NL2007141C2

NL2007141C2 - DEVICE FOR CLOSING DRINK HOLDERS, IN PARTICULAR A BOTTLE, AND COMPOSITION.

Info

Publication number: NL2007141C2
Application number: NL2007141A
Authority: NL
Inventors: Lucas Karel Johannes Broek
Original assignee: Ind Ontwerpbureau Hsm B V
Priority date: 2011-07-19
Filing date: 2011-07-19
Publication date: 2013-01-22
Also published as: WO2013012322A1

Description

Inrichting voor het afsluiten van drankhouders, in het bijzonder een fles, en samenstelDevice for closing beverage containers, in particular a bottle, and assembly

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het afsluiten van drankhouders, in 5 het bijzonder een fles. De uitvinding heeft tevens betrekking op een samenstel van een drankhouder, in het bijzonder een fles, en een met de drankhouder gekoppelde inrichting overeenkomstig de uitvinding. Doorgaans zal de fles daarbij zijn gevuld met water en worden verrijkt met een in de inrichting initieel opgesloten additief.The invention relates to a device for closing beverage containers, in particular a bottle. The invention also relates to an assembly of a beverage container, in particular a bottle, and a device according to the invention coupled to the beverage container. The bottle will generally be filled with water and be enriched with an additive initially enclosed in the device.

10 De consument heeft vandaag de dag een ruime keuze uit dranken waaraan een of meer additieven zijn toegevoegd om de drank een meerwaarde te bieden. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om sportdranken, gezondheidsdranken, neutraceuticals, cosmeceuticals of functional foods. Het gaat daarbij vrijwel altijd om een drank die in een standaard samenstelling wordt geproduceerd en wordt aangeboden. Deze dranken zijn vrijwel 15 allemaal gebaseerd op water waaraan de additieven reeds tijdens het productieproces zijn toegevoegd. Om het consumeren te vergemakkelijken, zijn deze dranken doorgaans voorverpakt in drinkflessen waarbij de consument de drank direct uit de fles kan nuttigen en waarvan de inhoud is bedoeld om binnen een tijdsbestek van enkele minuten of enkele uren te worden opgedronken.10 Today, the consumer has a wide selection of drinks to which one or more additives have been added to offer the drink added value. This includes, for example, sports drinks, health drinks, neutraceuticals, cosmeceuticals or functional foods. This almost always involves a drink that is produced and offered in a standard composition. These drinks are almost all based on water to which the additives have already been added during the production process. To facilitate consumption, these drinks are usually pre-packaged in drinking bottles where the consumer can consume the drink directly from the bottle and the contents of which are intended to be drunk within a period of a few minutes or a few hours.

20 Het is tevens bekend om het water en het aan het water toe te voegen additief initieel te scheiden in de fles door het doorgaans poedervormig additief initieel te bewaren in de dop van de fles, waarbij het additief kan worden vrijgegeven en kan worden toegevoegd aan het water door ontkoppeling van ten minste een deel van de dop van de fles. Hierbij wordt de drank aldus juist voor consumptie van de drank door de consument zelf 25 geprepareerd. Voordeel van deze separate initiële opslag van water en additief in de fles is dat dit de houdbaarheid van de te vormen drank aanzienlijk ten goede kan komen. Bovendien is een dergelijke scheiding van water en additief voordelig vanuit logistiek en economisch oogpunt, doordat de dop separaat kan worden afgevuld met additief en vervolgens separaat kan worden vervoerd. Afvullen van de fles met water alsmede het 30 assembleren van de fles en de dop kunnen vervolgens op een geografisch gunstige locatie plaatsvinden, waardoor de transportkosten aanzienlijk kunnen worden gereduceerd. Een voorbeeld van een dergelijke fles wordt beschreven in de Amerikaanse octrooiaanvrage US2010/0200536, waarin de fles is afgevuld met water en wordt afgesloten door een bijzondere, als dop fungerende inrichting, welke inrichting 2 een basisstructuur voor koppeling met de fles, en een middels een schroefdraadverbinding losneembaar met de basisstructuur gekoppeld afsluitelement omvat. De basisstructuur omsluit een doorvoerkanaal voor drank, welk doorvoerkanaal initieel is afgesloten en is afgevuld met een poedervormig additief, zoals een 5 wateroplosbaar suikerhoudend additief. Het doorvoerkanaal wordt aan een (naar de fles toegekeerde) onderzijde initieel afgesloten door een perforeerbaar folie en eventueel met een meer rigide afsluitorgaan. In het doorvoerkanaal is een zwenkbaar met de basisstructuur verbonden arm gepositioneerd die aan een naar de folie toegekeerde zijde is voorzien van een snijdorgaan. Een naar het afsluitelement toegekeerde zijde van de 10 arm is ingericht voor samenwerking met een van het afsluitelement deel uitmakende nok. Tijdens het losschroeven van het afsluitelement van de basisstructuur zal een bovenzijde van de arm worden meegenomen door het afsluitelement als gevolg waarvan de arm zal zwenken en het snijdorgaan de folie zal perforeren, waardoor het poedervormige additief in het water kan vallen, de drank kan worden geprepareerd en 15 via het doorvoerkanaal kan worden geconsumeerd. Nadeel van de bekende fles is dat is gebleken dat een poedervormig additief relatief veel weerstand kan bieden, met name ingeval het additief in zekere mate wordt samengedrukt, hetgeen het zwenken van de arm en het snijdorgaan om de folie te kunnen perforeren aanzienlijk bemoeilijkt en zelfs kan verhinderen.It is also known to initially separate the water and the additive to be added to the water in the bottle by initially storing the usually powdery additive in the cap of the bottle, whereby the additive can be released and added to the bottle. water by uncoupling at least a portion of the bottle cap. The beverage is thus prepared precisely for consumption of the beverage by the consumer himself. The advantage of this separate initial storage of water and additive in the bottle is that this can considerably improve the shelf life of the beverage to be formed. Moreover, such a separation of water and additive is advantageous from a logistical and economic point of view, because the cap can be filled separately with additive and subsequently transported separately. Filling the bottle with water as well as assembling the bottle and the cap can then take place at a geographically favorable location, whereby the transport costs can be considerably reduced. An example of such a bottle is described in US patent application US2010 / 0200536, in which the bottle is filled with water and is closed by a special device serving as a cap, which device 2 has a basic structure for coupling to the bottle, and a threaded connection detachably connected to the basic structure. The basic structure encloses a feed channel for drink, which feed channel is initially sealed and is filled with a powdered additive, such as a water-soluble sugar-containing additive. The feed-through channel is initially closed on a bottom side (facing the bottle) by a perforable foil and optionally with a more rigid closing member. An arm pivotally connected to the basic structure is positioned in the feed-through channel and is provided with a cutting member on a side facing the foil. A side of the arm facing the closing element is adapted for cooperation with a cam forming part of the closing element. During the unscrewing of the closing element from the basic structure, an upper side of the arm will be carried along by the closing element, as a result of which the arm will pivot and the cutting member will perforate the foil, whereby the powdered additive can fall into the water, the beverage can be prepared and can be consumed via the feed-through channel. A drawback of the known bottle is that it has been found that a powdered additive can offer relatively much resistance, in particular if the additive is compressed to a certain extent, which considerably hinders and even makes it possible to pivot the arm and the cutting member to be able to perforate the film. obstruct.

2020

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een verbeterde inrichting voor het verrijken van een in een fles opgenomen drank met één of meerdere additieven.An object of the invention is to provide an improved device for enriching a beverage contained in a bottle with one or more additives.

De uitvinding verschaft daartoe een inrichting van het in aanhef genoemde type, 25 omvattende: een basisstructuur ingericht voor koppeling met de drankhouder, welke basisstructuur is voorzien van ten minste één eerste doorvoerkanaal voor drank, een met de basisstructuur losneembaar gekoppeld afsluitelement voor het afsluiten van het ten minste ene eerste doorvoerkanaal, en ten minste één ten minste gedeeltelijk in het eerste doorvoerkanaal aangebrachte verplaatsbare houder die ten minste gedeeltelijk is gevuld 30 met een aan de drank toe te voegen additief, welke houder aan een naar de basisstructuur toegekeerd uiteinde is voorzien van ten minste één afgifteopening voor het afgeven van het additief aan de drank, waarbij althans in de initieel gesloten toestand van de inrichting de houder zodanig samenwerkt met de basisstructuur dat de afgifteopening wordt afgesloten, en waarbij de houder zodanig is gekoppeld met het 3 afsluitelement dat tijdens ontkoppeling van het afsluitelement van de basisstructuur de houder wordt verplaatst ten opzichte van de basisstructuur waarbij de afgifteopening wordt ontsloten en het additief aan de drank kan worden afgegeven. Door toepassing van een intermediaire verplaatsbare houder (capsule) tussen de basisstructuur en het 5 afsluitelement, welke houder als zodanig wordt verplaatst, in het bijzonder wordt opgetild - id est verplaatsing in van de basisstructuur afgekeerde richting -, tijdens ontkoppeling van het afsluitelement, kan worden voorkomen dat het additief wordt samengedrukt, hetgeen het ontsluiten van de ten minste ene afgifteopening aanzienlijk ten goede komt. Naast verbetering van het gebruiksgemak en betrouwbare werking van 10 de inrichting overeenkomstig de uitvinding, is een verder voordeel van de inrichting dat toepassing van een perforeerbaar folie dat een afgifteopening, welke tevens fungeert als drankdoorvoeropening, afsluit alsmede een met de folie samenwerkend snijdorgaan niet langer hoeven te worden toegepast. Toepassing van een folie en een snijdorgaan zoals beschreven in US2010/0200536 heeft namelijk als nadeel dat de folie en/of het 15 snijdorgaan de drankdoorvoeropening relatief snel, althans gedeeltelijk, kunnen blokkeren, hetgeen verwijdering van drank uit de drankhouder zou bemoeilijken. Door toepassing van een intermediaire houder, doorgaans vervaardigd uit een in hoofdzaak star materiaal, kan een in hoofdzaak constante, en bevredigende drankdoorvoer worden gewaarborgd. Voordeel van de inrichting overeenkomstig de uitvinding is verder dat de 20 inrichting niet is voorzien van separate constructieve componenten die tijdens ontkoppeling van het afsluitelement van de basisstructuur in de drankhouder vallen, hetgeen vanuit oogpunt van veiligheid en beleving door de consument bijzonder voordelig is. Doorgaans zal de houder initieel ten minste gedeeltelijk zijn afgevuld met een in hoofdzaak poedervormig additief. Het is echter tevens denkbaar om een 25 andersoortige additieven toe te passen, zoals een tablet of een (dik)vloeibaar additief, in het bijzonder siroop.To this end, the invention provides a device of the type mentioned in the preamble, comprising: a basic structure adapted for coupling to the beverage container, which basic structure is provided with at least one first passage channel for beverage, a closing element detachably coupled to the basic structure for closing off the at least one first feed-through channel, and at least one movable holder arranged at least partially in the first feed-through channel and which is at least partially filled with an additive to be added to the drink, which holder is provided with at least one end facing the basic structure at least one dispensing opening for dispensing the additive to the beverage, wherein at least in the initially closed state of the device the container cooperates with the basic structure such that the dispensing opening is closed, and wherein the container is coupled to the closing element such that during disconnection of the closing element of the basic structure, the container is displaced relative to the basic structure, whereby the dispensing opening is opened and the additive can be dispensed to the drink. By using an intermediate displaceable holder (capsule) between the basic structure and the closing element, which holder is displaced as such, in particular it can be lifted up - displacement in the direction away from the basic structure -, during disconnection of the closing element, can be prevent the additive from being compressed, which considerably benefits the opening of the at least one dispensing opening. In addition to improving the ease of use and reliable operation of the device according to the invention, a further advantage of the device is that the use of a perforable film that closes off a dispensing opening, which also functions as a beverage passage opening, and a cutting member cooperating with the film to be applied. Namely, the use of a foil and a cutting member as described in US2010 / 0200536 has the disadvantage that the foil and / or the cutting member can block the beverage passage opening relatively quickly, at least in part, which would make it more difficult to remove the beverage from the beverage container. By using an intermediate container, usually made from a substantially rigid material, a substantially constant and satisfactory beverage throughput can be guaranteed. The advantage of the device according to the invention is furthermore that the device is not provided with separate structural components which fall into the beverage container during uncoupling of the closing element from the basic structure, which is particularly advantageous from the point of view of safety and perception by the consumer. Usually the container will initially be filled at least partially with a substantially powdery additive. However, it is also conceivable to use a different type of additives, such as a tablet or a (thick) liquid additive, in particular syrup.

Het is denkbaar dat de houder star is verbonden met het afsluitelement en integraal deel uitmaakt van het afsluitelement. Dit betekent dat volledige ontkoppeling van het 30 afsluitelement van de basisstructuur aldus tevens leidt tot volledige ontkoppeling van de houder van de basisstructuur. Voordeel hiervan is dat het eerste doorvoerkanaal volledig kan worden benut voor doorvoer van drank, hetgeen de verwijdering van drank uit de drankhouder via het eerste doorvoerkanaal ten goede kan komen. Deze uitvoeringsvorm geniet in de praktijk echter doorgaans minder de voorkeur doordat tijdens ontkoppeling 4 van de houder additiefresten in eerste instantie aan de houder kunnen blijven kleven, waarna deze zich loslaten van de houder, waardoor additief wordt gemorst, hetgeen doorgaans ongewenst is. Veelal is het dan ook voordeliger ingeval de houder losneembaar is gekoppeld met het afsluitelement, waardoor volledige ontkoppeling van 5 het afsluitelement van de basisstructuur niet noodzakelijkerwijs hoeft te leiden tot volledige ontkoppeling van de houder van de basisstructuur. Doorgaans zal de houder tijdens ontkoppeling van het afsluitelement gedeeltelijk worden verplaatst ten opzichte van de basisstructuur, waarbij de houder evenwel zal blijven gekoppeld met de basisstructuur, waardoor ongewenste verwijdering van de houder (en eventuele 10 additiefresten) ten opzichte van de basisstructuur kan worden voorkomen.It is conceivable that the holder is rigidly connected to the closing element and forms an integral part of the closing element. This means that complete uncoupling of the closing element from the basic structure thus also leads to complete uncoupling of the holder from the basic structure. The advantage of this is that the first passage channel can be fully utilized for the passage of beverage, which can benefit the removal of beverage from the beverage container via the first passage channel. In practice, however, this embodiment is generally less preferred in that additive residues can initially stick to the holder during uncoupling 4 of the holder, after which they detach from the holder, whereby additive is spilled, which is generally undesirable. It is therefore often more advantageous if the holder is detachably coupled to the closing element, as a result of which complete uncoupling of the closing element from the basic structure does not necessarily have to lead to complete uncoupling of the holder from the basic structure. As a rule, during uncoupling of the closing element, the holder will be partially displaced relative to the basic structure, while the holder will, however, remain coupled to the basic structure, whereby undesired removal of the holder (and any additive residues) relative to the basic structure can be prevented.

De houder omvat één of meerdere compartimenten voor het al dan niet gescheiden houden van één of meerdere additieven. Het is daarbij voordelig ingeval de houder in hoofdzaak kokervormig, bij voorkeur in hoofdzaak cilindrisch, is vormgegeven. Deze 15 vormgeving is bijzonder voordelig voor de vorming van een tweede doorvoerkanaal voor drank. Daarbij kan de houder eventueel als drinktuit worden toegepast. Doorgaans zal het eerste doorvoerkanaal van de basisstructuur het tweede doorvoerkanaal van de houder ten minste gedeeltelijk omsluiten. Het geniet daarbij evenwel de voorkeur ingeval het afsluitelement in de initieel gesloten toestand van de inrichting het tweede 20 doorvoerkanaal van de houder in hoofdzaak, bij voorkeur in hoofdzaak vloeistofdicht, afsluit, teneinde bevochtiging van het additief door absorptie van omgevingsvocht zoveel mogelijk te kunnen tegengaan.The container comprises one or more compartments for keeping one or more additives separate or not. It is advantageous in this case if the holder is shaped substantially tubular, preferably substantially cylindrical. This design is particularly advantageous for the formation of a second beverage throughput. The container can optionally be used as a drinking spout. Typically, the first through-channel of the base structure will at least partially enclose the second through-channel of the container. However, it is preferred in this case if the closing element in the initially closed state of the device closes the second passage channel of the container substantially, preferably substantially liquid-tightly, in order to be able to counteract as much as possible wetting of the additive by absorption of ambient moisture.

Bij voorkeur wordt de afgifteopening gevormd door een open uiteinde van de 25 (kokervormige) houder. Doorgaans zal dit een uiteinde zijn dat is ingericht voor samenwerking van met een deel van de basisstructuur. Veelal zal een kopse zijde van de houder daarbij afsteunen op een deel van de basisstructuur. Bij voorkeur is de houder ingericht voor opname van een deel van de basisstructuur, teneinde de afgifteopening op betrouwbare wijze te kunnen afsluiten. Het is daarbij voordelig ingeval de 30 afgifteopening, bij voorkeur gevormd door een open uiteinde, aan een kopse zijde van de houder en/of aan een binnenwand en/of buitenwand van de houder wordt afgedicht. Deze afdichting is bij voorkeur in hoofdzaak mediumdicht, en wordt bij voorkeur gerealiseerd door toepassing van een afdichtend materiaal, zoals een elastomeer, in het 5 bijzonder rubber. Op deze wijze kan bevochtiging van het additief worden voorkomen, hetgeen bijzonder voordelig is ingeval een poedervormig additief wordt toegepast.The dispensing opening is preferably formed by an open end of the (tubular) container. Typically, this will be an end adapted to cooperate with a part of the basic structure. A head end of the holder will often rest on a part of the basic structure. The holder is preferably adapted to receive a part of the basic structure in order to be able to close the dispensing opening in a reliable manner. It is advantageous in this case if the dispensing opening, preferably formed by an open end, is sealed on an end face of the container and / or on an inner wall and / or outer wall of the container. This seal is preferably substantially medium-tight, and is preferably realized by using a sealing material, such as an elastomer, in particular rubber. In this way, wetting of the additive can be prevented, which is particularly advantageous if a powdered additive is used.

In de praktijk zullen doorgaans zowel een deel van de basisstructuur alsook ten minste 5 een deel van de houder zich in de drankhouder bevinden ingeval de inrichting op de drankhouder is bevestigd. Een dergelijke opname verkleint het uitwendige volume van een samenstel van een drankhouder, in het bijzonder een fles, en een daarmee verbonden inrichting overeenkomstig de uitvinding, hetgeen vanuit logistiek oogpunt (opslag en transport) voordelig is.In practice, usually both a part of the basic structure and at least a part of the holder will be located in the drink holder if the device is mounted on the drink holder. Such an accommodation reduces the external volume of an assembly of a beverage container, in particular a bottle, and a device according to the invention connected thereto, which is advantageous from a logistical point of view (storage and transport).

1010

In een voorkeursuitvoering is de basisstructuur ingericht om onlosmakelijk te worden verbonden met de drankhouder. Bij nadere voorkeur is de basisstructuur ingericht om in hoofdzaak gefixeerd te worden verbonden met de drankhouder. Een dergelijke onlosmakelijk, bij voorkeur gefixeerde, verbinding tussen de basisstructuur en de 15 drankhouder voorkomt dat de basisstructuur tijdens gebruik abusievelijk wordt ontkoppeld van de drankhouder, en facilieert bovendien ontkoppeling van het afsluitelement van de basisstructuur. Doorgaans zullen het afsluitelement en de basisstructuur onderling losneembaar zijn verbonden middels een schroefdraadverbinding. Alternatieve sluitingsmechanismen, zoals een bajonetsluiting, 20 zijn echter tevens denkbaar om te worden toegepast.In a preferred embodiment, the basic structure is adapted to be inextricably connected to the beverage container. More preferably, the basic structure is adapted to be substantially fixedly connected to the beverage container. Such an inseparable, preferably fixed, connection between the basic structure and the beverage container prevents the basic structure from being accidentally disconnected from the beverage container during use, and furthermore facilitates disconnection of the closing element from the basic structure. The closing element and the basic structure will generally be releasably connected to each other by means of a threaded connection. However, alternative closure mechanisms, such as a bayonet closure, are also conceivable for use.

De houder is bij voorkeur voorzien van ten minste één begrenzingselement en de basisstructuur is bij voorkeur voorzien van ten minste één contrabegrenzingselement ingericht voor samenwerking met het van de houder deel uitmakende 25 begrenzingselement voor het begrenzen van de maximale verplaatsing van de houder ten opzichte van de basisstructuur. Toepassing van het begrenzingselement en het contrabegrenzingselement maakt verplaatsing van de houder ten opzichte van de basisstructuur mogelijk onderwijl volledige ontkoppeling van de houder van de basisstructuur kan worden tegengegaan. Het (contra)begrenzingselement kan daarbij 30 bijvoorbeeld worden gevormd door een uitkragende rand, nok of andere uitstulping.The holder is preferably provided with at least one boundary element and the basic structure is preferably provided with at least one counter-boundary element adapted for cooperation with the boundary element forming part of the holder for limiting the maximum displacement of the holder relative to the basic structure . The use of the limiting element and the counter-limiting element makes it possible to move the holder relative to the basic structure, while completely uncoupling the holder from the basic structure can be prevented. The (counter) boundary element can herein be formed, for example, by a projecting edge, protrusion or other protuberance.

Verder is de houder bij voorkeur voorzien van ten minste één meeneemnok ingericht voor samenwerking met het afsluitelement zodanig dat tijdens verplaatsing van het afsluitelement ten opzichte van de basisstructuur de houder wordt meegenomen door het 6 afsluitelement. Daar het afsluitelement doorgaans middels een schroefdraadverbinding is gekoppeld met de basisstructuur, zal tijdens ontkoppeling het afsluitelement doorgaans axiaal worden geroteerd ten opzichte van de (stilstaande) basisstructuur. Het is denkbaar dat de houder door toepassing van de ten minste ene meeneemnok deze 5 axiale rotatie van het afsluitelement volgt, op voorwaarde dat de koppeling van de houder met de basisstructuur een dergelijke axiale rotatie van de houder toelaat. Dit zal doorgaans mogelijk zijn ingeval de houder middels een schroefdraadverbinding is gekoppeld met de basisstructuur. Het is echter tevens mogelijk dat de houder middels een andersoortige geleiding, bijvoorbeeld een lineair vormgegeven geleiding, is 10 gekoppeld met de basisstructuur. Alsdan zal de houder geneigd zijn zich lineair (rechtstandig) te verplaatsen in een van de basisstructuur afgekeerde richting tijdens het roteren van het afsluitelement ten opzichte van de basisstructuur.Furthermore, the holder is preferably provided with at least one entraining cam adapted to cooperate with the closing element such that during displacement of the closing element relative to the basic structure the holder is entrained by the closing element. Since the closing element is generally coupled to the basic structure by means of a threaded connection, the closing element will generally be rotated axially relative to the (stationary) basic structure during uncoupling. It is conceivable for the holder to follow this axial rotation of the closing element by using the at least one entraining cam, provided that the coupling of the holder with the basic structure permits such an axial rotation of the holder. This will generally be possible if the holder is coupled to the basic structure by means of a threaded connection. However, it is also possible that the holder is coupled to the basic structure by means of a different type of guide, for example a linearly designed guide. The holder will then be inclined to move linearly (vertically) in a direction away from the basic structure during rotation of the closing element relative to the basic structure.

In een verdere voorkeursuitvoering is het afsluitelement verbonden met een 15 afscheurbaar verzegelelement dat initieel aangrijpt op de drankhouder en/of de basisstructuur en afscheurt tijdens ontkoppeling van het afsluitelement van de basisstructuur. Op deze wijze wordt een “tamper evident” verschaft aan de hand waarvan een consument in één oogopslag kan zien of de inrichting reeds eerder geopend is geweest.In a further preferred embodiment, the closing element is connected to a tear-off sealing element which initially engages the beverage container and / or the basic structure and tears off during disconnection of the closing element from the basic structure. In this way a "tamper evident" is provided on the basis of which a consumer can see at a glance whether the device has already been opened before.

2020

De uitvinding heeft tevens betrekking op een samenstel van een drankhouder, in het bijzonder een fles, en een met de drankhouder gekoppelde inrichting overeenkomstig de uitvinding. Daarbij zal doorgaans een deel van de inrichting in de drankhouder, in het bijzonder de fles, zijn gepositioneerd.The invention also relates to an assembly of a beverage container, in particular a bottle, and a device according to the invention coupled to the beverage container. A part of the device will generally be positioned in the beverage container, in particular the bottle.

2525

De uitvinding zal worden verduidelijkt aan de hand van in navolgende figuren weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: figuur la een dwarsdoorsnede van een samenstel van een fles en een met de fles verbonden inrichting overeenkomstig de uitvinding in een gesloten toestand, 30 figuur lb een dwarsdoorsnede van het samenstel volgens figuur la in een gedeeltelijk geopende toestand, figuur lc een dwarsdoorsnede van het samenstel volgens figuren la en lb in een volledig geopende toestand, 7 figuur ld een dwarsdoorsnede van het samenstel volgens figuren la-lc in een hersloten toestand, en figuur 2 een in onderdelen uiteengenomen aanzicht op de inrichting volgens figuren la-lc.The invention will be elucidated on the basis of non-limitative exemplary embodiments shown in the following figures. Herein: figure 1a shows a cross-section of an assembly of a bottle and a device according to the invention connected to the bottle in a closed state, figure 1b shows a cross-section of the assembly according to figure la in a partially opened state, figure 1c a cross-section of the assembly according to Figs. 1a and 1b in a fully opened state, Fig. 1d shows a cross-section of the assembly according to Figs. 1a-1c in a reclosed state, and Fig. 2 shows a view of the device according to Figs. 1a-1c disassembled.

55

Figuur la toont een dwarsdoorsnede van een samenstel 1 van een (gedeeltelijk weergegeven) fles 2 en een met een flessenhals 3 van de fles 2 verbonden inrichting 4 overeenkomstig de uitvinding in een gesloten toestand. De fles 2 is gevuld met water in dit uitvoeringsvoorbeeld, en de inrichting 4 is gevuld met een consumeerbaar poeder 5, 10 zoals sinaasappelpoeder, bedoeld om te worden vermengd met water onder vorming van sinaasappelsap. De flessenhals 3 is conventioneel voorzien van een uitwendige schroefdraad 6 alsmede een gebruikelijke, zogenaamde satumusring 7 doorgaans bedoeld voor mechanische handling tijdens het productieproces van de fles 2. De inrichting 4 omvat een basisstructuur 8 voorziene van een inwendige schroefdraad 9 die 15 samenwerkt met de uitwendige schroefdraad 6 van de flessenhals 3. De basisstructuur 8 is verder voorzien van een inwendig uitkragende flens 10 die aangrijpt op een uitwendig uitkragende flens 11 van de flessenhals 3, waardoor de basisstructuur 8 wordt vergrendeld en wordt gefixeerd ten opzichte van de flessenhals 3. In een door de basisstructuur 8 omsloten ruimte is een cilindervormige houder 12 aangebracht die is 20 voorzien van twee open uiteinden 13 a, 13b. Het poedervormige additief 5 is in de houder 12 aangebracht. Het onderste open uiteinde 13a fungeert als afgifteopening voor het poedervormige additief 5, welke afgifteopening 13a in de getoonde gesloten toestand van de inrichting 4 wordt afgesloten door een van de basisstructuur 8 deel uitmakende stop 14 die op vormsluitende wijze ten minste gedeeltelijk in het onderste 25 uiteinde 13a van de houder 12 is gepositioneerd. Teneinde de afdichting tussen een binnenwand van de houder 12 en de stop 14 te verbeteren kan eventueel gebruik worden gemaakt van één of meerdere pakkingsringen (afdichtelement) die tussen de houder 12 en de stop 14 kunnen zijn aangebracht en deel kunnen uitmaken van de houder 12 en/of de stop 14. De houder 12 is verder voorzien van een uitwendige schroefdraad 15 die 30 samenwerkt met een inwendige schroefdraad 16 van de basisstructuur 8. Verder is de basisstructuur 8 voorzien van een inwendige flens 17 ingericht voor samenwerking met een tweetal uitwendige flenzen 18a, 18b voor het begrenzen van de maximale verplaatsing van de houder 12 ten opzichte van de basisstructuur 8 in een geopende toestand van de inrichting 4. De basisstructuur 8 is tevens voorzien van een uitwendige 8 schroefdraad 19 ingericht voor samenwerking met een inwendige schroefdraad 20 van een afsluitelement 21 (dop) die op de basisstructuur 8 kan worden geschroefd. Het afsluitelement 21 is daarbij initieel verbonden met een verzegelring 22 die aangrijpt op de satumusring 7 van de flessenhals 3. Tijdens het ontkoppelen (losschroeven) van het 5 afsluitelement 21 van de basisstructuur 8 zal de verzegelring 22 afbreken waaraan een consument kan zien dat de inrichting 4 reeds is geopend. Het afsluitelement 21 is verder ingericht om het bovenste open uiteinde 13b van de houder 12 af te dichten, waarbij het afsluitelement 21 de houder 12 ter plaatse van het bovenste open uiteinde 13b omsluit. Naast de vloeistofdichte afdichting die door deze omsluiting kan worden gerealiseerd 10 zorgt deze omsluiting voor een initiële koppeling tussen de houder 12 en het afsluitelement 21. Daartoe is de houder 12 aan het bovenste open uiteinde 13b voorzien van meerdere meeneemnokken 23 die zijn ingericht voor samenwerking met meerdere van het afsluitelement 21 deel uitmakende meeneemnokken 24 (zie figuur 2). Gevolg van deze koppeling is dat axiale rotatie van het afsluitelement 21 ten opzichte van de 15 basisstructuur 8 tevens leidt tot axiale rotatie van de houder 21 die als gevolg van de schroefdraadverbinding met de basisstructuur 8 daarbij in opwaartse (van de stop 14 afgekeerde) richting wordt verplaatst, zodanig dat van de basisstructuur 8 deel uitmakende, de stop 14 omgevende doorvoeropeningen 25 worden ontsloten en aansluiten op de afgifteopening 13a van de houder 12 (zie figuur lb). Deze opwaartse 20 verplaatsing leidt ertoe dat het poeder via de afgifteopening 13a van de houder 12 en de doorvoeropeningen 25 van de basisstructuur 8 zal vallen in het water, waardoor sinaasappelsap wordt gerealiseerd. De mate van de verticale verplaatsing van de houder 12 is afhankelijk van de dimensionering van de schroefdraadverbinding tussen de houder 12 en de basisstructuur 8 die bij voorkeur zodanig is dat de inwendige flens 17 25 van de basisstructuur 8 tussen beide begrenzingsflenzen 18a, 18b van de houder 12 is gepositioneerd zodra de uitwendige schroefdraad 15 van de houder 12 en de inwendige schroefdraad 16 van de basisstructuur 8 niet langer in elkaar grijpen (zie figuur lb). Overigens wordt in figuur lb tevens weergegeven dat de verzegelring 22 is afgescheurd van het deels ontkoppelde afsluitelement 21. In figuur lc is voorts getoond dat het 30 afsluitelement 21 volledig is verwijderd van de basisstructuur 8, waardoor verwijdering van sinaasappelsap uit de fles 2 - via de doorvoeropeningen 25 van de basisstructuur 8 en de houder 12 - mogelijk wordt gemaakt. Door de flenzenconstructie tussen de basisstructuur 8 en de houder 12 wordt de houder 12 in positie gehouden en zal deze in beperkte mate verplaatsbaar zijn. In ieder geval zijn de flenzen 18a, 18b zodanig 9 gepositioneerd ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de inwendige flens 17 van de basisstructuur 8 dat de doorvoeropeningen 25 van de basisstructuur 8 alsook de uiteinden 13a, 13b van de houder 12 permanent geopend blijven in de getoonde geopende toestand van de inrichting 4. Bij het hersluiten van de inrichting 4 zal het 5 afsluitelement 21 opnieuw worden geschroefd op de basisstructuur 8, echter waarbij de (lege) houder 12 niet terug in de onderste positie wordt gedrukt en op afstand van de stop 14 gepositioneerd zal blijven (figuur ld). In deze hersloten toestand zullen de door de houder 12 omsloten ruimte en de door de fles 2 omsloten ruimte volledig met elkaar in verbinding staan. Voordeel hiervan is dat eventuele additieffesten die zich in de 10 houder 12 bevinden door schudden van het samenstel 1 relatief eenvoudig uit de houder 12 kunnen worden verwijderd. De reden dat de houder in een bovenste positie blijft is dat de inwendige flens 17 van de basisstructuur neerwaartse verplaatsing van de bovenste begrenzingsflens 18b van de houder 12 zal verhinderen, zodanig dat de uitwendige schroefdraad 15 van de houder 12 hoger is gepositioneerd dan de inwendige 15 schroefdraad 16 van de basisstructuur 8, en aldus niet kan aangrijpen op deze inwendige schroefdraad 16 van de basisstructuur 8. In figuur 2 worden alle constructieve componenten van de inrichting 4 in nader detail getoond.Figure 1a shows a cross-section of an assembly 1 of a (partially shown) bottle 2 and a device 4 according to the invention connected to a bottle neck 3 of the bottle 2 in a closed state. The bottle 2 is filled with water in this exemplary embodiment, and the device 4 is filled with a consumable powder 5, such as orange powder, intended to be mixed with water to form orange juice. The bottle neck 3 is conventionally provided with an external screw thread 6 as well as a usual, so-called satum ring 7 generally intended for mechanical handling during the production process of the bottle 2. The device 4 comprises a basic structure 8 provided with an internal screw thread 9 which cooperates with the external screw thread. thread 6 of the bottle neck 3. The basic structure 8 is further provided with an internally projecting flange 10 which engages an externally projecting flange 11 of the bottle neck 3, whereby the basic structure 8 is locked and fixed with respect to the bottle neck 3. In a a space is enclosed by the basic structure 8, a cylindrical holder 12 provided with two open ends 13a, 13b. The powdered additive 5 is arranged in the holder 12. The lower open end 13a functions as a dispensing opening for the powdered additive 5, which dispensing opening 13a in the shown closed state of the device 4 is closed off by a stop 14 forming part of the basic structure 8 which at least partially engages in the lower end in a form-fitting manner 13a of the holder 12 is positioned. In order to improve the seal between an inner wall of the container 12 and the plug 14, use may optionally be made of one or more packing rings (sealing element) which may be arranged between the container 12 and the plug 14 and may form part of the container 12 and / or the plug 14. The holder 12 is further provided with an external screw thread 15 which cooperates with an internal screw thread 16 of the basic structure 8. Furthermore, the basic structure 8 is provided with an internal flange 17 adapted for co-action with two external flanges 18a 18b for limiting the maximum displacement of the holder 12 relative to the base structure 8 in an open state of the device 4. The base structure 8 is also provided with an external thread 8 adapted for cooperation with an internal thread 20 of a closing element 21 (cap) that can be screwed onto the basic structure 8. The closing element 21 is thereby initially connected to a sealing ring 22 which engages the satum ring 7 of the bottle neck 3. During uncoupling (unscrewing) the closing element 21 from the basic structure 8, the sealing ring 22 will break off which a consumer can see that the device 4 has already been opened. The closing element 21 is further adapted to seal the upper open end 13b from the holder 12, the closing element 21 enclosing the holder 12 at the location of the upper open end 13b. In addition to the liquid-tight seal that can be realized through this enclosure, this enclosure provides an initial coupling between the holder 12 and the closing element 21. To that end, the holder 12 is provided at the upper open end 13b with a plurality of lugs 23 which are adapted to cooperate with a plurality of carrier lugs 24 forming part of the closing element 21 (see Figure 2). The consequence of this coupling is that axial rotation of the closing element 21 relative to the basic structure 8 also leads to axial rotation of the holder 21 which, as a result of the threaded connection with the basic structure 8, is thereby moved upwardly (away from the plug 14). displaced, such that through-openings 25 forming part of the basic structure 8 surrounding the stop 14 are opened and connected to the dispensing opening 13a of the holder 12 (see figure 1b). This upward movement causes the powder to fall into the water via the dispensing opening 13a of the container 12 and the passage openings 25 of the basic structure 8, whereby orange juice is realized. The extent of the vertical displacement of the holder 12 depends on the dimensioning of the threaded connection between the holder 12 and the basic structure 8, which is preferably such that the internal flange 17 of the basic structure 8 between both boundary flanges 18a, 18b of the holder 12 is positioned as soon as the external thread 15 of the holder 12 and the internal thread 16 of the basic structure 8 no longer engage (see Figure 1b). Incidentally, Figure 1b also shows that the sealing ring 22 has been torn off from the partially disconnected sealing element 21. Figure 1c furthermore shows that the sealing element 21 has been completely removed from the basic structure 8, whereby removal of orange juice from the bottle 2 via the passage openings 25 of the basic structure 8 and the holder 12 are made possible. Due to the flange construction between the basic structure 8 and the holder 12, the holder 12 is held in position and will be movable to a limited extent. In any case, the flanges 18a, 18b are positioned relative to each other and relative to the inner flange 17 of the base structure 8 such that the feed-through openings 25 of the base structure 8 as well as the ends 13a, 13b of the holder 12 remain permanently opened in the opened state of the device 4 shown. When the device 4 is closed again, the closing element 21 will be screwed again onto the basic structure 8, however, whereby the (empty) holder 12 is not pushed back into the lower position and at a distance from the stop 14 will remain positioned (Figure Id). In this resealed state, the space enclosed by the container 12 and the space enclosed by the bottle 2 will be fully connected to each other. The advantage of this is that any additive effects that are present in the holder 12 can be removed from the holder 12 relatively easily by shaking the assembly 1. The reason that the holder remains in an upper position is that the inner flange 17 of the basic structure will prevent downward movement of the upper boundary flange 18b of the holder 12, such that the outer thread 15 of the holder 12 is positioned higher than the inner 15 screw thread 16 of the basic structure 8, and thus cannot engage on this internal screw thread 16 of the basic structure 8. In Figure 2, all structural components of the device 4 are shown in further detail.

Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier weergegeven en 20 beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de bijgaande conclusies legio varianten mogelijk zijn, die voor de vakman op dit gebied voor de hand zullen liggen.It will be clear that the invention is not limited to the exemplary embodiments shown and described here, but that within the scope of the appended claims, countless variants are possible which will be obvious to those skilled in the art.

Claims

Device for closing beverage containers, in particular a bottle, comprising: 5. a basic structure adapted for coupling with the beverage container, which basic structure is provided with at least one first passage channel for beverage, - a closing element for detachably coupled to the basic structure closing off the at least one first feed-through channel, and - at least one movable holder arranged at least partially in the first feed-through channel, which container is at least partially filled with an additive to be added to the drink, which holder is turned towards a base structure end is provided with at least one dispensing opening for dispensing the additive to the beverage, wherein in the initially closed state of the device the container cooperates with the basic structure such that the dispensing opening is closed, and wherein the container is coupled to the closing element that during disconnection of the closing element nt of the basic structure the container is displaced relative to the basic structure whereby the dispensing opening is opened and the additive can be dispensed to the drink. 20

The device of claim 1, wherein the additive is substantially powdered.

3. Device as claimed in claim 1 or 2, wherein the holder is integrally connected to the closing element.

Device as claimed in claim 1 or 2, wherein the holder is detachably coupled to the closing element.

Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the holder is shaped substantially in the form of a tube.

Device as claimed in claims 4 and 5, wherein the holder encloses a second passage channel for beverage.

Device as claimed in claim 6, wherein the first passage channel at least partially encloses the second passage channel.

Device as claimed in claim 6 or 7, wherein in the initially closed state of the device the closing element substantially closes the second passage channel of the holder.

Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the dispensing opening is formed by an open end of the holder. 10

Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the holder is adapted to receive a part of the basic structure.

11. Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the holder and / or the basic structure is provided with at least one sealing element for realizing a substantially medium-tight initial seal between the holder and the basic structure.

12. Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the holder is shaped substantially in the form of a tube, in particular substantially cylindrical.

Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the basic structure is adapted to be inextricably connected to the beverage container.

Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the basic structure is adapted to be connected substantially fixedly to the beverage container.

15. Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the closing element and the basic structure are releasably connected to each other by means of a threaded connection.

Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the holder is provided with at least one boundary element and the basic structure is provided with at least one counter-boundary element adapted for cooperation with the boundary element forming part of the holder for limiting the maximum displacement of the holder relative to the basic structure.

17. Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the holder and the basic structure are mutually coupled by means of a threaded connection.

18. Device as claimed in claims 16 and 17, wherein at least one boundary element of the holder passes at least one counter-boundary element of the basic structure when the holder is moved relative to the basic structure during uncoupling of the closing element from the basic structure, wherein the threaded connection between the holder and the basic structure are disconnected.

19. Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the holder is provided with at least one entraining cam adapted to cooperate with the closing element 15 such that during movement of the closing element relative to the basic structure the holder is carried along by the closing element.

20. Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the closing element is connected to a tear-off sealing element which initially engages the beverage container and / or the basic structure and tears off during disconnection of the closing element from the basic structure.

An assembly of a beverage container, in particular a bottle, and a device according to any one of the preceding claims, coupled to the beverage container.