NL2007188C2 - Werkbak, kraan voorzien daarvan en werkwijze voor het op hooogte uitvoeren van werkzaamheden. - Google Patents

Description

WERKBAR, KRAAN VOORZIEN DAARVAN EN WERKWIJZE VOOR HET OP HOOGTE UITVOEREN VAN WERKZAAMHEDEN

De onderhavige uitvinding betreft een inrichting voor 5 het op hoogte uitvoeren van werkzaamheden. Meer in het bijzonder is de vinding gericht op een inrichting waarmee bijvoorbeeld beplating van een gevel of dak van gebouwen afgehaald kan worden.

Uit de praktijk is bekend om steigers te gebruiken voor 10 het op hoogte uitvoeren van werkzaamheden aan bijvoorbeeld een gebouw. Dergelijke steigers vereisen een opbouw en demontage daarvan wat vrij arbeidsintensief is. Bijkomend dient het steigermateriaal aan- en afgevoerd te worden.

Eveneens uit de praktijk bekend is het gebruik van 15 hoogwerkers waarmee mensen met een beperkte hoeveelheid goederen op grote hoogte gebracht kunnen worden. Een dergelijke hoogwerker is echter veelal niet geschikt voor bijvoorbeeld het uitvoeren van werkzaamheden aan een gehele gevel of een dak.

20 De onderhavige uitvinding heeft als doel bovengenoemde problemen te verhelpen of tenminste te verminderen.

Dit doel wordt bereikt met de werkbak volgens de onderhavige uitvinding volgens conclusie 1.

Door een werkbak te voorzien van koppelmiddelen is de 25 werkbak werkzaam verbindbaar met een kraan. Een dergelijke kraan betreft bij voorkeur een mobiele kraan om verplaatsing relatief eenvoudig mogelijk te maken. De werkbak wordt hierbij bij voorkeur met behulp van de koppelmiddelen via een draagelement losmaakbaar verbonden met de hoofdgiek van 30 een dergelijke kraan. Een dergelijke hoofdgiek kan bijvoorbeeld 40 tot 60 meter uitschuiven en heeft daarmee een groot werkbereik.

2 0 0 7 1 es 2

De vloer van de werkbak is bij voorkeur geschikt om ten minste twee tot drie ton aan goederen en/of goederen mee te nemen. Ter vergelijking, conventionele hoogwerkers kunnen zo'n 300 kilo aan goederen en personen meenemen. Door deze 5 vergrote capaciteit van de werkbak volgens de vinding kan op efficiëntere en veiligere wijze op hoogte worden gewerkt.

Dit wordt bewerkstelligd doordat meer materiaal meegenomen kan worden en eventueel ook meerdere personen meegenomen kunnen worden. Dit heeft bijvoorbeeld voordelen bij het 10 vervangen van asbest dakplaten door nieuwe platen. Het aantal keren dat de werkbak terug naar de grond moet voor het laden en lossen van materiaal wordt sterk gereduceerd. Bijkomend kan door de grotere werkbak onder veiligere condities worden gewerkt zonder dat halsbrekende toeren 15 uitgehaald dienen te worden. Naast het vervangen van dakplaten kan de werkbak volgens de vinding ook breder worden toegepast.

Het draagelement kan op diverse wijzen worden uitgevoerd. Zo hoort het bijvoorbeeld tot de mogelijkheden 20 om een draagelement als een kabel of lier uit te voeren.

Volgens de vinding is het draagelement in gebruik met tweede koppelmiddelen verbonden met de kraan. Het andere uiteinde van het draagelement is met de eerste koppelmiddelen verbonden met de werkbak. Echter, in een momenteel 25 geprefereerde voorkeursuitvoeringsvorm van een werkbak volgens de uitvinding wordt het draagelement uitgevoerd als een giek ofwel een profielbalk. Hiermee wordt voldoende stabiliteit gegarandeerd in onder meer de verticale richting. Op deze wijze kan onder veilige omstandigheden een 30 groter gewicht worden gehanteerd.

Volgens de vinding is de giek tussen werkbak en hoofdgiek telescopisch uitgevoerd, zodanig dat de hoogte ingesteld kan worden.

3

Door de telescopische instelling wordt bewerkstelligd dat de werkbak in gebruik in verticale inrichting in hoogte instelbaar is zonder dat de positie van de hoofdgiek gewijzigd hoeft te worden.

5 In een voordelige voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvat de werkbak een tussen het draagelement en de kraan aangebrachte cilinder.

Door tussen de giek en de hoofdgiek bij voorkeur ten minste één cilinder te plaatsen wordt met een dergelijke 10 cilinder van een gewenste hoek gerealiseerd tussen de giek en de hoofdgiek om daarmee, ongeacht de stand van de hoofdgiek, de werkbak recht te houden, met name in een eerste horizontale richting. Op deze wijze wordt een flexibele reikwijdte van de gehele installatie gerealiseerd.

15 Bijkomend heeft deze cilinder als doel een fixatie te realiseren in een richting in hoofdzaak loodrecht op de breedte richting van de werkbak, zodanig dat beweging in deze richting niet mogelijk is, of althans tot een minimum wordt beperkt. De hoogte instelling van de werkbak wordt bij 20 voorkeur mogelijk gemaakt door het verbinden van een kabel tussen de werkbak, via de bij voorkeur telescopische giek en de hoofdgiek, en de kraan.

In een voordelige voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding omvatten de eerste koppelmiddelen een 25 roteerbare koppeling.

Door het voorzien van een roteerbare koppeling tussen de werkbak en het draagelement worden de bewegingsvrijheden van de werkbak volgens de uitvinding sterk vergroot.

Hierdoor is het mogelijk om met een gering aantal 30 verplaatsingen van de kraan en hoofdgiek een compleet werkbereik te realiseren.

In een voordelige voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding zijn de tweede koppelmiddelen

A

4 voorzien van één of meer fixatie-elementen voor het in breedterichting van de werkbak fixeren daarvan.

Door de fixatie-elementen bij de tweede koppeling wordt bewerkstelligd dat de bewegingen in breedterichting van de 5 werkbak niet mogelijk zijn, of althans tot een minimum worden beperkt. Op deze wijze wordt de stabiliteit ook in breedterichting van de werkbak, ofwel een tweede horizontale richting in hoofdzaak loodrecht op de eerste horizontale richting, bewerkstelligd.

10 In een verdere voordelige voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding zijn de tweede koppelmiddelen voorzien van ontgrendelmiddelen zodanig dat het draagelement in de transporttoestand in hoofdzaak parallel tegen een giek van de kraan positioneerbaar is.

15 In een transporttoestand van een kraan bevindt de giek, ofwel de hoofdgiek van de kraan zich in hoofdzaak in een horizontaal vlak. Door de tweede koppelmiddelen te voorzien van ontgrendelmiddelen kan het draagelement van de werkbak worden geroteerd ten opzichte van deze hoofdgiek en hier 20 parallel aan worden geplaatst, bij voorkeur in hoofdzaak in hetzelfde horizontale vlak, althans tijdens transport. Dit betekent dat dit draagelement tijdens transport op relatief eenvoudige wijze meegenomen kan worden door de (mobiele) kraan zonder dat hierbij afzonderlijk transport nodig is.

25 In een verdere voordelige voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding is de vloer voorzien van een tot veiligheidshek opklapbaar vloerelement.

Door de vloer te voorzien van een opklapbaar vloerelement kan op betrekkelijk eenvoudige wijze, 30 bijvoorbeeld met een heftruck, materiaal, zoals bladen, worden gebracht naar de werkbak en hierin worden geplaatst. Door vervolgens het veiligheidshek op te klappen wordt op 5 hoogte een goed werkbare situatie onder veilige condities verschaft.

In een verdere voordelige voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding omvat de werkbak een 5 bediening.

Door de werkbak te voorzien van een bediening kan van hier uit de werkbak worden gepositioneerd. Bij voorkeur wordt hierbij de verticale positionering aangestuurd. Dit vindt bij voorkeur via radiografische besturing plaats. Ook 10 behoort het tot de mogelijkheden om bewegingen van de giek, koppelmiddelen en hoofdgiek aan te sturen. Bij voorkeur omvat de bediening hierbij een cabine, zodanig dat de bedienende persoon van uit de cabine deze beweging van de werkbak kan uitvoeren.

15 De werkbak is bruikbaar voor het verwijderen van bladeren van een dak van een gebouw, bijvoorbeeld voor het verwijderen van asbestplaten, echter, ook andere toepassingen behoren tot de mogelijkheden, waaronder het vervangen van gevelbeplating aan een gebouw, het wassen van 20 ramen van kantoor- en woontorens etc.

De uitvinding heeft verder betrekking op een kraan voorzien van bovengenoemde werkbak.

Een dergelijke kraan heeft dezelfde voordelen en effecten als beschreven voor de werkbak. Bij voorkeur is de 25 kraan voorzien als een bovengenoemde mobiele kraan.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het gebruik van een kraan ten behoeve van het op hoogte uitvoeren van werkzaamheden, waarbij gebruik wordt gemaakt van een werkbak of kraan zoals bovenstaand beschreven.

30 De werkwijze biedt gelijke effecten en voordelen als beschreven voor de werkbak en/of de kraan.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de uitvinding worden toegelicht aan de hand van 6 voorkeursuitvoeringsvormen daarvan, waarbij wordt verwezen naar de bij gevoegde tekeningen, waarin tonen: - figuur 1, een aanzicht van de werkbak volgens de uitvinding bevestigd aan een kraan; 5 - figuur 2, de giek tijdens transport; - figuur 3, een aanzicht van de koppeling van de giek aan de hoofdgiek; - figuur 4, een detail van de verbinding tussen giek en hoofdgiek; en 10 - figuur 5, een aanzicht van de koppeling tussen giek en werkbak.

Een werkbak 2 (figuur 1) is bevestigd aan een hoofdgiek 4 van een kraan. Het uiteinde van hoofdgiek 4 is via koppeling 6 en giek 8 aan werkbak 2 verbonden. Giek 8 15 bestaat in de getoonde uitvoeringsvorm uit een aantal telescopisch uitschuifbare giekdelen 10. In de getoonde uitvoeringsvorm zijn giekdelen 10 uitgevoerd als een type rechthoekig kokerprofiel. Uiteraard behoort het tot de mogelijkheden om hiervoor andere vormen te gebruiken. Aan de 20 andere zijde van giek 8 is via koppeling 12 de giek 8 verbonden met een gestel 14 van werkbak 2. Gestel 14 heeft aan de onderzijde een vloer 16 waarop personen P zich kunnen bevinden. Vloer 16 is verder werkzaam verbonden met een opklapbare klep of rand 18. Met klep 18 wordt het 25 werkoppervlak van vloer 16 vergroot voor personen P en in een opgeklapte toestand van klep 18 kunnen bijvoorbeeld materialen veilig op hoogte worden gebracht of terug naar de grond worden gebracht. Optioneel is klep 18 werkzaam verbonden met een sensor (niet getoond) waarmee bij het 30 bereiken van een werkpositie van werkbak 2 bij een gevel bijvoorbeeld klep 18 geopend wordt. Hiermee zijn werkzaamheden voor personen P eenvoudiger uit te voeren, bijvoorbeeld in combinatie met een valbeveiliging.

7

In de getoonde uitvoeringsvorm is voorts een cabine 20 bevestigd aan werkbak 2 waarin een persoon P plaats kan nemen voor bediening van de gehele inrichting. In de getoonde uitvoeringsvorm wordt hierbij gebruik gemaakt van 5 radiografische besturing om daarmee alle bedieningen op de gewenste wijze uit te voeren. Cabine 20 is met koppeling 22 verbonden aan gestel 14. Vloer 16 is aan de zijranden daarvan voorzien van een hekwerk of "railing" 24. Cabine 20 is in hoogte verschuifbaar langs rail 68 en zwenkbaar tussen 10 de gebruikspositie (figuur 1) en een transportpositie waarbij voor de getoonde uitvoeringsvorm cabine 20 over een hoek van zo'n 90 graden in het horizontale vlak wordt geroteerd. Cabine 20 komt dan met zijwand 72 tegen achterwand 74 van werkbak 2 te liggen.

15 Tussen giek 8 en hoofdgiek 4 is verder een cilinder 26 voorzien. Vanaf de kraan loopt via hoofdgiek 4 een hijskabel 28 via een aantal omleidingswielen 30. Hijskabel 28 loopt vervolgens via giek 8 naar koppeling 12. Door het vieren van hijskabel 28 zullen giekdelen 10 uitschuiven waardoor 20 werkbak 2 op elke gewenste hoogte gebracht kan worden. Tijdens gebruik vindt de bediening hiervan bij voorkeur plaats vanuit cabine 20 met de genoemde radiografische, draadloze, besturing die in een getoonde uitvoeringsvorm vanwege veiligheidsoverwegingen bij voorkeur in een houder 25 geklikt dient te worden vanaf de gewenste bedienpositie. Overigens behoren andere bedieningen eveneens tot de mogelijkheden. In de getoonde uitvoeringsvorm is cabine 20 in gebruik in verticale richting verstelbaar.

In de getoonde uitvoeringsvorm is giek 8 via een 30 tweetal driehoekige profielen 32 verbonden met as 34. Op deze wijze wordt beweging in breedterichting B van werkbak 2 zoveel mogelijk tegen gegaan. Voorts is in de getoonde uitvoeringsvorm een tweetal cilinders 36 getoond waarmee het 8 mogelijk is giek 8 te roteren rond as 38 om bijvoorbeeld het rechtklappen of omklappen van de gieken mogelijk te maken.

In de getoonde uitvoeringsvorm is verder nog een as 40 voorzien om de verdere bewegingsvrijheid van koppeling 6 te 5 vergroten, zodanig dat de gewenste bewegingen gemaakt kunnen worden door werkbak 2.

Tijdens transport van werkbak 2 ligt giek 8 (figuur 2) op de positie van een zogeheten ”jip". Hierbij ligt giek 8 in hoofdzaak parallel tegen hoofdgiek 4. Deze positie wordt 10 mogelijk gemaakt door gedeeltelijke ontkoppeling van verbindingsgestel 42 waarvan een tweetal scharnierbare verbindingen 44 tijdens transport verbonden blijven en een tweetal verbindingen 46 die tijdens transport worden ontkoppeld om te verzorgen dat giek 8 in hoofdzaak parallel 15 tegen hoofdgiek 4 geplaatst kan worden.

Na het bereiken van de gewenste locatie wordt hoofdgiek 8 met verbindingsgestel 42 vastgezet aan hoofdgiek 8 (figuur 3). Hiervoor wordt Hijskabel 28 op spanning gebracht en borgpennen worden verwijderd. Hijskabel 28 houdt giek 8 in 20 hoofdzaak recht voor hoofdgiek 4 (figuur 3). Door het vieren van kabel 28 gaat giek 8 over in een in hoofdzaak verticale gebruikspositie met behulp van de rotatieassen 34, 38, 40 en hijskabel 28 (figuur 4). Tevens worden de gieken 4, 8 onderling verbonden met een cilinder 26 voor een verdere 25 stabilisatie van de gehele constructie. Cilinders 36 behouden de in hoofdzaak verticale positie voor giek 8. Deze wordt bijvoorbeeld afhankelijk van weerscondities, zoals windrichting en -sterkte, verder bekrachtigd. Deze sturing vindt in de getoonde uitvoering plaats met behulp van 30 hoekmeters en het hydraulische systeem van de kraan/hoogwerker. Door het verder vieren van kabel 28 zakken giekdelen 10 en wordt giek 8 vastgezet aan werkbak 2.

Hiermee gaat de kraan over in een hoogwerker. Kabel 28 dient 9 derhalve voor het positioneren van giek 8 ten opzichte van giekdeel 4 en dient voorts om giek 8 met werkbak 2 in een in hoofdzaak verticale richting te positioneren.

Cilinder 26 (figuur 4) positioneert haak 54 zodanig dat 5 deze in een gewenste positie gesteldeel 56 fixeert ten opzicht van koppeldeel 58. In een gebruikstoestand wordt hiermee het doorklappen van giek 8 ten opzichte van hoofdgiek 4 voorkomen. Geleider 60 begrenst de beweging van koppeldeel 58 ten opzichte van gesteldeel 62 dat onderdeel 10 is van hoofdgiek 4. Hierbij is blokkeerdeel 64 voorzien van blokkeerpen 66 om te voorkomen dat koppeldeel 58 doorslaat ten opzichte van gesteldeel 62.

Koppeling 12 (figuur 5) verzorgt in de getoonde uitvoeringsvorm de verbinding tussen giek 8 en gestel 14 van 15 werkbak 2. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een zogeheten snelsluitgestel 48. Dit snelsluitframe 48 wordt gezekerd met behulp van een wig 50 die op vaste wijze wordt gemonteerd.

In de getoonde uitvoeringsvorm is koppeling 12 voorzien van een roteerbare verbinding 52 zodanig dat werkbak 2 gedraaid 20 kan worden zonder de hele kraan te hoeven verplaatsen. In de getoonde uitvoeringsvorm tilt kabel 28 werkbak 2 en dient giek 8 met name voor behoud van de balans.

Indien op grote hoogte werkzaamheden uitgevoerd dienen te worden, bijvoorbeeld het verwijderen van asbestplaten van 25 een dak, kan gebruik worden gemaakt van een werkbak 2.

Hiertoe wordt een kraan, voorzien van een hoofdgiek 4, naar de gewenste locatie gebracht en daar voorbonden met giek 8 en werkbak 2. Na de montage van de afzonderlijke delen wordt in de getoonde uitvoeringsvorm hoofdgiek 4 telescopisch 30 uitgeschoven en naar de gewenste positie gebracht.

Vervolgens wordt met behulp van onder meer cilinder 26 de gewenste hoek tussen giek 8 en hoofdgiek 4 ingesteld. In de getoonde uitvoeringsvorm is cilinder 26 werkzaam verbonden 10 met een encoder om de giek haaks met het grondoppervlak te houden. Door het vieren van kabel 28 kan werkbak 2 op de gewenste hoogte worden gesteld.

In de getoonde uitvoeringsvorm heeft werkbak 2 een 5 werkhoogte tot zo'n 40-60 meter door het uitschuiven van hoofdgiek 4. Vloer 16 van werkbak 2 heeft in de getoonde uitvoeringsvorm een laadvermogen van zo'n 2-3 ton. Hiermee kan derhalve relatief veel materiaal worden meegenomen in vergelijking tot bijvoorbeeld een conventionele hoogwerker 10 waarbij het laadvermogen veelal beperkt is tot zo'n 300 kg. Andere dimensies en uitvoeringen voor de werkbak behoren volgens de vinding eveneens tot de mogelijkheden.

De onderhavige uitvinding is geenszins beperkt tot de bovenbeschreven voorkeursuitvoeringsvormen daarvan. De 15 gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies binnen de strekking waarvan vele modificaties denkbaar zijn. Zo behoort het volgens de vinding bijvoorbeeld tot de mogelijkheden om gebruik te maken van composietdelen om een gewichtsreductie te realiseren. In de 20 getoonde uitvoeringsvorm wordt gebruik gemaakt van één kabel 28 met een enkele lierconstructie. Volgens de vinding behoort het gebruik van een extra (veiligheids)kabel met afzonderlijke lierconstructie vanwege bijvoorbeeld de veiligheid eveneens tot de mogelijkheden.

2007189

Claims (10)

1. Werkbak omvattende: - een vloer geschikt voor het daarop plaatsen van goederen en/of personen; - een draagelement en eerste koppelmiddelen voor het verbinden van de werkbak met een in gebruik in 10 hoofdzaak verticaal gericht draagelement waarmee de werkbak verbindbaar is met een kraan; en - tweede koppelmiddelen voor het in gebruik verbinden van het draagelement en de kraan, waarbij het draagelement telescopisch is voorzien 15 zodanig dat de werkbak op een gewenste hoogte brengbaar is door het uitschuiven van het telescopische draagelement door het vieren 'van een hijskabel van de kraan.

2. Werkbak volgens conclusie 1, verder omvattende een tussen het draagelement en de kraan aangebrachte cilinder.

3. Werkbak volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste koppelmiddelen een roteerbare 25 koppeling omvatten.

4. Werkbak volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de tweede koppelmiddelen zijn voorzien van één of meer fixatie-elementen voor het in 30 breedterichting van de werkbak fixeren daarvan. 2 0 0 7 1.P "

5. Werkbak volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de tweede koppelmiddelen zijn voorzien van ontgrendelmiddelen zodanig dat het draagelement in een transporttoestand in hoofdzaak parallel tegen een giek van 5 de kraan positioneerbaar is.

6. Werkbak volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de vloer is voorzien van een tot veiligheidshek opklapbaar vloerelement. 10

7. Werkbak volgens één of meer van de voorgaande conclusies, verder omvattende een bediening.

8. Werkbak volgens conclusie 7, waarbij de bediening 15 een cabine omvat.

9. Kraan voorzien van een werkbak volgens één of meer van de voorgaande conclusies.

10. Werkwijze voor het gebruik van een kraan voorzien van een werkbak volgens één of meer van de voorgaande conclusies. 2007188