NL2006793C2 - Rolbuissysteem. - Google Patents

Rolbuissysteem. Download PDF

Info

Publication number
NL2006793C2
NL2006793C2 NL2006793A NL2006793A NL2006793C2 NL 2006793 C2 NL2006793 C2 NL 2006793C2 NL 2006793 A NL2006793 A NL 2006793A NL 2006793 A NL2006793 A NL 2006793A NL 2006793 C2 NL2006793 C2 NL 2006793C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
roller
roller tube
tube
electric motor
stationary element
Prior art date
Application number
NL2006793A
Other languages
English (en)
Inventor
Daniel Jacobus Hendrikus Gabriel Verzuu
Original Assignee
Verzuu Beheer B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Verzuu Beheer B V filed Critical Verzuu Beheer B V
Priority to NL2006793A priority Critical patent/NL2006793C2/nl
Priority to PCT/NL2012/050338 priority patent/WO2012158032A2/en
Priority to EP12769187.1A priority patent/EP2710214B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2006793C2 publication Critical patent/NL2006793C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/56Operating, guiding or securing devices or arrangements for roll-type closures; Spring drums; Tape drums; Counterweighting arrangements therefor
    • E06B9/64Operating, guiding or securing devices or arrangements for roll-type closures; Spring drums; Tape drums; Counterweighting arrangements therefor with lowerable roller
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/56Operating, guiding or securing devices or arrangements for roll-type closures; Spring drums; Tape drums; Counterweighting arrangements therefor
    • E06B9/68Operating devices or mechanisms, e.g. with electric drive
    • E06B9/72Operating devices or mechanisms, e.g. with electric drive comprising an electric motor positioned inside the roller

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Operating, Guiding And Securing Of Roll- Type Closing Members (AREA)

Description

Rolbuissysteem
De uitvinding heeft betrekking op een rolbuissysteem voor het op- en afrollen van bijvoorbeeld een zonnescherm, een 5 rolluik, een roldeur en dergelijke, omvattend een holle rolbuis met daarin een aandrijving, omvattend een elektromotor en een uitgaande as.
Dergelijke rolbuissystemen zijn bijvoorbeeld bekend voor zonneschermen, rolluiken en roldeuren. Het bekende rol-10 buissysteem bevindt zich veelal in een behuizing vast bevestigd aan de gevel van een gebouw. Om de buis is bijvoorbeeld een zonnescherm gewikkeld dat door het rollen van de rolbuis kan worden neergelaten en indien nodig ook weer om de buis worden opgerold. De uitgaande as van de elektromotor in de 15 buis vormt veelal de ingaande as van een reductie-inrichting die is gekoppeld aan een meenemer. De meenemer drijft de buis aan. De buis is voorzien van een kedergleuf waarin het zonnescherm met een keder of een pees is bevestigd. De binnenzijde van de kedergleuf geeft een inwendige uitstulping binnen de 20 buis.
De bekende rolbuissystemen vertonen enkele nadelen.
Zo draait de rolbuis om de elektromotor en dient daarvan vrij te lopen. Hierdoor wordt de omvang van de elektromotor beperkt, temeer daar ook de uitstulping die aan de binnenzijde 25 wordt gevormd door de kedergleuf de mogelijke ruimte voor een elektromotor verder beperkt. Waar bij de bekende buismotoren de kedergleuf ter plaatse van de motor is weggelaten levert dit plaatselijke weglaten extra kosten voor de constructie van de buis en voor de doekmontage terwijl toch niet de volle bin-30 nenruimte van de buis benutbaar is. Doordat de elektromotor vrij blijft van het buitenoppervlak en verder in de buis zit opgesloten vindt er vrijwel geen warmteafvoer plaats van de elektromotor waardoor deze slechts gedurende een zeer beperkte tijd continu kan werken. Daarnaast levert de aandrijving van 35 de buis via de aan de uitgaande as van de elektromotor gekoppelde meenemer een groot aantal onderdelen en een omslachtige constructie, wat een bekend rolbuissysteem kostbaar maakt.
Evenmin zijn de bekende rolbuissystemen ingericht voor het gebruik van een rolbuis met een buismotor in een dynamische si- i 2 tuatie, waarbij de rolbuis met bijvoorbeeld het doek mee open afrolt.
Deze nadelen worden opgelost door een rolbuissysteem volgens conclusie 1. Doordat rotatie van de uitgaande as van 5 de aandrijving in het rolbuissysteem volgens de uitvinding wordt verhinderd en de stator is gekoppeld met de rolbuis, zal de stator direct de rolbuis aandrijven. Hierdoor wordt het mogelijk om de volledige diameter van de holle rolbuis te benutten voor de elektromotor. Daardoor is er meer ruimte voor de 10 elektromotor en levert dit meer vrijheid op in het ontwerp van een dergelijke elektromotor. In de praktijk maakt het dit mogelijk om een zwaardere motor, met een grotere diameter, binnen dezelfde buis aan te brengen. Verder kan worden afgezien van de koppeling van de uitgaande as via een meenemer aan de 15 rolbuis. Tenslotte ligt bij een rolbuissysteem volgens de uitvinding de elektromotor met zijn hele uitwendige oppervlak aan tegen het binnenoppervlak van de rolbuis. Hierdoor kan over een groot oppervlak warmte vanuit de elektromotor via de rolbuis worden afgevoerd.
20 Ook in de aandrijving volgens de uitvinding kan een reductie-eenheid zijn ingelijfd. Daarbij vormt een uitgaande as van de elektromotor de ingaande as van de reductie-eenheid en de uitgaande as van de reductie-eenheid is de uitgaande as van de aandrijving. Een uitwendig oppervlak van de reductie-25 eenheid dient te zijn gekoppeld met het inwendige oppervlak van de rolbuis.
Wanneer met het rolbuissysteem zwaardere lasten in een hoofdzakelijk verticale richting zullen worden op- en afgerold, is het voordelig wanneer in de rolbuis een torsieveer 30 is aangebracht, die bij een uiteinde is bevestigd aan de rolbuis en waarvan een ander uiteinde zodanig vast is gekoppeld aan een zich buiten de buis bevindend tweede stationair element, dat rotatie van dit andere uiteinde ten opzichte van het tweede stationaire element is verhinderd. Hierdoor kan ook bij 35 een zwaar of lang uitgerold rolluik, roldeur of zonnescherm.
worden volstaan met een relatief kleine motor, omdat een aanzienlijk gedeelte van het uitgerolde gewicht wordt gecompenseerd door de daardoor opgespannen torsieveer. Bij het rolbuissysteem volgens de uitvinding beweegt de torsieveer mee 3 met de buis, in tegenstelling tot bekende systemen met een torsieveer waarbij deze zich op een stationaire positie bevindt .
In een uitvoeringsvorm van het rolbuissysteem volgens 5 de uitvinding, waarin de rolbuis weliswaar roteert maar verder niet van plaats verandert, is het voordelig dat de koppelingen van zowel de uitgaande as als de torsieveer met respectievelijk het eerste stationaire element en het tweede stationaire element een vaste verbinding met het betreffende stationaire 10 element betreft. Een dergelijke vaste verbinding kan een willekeurige vaste verbinding zijn zoals door middel van schroeven, lassen, en dergelijke.
Het rolbuissysteem volgens de uitvinding is echter ook bruikbaar bij installaties waarbij een rolbuis met het op-15 en afrollen meebeweegt en daarbij zichzelf in bijvoorbeeld het j doek van een zonnescherm op- of afrolt. In het geval van bijvoorbeeld een zonnescherm kan een rolbuis zijn aangebracht bij het ui te rollen of neergaande uiteinde of bijvoorbeeld in het midden van een zonnescherm, zodat bij het afrollen van het 20 zonnescherm ook de rolbuis naar beneden beweegt en bij het oprollen de rolbuis mee naar boven beweegt. Bij een dergelijk systeem vormen het eerste en het tweede stationaire element een geleider met een hoofdzakelijk U-vormig profiel waarbij de lengterichting van de geleider haaks staat op een aslijn van 25 de uitgaande as dan wel van de torsieveer en de uitgaande as dan wel de torsieveer bij een uiteinde is voorzien van een langwerpig eindstuk dat in de lengterichting binnen de U-vorm van het betreffende stationaire element beweegbaar is. Doordat deze langwerpige eindstukken zich bewegen binnen de U-vorm van 30 het betreffende stationaire element verhindert deze U-vorm rotatie van de langwerpige eindstukken en daarmee rotatie van de torsieveer en van de uitgaande as van de aandrijving. De langwerpige eindstukken glijden binnen de U-vorm mee met de bewegende rolbuis.
35 Bij het naderen van een eindstand, bijvoorbeeld een uitgerolde positie, kan de wrijving tussen het langwerpige eindstuk en een van de poten van de U-vormige geleider aanzienlijk worden. Voor het met minder wrijving bewegen van de langwerpige eindstukken in de U-vorm van het betreffende sta- 4 tionaire element is het voordelig wanneer het langwerpige eindstuk is voorzien van tenminste een rol voor het rollend bewegen langs ten minste een van de poten van de U-vorm. Hierdoor wordt een glijdende beweging vervangen door een rollende, 5 wat in beginsel leidt tot een geringere wrijving.
In die gevallen waarbij het rolbuissysteem volgens de uitvinding een rolbuis omvat die is voorzien van tenminste een kedergleuf, voor het daarin bevestigen van het zonnescherm, het rolluik of roldeur, en dergelijke, en de kedergleuf aan de 10 binnenzijde van de rolbuis een inwendige uitstulping vormt, wordt in de buitenomtrek van het stator van de elektromotor een gleuf aangebracht die in de aangrijping komt met de genoemde uitstulping. Hierbij vormt deze uitstulping samen met de passende gleuf in de buitenomtrek van de stator van de 15 elektromotor de koppeling van de stator van de elektromotor met de holle rolbuis. Verder is het bij het rolbuissysteem volgens de uitvinding niet nodig om de kedergleuf ter plaatse van de buismotor te onderbreken wat kosten bespaart van de rolbuis en de montage van het systeem.
20 Bijvoorbeeld in het geval waarbij de rolbuis van het rolbuissysteem volgens de uitvinding zich halverwege of op een bepaald gedeelte van het op te rollen en af te rollen scherm, luik en dergelijke bevindt, zal de rolbuis zijn voorzien van tweede kedergleuven, waarvan beide inwendige uitstulpingen 25 aangrijpen in de bijbehorende gleuf in de stator van de elektromotor .
Voor die toepassingen van het rolbuissysteem volgens de uitvinding waarbij de rolbuis met het scherm, luik, roldeur en dergelijke meebeweegt, is het voordelig dat de elektromotor 30 wordt gevoed door een zich in de rolbuis bevindende voeding, waarbij de voeding tenminste een accu omvat. Wanneer de elektromotor een wisselstroommotor betreft, zal de voeding in de rolbuis.naast een accu tevens een omvormer omvatten.
In een voordelige uitvoeringsvorm van het rolbuissys-35 teem volgens de uitvinding is het systeem tevens voorzien van een zich in de rolbuis bevindende besturing alsmede met de besturing verbonden sensoren. Deze sensoren kunnen bijvoorbeeld rotatieopnemers of vermogensopnemers zijn, bijvoorbeeld voor het opnemen van het aantal omwentelingen en/of voor het opne- 5 men van het verbruikte vermogen.
In een andere voorkeursuitvoeringsvorm van het rol-buissysteem volgens de uitvinding is de besturing programmeerbaar met behulp van een afstandsbediening. Hiermee kan bij-5 voorbeeld het aantal omwentelingen worden vastgesteld dat de rolbuis in een bepaalde richting moet rollen. Ook kan bijvoorbeeld de maximale tijdsduur gedurende welke de rolbuis in een bepaalde richting mag rollen hiermee worden vastgelegd.
Bij de rolbuissystemen volgens de uitvinding waar 10 zich binnen de rolbuis een voeding bevindt, is het voordelig wanneer het systeem is voorzien van een oplaadrichting waarvan een gedeelte zich bevindt binnen een rolbuis en een ander gedeelte zich bevindt op een stationaire positie buiten de rolbuis, waarbij deze delen elektrisch of elektromagnetisch zijn 15 gekoppeld wanneer de rolbuis zich bevindt in een vooraf bepaalde positie, welke positie in de besturing is vastgelegd.
Hiermee kan de accu in de rolbuis worden opgeladen, bijvoorbeeld door de oplaadinrichting te plaatsen op vaste voorkeursposities zoals de ingerolde positie of de uitgerolde positie 20 of beide. Het gedeelte van de oplaadinrichting dat zich buiten de rolbuis bevindt kan elektrisch zijn gekoppeld met het gedeelte dat zich binnen de rolbuis bevindt, bijvoorbeeld doordat de rolbuis aan de buitenzijde is voorzien van contacten die in die positie contact maken met contacten van het externe 25 gedeelte van de oplaadinrichting. Ook is het mogelijk dat het opladen plaatsvindt door inductie. Hiervoor moet echter wel zorg worden gedragen dat wanneer de rolbuis zich in een op-laadpositie bevindt deze op daartoe geëigende plaatsen niet is voorzien van een doorlopende metalen huls, maar dat hiervoor 30 elektromagnetische openingen in de rolbuis zijn aangebracht.
Natuurlijk kunnen deze openingen worden gevormd door een kunststof met geschikte elektromagnetische eigenschappen. Ook is een rolbuissysteem denkbaar waarbij beide eindstukken liggen in hetzelfde stationaire element of waarbij ook beide 35 eindstukken dezelfde zijn. De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een voorbeeld van een uitvoeringsvorm mede aan de hand van de bij gevoegde tekeningen:
Fig. 1 toont een deel van een voorbeeld van een uitvoeringsvorm van een rolbuissysteem volgens de uitvinding, in j 6 perspectief;
Fig. 2 toont een vooraanzicht in doorsnede van een systeem van fig. 1;
Fig. 3 toont een doorsnede langs de lijn III-III van 5 Fig. 2;
Fig. 4 toont een vooraanzicht in doorsnede van een ander gedeelte van het rolbuissysteem van fig. 2;
Fig. 5 toont een vooraanzicht van een toepassing van het rolbuissysteem volgens de uitvinding in een roldeur; en 10 Fig. 6 toont een schematisch aanzicht in doorsnede van een uitvoeringsvorm van het rolbuissysteem volgens de uitvinding met een oplader.
In de figuren 1, 2 en 3 is het algemene beginsel van een uitvoeringsvorm van een rolbuissysteem volgens de uitvin-15 ding schematisch weergegeven. Fig. 1 toont een gedeelte van een rolbuissysteem volgens de uitvinding in perspectief met een rolbuis 1 die eindigt in een in de tekening verticaal verlopen geleider 2, welke het eerste stationaire element vormt. De tekening toont slechts een gedeelte van de rolbuis, die in 20 de tekening geacht wordt zich naar rechts toe verder voort te zetten. Verder is in fig. 1 te zien een eerste eindstuk 3 en een daaraan bevestigde rol 4. Rol 4 is roteerbaar bevestigd aan het eerste eindstuk 3. Het rolbuissysteem is bedoeld voor het op- en afrollen van bijvoorbeeld een zonnescherm, een rol-25 luik, roldeur en dergelijke. Hiertoe kan rolbuis 1 roteren om een centrale lengteas en op en neer bewegen in wezen in de lengterichting van geleider 2 wanneer de buis bijvoorbeeld een scherm op- of afrolt. Geleider 2 is een in wezen U-vormig element waarbij de rolbuis met een uiteinde ligt binnen de poten 30 van de U. Rol 4 zal tijdens het op- en afrollen zich rollend bewegen langs een van de poten van U-vormige geleider 2.
Fig. 2 is een vooraanzicht in doorsnede van het rolbuissysteem dat is weergegeven in Fig. 1. In Fig. 2 is weer rolbuis 1 zichtbaar die steekt tot in geleider 2. Van geleider
35 2 is slechts een van de zijstukken die een poot vormt van de U
van de U-vormige doorsnede van geleider 2 zichtbaar. Tegen een van de poten van de U steunt rol 4 zich rolbaar af. Dit vormt de koppeling van de uitgaande as 8 van de aandrijving met de geleider 2 als eerste stationaire element. Rol 4 is bevestigd 7 aan dan wel maakt deel uit van het eerste eindstuk 3. In een rolbuis 1 zijn nu zichtbaar elektromotor 5 met motor 5' en stator 5''. Uitgaande van rotor 5' is de uitgaande rotoras 6 die de ingaande as vormt van een reductie-inrichting 7 die 5 deel uitmaakt van de aandrijving van de rolbuis en dient om de snelheid van ingaande as 6 van reductie-inrichting 7 omlaag te brengen tot een lagere snelheid van uitgaande as 8 indien deze uitgaande as 8 vrij zou zijn tot roteren. Uitgaande as 8 is echter vast bevestigd aan het eerste eindstuk 3 met daaraan 10 rol 4. Rol 4 steunt af tegen een van de zijwanden van geleider 2 en verhindert daardoor rotatie van uitgaande as 8. Elektromotor 5 en reductie-inrichting 7 zijn beide met een buitenomtrek vast verbonden met de binnenomtrek van rolbuis 1.
Fig. 3 toont een doorsnede door rolbuis 1 langs de 15 lijn III-III van fig. 2. In fig. 3 is rolbuis 1 te zien met daarin rotor 5' en een stator 5'' van elektromotor 5. Verder is in fig. 3 te zien dat rolbuis 1 is voorzien van twee keder-gleuven 10. Kedergleuven 10 dienen voor aangrijping van keders die zijn aangebracht in uiteinden van delen van het zonne-20 scherm dat door het rolbuissysteem volgens de uitvinding wordt op- en afgerold. Ter vaste aangrijping van het scherm door de rolbuis is het scherm bij een uiteinde voorzien van een zogenaamde keder of van een pees die een.hoofdzakelijk ronde verdikking geeft over de gehele lengterichting van het scherm.
25 Deze verdikking is dan schuifbaar in een gleuf zoals de kedergleuven 10. Kedergleuven 10 geven in het inwendige van rolbuis 1 een inwendige uitstulping. Deze inwendige uitstulping past nauwsluitend in een uitsparing die is aangebracht aan het uitwendige van stator 5'' van elektromotor 5. Hiermee zijn elek-30 tromotor 5 en rolbuis 1 in de rotatierichting van de rolbuis vast met elkaar verbonden. Verder dient te worden opgemerkt dat stator 5'' van elektromotor 5 met het gehele uitwendige oppervlak aanligt tegen het inwendige oppervlak van rolbuis 1. Hierdoor wordt een goede warmteoverdracht bereikt tussen elek-35 tromotor 5 en rolbuis 1.
Het uitwendige oppervlak van reductie-inrichting 7 vertoont dezelfde doorsnede als dat van stator 5' ' van elektromotor 5. Hierdoor is eveneens reductie-inrichting met zijn uitwendige oppervlak in de rotatierichting van rolbuis 1 vast 8 met deze verbonden via de inwendige uitstulping van de keder-gleuf.
Verder is in fig. 2 voeding 9 te zien die op verder niet-weergegeven wijze is verbonden met elektromotor 5. Wan-5 neer nu elektromotor 5 wordt bekrachtigd door voeding 9, dan zal, ten gevolge van het feit dat de stator 5'' van elektromotor 5 alsmede het uitwendige oppervlak van reductie-inrichting 7 in rotatierichting vast zijn verbonden met rolbuis 1 en door het feit dat uitgaande as 8 van reductie-inrichting 7 door 10 eerste eindstuk 3 met rol 4 die afsteunt tegen een der zijkanten van geleider 2 worden verhinderd tot rotatie, buitenzijde van reductie-inrichting 7 alsmede stator 5'' gaan roteren en via de vaste verbinding met name bij kedergleuven 10 rolbuis 1 aandrijven.
15 Door deze wijze van aandrijven wordt bereikt dat de diameter van elektromotor 5 ten opzichte van de aandrijving volgens de stand van de techniek kan worden vergroot, terwijl kan worden afgezien van ingewikkelde meeneemconstructies voor de aandrijving van rolbuis 1. Verder zorgt het directe contact 20 van het gehele uitwendige oppervlak van elektromotor 5 met rolbuis 1 voor een goede warmteafvoer van elektromotor 5 via de rolbuis naar buiten toe hetgeen de koeling van elektromotor 5 aanzienlijk verbetert ten opzichte van de stand van de techniek waardoor grotere vermogens van de elektromotor, dan wel 25 een langere ononderbroken draaiduur mogelijk worden gemaakt.
Opgemerkt dient te worden dat voeding 9 normaliter een accu omvat, maar ook indien nodig vermogenselektronica kan omvatten zoals bijvoorbeeld een omvormer wanneer elektromotor 5 een wisselstroommotor is.
30 Doordat het aandrijfsysteem volgens de uitvinding geen beperking oplegt aan het type motor, kan hier een ruime keuze aan standaardmotoren worden toegepast.
Verder is in fig. 2 te zien dat verbonden met voeding 9 een besturing 10 is weergegeven. Deze besturing is verder 35 verbonden met sensoren zoals rotatiesensoren voor het meten van het aantal omwentelingen dan wel sensoren voor het meten van het door de elektromotor opgenomen vermogen. Besturing 10 is verder voorzien van een radiografisch interface en besturing 10 kan met behulp van een afstandsbesturing, die verder 9 niet in de tekening is weergegeven, worden geprogrammeerd.
Fig. 4 toont een soortgelijk aanzicht als fig. 2 maar van een ander gedeelte van het rolbuissysteem volgens de uitvinding en wel bij het andere uiteinde van rolbuis 1 dan wat 5 is getoond in fig. 2. In fig. 4 is een torsieveer 11 getoond die bij een uiteinde is bevestigd aan een schijf 12 en bij een ander uiteinde is bevestigd aan het tweede eindstuk 13. Schijf 12 ligt met zijn in radiale richting buitenoppervlak aan tegen het binnenoppervlak van rolbuis 1 inclusief de daarin aanwezi-10 ge inwendige uitstulping van de kedergleuf en hierdoor wordt rotatie van schijf 12 ten opzichte van rolbuis 1 verhinderd.
Aan de zijde van schijf 12 zal torsieveer 11 derhalve mee roteren met rolbuis 1. Bij het andere uiteinde is torsieveer 11 vast bevestigd aan tweede eindstuk 13 dat op soortgelijke wij-15 ze als het eerste eindstuk 3 door rollen 4 wordt geleid in geleider 2'. Geleider 2' vervult hier de functie van het tweede stationaire element. Torsieveer 11 kan bijvoorbeeld worden gespannen tijdens afrollen en daardoor gewicht van het afgerolde materiaal compenseren. Hierdoor kan hetzij worden volstaan met 20 een elektromotor van geringer vermogen dan wel kan het oprollen worden versneld worden uitgevoerd. In dit geval is het tweede eindstuk 13 uitgevoerd met twee rollen 4. Ook zou mogelijk zijn geweest om evenals het eerste eindstuk 3 het tweede eindstuk 13 uit te rusten met slechts een rol. Daarentegen zal 25 ook het eerste eindstuk 3 met twee rollen 4 kunnen zijn uitge rust, een en ander zolang andere constructieve voorwaarden dit toelaten.
In fig. 5 is een toepassing weergegeven van het rolbuissysteem volgens de uitvinding in een roldeur. De roldeur 30 is aangebracht in een opening in een wand 15 waarbij de opening in fig. 5 wordt begrensd door geleiders 2, 2' en boven dorpel 16. De deur bestaat uit vier flexibele deurdelen 17 die zijn bevestigd aan drie rolbuizen 1. Het bovenste flexibele deurdeel 17 is aan de bovenzijde bevestigd aan bovendorpel 16.
35. Het uitwendige oppervlak 'van de rolbuizen 1 is voorzien van een tweetal tegenover elkaar liggende kedergleuven 18. Wanneer nu de elektromotoren 5 in rolbuizen 1 volgens de uitvinding worden bekrachtigd om zich op te rollen, zal de roldeur zich snel openen. Mede door het gebruik van meerdere rolbuizen, 10 alsmede door de mogelijkheid in een rolbuissysteem volgens de uitvinding krachtige motoren te gebruiken die ook gedurende langere tijd ononderbroken hun werk kunnen doen zonder oververhit te raken, kan een dergelijke roldeur snel worden geo-5 pend en gesloten en kan dit openen en sluiten ook meerdere malen na elkaar plaats vinden binnen kort tijdsbestek. Er zij opgemerkt dat zich ook rolbuizen 1 aan de bovendorpel en/of aan de onderzijde van de roldeur kunnen zijn bevestigd. Verder geven de meerdere rolbuizen 1 tezamen met de geleding bij hun 10 uiteinden in geleiders 2, 2' een verhoogde stevigheid aan een dergelijke roldeur, waardoor ook toepassingen waar deze stevigheid wordt vereist in aanmerking komen voor een rolbuissysteem volgens de uitvinding.
Tenslotte is in fig. 6 op schematische wijze aangege-15 ven een laadinrichting voor de accu in voeding 9 in een rolbuissysteem volgens de uitvinding. In een of meerdere vooraf bepaalde posities van rolbuis 1 komt deze te liggen nabij een laadstation 19 dat hier slechts schematisch is weergegeven. Laadstation 19 heeft een vaste gefixeerde positie en wordt 20 bijvoorbeeld gevoed vanuit het elektriciteitsnet. Laadstation 19 kan een inductief laadstation zijn, maar kan ook zijn voorzien van glijcontacten waarmee glijcontacten, die op geschikte plaatsen zijn aangebracht aan de buitenzijde van bijvoorbeeld rolbuis 1, in deze positie contact maken. Laadstation 19 is 25 hier in fig, 6 weergegeven ter hoogte van voeding 9 maar dit zal in de praktijk waarschijnlijk op een andere, plaats zijn en wel bepaald door de constructieve omstandigheden. Van belang is dat laadstation 19 zich bevindt in de nabijheid van de genoemde contacten dan wel in de nabijheid van een inductief 30 element dat op zijn beurt weer is gekoppeld met de accu van voeding 9.
Hoewel slechts enkele voorbeelden van uitvoeringsvormen van een rolbuis volgens de uitvinding zijn weergegeven, zijn op deze voorbeelden varianten denkbaar die allen vallen 35 binnen de reikwijdte van de uitvinding zoals die is weergegeven in de conclusies.
11
Lijst van verwijzingscijfers I Rolbuis 2, 2’ Geleiders/eerste resp. tweede stationaire element 3 Eerste eindstuk 4 Rol 5 Elektromotor 5' Rotor van 5 5'' Stator van 5 6 Uitgaande as van rotor 7 Reductie-inrichting 8 Uitgaande as van de aandrijving/reductie- inrichting 9 Voeding met accu 10 Besturing II Torsieveer 12 Schijf 13 Tweede eindstuk 14 ongebruikt 15 Wand 16 Bovendorpel 17 Flexibele deurdelen 18 Kedergleuf 19 Laadstation i

Claims (14)

1. Rolbuissysteem voor het op- en afrollen van bijvoorbeeld een zonnescherm, een rolluik, een roldeur en dergelijke, omvattend een holle rolbuis (1) met daarin een aandrijving, omvattend een elektromotor (5) en een van de aandrijving 5 uitgaande as (8), met het kenmerk, dat een stator (5'')van de elektromotor (5) is gekoppeld met de holle rolbuis (1), en dat de uitgaande as (8) van de aandrijving zodanig is gekoppeld met een zich buiten de buis bevindend eerste stationaire element (2), dat rotatie van de as (8) ten opzichte van dat sta- 10 tionaire element (2) is verhinderd.
2. Rolbuissysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de aandrijving een reductie-inrichting (7) omvat, waarbij een uitgaande as (6) van de elektromotor (5) de ingaande as (6) vormt van de reductie-inrichting (7) en de uit- 15 gaande as (8) van de reductie-inrichting (7) uitgaande as (8) van de aandrijving is.
3. Rolbuissysteem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat in de rolbuis (1) een torsieveer (11) is aangebracht die bij een uiteinde is bevestigd aan de rolbuis (1) en 20 waarvan een ander uiteinde zodanig is gekoppeld aan een zich buiten de buis (1) bevindend tweede stationaire element (2'), dat rotatie van dit andere uiteinde ten opzichte van het tweede stationaire element (2')is verhinderd.
4. Rolbuissysteem volgens een van de conclusie 1 tot 25 3, met het kenmerk, dat de koppeling van de uitgaande as (8) van de aandrijving met het eerste stationaire element (2) een vaste verbinding betreft.
5. Rolbuissysteem volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de koppeling van de torsieveer (11) met het twee- 30 de stationaire element (2') een vaste verbinding betreft.
6. Rolbuissysteem volgens een van de conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat tenminste een van.het eerste (2)en het tweede stationaire element (2') een geleider (2, 2') met een hoofdzakelijk ü-vormig profiel betreft waarbij de lengterich- 35 ting van de geleider (2, 2') haaks staat op een aslijn van uitgaande as (8) van de aandrijving dan wel van de torsieveer (11) en de uitgaande as (8) van de aandrijving dan wel de tor-sieveer (11) bij een uiteinde is voorzien van een langwerpig eindstuk (3, 13) dat in de lengterichting binnen de u-vorm van het betreffende stationaire element (2, 2') beweegbaar is.
7. Rolbuissysteem volgens conclusie 6, met het ken merk, dat het langwerpige eindstuk (3, 13) is voorzien van tenminste een rol (4) voor het rollend bewegen langs tenminste een van de poten van de U-vorm.
8. Rolbuissysteem volgens een van de conclusies 1 tot 10 7, met het kenmerk, dat de rolbuis (1) is voorzien van een ke- dergleuf (18) waarbij de kedergleuf (18) aan de binnenzijde van de rolbuis (1) een inwendige uitstulping vormt die aangrijpt met een gleuf in de buitenomtrek van een stator (5'') van de elektromotor (5).
9. Rolbuissysteem volgens een van de conclusies 1 tot 8, met het kenmerk, dat de rolbuis (1) is voorzien van twee kedergleuven (18) waarvan de inwendige uitstulpingen aangrijpen met een bijbehorende gleuf in de stator (5''') van de elektromotor (5) .
10. Rolbuissysteem volgens een van de conclusies 1 tot 9, met het kenmerk, dat de elektromotor (5) wordt gevoed door een zich in de rolbuis bevindende voeding (9), waarbij de voeding (9) ten minste een accu omvat.
11. Rolbuissysteem volgens een van de conclusies 1 25 tot 10, met het kenmerk, dat het systeem is voorzien van een zich in de rolbuis (1) bevinden besturing (10) alsmede met de besturing verbonden sensoren.
12. Rolbuissysteem volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de besturing (10) programmeerbaar is met behulp van 30 een afstandsbediening.
13. Rolbuissysteem volgens een van de conclusies 10 tot 12, met het kenmerk, dat het systeem is voorzien van een oplaadinrichting waarvan een gedeelte zich bevindt binnen de rolbuis (1) en een ander gedeelte (19) zich bevindt op een 35 stationaire positie buiten de rolbuis (1), waarbij deze delen elektrisch of elektromagnetisch aan elkaar zijn gekoppeld wanneer de rolbuis (1) zich bevindt in een vooraf bepaalde positie, welke positie in de besturing (10) is vastgelegd.
14. Rolbuissysteem volgens een van de conclusies 3 tot 12, met het kenmerk, dat het eerste stationaire element (2) en het tweede stationaire element (2') dezelfde zijn. | ; i
NL2006793A 2011-05-17 2011-05-17 Rolbuissysteem. NL2006793C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2006793A NL2006793C2 (nl) 2011-05-17 2011-05-17 Rolbuissysteem.
PCT/NL2012/050338 WO2012158032A2 (en) 2011-05-17 2012-05-16 Rolling tube system and shielding system comprising such a rollin tube system
EP12769187.1A EP2710214B1 (en) 2011-05-17 2012-05-16 Rolling tube system and screening system comprising such a rolling tube system

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2006793 2011-05-17
NL2006793A NL2006793C2 (nl) 2011-05-17 2011-05-17 Rolbuissysteem.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2006793C2 true NL2006793C2 (nl) 2012-11-20

Family

ID=46981062

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2006793A NL2006793C2 (nl) 2011-05-17 2011-05-17 Rolbuissysteem.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP2710214B1 (nl)
NL (1) NL2006793C2 (nl)
WO (1) WO2012158032A2 (nl)

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE20115916U1 (de) * 2001-09-27 2002-02-07 Agrotel Gmbh Rolltor

Also Published As

Publication number Publication date
EP2710214B1 (en) 2018-07-11
EP2710214A2 (en) 2014-03-26
WO2012158032A2 (en) 2012-11-22
WO2012158032A3 (en) 2013-01-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4887660A (en) Roll-up door
EP3122982B1 (en) Roller shutter for opening and closing a doorway
TW200416340A (en) Rollup door with rollable door leaf
CA2948588C (en) Sealing device for sealing a gap between a lintel and a roller shutter and a roller shutter with such a sealing device
EP3513028B1 (en) Adjustable spring system and method for roller blinds
WO2014043711A1 (en) A drapery tube incorporating batteries within the drapery tube, with a stop for facilitating the loading and unloading of the batteries
NL2006793C2 (nl) Rolbuissysteem.
NL2005059C2 (nl) Inrichting voor het opwikkelen en afwikkelen van ophaalkoorden van een scherm, zoals een raambekleding.
BE1019252A5 (nl) Scherminrichting.
CN111542673B (zh) 一种门
AU2021107038A4 (en) Roman blind
NL2020994B1 (en) Covering for an architectural feature having a bottom rail leveling mechanism
CN108331447B (zh) 一种用于坡度路面施工防护的便于拆卸的护栏
GB2535506A (en) Retractable blind system
KR20160110030A (ko) 나선형 롤링 도어
JP2010053509A (ja) 開閉体装置
CN211038452U (zh) 通用型卷门机及卷帘门
JP7514689B2 (ja) 開閉装置
CN218177107U (zh) 一种电控开合的柜门、储物柜及服务机器人
EP3412861B1 (en) Screening arrangement with internal winding device
JP2004293191A (ja) 開閉装置の巻取り軸構造
NL2002467C2 (nl) Rolsysteem voor deuren of ramen.
EP2428634B1 (en) Support structure for rolling shutters, fast rolling shutter doors or similar closure elements
NL1013792C2 (nl) Oprolbare raambedekking.
NL1004012C2 (nl) Inrichting voor het afsluiten van een doorgang dan wel voor het vormen van een scheiding in een gebouw, en gebouw waarin zulks is toegepast.

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20190601