NL2006973C2 - Opslaghal voor landbouwproducten, zijwandmodule voor een dergelijke opslaghal, en gebruik van een dergelijke opslaghal. - Google Patents

Description

Opslaghal voor landbouwproducten, zijwandmodule voor een dergelijke opslaghal, en gebruik van een dergelijke opslaghal 5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een opslaghal voor landbouwproducten, omvattende twee tegenover elkaar gelegen zijwanden, een voor- en achterwand, en een dak.

In het algemeen wordt een opslaghal voor landbouwproducten in het vak ook wel aangeduid als een silo 10 - in het bijzonder wanneer de opstaande wanden een cilinder vormen. De landbouwproducten die worden opgeslagen omvatten korrelvormige producten zoals graankorrels, of grotere producten zoals aardappelen of uien. De belangrijkste functie van de opslaghal is om geoogst product droog op te 15 kunnen slaan, en de mogelijkheid te bieden om product te drogen wanneer dat noodzakelijk is. Het drogen is bijvoorbeeld noodzakelijk wanneer het product hygroscopisch van aard is, of wanneer het gestorte product nog aanhangend water bevat. Voor het drogen van opgeslagen product wordt in 20 het vak gebruik gemaakt van een verticale luchtstroom die door de bulk van opgeslagen product wordt geleid. Zo toont het Amerikaanse octrooidocument US2010/0250017 een silo (zie figuur 2 van dit document), waarvan de inhoud wordt geventileerd door van onderaf een luchtstroom in te leiden, 25 die aan de bovenzijde wordt afgevoerd. In het vak is een dergelijke doorleiding van lucht zeer gebruikelijk, en is deze uitvoering feitelijk de standaard. Het voordeel van de verticale luchtstroom is dat deze zeer effectief is gebleken om een goede droging te bewerkstelligen op elke hoogte van 30 de opgeslagen bulk landbouwproduct.

Een nadeel van deze wijze van droging, is dat de onderzijde van de opslaghal voorzien moet zijn van een ventilatievoorziening, die doorgaans is uitgevoerd als een 2 luchtrooster in combinatie met een ventilator die de luchtstroom opwekt. Een dergelijk luchtrooster stelt specifieke eisen aan de uitvoering van het bodemvlak van de opslaghal. Wanneer de opslaghal op een terrein wordt 5 opgericht, vereist dit een uitgebreide voorbereiding om een ventilatievoorziening te verschaffen die van onderaf een luchtstroom opwekt. Bijvoorbeeld moet in de grond van het terrein de ventilatievoorziening worden verschaft, of moet de opslaghal zelf van een specifieke bodem worden voorzien 10 waarin de ventilatievoorziening is geïntegreerd.

De onderhavige uitvinding heeft tot doel een opslaghal te verschaffen die de bovengenoemde nadelen geheel of gedeeltelijk wegneemt, en in verschillende varianten ervan verdere additionele voordelen biedt. Het geheel beoogt meer 15 flexibiliteit te leveren aan de gebruiker ten aanzien van de locatie waar een opslaghal is gewenst.

Het bovengenoemde doel wordt in een eerste aspect van de uitvinding bereikt door een opslaghal voor landbouwproducten, omvattende twee tegenover elkaar gelegen 20 zijwanden, een voor- en achterwand, en een dak, met het kenmerk dat elk van de twee zijwanden een ventilatiekanaal omvat waarin een ventilator is opgesteld, waarbij het ventilatiekanaal uitmondt op de binnenruimte van de opslaghal, zodanig dat de ventilatoren in staat zijn om een 25 luchtstroom op te wekken in de binnenruimte van de opslaghal, waarbij de hoofdrichting van de luchtstroom tussen de twee zijwanden horizontaal is.

In de praktijk is gebleken dat, wanneer de opslaghal is volgestort met landbouwproduct, het aldus mogelijk is om 30 een luchtstroom op te wekken die effectief is om de bulk landbouwproduct zodanig te drogen, dat de mate van droging vergelijkbaar is met een verticale luchtdoorstroming, wanneer een gelijkwaardig ventilatievermogen wordt 3 toegepast. Bovendien blijkt het drogingseffeet gelijkmatiger verdeeld te zijn over de gehele bulk, bij een horizontale luchtstroom.

De hoofdzakelijk horizontale luchtstroom wordt in de 5 opslaghal volgens de uitvinding tot stand gebracht doordat de ventilator van één zijwand lucht wegblaast vanaf deze ene zijwand, terwijl de ventilator van de andere, tegenoverliggende zijwand lucht aanzuigt naar deze andere zijwand.

10 Terzijde wordt opgemerkt dat met de hoofdrichting van de luchtstroom wordt bedoeld dat de luchtstroom in de opslaghal tussen de twee zijwanden effectief horizontaal is, d.w.z. dat hoofdzakelijk de lucht in de opslaghal van de ene zijwand naar de andere zijwand wordt verplaatst. Daarbij kan 15 de luchtstroom plaatselijk in de opslagruimte enigszins afbuigen door turbulenties of door hindernissen, zonder dat daardoor de hoofdrichting wordt veranderd.

De opbouw van de wanden en het dak van de opslaghal, is gebaseerd op een frame van staal dat bekleed is met 20 plaatwerk van metaal of kunststof. Wanneer metaal wordt gebruikt voor het plaatwerk, dan heeft het voordeel om het plaatwerk te voorzien van een laag polyurethaan, dat als een thermische isolator functioneert.

Bij voorkeur zijn de ventilatoren van de opslaghal 25 volgens de uitvinding twee-weg ventilatoren. Een twee-weg ventilator heeft de mogelijkheid om de blaasrichting resp. de aanzuigrichting van de ventilator om te keren. Aldus kan in de opslaghal de hoofdrichting van de luchtstroom tussen de twee zijwanden worden omgekeerd, wanneer dat gewenst is. 30 Hierdoor wordt effectief nog een verbeterd drogingseffeet bereikt.

Speciale voorkeur heeft het om bij de uitvinding een axiaal ventilator toe te passen. Een dergelijke ventilator 4 bereikt een grotere luchtverplaatsing bij een gegeven vermogen, in vergelijking met een radiaal ventilator.

Desgewenst wordt een verwarmingseenheid in de opslaghal opgenomen om de luchtstroom te verwarmen en de droging 5 verder te verbeteren.

Bij voorkeur mondt het ventilatiekanaal uit op het lagere deel van de binnenruimte. Aldus wordt de effectiviteit van de luchtstroom nabij de grond verhoogd.

Bij verdere voorkeur omvat de opslaghal volgens de 10 uitvinding ten minste twee luchtverbindingskanalen met de buitenlucht, die bij voorkeur zijn voorzien van een bedienbare klep voor het open- en dichtstenen van het luchtverbindingskanaal. Hierbij wordt één kanaal gebruikt voor de inlaat van buitenlucht die in de opslaghal wordt 15 geleid, en een ander kanaal functioneert als een uitlaat aan de buitenlucht voor lucht die door de opslaghal is geleid.

In de praktijk, heeft het speciale voorkeur dat een luchtverbindingskanaal, tezamen met de bedienbare klep, in elk van de twee tegenover elkaar liggende zijwanden is 20 opgenomen. Aldus is de inlaat en uitlaat voor lucht in de nabijheid van de ventilator voorzien, hetgeen de eenvoud van het ontwerp en de effectiviteit ervan verhoogt.

Met bijzondere voorkeur omvat de zijwand van de 25 opslaghal volgens de uitvinding, een buitenwand en een binnenwand, waarbij de binnenwand voorzien is van een luchtdoorlatend materiaal en waarbij het ventilatiekanaal uitmondt op het luchtdoorlatend materiaal. Het luchtdoorlatend materiaal kan bijvoorbeeld een gaas zijn van 30 metaal of van kunststof. De functie van de binnenwand is om de ventilator af te schermen aan de binnenzijde van de opslaghal, en tegelijkertijd voldoende luchtdoorlaat te verschaffen. De buitenwand vormt bij voorkeur een dicht 5 oppervlak, en schermt de hal af tegen weersinvloeden van buitenaf.

Desgewenst omvat het ventilatiekanaal een scheidingswand die de ruimte tussen de binnenwand en 5 buitenwand in twee compartimenten verdeelt. Daarbij is een doorgangskanaal in de scheidingswand voorzien, waarin de ventilator is opgenomen.

Volgens een bijzonder aspect van de uitvinding, zijn de 10 wanden en het dak van de opslaghal, als respectievelijke modules uitgevoerd, welke met elkaar losneembaar zijn verbonden. Een dergelijke modulaire opbouw staat toe dat de opslaghal op enig moment kan worden gedemonteerd en later opnieuw worden opgebouwd, desgewenst op een andere locatie. 15 Doordat de opslaghal een ventilatiesysteem heeft dat gebaseerd is op een horizontale luchtverplaatsing, kan de opslaghal in principe op elke gewenste locatie worden geplaatst zonder dat het terrein moet worden aangepast, terwijl dat wel vereist is voor een opslaghal met het 20 gebruikelijke ventilatiesysteem met verticale luchtstroom. Bovendien kunnen de modules voor de zijwand, voor- en achterwand en het dak, zodanig zijn gedimensioneerd dat deze eenvoudig als vracht zijn te verplaatsen, in het bijzonder door wegtransport.

25 Bij voorkeur hebben bij de opslaghal van de uitvinding, de zijwandmodules een hoogte van ca. 3,5 meter of minder, en zijn de zijwandmodules uitschuifbaar te verlengen tot een hoogte van ca. 4,2 meter of meer.

In de praktijk, zijn de zijwandmodules uitgevoerd met 30 een breedte van ca. 6 meter. Om geschikt te zijn voor wegtransport, dienen de modules in ten minste één dimensierichting niet groter te zijn dan 3,5 meter. Derhalve 6 is de hoogte van de zijwandmodule bij voorkeur niet groter dan ca. 3,5 meter.

Tegelijkertijd is een optimale hoogte van de zijwand van de opslaghal ongeveer 4,2 meter of meer. In de praktijk 5 kan landbouwproduct in een opslaghal worden gestort tot een hoogte van ca. 4,0 meter, zonder dat nadelige effecten optreden door de druk die het opgehoopte landbouwproduct op de onderste laag product uitoefent. Het is derhalve aantrekkelijk om de zijwandmodule in hoogte verlengbaar uit 10 te voeren. Elke uitschuifbare constructie is hiervoor geschikt, zoals langs elkaar schuivende profielen, telescopische constructies, etc.. Bijvoorbeeld zijn de schuivende profielen als kokers uitgevoerd, die door middel van een tandheugel t.o.v. elkaar worden verschoven.

15 De dimensionering van de modules voor het dak en voor- en achterwand zijn minder kritisch, zolang deze ten minste in één dimensierichting niet groter zijn dan 3,5 meter. Doorgaans dient het dak van de opslaghal een overspanning van ca. 5 tot 10 meter te hebben.

20 in een volgend bijzonder aspect is bij de opslaghal volgens de uitvinding, elk van de twee zijwanden voorzien van een beweegbare arm die scharnierend is verbonden met de zijwand door middel van een scharnierverbinding, zodanig dat 25 de arm beweegbaar is tussen een ruststand tegen de zijwand aan en een werkstand waarbij de arm van de zijwand afstaat en in de binnenruimte van de opslaghal steekt. De arm is bijvoorbeeld staafvormig uitgevoerd, en met een gangbare scharnierverbinding vast verbonden met de zijwand. Wanneer 30 de staafvormige arm in werkstand is gesteld, terwijl de opslaghal wordt gevuld met landbouwproduct, dan zal bij complete vulling van de opslaghal, de arm omgeven zijn door landbouwproduct. Tegelijkertijd zal rondom de arm enige 7 vrije ruimte zijn die niet compleet gevuld is met product; vooral aan de onderzijde van de arm zal deze ruimte aanzienlijk zijn. Aldus creëert de arm enige ruimte binnen de bulk landbouwproduct, waarlangs de luchtstroom die door 5 de ventilatoren wordt opgewekt in de opslaghal, relatief ongehinderd kan stromen. Aldus vormt de arm als het ware een luchtschacht in de bulk van gestort landbouwproduct, die de luchtstroom in de opslaghal ondersteunt en geleidt. Uit proeven is gebleken dat dit effect als luchtschacht een 10 belangrijke factor is om een hoofdzakelijk horizontale luchtstroom door de bulk landbouwproduct te waarborgen. Hierdoor wordt bereikt dat ook de onderste laag van de bulk landbouwproduct goed gedroogd wordt in de opslaghal.

Eventueel kan het effect van de arm als luchtschacht 15 nog vergroot worden door de arm van een geschikt profiel te voorzien, bijvoorbeeld een U-vormig profiel waarvan de open zijde naar beneden is gericht, of door de arm als een buis uit te voeren met een open uiteinde en met perforaties aan onderzijde. Desgewenst zijn ook perforaties aan de 20 bovenzijde voorzien.

De arm kan scharnierend verbonden zijn met de zijwand op elke geschikte positie, bij voorkeur een positie waar de luchtverplaatsing van de ventilator hoog of zelfs maximaal is, zodat het ondersteunend effect van de arm optimaal is.

25 Met voordeel is de arm in werkstand gericht op de tegenovergelegen zijwand. Aldus wordt de luchtstroom zo goed mogelijk gericht, en de hoofdrichting van de luchtstroom zo goed mogelijk ondersteund. Met bijzondere voorkeur is de arm horizontaal gericht, eventueel is daarbij de richting 10 30 graden afwijkend daarvan.

De arm zoals hierboven beschreven, is handmatig of motorisch beweegbaar uitgevoerd.

8

Het is bijzonder voordelig om bij de opslaghal volgens de uitvinding, tevens een hangverbinding te voorzien tussen de arm en de zijwand waarbij de hangverbinding aan een eerste einde vast is verbonden met de arm op enige afstand 5 van de scharnierverbinding, en aan een tweede einde vast is verbonden met de zijwand op enige hoogte boven de scharnierverbinding. De hangverbinding is bijvoorbeeld uitgevoerd als een ketting of kabel, van een materiaal dat geschikt is om hoge trekkrachten te weerstaan.

10 De hangverbinding is dusdanig van lengte dat in de werkstand, de hangverbinding op maximale lengte is en een rechtlijnige verbinding vormt, zodat de werkstand gezekerd wordt door de hangverbinding. Tijdens het storten van landbouwproduct wordt aldus voorkomen dat de arm in een 15 andere positie wordt gesteld dan de beoogde werkstand.

Behalve een zekering van de werkstand heeft de hangverbinding een bijkomend voordeel: na storting van landbouwproduct, oefent de bulk een kracht uit op de arm, die door de hangverbinding wordt overgebracht op de zijwand. 20 Aldus oefent de hangverbinding een binnenwaartse trekkracht uit op de zijwand, hetgeen de stabiliteit van de opslaghal als geheel ten goede komt, om de volgende reden.

Tijdens het vullen van de opslaghal zal het gewicht van de bulk landbouwproduct een toenemende kracht uitoefenen op 25 de zijwanden in buitenwaartse richting. De binnenwaartse trekkracht die de hangverbinding tegelijkertijd uitoefent, is aldus een antagonist voor de buitenwaartse kracht op de zijwand. Aldus wordt voorkomen dat de zijwanden verbuigen of kantelen, en wordt de integriteit van de constructie als 30 geheel gewaarborgd.

Om de binnenwaartse trekkracht van de hangverbinding optimaal te laten zijn, is de hangverbinding dusdanig verbonden met de arm en de zijwand, dat in de werkstand van 9 de arm, de rechtlijnige hangverbinding een hoek; maakt met de met de zijwand in het gebied van 30-60 graden, bij voorkeur in het gebied van 40-50 graden. Vergelijkbare voorkeursgebieden zijn van toepassing op de hoek tussen de 5 rechtlijnige hangverbinding en de arm.

In een tweede aspect heeft de uitvinding betrekking op een zijwandmodule voor een opslaghal voor landbouwproducten volgens de uitvinding, waarbij de zijwandmodule omvat: een 10 buitenwand en een binnenwand en een ventilatiekanaal waarin een ventilator is opgesteld, en waarbij de binnenwand voorzien is van een luchtdoorlatend materiaal, en waarbij het ventilatiekanaal uitmondt op de binnenwand van de zijwandmodule.

15 Het luchtdoorlatend materiaal kan bijvoorbeeld een gaas zijn van metaal of van kunststof. De functie van de binnenwand is om de ventilator af te schermen aan de binnenzijde van de opslaghal, en tegelijkertijd voldoende luchtdoorlaat te verschaffen. De buitenwand vormt bij 20 voorkeur een dicht oppervlak, en schermt de hal af tegen weersinvloeden van buitenaf. Aldus is de zijwandmodule geschikt om een opslaghal te construeren met de voordelen van de uitvinding.

Bij voorkeur omvat de zijwandmodule volgens de 25 uitvinding dezelfde maatregelen die specifiek hierboven reeds zijn besproken voor de zijwand van de opslaghal (d.w.z. de zijwand als geheel). Voor de zijwandmodule gelden bovendien dezelfde overwegingen en voordelen als hierboven reeds beschreven. De analoge maatregelen die voor de 30 zijwandmodule de voorkeur hebben, omvatten aldus onder meer het type ventilator, het luchtverbindingskanaal (eventueel met klep), de in hoogte verlengbare constructie, de beweegbare arm en de hangverbinding van de arm.

10

Ten slotte heeft de uitvinding volgens een derde aspect betrekking op een gebruik van een opslaghal volgens de uitvinding, waarbij de opslaghal wordt gevuld met 5 landbouwproducten, en waarbij met de ventilatoren een luchtstroom wordt opgewekt in de binnenruimte van de opslaghal, zodanig dat de hoofdrichting van de luchtstroom door de landbouwproducten in de opslaghal horizontaal is.

Een dergelijke luchtstroom is in de praktijk effectief 10 gebleken om landbouwproducten afdoende te drogen en droog te houden, terwijl geen voorzieningen hoeven te worden getroffen die benodigd zijn voor het creëren van een verticale luchtstroom.

Indien bij het gebruik van de opslaghal volgens de 15 uitvinding, specifiek een opslaghal wordt gebruikt waarbij de zijwand is voorzien van een beweegbare arm, dan wordt met voordeel de arm in de werkstand gesteld tijdens het vullen van de opslaghal met landbouwproducten.

20 De uitvinding zal nu nader worden verduidelijkt aan de hand van de bijgevoegde tekeningen en een beschrijving daarvan, waarbij:

Figuur 1 een aanzicht toont in perspectief van een opslaghal volgens de uitvinding; 25 Figuur 2 schematisch een dwarsdoorsnede toont van de opslaghal zoals getoond in figuur 1 met een aanduiding van de geprefereerde afmetingen;

Figuur 3 en 4 twee methodes van ventilatie tonen in een dwarsdoorsnede van de opslaghal zoals weergegeven in figuur 30 2.

Figuur 1 toont een opslaghal 1, met een dak 3 dat rust op twee tegenover elkaar gelegen zijwandmodules 5, die op een 11 terrein 7 zijn geplaatst. Om de binnenzijde van de opslaghal te tonen, zijn de voor- en achterwand van de opslaghal niet weergegeven. Desgewenst kan de opslaghal 1 eenvoudig in grootte worden uitgebreid door eenzelfde constructie op 5 aansluitende wijze tegen de getoonde constructie aan te plaatsen, zodat de opslaghal tweemaal zo diep wordt. De breedte B van de zijwandmodule is ca. 6 meter. De totale diepte van de opslaghal kan hiervan dus een veelvoud zijn, afhankelijk van het aantal zijwandmodules dat per zijwand 10 wordt gebruikt.

De zijwandmodule 5 is gebaseerd op een kooiconstructie 9 die is opgebouwd uit een stangenstelsel. Aan de buitenzijde van de kooiconstructie 9 is een vaste buitenwand 10 aangebracht en een beweegbare buitenwand 11, welke beide 15 van plaatstaal zijn gemaakt. Op de binnenzijde van de kooiconstructie is een binnenwand 12 aangebracht, die is opgebouwd uit een luchtdoorlatend gaaswerk 16, en een dicht plaatmateriaal 14, welke zich over de breedte van de module uitstrekken. Het bovenste gedeelte 18 van de kooiconstructie 20 9 is niet voorzien van een binnenwand en is dus open. Als alternatief kan het bovenste gedeelte 18 voorzien zijn van een beweegbare, dichte binnenwand, zodat dit bovenste gedeelte 18 naar wens kan worden opengesteld of worden afgesloten.

25 In de kooiconstructie 9, en tussen de binnenwand 12 en de buitenwand 10, is een vlakke scheidingsvloer 19 opgesteld die de binnenruimte van de kooiconstructie in twee afzonderlijke ruimtes verdeelt: een bovencompartiment en een ondercompartiment. Het bovencompartiment is aan de 30 binnenzijde begrensd door het plaatmateriaal 14 en het bovenste gedeelte 18. Het ondercompartiment is aan de binnenzijde begrensd door het luchtdoorlatend gaaswerk 16.

In de scheidingsvloer 19 is een doorgangskanaal voorzien 12 waarin een axiale ventilator is opgesteld. Het doorgangskanaal functioneert daarbij als een luchtkanaal tussen het boven- en ondercompartiment. De werkingsrichting van de ventilator staat dwars op het vlak van de 5 scheidingsvloer en kan naar beneden of naar boven zijn gericht. In de tegenoverliggende kooiconstructie 9 is op gelijke wijze een scheidingsvloer 19 met ventilator voorzien.

Voorts zijn aan de binnenzijde van de kooiconstructie, 10 armen 22 verbonden door middel van een scharnierverbinding 23. Bovendien is een ketting als hangverbinding 24 voorzien die de arm in de getoonde werkpositie houdt. De scharnierverbinding staat toe om de armen 22 omhoog te klappen tegen de kooiconstructie 9 aan.

15 Figuur 2 toont schematisch een dwarsdoorsnede van de opslaghal weergegeven in figuur 1. De onderdelen die beschreven zijn voor figuur 1, zijn met dezelfde nummering weergegeven in figuur 2. In figuur 2, is de opslaghal gevuld met een bulk landbouwproduct 30. Verder is de 20 scheidingsvloer 19 voorzien van een doorgangskanaal 20 waarin een axiaal ventilator is geplaatst. De werkingsrichting van de ventilator zelf staat dwars op de scheidingsvloer en is aldus in lijn met het doorgangskanaal 20. Afhankelijk van de rotatierichting van de ventilator, 25 wordt lucht verpompt van het bovencompartiment 26 naar het ondercompartiment 28, of vice versa. De gehele binnenruimte van de zijwand die uit beide bovencompartimenten en het doorgangskanaal bestaat, vormt aldus een ventilatiekanaal in de zijwand volgens de uitvinding.

30 Als legenda bij figuur 2, zijn de volgende geprefereerde afmetingen van de hal weergegeven:

De breedte van de opslaghal ter hoogte van het dak (a) van 5 meter; de maximale hoogte van de opslaghal (b) van 5 13 meter; de hoogte van de kooiconstructie van de zijwandmodule (c) van 4,2 meter; de diepte van de kooiconstructie van de zijwandmodule op de grond (d) van 1 meter, in de figuur is de hoogte van de bulk landbouwproduct circa 4 meter.

5 In figuur 3 is een eerste methode van ventilatie getoond die in de opslaghal volgens de uitvinding kan worden uitgevoerd. Hierin wordt door het activeren van de ventilatoren in de ventilatiekanalen 20 een luchtstroom vanaf de rechter zijwand naar de linker zijwand gecreëerd, 10 doordat de ventilator in de rechter zijwand een luchtstroom op gang brengt die door het rechter gaaswerk 16 wordt uitgeblazen, terwijl door de ventilator in de linker zijwand lucht wordt aangezogen door het linker gaaswerk 16. Binnen de rechter zijwand wordt hierbij de lucht naar beneden 15 geleid vanaf het bovenste open gedeelte 18 naar het gaaswerk 16. In de linker zijwand wordt de lucht naar boven geleid vanaf het gaaswerk 16 naar het bovenste open gedeelte 18. De pijlen geven de luchtstroom in de opslaghal weer. Hierbij wordt door de bulk van landbouwproduct 30 een luchtstroom 20 gecreëerd die een horizontale hoofdrichting heeft. Overigens zij opgemerkt dat de luchtstroom ook in enige mate naar boven kan stijgen, echter dit effect kan desgewenst teniet worden gedaan door de bulk aan de bovenzijde af te dekken met plastic folie. Boven de bulk landbouw product ontstaat 25 een luchtstroom die in richting tegengesteld is aan de richting door de bulk landbouwproduct. Aldus wordt een circulatiestroom in de opslaghal gecreëerd om voldoende droging te bewerkstelligen van het landbouwproduct.

In figuur 4 is een tweede methode van ventilatie 30 getoond die de opslaghal volgens de uitvinding kan worden uitgevoerd. De werking van de ventilatoren is dezelfde als beschreven voor figuur 3, echter de buitenwanden 11 zijn opengezet, waardoor deze als een opengestelde klep 14 functioneren zodat de bovencompartimenten van de zijwanden in verbinding worden gesteld met de buitenlucht. Aan de rechterzijde wordt buitenlucht aangezogen, die vervolgens hoofdzakelijk horizontaal door de bulk landbouwproduct wordt 5 geleid om deze te drogen. De doorgeleide lucht wordt ten slotte naar buiten geleid aan de linkerzijde.

Claims (14)

1. Opslaghal voor landbouwproducten, omvattende twee 5 tegenover elkaar gelegen zijwanden, een voor- en achterwand, en een dak, met het kenmerk dat elk van de twee zijwanden een ventilatiekanaal omvat waarin een ventilator is opgesteld, waarbij het ventilatiekanaal uitmondt op de binnenruimte van de opslaghal, zodanig dat de ventilatoren 10 in staat zijn om een luchtstroom op te wekken in de binnenruimte van de opslaghal, waarbij de hoofdrichting van de luchtstroom tussen de twee zijwanden horizontaal is.

2. Opslaghal volgens conclusie 1, waarbij de ventilatoren 15 twee-weg ventilatoren zijn.

3. Opslaghal volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het ventilatiekanaal uitmondt op het lagere deel van de binnenruimte. 20

4. Opslaghal volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende ten minste twee luchtverbindingskanalen met de buitenlucht, die bij voorkeur zijn voorzien van een bedienbare klep voor het open- en dichtstenen van het 25 luchtverbindingskanaal.

5. Opslaghal volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij in elk van de twee tegenover elkaar liggende zijwanden, een luchtverbindingskanaal met de buitenlucht, en 30 een bedienbare klep voor het open- en dichtstellen van het luchtverbindingskanaal, is opgenomen.

6. Opslaghal volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de zijwand omvat: een buitenwand en een binnenwand, waarbij de binnenwand voorzien is van een luchtdoorlatend materiaal en waarbij het ventilatiekanaal uitmondt op het 5 luchtdoorlatend materiaal.

7. Opslaghal volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de wanden en het dak van de opslaghal, als respectievelijke modules zijn uitgevoerd, welke modules met 10 elkaar losneembaar zijn verbonden.

8. Opslaghal volgens conclusie 7, waarbij de zijwandmodules een hoogte hebben van ca. 3,5 meter of minder, en de zijwandmodules uitschuifbaar zijn te verlengen 15 tot een hoogte van ca. 4,2 meter of meer.

9. Opslaghal volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij elk van de twee zijwanden is voorzien van een beweegbare arm die scharnierend is verbonden met de zijwand 20 door middel van een scharnierverbinding, zodanig dat de arm beweegbaar is tussen een ruststand tegen de zijwand aan en een werkstand waarbij de arm van de zijwand afstaat en in de binnenruimte van de opslaghal steekt.

10. Opslaghal volgens conclusie 9, waarbij de arm in werkstand gericht is op de tegenovergelegen zijwand.

11. Opslaghal volgens een van de voorgaande conclusies 9-10, waarbij tevens een hangverbinding is voorzien tussen de 30 arm en de zijwand waarbij de hangverbinding vast is verbonden met de arm op enige afstand distaai van de scharnierverbinding, en de hangverbinding vast is verbonden met de zijwand boven de scharnierverbinding.

12. Opslaghal volgens conclusie 11, waarbij de hangverbinding dusdanig van lengte dat in de werkstand, de hangverbinding op maximale lengte is en een rechtlijnige verbinding vormt. 5

13. Zijwandmodule voor een opslaghal voor landbouwproducten volgens een van de conclusies 1-12, waarbij de zijwandmodule omvat: een buitenwand en een binnenwand en een ventilatiekanaal waarin een ventilator is opgesteld, en 10 waarbij de binnenwand voorzien is van een luchtdoorlatend materiaal, en waarbij het ventilatiekanaal uitmondt op de binnenwand van de zijwandmodule.

14. Gebruik van een opslaghal volgens een van de voorgaande 15 conclusies 1-12, waarbij de opslaghal wordt gevuld met landbouwproducten, en waarbij met de ventilatoren een luchtstroom wordt opgewekt in de binnenruimte van de opslaghal, zodanig dat de hoofdrichting van de luchtstroom door de landbouwproducten in de opslaghal horizontaal is.