NL2006640C2 - Inrichting voor het aandrijven van een scheidingspaneel. - Google Patents

Description

INRICHTING VOOR HET AANDRIJVEN VAN EEN SCHEIDINGSPANEEL

De uitvinding betreft een inrichting voor het openen en/of sluiten van een doorgang in een gebouw of in een object, zoals een kiosk, omvattende: 5 - een scheidingspaneel dat in een eerste positie de doorgang in hoofdzaak afsluit, en dat in een tweede positie de doorgang in hoofdzaak vrij laat, een aandrijving voor het verplaatsen van het scheidingspaneel tussen de eerste en de tweede positie, welke aandrijving voorzien is van langwerpige verplaatsingselementen, 10 - eerste draagmiddelen voor het in hoofdzaak dragen van tenminste het scheidingspaneel, welke eerste draagmiddelen scharnierbaar verbonden zijn met de langwerpige verplaatsingselementen, tweede draagmiddelen die nabij de doorgang met de kiosk verbindbaar zijn voor bevestiging van tenminste de aandrijving, welke tweede 15 draagmiddelen ingericht zijn voor het geleiden van althans een deel van de eerste draagmiddelen.

Een dergelijke inrichting is in het vakgebied algemeen bekend. Bij een verplaatsing van het scheidingspaneel vanuit de eerste positie naar de tweede positie, verplaatst het scheidingspaneel zich althans ten dele van de doorgang af, 2 0 waarbij het scheidingspaneel zich in een toegangsgebied van het gebouw of het object, zoals de kiosk, vaak een openbare ruimte, beweegt. De in hoofdzaak draaiende beweging van het scheidingspaneel is mogelijk door een koppeling met een boven de doorgang horizontaal en parallel met de doorgang verlopende rotatie-as van het scheidingspaneel. Zodra het scheidingspaneel in de tweede positie 2 5 terechtgekomen is, strekt het scheidingspaneel zich in hoofdzaak dwars uit op de doorgang. In de tweede positie vormt het scheidingspaneel een overkapping, zodat personen die voor de kiosk aanwezig zijn zich buiten het bereik van bijvoorbeeld regen of zonneschijn bevinden.

Dergelijke inrichtingen zijn echter zwaar doordat het scheidingspaneel een 3 0 relatief groot oppervlakte bestrijkt vergeleken met bijvoorbeeld een raam of een deur.

Een architect of een ontwerper van een gebouw is gewend om muurdelen, zoals het raam of de deur, in hoofdzaak onafhankelijk van de belasting die het muurdeel op het gebouw kan uitoefenen, in een gebouw te situeren.

Het is een nadeel van dergelijke inrichtingen met scheidingspaneel dat het 35 situeren ervan in een gebouw in hoofdzaak afhankelijk is van de belasting ten 2 gevolge van het gewicht van het scheidingspaneel dat zich in de tweede positie bevindt. Bovendien treden bij het verplaatsen van het scheidingspaneel tussen de eerste en de tweede positie dynamische belastingen op die door het gebouw opgenomen moeten worden. De onderhavige uitvinding beoogt dit nadeel op te 5 heffen.

De inrichting volgens de uitvinding heeft daartoe, het kenmerk dat de tweede draagmiddelen tenminste één langwerpige stijve staander omvatten die bestemd is om zich langs een zijde van de doorgang uit te strekken, dat zich in de lengterichting van de staander een holte uitstrekt voor het in de holte in de lengterichting ten 10 opzichte van de staander verplaatsen van tenminste een deel van de verplaatsingselementen, en dat de verplaatsingselementen in de holte aangebracht zijn. Hierdoor is het mogelijk de inrichting volgens de uitvinding in zijn geheel voor of tenminste nabij de doorgang van de kiosk te plaatsen in onafhankelijkheid van de sterkte van de rondom de doorgang aanwezige randelementen. De staander is 15 ontworpen voor het overdragen van de door het gewicht van het scheidingspaneel veroorzaakte belasting in alle tussen de eerste en de tweede positie gelegen tussenposities.

In een verduurzaamde uitvoeringsvorm is de staander voorzien van een naar het scheidingspaneel toegekeerde langwerpige doorgaande opening naar de holte 2 0 voor een verplaatsing van een in de staander reikend drukelement dat onderdeel is van de eerste draagmiddelen. Hierdoor wordt het mogelijk de onderdelen van de inrichting althans ten dele af te schermen voor het beschermen tegen een schadelijke invloed die de omgeving op het loopwerk van de inrichting kan uitoefenen, zoals tegen door wind op het loopwerk geblazen regen.

2 5 In een geperfectioneerde uitvoeringsvorm is de naar het scheidingspaneel toegekeerde doorgaande opening althans ten dele voorzien van een bekleding. In een praktische uitvoeringsvorm omvat de bekleding een afdekelement dat gekoppeld is met een ten opzichte van de staander verplaatsbare deel van de verplaatsingselementen. Hierdoor wordt voorkomen dat bijvoorbeeld regen in de 30 staander terecht kan komen via een deel van de doorgaande opening dat zich uitstrekt tussen de in de staander reikende eerste draagmiddelen en een neerwaarts gericht uiteinde van de staander.

In een verder geperfectioneerde uitvoeringsvorm omvat de bekleding een kousdeel dat vervaardigd is uit een soepel en/of buigzaam materiaal, welk kousdeel 35 aangebracht is om een in de doorgaande opening reikend deel van het drukelement 3 van de eerste draagmiddelen. Hierdoor wordt het mogelijk het scharnier, dat gevormd wordt door een neerwaarts gericht uiteinde van de verplaatsingselementen en in de staander reikende eerste draagmiddelen, af te schermen van de invloed van het weer.

5 In een spatwaterdichte uitvoeringsvorm omvat de bekleding een verder afdekelement dat vervaardigd is van vele langs een randdeel van de doorgaande opening bevestigde haarvormige elementen uit een kunststof. Hierdoor wordt voorkomen dat bijvoorbeeld regen in de staander terecht kan komen via een verder deel van de doorgaande opening dat zich uitstrekt tussen de in de staander reikende 10 eerste draagmiddelen en een opwaarts gericht uiteinde van de staander.

In een uitvoeringsvorm is een eerste uiteinde van het drukelement scharnierend verbonden met een randdeel van het scheidingspaneel, en is het drukelement met een van het eerste uiteinde afgekeerde tweede uiteinde van het drukelement schuivend langs de staander verplaatsbaar opgesteld. Hierdoor wordt 15 een zeer kort drukelement mogelijk dat ten opzichte van de kiosk zijwaarts gekeerde vlakken van de ruimte onder een in de tweede positie bevindend scheidingspaneel, in hoofdzaak vrij zijn. Het drukelement vormt verder althans nauwelijks een visuele en/of fysieke belemmering om personen naar de kiosk te trekken.

In een bouwtechnisch zeer aantrekkelijke uitvoeringsvorm is een eerste 2 0 uiteinde van de verplaatsingselementen bevestigd aan een opwaarts gekeerd uiteinde van de staander, en is een van het eerste uiteinde van de verplaatsingselementen afgekeerd tweede uiteinde van de verplaatsingselementen scharnierend verbonden met het tweede uiteinde van het drukelement. Hierdoor wordt het mogelijk dat door de opstelling van de hydraulische cilinder een kracht in 2 5 het verlengde van de staanders ontstaat die bijdraagt aan een zelfdragende constructie. Daardoor is de inrichting volgens de uitvinding in hoofdzaak onafhankelijk van de bouwconstructie waarvan de kiosk deel uitmaakt. Bovendien is door de bovengelegen bevestiging van de hydraulische cilinders de inrichting onafhankelijk van de hoogte van de kiosk. Het referentievlak van de aandrijving is in 3 0 hoofdzaak bepaald door de hoogte van de bovengelegen doorgangrand van de kiosk. De staander kan verder op flexibele wijze, in lengte de lengterichting van de staander worden ingesteld in afhankelijk van de hoogte van de bovengelegen doorgangrand van de kiosk.

In een robuuste en veilige uitvoeringsvorm is de staander voorzien van 35 borgmiddelen die ingericht zijn voor het in de eerste en/of in de tweede positie 4 houden van het scheidingspaneel, en zijn de borgmiddelen voorzien van tenminste een in de staander aanwezige opening en van een met de opening samenwerkende borgpen voor het blokkeren van een neerwaartse verplaatsing van het scheidingspaneel. Deze maatregel verschaft betrouwbare, robuuste en eenvoudig 5 bedienbare borgmiddelen voor het in hoofdzaak ontlasten van de cilinders door opname van het gewicht van een zich in de tweede positie bevindend scheidingspaneel via de borgmiddelen in de staander.

In een geavanceerde, veilige uitvoeringsvorm omvat de tenminste ene opening eerste contactmiddelen, en omvat de borgpen tweede contactmiddelen die 10 samenwerken met de eerste contactmiddelen voor het naar keuze blokkeren van de aandrijving indien de eerste en tweede contactmiddelen verbonden zijn, en voor het activeren van de aandrijving indien de eerste contactmiddelen zich op afstand van de tweede contactmiddelen bevinden. Hierdoor wordt voorkomen dat bij een aan de bedieningseenheid gegeven commando de aandrijving geactiveerd wordt voor het 15 aandrijven van het scheidingspaneel vanuit de tweede positie naar de eerste positie, bij welke aandrijving de inrichting mogelijk schade oploopt.

In een praktische uitvoeringsvorm omvatten de verplaatsingselementen een actuator. In een uitvoeringsvorm omvatten de verplaatsingselementen een hydraulische cilinder, en omvat het tenminste ene deel van de 2 0 verplaatsingselementen een zuigerstang.

De uitvinding zal nu meer in detail worden beschreven aan de hand van (een) enkele uitvoeringsvorm(en) onder verwijzing naar de figuren.

Figuur 1 toont schematisch in een perspectivisch aanzicht van een kiosk die voorzien is van een inrichting volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de 2 5 uitvinding, welke inrichting voorzien is van een ten opzichte van de kiosk beweegbaar scheidingspaneel dat de kiosk een volledig geopende doorgang verschaft.

Figuren 2, 3 en 4 tonen een zelfdragende constructie voor het dragen van het scheidingspaneel van de inrichting volgens de uitvinding, waarin het scheidingspaneel zich respectievelijk in een eerste, een tussen de eerste en de 3 0 tweede positie gelegen tussenpositie, en de tweede positie bevindt.

Figuur 5 toont schematisch een perspectivisch aanzicht van een van de kiosk afgekeerde zijde van een staander van de inrichting volgens de uitvinding.

In alle figuren duiden gelijke verwijzingscijfers gelijke onderdelen aan. Figuur 1 toont een voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting 1 volgens de uitvinding. De 35 inrichting 1 is bestemd voor het verplaatsen en het positioneren van een 5 scheidingspaneel 2 van een gebouw of een object, zoals een kiosk 10. Het scheidingspaneel 2, zoals een luik, 2, of een vensterluik 2, is geplaatst ten opzichte van een doorgang 3 voor toegankelijkheid van de kiosk 10 vanaf een aan de kiosk 10 grenzend pad 70, zoals een verkeerspad 70 dat ingericht is voor verkeersstromen 5 en passage van bijvoorbeeld voetgangers, fietsers, auto’s, bestelbussen, en vrachtwagens.

Het scheidingspaneel 2 is ingericht voor het naar keuze openen en geopend houden, en sluiten en gesloten houden van de doorgang 3 van de kiosk 10. Het scheidingspaneel 2 dat zich in een eerste, in figuur 2 getoonde, positie bevindt, sluit 10 de doorgang 3 in hoofdzaak af, en het scheidingspaneel 2 dat zich in een tweede, in figuur 4 getoonde, positie bevindt verschaft een in hoofdzaak open doorgang 3 van de kiosk 10. In de tweede positie is het scheidingspaneel 2 in een uiterste positie in hoofdzaak dwars op de doorgang 3 van de kiosk 10 gericht en verschaft bij regen en zonneschijn een schuilplaats aan bezoekers van de kiosk 10.

15 Figuur 3 toont de inrichting volgens de uitvinding, waarin het scheidingspaneel 2 zich tussen de eerste en de tweede positie in bevindt, in welke tussengelegen positie het scheidingspaneel 2 zich in een toegangsgebied van de kiosk bevindt.

Het scheidingspaneel 2 van de inrichting 1 volgens de uitvinding, bestrijkt een 2 0 oppervlak dat overeenkomt met een oppervlak van de doorgang 3, dat zich, in dit voorbeeld, over de gehele breedte van de kiosk 10 uitstrekt. Vanwege deze omvang is het scheidingspaneel 2 zwaar uitgevoerd, bijvoorbeeld in het geval waarin het scheidingspaneel 2 zich in de eerste toestand bevindt voor het van het verkeerspad 70 afsluiten van de kiosk 10, in welke toestand het scheidingspaneel 2 tenminste 2 5 bestand moet zijn tegen vandalisme. Het zware ontwerp van de inrichting 1 volgens de uitvinding vereist een daardoor bepaalde sterkte en stijfheid van de bouwconstructie van het gebouw waarin de kiosk 10 is in te bouwen.

Voor het verplaatsen van het scheidingspaneel 2 tussen de eerste en de tweede positie is de inrichting 1 voorzien van een aandrijving 6, zoals een 30 hydraulisch aggregaat 6, welke aandrijving 6 voorzien is van algemeen langwerpige verplaatsingselementen 9, die in dit voorbeeld een actuator 91,92 omvatten, zoals een hydraulische cilinder 91 en een ten opzichte van de hydraulische cilinder 91 verplaatsbare zuigerstang 92. In een alternatieve uitvoeringsvorm omvatten de langwerpige verplaatsingselementen 9 een langwerpig mechanische overbrenging, 35 zoals een kettingoverbrenging of een riemoverbrenging.

6

De inrichting 1 is voorzien van bedieningsmiddelen 4 voor het bedienen en/of activeren van de aandrijving 6. De bedieningsmiddelen 4 omvatten een besturingseenheid 40, en bij voorkeur een afstandsbediening zoals beschreven is in een tegelijk met deze octrooiaanvrage door de zelfde aanvrager ingediende 5 Nederlandse octrooiaanvrage, welke aanvrage in zijn geheel in deze aanvrage is opgenomen.

Voor het ondersteunen van tenminste het scheidingspaneel 2 is de inrichting 1 voorzien van eerste draagmiddelen 8 voor het in hoofdzaak dragen van tenminste het scheidingspaneel 2, welke eerste draagmiddelen 8, in dit voorbeeld via een 10 drukelement 60, scharnierbaar verbonden zijn met de langwerpige verplaatsingselementen 9.

Voor het in een gebouw of alternatieve toepassing bevestigen van de inrichting 1 volgens de uitvinding, is de inrichting 1 voorzien van tweede draagmiddelen 7 die zich in hoofdzaak langs randen 31,32 van de doorgang 3 15 uitstrekken, zoals in dit voorbeeld een in hoofdzaak verticaal gerichte zijde 31 van de doorgang 3 en een in hoofdzaak dwars op de zijde 31 uitstrekkende bovenzijde 32.

De tweede draagmiddelen 7 zijn nabij de doorgang 3, in dit voorbeeld langs de bovenzijde 32 voorzien van een bevestiging van tenminste de aandrijving 6. De tweede draagmiddelen 7 zijn nabij de doorgang 3 langs de zijde 31, voorzien van 2 0 een langwerpige staander 80 die ingericht is voor het geleiden van de eerste draagmiddelen 8, en in het bijzonder voor het geleiden van het drukelement 60 dat met een eerste uiteinde 61 scharnierend verbonden is met een randdeel 27 van het scheidingspaneel 2, en met een van het eerste uiteinde 61 afgekeerde tweede uiteinde 62 schuivend langs de staander 80 verplaatsbaar opgesteld is. De 2 5 draagmiddelen 8, het drukelement 60 en de actuator 9 zijn ingericht om belast te worden door tenminste het gewicht van het scheidingspaneel 2 in situaties waarin het scheidingspaneel 2 zich bevindt in de eerste positie, in een tussen de eerste en de tweede positie gelegen tussenpositie, en in de tweede positie, die respectievelijk getoond zijn in figuren 2, 3 en 4.

3 0 Figuur 5 toont een tijdens gebruik naar het pad 70 toegekeerde zijde van de staander 80. In de voorkeursuitvoeringsvorm strekt zich in de lengterichting van de staander 80 een holte H uit voor het in de holte H in de lengterichting ten opzichte van de staander 80 verplaatsen van tenminste een deel 92 van de verplaatsingselementen 9. De verplaatsingselementen 9 zijn in de holte H 35 aangebracht waardoor de omvang van de inrichting 1 volgens de uitvinding minimale 7 afmetingen heeft. Bovendien verschaft de inrichting 1 volgens de uitvinding een veilig gebruik omdat de ten opzichte van de kiosk 10 beweegbare delen zoveel mogelijk afgeschermd zijn, voor het voorkomen van beknellingsgevaar en verdrukkingsgevaar. De inrichting 1 volgens de uitvinding levert daarenboven een 5 esthetisch voordeel op omdat de aandrijving 6 in hoofdzaak uit het zicht is van in de kiosk 10 aanwezig publiek.

De tweede draagmiddelen 7 van de inrichting 1 volgens de uitvinding omvatten een in hoofdzaak zelfdragende constructie 80 die in hoofdzaak onafhankelijk van de bouwconstructie ingebouwd kan worden. De staander 80 van 10 de inrichting 1 is voorzien van een vloerdeel 71 voor het plaatsen van de kiosk 10.

Het vloerdeel 71 is bij voorkeur met de vloer verankerd, bijvoorbeeld door middel van in het vloerdeel 71 bevestigbare niet getoonde ankerbouten en moeren. Een na plaatsing van het vloerdeel 71 afgekeerd uiteinde 81 van de staander 80 is ingericht voor bevestiging aan constructie-elementen van de kiosk 10 of het gebouw. Het na 15 plaatsing van het vloerdeel 71 afgekeerd uiteinde 81 van de staander 80, oftewel het opwaarts gekeerd uiteinde 81 van de staander 80 is, in een uitvoeringsvorm, voorzien van een koppelelement 84 dat voorzien is van bevestigingsmiddelen 85 voor bevestiging met de constructie-elementen van de kiosk 10 of het gebouw.

Het door de staander 80 van de inrichting 1 volgens de uitvinding te dragen 2 0 gewicht van het scheidingspaneel 2 wordt in hoofdzaak in de lengterichting van de staander 80 via de verplaatsingsinrichting naar het vloerdeel 71 geleid. Het door de staander 80 van de inrichting 1 volgens de uitvinding te verwerken buigende moment ten gevolge van het gewicht van het scheidingspaneel 2 wordt in hoofdzaak dwars op de lengterichting van de staander 80, via het nabij het opwaarts gekeerde uiteinde 2 5 81 van de staander 80 aanwezige koppelelement 84, als dwarskracht op de constructie van het gebouw in het gebouw geleid. Hierdoor is het mogelijk dat een door het scheidingspaneel 2, dat zich bijvoorbeeld in de tweede positie bevindt, veroorzaakte belasting een in hoofdzaak horizontaal gerichte dwarskracht, dat wil zeggen een kracht die in hoofdzaak dwars op de doorgang 3 gericht is, op het 3 0 gebouw uitoefent, in welke richting het gebouw gunstig belastbaar is. Hierdoor wordt voorkomen dat bijvoorbeeld een langs de zijden 31 van de doorgang 3 aanwezig constructiedeel van het gebouw blootgesteld is aan een buigende belasting ten gevolge van het gewicht van het scheidingspaneel 2. In het algemeen wordt de staander 80 in deze uitvoeringsvorm als een zich zelfdragende constructie 35 aangeduid.

8

De in de staander 80 weggewerkte langwerpige verplaatsingselementen 9 zijn nabij het opwaarts gekeerde uiteinde 81 met een eerste uiteinde van de hydraulische cilinder 91 bevestigd nabij een vast punt van de staander 80. De ten opzichte van de hydraulische cilinder 91 verplaatsbare zuigerstang 92 is ingericht om 5 neerwaarts te verplaatsen voor het sluiten van de doorgang 3 met het scheidingspaneel 2. Bij een opwaartse verplaatsing van de zuigerstang 92 ten opzichte van de hydraulische cilinder 91, opent het scheidingspaneel 2 de doorgang 3 van de kiosk 10. Bij een heffende beweging van het scheidingspaneel 2 wordt de zuigerstang 92 in de cilinder 91 getrokken, welke actuator 9 in dit geval een op zich 10 bekende trekcilinder 9 is. Een met de zuigerstang 92 verbonden tweede, neerwaarts gekeerd uiteinde van de hydraulische cilinder 9 is scharnierbaar verbonden met het tweede uiteinde 62 van het drukelement 60. Bij verplaatsing van het scheidingspaneel 2 tussen de eerste en de tweede positie, verloopt het tweede uiteinde 62 van het drukelement 60 door een langwerpige doorgaande opening 100 15 die zich in de staander 80, in een naar het pad 70 toegekeerde zijde ervan, in de lengterichting van de staander 80 uitstrekt.

De langwerpige doorgaande opening 100 is, voor bescherming van de door de staander 80 omhulde langwerpige verplaatsingselementen 9, voorzien van een bekleding 45, 46, 47 voor het voorkomen dat bijvoorbeeld stof of regen onder invloed 2 0 van wind door de doorgaande opening geblazen kan worden. Tussen een nabij het tweede uiteinde 62 van het drukelement 60 en het neerwaarts gekeerd uiteinde 82 van de staander 80 is een afdekelement 45 schuifbaar over de naar het pad 70 toegekeerde zijde van de staander 80 aangebracht voor het althans ten dele afdekken van een neerwaarts verlopend deel van de doorgaande opening 100.

2 5 Tussen een nabij het tweede uiteinde 62 van het drukelement 60 en het opwaarts gekeerd uiteinde 81 van de staander 80 is, in een uitvoeringsvorm, langs een randdeel 49 van de doorgaande opening 100 een vaste bekleding 46 aangebracht voor het althans ten dele en/of in hoofdzaak spatwaterdicht afdekken van een opwaarts verlopend deel van de doorgaande opening 100. In dit voorbeeld is 30 de vaste bekleding 46 gevormd door vele langs het randdeel 49 aanwezige haarvormige elementen 46 die met een enkel uiteinde aan het randdeel 49 bevestigd zijn. In dit voorbeeld zijn de haarvormige elementen 46 van een kunststof vervaardigd en vormen de haarvormige elementen 46 een afscherming van de doorgaande opening 100.

35 Tussen een nabij het tweede uiteinde 62 van het drukelement 60 en het 9 opwaarts gekeerd uiteinde 81 van de staander 80 is, in een niet getoonde alternatieve uitvoeringsvorm, een verder afdekelement 45 schuifbaar over de naar het pad 70 toegekeerde zijde van de staander 80 aangebracht voor het althans ten dele afdekken van een opwaarts verlopend deel van de doorgaande opening 100.

5 Voor het verder afdekken van een aanwezige opening, zoals een kier, rond de verbinding tussen het tweede uiteinde 62 van het drukelement 60 en het tweede uiteinde 92 van de langwerpige verplaatsingsmiddelen 9, is om het drukelement 60 nabij het tweede uiteinde 62 ervan een omhulling 47 aangebracht, zoals in dit voorbeeld een kous, of een kousdeel 47, dat vervaardigd is uit een soepel en/of 10 buigzaam materiaal.

De nabij het opwaarts gekeerde uiteinde 81 in de staander 80, nabij het vast punt van de staander 80, bevestigde verplaatsmiddelen 9, verschaffen een in hoofdzaak van de in bouwhoogte van de kiosk 10 onafhankelijk ontwerp van de inrichting volgens de uitvinding, waarin de lengte van de staander 80 nabij het naar 15 het vloerdeel 71 gekeerd uiteinde 82 van de staander 80 naar keuze, eventueel in het werk, in lengte instelbaar is.

De staander 80 is voorzien van borgmiddelen 65 die ingericht zijn voor het in de tweede positie houden van het scheidingspaneel 2. De borgmiddelen 65 zijn voorzien van een in de staander 80 aanwezige opening 66, en zijn voorzien van een 2 0 met de in de staander 80 aanwezige opening 66 samenwerkende niet getoonde borgpen voor het blokkeren van een neerwaartse verplaatsing van het tweede uiteinde 92 van de zuigerstang van de hydraulische cilinder 9. Hierdoor is een belasting als gevolg van tenminste het gewicht van het scheidingspaneel 2 via borgmiddelen 65 naar de staander 80 te leiden.

2 5 De in de staander 80 aanwezige opening 66 omvat in dit voorbeeld niet getoonde eerste contactmiddelen, en de met de in de staander 80 aanwezige opening 66 samenwerkende niet getoonde borgpen omvat niet getoonde tweede contactmiddelen die samenwerken met de eerste contactmiddelen voor het blokkeren van de aandrijving 6. Indien de tweede contactmiddelen in verbinding 30 staan met de eerste contactmiddelen, zoals in het geval dat de niet getoonde borgpen in de opening 66 gestoken is, wordt een signaal actief dat de bedieningsmiddelen 40 zodanig aanpast dat de afstandsbediening 40 niet actief is.

De uitvinding is vanzelfsprekend niet beperkt tot de beschreven en getoonde voorkeursuitvoeringsvorm, maar strekt zich uit tot elke uitvoeringsvorm die valt 35 binnen de reikwijdte van de beschermingsomvang, zoals gedefinieerd in de 10 conclusies en bezien in het licht van de voorgaande beschrijving en bijbehorende tekeningen.

Claims (12)

1. Inrichting (1) voor het openen en/of sluiten van een doorgang (3) in een gebouw of in een object, zoals een kiosk (10), omvattende: 5. een scheidingspaneel (2) dat in een eerste positie de doorgang (3) in hoofdzaak afsluit, en dat in een tweede positie de doorgang (3) in hoofdzaak vrij laat, een aandrijving (6) voor het verplaatsen van het scheidingspaneel (2) tussen de eerste en de tweede positie, welke aandrijving (6) voorzien is van 10 langwerpige verplaatsingselementen (9), eerste draagmiddelen (8) voor het in hoofdzaak dragen van tenminste het scheidingspaneel (2), welke eerste draagmiddelen (8) scharnierbaar verbonden zijn met de langwerpige verplaatsingselementen (9), tweede draagmiddelen (7) die nabij de doorgang (3) met de kiosk (10) 15 verbindbaar zijn voor bevestiging van tenminste de aandrijving (6), welke tweede draagmiddelen (7) ingericht zijn voor het geleiden van althans een deel van de eerste draagmiddelen (8), met het kenmerk, dat de tweede draagmiddelen (7) tenminste één langwerpige stijve staander (80) omvatten, die is bestemd om zich langs een zijde (31) van de 2 0 doorgang (3) uit te strekken, dat zich in de lengterichting van de staander (80) een holte (H) uitstrekt voor het in de holte (H) in de lengterichting ten opzichte van de staander (80) verplaatsen van tenminste een deel van de verplaatsingselementen (9), en dat de verplaatsingselementen (9) in de holte (H) aangebracht zijn.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de staander (80) voorzien is van een naar het scheidingspaneel (2) toegekeerde langwerpige doorgaande opening (100) naar de holte (H) voor een verplaatsing van een in de staander (80) reikend drukelement (60), dat onderdeel is van de eerste draagmiddelen (8). 30

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de naar het scheidingspaneel (2) toegekeerde doorgaande opening (100) althans ten dele voorzien is van een bekleding (45, 46, 47).

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de bekleding (45, 46, 47) een afdekelement (45) omvat dat gekoppeld is met een ten opzichte van de staander (80) verplaatsbare deel van de verplaatsingselementen (9).

5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de bekleding 5 (45, 46, 47) een kousdeel (47) omvat dat vervaardigd is uit een soepel en/of buigzaam materiaal, en dat aangebracht is om een in de doorgaande opening (100) reikend deel (62) van het drukelement (60) van de eerste draagmiddelen (8).

6. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de bekleding (45, 10 46, 47) een verder afdekelement (46) omvat dat vervaardigd is van vele langs een randdeel (49) van de doorgaande opening (100) bevestigde haarvormige elementen (46) uit een kunststof.

7. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 2-6, met het 15 kenmerk, dat een eerste uiteinde (61) van het drukelement (60) scharnierend verbonden is met een randdeel (27) van het scheidingspaneel (2), en met een van het eerste uiteinde (61) afgekeerde tweede uiteinde (62) van het drukelement (60) schuivend langs de staander (80) verplaatsbaar opgesteld is. 2 0

8. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat een eerste uiteinde (91) van de verplaatsingselementen (9) bevestigd is aan een opwaarts gekeerd uiteinde (81) van de staander (80), en dat een van het eerste uiteinde (91) van de verplaatsingselementen (9) afgekeerd tweede uiteinde (92) van de verplaatsingselementen (9) scharnierend verbonden is met het tweede uiteinde (62) 2. van het drukelement (60).

9. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de staander (80) voorzien is van borgmiddelen (65) die ingericht zijn voor het in de eerste en/of in de tweede positie houden van het scheidingspaneel (2), 30 en dat de borgmiddelen (65) voorzien zijn van tenminste een in de staander (80) aanwezige opening (66) en van een met de opening (66) samenwerkende borgpen voor het blokkeren van een neerwaartse verplaatsing van het scheidingspaneel (2).

10. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de tenminste ene 35 opening (66) eerste contactmiddelen omvat, en dat de borgpen tweede contactmiddelen omvat die samenwerken met de eerste contactmiddelen voor het naar keuze blokkeren van de aandrijving (6) indien de eerste en tweede contactmiddelen verbonden zijn, en voor het activeren van de aandrijving (6) indien de eerste contactmiddelen zich op afstand van de tweede contactmiddelen bevinden. 5

11. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verplaatsingselementen een actuator (9) omvatten.

12. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het 10 kenmerk, dat de verplaatsingselementen (9) een hydraulische cilinder (9) omvatten, en dat het tenminste ene deel van de verplaatsingselementen (9) een zuigerstang omvat.