bedrijf gevuld met condens, zodat de gassen van het tweede afvoerkanaaldeel tot een bepaalde druk 15 niet via het waterslot naar het eerste afvoerkanaaldeel kunnen stromen.
Met een in hoofdzaak horizontale toepassing wordt in dit document bedoeld, hetgeen voor leidingwerk gebruikelijk is, dat het afvoerkanaal ten opzichte van de horizontaal een paar graden, maximaal 10 graden, afschot omvat.
Voor het meten van de lengte in de langsrichting van het 20 afvoerkanaal is de specifieke vorm van het waterslotkanaal niet van belang, zodat het mogelijk is dat het waterslotkanaal verschillende hoeken ten opzichte van elkaar insluitende waterslot-kanaaldelen omvat, waarvan enkel de lengte in de langsrichting van het afvoerkanaal van belang is en niet de totale, zich in willekeurige richtingen uitstrekkende, lengte van het waterslotkanaal.
25 Door de condens via de omleiding van het waterslot terug naar bijvoorbeeld de verwarmingsketel te voeren, is geen afzonderlijk aansluitpunt op het riool om condens af te voeren vereist, hetgeen bijvoorbeeld door bouwvoorschriften vereist kan zijn. De bouwschriften kunnen geen afzonderlijk aansluitpunt vereisen uit esthetische redenen of omdat niet gewenst is dat het mogelijk is dat rookgassen 30 via het aansluitpunt tot in een ruimte van een gebouw lekken.
In een uitvoeringsvorm is het afvoerkanaal voorzien van een terugslagklepkanaal voor het in het tweede afvoerkanaaldeel vormen van ten minste een opvanggoot die is gelegen tussen het afvoerkanaal en het terugslagklepkanaal, waarbij met behulp van de opvanggoot condens tot in de ingang van het waterslot 35 te geleiden is.
3
In het bijzonder bij een verticale oriëntatie van het afvoerkanaal zal de condens middels de opvanggoot optimaal naar de ingang van het waterslot worden geleid, zodat de condens relatief snel kan worden afgevoerd.
In een andere uitvoeringsvorm omvat het terugslagklepkanaal de 5 vorm van een afgeknotte cilinder, waarbij de terugslagklep op het afgeknotte deel van het terugslagklepkanaal is bevestigd.
De afgeknotte cilinder vorm met daarop de terugslagklep heeft het voordeel dat geen condens blijft liggen op de terugslagklep zowel bij een horizontale als een verticale oriëntatie van het afvoerkanaal, waardoor de 10 terugslagklep optimaal blijft werken. Bovendien sluit de terugslagklep onafhankelijk van de oriëntatie horizontaal of verticaal door het eigen gewicht automatisch.
Bij voorkeur zijn het waterslot en het afvoerkanaal eendelig met elkaar verbonden.
Het doel van de onderhavige uitvinding is verder om een waterslot 15 te verschaffen dat ongeacht of een afvoerkanaal in hoofdzaak verticaal of in hoofdzaak horizontaal is georiënteerd aan het afvoerkanaal aan te brengen is.
Dit doel wordt bereikt met een waterslot volgens conclusie 10.
Door de lengte van het waterslotkanaal gemeten in de langsrichting van het afvoerkanaal langer te maken dan de afstand tussen de ingang en de 20 uitgang van het waterslot wordt op relatief eenvoudige wijze een waterslot verschaft dat niet alleen horizontaal maar eveneens verticaal toe te passen is. Dit zorgt dat een monteur slechts een type waterslot nodig heeft om een afvoerkanaal van een waterslot te voorzien, hetgeen opslagruimte en transportkosten bespaart.
In een uitvoeringsvorm van het hierboven beschreven afvoerkanaal 25 en/of waterslot is een uiteinde van een waterslot-kanaaldeel gevormd door de ingang van het waterslot, terwijl het andere uiteinde van het eerste waterslot-kanaaldeel uitmondt in een reservoir-vormig waterslot-kanaaldeel dat is voorzien van de uitgang van het waterslot.
Het reservoir-vormige waterslot-kanaaldeel heeft een grotere 30 diameter dan het waterslot-kanaaldeel dat uitmondt daarin. Het reservoir-vormige waterslot-kanaaldeel is de buffer waar het condens zich kan verzamelen zodat het waterslot een vooraf berekende maximale druk van de gassen voor een bepaald type afvoerkanaal kan weerstaan. In de meest eenvoudige uitvoeringsvorm sluit het waterslot-kanaaldeel een scherpe hoek in met de langsrichting van het afvoerkanaal 35 van bijvoorbeeld 45 graden en mondt deze, bij voorkeur zonder verdere knikken of 4 bochten, uit in het reservoir-vormige waterslot-kanaaldeel. Daarbij omvat het reservoir-vormige waterslot-kanaaldeel de uitgang van het waterslot, welke uitgang bij een verticale oriëntatie van het afvoerkanaal, waarbij de langsrichting van het afvoerkanaal zich nagenoeg parallel uitstrekt aan de verticaal, hoger is gelegen 5 dan het uiteinde van het waterslot-kanaaldeel dat uitmondt in het reservoir-vormige waterslot-kanaaldeel. Anders gezegd, de in de langsrichting van het afvoerkanaal uitstrekkende afstand tussen de ingang en de uitgang van het waterslot inclusief de zich in de langsrichting van het afvoerkanaal uitstrekkende doorsneden van de ingang en de uitgang is kleiner dan de in de langsrichting van het afvoerkanaal 10 gemeten lengte van het waterslotkanaal. Bij voorkeur vormt het eerste waterslot-kanaaldeel met een tweede waterslot-kanaaldeel een L-vorm, waarbij een uiteinde van de L-vorm de ingang omvat en het andere uiteinde uitmondt in het reservoirvormig waterslot-kanaaldeel. Op deze wijze kunnen de afmetingen van het waterslot relatief beperkt zijn, terwijl het buffervolume voor de condens relatief groot is 15 ongeacht de oriëntatie van het waterslot.
Indien minder buffervolume voor het condens is benodigd is het mogelijk in een andere uitvoeringsvorm van het waterslot dat er geen reservoirvormig waterslot-kanaaldeel aanwezig is. In een dergelijke uitvoeringsvorm omvat het waterslotkanaal tussen de ingang en de uitgang ten minste drie een hoek ten 20 opzichte van elkaar insluitende waterslot-kanaaldelen.
De uitvinding zal nu worden beschreven aan de hand van de uitvinding niet beperkende uitvoeringsvoorbeelden die zijn getoond in de bijgesloten figuren.
Figuren 1a-c tonen respectievelijk een perspectivisch aanzicht, een 25 bovenaanzicht alsmede een doorsnede aanzicht van een afvoerkanaal volgens de onderhavige uitvinding, figuren 2a, b tonen perspectivische aanzichten van het waterslot volgens de uitvinding, figuur 3 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van een 30 afvoerkanaal volgens de uitvinding.
In de verschillende figuren zijn dezelfde onderdelen voorzien van overeenkomende verwijzingscijfers.
In de figuren 1a-c zijn verschillende aanzichten getoond van afvoerkanaal 1 volgens de onderhavige uitvinding voor het afvoeren van 35 rookgassen afkomstig van een verwarmingsketel (niet getoond) of dergelijke.
5
Hoewel het afvoerkanaal 1 verticaal georiënteerd is weergegeven, dat wil zeggen de door de stippellijn 13 in figuur 1c weergegeven hartlijn van het afvoerkanaal 1 die representatief is voor de langsrichting van het afvoerkanaal, sterkt zich in hoofdzaak parallel uit aan de verticaal, is het ook mogelijk om het afvoerkanaal 1 5 volgens de uitvinding in hoofdzaak horizontaal te oriënteren, waarbij de langsrichting 13 met een paar graden afschot zich in hoofdzaak parallel uitstrekt aan de horizontaal.
Het afvoerkanaal volgens de uitvinding omvat een door de afvoerkanaalwand 2 gedefinieerde afvoerkanaaluitgang 3 voor het uitstoten van de ïo afvoergassen tot in de atmosfeer. Het is daarbij mogelijk dat de afvoerkanaaluitgang 3 van het afvoerkanaal 1 gekoppeld wordt met verdere pijpstukken (niet getoond). Het andere uiteinde 4 van het afvoerkanaal 1 zal zijn gekoppeld met andere pijpdelen (niet getoond) die zijn aangesloten op de verwarmingsketel. Verder is het afvoerkanaal 1 voorzien van een eerste 5 en een 15 tweede 7 afvoerkanaaldeel waartussen een terugslagklep 9 is opgesteld. In de getoonde uitvoering zijn de eerste en tweede afvoerkanaaldelen 5, 7 eendelig met elkaar verbonden.
Het afvoerkanaal 1 is inwendig voorzien van een terugslagklepkanaal 11, waarop de terugslagklep 9 is bevestigd, waarbij het 20 terugslagklepkanaal 11 de vorm van een afgeknotte cilinder omvat. Door het terugslagklepkanaal 11 en de terugslagklep 9 is het eerste afvoerkanaaldeel 5 gescheiden van het tweede afvoerkanaaldeel 7. Dit betekent dat de rookgassen indien de terugslagklep 9 is gesloten niet terug kunnen stromen van het tweede afvoerkanaaldeel 7 naar het eerste afvoerkanaaldeel 9 of vice versa.
25 Verder is het afvoerkanaal 1 voorzien van een eendelig daarmee verbonden waterslot 15 waarmee in bedrijf condens gevormd in het tweede afvoerkanaaldeel 7 gecontroleerd naar het eerste afvoerkanaaldeel 5 ook indien de terugslagklep gesloten is, wordt geleid, waarbij via het eerste afvoerkanaaldeel 5 en de verwarmingsketel de condens naar bijvoorbeeld het riool wordt afgevoerd. Door 30 de condens via de omleiding van het waterslot terug naar bijvoorbeeld de verwarmingsketel te voeren, is geen afzonderlijk aansluitpunt op het riool vereist.
Een alternatief waterslot 15' is getoond in de figuren 2a,b. Dit waterslot 15' dient te worden gemonteerd aan een afvoerkanaal (niet getoond).
Het waterslot 15 omvat een in een afvoerkanaalwand 2 van het 35 afvoerkanaal 1 gelegen ingang 17, welke ingang 17 uitmondt in het tweede 6 afvoerkanaaldeel 7, alsmede een in de kanaalwand 2 van het afvoerkanaal 1 gelegen uitgang 19, welke uitgang 19 uitmondt in het eerste afvoerkanaaldeel 5.
Het in figuur 2a,b getoonde waterslot 15' is voorzien van een op het tweede afvoerkanaaldeel 7 aan te sluiten ingang 17', alsmede van een op het eerste 5 afvoerkanaaldeel 5 aan te sluiten uitgang 19'. Beide uitvoeringsvormen van het waterslot 15, 15' omvatten een zich tussen de ingang 17, 17' en de uitgang 19, 19' uitstrekkend waterslotkanaal 21 dat vier een hoek ten opzichte van elkaar insluitende waterslot-kanaaldelen 23, 24, 25, 26 omvat. Het waterslot-kanaal 21 is uitwendig ten opzichte van het afvoerkanaal 1 gelegen, ïo De vier een hoek ten opzichte van elkaar insluitende waterslot- kanaaldelen 23, 24, 25, 26 van het waterslotkanaal 21 omvatten een eerste waterslot-kanaaldeel 23 verbonden onder een hoek van ongeveer 90 graden met een tweede waterslot-kanaaldeel 24 die samen een L-vorm vormen. Een uiteinde van de L-vorm is gevormd door de ingang 17 en het andere uiteinde 29 mondt in 15 een reservoir-vormig waterslot-kanaaldeel 25 uit. Het reservoir-vormige waterslot-kanaaldeel 25 is voorzien van de uitgang, waarbij in de getoonde variant het reservoir-vormig waterslot-kanaaldeel 25 via een verder waterslot-kanaaldeel 26 is verbonden met de uitgang 19.
Het waterslot 15, 15' volgens de uitvinding omvat een in de 20 langsrichting van het afvoerkanaal 1 uitstrekkende afstand A tussen de ingang 17, 17' en de uitgang 19, 19' van het waterslot 15, 15' inclusief de zich in de langsrichting 13 van het afvoerkanaal 1 uitstrekkende doorsneden d1, d2 van de ingang 17, 17' en de uitgang 19, 19', welke afstand A kleiner is dan de in de langsrichting 13 van het afvoerkanaal 1 gemeten lengte L van het waterslotkanaal 25 21.
Deze eigenschap gecombineerd met de eigenschap dat het waterslot 15, 15', meer in het bijzonder het waterslot-kanaal 21, een dimensie heeft in een richting dwars op de langsrichting 13 zorgt ervoor dat het waterslot 15, 15' zowel bij een horizontaal georiënteerd afvoerkanaal 1 als bij een verticaal 30 georiënteerd afvoerkanaal toe te passen is.
In bedrijf zal het waterslot 15, 15' voor de werking daarvan ten minste gedeeltelijk gevuld moeten zijn met condenswater (niet getoond).
Het afvoerkanaal 1 is verder voorzien van een in het tweede afvoerkanaaldeel 7 gevormde opvanggoot 31 die is gelegen tussen de 35 afvoerkanaalwand 2 van het afvoerkanaal 1 en de wand van het 7 terugslagklepkanaal 11. Met behulp van de opvanggoot 31 is de condens gevormd in het tweede afvoerkanaaldeel 7 optimaal te geleiden naar de ingang 17 van het waterslot 15, 15'.
In figuur 3 is een alternatieve uitvoeringsvorm van een 5 afvoerkanaal 101 volgens de uitvinding getoond, welk afvoerkanaal 101 eveneens geschikt is voor het afvoeren van rookgassen afkomstig van een verwarmingsketel (niet getoond) of dergelijke in een door pijl P1 weergegeven richting, welke richting correspondeert met de langsrichting van het afvoerkanaal 101. Hoewel het afvoerkanaal 101 in hoofdzaak horizontaal georiënteerd is weergegeven, dat wil ïo zeggen de langsrichting P1 van het afvoerkanaal 101 strekt zich in hoofdzaak parallel uit aan de horizontaal, is het ook mogelijk om het afvoerkanaal 101 volgens de uitvinding in hoofdzaak verticaal te oriënteren.
Het afvoerkanaal 101 omvat een door de afvoerkanaalwand 102 gedefinieerde afvoerkanaaluitgang 103 voor het uitstoten van de afvoergassen tot in 15 de atmosfeer. Verder is het afvoerkanaal 101 voorzien van een eerste 105 en een tweede 107 afvoerkanaaldeel waartussen een terugslagklep 109 is opgesteld.
Het afvoerkanaal 101 onderscheidt zich in het bijzonder door een ander type waterslot 115. Dit waterslot 115 omvat eveneens een in een afvoerkanaalwand 102 van het afvoerkanaal 101 gelegen ingang 117, welke ingang 20 117 uitmondt in het tweede afvoerkanaaldeel 107, alsmede een in de kanaalwand 102 van het afvoerkanaal 1 gelegen uitgang 119, welke uitgang 119 uitmondt in het eerste afvoerkanaaldeel 105. Het waterslot 115 omvat een zich tussen de ingang 117 en de uitgang 119 uitstrekkend waterslotkanaal 121 dat is samengesteld uit vijf een hoek ten opzichte van elkaar insluitende waterslot-kanaaldelen 123, 124, 125, 25 126, allen omvattende een nagenoeg identieke diameter. Het waterslotkanaal 115 heeft slechts twee uiteinden die resp. gevormd worden door de ingang 117 en de uitgang 119.
Het alternatieve waterslot 115 volgens de uitvinding omvat een in de langsrichting P1 van het afvoerkanaal 101 uitstrekkende afstand A tussen de 30 ingang 117 en de uitgang 119 van het waterslot 115 inclusief de zich in de langsrichting P1 van het afvoerkanaal 101 uitstrekkende doorsneden van de ingang 117 en de uitgang 119, welke afstand A kleiner is dan de in de langsrichting P1 van het afvoerkanaal 101 gemeten lengte L van het waterslotkanaal 21. Door deze eigenschap is het waterslot 115 naast horizontaal eveneens verticaal toe te passen. 35 Het waterslot 115 heeft door het ontbreken van een reservoir-vormig waterslot- 8 kanaaldeel minder buffervolume dan het waterslot 15, 15', echter voor bepaalde toepassingen kan het aanwezige buffervolume voldoende zijn.
Hoewel niet getoond in de figuren zijn voor het principe van de uitvinding zoals geformuleerd in de conclusies in de meest eenvoudige variant van 5 het waterslot, indien weinig buffervolume vereist is, slechts twee waterslot-kanaaldelen van het waterslotkanaal vereist. De uiteinden van de waterslot-kanaaldelen zijn dan verbonden met de ingang en de uitgang van het waterslot en de andere uiteinden zijn met elkaar verbonden. Beide zullen zich onder een verschillende scherpe hoek in dezelfde richting uitstrekken ten opzichte van de ïo langsrichting van het afvoerkanaal voor het vormen van een waterslot dat voldoet aan de geclaimde eigenschap.
Hoewel in de getoonde uitvoeringsvormen de met elkaar verbonden waterslot-kanaaldelen een scherpe hoek met elkaar in sluiten is het ook mogelijk dat deze middels een bocht in elkaar overgaan.
15 20

Claims (13)

1. Afvoerkanaal voor het afvoeren van rookgassen afkomstig van een verwarmingsketel of dergelijke, welk afvoerkanaal is voorzien van een eerste en 5 een tweede afvoerkanaaldeel waar tussen een terugslagklep is opgesteld, en van een waterslot voor het in bedrijf om de terugslagklep heen geleiden van condens van het tweede afvoerkanaaldeel naar het eerste afvoerkanaaldeel, welk waterslot een in het tweede afvoerkanaaldeel uitmondende ingang omvat welk waterslot verder een uitgang omvat, welke uitgang uitmondt in het eerste afvoerkanaaldeel, ïo waarbij het waterslot is voorzien van een buiten het afvoerkanaal gelegen waterslotkanaal dat ten minste twee een hoek ten opzichte van elkaar insluitende waterslot-kanaaldelen omvat, met het kenmerk, dat de zich in de langsrichting van het afvoerkanaal uitstrekkende afstand tussen de ingang en de uitgang van het waterslot inclusief de zich in de langsrichting van het afvoerkanaal uitstrekkende 15 doorsneden van de ingang en de uitgang kleiner is dan de in de langsrichting van het afvoerkanaal gemeten lengte van het waterslotkanaal.
2. Afvoerkanaal volgens conclusie 1, waarbij het afvoerkanaal inwendig is voorzien van een terugslagklepkanaal voor het in het tweede afvoerkanaaldeel vormen van ten minste een opvanggoot die is gelegen tussen het 20 afvoerkanaal en het terugslagklepkanaal.
3. Afvoerkanaal volgens conclusie 2, waarbij het terugslagklepkanaal de vorm van een afgeknotte cilinder omvat, waarbij de terugslagklep op het afgeknotte deel van het terugslagklepkanaal is bevestigd.
4. Afvoerkanaal volgens ten minste een der voorgaande conclusies, 25 waarbij een uiteinde van een waterslot-kanaaldeel is gevormd door de ingang van het waterslot, terwijl het andere uiteinde van het eerste waterslot-kanaaldeel uitmondt in een reservoir-vormig waterslot-kanaaldeel dat is voorzien van de uitgang van het waterslot.
5. Afvoerkanaal volgens conclusie 4, waarbij het eerste waterslot-30 kanaaldeel met een tweede waterslot-kanaaldeel een L-vorm vormt waarbij een uiteinde van de L-vorm de ingang omvat en het andere uiteinde uitmondt in het reservoir-vormig waterslot-kanaaldeel.
6. Afvoerkanaal volgens conclusie 4 of 5 afhankelijk van conclusie 4, waarbij het reservoir-vormig waterslot-kanaaldeel via een verder waterslot- 35 kanaaldeel is verbonden met de uitgang.
7. Afvoerkanaal volgens een der voorgaande conclusies 1-3, waarbij het waterslotkanaal tussen de ingang en de uitgang ten minste drie een hoek ten opzichte van elkaar insluitende waterslot-kanaaldelen omvat.
8. Afvoerkanaal volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het 5 waterslot en het afvoerkanaal eendelig met elkaar zijn verbonden.
9. Waterslot voor toepassing in een afvoerkanaal, welk afvoerkanaal is voorzien van een eerste en een tweede afvoerkanaaldeel waar tussen een terugslagklep is opgesteld, waarbij het waterslot is voorzien van een op het tweede afvoerkanaaldeel aan te sluiten ingang, van een op het eerste afvoerkanaaldeel ïo aan te sluiten uitgang, alsmede van een buiten het afvoerkanaal te positioneren waterslotkanaal dat ten minste twee een hoek ten opzichte van elkaar insluitende waterslot-kanaaldelen omvat, met het kenmerk, dat de zich in de langsrichting van het afvoerkanaal uitstrekkende afstand tussen de ingang en de uitgang van het waterslot inclusief de zich in de langsrichting van het afvoerkanaal uitstrekkende 15 doorsneden van de ingang en de uitgang kleiner is dan de in de langsrichting van het afvoerkanaal gemeten lengte van het waterslotkanaal.
10. Waterslot volgens conclusie 9, waarbij een uiteinde van een waterslot-kanaaldeel is gevormd door de ingang van het waterslot, terwijl het andere uiteinde van het eerste waterslot-kanaaldeel uitmondt in een reservoir- 20 vormig waterslot-kanaaldeel dat is voorzien van de uitgang van het waterslot.
11. Waterslot volgens conclusie 10, waarbij het eerste waterslot-kanaaldeel met een tweede waterslot-kanaaldeel een L-vorm vormt waarbij een uiteinde van de L-vorm de ingang omvat en het andere uiteinde uitmondt in het reservoir-vormig waterslot-kanaaldeel.
12. Waterslot volgens conclusie 10 of 11 afhankelijk van 10, waarbij het reservoir-vormig waterslot-kanaaldeel via een verder waterslot-kanaaldeel is verbonden met de uitgang.
13. Waterslot volgens conclusie 9, waarbij het waterslotkanaal tussen de ingang en de uitgang ten minste drie een hoek ten opzichte van elkaar 30 insluitende waterslot-kanaaldelen omvat. 35
NL2008355A 2012-02-27 2012-02-27 Afvoerkanaal voor het afvoeren van rookgassen. NL2008355C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2008355A NL2008355C2 (nl) 2012-02-27 2012-02-27 Afvoerkanaal voor het afvoeren van rookgassen.
EP13156976.6A EP2631554B1 (en) 2012-02-27 2013-02-27 Flow channel, in particular discharge channel, provided with a water seal.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2008355 2012-02-27
NL2008355A NL2008355C2 (nl) 2012-02-27 2012-02-27 Afvoerkanaal voor het afvoeren van rookgassen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2008355C2 true NL2008355C2 (nl) 2013-08-28

Family

ID=47747520

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2008355A NL2008355C2 (nl) 2012-02-27 2012-02-27 Afvoerkanaal voor het afvoeren van rookgassen.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP2631554B1 (nl)
NL (1) NL2008355C2 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5379749A (en) * 1993-08-16 1995-01-10 Carrier Corporation Condensate trap for multi-poise furnace
US5704343A (en) * 1996-09-11 1998-01-06 American Standard Inc. Furnace condensate trap
EP1826487A2 (en) * 2006-02-28 2007-08-29 Groppalli S.r.l. Flue gas discharge device for boilers
US20090235916A1 (en) * 2008-03-19 2009-09-24 Mind Ag Non-return valve for an exhaust duct of flue gasses

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19606403B4 (de) 1996-02-21 2006-11-30 Centrotherm Systemtechnik Gmbh Anordnung zum Anschluß einer Verbrennungseinrichtung an ein Kaminrohr

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5379749A (en) * 1993-08-16 1995-01-10 Carrier Corporation Condensate trap for multi-poise furnace
US5704343A (en) * 1996-09-11 1998-01-06 American Standard Inc. Furnace condensate trap
EP1826487A2 (en) * 2006-02-28 2007-08-29 Groppalli S.r.l. Flue gas discharge device for boilers
US20090235916A1 (en) * 2008-03-19 2009-09-24 Mind Ag Non-return valve for an exhaust duct of flue gasses

Also Published As

Publication number Publication date
EP2631554A2 (en) 2013-08-28
EP2631554B1 (en) 2016-12-07
EP2631554A3 (en) 2014-03-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6464862B2 (en) Gross pollutant trap
EP3015759A3 (fr) Module lumineux pour véhicule automobile comprenant un guide de lumière
ES2623400T3 (es) Desagüe
ES2542734T3 (es) Un alcantarillado para aguas lluvias
HRP20191063T1 (hr) Odvodni sklop, tijelo za odvod za upotrebu u takvom sklopu i sifon za mirise za upotrebu u takvom sklopu
NL2008355C2 (nl) Afvoerkanaal voor het afvoeren van rookgassen.
RU121551U1 (ru) Конденсатосборник для полимерных трубопроводов
US20150315780A1 (en) Low-wind-resistance rainproof silencer for chimney
US20090202301A1 (en) Drainage device
EP3059352B1 (en) Combination of a shower drain and a device for capturing dirt
US20140206275A1 (en) Air Flow Extension System for Air Flow Registers
CN105276367A (zh) 用于在压缩空气系统中使用的冷凝液排放管
RU163974U1 (ru) Узел аварийного сброса воды в системе ливневой канализации
NL2010138C2 (nl) Sifon met vergroot waterslot.
NL1009852C2 (nl) Muurdoorvoer met recirculatie tegengaande kraag.
CN102400722B (zh) 排气仓室分流器
TH91448B (th) อุปกรณ์สะสมรังสีแม่เหล็กไฟฟ้า
US20180356170A1 (en) Blocking elements for ball trap screen
TH91448A (th) อุปกรณ์สะสมรังสีแม่เหล็กไฟฟ้า
JP6626354B2 (ja) 雨水貯留システム
KR20140000879A (ko) 흡음 및 방진을 위한 배관용 엘보
KR20190063808A (ko) 집수파트가 구비된 방음 벽체유닛
CN105229408A (zh) 用于捉球筛管的阻挡元件
ES2666654T3 (es) Caja de agua
EP1978163A3 (fr) Cloison verticale de séparation formant un réservoir pour la collecte d'eau pluviale

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20180301