NL2008030C2 - Onderlat voor een raambekleding, werkwijze voor het aanbrengen van de onderlat en raambekleding voorzien van de onderlat. - Google Patents

Description

ONDERLAT VOOR EEN RAAMBEKLEDING, WERKWIJZE VOOR HET AANBRENGEN VAN DE ONDERLAT EN RAAMBEKLEDING VOORZIEN VAN DE ONDERLAT

De uitvinding heeft betrekking op een onderlat voor een raambekleding, waarin de 5 raambekleding een gordijn omvat, dat een eerste en een tweede draagvlak omvat, die in neergelaten gebruiksstand van de raambekleding in hoofdzaak parallel aan elkaar verlopen, waarin het gordijn is voorzien van lamellen die elk zijn verbonden met zowel het eerste als het tweede draagvlak en waarin de onderlat is ingericht voor het verbinden van het eerste draagvlak met het tweede draagvlak aan de onderzijden ervan.

10 De onderlat volgens de aanhef is bekend op het vakgebied en wordt onder meer toegepast in een rolgordijn.

De bekende onderlat is een visuele onderafsluiting van de raambekleding met de in de aanhef genoemde kenmerken en is in de regel vervaardigd van een stijf materiaal, zoals aluminium of kunststof. De onderlat is aangebracht af fabriek, waarbij het eerste draagvlak 15 en het tweede draagvlak aan de onderzijde zijn voorzien van pezen, waarop de onderlat aangrijpt.

Bij het in hoogte inkorten van de genoemde raambekleding zal de hoogte van het eerste en de hoogte van het tweede draagvlak moeten worden aangepast aan de gewenste hoogte van de raambekleding. Tengevolge van de manier waarop de bekende onderlat is 20 bevestigd, wordt de hoogte van het eerste en de hoogte van het tweede draagvlak aangepast door gedeelten van de bovenzijde van het eerste en tweede draagvlak te verwijderen. Aangezien de bovenzijden van het eerste en tweede draagvlak zijn verbonden aan een bedieningsmechanisme is het in hoogte korten van de genoemde raambekleding moeilijk uitvoerbaar voor een gemiddelde doe-het-zelver.

25 Het is een doel van de uitvinding om te voorzien in een onderlat voor een in de aanhef genoemde raambekleding, die het mogelijk maakt dat de genoemde raambekleding wel in hoogte kan worden ingekort door de gemiddelde doe-het-zelver.

Daartoe heeft de onderlat het kenmerk, dat de onderlat een eerste bevestigingsdeel en een tweede bevestigingsdeel omvat, waarin het eerste bevestigingsdeel en tweede 30 bevestigingsdeel zijn bestemd voor opname van tenminste de onderste lamel van het gordijn onder inklemming van de onderzijden van het eerste en tweede draagvlak en waarin het eerste bevestigingsdeel en tweede bevestigingsdeel losneembaar aan elkaar bevestigbaar zijn. Daarbij kunnen het eerste bevestigingsdeel en het tweede bevestigingsdeel met op het vakgebied bekende technieken aan elkaar verbonden worden, zoals bij voorbeeld 35 schroefverbindingen, klemverbindingen, snapverbindingen, etc. De onderlat volgens de uitvinding maakt het mogelijk dat het in hoogte korten van de genoemde raambekleding aan de onderkant van de raambekleding plaatsvindt in plaats van aan de bovenkant van de 2 raambekleding. Hierdoor is de onderlat uitermate geschikt voor de doe-het-zelf markt (DIY).

In een eerste praktische uitvoeringsvorm van de onderlat volgens de uitvinding omvat het eerste bevestigingsdeel aan beide langszijden althans ten dele een goot, omvat het tweede bevestigingsdeel aan beide langszijden althans ten dele een rib, waarin de goot en 5 de rib zijn ingericht voor samenwerking, zodanig dat na het verbinden van het eerste bevestigingsdeel met het tweede bevestigingsdeel de eerste en tweede draagvlakken ingeklemd zijn tussen de goot en de rib en bevindt de onderste lamel zich tussen het eerste bevestigingdeel en het tweede bevestigingsdeel. De goten van het eerste bevestigingsdeel hebben bij voorkeur een hoogte die overeenkomt met de hoogte van de bekende onderlat.

10 Onder de goot en rib verbinding wordt elke vormsluitende verbinding verstaan, zoals bij voorbeeld een mes-groefverbinding.

In een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de onderlat volgens de uitvinding waarin het inklemmen van het eerste en tweede draagvlak in de onderlat verder is vereenvoudigd, zijn een eerste goot aan een eerste langszijde van het eerste bevestigingsdeel en een eerste 15 rib van een eerste langszijde van het tweede bevestigingsdeel zodanig ingericht dat na plaatsing van de eerste rib in de eerste goot de eerste rib althans ten dele in de eerste goot is opgesloten en althans ten dele kan roteren om een denkbeeldige as in de langsrichting van de eerste goot en zijn een tweede goot aan de tweede langszijde van het eerste bevestigingsdeel en een tweede rib aan de tweede langszijde van het tweede 20 bevestigingsdeel zodanig ingericht dat door rotatie van het tweede bevestigingsdeel om de denkbeeldige as, de tweede rib zich in de tweede goot kan vastzetten.

De onderlat omvat bij voorkeur twee eindkappen, die zijn bestemd voor het verbinden van de dwarszijden van het eerste bevestigingsdeel en het tweede bevestigingsdeel. De eindkappen zorgen ervoor dat het tweede bevestigingsdeel niet kan verschuiven ten 25 opzichte van het tweede bevestigingsdeel.

Uiteraard spreekt het voor zich dat in bovengenoemde uitvoeringsvormen de plaats van de goot en de rib kan worden omgedraaid.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het met behulp van de 30 onderlat volgens één der voorgaande conclusies in hoogte korten van een raambekleding omvattende: een gordijn dat een eerste en een tweede draagvlak omvat, die in neergelaten gebruiksstand van de raambekleding in hoofdzaak parallel aan elkaar verlopen, meerdere lamellen, die elk zijn verbonden met zowel het eerste als het tweede draagvlak, 35 - het bepalen van de gewenste hoogte van de raambekleding, - het verwijderen van één of meerdere lamellen en de daaraan grenzende gedeelten van het eerste en tweede draagvlak aan de onderzijde van de raambekleding, zodanig dat in 3 neergelaten gebruiksstand de raambekleding de gewenste hoogte heeft; - het plaatsen van het tweede bevestigingsdeel aan de bovenzijde van de onderste lamel; - het verbinden van het eerste bevestigingsdeel met het tweede bevestigingsdeel, waarbij het eerste bevestigingsdeel aanligt tegen de onderzijde van de onderste lamel, zodanig dat 5 het eerste draagvlak en het tweede draagvlak worden ingeklemd door de onderlat.

De werkwijze kan worden toegepast op reeds op de markt gebrachte in de aanhef genoemde raambekledingen met de bekende onderlat. Bij het toepassen van de werkwijze volgens de uitvinding kan de bekende onderlat worden verwijderd. De werkwijze kan ook worden toegepast op raambekledingen, die reeds bij de fabricage ervan zijn voorzien van de 10 onderlat volgens de uitvinding. Daarbij wordt de aangebrachte onderlat gedemonteerd in omgekeerde volgorde en kan worden hergebruikt.

De uitvinding heeft daarnaast betrekking op een raambekleding omvattende: een langwerpige behuizing, 15 een rolmechanisme dat is omvat in de behuizing, een oprolbaar gordijn dat aan de bovenzijde ervan is verbonden met het rolmechanisme, waarin het gordijn een eerste en een tweede draagvlak omvat, die in neergelaten gebruiksstand van de raambekleding in hoofdzaak parallel aan elkaar verlopen, meerdere lamellen, die elk zijn verbonden met zowel het eerste als het tweede draagvlak, 20 middelen voor het verschuiven van het eerste draagvlak ten opzichte van het tweede draagvlak van het gordijn.

Een raambekleding met bovengenoemde kenmerken is bekend op het vakgebied en wordt aangeduid met de term ‘Shangri-La’.

Het inkorten van de hoogte van de hierboven genoemde raambekleding is bij dit type 25 raambekleding essentieel aangezien de middelen voor het verschuiven van het eerste draagvlak ten opzichte van het tweede draagvlak van het gordijn anders niet naar behoren werken.

Om dit op te lossen heeft de raambekleding volgens de uitvinding het kenmerk dat de raambekleding een onderlat volgens de uitvinding omvat.

30

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een aantal figuren, waarin:

Figuur 1 een aanzicht toont van een mogelijke raambekleding met de genoemde kenmerken volgens conclusie 1; 35 Figuur 2 een explosie-aanzicht toont van de onderlat volgens de uitvinding;

Figuur 3 een aanzicht toont van de onderlat volgens de uitvinding in gemonteerde toestand; 4

Figuur 4 een aanzicht toont volgens Figuur 3 waarin de onderlat is voorzien van een eindkap.

In de figuren wijzen gelijke nummers gelijke onderdelen aan.

5 Figuur 1 toont een aanzicht van een mogelijke raambekleding (1) met de genoemde kenmerken volgens conclusie 1. De raambekleding (1) omvat een gordijn, dat een eerste draagvlak S1 en een tweede draagvlak S2 omvat, die in neergelaten gebruiksstand van de raambekleding in hoofdzaak parallel aan elkaar verlopen, waarin het gordijn is voorzien van lamellen (L) die elk in getoonde stand horizontaal zijn verbonden met zowel het eerste 10 draagvlak S1 als het tweede draagvlak S2 en waarin de onderlat (4) is ingericht voor het verbinden van het eerste draagvlak S1 met het tweede draagvlak S2 aan de onderzijden ervan. In veel gevallen omvat de raambekleding een langwerpige behuizing (2) en een bedieningskoord (3) voor het verschuiven van het eerste draagvlak ten opzichte van het tweede draagvlak van het gordijn. De raambekleding (1) kan een rolgordijn zijn. In dat geval 15 bevindt zich een oprolmechanisme (niet getekend) in de behuizing (2), waaraan de bovenzijden van het eerste draagvlak S1 en het tweede draagvlak S2 zijn verbonden.

Figuur 2 toont een explosie-aanzicht van de onderlat volgens de uitvinding. Het eerste draagvlak (S1) bestaat uit verticaal verlopende draden, terwijl het tweede draagvlak (S2) is uitgevoerd als een doek.

20 De onderlat bestaat uit een eerste bevestigingsdeel (5) en een tweede bevestigingsdeel (7) die losneembaar aan elkaar bevestigbaar zijn. Het eerste bevestigingsdeel (5) is voorzien van goten (6-1,6-2). Het tweede bevestigingsdeel (7) is voorzien van ribben (8-1,8-2). De ribben (8-1,8-2) zijn bestemd voor opname in de goten (6-1,6-2). Het tweede bevestigingsdeel (7) wordt tussen de onderste lamel (L) en de één na onderste lamel (L) 25 aangebracht, waarna rib (8-1) in goot (6-1) wordt geplaatst. Een eerste goot (6-1) aan een eerste langszijde van het eerste bevestigingsdeel (5) en een eerste rib (8-1) van een eerste langszijde van het tweede bevestigingsdeel (7) zijn zodanig zijn ingericht dat na plaatsing van de eerste rib (8-1) in de eerste goot (6-1) de eerste rib (8-1) althans ten dele in de eerste goot (6-1) is opgesloten en althans ten dele kan roteren om een denkbeeldige as in de 30 langsrichting van de eerste goot (6-1).

Een tweede goot (6-2) aan de tweede langszijde van het eerste bevestigingsdeel (5) en een tweede rib (8-2) aan de tweede langszijde van het tweede bevestigingsdeel (7) zijn zodanig zijn ingericht dat door rotatie van het tweede bevestigingsdeel (7) om de denkbeeldige as, de tweede rib (8-2) zich in de tweede goot (6-2) kan vastzetten.

35 Figuur 3 toont een aanzicht van de onderlat volgens de uitvinding in gemonteerde toestand. Hierbij bevindt de onderste lamel L zich tussen het eerste (S1) en tweede (S2) bevestigingsdeel. Door de vorm van de goten (6-1,6-2) heeft de onderlat een dikte D, die bij 5 voorkeur gelijk is aan de dikte van de bekende onderlat.

Figuur 4 toont een aanzicht volgens Figuur 3 waarin de onderlat is voorzien van een eindkap (9). De eindkap (9) kan met bekende bevestigingsmiddelen worden aangebracht aan de onderlat, zoals een snapverbinding, lijmverbinding, schroefverbinding, klikverbinding, 5 etc. De voornaamste taak van de eindkap (9) is, naast esthetische redenen, het voorkomen van het verschuiven van het tweede bevestigingsdeel ten opzichte van het eerste bevestigingsdeel in de langsrichting ervan.

De uitvinding is nadrukkelijk niet beperkt tot de getoonde uitvoeringsvormen en strekt 10 zich uit tot alle mogelijke varianten die in de beschrijving van de conclusies vallen.

Er wordt tevens uitdrukkelijk benadrukt dat de draagvlakken S1 en S2 en lamellen van de raambekleding met de hierboven genoemde kenmerken niet beperkt zijn tot de genoemde uitvoeringsvormen, maar bij voorbeeld als volgt kunnen zijn uitgevoerd: 15 verticale draden, netvormig doek, transparant doek, afwisselend transparant doek, niet-transparant doek, etc.

Claims (6)

1. Onderlat voor een raambekleding, waarin de raambekleding een gordijn omvat, dat een eerste en een tweede draagvlak omvat, die in neergelaten gebruiksstand van de 5 raambekleding in hoofdzaak parallel aan elkaar verlopen, waarin het gordijn is voorzien van lamellen die zijn verbonden met zowel het eerste als het tweede draagvlak en waarin de onderlat is ingericht voor het verbinden van het eerste draagvlak met het tweede draagvlak aan de onderzijden ervan, met het kenmerk, dat de onderlat een eerste bevestigingsdeel en een tweede bevestigingsdeel omvat, waarin het eerste bevestigingsdeel en tweede 10 bevestigingsdeel zijn bestemd voor opname van tenminste de onderste lamel van het gordijn onder inklemming van de onderzijden van het eerste en tweede draagvlak en waarin het eerste bevestigingsdeel en tweede bevestigingsdeel losneembaar aan elkaar bevestigbaar zijn.

2. Onderlat volgens conclusie 1, waarin het eerste bevestigingsdeel aan beide langszijden althans ten dele een goot omvat, het tweede bevestigingsdeel aan beide langszijden althans ten dele een rib omvat, waarin de goot en de rib zijn ingericht voor samenwerking, zodanig dat na het verbinden van het eerste bevestigingsdeel met het tweede bevestigingsdeel de eerste en tweede draagvlakken zijn ingeklemd tussen de goot en de rib en de onderste lamel 20 zich tussen het eerste bevestigingdeel en het tweede bevestigingsdeel bevindt.

3. Onderlat volgens conclusie 2, waarin een eerste goot aan een eerste langszijde van het eerste bevestigingsdeel en een eerste rib van een eerste langszijde van het tweede bevestigingsdeel zodanig zijn ingericht dat na plaatsing van de eerste rib in de eerste goot 25 de eerste rib althans ten dele in de eerste goot is opgesloten en althans ten dele kan roteren om een denkbeeldige as in de langsrichting van de eerste goot en een tweede goot aan de tweede langszijde van het eerste bevestigingsdeel en een tweede rib aan de tweede langszijde van het tweede bevestigingsdeel zodanig zijn ingericht dat door rotatie van het tweede bevestigingsdeel om de denkbeeldige as, de tweede rib zich in de tweede goot kan 30 vastzetten.

4. Onderlat volgens conclusie 1,2 of 3, waarin de onderlat twee eindkappen omvat, die zijn bestemd voor het verbinden van de dwarszijden van het eerste bevestigingsdeel en het tweede bevestigingsdeel. 35

5. Werkwijze voor het met behulp van de onderlat volgens één der voorgaande conclusies in hoogte korten van een raambekleding omvattende: een gordijn dat een eerste en een tweede draagvlak omvat, die in neergelaten gebruiksstand 5 van de raambekleding in hoofdzaak parallel aan elkaar verlopen, meerdere lamellen, die elk zijn verbonden met zowel het eerste als het tweede draagvlak, omvattende de stappen: - het bepalen van de gewenste hoogte van de raambekleding, - het verwijderen van één of meerdere lamellen en de daaraan grenzende gedeelten van het 10 eerste en tweede draagvlak aan de onderzijde van de raambekleding, zodanig dat in neergelaten gebruiksstand de raambekleding de gewenste hoogte heeft; - het plaatsen van het tweede bevestigingsdeel aan de bovenzijde van de onderste lamel; - het verbinden van het eerste bevestigingsdeel met het tweede bevestigingsdeel, waarbij het eerste bevestigingsdeel aanligt tegen de onderzijde van de onderste lamel, zodanig dat 15 het eerste draagvlak en het tweede draagvlak worden ingeklemd door de onderlat.

6. Raambekleding omvattende: een langwerpige behuizing, 20 een rolmechanisme dat is omvat in de behuizing, een oprolbaar gordijn dat aan de bovenzijde ervan is verbonden met het rolmechanisme, waarin het gordijn een eerste en een tweede draagvlak omvat, die in neergelaten gebruiksstand van de raambekleding in hoofdzaak parallel aan elkaar verlopen, meerdere lamellen, die elk zijn verbonden met zowel het eerste als het tweede draagvlak, 25 en middelen voor het verschuiven van het eerste draagvlak ten opzichte van het tweede draagvlak van het gordijn, met het kenmerk, dat de raambekleding een onderlat volgens één der conclusies 1 tot en met 4 omvat.