NL2006704C2 - Optische telecommunicatiekabel en haspel voorzien van telecommunicatiekabel. - Google Patents

Optische telecommunicatiekabel en haspel voorzien van telecommunicatiekabel. Download PDF

Info

Publication number
NL2006704C2
NL2006704C2 NL2006704A NL2006704A NL2006704C2 NL 2006704 C2 NL2006704 C2 NL 2006704C2 NL 2006704 A NL2006704 A NL 2006704A NL 2006704 A NL2006704 A NL 2006704A NL 2006704 C2 NL2006704 C2 NL 2006704C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
reel
box
optical
telecommunication cable
junction box
Prior art date
Application number
NL2006704A
Other languages
English (en)
Inventor
Johannes Josephus Marie Janssen
Original Assignee
Twentsche Kabelfab Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Twentsche Kabelfab Bv filed Critical Twentsche Kabelfab Bv
Priority to NL2006704A priority Critical patent/NL2006704C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2006704C2 publication Critical patent/NL2006704C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G02OPTICS
    • G02BOPTICAL ELEMENTS, SYSTEMS OR APPARATUS
    • G02B6/00Light guides; Structural details of arrangements comprising light guides and other optical elements, e.g. couplings
    • G02B6/44Mechanical structures for providing tensile strength and external protection for fibres, e.g. optical transmission cables
    • G02B6/4439Auxiliary devices
    • G02B6/4457Bobbins; Reels
    • GPHYSICS
    • G02OPTICS
    • G02BOPTICAL ELEMENTS, SYSTEMS OR APPARATUS
    • G02B6/00Light guides; Structural details of arrangements comprising light guides and other optical elements, e.g. couplings
    • G02B6/46Processes or apparatus adapted for installing or repairing optical fibres or optical cables
    • G02B6/47Installation in buildings
    • G02B6/475Mechanical aspects of installing cables in ducts or the like for buildings
    • GPHYSICS
    • G02OPTICS
    • G02BOPTICAL ELEMENTS, SYSTEMS OR APPARATUS
    • G02B6/00Light guides; Structural details of arrangements comprising light guides and other optical elements, e.g. couplings
    • G02B6/44Mechanical structures for providing tensile strength and external protection for fibres, e.g. optical transmission cables
    • G02B6/4439Auxiliary devices
    • G02B6/444Systems or boxes with surplus lengths
    • G02B6/4453Cassettes

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Optics & Photonics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Light Guides In General And Applications Therefor (AREA)

Description

OPTISCHE TELECOMMÜNICATIEKABEL EN HASPEL VOORZIEN VAN TELECOMMUNICATIEKABEL
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 5 optische telecommunicatiekabel omvattende ten minste één optische vezel voor het geleiden van gegevens en een omhulling die de optische vezel omhult. De uitvinding heeft voorts betrekking op een combinatie van een optische telecommunicatiekabel en een haspel. De uitvinding heeft 10 voorts betrekking op een haspel. De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een optische telecommunicatiekabel. De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen van een aansluitdoos voor het aansluiten van randapparatuur in een 15 ruimte.
Om te kunnen voldoen aan de groeiende vraag naar bandbreedte in telecommunicatienetwerken, worden geleidelijk bestaande telecommunicatiekabels, meestal kabels voorzien van koper, in het netwerk vervangen door glasvezelkabels, 20 ofwel optische telecommunicatiekabels.
De vervanging van bestaande kabels voor gl asvezelkabels vindt in eerste instantie plaats op de trajecten tussen de telefooncentrales en centrale verdeelstations in de wijk. Tegenwoordig is er ook een trend 25 zichtbaar waarbij de kabels die naar de afzonderlijke gebouwen of huizen gaan worden vervangen door optische bekabeling. In een gebouw of een woning wordt de optische kabel dan bijvoorbeeld aangesloten op een intern netwerk.
Om deze bandbreedte ten volste te benutten, bestaat er 30 ook een wens om de glasvezelbekabeling door te trekken tot aan in de ruimtes waarin de randapparatuur, zoals computers en telefoons, zich bevinden. Hiertoe wordt in een ruimte een aansluitdoos aangebracht waarop een aansluiting is 2 aangebracht waarmee de randapparatuur kan worden verbonden. De aansluitdoos wordt vervolgens met een optische telecommunicatiekabel aangesloten op een verdeelstation. Een aansluitdoos wordt doorgaans geleverd door een aanbieder van 5 telecommunicatiediensten, waarbij verschillende aanbieders verschillende types aansluitdozen gebruiken.
Het aanleggen van een dergelijk intern glasvezelnetwerk is echter een tijdrovende en specialistische werkwijze.
10 Het is daarom een doel, onder andere doelen, van de onderhavige uitvinding om te voorzien in een optische telecommunicatiekabel die eenvoudig en/of efficiënt kan worden gebruikt voor het aanleggen van glasvezelnetwerk.
Hiertoe is er volgens de uitvinding voorzien in een 15 optische telecommunicatiekabel volgens conclusie 1.
Meer in het bijzonder is er hiertoe voorzien in een optisch telecommunicatiekabel omvattende ten minste een optische vezel voor het geleiden van gegevens en een omhulling die de optische vezel omhult, waarbij de optische 20 vezel aan ten minste een uiteinde is voorzien van een aansluitdoos voorzien van een aansluiting voor het aansluiten van randapparatuur.
Onder randapparatuur kan in dit verband worden verstaan alle apparatuur, in het bijzonder gebruikers 25 elektronica, die aangesloten kan worden op een telecommunicatienetwerk. Te denken valt aan computers, televisies, netwerkapparatuur zoals een router of een modem, en/of telefoons. De randapparatuur kan bij voorkeur worden verbonden aan de aansluitdoos met behulp van een geschikte 30 kabel voorzien van connector die samenwerkt met de aansluiting. De aansluiting is hiertoe bij voorkeur ingericht voor het ontvangen van een connector van een kabel. De aansluiting is hierbij bij voorkeur uitgevoerd als 3 vrouwelijk gedeelte van de connector aansluiting. De aansluiting is meer bij voorkeur ingericht om kabel losneembaar te verbinden.
Door het vooraf, bij voorkeur fabrieksmatig, verbinden 5 van een aansluitdoos aan een optische telecommunicatiekabel, is het niet langer nodig om ter plekke een optische telecommunicatiekabel te verbinden aan een aansluitdoos. Met name deze verbinding, door het zogenaamde lassen, is een tijdrovende bezigheid die specialistisch personeel vergt. De 10 verbinding tussen de optische telecommunicatiekabel en de aansluitdoos vindt hierbij plaats onder gecontroleerde omstandigheden, bij voorkeur in een fabriek. De aldus geprefabriceerde optische telecommunicatiekabel met aansluitdoos verzekert dan in een goed contact tussen de 15 kabel en de aansluitdoos.
Bij voorkeur strekt de optische vezel zich tussen het ene uiteinde en het uiteinde voorzien van de aansluitdoos onafgebroken, in het bijzonder zonder lasnaden, uit. De optische vezel strekt zich hierbij tussen bijvoorbeeld een 20 connector in de aansluitdoos en het andere uiteinde onafgebroken af, zodat eventuele verstoringen bij een las worden voorkomen. Volgens de bekende werkwijze wordt een aansluitdoos voorzien van een kort uiteinde glasvezel gelast aan een optische telecommunicatiekabel voor de verbinding 25 van de kabel met de aansluitdoos. Met name deze las is foutgevoelig zoals reeds opgemerkt.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is het uiteinde van de optische vezel van de telecommunicatiekabel voorzien van een geschikte connector die is ingericht om samen te 30 werken met een connector van de aansluitdoos.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de aansluitdoos omzetmiddelen voor het aanbieden van de signalen van de optische vezel aan de aansluiting voor het 4 aansluiten van randapparatuur. De omzetmiddelen zijn hierbij ingericht om de vezel te verbinden met de aansluiting. De omzetmiddelen kunnen zijn ingericht om het signaal om te zetten naar een geschikt signaal voor aanbieding, het is 5 echter ook mogelijk dat de omzetmiddelen het signaal dat wordt geleverd door de optische vezel op een geschikte manier aanbiedt voor de aansluiting, bijvoorbeeld zonder aanpassing van het signaal zelf. De vezel van de kabel is werkzaam verbonden aan de omzetmiddelen. Het is hierbij 10 mogelijk dat de optische vezel direct is verbonden aan een geschikte verbinding op de omzetmiddelen. Het is echter ook mogelijk zoals reeds opgemerkt om gebruik te maken van een connector op de optische vezel die met een geschikte verbinding op, of geassocieerd met, de omzetmiddelen 15 verbonden kan worden.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de aansluitdoos een optische aansluiting voor het optisch verbinden van randapparatuur. De aansluitdoos maakt het dan mogelijk eenvoudig een optische kabel te verbinden aan het 20 optische netwerk dat is aangelegd in bijvoorbeeld het gebouw. De randapparatuur kan bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als modem. De aansluitdoos is hierbij bij voorkeur voorzien van omzetmiddelen voor het aanbieden van de signalen van de optische vezel aan de optische aansluiting. Meer bij 25 voorkeur zijn de omzetmiddelen dan passief. De aansluitdoos is dan bij voorkeur uitgevoerd als een passieve optische eenheid.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de aansluitdoos een Optical Network Termination Box en omvat 30 meer bij voorkeur omzetmiddelen tussen de optische vezel en de aansluiting voor het omzetten van optische signalen in elektrische signalen. De aansluitdoos vormt hierbij de overgang van het optische netwerk naar een netwerk gebaseerd 5 op elektrische signalen. De aansluiting van de aansluitdoos omvat derhalve bij voorkeur een elektrische aansluiting. Een netwerk gebaseerd op elektrische signalen kan bijvoorbeeld een bedraad LAN-netwerk zijn maar kan ook een draadloos WIFI 5 netwerk zijn. In dit opzicht is de aansluiting van de aansluitdoos ook niet beperkt tot een bepaald type elektrische aansluiting. Het kan bijvoorbeeld mogelijk zijn dat de aansluiting een RJ-45 aansluiting is voor het aansluiten van een conventionele netwerkkabel. Het is echter 10 ook mogelijk dat de aansluiting een voor een aanbieder van telecommunicatiediensten specifieke aansluiting omvat voor het verbinden van de aansluitdoos met bijvoorbeeld een modem.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de 15 aansluitdoos elektrische componenten die zijn ingericht voor het omzetten van de optische signalen naar signalen geschikt voor in een lokaal netwerk. De aansluitdoos kan dan zijn voorzien van stroomvoorziening, bijvoorbeeld in de vorm van een aansluiting voor het aansluiten van netstroom op de 20 aansluitdoos. Meer bij voorkeur vormt de aansluitdoos het einde van het optische netwerk. Ook kan de aansluitdoos zelf een modem omvatten. Het is echter ook mogelijk zoals eerder gezegd dat de aansluitdoos geen additionele energie nodig heeft.
25 Bij voorkeur omvat de aansluitdoos een behuizing, waarbij de aansluitdoos montagemiddelen omvat voor het verbinden van de aansluitdoos aan een wand in een ruimte. In de behuizing kunnen bijvoorbeeld het uiteinde van de optische vezel worden gehouden en eventuele omzetmiddelen, 30 al dan niet in de vorm van elektronische componenten. De behuizing is bovendien voorzien van een doorgang voor het toegankelijk maken van de aansluiting.
6
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de telecommunicatiekabel een kabel geschikt voor gebruik binnenshuis. De kabel heeft bij voorkeur een minimale buigingsdiameter van 25 maal de diameter. De optische 5 telecommunicatiekabel kan een diameter hebben tussen de 1,5 - 6 mm. De omhulling kan bijvoorbeeld zijn vervaardigd uit kunststof, bij voorkeur een halogeenvrije, vlamdovende compound (geschikt voor indoor toepassing). De omhulling is bij voorkeur UV resistent.
10 De optische vezel ligt bij voorkeur los in de omhulling en strekt zich meer bij voorkeur spiraalvormig uit in de omhulling.
De optische telecommunicatiekabel omvat bij voorkeur een veelheid aan optische vezels. Ieder van de vezels is dan 15 volgens de vinding werkzaam verbonden met de aansluitdoos. Meer bij voorkeur is ieder van de vezels verbonden met de omzetmiddelen. Het is hierbij mogelijk dat elk van de vezels is voorzien van een connector en waarbij de omzetmiddelen een veelheid aan geschikte samenwerkende connectoren omvat. 20 Bij voorkeur heeft de telecommunicatiekabel een lengte tussen de 10 en 500 meter. Bij voorkeur is de telecommunicatiekabel met aansluitdoos volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm voorzien van een verpakking.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een 25 combinatie van een optische telecommunicatiekabel volgens de vinding en een haspel, waarbij de haspel is ingericht voor het houden van de telecommunicatiekabel en waarbij de haspel is voorzien van verbindingsmiddelen voor het onderling losneembaar verbinden van de verbindingsdoos en de haspel.
30 De combinatie, of samenstelling, van de optische telecommunicatiekabel met de haspel maakt een eenvoudige installatie mogelijk. De haspel met de daaraan verbonden aansluitdoos kan in verbonden toestand eenvoudig worden 7 afgerold waarna de aansluitdoos kan worden losgenomen van de haspel om vervolgens te worden aangebracht. De haspel kan dan bijvoorbeeld opnieuw worden gebruikt voor een andere telecommunicatiekabel. De verbindingsmiddelen zijn hierbij 5 ingericht om de aansluitdoos zodanig te verbinden dat deze bijvoorkeur zonder gebruik te maken van additioneel gereedschap verwijderd kan worden van de haspel. De verbindingsmiddelen kunnen bijvoorbeeld een klikverbinding en/of een klemverbinding voor het klemmend ontvangen van de 10 aansluitdoos omvatten.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is de aansluitdoos voorzien van montagemiddelen voor het monteren van de aansluitdoos aan een wand, waarbij de verbindingsmiddelen van de haspel zijn ingericht om samen te 15 werken met de montagemiddelen van de aansluitdoos. Door gebruik te maken van de montagemiddelen die doorgaans standaard aanwezig zijn op een aansluitdoos, kan een aansluitdoos eenvoudig worden verbonden op de haspel. Dergelijke montagemiddelen zijn bijvoorbeeld uitgevoerd als 20 gaten en/of (sleutelgatvormige) sleuven waarin bijvoorbeeld schroeven kunnen worden aangebracht om de aansluitdoos te monteren op een wand. De aansluitdoos is hiertoe bij voorkeur voorzien van een afneembaar deel zodanig dat de montagemiddelen vrij toegankelijk zijn voor montage van de 25 aansluitdoos op een wand.
De verbindingsmiddelen van de haspel kunnen bijvoorbeeld verende uitsteeksels omvatten die klikkend in de montagemiddelen kunnen worden opgenomen. Bij voorkeur omvatten de verbindingsmiddelen echter een gat in de wand 30 van de haspel en een pen, waarbij de pen is ingericht om door het gat te worden gestoken in als gat uitgevoerde montagemiddelen van de aansluitdoos. Voor de verbinding van een aansluitdoos op de haspel worden de twee gaten van zowel 8 de aansluitdoos en de haspel uitgelijnd en wordt er vervolgens een bij voorkeur elastisch vervormbare pen door de gaten geleid. De pen kan hiertoe twee verdikkingen omvatten waartussen de randen van de twee gaten kunnen 5 worden ingeklemd.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn de verbindingsmiddelen ingericht voor het verbinden van verschillende types van aansluitdozen. Zoals reeds eerder opgemerkt zijn er verschillende typen aansluitdozen in 10 omloop en gebruiken veel van de verschillende telecomaanbieders verschillende aansluitdozen. Door te voorzien in bijvoorbeeld een veelheid aan verbindingsmiddelen op de haspel kan bij voorkeur ieder van deze aansluitdozen worden aangebracht op de haspel. Meer bij 15 voorkeur is de haspel hiertoe voorzien van een veelheid aan gaten die zodanig zijn uitgelijnd dat zij een veelheid aan verschillende typen aansluitdozen kunnen verbinden.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de haspel een buisvormig middendeel en twee zich aan 20 weerszijden van het buisvormige middendeel uitstrekkende flenzen, waarbij zich in het buisvormige middendeel een verbindingsplaat uitstrekt die is voorzien van de verbindingsmiddelen voor het verbinden van de aansluitdoos. De verbindingsplaat bevindt zich hierbij in de doorgang van 25 het buisvormige middendeel en strekt zich bij voorkeur uit in het vlak loodrecht op de lengterichting van het buisvormige deel. Het buisvormige middendeel is bij voorkeur cilindrisch. De verbindingsplaat is bij voorkeur benaderbaar vanaf de twee zijdes in het buisvormige middendeel, zodat op 30 de ene zijde van de plaat de aansluitdoos kan worden aangebracht en de andere zijde benaderbaar is voor het bedienen van de verbindingsmiddelen, bijvoorbeeld uitgevoerd als de bovengenoemde gaten. De verbindingsplaat kan hierbij 9 zijn aangebracht in het binnenste gedeelte van de cilinder, zodanig dat de gehouden aansluitdoos verzonken is in het buisvormige deel. Dit beschermt de aansluitdoos tijdens gebruik van de combinatie.
5 De verbindingsplaat strekt zich echter bij voorkeur uit aan het uiteinde van het buisvormige middendeel, in hoofdzaak in het vlak van een flens. De verbindingsplaat en één van de twee flenzen liggen hierbij in één vlak zodat zij als het ware samen een verbindingsvlak vormen. Aldus kan een 10 relatief grote aansluitdoos in verhouding tot de grootte van de haspel worden gehouden.
De haspel is in deze variant uitgevoerd met een buisvormig middendeel waarbij aan één uiteinde een flens is aangebracht en waarbij aan het andere uiteinde een ronde 15 plaat is aangebracht die het buisvormige middendeel aan één zijde afsluit. Deze ronde plaat is dan voorzien van de verbindingsmiddelen.
Bij voorkeur is de flens in het vlak van de verbindingsplaat, ofwel de ronde plaat zoals hierboven 20 genoemd, voorzien van een opstaande rand voor het verzonken houden van de aansluitdoos. De rand heeft hierbij een hoogte die ten minste gelijk is aan de hoogte van de aansluitdoos. Dit beschermt de aansluitdoos tijdens gebruik.
De telecommunicatiekabel wordt in deze variant 25 gehouden op het buisvormige middendeel en wordt omgeven door de twee flenzen. Tussen de verbindingsplaat en het buisvormige middendeel is er dan voorzien in een doorgang voor het geleiden van de kabel naar de gehouden aansluitdoos. Deze doorgang kan bijvoorbeeld een 30 segmentvormige doorgang in de flens omvatten. Het verdient hierbij de voorkeur dat de doorgang zodanig is ingericht dat de telecommunicatiekabel van de haspel genomen kan worden zonder dat het nodig is de kabel in zijn geheel door de doorgang te leiden. De doorgang is hiertoe bij voorkeur open naar de buitenzijde van de haspel.
10
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de combinatie voorts een verpakking, in het bijzonder een doos, 5 die de haspel met telecommunicatiekabel roteerbaar houdt, waarbij de verpakking is voorzien van een doorgang voor de telecommunicatiekabel.
De verpakking, bij voorkeur een doos, omsluit de haspel nauw zodat in een compact en handzame combinatie is 10 voorzien. De haspel ligt bij voorkeur los in de doos, waarbij de rotatie van de haspel wordt geleid door de wanden van de doos. In het bijzonder de aangebrachte opstaande rand voor het verzonken houden van de aansluitdoos vormt hierbij een geleidingsvlak zodat de haspel stabiel kan worden 15 geroteerd bij het uitrollen van de telecommunicatiekabel. De doorgang in de verpakking strekt zich hiertoe uit in een wand van de doos die gericht is in de richting van de wand van het buisvormige middendeel, zodat de telecommunicatiekabel eenvoudig kan worden afgerold door het 20 trekken daaraan.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een haspel voor gebruik in de combinatie volgens de vinding.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een optische 25 telecommunicatiekabel, omvattende de stappen van: het verschaffen van een lengte optische telecommunicatiekabel omvattende ten minste een optische vezel voor het geleiden van gegevens en een omhulling die de optische vezel omhult, waarbij de lengte bij voorkeur groter 30 is dan 10 meter; - het aan één uiteinde bevestigen van een aansluitdoos voorzien van een aansluiting voor het aansluiten van randapparatuur, en; 11 het verpakken van de optische telecommunicatiekabel voorzien van de aansluitdoos.
Het verpakken omvat bij voorkeur het aanbrengen van de kabel op een haspel volgens de vinding. Meer bij voorkeur 5 omvat de stap van het verpakken het verbinden van de aansluitdoos op de haspel. De kabel wordt bij voorkeur duurzaam, dat wil zeggen permanent, bevestigd aan de aansluitdoos. De kabel en de aansluitdoos zijn dan niet zondermeer los te halen.
10 Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het bevestigen van de aansluitdoos het duurzaam verbinden van de optische vezel van de telecommunicatiekabel aan een connector van de aansluitdoos. De verbinding bevat hierbij bij voorkeur geen lasverbinding.
15 De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen van een aansluitdoos voor het aansluiten van randapparatuur in een ruimte, waarbij de werkwijze de stappen omvat van: - het verschaffen van een combinatie volgens een van 20 de voorgaande conclusies; - het uitrollen van de telecommunicatiekabel van de haspel tussen de ruimte en een optisch verdeelstation; - het verwijderen van de aansluitdoos van de haspel, 25 en; - het bevestigen van de aansluitdoos in de ruimte.
In de verbonden toestand van de aansluitdoos en de haspel kan de telecommunicatiekabel eenvoudig worden afgerold en worden aangebracht tussen de ruimte en het 30 verdeelstation. Bij voorkeur wordt de haspel, bij voorkeur in de verpakking, geplaatst in de ruimte waarbij de telecommunicatiekabel wordt afgerold van de haspel door bijvoorbeeld te lopen naar het verdeelstation. Wanneer de 12 kabel voldoende is uitgerold kan de aansluitdoos worden verwijderd van de haspel om vervolgens te worden aangebracht aan de wand van de ruimte. De kabel kan hierbij worden weggewerkt in geschikte kabelgeleidingen en/of goten.
5 De onderhavige uitvinding wordt verder geïllustreerd aan de hand van de volgende figuren, die een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding weergeven, en zijn niet bedoeld om de reikwijdte van de uitvinding op enige manier in te perken, waarbij: 10 Figuur 1 schematisch de optische kabel met wanddoos toont;
Figuur 2 schematisch de kabel en de wanddoos op de haspel volgens de uitvinding toont;
Figuur 3 schematisch de haspel uit figuur 2 in 15 dwarsdoorsnede toont;
Figuur 4 schematisch de haspel in onderaanzicht toont;
Figuur 5 schematisch de onderzijde van twee verschillende wanddozen toont;
Figuur 6 schematisch in perspectief de haspel in een 20 verpakkingsdoos toont; en
Figuur 7 schematisch een netwerk in een gebouw toont.
In figuur 1 is schematisch een optische kabel 2 getoond, waarop op het uiteinde 2a reeds in de fabriek een aansluitdoos 3 is bevestigd. De kabel 2 is voorzien van een 25 twee optische vezels 25, die zich bevinden in een omhulling 23. De kabel 2 is bovendien voorzien van twee sterkte-elementen 24 die dienen als trekontlasting. Het uiteinde 2a, en in het bijzonder de optische vezels aldaar, is direct verbonden aan de elektronische componenten 35 van de 30 wanddoos 3. De vezels 25 zijn hiertoe in een geschikte connector verbonden. Hierdoor is het niet langer nodig, zoals bij de bekende werkwijze, om een lasverbinding te maken om een kabel aan een aansluitdoos te verbinden.
13
De wanddoos 3 is opgebouwd uit een onderste deel 33 en een bovenste deel 34, die met behulp van dipjes 37 op elkaar geklikt kunnen worden. Op deze manier zijn de montagemiddelen die zijn aangebracht op het onderste deel 5 33, die later meer in detail zullen worden besproken, benaderbaar voor de monteur. De wanddoos 3 is bovendien voorzien van een netwerkaansluiting 36 voor het aansluiten van een netwerkkabel. Andere aansluitingen zijn natuurlijk denkbaar. De elektrische componenten 35 zijn ingericht om de 10 optische signalen, die worden geleid door de vezels 25, om te zetten in elektrische signalen voor doorgifte aan aansluiting 36.
Om de kabel met wanddoos eenvoudig te kunnen vervoeren en uit te rollen, is er voorzien in een haspel 1, zoals die 15 schematisch is getoond in figuur 2. De haspel 1 is opgebouwd uit een hol cilindrisch deel 10, zie bijvoorbeeld figuur 3, waaraan aan een eerste zijde een flens 11a is aangebracht. Aan de andere zijde is er voorzien in een tweede flens 11b. Aan deze zijde is de cilinder 10 bovendien voorzien van een 20 verbindingsplaat 13, die in hetzelfde vlak ligt als de flens 11b. De flens 11b en de verbindingsplaat 13 vormen hierbij een verbindingsvlak.
De verbindingsplaat 13 is voorzien van meerdere verbindingsgaten 42, 42a, 42b, zie verder figuur 4, voor het 25 verbinden van de wanddoos 3. De in de figuren 2 en 3 gemonteerde wanddoos 3 is bijvoorbeeld op de onderzijde 33 voorzien van gaten 32, zoals is getoond voor de linkse variant in figuur 5. De gaten 42 van de haspel 1 en de gaten 32 van de wanddoos worden uitgelijnd, zodat vervolgens 30 pennen 41 kunnen worden aangebracht door beide gaten. De pennen 41 hebben een brede kop en hebben naar het andere uiteinde toe een dubbel conisch verloop. De pennen zijn elastisch vervormbaar en kunnen derhalve door vervorming door de gaten worden gehaald om vervolgens de wanddoos 3 aan de haspel 1 te verbinden. De wanddoos 3 is dan bovendien makkelijk los te halen van de haspel.
14
De ruimte tussen de eerste flens 11a en tweede flens 5 11b vormt de opslag voor de kabel 2, zoals schematisch in stippellijn is weergegeven in figuur 3. Om de kabel te geleiden van de voorraad naar de wanddoos 3 is de bovenste flens 11b voorzien van een segmentvormig gat 15, zie figuur 2.
10 Om de wanddoos 3 in aangebrachte toestand te beschermen, is de tweede flens 11b voorzien van een opstaande rand 14. De opstaande rand 14 heeft een hoogte die groter is dan de hoogte van de wanddoos 3, zoals duidelijk zichtbaar is in figuur 3. De wanddoos 3 wordt aldus 15 beschermd.
Een onderste zijde 10a van de cilinder 10 is, zoals zichtbaar is in figuur 3, open, zodat de verbindingsmiddelen van de haspel, uitgevoerd als de gaten 42, 42a en 42b, vanaf de onderzijde benaderbaar zijn, zie figuur 4. In dit 20 voorbeeld is de haspel voorzien van drie verschillende type gaten voor het verbinden van drie verschillende wanddozen.
De wanddoos, zoals die verbonden is in figuren 2 en 3, maken bijvoorbeeld gebruik van de gaten 42 die dus overeenkomen met de gaten 32, zoals deze zijn aangebracht in de 25 onderzijde 33 van de linker wanddoos 3 uit figuur 5. De vier gaten 42a van de haspel zijn dan ingericht om de rechter wanddoos 3a van figuur 5 te verbinden aan de haspel 1. Het gat 42b kan dan weer gebruikt worden voor het verbinden van een niet afgeheelde andere wanddoos.
30 In figuur 6 is de haspel met kabel 2 in een doos 5 getoond. De doos 5 heeft een afmeting zodanig dat de wanden van de doos 5 de haspel 1 nauw omsluiten. Dit maakt het mogelijk dat de haspel 1 kan roteren in de doos 5, zonder 15 dat daar additionele middelen, zoals bijvoorbeeld een as, nodig zijn. De opstaande rand 14 zorgt hierbij voor een extra stabiele ligging van de haspel 1 in de doos 5. Zoals ook zichtbaar is in figuur 6 is de doos 5 voorzien van een 5 opening 51, waardoor de kabel 2 gestoken is. Door in een richting, aangegeven met I, te trekken, zal de haspel roteren in een richting, aangegeven met II. Hierdoor is het mogelijk het samenstel, zoals getoond in figuur 6, bijvoorbeeld in een ruimte te zetten en vervolgens de kabel 10 simpelweg af te rollen door hieraan te trekken. Is de kabel vervolgens helemaal of genoeg afgerold, dan kan de haspel 1 uit de doos 5 worden verwijderd, bijvoorbeeld door het doorscheuren van de wand boven de opening 51, die hiertoe voorzien is van scheurlijnen. Vervolgens kan de wanddoos 3 15 van de haspel 1 worden genomen om te worden verbonden aan de wand in een ruimte. De haspel 1 kan vervolgens hergebruikt worden.
In figuur 7 is ten slotte een gebouw 100 getoond, met daarin twee ruimtes 101 en 102. Het gebouw 100 is voorzien 20 van een centrale optische verdeler 8, dat met behulp van een kabel 20 is verbonden aan een centraal in de wijk gelegen verdeelstation 9. Het station 9 is vervolgens weer verbonden met een niet afgebeelde centrale via optische kabel 21.
Om de ruimtes 101 en 102 te voorzien van een 25 aansluiting, is er gebruik gemaakt van de optische kabel volgens deze vinding. In bijvoorbeeld ruimte 101 is het samenstel, zoals getoond in figuur 6, geplaatst om vervolgens de kabel 2 af te rollen en het uiteinde 2b aan te sluiten op de verdeler 8. Vervolgens is de wanddoos 3 30 verbonden aan de wand. Op deze wanddoos 3 is vervolgens een computer 7a aangesloten met behulp van een conventionele netwerkkabel 22. De wanddoos 3 vormt hierbij de overgang tussen het optische netwerk en een netwerk gebaseerd op 16 elektrische signalen. Het zelfde geldt voor de ruimte 102, waarbij met behulp van een telefoonstekker 22 een telefoon 7 is aangesloten op de wanddoos 3. Ook hier vormt de wanddoos 3 weer de overgang tussen het optische netwerk en in dit 5 geval een telefoonnetwerk.
De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de weergegeven uitvoeringsvormen, maar strekt zich ook uit tot andere uitvoeringsvormen, die vallen binnen de reikwijdte van de aangehechte conclusies.

Claims (16)

1. Optische telecommunicatiekabel omvattende ten minste een optische vezel voor het geleiden van gegevens en een 5 omhulling die de optische vezel omhult, waarbij de optische vezel aan ten minste een uiteinde is voorzien van een aansluitdoos voorzien van een aansluiting voor het aansluiten van randapparatuur.
2. Optische telecommunicatiekabel volgens conclusie 1, waarbij de optische vezel zich tussen het ene uiteinde en het uiteinde voorzien van de aansluitdoos onafgebroken, in het bijzonder zonder lasnaden, uitstrekt. 15
3. Optische telecommunicatiekabel volgens conclusie 1 of 2, waarbij de aansluitdoos omzetmiddelen omvat ingericht voor het aanbieden van de signalen van de optische vezel aan de aansluiting voor het aansluiten van 20 randapparatuur
4. Optische telecommunicatiekabel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de aansluitdoos een Optical Network Termination Box omvat en bij voorkeur 25 omzetmiddelen omvat tussen de optische vezel en de aansluiting voor het omzetten van optische signalen in elektrische signalen.
5. Combinatie van een optische telecommunicatiekabel 30 volgens een van de voorgaande conclusies en een haspel, waarbij de haspel is ingericht voor het houden van de telecommunicatiekabel en waarbij de haspel is voorzien van verbindingsmiddelen voor het onderling losneembaar verbinden van de verbindingsdoos en de haspel.
6. Combinatie volgens conclusie 5, waarbij de aansluitdoos is voorzien van montagemiddelen voor het monteren van de aansluitdoos aan een wand, waarbij de 5 verbindingsmiddelen van de haspel zijn ingericht om samen te werken met de montagemiddelen van de aansluitdoos.
7. Combinatie volgens conclusie 6, waarbij de 10 verbindingsmiddelen een gat in een wand van de haspel en een pen omvatten, waarbij de pen is ingericht om door het gat te worden gestoken in als gat uitgevoerde montagemiddelen van de aansluitdoos.
8. Combinatie volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de verbindingsmiddelen zijn ingericht voor het verbinden van verschillende types van aansluitdozen.
9. Combinatie volgens een van de voorgaande conclusies, 20 waarbij de haspel een buisvormig middendeel en twee zich aan weerszijden van het buisvormige middendeel uitstrekkende flensen omvat, waarbij zich in het buisvormige middendeel een verbindingsplaat uitstrekt die is voorzien van de verbindingsmiddelen voor het 25 verbinden van de aansluitdoos.
10. Combinatie volgens conclusie 9, waarbij de verbindingsplaat zich uitstrekt aan het uiteinde van het buisvormige middendeel, in hoofdzaak in het vlak van een 30 flens.
11. Combinatie volgens conclusie 10, waarbij de flens is voorzien van een opstaande rand voor het verzonken houden van de aansluitdoos.
12. Combinatie volgens een van de voorgaande conclusies, voorts omvattende een verpakking, in het bijzonder een doos, die de haspel met telecommunicatiekabel roteerbaar houdt, waarbij de verpakking is voorzien van een doorgang voor de telecommunicatiekabel. 10
13. Haspel voor gebruik in de combinatie volgens een van de voorgaande conclusies.
14. Werkwijze voor het vervaardigen van een optische 15 telecommunicatiekabel, omvattende de stappen van: - het verschaffen van een lengte optische telecommunicatiekabel omvattende ten minste een optische vezel voor het geleiden van gegevens en een omhulling die de optische vezel omhult, waarbij de 20 lengte groter is dan 10 meter; - het aan één uiteinde bevestigen van een aansluitdoos voorzien van een aansluiting voor het aansluiten van randapparatuur, en; - het verpakken van de optische telecommunicatiekabel 25 voorzien van de aansluitdoos.
15. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij het bevestigen van de aansluitdoos omvat het duurzaam verbinden van de optische vezel van de telecommunicatiekabel aan een 30 connector van de aansluitdoos.
16. Werkwijze voor het aanbrengen van een aansluitdoos voor het aansluiten van randapparatuur in een ruimte, waarbij de werkwijze de stappen omvat van: — het verschaffen van een combinatie volgens een van 5 de voorgaande conclusies; — het uitrollen van de telecommunicatiekabel van de haspel tussen de ruimte en een optisch verdeelstation; — het verwijderen van de aansluitdoos van de haspel, 10 en; — het bevestigen van de aansluitdoos in de ruimte.
NL2006704A 2011-05-02 2011-05-02 Optische telecommunicatiekabel en haspel voorzien van telecommunicatiekabel. NL2006704C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2006704A NL2006704C2 (nl) 2011-05-02 2011-05-02 Optische telecommunicatiekabel en haspel voorzien van telecommunicatiekabel.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2006704 2011-05-02
NL2006704A NL2006704C2 (nl) 2011-05-02 2011-05-02 Optische telecommunicatiekabel en haspel voorzien van telecommunicatiekabel.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2006704C2 true NL2006704C2 (nl) 2012-11-05

Family

ID=44640802

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2006704A NL2006704C2 (nl) 2011-05-02 2011-05-02 Optische telecommunicatiekabel en haspel voorzien van telecommunicatiekabel.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2006704C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN104076470A (zh) * 2014-07-01 2014-10-01 宁波天韵通信设备有限公司 一种适用于潮湿环境下的交换箱

Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4024619C1 (en) * 1990-07-31 1991-12-05 Siemens Ag, 8000 Muenchen, De Coil for fitted optical or electrical lead cable - has wound core enclosed between flanges and further flange(s)
DE4226368A1 (de) * 1992-08-09 1994-02-10 Suhner Elektronik Gmbh Übertragungsstrecke für mit Lichtwellenleitern bestückte Anlagen
DE4309350A1 (de) * 1993-03-23 1994-09-29 Ackermann Albert Gmbh Co Installationsgerät mit Glas- oder Kunststoffasersteckern
US20060183362A1 (en) * 2006-04-07 2006-08-17 Julian Mullaney Coiled cable products and methods of forming the same
US20060280418A1 (en) * 2005-06-13 2006-12-14 William Mahoney Fiber optic cable enclosure assembly with slide out tray
US20080315030A1 (en) * 2007-06-22 2008-12-25 Furukawa Electric North America, Inc. Fiber optic rapid spooling tool
US20090060441A1 (en) * 2007-09-05 2009-03-05 Kowalczyk Scott C Fiber optic enclosure with tear-away spool
EP2264502A1 (fr) * 2009-06-19 2010-12-22 Nexans Dispositif de raccordement de fibres optiques

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4024619C1 (en) * 1990-07-31 1991-12-05 Siemens Ag, 8000 Muenchen, De Coil for fitted optical or electrical lead cable - has wound core enclosed between flanges and further flange(s)
DE4226368A1 (de) * 1992-08-09 1994-02-10 Suhner Elektronik Gmbh Übertragungsstrecke für mit Lichtwellenleitern bestückte Anlagen
DE4309350A1 (de) * 1993-03-23 1994-09-29 Ackermann Albert Gmbh Co Installationsgerät mit Glas- oder Kunststoffasersteckern
US20060280418A1 (en) * 2005-06-13 2006-12-14 William Mahoney Fiber optic cable enclosure assembly with slide out tray
US20060183362A1 (en) * 2006-04-07 2006-08-17 Julian Mullaney Coiled cable products and methods of forming the same
US20080315030A1 (en) * 2007-06-22 2008-12-25 Furukawa Electric North America, Inc. Fiber optic rapid spooling tool
US20090060441A1 (en) * 2007-09-05 2009-03-05 Kowalczyk Scott C Fiber optic enclosure with tear-away spool
EP2264502A1 (fr) * 2009-06-19 2010-12-22 Nexans Dispositif de raccordement de fibres optiques

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN104076470A (zh) * 2014-07-01 2014-10-01 宁波天韵通信设备有限公司 一种适用于潮湿环境下的交换箱

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US11988883B2 (en) Fiber termination enclosure with modular plate assemblies
RU171105U1 (ru) Оптоволоконный распределительный терминал
RU2371743C2 (ru) Модульная кабельная коробка для волоконно-оптических линий связи
US5647045A (en) Multi-media connection housing
US9684142B2 (en) Rapid distribution terminal
PT1616210E (pt) Caixa local de convergência para redes de cabos de fibras ópticas
CA2750171A1 (en) A system for an internal rotating storage spool combined with top and bottom cable access in a fiber distribution terminal
JP2013522661A (ja) 取り出し式ファイバー整理用トレーを備えた端子エンクロージャ
US10444458B2 (en) Optical fiber management
US9134496B2 (en) Modular plug and play connectivity platform
US10558007B2 (en) Enclosure for local convergence point for fiber optic communications network
PT1636239E (pt) Derivados indolo com actividade antipsicótica melhorada
NL2006704C2 (nl) Optische telecommunicatiekabel en haspel voorzien van telecommunicatiekabel.
RU181686U1 (ru) Разветвитель
EP4189454A1 (en) Management device for hybrid cable
RU116249U1 (ru) Модуль оптических соединений
RU2575476C2 (ru) Короб для поверхностоного монтажа
NZ618893B2 (en) Fiber termination enclosure with modular plate assemblies

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20160601