NL2007456C2

NL2007456C2 - METHOD AND SYSTEM FOR ELECTRONIC MANAGEMENT OF LOYALTY PROGRAMS.

Info

Publication number: NL2007456C2
Application number: NL2007456A
Authority: NL
Inventors: Edwin Albertus Kolkman; Eduardus Martinus Antonius Boomstra
Original assignee: Allobrox Ltd
Priority date: 2011-09-22
Filing date: 2011-09-22
Publication date: 2013-03-25

Description

Werkwijze en systeem voor het elektronisch beheren van loyaliteitprogramma'sMethod and system for the electronic management of loyalty programs

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 5 werkwijze en systeem voor het elektronisch beheren van loyaliteitprogramma' s.The present invention relates to a method and system for electronically managing loyalty programs.

Dergelijke systemen zijn reeds bekend. Dergelijke systemen kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt voor de administratie van klantenkaarten. Hierbij beheert de 10 aanbieder van de klantenkaart, meestal een winkel, een database waarin een correlatie is opgenomen tussen een unieke identificator (UI) van de klantenkaart, zoals een klantnummer en/of barcode, en gegevens van de klant, ook wel klantgegevens genoemd. Dit stelt enerzijds de aanbieder in 15 staat inzicht te krijgen in zijn klantenbestand, anderzijds geniet de houder van de klantenkaart veelal van kortingen of andersoortige voordelen bij de aankoop van een product en/of de afname van een dienst. Een andere mogelijkheid voor de aanbieder is het klantgericht versturen van reclame-uitingen 20 zoals folders en dergelijke.Such systems are already known. Such systems can be used, for example, for the administration of customer cards. Here, the customer card provider, usually a store, manages a database in which a correlation is included between a unique customer card identifier (UI), such as a customer number and / or barcode, and customer data, also referred to as customer data. On the one hand this enables the provider to gain insight into his customer base, on the other hand the holder of the customer card often benefits from discounts or other types of benefits when purchasing a product and / or purchasing a service. Another possibility for the provider is the customer-oriented sending of advertisements such as brochures and the like.

Een nadeel van bovenstaand systeem is dat het aan de zijde van aanbieder een niet geringe investering vereist niet in alleen wat betreft de aan te schaffen apparatuur maar ook in termen van administratieve werkzaamheden.A disadvantage of the above system is that it requires a considerable investment on the part of the provider, not only with regard to the equipment to be purchased, but also in terms of administrative work.

25 Een doel van de onderhavige uitvinding is een systeem en werkwijze te verschaffen welke een oplossing bieden voor bovenstaand probleem.An object of the present invention is to provide a system and method which offer a solution to the above problem.

Dit doel is bereikt door middel van de werkwijze zoals gedefinieerd in conclusie 1. De werkwijze omvat het door een 30 klant vanaf een gebruikersstation identificeren bij een centrale database welke klantgegevens van de klant omvat.This object has been achieved by the method as defined in claim 1. The method comprises identifying a customer from a user station at a central database which contains customer data from the customer.

Een voorbeeld van een gebruikersstation is een smart phone, een draagbare computer zoals een laptop of tablet, een 2 computer en dergelijke. De centrale database omvat klantgegevens zoals naam, adres, telefoonnummer, email adres en/of geboortedatum. Deze gegevens zijn gecorreleerd aan inloggegevens met welke de klant zich bij de centrale 5 database kan identificeren.An example of a user station is a smart phone, a portable computer such as a laptop or tablet, a computer and the like. The central database contains customer data such as name, address, telephone number, email address and / or date of birth. This data is correlated with login data with which the customer can identify himself at the central database.

Na identificatie kan de klant vanaf het gebruikersstation naar de centrale database een verzoek voor deelname aan een loyaliteitsprogramma van een aanbieder sturen. Hiertoe kan de centrale database zijn voorzien van 10 een lijst met aanbieders en loyaliteitsprogramma's welke door het systeem kunnen worden aangeboden. De lijst kan eenvoudig naar het gebruikersstation worden gestuurd alwaar de klant een selectie kan maken. Het is hierbij niet uitgesloten dat een gebruiker meerdere 15 loyaliteitsprogramma's gelijktijdig selecteert.After identification, the customer can send a request for participation in a provider's loyalty program from the user station to the central database. For this purpose, the central database may be provided with a list of providers and loyalty programs that can be offered by the system. The list can easily be sent to the user station where the customer can make a selection. It is not excluded here that a user selects several loyalty programs simultaneously.

Nadat de klant zijn keuze heeft gemaakt en de keuze naar de centrale database heeft gestuurd, wordt ten minste een deel van de klantgegevens met een unieke identificator gecorreleerd. Deze is uniek voor het verzochte 20 loyaliteitsprogramma. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de identificatie. Deze stelt de centrale database namelijk in staat de juiste klantgegevens te correleren met de relevante UI (s) .After the customer has made his choice and has sent the choice to the central database, at least a part of the customer data is correlated with a unique identifier. This is unique for the requested loyalty program. The identification is used for this. This enables the central database to correlate the correct customer data with the relevant UI (s).

Het is niet uitgesloten dat verschillende 25 loyaliteitsprogramma's, zelfs van dezelfde aanbieder, verschillende eisen hebben wat betreft de gewenste klantgegevens. Zo kan een loyaliteitsprogramma dat gericht is op volwassen een geboortedatum vragen terwijl dit voor andere loyaliteitsprogramma's niet nodig of noodzakelijk is. 30 Veelal omvat de centrale database een correlatie tussen een loyaliteitsprogramma specifieke subset van de klantgegevens en een UI. Hierbij kan de UI tevens een indicator omvatten om aan te duiden bij welke aanbieder het 3 loyaliteitsprogramma loopt. In een andere uitvoering wordt deze aanduiding expliciet gemaakt in de correlatie door bijvoorbeeld de naam van de aanbieder hierin op te nemen.It is not excluded that different loyalty programs, even from the same provider, have different requirements with regard to the desired customer data. For example, a loyalty program aimed at adults may request a date of birth while this is not necessary or necessary for other loyalty programs. The central database often comprises a correlation between a loyalty program specific subset of the customer data and a UI. The UI can also include an indicator to indicate with which provider the loyalty program is running. In another embodiment, this designation is made explicit in the correlation by, for example, including the name of the provider.

Het voordeel van de centrale database is dat hierin de 5 correlaties van meerdere aanbieders kunnen worden opgenomen. De benodigde klantgegevens voor elke aanbieder zijn hierbij voorradig in de centrale database en worden bij voorkeur voorafgaand door de klant vanaf het gebruikersstation of een andere locatie naar de centrale database gestuurd. Dit 10 geschiedt bij voorkeur elektronisch maar kan tevens per post gebeuren. Hierbij vraagt de centrale database bij voorkeur naar alle klantgegevens die relevant zijn voor het veelvoud aan verschillende aanbieders. Indien een nieuwe aanbieder gebruik wil maken van het systeem van de onderhavige 15 uitvinding en deze aanbieder vereist gegevens welke niet voorradig zijn in de centrale database, kan het systeem zodanig ingericht zijn dat bij een nieuw verzoek voor een loyaliteitsprogramma van deze aanbieder de klant om deze gegevens gevraagd wordt. Het is tevens mogelijk de vraag 20 naar deze gegevens toe te voegen aan een algemeen profiel dat gebruikt wordt voor nieuwe klanten. Als een nieuwe klant zich aanmeldt om gebruik te maken van het systeem dient deze klantgegevens op te sturen naar de centrale database. Dit gebeurt naar aanleiding van een profiel welke een aantal 25 vragen omvat welke samenhangen met de gewenste klantgegevens, zoals een vraag naar de geboortedatum. Een dergelijk profiel kan worden aangepast naar mate de aanbieders van de loyaliteitsprogramma's andere gegevens wensen.The advantage of the central database is that it can include the correlations of multiple providers. The required customer data for each provider are in stock in the central database and are preferably sent to the central database from the user station or another location beforehand. This is preferably done electronically but can also be done by post. The central database preferably asks for all customer data that are relevant to the multitude of different providers. If a new provider wants to make use of the system of the present invention and this provider requires data that is not available in the central database, the system can be arranged such that in the case of a new request for a loyalty program from this provider, the customer requests this. information is requested. It is also possible to add the demand 20 for this data to a general profile that is used for new customers. When a new customer logs in to use the system, this customer data must be sent to the central database. This is done on the basis of a profile which comprises a number of questions that are related to the desired customer data, such as a question about the date of birth. Such a profile can be adjusted to the extent that the providers of the loyalty programs want different data.

30 De correlatie wordt in ten minste één database opgeslagen. Hierbij omvat de ten minste één database de centrale database. Het geniet de voorkeur indien de centrale database geen onderdeel uitmaakt van het interne 4 computernetwerk van een aanbieder. Dit maakt het immers mogelijk dat de centrale database voor meerdere aanbieders kan worden ingezet. De onderhavige uitvinding sluit echter niet uit dat de aanbieder binnen zijn eigen netwerk een 5 eigen versie maakt en/of krijgt waarin de voor de aanbieder relevante correlaties zijn opgenomen.The correlation is stored in at least one database. The at least one database herein comprises the central database. It is preferable if the central database is not part of the internal 4 computer network of a provider. This makes it possible for the central database to be used for multiple providers. However, the present invention does not exclude that the provider makes and / or receives a version of its own within its own network in which the correlations relevant to the provider are included.

De aanbieder wordt de mogelijkheid gegeven toegang te krijgen tot de ten minste één database voor het verkrijgen van de correlatie. Deze toegang is wenselijk om mogelijk te 10 maken dat de aanbieder de UI controleert of de UI verifieert wanneer de klant gebruik wil maken van de UI. Een voorbeeld hiervan is een kassasysteem dat een barcode scant en vervolgens de centrale database raadpleegt om de bijhorende klantgegevens te verkrijgen.The provider is given the option of gaining access to the at least one database for obtaining the correlation. This access is desirable to allow the provider to check the UI or verify the UI when the customer wishes to use the UI. An example of this is a cash register system that scans a barcode and then consults the central database to obtain the corresponding customer data.

15 De UI wordt vanuit de centrale database naar het gebruikersstation gestuurd. Hierbij blijft de correlatie tussen UI en het genoemde ten minste een deel van de klantgegevens bewaard in de centrale database. Bij diefstal of verlies van het gebruikersstation gaan de UIs dus niet 20 verloren. Het is niet uitgesloten dat de UI enkel wordt toegezonden en niet in het gebruikersstation wordt opgeslagen. Dit wordt bijvoorbeeld gerealiseerd doordat de UI enkel door gebruik van een vooraf bepaalde applicatie op het gebruikersstation van de centrale database kan worden 25 opgehaald. Deze applicatie staat het opslaan van de UI niet toe. Een voordeel van het gebruik van een dergelijke applicatie is dat het minder fraude gevoelig is. Immers, de UI is alleen opvraagbaar na het ingeven van de inloggegevens bij de centrale database. Een nadeel is echter dat een 30 verbinding tussen gebruikersstation en centrale database vereist is. In een andere uitvoeringsvorm kunnen de voor een klant gewenste UIs wel worden opgeslagen op het gebruikersstation of een ander opslagmedium. Mengvormen van 5 beide uitvoeringsvormen zijn niet uitgesloten. Zo kan de klant de keuze worden gegeven of deze de UIs wil opslaan of dat deze enkel tot zijn beschikking mogen staan na ingelogd te zijn bij de centrale database.The UI is sent from the central database to the user station. The correlation between UI and said at least part of the customer data is then stored in the central database. The UIs are therefore not lost in the event of theft or loss of the user station. It is not excluded that the UI is only sent and not stored in the user station. This is realized, for example, because the UI can only be retrieved by using a predetermined application on the user station of the central database. This application does not allow saving the UI. An advantage of using such an application is that it is less susceptible to fraud. After all, the UI can only be retrieved after entering the login data at the central database. However, a disadvantage is that a connection between user station and central database is required. In another embodiment, the UIs desired for a customer can be stored on the user station or another storage medium. Mixed forms of both embodiments are not excluded. In this way, the customer can be given the choice of whether he wants to store the UIs or whether they should only be available after logging in to the central database.

5 Om de UI te gebruiken dient deze bij het gebruikersstation te worden uitgevoerd zodat de aanbieder, bijvoorbeeld bij een kassa, toegang krijgt tot de UI. Een voorbeeld hiervan is het op een scherm van het gebruikersstation weergeven van een barcode welke vervolgens 10 door een medewerker van de aanbieder wordt gescand.5 To use the UI, it must be carried out at the user station so that the provider can access the UI, for example at a cash register. An example of this is the display of a barcode on a screen of the user station which is subsequently scanned by an employee of the provider.

Het toekennen van de UI aan de klantgegevens of een deel daarvan kan geschieden aan de zijde van de aanbieder of aan de zijde van centrale database. In dit laatste geval geniet het de voorkeur indien de centrale database van de 15 aanbieder een enkele UI of een reeks UIs ontvangt, bijvoorbeeld een reeks barcodes of een reeks nummers, welke de centrale database vervolgens kan toekennen aan verschillende klanten. Indien de aanbieder een eigen database onderhoudt is het voordelig indien de door de 20 centrale database gegenereerde correlatie wordt toegestuurd aan deze database.The assignment of the UI to the customer data or a part thereof can be done on the side of the provider or on the side of central database. In the latter case it is preferable if the central database of the provider receives a single UI or a series of UIs, for example a series of barcodes or a series of numbers, which the central database can subsequently assign to different customers. If the provider maintains its own database, it is advantageous if the correlation generated by the central database is sent to this database.

Indien het correleren van het genoemde ten minste een deel van de klantgegevens met een unieke identificator aan de zijde van de centrale database geschiedt, geniet het de 25 voorkeur wanneer vanuit de centrale database naar de aanbieder of een database daarvan ten minste een deel van de klantgegevens wordt gestuurd. Deze gegevens worden vervolgens bij de aanbieder gebruikt voor toekenning van een UI. Deze toekenning of correlatie kan vervolgens worden 30 opgeslagen in een database van de aanbieder. Aanvullend of in plaats hiervan kan de UI naar de centrale database gestuurd worden. Vervolgens wordt de UI afkomstig van de aanbieder of een database daarvan bij de centrale database 6 ontvangen naar aanleiding van de gestuurde klantgegevens. Aansluitend worden de klantgegevens, of een deel daarvan, met de ontvangen UI gecorreleerd en opgeslagen in de centrale database.If the correlation of said at least a part of the customer data takes place with a unique identifier on the side of the central database, it is preferable if at least a part of the customer data from the central database to the provider or a database thereof is being sent. This data is then used by the provider for the allocation of a UI. This allocation or correlation can then be stored in a database of the provider. Additionally or instead the UI can be sent to the central database. Subsequently, the UI from the provider or a database thereof is received at the central database 6 in response to the sent customer data. The customer data, or part of it, is then correlated with the received UI and stored in the central database.

5 Bij voorkeur omvat de centrale database een veelvoud aan correlaties behorende bij een veelvoud aan loyaliteitsprogramma's van verschillende aanbieders. Voor het verhogen van de privacy is het voordelig indien het genoemde aan de aanbieder toegang bieden tot de ten minste 10 één database voor het verkrijgen van de correlatie enkel het toegang verschaffen omvat tot die gegevens welke bij loyaliteitsprogramma's van die aanbieder horen. Op deze wijze kunnen verschillende aanbieders niet eikaars klantenbestand inzien en wordt het uitwisselen van 15 klantgegevens tussen verschillende aanbieders voorkomen.The central database preferably comprises a plurality of correlations associated with a plurality of loyalty programs from different providers. For increasing the privacy, it is advantageous if the above-mentioned offer to the provider access to the at least one database for obtaining the correlation comprises only providing access to data associated with that provider's loyalty programs. In this way, different providers cannot view each other's customer base and the exchange of customer data between different providers is prevented.

Het gebruik van een UI stelt de aanbieder in staat het koopgedrag van een klant en/of groep klanten te volgen. Verder kan het mogelijk zijn dat een aanbieder loyaliteitsprogramma specifieke informatie, zoals een 20 reclame-uiting en/of informatie aangaande het loyaliteitsprogramma zoals openingstijden, verschaft aan de centrale database. Vervolgens kan de loyaliteitsprogramma specifieke informatie in de centrale database gecorreleerd worden met ten minste één UI behorende bij het met de 25 informatie overeenkomende loyaliteitsprogramma. De informatie kan naar een met de UI corresponderende gebruiker gestuurd worden. Op deze wijze kan de gebruiker op zijn gebruikersstation gerichte reclame of andersoortige informatie ontvangen welke specifiek is voor het 30 loyaliteitsprogramma waaraan de gebruiker deelneemt.The use of a UI enables the provider to follow the purchasing behavior of a customer and / or group of customers. Furthermore, it may be possible for a provider of loyalty program to provide the central database with specific information, such as an advertisement and / or information regarding the loyalty program such as opening times. Subsequently, the loyalty program specific information in the central database can be correlated with at least one UI associated with the loyalty program corresponding to the information. The information can be sent to a user corresponding to the UI. In this way, the user can receive advertisements or other information specific to his user station that is specific to the loyalty program in which the user participates.

Het is voordelig indien de werkwijze volgens de uitvinding het door de gebruiker tegen een vergoeding afnemen van een product en/of dienst van de aanbieder omvat.It is advantageous if the method according to the invention comprises the purchase by the user of a product and / or service from the provider for a fee.

77

Voorafgaand, tijdens of na het afnemen van het product en/of dienst kan het uitgevoerde UI bij de aanbieder vastgesteld worden. Vervolgens kan de aanbieder de ten minste één database raadplegen voor het controleren op de aanwezigheid 5 van loyaliteitsprogramma specifieke informatie welke toepasselijk is voor de vastgestelde UI. Aansluitend kan de aanbieder de hoogte van de vergoeding vaststellen in afhankelijkheid van de raadpleging. Dit schept de mogelijkheid voor een aanbieder ter plaatse van de 10 overdracht of aankoop van product en/of dienst onderscheid te maken tussen klanten welke wel en welke niet deelnemen aan het loyaliteitsprogramma.Prior to, during or after the purchase of the product and / or service, the executed UI can be determined by the provider. Subsequently, the provider can consult the at least one database for checking for the presence of loyalty program specific information which is applicable for the determined UI. The provider can then determine the amount of the reimbursement in dependence on the consultation. This creates the possibility for a local supplier of the transfer or purchase of product and / or service to distinguish between customers who do and do not participate in the loyalty program.

Bij reeds bekende systemen is het mogelijk de klantenkaart te gebruiken voor het sparen van punten of 15 andersoortige informatie welke veelal gerelateerd is aan de door een klant bij de aanbieder gekochte producten en/of diensten. Om een dergelijke functionaliteit te realiseren binnen de werkwijze volgens de uitvinding is het voordelig indien deze het door de aanbieder vastleggen van informatie 20 betreffende het gebruik van de uitgevoerde UI door de gebruiker omvat, zoals een waarde van gekochte goederen en/of diensten. Voorafgaand, tijdens of na het vastleggen van informatie kan het uitgevoerde UI bij de aanbieder vastgesteld worden. De vastgelegde informatie kan naar de 25 centrale database en eventueel een database van de aanbieder gestuurd worden. De vastgelegde informatie kan bij de centrale database en eventueel de database van de aanbieder gecorreleerd worden met de uitgevoerde UI.With systems that are already known, it is possible to use the customer card for saving points or other information that is often related to the products and / or services purchased by a customer from the supplier. In order to realize such a functionality within the method according to the invention, it is advantageous if it comprises recording by the provider of information concerning the use of the executed UI by the user, such as a value of purchased goods and / or services. The UI performed can be determined by the provider before, during or after recording information. The recorded information can be sent to the central database and possibly a database of the provider. The recorded information can be correlated with the executed UI at the central database and possibly the provider's database.

Het is verder voordelig indien de werkwijze het door de 30 gebruiker tegen een vergoeding afnemen van een product en/of dienst van de aanbieder omvat. Vervolgens kan de aanbieder de ten minste één database raadplegen voor het controleren op de aanwezigheid van vastgelegde informatie welke 8 toepasselijk is voor de vastgestelde UI. De hoogte van de vergoeding kan dan worden vastgesteld in afhankelijkheid van de raadpleging. Volgens deze werkwijze is het mogelijk voor de aanbieder koopgedrag van de klant te stimuleren door het 5 in afhankelijkheid van het koopgedrag in het verleden vast stellen van de gevraagde vergoeding/prijs voor een dienst of product.It is furthermore advantageous if the method comprises the purchase by the user for a fee of a product and / or service from the provider. The provider can then consult the at least one database for checking for the presence of recorded information which is applicable for the determined UI. The amount of the reimbursement can then be determined depending on the consultation. According to this method, it is possible for the provider to stimulate purchasing behavior of the customer by determining the requested fee / price for a service or product in dependence on the purchasing behavior in the past.

Het is voordelig indien een gebruiker de vastgelegde informatie bij de centrale database kan opvragen en 10 ontvangen.It is advantageous if a user can request and receive the recorded information from the central database.

Het geniet verder de voorkeur indien de aanbieder, na het vaststellen van de uitgevoerde UI, in staat is de centrale database en eventueel een database van de aanbieder te raadplegen voor het opvragen van persoonlijke gegevens 15 behorende bij de UI en/of te verifiëren of de centrale database en eventueel de database van de aanbieder een voor de aanbieder toepasselijke correlatie omvat behorende bij de vastgestelde UI.It is further preferred if the provider, after determining the executed UI, is able to consult the central database and possibly a database of the provider for requesting personal data associated with the UI and / or verifying whether the central database and possibly the provider's database includes a correlation appropriate to the provider associated with the established UI.

Voorbeelden van het uitvoeren van de UI bij het 20 gebruikersstation omvatten het op een scherm weergegeven van een barcode en/of een klantenkaartnummer. Echter, het uitvoeren van de UI volgens de uitvinding sluit niet uit dat de UI op andere wijze wordt gecommuniceerd. Zo is het mogelijk dat het gebruikersstation door middel van op 25 zichzelf genomen bekende draadloze technieken verbinding maakt met het systeem van de aanbieder, bijvoorbeeld een kassa, voor het kenbaar maken van de UI. Hierbij kan een stap van het aan de klant laten zien van de UI achterwege gelaten worden. Overigens dient de UI niet 30 noodzakelijkerwijs zichtbaar gemaakt te kunnen worden. De UI kan in de vorm zijn van een digitale code, zoals een digitale sleutel, welke door middel van reeds bekende 9 technieken gecommuniceerd kan worden met het systeem van de aanbieder.Examples of performing the UI at the user station include displaying a barcode and / or a loyalty card number on a screen. However, performing the UI according to the invention does not preclude the UI from being communicated in any other way. It is thus possible for the user station to connect by means of known wireless techniques to the provider's system, for example a cash register, for making the UI known. Hereby a step of showing the UI to the customer can be omitted. Incidentally, it should not necessarily be possible to make the UI visible. The UI can be in the form of a digital code, such as a digital key, which can be communicated with the provider's system by means of already known techniques.

Het bij de aanbieder vaststellen van de uitgevoerde UI kan het optische inlezen van een op het scherm van het 5 gebruikersstation weergegeven barcode omvatten. Het inlezen kan geschieden door middel van een op zichzelf genomen bekende barcode lezer.Determining the executed UI at the provider can include the optical reading in of a barcode displayed on the screen of the user station. The reading can take place by means of a known barcode reader taken as such.

Volgens een verder aspect verschaft de onderhavige uitvinding een systeem voor het elektronisch beheren van 10 loyaliteitprogramma's, zoals klantenkaarten, bij een veelvoud aan aanbieders voor een veelvoud aan klanten. Het systeem volgens de uitvinding omvat een applicatie server alsook een centrale database welke in communicatie staat met de applicatie server en welke klantgegevens van een klant 15 omvat. De applicatie server verzorgt de communicatie en manipulatie van de gegevens in de centrale database. De applicatie server is ingericht om een identificatie proces uit te voeren met een door de klant bedienbaar gebruikersstation. Verder is de applicatie server ingericht 20 om, in afhankelijkheid van een door de klant vanaf het gebruikersstation verzonden verzoek, ten minste een deel van de klantgegevens met een unieke identificator (UI) te correleren gebruik makende van de identificatie, waarbij de UI uniek is voor het verzochte loyaliteitsprogramma. Tevens 25 is de applicatie server ingericht de correlatie in ten minste één database op te slaan, welke ten minste één database de centrale database omvat, alsook de aanbieder van het loyaliteitsprogramma toegang te verschaffen tot de ten minste één database voor het verkrijgen van de correlatie.According to a further aspect, the present invention provides a system for electronically managing loyalty programs, such as customer cards, at a plurality of providers for a plurality of customers. The system according to the invention comprises an application server as well as a central database which is in communication with the application server and which comprises customer data of a customer. The application server takes care of the communication and manipulation of data in the central database. The application server is arranged to perform an identification process with a user station that can be operated by the customer. Further, depending on a request sent by the customer from the user station, the application server is arranged to correlate at least a portion of the customer data with a unique identifier (UI) using the identification, the UI being unique to the requested loyalty program. The application server is also arranged to store the correlation in at least one database, which at least one database comprises the central database, as well as to provide the loyalty program provider access to the at least one database for obtaining the correlation.

30 Tenslotte is de applicatie server ingericht de UI vanuit de centrale database naar het gebruikersstation te sturen.Finally, the application server is arranged to send the UI from the central database to the user station.

1010

In het hiernavolgende zal de uitvinding in meer detail worden toegelicht onder verwijzing naar de bijgevoegde figuren, waarbij:In the following, the invention will be explained in more detail with reference to the accompanying figures, wherein:

Figuur 1 een systeem laat zien volgens de uitvinding; 5 Figuren 2A-2C een stroomdiagram van een werkwijze volgens de uitvinding tonen; enFigure 1 shows a system according to the invention; Figures 2A-2C show a flow chart of a method according to the invention; and

Figuur 3 een illustratief voorbeeld toont van de inhoud van de centrale database van het systeem uit figuur 1 of de werkwijze uit figuur 2.Figure 3 shows an illustrative example of the contents of the central database of the system of Figure 1 or the method of Figure 2.

10 Figuur 1 geeft een overzicht van het systeem volgens de uitvinding. Dit systeem omvat een applicatie server 1 welke gekoppeld is met een centrale database 2. Applicatie server 1 kan communiceren met een veelvoud aan applicatie servers 3, 3' welke doorgaans onderdeel uitmaken van het 15 computernetwerk van verschillende aanbieders van een loyaliteitsprogramma. Deze applicatie servers 3, 3' kunnen communiceren met een database 4, 4'. Hierbij kunnen applicatie servers 3, 3' alsook applicatie server 1 gegevens in de bijbehorende database bewerken, uitlezen en schrijven. 20 Verder kunnen applicatie servers 3, 3' communiceren met hieraan gekoppelde kassa systemen 5, 5' .Figure 1 provides an overview of the system according to the invention. This system comprises an application server 1 which is linked to a central database 2. Application server 1 can communicate with a plurality of application servers 3, 3 'which are generally part of the computer network of different providers of a loyalty program. These application servers 3, 3 'can communicate with a database 4, 4'. Application servers 3, 3 'as well as application server 1 can edit, read and write data in the corresponding database. Furthermore, application servers 3, 3 'can communicate with associated cash register systems 5, 5'.

In figuur 1 horen kassa 5, applicatie server 3, en database 4 bij een computernetwerk van een andere aanbieder dan kassa 5', applicatie server 3', en database 4'.In Figure 1, cash register 5, application server 3, and database 4 belong to a computer network of a provider other than cash register 5 ', application server 3', and database 4 '.

25 Applicatie server 1 kan communiceren met een gebruikersstation 6 welke doorgaans is uitgevoerd als een smart phone of draagbare computer.Application server 1 can communicate with a user station 6 which is usually designed as a smart phone or portable computer.

Figuren 2A-2C tonen een stroomdiagram van een werkwijze volgens de uitvinding. De werkwijze begint met een nieuwe 30 klant welke van het systeem gebruik wenst te maken. Hiertoe maakt de gebruiker een account aan door met zijn gebruikersstation 6 te communiceren met applicatie server 1 in stap Sl. Als onderdeel van het account aanmaken stuurt 11 applicatie server 1 een verzoek tot opgave van een bepaalde set klantgegevens naar gebruikersstation 6 in stap S2. Dit verzoek kan in de vorm zijn van een reeks vragen zoals de naam en adres van de klant. In reactie hierop zal de klant 5 in stap S3 de gevraagde informatie vanuit gebruikersstation 6 de informatie sturen naar applicatie server 1. In stap S4 worden de ontvangen klantgegeven opgeslagen in centrale database 2. Na het aanmaken van een account stuurt applicatie server 1 in stap S5 een lijst met aangesloten 10 aanbieders welke elk één of meerdere loyaliteitsprogramma's aanbieden in overeenstemming met de huidige uitvinding. Vervolgens zal de klant in stap S6 één of meerdere loyaliteitsprogramma's selecteren en de selectie naar applicatie server 1 versturen. In stap S7 zal de applicatie 15 server 1 elk loyaliteitsprogramma correleren met een UI voor de gebruiker. Voorbeelden hiervan zijn weergegeven in figuren 2B en 2C.Figures 2A-2C show a flow chart of a method according to the invention. The method starts with a new customer who wishes to use the system. To this end, the user creates an account by communicating with his user station 6 with application server 1 in step S1. As part of creating the account, 11 application server 1 sends a request to specify a certain set of customer data to user station 6 in step S2. This request can be in the form of a series of questions such as the name and address of the customer. In response, the customer 5 in step S3 will send the requested information from user station 6 to the application server 1. In step S4, the received customer data is stored in central database 2. After creating an account, application server 1 sends in step S5 a list of affiliated providers who each offer one or more loyalty programs in accordance with the present invention. Next, in step S6, the customer will select one or more loyalty programs and send the selection to application server 1. In step S7, the application server 1 will correlate each loyalty program with a UI for the user. Examples of this are shown in Figures 2B and 2C.

In figuur 2B stuurt applicatie server 1 in stap S7_l_l een verzoek voor deelname aan applicatie server 3 welke een 20 door de klant geselecteerd loyaliteitsprogramma aanbiedt. In antwoord op dit verzoek stuurt applicatie server 3 in stap S7_l_2 een lijst met vereiste klantgegevens naar applicatie server 1. Applicatie server 1 verzamelt de benodigde klantgegevens uit de van de klant ontvangen klantgegevens en 25 stuurt deze naar applicatie server 3 in stap S7_l_3. Na ontvangst kent applicatie server 3 in stap S7_l_4 een UI toe aan de ontvangen klantgegevens. Deze correlatie wordt opgeslagen in database 4 in stap S7_l_5. Tevens wordt de toegekende UI naar applicatie server 1 gestuurd in stap 30 S7_l_6. Na ontvangst van de UI zal applicatie server 1 in stap S7_l_7 de UI correleren met de klantgegevens of met het deel daarvan dat was verstuurd naar applicatie server 3. Tevens kan de UI gecorreleerd worden met de naam van het 12 loyaliteitsprogramma en/of de naam van de aanbieder. Aansluitend wordt de correlatie opgeslagen in centrale database tijdens stap S7_l_8.In figure 2B, application server 1 sends a request for participation in application server 3 in step S7_l_l, which offers a loyalty program selected by the customer. In response to this request, application server 3 sends a list of required customer data to application server 1 in step S7_1_2. Application server 1 collects the required customer data from the customer data received from the customer and sends it to application server 3 in step S7_l_3. After receipt, application server 3 assigns a UI to the received customer data in step S7_l_4. This correlation is stored in database 4 in step S7_1_5. The assigned UI is also sent to application server 1 in step 30 S7_1_6. After receiving the UI, application server 1 in step S7_1_7 will correlate the UI with the customer data or with the part thereof that was sent to application server 3. The UI can also be correlated with the name of the 12 loyalty program and / or the name of the provider. Subsequently, the correlation is stored in the central database during step S7_1_8.

De in figuur 2B getoonde stap van het opslaan van de 5 correlatie tussen UI en klantgegevens, of een deel daarvan, in database 4 van de aanbieder kan achterwege gelaten worden. In plaats hiervan kan de database desgewenst van informatie worden voorzien vanuit de centrale database. In dat geval is applicatie server 1 de enige die de correlatie 10 maakt met de UI. Database 4 omvat dan een kopie van enkel die gegevens welke betrekking hebben op de relevante aanbieder. In een andere uitvoeringsvorm is database 4 niet aanwezig en kan applicatie server 3 direct dan wel via applicatie server 1 communiceren met centrale database 2.The step of storing the correlation between UI and customer data, or a part thereof, in database 4 of the provider can be omitted from the step 2 shown in figure 2B. Instead, the database can be provided with information from the central database if desired. In that case, application server 1 is the only one that makes the correlation 10 with the UI. Database 4 then contains a copy of only those data that relate to the relevant provider. In another embodiment, database 4 is not present and application server 3 can communicate with central database 2 directly or via application server 1.

15 Dit laatste systeem kan interessant zijn voor een aanbieder omdat het een geringe investering vereist wat betreft aan te schaffen apparatuur.The latter system may be of interest to a provider because it requires a small investment in terms of equipment to be purchased.

In figuur 2C ontvangt applicatie server 1 in stap S7_2_l een reeks UIs van applicatie server 3 welke door 20 applicatie server 3 zijn gereserveerd voor een door de aanbieder aangeboden loyaliteitsprogramma welke overeenkomt met een selectie van de klant. Tevens kan applicatie server 1 een lijst ontvangen met door de aanbieder gewenste klantgegevens. In stap S7_2_2 verzamelt applicatie server 1 25 de benodigde klantgegevens uit de van de klant ontvangen klantgegevens. Vervolgens correleert applicatie server 1 in stap S7_2_3 de benodigde klantgegevens met één UI uit de reeks ontvangen UIs. Deze correlatie wordt in stap S7_2_4 opgeslagen in centrale database 2 en vervolgens in stap 30 S7_2_5 naar applicatie server 3 gestuurd. Applicatie server 3 slaat vervolgens de correlatie op in database 4 in stap S7_2_6.In Figure 2C, in step S7_2_1, application server 1 receives a series of UIs from application server 3 that are reserved by application server 3 for a loyalty program offered by the provider that corresponds to a selection of the customer. Application server 1 can also receive a list of customer data desired by the provider. In step S7_2_2, application server 1 collects the required customer data from the customer data received from the customer. Next, in step S7_2_3, application server 1 correlates the required customer data with one UI from the set of received UIs. This correlation is stored in central database 2 in step S7_2_4 and then sent to application server 3 in step 30 S7_2_5. Application server 3 then stores the correlation in database 4 in step S7_2_6.

1313

Ook bij de werkwijze in figuur 2B geldt dat de stap van het in database 4 opslaan van de correlatie achterwege gelaten kan worden en dat applicatie server 3 direct dan wel via applicatie server 1 kan communiceren met centrale 5 database 2.Also with the method in figure 2B it holds that the step of storing the correlation in database 4 can be omitted and that application server 3 can communicate directly or via application server 1 with central database 2.

Nu verwijzend naar figuur 2A, na stap S7, zal in stap S8 applicatie server 1 de UI naar gebruikersstation 6 sturen. Hierna kan een gebruiker een product afnemen van de aanbieder in stap S9. Hierbij wordt bij kassa 5 van de 10 aanbieder de UI uitgevoerd in stap S10. Een voorbeeld hiervan is het tonen van een barcode op een scherm van het gebruikersstation. Kassa 5 zal de barcode scannen in stap Sll. Hierna zal kassa 5 in stap S12 met behulp van applicatie server 3 database 4 of centrale database 2, via 15 applicatie server 1, raadplegen of de gescande barcode overeenkomt met een deelnemer van een loyaliteitsprogramma. Is dit het geval, dan kan kassa 5 in stap S13 met behulp van applicatie server 3 database 4 of centrale database 2, via applicatie server 1, raadplegen of er in database 4 of 20 centrale database 2 loyaliteitsprogramma specifieke informatie is opgeslagen bijvoorbeeld in de vorm van een reclame-uiting. Is dit het geval zal kassa 5 in stap S14 de te rekenen vergoeding bepalen in afhankelijk van deze informatie. Een voorbeeld hiervan is dat de reclame-uiting 25 een korting beschrijft voor het af te nemen product. Door deelname aan het loyaliteitsprogramma heeft de klant recht op deze korting.Referring now to Figure 2A, after step S7, in step S8, application server 1 will send the UI to user station 6. After this, a user can purchase a product from the provider in step S9. In this case the UI is executed at checkout 5 of the 10 provider in step S10. An example of this is the display of a barcode on a screen of the user station. Checkout 5 will scan the barcode in step S11. After this, in step S12, cash register 5 will consult, using application server 3, database 4 or central database 2, via application server 1, whether the scanned barcode corresponds to a participant of a loyalty program. If this is the case, cash register 5 can consult in step S13 using application server 3 database 4 or central database 2, via application server 1, whether specific information is stored in database 4 or central database 2, for example in the form of an advertisement. If this is the case, cash register 5 in step S14 will determine the fee to be calculated depending on this information. An example of this is that the advertisement 25 describes a discount for the product to be purchased. By participating in the loyalty program, the customer is entitled to this discount.

In stap S15 wordt het gebruik van de UI door kassa 5 verwerkt en door middel van applicatie server 3 opgeslagen 30 in database 4 en/of in centrale database 2 door middel van applicatie server 1. De informatie die in database 4 en/of centrale database 2 wordt opgeslagen omvat bijvoorbeeld de hoeveelheid afgenomen producten, de prijs van deze 14 producten, de datum en tijd van afname en dergelijke. Deze informatie kan gebruikt worden in een spaarsysteem waarbij bijvoorbeeld bij een bepaalde hoeveelheid afgenomen goederen de klant recht heeft op een gegeven korting. Daartoe kunnen 5 stappen S11-S13 worden uitgebreid met het tevens raadplegen van in database 4 en/of centrale database 2 opgeslagen informatie betreffende het gebruik van de UI door de gebruiker en het dienovereenkomstig aanpassen van de te rekenen vergoeding.In step S15, the use of the UI is processed by cash register 5 and stored by means of application server 3 in database 4 and / or in central database 2 by means of application server 1. The information stored in database 4 and / or central database 2 is stored includes, for example, the quantity of products purchased, the price of these 14 products, the date and time of collection and the like. This information can be used in a savings system where, for example, with a certain quantity of goods purchased the customer is entitled to a given discount. To this end, 5 steps S11-S13 can be expanded to also consult information stored in database 4 and / or central database 2 concerning the user's use of the UI and to adjust the fee to be charged accordingly.

10 Het dient opgemerkt te worden dat het aanpassen van de te rekenen vergoeding niet de enige methode is om waardering voor de klant uit te drukken. Andere methoden omvatten het aanbieden van relatiegeschenken, het aanbieden van kortingen op diensten/producten van een andere aanbieder. Het moge 15 duidelijk zijn dat verscheidene andere mogelijkheden zijn welke nadrukkelijk niet worden uitgesloten.10 It should be noted that adjusting the fee to be charged is not the only method to express appreciation for the customer. Other methods include offering promotional gifts, offering discounts on services / products from another provider. It will be clear that several other possibilities are explicitly not excluded.

Figuur 3 toont een voorbeeld van de inhoud van centrale database 2. De in figuur 3 getoonde inhoud correspondeert met een enkele gebruiker. Doorgaans omvat centrale database 20 2 overeenkomstige inhoud voor een veelvoud aan gebruikers.Figure 3 shows an example of the content of central database 2. The content shown in Figure 3 corresponds to a single user. Central database 20 usually comprises 2 corresponding content for a plurality of users.

Allereerst omvat centrale database 2 een correlatie 7 tussen de klantgegevens en de inloggegevens welke de klant gebruikt om in te loggen op de centrale database 2 en/of applicatie server 1. De inloggegevens omvatten doorgaans een 25 gebruikersnaam en een wachtwoord.First of all, central database 2 comprises a correlation 7 between the customer data and the login data which the customer uses to log in to the central database 2 and / or application server 1. The login data usually comprises a user name and a password.

Vervolgens omvat centrale database 2 een veelvoud aan correlaties 8-12 voor een veelvoud aan loyaliteitsprogramma's. Correlatie 8 heeft bijvoorbeeld betrekking op een tweetal door een winkel (store 1) 30 aangeboden loyaliteitsprogramma's. Deze loyaliteitsprogramma's zijn door middel van Uil en UI2 gecorreleerd met een subset (subsetl) van de eerdergenoemde klantgegevens. Binnen correlatie 8 kunnen de namen van de 15 loyaliteitsprogramma's expliciet zijn opgenomen als zijnde een apart veld in centrale database 2. Het is tevens mogelijk dat deze naam of andersoortige identificatie is opgenomen in de UI.Central database 2 then comprises a plurality of correlations 8-12 for a plurality of loyalty programs. Correlation 8 relates, for example, to two loyalty programs offered by a store (store 1). These loyalty programs are correlated by means of Uil and UI2 with a subset (subsetl) of the aforementioned customer data. Within correlation 8, the names of the 15 loyalty programs can be explicitly included as a separate field in central database 2. It is also possible that this name or other type of identification is included in the UI.

5 Correlatie 9 heeft betrekking op een door een winkel (store 2) aangeboden loyaliteitsprogramma. Dit loyaliteitsprogramma is door middel van UI3 gecorreleerd met een subset (subset2) van de eerdergenoemde klantgegevens.5 Correlation 9 relates to a loyalty program offered by a store (store 2). This loyalty program is correlated by means of UI3 with a subset (subset2) of the aforementioned customer data.

Correlatie 10 heeft betrekking op een door een winkel 10 (store 3) aangeboden loyaliteitsprogramma. Dit loyaliteitsprogramma is door middel van UI4 gecorreleerd met een subset (subset1) van de eerdergenoemde klantgegevens. Tevens omvat correlatie 10 een vermelding van een reclame-uiting (Adl) welke desgewenst naar gebruikersstation 6 15 gestuurd kan worden en welke eventueel door kassa 5 geraadpleegd kan worden voor het vaststellen van de vergoeding voor een af te nemen product. Het moet worden opgemerkt dat de gebruikte subset van klantgegevens (subsetl) overeenkomt met die van correlatie 8. Het is dus 20 niet uitgesloten dat verschillende winkels/aanbieders dezelfde klantgegevens vragen voor deelname aan een loyaliteitsprogramma.Correlation 10 relates to a loyalty program offered by a store 10 (store 3). This loyalty program is correlated by means of UI4 with a subset (subset1) of the aforementioned customer data. Correlation 10 also includes an indication of an advertisement (Adl) which, if desired, can be sent to user station 6 and which can optionally be consulted by cash register 5 for determining the compensation for a product to be purchased. It should be noted that the subset of customer data (subsetl) used corresponds to that of correlation 8. It is therefore not excluded that different stores / providers request the same customer data for participation in a loyalty program.

Correlatie 11 heeft betrekking op een door een winkel (store 4) aangeboden loyaliteitsprogramma. Dit 25 loyaliteitsprogramma is door middel van UI5 gecorreleerd met een subset (subset4) van de eerdergenoemde klantgegevens. Tevens omvat correlatie 11 een saldo van spaarpunten welke door de gebruiker is opgebouwd door gebruik van de bijbehorende UI bijvoorbeeld door producten/diensten af te 30 nemen van de aanbieder (store4).Correlation 11 relates to a loyalty program offered by a store (store 4). This loyalty program is correlated by means of UI5 with a subset (subset4) of the aforementioned customer data. Correlation 11 also comprises a balance of loyalty points built up by the user by using the associated UI, for example by purchasing products / services from the provider (store4).

Tenslotte heeft correlatie 12 betrekking op een door een winkel (store 5) aangeboden loyaliteitsprogramma. Dit loyaliteitsprogramma is door middel van UI6 gecorreleerd met 16 een subset (subset4) van de eerdergenoemde klantgegevens. Tevens omvat de correlatie een vermelding van zowel een reclame-uiting (Ad2) als een spaarpunten saldo zoals besproken bij correlaties 10 en 11. Het is dus mogelijk 5 verscheidene informatievormen te correleren met dezelfde UI en/of subset aan klantgegevens.Finally, correlation 12 relates to a loyalty program offered by a store (store 5). This loyalty program is correlated by means of UI6 with 16 a subset (subset4) of the aforementioned customer data. The correlation also includes an indication of both an advertisement (Ad2) and a savings point balance as discussed with correlations 10 and 11. It is thus possible to correlate various forms of information with the same U1 and / or subset of customer data.

Het moge duidelijk zijn dat het evenwel mogelijk is het geheel aan klantgegevens te gebruiken voor het genoemde correleren in plaats van subsets. Verder ligt het voor de 10 hand dat de onderhavige uitvinding niet beperkt is tot toepassing bij een winkel met een kassa maar dat andere vormen van dienst/product afname, zoals Internet winkelen of het afnemen van een dienst, eveneens tot de uitvinding gerekend dienen te worden waarvan de beschermingsomvang 15 wordt bepaald door de bijgevoegde conclusies. Zo is het mogelijk de kassa te vervangen door een inrichting welke het afnemen van een product/dienst mogelijk maakt rekening houdend met de UI. Een dergelijke inrichting stelt bijvoorbeeld de vergoeding voor het product of de dienst 20 vast in overeenstemming met het loyaliteitsprogramma waaraan de klant, zoals blijkt uit de UI, deelneemt.It will be clear, however, that it is possible to use the whole of customer data for said correlation instead of subsets. Furthermore, it is obvious that the present invention is not limited to use at a store with a cash register, but that other forms of service / product purchase, such as Internet shopping or the purchase of a service, should also be counted among the invention. the scope of protection of which is determined by the appended claims. For example, it is possible to replace the cash register with a device that makes it possible to purchase a product / service taking into account the UI. Such a device determines, for example, the payment for the product or service 20 in accordance with the loyalty program in which the customer participates, as appears from the UI.

Verder sluit de onderhavige uitvinding niet uit dat het systeem van de aanbieder verdere inrichtingen omvat welke kunnen samenwerken met de UI van het gebruikersstation.Furthermore, the present invention does not exclude that the provider's system includes further devices that may interact with the UI of the user station.

25 Immers, de centrale database of de database van de aanbieder kan gegevens omvatten betreffende een eerdere aankoop. Deze informatie kan vervolgens door een verdere inrichting gebruikt worden. Hierbij dient de UI als bewijs van de eerdere aankoop of afname van een dienst. Een voorbeeld van 30 een dergelijke verdere inrichting is een toegangscontrole bij een evenement zoals een muziekfestival. Hierbij kan de klant in een winkel of via het Internet een toegangsbewijs kopen. Hierbij neemt de klant deel aan een 17 loyaliteitsprogramma dat aangeboden wordt door de aanbieder van de kaartjes van het evenement.After all, the central database or the provider's database may include data concerning a previous purchase. This information can then be used by a further device. The UI serves as proof of the earlier purchase or purchase of a service. An example of such a further device is an access control at an event such as a music festival. The customer can buy an admission ticket in a shop or via the Internet. Hereby the customer participates in a 17 loyalty program that is offered by the provider of the event tickets.

De UI is bewijs van deelname aan het loyaliteitsprogramma. Na aankoop van het kaartje kunnen de 5 gegevens in de centrale database of de database van de aanbieder van het kaartje worden aangepast met informatie aangaande de verkoop van het kaartje. Bij vertoon van de UI bij de toegangscontrole, bijvoorbeeld een barcode lezer gekoppeld aan een draaipoort, kan het systeem contact leggen 10 met de centrale database of de database van de aanbieder om te controleren of de persoon die de UI toont inderdaad een kaartje heeft gekocht. Er is in dit geval dus geen noodzaak om fysieke kaartjes af te drukken. Verder zal de UI in het algemeen niet veranderen indien de gebruiker kaartjes koopt 15 voor een ander evenement van de aanbieder, mits deze kaartjes onderdeel uitmaken van hetzelfde loyaliteitsprogramma.The UI is proof of participation in the loyalty program. After purchasing the ticket, the data in the central database or the database of the ticket provider can be modified with information regarding the sale of the ticket. Upon display of the UI at the access control, for example a barcode reader linked to a swing gate, the system can make contact with the central database or the provider's database to check whether the person showing the UI has indeed purchased a ticket. So in this case there is no need to print physical cards. Furthermore, the UI will generally not change if the user buys tickets for another event of the provider, provided that these tickets are part of the same loyalty program.

20 25 3020 25 30

Claims

A method for electronically managing loyalty programs, such as customer cards, at a plurality of providers for a plurality of customers, the method comprising: a customer identifying from a user station at a central database which includes customer data from the customer; 10 sending from the user station to the central database by the customer a request for participation in a loyalty program of a provider; correlating at least a portion of the customer data with a unique identifier (UI) that is unique to the requested loyalty program using the identification; storing the correlation in at least one database, which at least one database comprises the central database; 20 providing the loyalty program provider access to the at least one database for obtaining the correlation; sending the UI from the central database to the user station; Performing the UI at the user station, such as displaying a barcode on a screen of the user station.

2. Method as claimed in claim 1, further comprising of sending customer data from the user station to the central database by the customer.

Method according to claim 1 or 2, wherein storing the correlation in at least one database comprises storing the correlation in the central database and storing the correlation in a database of the provider 5.

Method according to claim 3, wherein storing the correlation in the central database comprises storing the correlation between the whole of the customer data and the UI 10 and wherein storing the correlation in the provider database storing the correlation between at least a part of the customer data and the UI.

5. Method as claimed in any of the claims, wherein the UI is received from the provider of the relevant loyalty program prior to the correlation.

6. Method according to claim 5, wherein the central database receives a series of UIs from the provider for a plurality of customers.

7. Method according to claim 5 or 6, wherein said correlating at least a part of the customer data with a unique identifier (UI) comprises: sending at least a part of the central database to the provider or a database thereof the customer data; receiving at the central database a UI from the provider or a database thereof in response to the sent customer data; correlating the customer data, or a part thereof, with the received UI.

8. Method as claimed in any of the foregoing claims, wherein the central database comprises a plurality of correlations associated with a plurality of loyalty programs from different providers, said said offering the provider access to the at least one database for obtaining the correlation providing access only to those data associated with that provider's loyalty programs.

A method according to any one of the preceding claims, further comprising: providing the loyalty program with specific information, such as an advertisement, to the central database; Correlating the loyalty program specific information in the central database with at least one UI associated with the loyalty program corresponding to the information; sending the loyalty program specific information from the central database to a user corresponding to the UI 20.

The method of claim 9, further comprising: determining the executed UI at the provider; 25 purchase by the user for a fee of a product and / or service from the provider; the provider consulting the at least one database for checking the presence of loyalty program specific information that is applicable to the established UI; Determining the amount of the reimbursement in dependence on the consultation.

A method according to any one of the preceding claims, further comprising: determining the executed UI at the provider; recording by the provider of information 5 regarding the use of the UI performed by the user, such as a value of purchased goods and / or services; outputting the recorded information to said at least one database; 10 correlating the recorded information with the executed UI at said at least one database.

12. Method as claimed in claim 11, further comprising: the user taking a product and / or service from the provider for a fee; the provider consulting the at least one database for checking the presence of recorded information that is applicable to the determined UI; 20 determining the amount of the reimbursement in dependence on the consultation.

13. Method according to claim 11 or 12, further comprising: a user requesting the recorded information from the central database; sending the recorded information from the central database to the user.

A method according to any of claims 11-13, further comprising consulting the at least one database with the provider for requesting personal data associated with the UI and / or verifying whether the at least one database has a provider includes appropriate correlation associated with the established UI.

A method according to any of claims 10-14, wherein performing the UI at the user station comprises displaying a barcode on a screen and wherein determining the performed UI at the provider's optical reading of the UI on the screen barcode shown. 10

16. System for electronically managing loyalty programs, such as customer cards, at a plurality of providers for a plurality of customers, the system comprising: an application server; a central database which is in communication with the application server and which contains customer data of a customer; wherein the application server is arranged to: perform an identification process with a user station operable by the customer; depending on a request sent by the customer from the user station to correlate at least a portion of the customer data with a unique identifier (UI) using the identification, the UI being unique to the requested loyalty program; storing the correlation in at least one database, which at least one database comprises the central database; provide the loyalty program provider access to the at least one database for obtaining the correlation; send the UI from the central database to the user station.