NL2005601C2 - Dier vriendelijk oormerk voor dieren. - Google Patents
Dier vriendelijk oormerk voor dieren. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2005601C2 NL2005601C2 NL2005601A NL2005601A NL2005601C2 NL 2005601 C2 NL2005601 C2 NL 2005601C2 NL 2005601 A NL2005601 A NL 2005601A NL 2005601 A NL2005601 A NL 2005601A NL 2005601 C2 NL2005601 C2 NL 2005601C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- pin
- ear
- cutting
- main body
- shaped
- Prior art date
Links
- 241001465754 Metazoa Species 0.000 title claims description 32
- 238000000034 method Methods 0.000 claims description 5
- 230000003716 rejuvenation Effects 0.000 claims 1
- 239000000463 material Substances 0.000 description 4
- 230000036642 wellbeing Effects 0.000 description 3
- 239000004744 fabric Substances 0.000 description 2
- 230000002349 favourable effect Effects 0.000 description 1
- 238000001746 injection moulding Methods 0.000 description 1
- 239000002184 metal Substances 0.000 description 1
- 210000005036 nerve Anatomy 0.000 description 1
- 230000000717 retained effect Effects 0.000 description 1
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01K—ANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
- A01K11/00—Marking of animals
- A01K11/001—Ear-tags
- A01K11/003—Ear-tags with means for taking tissue samples, e.g. for DNA analysis
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Genetics & Genomics (AREA)
- Biomedical Technology (AREA)
- Biotechnology (AREA)
- General Health & Medical Sciences (AREA)
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Molecular Biology (AREA)
- Birds (AREA)
- Zoology (AREA)
- Animal Husbandry (AREA)
- Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Surgical Instruments (AREA)
Description
P85508NL00
Titel: Dier vriendelijk oormerk voor dieren.
De uitvinding heeft betrekking op een vrouwelijk deel van een oormerk voor dieren, voorzien van een hoofdlichaam omvattende een opneemopening voor het opnemen van althans een deel van een penvormig deel van een mannelijk deel van het oormerk waarbij, in gebruik, met het 5 oormerk een doorvoeropening in een oor van het dier wordt aangebracht tijdens de handeling waarbij het pen vormig deel in de opening van het hoofdlichaam wordt gestoken voor het bevestigen van het oormerk aan het oor.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een oormerk voorzien van 10 een dergelijk vrouwelijk deel en een mannelijk deel voorzien van een penvormig deel waarbij het penvormig deel is ingericht om, althans voor een deel, via een doorvoeropening in het oor in de opneemopening van het hoofdlichaam te worden gestoken voor het bevestigen van het oormerk aan het oor van het dier waarbij, in gebruik, met het oormerk een 15 doorvoeropening in een oor van het dier wordt aangebracht tijdens de handeling waarbij het penvormig deel in de opening van het hoofdlichaam wordt gestoken voor het bevestigen van het oormerk aan het oor.
Voorts heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze die gebruik maakt van een dergelijk oormerk.
20 Een dergelijk vrouwelijk deeloormerk en werkwijze zijn op zich bekend. Hierbij prikt het penvormig deel van het mannelijk deel bij het aanbrengen van het oormerk door het weefsel van het oor waarbij het mannelijk deel vervolgens wordt vergrendeld in een vrouwelijk deel. De doorvoeropening die in het oor van het dier wordt aangebracht is bij 25 voorkeur relatief klein ten opzichte van de afmetingen van het vrouwelijk deeloormerk. De doorvoeropening heeft bij voorkeur een diameter met een orde van grootte van 3 mm - 10 mm.
2
In de loop van de jaren is de vorm van penvormig deel geëvalueerd naar een cilindrische geometrie met een doorsnede in de vorm van een pijl. Het vrouwelijk deel is in vele uitvoeringsvormen beschikbaar: als een eenvoudige ring, als een ring voorzien van een flap of etiket met daarop een 5 duidelijk leesbare code, maar ook als een elektronisch identificatielabel. De afmeting van de opneemopening in het vrouwelijk deel is thans afgestemd op de meest gangbare maten van de fabrikanten van mannelijke delen van verschillende bronnen. Deze opneemopening heeft een maat ergens tussen de maximale diameter van een punt van het mannelijk deel (ca. 8 mm) en de 10 diameter van een schacht van het mannelijk deel (ca. 5 mm). Hierdoor heeft een vrouwelijk deel een opening met doorgaans een diameter van ca. 6 a 7 mm. Dit resulteert bij het vrouwelijk deel in een drukzone met een omtrek van ongeveer 20 mm voor het weefsel van het oor van het dier. Vaak is deze ringvormige opening ook nog trechtervormig hetgeen het oppervlak van de 15 drukzone wat verder vergroot. In het gunstigste geval heeft de rand van deze ring een doorsnede met een aandrukkant voor het weefsel met een hoek van ongeveer 110 graden. In het ongunstigste geval heeft deze rand zelfs nog een afronding hetgeen de drukzone nog verder vergroot.
Deze geometrie van de ringvormige opening in het vrouwelijk deel 20 is niet geoptimaliseerd voor het welbevinden van het dier. Uitgangspunt is dat het weefsel van het dier wordt doorboord met de pijlpunt. Het eigenlijke doorboren van het weefsel van het dier wordt dan ook door het mannelijk deel uitgevoerd.
De uitvinding beoogt een vrouwelijk deel te verschaffen waarbij het 25 welbevinden van het dier wordt geoptimaliseerd wanneer een oormerk voorzien van een dergelijk vrouwelijk deel wordt aangebracht bij het dier. Het vrouwelijk deel volgens de uitvinding wordt dienovereenkomstig gekenmerkt in dat het vrouwelijk deel is voorzien van snijmiddelen voor het door van het oor geheel of gedeeltelijk lossnijden van een stuk weefsel van 30 het oor (een deel van het oor) aanbrengen van de doorvoeropening in het oor 3 tijdens de handeling waarbij het pen vormig deel in de opneemopening van het hoofdlichaam wordt gestoken voor het bevestigen van het oormerk aan het oor. Doordat het vrouwelijk deel is voorzien van snijmiddelen voor het door geheel of gedeeltelijk lossnijden van een deel van het oor aanbrengen 5 van de doorvoeropening, kan deze doorvoeropening snel en eenvoudig bij een dier worden aangebracht waarbij het welbevinden van het dier is geoptimaliseerd. Het dier zal hierdoor beduidend minder pijn ervaren dan bij het bekende vrouwelijk deel. Immers, vanwege het feit dat er een deel van het oor geheel of gedeeltelijk losgesneden wordt, zal het dier minder 10 pijn ervaren. Bovendien kan de aanbrengkracht worden verminderd waardoor in de praktijk het aanbrengen ook sneller en betrouwbaarder kan worden uitgevoerd.
Ook kan een dergelijk vrouwelijk deel samenwerken met op zich bekende verschillende typen mannelijke delen waarvan de dimensies van 15 het penvormige deel kunnen variëren.
Bij voorkeur wordt het deel van het oor geheel losgesneden, dat wil zeggen weggesneden voor het aanbrengen van de doorvoeropening.
In het bijzonder geldt dat de snijmiddelen zijn voorzien van een lusvormige scherpe snijrand waarbij deze lus bij voorkeur in zichzelf is 20 gesloten. In het bijzonder heeft de snijrand de vorm van, althans nagenoeg, een cirkel. Een voordeel van het vrouwelijk deel is bovendien dat de grootste diameter van de lusvormige snijrand, meer in het bijzonder dat de diameter van de snijrand wanneer deze de vorm van althans nagenoeg een cirkel heeft, kleiner kan worden uitgevoerd dan de diameter van de drukzones van 25 de bekende vrouwelijke delen. Hierdoor zullen er volgens de uitvinding door het vrouwelijk deel minder zenuwen worden geraakt hetgeen wederom de pijn die het dier ervaart, sterk zal verminderen.
Bij voorkeur geldt dat de snijmiddelen zijn voorzien van een kokervormig snijlichaam met een open einde waarbij de lusvormige snijrand 30 zich bij het open einde bevindt. In het bijzonder geldt hierbij dat het 4 snijlichaam is voorzien van een axiale as en een opstaande zijwand die zich rondom de axiale as uitstrekt waarbij een rand van de opstaande zijwand de snijrand vormt. Het betreffen hier zeer praktische uitvoeringsvormen die met eenvoudige middelen kunnen worden gerealiseerd. Zo kan het 5 kokervormige snijlichaam van een speciaal materiaal worden uitgevoerd zoals een metaal of een hard plastic. Dit materiaal kan dan een ander materiaal zijn dan de rest van het vrouwelijk deel.
In het bijzonder geldt dat het snijlichaam vooraf aan gebruik vast is bevestigd in het hoofdlichaam waarbij het hoofdlichaam is voorzien van 10 een snijlichaam-opneemruimte die grenst aan de zijde van het snijlichaam die tegenover de zijde van het snijlichaam ligt waar de lusvormige snijrand zich bevindt waarbij het vrouwelijke deel dusdanig is ingericht dat het snijlichaam kan worden losgebroken van het hoofdlichaam en in de snijlichaam-opneemruimte kan worden gedrukt waarbij, in gebruik, tijdens 15 genoemde handeling, met het penvormig deel en de snijrand het stuk weefsel geheel of gedeeltelijk van het oor wordt losgesneden ter verkrijging van de doorvoeropening waarbij bijvoorkeur het stukje weefsel geheel van het oor wordt losgesneden (er uit wordt gesneden) en in het hoofdlichaam wordt opgenomen en waarbij het snijlichaam door het penvormig deel wordt 20 los gemaakt van het hoofdlichaam en in de snijlichaam-opneemruimte wordt gemanipuleerd door het penvormig deel tegen het snijlichaam aan te drukken terwijl de pen wordt opgenomen in de pen-opneemruimte in het hoofdlichaam waarbij bijvoorkeur het penvormig deel dusdanig grote afmetingen heeft dat deze niet via het openeinde in het snijlichaam kan 25 worden opgenomen zonder dat de plaats van het snijlichaam verandert.
Volgens een zeer geavanceerde uitvoeringsvorm geldt dat het hoofdlichaam is voorzien van een opneemruimte voor het opnemen van een gedeelte van het oor dat met de snijmiddelen is uitgesneden. Doordat een uit het oor gesneden stuk weefsel bewaard blijft in het vrouwelijk deel kan 30 op enig later moment altijd dit gedeelte van het weefsel worden onderzocht, 5 bijvoorbeeld door het DNA deel van het oor te bepalen. Het DNA en het identificatienummer van het dier kan op deze wijze bijvoorbeeld met behulp van het vrouwelijk deel van het oormerk worden gekoppeld. Na het verwijderen van het oormerk, dus ook bij eventueel verlies, blijft hiermee 5 het DNA aanwezig in het vrouwelijk deel. In geval van een elektronisch oormerk is hiermee tevens het identificatienummer behorende bij DNA uit te lezen. Wanneer voor het aanbrengen van het oormerk het DNA reeds is onderzocht en gegevens hierover zijn opgeslagen, kan naderhand, aan de hand van het identificatienummer van het dier dat door het oormerk wordt 10 gedragen (in elektronische vorm of in leesbare vorm) het bijbehorende DNA worden bepaald en kan de DNA van het stukje weefsel dat zich in het vrouwelijk deel bevindt worden bepaald. Vervolgens kan worden gecontroleerd of de DNA-profielen bij elkaar horen. Ook wanneer het identificatienummer om wat voor reden dan ook, niet meer uitleesbaar zou 15 kunnen zijn, kan aan de hand van het DNA van het stukje weefsel dat zich in het vrouwelijk deel bevindt, alsnog de identiteit van het dier worden achterhaald.
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Hierin toont: 20 Fig. 1 een mogelijke uitvoeringsvorm van een vrouwelijk deel volgens de uitvinding en een op zich bekend mannelijk deel;
Fig. 2 een mogelijke uitvoeringvorm van een snijlichaam van een vrouwelijk deel volgens figuur 1;
Fig. 3 het vrouwelijk deel en het mannelijk deel volgens figuur 1 25 wanneer het is bevestigd aan een oor van een dier;
Fig. 4 een alternatieve uitvoeringsvorm van een snijlichaam van een vrouwelijk deel; en
Fig. 5 een uitvoeringsvorm van een oormerk met een vrouwelijk deel voorzien van het snijlichaam van figuur 4.
6
Fig. 6 een eerste mogelijke alternatieve uitvoeringsvorm van een snijlichaam van een vrouwelijk deel; en
Fig. 7 een tweede mogelijke alternatieve uitvoeringsvorm van een snijlichaam van een vrouwelijk deel.
5
In figuur 1 is met referentienummer 1 een oormerk voor een dier aangeduid. Het oormerk 1 is voorzien van een vrouwelijk deel 2 en een mannelijk deel 4. Het vrouwelijk deel 2 is voorzien van een hoofdlichaam 6, dat in dit voorbeeld een behuizing 8 met een binnenruimte 10 omvat. In dit 10 voorbeeld is in de binnenruimte 10 een transponder 12 opgenomen die in dit voorbeeld is voorzien van een ringvormige antennespoel 14 en een geïntegreerd circuit 16 dat met de antennespoel 14 is verbonden. In de transponder 12 is bijvoorbeeld op zich bekende wijze een identificatiecode opgeslagen die met behulp van een elektromagnetisch ondervraagveld kan 15 worden uitgelezen.
Het hoofdlichaam 6 is voorzien van een opneemopening 18 voor het opnemen van althans een deel van een penvormig deel 20 van het mannelijk deel 4. Het penvormig deel 20 heeft in dit voorbeeld de vorm van een penpunt en is voorzien van een schacht 22 met een diameter d en een knop 20 24 met een diameter D die in hoofdzaak conisch is uitgevoerd en toeloopt in een scherpe punt 26.
Het vrouwelijk deel is voorzien van snijmiddelen 28 voor het door geheel lossnijden (dus wegsnijden) van een deel van het oor aanbrengen van een doorvoeropening 30 (zie figuur 3) in het oor 32 van een dier tijdens de 25 handeling waarbij het penvormige deel 20 in de opneemopening 18 van het hoofdlichaam 6 wordt gestoken voor het bevestigen van het oormerk aan het oor 32.
Snijdende delen 34 van de snijmiddelen 28 bevinden zich in dit voorbeeld nabij een buitenzijde van het hoofdlichaam. In dit voorbeeld zijn 30 de snijmiddelen voorzien van een lusvormige scherpe snijrand 34 waarbij in 7 dit voorbeeld deze snijrand de vorm heeft van, althans nagenoeg, een cirkel (zie figuur 2). Het hoofdlichaam 6 is voorzien van een kokervormige pen-opneemruimte 36 voor het opnemen van het penvormige deel welke pen-opneemruimte via de opneemopening 18 toegankelijk is vanaf een 5 buitenzijde 38 van het hoofdlichaam. De lusvormige snijrand 34 strekt zich rondom een axiale as 40 van de pen-opneemruimte 36 uit. In het voorbeeld zijn de snijmiddelen 28 voorzien van een kokervormig snijlichaam 42 met een open einde 44 waarbij de lusvormige snijrand 34 zich bij het open einde 44 bevindt. Het snijlichaam 42 is voorzien van een axiale as 46 en een 10 opstaande zijwand 48 die zich rondom de axiale as 46 uitstrekt. Een rand 34 van de opstaande zijwand 48 vormt de eerder genoemde snijrand 34. Het snijlichaam heeft in dit voorbeeld in hoofdzaak de vorm van een cilinder.
Het snijlichaam 42 is in dit voorbeeld vast verbonden met een basislichaam 50 welk basislichaam 50 klemmend is opgenomen in het hoofdlichaam 6.
15 Het basislichaam 50 en het snijlichaam 42 zijn in dit voorbeeld uit één stuk materiaal gemaakt, bijvoorbeeld door middel van spuitgieten. Hierbij bevindt zich tussen het basislichaam en het snijlichaam een verzwakte zone 52 die de eigenschap heeft dat wanneer het snijlichaam 42 in de richting van de pijl P naar beneden wordt gedrukt (zie figuur 2) terwijl het 20 basislichaam 50 wordt ondersteund, de verzwakte zone zal scheuren met het gevolg dat het snijlichaam 28 in het holle basislichaam 50 wordt gemanipuleerd.
Er geldt dus dat het snijlichaam vooraf aan gebruik vast is bevestigd in het hoofdlichaam 6. Het hoofdlichaam is voorzien van een 25 snijlichaamopneemruimte 54 die grenst aan de zijde 56 van het snijlichaam die tegenover de zijde 58 van het snijlichaam ligt waar de lusvormige snijrand 34 zich bevindt. Het vrouwelijk deel is dus dusdanig ingericht dat het snijlichaam 42 kan worden losgebroken van het basislichaam 50 en daarmee van het hoofdlichaam 6 en in de snijlichaamopneemruimte 54 kan 8 worden gedrukt. De werking van de tot op dit punt omschreven vrouwelijk deel van het oormerk is als volgt.
Wanneer het mannelijk deel en het vrouwelijk deel van het oormerk 1 aan het oor 32 moeten worden bevestigd, wordt het oor 32 tussen 5 het mannelijk deel 4 en het vrouwelijk deel 2 geplaatst zoals getoond in figuur 1. Vervolgens wordt het mannelijk deel 4 naar het vrouwelijk deel 2 toe gedrukt. Een gevolg is dat het penvormige deel 20 het oor 32 tegen de lusvormige snijrand 34 aan zal drukken. De lusvormige snijrand heeft in dit voorbeeld een diameter b die kleiner is dan de eerder genoemde diameter d 10 en de diameter D. Het gevolg is dat in het oor 32 een doorvoeropening 30 in het oor wordt uitgesneden met een diameter die ongeveer gelijk is aan b.
Een dergelijke doorvoeropening kan eenvoudig en met lichte kracht met behulp van de lusvormige snijrand 34 worden aangebracht. Wanneer dus het mannelijk deel in de richting van de pijl P naar het vrouwelijk deel 2 15 wordt toe bewogen, wordt een stukje weefsel 60 uit het oor gesneden. Dit stukje weefsel 60 beland in een opneemruimte 62 van het hoofdlichaam welke opneemruimte zich in dit voorbeeld in het snijlichaam 42 bevindt (zie figuur 3). Wanneer het stukje weefsel is uitgesneden en het penvormige deel zich verder in de richting van de pijl P naar het vrouwelijk deel wordt 20 bewogen, komt uiteindelijk de pen aan te liggen tegen de lusvormige snijrand 34. Hierdoor zal het penvormige deel 20 wanneer deze verder in de opneemopening 18 wordt gedrukt, het snijlichaam 42 in de richting van de pijl P naar beneden gaan drukken. Het gevolg is dat de verzwakte zone 52 zal breken waardoor het snijlichaam 42 in het basislichaam 50 wordt 25 gedrukt (zie figuur 3). Het stukje weefsel bevindt zich dan eveneens in de holle binnenruimte van het snijlichaam. Tevens zal dan het penvormige deel worden vergrendeld in het hoofdlichaam met behulp van op zich bekende vergrendelingsmiddelen 64. In dit voorbeeld bestaan deze vergrendelingsmiddelen 64 uit opstaande haken 66 die zoals getoond in 30 figuur 3 rondom het penvormige deel 22 zijn gerangschikt en die in radiale 9 richting naar buiten uit kunnen buigen wanneer het penvormige deel in de richting van de pijl P in het hoofdlichaam 6 wordt gemanipuleerd waarbij vervolgens de haken 66 achter de knop 24 haken en tegen de schacht 22 aan komen te liggen waardoor het penvormige deel is vergrendeld.
5 Nadat het oormerk is aangebracht bevindt het snijlichaam 42 zich dus in de snijlichaamopneemruimte 54 en bevindt het stukje weefsel zich in de opneemruimte 62 die zich in het snijlichaam 42 bevindt.
In dit voorbeeld geldt dat het snijlichaam is uitgevoerd als een bus waarbij een open einde van de bus een scherpe snijrand 34 omvat. De 10 scherpe snijrand is in dit voorbeeld voorzien van een glad snij-oppervlak. De opstaande zijwand 48 van het kokervormig snijlichaam is nabij het open einde 44 aan het kokervormig snijlichaam verjongd uitgevoerd (in het deel van de opstaande zijwand dat in figuur 2 met de pijl V is uitgevoerd) zodat de lusvormige snijwand 34 wordt gevormd. Het is ook mogelijk (zie figuur 7) 15 dat een opstaande zijwand 48 van het snijlichaam nabij het open einde 44 van het kokervormig snijlichaam een dikte C heeft die kleiner is dan 0.4 mm., bij voorkeur kleiner dan 0.3 mm., nog meer bij voorkeur kleiner dan 0.2 mm. In dat geval kan het kokervormig snijlichaam nabij het open einde 44 bovendien ook nog verjongd zijn uitgevoerd. Het is eveneens denkbaar 20 dat de snijrand is voorzien van een veelvoud van snij segmenten zoals getoond in figuur 4. Dergelijke varianten worden ook geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.
Ook is het denkbaar dat het snijlichaam 42 en het basislichaam 5 niet middels een verzwakte zone met elkaar zijn verbonden. Hierbij kan dan 25 het snijlichaam zijn voorzien van tenminste één, en in dit voorbeeld een veelvoud van verzwakte zones 67 die het mogelijk maken dat het snijlichaam wanneer het penvormige deel via de opneemopening van het hoofdlichaam in de pen-opneemruimte wordt gebracht, kan vervormen om toegang te verschaffen aan het penvormige deel in de pen-opneemruimte 36. 30 Hierbij heeft het penvormige deel dan dusdanig grote afmetingen dat deze 10 niet via het open einde 44 in het snijlichaam kan worden opgenomen zonder dat de vorm van het snijlichaam veranderd. Overigens gold ook bij figuur 1 dat het penvormige deel dusdanig grote afmetingen heeft dat deze niet via het open einde 44 van het snijlichaam in het snijlichaam kan worden 5 opgenomen. In dit voorbeeld geldt echter dat wanneer de knop 34 in het open einde 44 wordt gemanipuleerd en verder naar beneden in de richting van de pijl P wordt gedrukt (zie figuur 4), de verzwakte zones 67 zullen openbarsten waardoor zijwanden 68 van het snijlichaam in radiale richting naar buiten toe kunnen uitbuigen of breken wanneer het penvormige deel 10 via het open einde van het snijlichaam in het snijlichaam wordt gebracht. Hierdoor wordt de opening 44 als het ware groter zodat de pen, althans gedeeltelijk, in het snijlichaam kan worden opgenomen. Het snijlichaam zal hierbij dusdanig vervormen dat dit geheel onder de haken 66 komen te liggen zodat de haken 66 achter de knop 20 kunnen haken zoals dit 15 eveneens het geval was bij de variant volgens figuur 3. Deze situatie is getoond in figuur 5.
Dergelijke varianten worden elk geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen. Ook is het denkbaar dat het snijlichaam volgens figuur 2 wordt vervangen door een snijlichaam volgens figuur 6. In dit voorbeeld 20 geldt dat de snijmiddelen zijn voorzien van een lusvormige scherpe snijrand waarbij deze lus niet in zichzelf is gesloten. Het snijlichaam volgens figuur 6 omvat een snijrand 34 die bijvoorbeeld een segment van een cirkel vormt volgens een boog van bijvoorbeeld 300 graden. Dit heeft tot gevolg dat een stukje weefsel 60 van het oor deels wordt losgesneden. Dit deel van het oor 25 kan dan door het mannelijk deel gemakkelijk worden opzij gedrukt voor doorvoer van het mannelijk deel door de doorvoeropening. Ook het snijlichaam volgens figuur 4 kan worden vervangen door een snijlichaam dat een snijrand heeft die bijvoorbeeld een segment van een cirkel vormt volgens een boog van bijvoorbeeld 300 graden en die is voorzien van 30 genoemde verzwakte zones.
11
In elk van de hiervoor geschetste uitvoeringsvormen is het ook denkbaar dat de knop een (iets) kleinere diameter heeft dan een diameter van het open einde van het snijlichaam. In dat geval kan wanneer met de knop een oor tegen het snijlichaam wordt aangedrukt toch het stukje 5 weefsel van het oor worden losgesneden waarna de knop vast haakt in de opneemruimte 36 die onder het snijlichaam (in plaats van op een zelfde hoogte als het snijlichaam bij figuur 1,3 en 5) is voorzien van haken 66 van een soort zoals getoond in figuur 1 voor het vasthouden van de knop.
In dit voorbeeld is het mannelijk deel voorzien van een transponder.
10 Dit is echter niet noodzakelijk. Het is ook mogelijk dat het mannelijke deel bijvoorbeeld slechts voorzien is van een identificatiecode die in optisch leesbare vorm is aangebracht, bijvoorbeeld in de vorm van een leesbaar getal of een barcode. Dergelijke varianten worden elk geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.
Claims (28)
1. Vrouwelijk deel van een oormerk voor dieren, voorzien van een hoofdlichaam omvattende een opneemopening voor het opnemen van althans een deel van een penvormig deel van een mannelijk deel van het oormerk waarbij, in gebruik, met het oormerk een doorvoeropening in een 5 oor van het dier wordt aangebracht tijdens de handeling waarbij het penvormig deel in de opening van het hoofdlichaam wordt gestoken voor het bevestigen van het oormerk aan het oor, met het kenmerk, dat het vrouwelijk deel is voorzien van snijmiddelen voor het door, van het oor geheel of gedeeltelijk lossnijden van een stuk weefsel van het oor (een deel 10 van het oor) aanbrengen van de doorvoeropening in het oor tijdens de handeling waarbij het pen vormig deel in de opneemopening van het hoofdlichaam wordt gestoken voor het bevestigen van het oormerk aan het oor.
2. Vrouwelijk deel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat snijdende 15 delen van de snijmiddelen zich nabij een buitenzijde van het hoofdlichaam bevinden.
3. Vrouwelijk deel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de snijmiddelen zijn voorzien van een lusvormige scherpe snijrand waarbij deze lus bij voorkeur in zichzelf is gesloten en waarbij bij voorkeur de 20 snijrand althans nagenoeg de vorm heeft van een cirkel.
4. Vrouwelijk deel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het hoofdlichaam van het vrouwelijke deel is voorzien van een kokervormige pen-opneemruimte welke pen-opneemruimte via de opneemopening toegankelijk is vanaf een buitenzijde van het hoofdlichaam voor het 25 opnemen van althans een deel van het penvormig deel waarbij de lusvormige snijrand zich uitstrekt rondom een axiale as van de pen-opneemruimte .
5. Vrouwelijk deel volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de lusvormige snijrand zich nabij een buitenzijde van het hoofdlichaam bevindt.
6. Vrouwelijk deel volgens een der conclusies 3-5, met het kenmerk, dat 5 de snijmiddelen zijn voorzien van een kokervormig snijlichaam met een openeinde waarbij de lusvormige snijrand zich bij het openeinde bevindt.
7. Vrouwelijk deel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het snijlichaam is voorzien van een axiale as en een opstaande zijwand die zich rondom de axiale as uitstrekt waarbij een rand van de opstaande zijwand de 10 snijrand vormt.
8. Vrouwelijk deel volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat het snijlichaam in hoofdzaak de vorm heeft van een cilinder.
9. Vrouwelijk deel volgens een der conclusies 6-8, met het kenmerk, dat het snijlichaam vooraf aan gebruik vast is bevestigd in het hoofdlichaam 15 waarbij het hoofdlichaam is voorzien van een snijlichaam-opneemruimte die grenst aan de zijde van het snijlichaam die tegenover de zijde van het snijlichaam ligt waar de lusvormige snijrand zich bevindt waarbij het vrouwelijke deel dusdanig is ingericht dat het snijlichaam los kan worden losgebroken van het hoofdlichaam en in de snijlichaam-opneemruimte kan 20 worden gedrukt waarbij, in gebruik, tijdens genoemde handeling, met het penvormig deel en de snijrand het stuk weefsel geheel of gedeeltelijk van het oor wordt losgesneden ter verkrijging van de doorvoeropening waarbij bij voorkeur het stukje weefsel geheel wordt losgesneden van het oor en in het hoofdlichaam wordt opgenomen en waarbij het snijlichaam door het 25 penvormig deel wordt los wordt gemaakt van het hoofdlichaam en in de snijlichaam-opneemruimte wordt gemanipuleerd door het penvormig deel tegen het snijlichaam aan te drukken terwijl de pen wordt opgenomen in de pen-opneemruimte in het hoofdlichaam waarbij bij voorkeur het penvormig deel dusdanig grote afmetingen heeft dat deze niet via het openeinde in het 30 snijlichaam kan worden opgenomen zonder dat de plaats van het snijlichaam verandert.
10. Vrouwelijk deel volgens een der voorgaande conclusies 6-8, met het kenmerk, dat het snijlichaam vooraf aan gebruik vast is bevestigd in het hoofdlichaam waarbij het snijlichaam is voorzien van tenminste een verzwakte zone die het mogelijk maakt dat het snijlichaam, wanneer het 5 penvormig deel via de opneemopening van het hoofdlichaam in de pen-opneemruimte wordt gebracht, kan vervormen om toegang te verschaffen aan het penvormig deel in de pen-opneemruimte wanneer het penvormig deel dusdanig grote afmetingen heeft dat deze niet via het openeinde in het snijlichaam kan worden opgenomen zonder dat de vorm van het snijlichaam 10 verandert.
11. Vrouwelijk deel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de tenminste ene verzwakte zone dusdanig is aangebracht dat zijwanden van het snijlichaam in radiale richting naar buiten toe kunnen uitbuigen of breken wanneer het penvormig deel via het openeinde van het snijlichaam 15 in het snijlichaam wordt gebracht.
12. Vrouwelijk deel volgens conclusies 7 en 11, met het kenmerk, dat de tenminste ene verzwakte zone zich in axiale richting van de zijwand uitstrekt.
13. Vrouwelijk deel volgens een der voorgaande conclusies 6-12, met het 20 kenmerk, dat het snijlichaam voorafgaand aan gebruik zich althans in hoofdzaak in de pen-opneemruimte bevindt.
14. Vrouwelijk deel volgens een der conclusies 6-13, met het kenmerk, dat het snijlichaam is uitgevoerd als een bus dat bij een openeinde van de bus de scherpe snijrand omvat.
15. Vrouwelijk deel volgens een der voorgaande conclusies 3-14, met het kenmerk, dat de lusvormige snijrand is voorzien van een veelvoud van snij-segmenten.
16. Vrouwelijk deel volgens een der voorgaande conclusies 3-14, met het kenmerk, dat de lusvormige snijrand is voorzien van een glad snijoppervlak. 30
17. Vrouwelijk deel volgens tenminste conclusie 6, met het kenmerk, een opstaande zijwand van het kokervormig snijlichaam nabij het open einde van het kokervormig snijlichaam verjongd is uitgevoerd zodat de lusvormige snijrand wordt gevormd en/of waarbij een opstaande zijwand van het snijlichaam nabij het open einde van het kokervormig snijlichaam een dikte heeft die kleiner is dan 0.4 mm., bij voorkeur kleiner dan 0.3 mm., nog meer 5 bij voorkeur kleiner dan 0.2 mm.
18. Vrouwelijk deel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het hoofdlichaam is voorzien van een opneemruimte voor het opnemen van het stuk weefsel van het oor dat met de snij middelen geheel is losgesneden.
19. Vrouwelijk deel volgens conclusie 6 enl8, met het kenmerk, dat de opneemruimte zich in het snijlichaam bevindt.
20. Vrouwelijk deel volgens conclusie 18 of 19, met het kenmerk, dat de opneemruimte een open verbinding heeft met een omgeving van het vrouwelijk deel.
21. Vrouwelijk deel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het vrouwelijk deel verder is voorzien van vergrendelingsmiddelen voor het vasthouden van het penvormig deel in de opneemopening wanneer het penvormig deel in de opneemopening van het vrouwelijk deel is aangebracht.
22. Vrouwelijk deel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het hoofdlichaam is voorzien van een opneemruimte voor het opnemen van althans een deel van het penvormig deel wanneer het penvormig deel in de opneemruimte wordt gestoken bij de handeling waarbij het penvormig deel in de opening van het hoofdlichaam wordt 25 gestoken voor het bevestigen van het oormerk aan het oor.
23. Vrouwelijk deel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat een grootste diameter van het lusvormige snijrand kleiner is dan de diameter van de opneemopening.
24. Oormerk voorzien van een vrouwelijk deel volgens een der 30 voorgaande conclusies en een mannelijk deel voorzien van een penvormig deel waarbij het penvormig deel is ingericht om althans voor een deel via een doorvoeropening in het oor in de opneemopening van het hoofdlichaam te worden gestoken voor het bevestigen van het oormerk aan het oor van het dier waarbij, in gebruik, met het oormerk een doorvoeropening in een oor van het dier wordt aangebracht tijdens de handeling waarbij het penvormig 5 deel in de opening van het hoofdlichaam wordt gestoken voor het bevestigen van het oormerk aan het oor, met het kenmerk, dat, in gebruik, het oor door een vrij uiteinde van de pen tegen de snijmiddelen wordt aangedrukt voor het met de snijmiddelen van het oor geheel of gedeeltelijk lossnijden van het stuk weefsel van het oor voor het verkrijgen van de doorvoeropening in het 10 oor.
25. Oormerk volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat een deel van het penvormig deel nabij een uiteinde van het penvormig deel een kleinere diameter heeft dan de opneemopening van het hoofdlichaam en een grotere diameter heeft dan het openeinde van het kokervormige snijlichaam.
26. Werkwijze voor het bevestigen van een oormerk aan het oor van een dier waarbij het oormerk is voorzien van een vrouwelijk deel volgens een der voorgaande conclusies 1-23 en een mannelijk deel voorzien van een penvormig deel waarbij het penvormig deel is ingericht om althans voor een deel via een doorvoeropening in het oor in de opneemopening van het 20 hoofdlichaam te worden gestoken voor het bevestigen van het oormerk aan het oor van het dier waarbij, in gebruik, met het oormerk een doorvoeropening in een oor van het dier wordt aangebracht tijdens de handeling waarbij het penvormig deel in de opneemopening van het hoofdlichaam wordt gestoken voor het bevestigen van het oormerk aan het 25 oor, met het kenmerk, dat, het oor door een vrij uiteinde van de pen tegen de snijmiddelen wordt aangedrukt voor het met de snijmiddelen van het oor geheel of gedeeltelijk lossnijden van een stuk weefsel van het oor (een deel van het oor) voor het verkrijgen van de doorvoeropening in het oor en waarbij het penvormig deel in de opneemopening wordt gestoken terwijl het 30 penvormig deel door de doorvoeropening reikt voor het bevestigen van het vrouwelijk aan het mannelijk deel waarbij het oor zich tussen het mannelijk en vrouwelijk deel bevindt.
27. Werkwijze volgens conclusie 26, met het kenmerk, dat gebruik wordt gemaakt van een vrouwelijk deel volgens conclusie 9 waarbij tijdens 5 genoemde handeling met het penvormig deel en de snijrand het stuk weefsel geheel of gedeeltelijk van het oor wordt losgesneden door het oor met het penvormig deel tegen het snijlichaam aan de drukken ter verkrijging van de doorvoeropening waarbij bij voorkeur het stukje weefsel geheel wordt losgesneden van het oor en in het hoofdlichaam wordt opgenomen en 10 waarbij het snijlichaam door het penvormig deel los wordt gemaakt van het hoofdlichaam en in de snijlichaam-opneemruimte wordt gemanipuleerd door met het penvormig deel tegen het snijlichaam aan te drukken terwijl het penvormig deel wordt opgenomen in de pen-opneemruimte in het hoofdlichaam.
28. Werkwijze volgens conclusie 26, met het kenmerk, dat gebruik wordt gemaakt van een vrouwelijk deel volgens conclusie 10 waarbij het penvormig deel via de opneemopening van het hoofdlichaam in de pen-opneemruimte wordt gebracht waardoor het snijlichaam zal vervormen onder druk van het penvormig deel om toegang te verschaffen aan het 20 penvormig deel in de pen-opneemruimte omdat het penvormig deel dusdanig grote afmetingen heeft dat deze niet via het openeinde in het snijlichaam kan worden opgenomen zonder dat de vorm van het snijlichaam verandert.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2005601A NL2005601C2 (nl) | 2010-10-29 | 2010-10-29 | Dier vriendelijk oormerk voor dieren. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2005601 | 2010-10-29 | ||
NL2005601A NL2005601C2 (nl) | 2010-10-29 | 2010-10-29 | Dier vriendelijk oormerk voor dieren. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2005601C2 true NL2005601C2 (nl) | 2012-05-02 |
Family
ID=43929130
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2005601A NL2005601C2 (nl) | 2010-10-29 | 2010-10-29 | Dier vriendelijk oormerk voor dieren. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL2005601C2 (nl) |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL6506549A (nl) * | 1964-05-26 | 1965-11-29 | ||
BE753581A (fr) * | 1970-07-16 | 1970-12-31 | Tansens Marcel | Dispositif d'identification auriculaire inviolable pour animaux, |
WO1982002788A1 (en) * | 1981-02-06 | 1982-08-19 | Eugene B Ritchey | Improved identification tag for livestock |
-
2010
- 2010-10-29 NL NL2005601A patent/NL2005601C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL6506549A (nl) * | 1964-05-26 | 1965-11-29 | ||
BE753581A (fr) * | 1970-07-16 | 1970-12-31 | Tansens Marcel | Dispositif d'identification auriculaire inviolable pour animaux, |
WO1982002788A1 (en) * | 1981-02-06 | 1982-08-19 | Eugene B Ritchey | Improved identification tag for livestock |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
KR200489707Y1 (ko) | 고무 타이어의 내부에 사용되는 rfid 장치 및 이의 설치 방법 | |
AU674885B2 (en) | Hypodermic needle with a protrusion | |
KR101275894B1 (ko) | 가축 개체 인식용 이어 태그 | |
JP2008105170A (ja) | ワーク把持具 | |
EP3057479A1 (de) | System und verfahren zum zubereiten eines getränks | |
NL2005601C2 (nl) | Dier vriendelijk oormerk voor dieren. | |
US10165768B2 (en) | System and apparatus for the storage and display of fishing lures | |
JP5313359B2 (ja) | ボタン取付方法、ボタン取付システム、及びボタン取付用上金型 | |
BR112018072132A2 (pt) | retentor de cartões. | |
US8640518B1 (en) | Burring apparatus with scrap removing capability | |
CN102793597A (zh) | 支架输送系统 | |
EP2762621A1 (en) | Straight shaft latch needle | |
CN105791472A (zh) | 用于便携式终端的sim卡托架的制造方法 | |
JP7340410B2 (ja) | 金型、ダイ金型、金型セット、及び板金加工方法 | |
WO2017221131A1 (en) | Flaring tool | |
KR20170035906A (ko) | 동물 식별 장치 및 샘플링 부재를 포함하는 동물 식별 시스템 | |
US9558683B2 (en) | Identification tag adapted to be clipped to a shaft | |
JP6982002B2 (ja) | フェルトニードル及び少なくとも1つのフェルトニードルを製造する方法 | |
CN205343701U (zh) | 一种注塑模具的顶出机构 | |
JP2013214211A (ja) | Icタグ保有体、保持具、およびicタグ保有体のicタグによって管理される管理対象物品 | |
JP5862581B2 (ja) | 装身具フープの接続金具 | |
US6322582B1 (en) | Device for fixing a suture thread to a surgical needle | |
US10258112B2 (en) | Apparatus for attaching an item to one or more substrates | |
JP3153993U (ja) | 釣針 | |
CN107646956B (zh) | 用于在加工线上加工被屠宰家禽的躯体部分的方法和装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20140501 |