NL2007729C2

NL2007729C2 - A vessel with a rigid wingsail installation.

Info

Publication number: NL2007729C2
Application number: NL2007729A
Authority: NL
Inventors: Patrick Englebert; Marc Peteghem; Prevost Vincent Lauriot; Michel Desjoyeaux
Original assignee: Propelwind S A S
Priority date: 2011-11-07
Filing date: 2011-11-07
Publication date: 2013-05-08

Claims

1. Vaartuig (1) voorzien van ten minste een star vleugelzeilinstallatie (10), welke installatie omvat: - een mastconstructie (15) en een star vleugelzeil (10) dat is ondersteund door de 5 mastconstructie, waarbij de mastconstructie een voet (16) heeft die aan het vaartuig is bevestigd en een masttop (17), 10 waarbij de masttop (17) draaibaar is om een in hoofdzaak verticale vleugelzeildraaias ten opzichte van het vaartuig om de invalshoek van de wind te verstellen, en waarbij de masttop is voorzien van een primair kantelsamenstel (20), 15 waarbij het starre vleugelzeil omvat: - een star vleugelzeilhoofdpaneel (31) met een onderste einde, een bovenste einde, een voorste rand en een achterste rand, waarbji het starre vleugelzeilhoofdpaneel (31) op een plaats tussen zijn bovenste en onderste einden via het primaire kantelsamenstel is 20 verbonden met de mastconstructie (15), waarbij het primaire kantelsamenstel het kantelen van het starre vleugelzeilhoofdpaneel (31) ten opzichte van de masttop mogelijk maakt om een primaire kantelas (21) die niet-evenwijdig, bij voorkeur in hoofdzaak loodrecht, is ten opzichte van de verticale vleugelzeildraaias, 25. een star vleugelzeilbovenpaneel (35) met een onderste einde, een bovenste einde, een voorste rand en een achterste rand, welk starre vleugelzeilbovenpaneel (35) aan zijn onderste einde is verbonden met het bovenste einde van het starre vleugelzeilhoofdpaneel via een secundair kantelsamenstel (40), welk secundair kantelsamenstel het kantelen van het starre vleugelzeilbovenpaneel (35) ten opzichte van het starre vleugelzeilhoofdpaneel 30 mogelijk maakt om een secundaire kantelas (41) die niet-evenwijdig, bij voorkeur in hoofdzaak loodrecht, is ten opzichte van de verticale vleugelzeildraaias, meer bij voorkeur evenwijdig aan de primaire kantelas (21). -29-

2. Vaartuig volgens conclusie 1, waarbij het hoofdpaneel (31) is voorzien van een langwerpige opname-uitsparing (32) voor de mastconstructie, waarin de mastconstructie (15) is opgenomen wanneer het hoofdpaneel zich in zijn verticaal opgerichte zeilpositie bevindt.

3. Vaartuig volgens conclusie 1 of 2, waarbij de vleugelzeilinstallatie (10) is ingericht om het vleugelzeil in een dockingpositie te brengen, waarin het hoofdpaneel (31) in hoofdzaak horizontaal is en het bovenpaneel (35) naar beneden is gericht, bij voorkeur in hoofdzaak verticaal.

4. Vaartuig volgens conclusie 3, waarbij het vaartuig een borgsamenstel (50) voor de dockingpositie omvat dat is ingericht om op het bovenpaneel (35) aan te grijpen in zijn naar beneden gerichte dockingpositie, waarin het hoofdpaneel (31) in hoofdzaak horizontaal is, en om het bovenpaneel ten opzichte van het vaartuig vast te zetten.

5. Vaartuig volgens elk van de conslusies 1 - 4, waarbij het primaire kantelsamenstel (20) is voorzien van een of meer aandrijfmotoren (55) die zijn opgesteld tussen de masttop (17) en het hoofdpaneel (31), bijvoorbeeld een of meer hydraulische cilinders, om kantelkracht te verschaffen voor het uitvoeren van het kantelen van het vleugelzeil om de primaire kantelas. 20

6. Vaartuig volgens elk van de conclusies 1 - 5, waarbij het secundaire kantelsamenstel (40) is voorzien van een of meer aandrijfmotoren die zijn opgesteld tussen het hoofdpaneel en het bovenpaneel, bijvoorbeeld een of meer hydraulische cilinders, om kantelkracht te verschaffen voor het uitvoeren van het kantelen van het bovenpaneel ten opzichte van de 25 secundaire kantelas.

7. Vaartuig volgens conclusie 5 of 6, waarbij een hydraulische groep (60) is voorzien met een door een motor aangedreven hydraulische pomp, een reservoir voor hydraulische vloeistof, en een hydraulisch circuit, welke hydraulische groep verbonden is met een of meer 30 hydraulische cilinders (55) die zijn opgesteld tussen de masttop en het hoofdpaneel en/of tussen het hoofdpaneel en het bovenpaneel.

8. Vaartuig volgens elk van de conclusies 1-7, waarbij elk kantelsamenstel (20,40) een kantelas (21,41) omvat, bijvoorbeeld bevestigd aan de masttop (17) of aan het hoofdpaneel 35 (31) bij het bovenste einde daarvan, en waarbij bij voorkeur de eerste en/of tweede kantelas (21,41) evenwijdig aan en horizontaal versprongen ten opzichte van een verticaal middenvlak van het vleugelzeil is opgesteld. -30-

9. Vaartuig volgens elk van de conclusies 1 -8, waarbij het vaartuig (1) ten minste een eerste en een tweede vleugelzeilinstallatie (10) heeft, waarbij de mastconstructies van de vleugelzeilinstallaties over een masttussenafstand van elkaar vandaan zijn geplaatst, en 5 waarbij de vleugelzeilinstallaties een dockingpositie van de vleugelzeilen toelaten waarbij het ene vleugelzeil (10) is gekanteld zodat het met zijn hoofdpaneel ligt uitgestrekt naar de andere mastconstructie.

10. Vaartuig volgens conclusie 9, waarbij in die dockingpositie het bovenpaneel (35) naar 10 beneden is gevouwen ten opzichte van het in hoofdzaak horizontaal gerichte hoofdpaneel.

11. Vaartuig volgens een van de conclusies 1-10, waarbij het starre vleugelzeil een bodempaneel omvat met een onderste einde, een bovenste einde, een voorste rand, en een achterste rand, welk starre vleugelzeilbodempaneel aan zijn bovenste einde is verbonden 15 met het onderste einde van het starre vleugelzeilhoofdpaneel via een tertiair kantelsamenstel, welk tertiair kantelsamenstel kantelen van het starre vleugelzeilbodempaneel ten opzichte van het starre vleugelzeilhoofdpaneel toelaat om een tertiaire kantelas die niet-evenwijdig, bij voorkeur in hoofdzaak loodrecht, is ten opzichte van de verticale vleugelzeildraaias, meer bij voorkeur evenwijdig aan de primaire kantelas. 20

12. Vaartuig volgens elk van de conclusies 1-11, waarbij het starre vleugelzeil is voorzien van een of meer inwendig opgestelde kantelprocedure ballastwater balanceertanks (70), en waarbij de installatie een vleugelzeilbalanceersysteem omvat omvattende een of meer waterpompen en een watercircuit dat verbonden is met de een of meer balanceertanks 25 om het mogelijk te maken de hoeveelheid water in die balanceertanks te beheersen en te variëren.

13. Vaartuig volgens elk van de conclusies 1 - 12, waarbij de mastconstructie (15;80) is voorzien van een eerste personeel- of materiaallift omvattende een liftkooi en een 30 gemotoriseerde hijsinrichting voor de liftkooi, welke eerste lift zich uitstrekt over ten minste een groot gedeelte van de hoogte van de mast, en waarbij, als optie het vleugelzeilhoofdpaneel is voorzien van een tweede personeel- of materiaallift omvattende een liftkooi en een gemotoriseerde hijsinrichting voor de liftkooi, welke lift zich uitstrekt over ten minste een groot gedeelte van de hoogte van het hoofdpaneel. 35

14. Vaartuig volgens een van de conclusies 1-13, waarbij zowel het hoofdpaneel (31) als het bovenpaneel (35) aan hun achterste einde zijn voorzien van ten minste een - 31 - vleugelzeilachterflapelement (36), welk achterflapelement zwenkbaar is verbonden met het vleugelzeilhoofdpaneel of -bovenpaneel via een zwenksamenstel (37) dat het mogelijk maakt om de hoek van het achterflapelement te variëren, bijvoorbeeld om een in hoofdzaak verticale zwenkas. 5

15. Vaartuig volgens een van de conclusies 1 -14, waarbij het vleugelzeil is voorzien van zonnecellen om elektrische stroom op te wekken, bijvoorbeeld waarbij dergelijke cellen zijn opgesteld op ten minste de achterflapelementen (36).

16. Vaartuig volgens een van de conclusies 1-15, waarbij de mastconstructie (80) een enkelvoudige kolomconstructie is met een vaste kolom (81) waarvan de voet (82) is vastgezet aan het vaartuig, en een boveneindelement (83) dat roteerbaar is aangebracht op de vaste kolom om draaiing om de mastrotatie-as toe te laten, en waarbij het boveneindelement is voorzien van het primaire kantelsamenstel. 15

17. Vaartuig volgens een van de conclusies 1 - 16, waarbij de mastconstructie telescopisch is, waardoor het mogelijk is de afstand tussen het vleugelzeil en het naburige dek van het vaartuig te variëren.

18. Werkwijze voor transporteren met een vaartuig, waarbij gebruik wordt gemaakt van een vaartuig volgens een of meer van de voorgaande conclusies.

19. Werkwijze voor het bedrijven van een vaartuig volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de een of meer vleugelzeilen in een dockingpositie worden 25 gebracht.