NL2005558C2

NL2005558C2 - ANCHOR.

Info

Publication number: NL2005558C2
Application number: NL2005558A
Authority: NL
Inventors: Herm Jan Wijhe
Original assignee: Herm Jan Wijhe
Priority date: 2010-10-21
Filing date: 2010-10-21
Publication date: 2012-04-24
Also published as: EP2444313A2; EP2444313A3

Description

ANKERANCHOR

De uitvinding heeft betrekking op een anker, omvattende een smal deel en een daarmee verbonden verbreed deel. Dergelijke 5 ankers zijn bekend, bijvoorbeeld in de vorm van een paddenstoelanker. Een paddenstoelanker is een stokanker, waarbij aan het uiteinde een zwaar bolsegment is bevestigd. Het anker wordt gebruikt als permanent anker, en kan worden gebruikt in een klei- of fijnzandbodem. Het halve bolsegment 10 zinkt daarbij langzaam in de zeebodem, waarbij de paal grotendeels boven de zeebodem blijft uitsteken.The invention relates to an anchor, comprising a narrow part and a widened part connected thereto. Such anchors are known, for example in the form of a mushroom anchor. A mushroom anchor is a stick anchor, with a heavy bulb segment attached to the end. The anchor is used as a permanent anchor, and can be used in a clay or fine sand bottom. The half-spherical segment 10 thereby slowly sinks into the seabed, with the pole largely protruding above the seabed.

De uitvinding beoogt een verbeterd permanent anker, dat een grote axiale en radiale houdkracht kan leveren, eenvoudig is 15 te installeren, snel gebruiksklaar is, eenvoudig is te verwijderen en/of dat voor meerdere soorten bodems geschikt is.It is an object of the invention to provide an improved permanent anchor which can provide a large axial and radial holding force, is easy to install, is ready for use, is easy to remove and / or is suitable for several types of bottoms.

Volgens de uitvinding is het anker voorzien van ten minste 20 een vloeistofkanaal dat aan een uiteinde een aansluiting heeft voor een vloeistoftoevoer en dat aan het andere uiteinde ten minste een uitstroomopening heeft, waarbij de uitstroomopening zich in het buitenoppervlak van het verbrede deel bevindt. Door water met grote kracht door het 25 vloeistofkanaal te spuiten, wordt de zeebodem los gespoten en waterig, waardoor het anker diep, bij voorkeur helemaal, in de bodem wegzakt. Door deze inspuittechniek ontstaat een kuil, waardoor latere verdieping van de ankerplaats mogelijk is. Tevens is met dezelfde techniek het anker weer eenvoudig 30 te verwijderen. Doordat het verbrede deel van het anker diep in de bodem zit, komt het losraken van het anker door tixotropie van de bovenste bodemlaag minder snel voor.According to the invention, the anchor is provided with at least one liquid channel which has a connection for a liquid supply at one end and which has at least one outflow opening at the other end, the outflow opening being located in the outer surface of the widened part. By spraying water through the liquid channel with great force, the seabed is sprayed loose and watery, as a result of which the anchor sinks deeply into the ground, preferably completely. This injection technique creates a pit, which makes later deepening of the anchorage possible. The anchor can also be easily removed with the same technique. Because the widened part of the anchor is located deep in the bottom, the loosening of the anchor due to tixotropy of the upper bottom layer occurs less quickly.

22

In de voorkeursuitvoering wordt het smalle deel in hoofdzaak gevormd door een paal, welke bij voorkeur hol is. Het vloeistofkanaal strekt zich daarbij bij voorkeur door de holle paal heen uit. Voorts strekt het vloeistofkanaal zich 5 vanaf het anker bij voorkeur uit in een flexibele slang, zodanig dat deze zich bij het installeren van het anker naar en tot boven het wateroppervlak kan uitstrekken, waar het aan een boei kan worden bevestigd. De slang is bij voorkeur tegen hoge drukken bestendig. Na de installatie kan de slang 10 bij voorkeur nabij de bovenzijde van de paal worden afgekoppeld.In the preferred embodiment, the narrow part is substantially formed by a pole, which is preferably hollow. The fluid channel preferably extends through the hollow pole. Furthermore, the liquid channel preferably extends from the anchor into a flexible hose, such that when installing the anchor it can extend to and above the water surface where it can be attached to a buoy. The hose is preferably resistant to high pressures. After installation, the hose 10 can preferably be disconnected near the top of the pole.

Het verbrede deel is bij voorkeur in hoofdzaak kegelvormig, waarbij de punt van de kegel van het smalle deel af wijst.The widened portion is preferably substantially cone-shaped, the tip of the cone pointing away from the narrow portion.

1515

Het vloeistofkanaal is bij voorkeur gesplitst en bevinden zich meerdere uitstroomopeningen in het buitenoppervlak van het verbrede deel. De meeste uitstroomopeningen wijzen daarbij bij voorkeur in hoofdzaak in de richting van het 20 smalle deel, en ten minste een van de uitstroomopeningen wijst bij voorkeur van het smalle deel af.The fluid channel is preferably split and there are a plurality of outflow openings in the outer surface of the widened portion. Most outflow openings herein preferably point substantially in the direction of the narrow part, and at least one of the outflow openings preferably rejects the narrow part.

Bij voorkeur strekt zich ten minste een gewicht rond het smalle deel uit, waarbij het gewicht zich bij voorkeur vrij 25 over het smalle deel kan bewegen. Het gewicht heeft bij voorkeur een grotere zijwaartse doorsnede dan het brede deel. In de voorkeursuitvoering strekken meerdere van dergelijke gewichten zich rond het smalle deel uit, die vrij over het smalle deel kunnen bewegen, en die vanaf het brede 30 deel gezien een steeds grotere doorsnede hebben. Vanaf het brede deel gezien is het eerste gewicht bij voorkeur in hoofdzaak frustoconisch is. Het eerste gewicht is daarbij langs zijn frustoconische oppervlak bij voorkeur voorzien 3 van geleidingssleuven die zich uitstrekken in de richting naar de punt van het conische brede deel. De overige gewichten zijn bij voorkeur in hoofdzaak schijfvormig. De gewichten zijn in het midden voorzien van een gat zodat deze 5 over het smalle deel, dat bij voorkeur paalvormig is, op en neer kunnen schuiven. De gewichten zijn bij voorkeur van metaal en/of beton.Preferably, at least one weight extends around the narrow part, the weight preferably being able to move freely over the narrow part. The weight preferably has a larger lateral cross-section than the wide part. In the preferred embodiment, several of such weights extend around the narrow part, which can move freely over the narrow part, and which, viewed from the wide part, have an increasingly larger cross-section. Viewed from the broad part, the first weight is preferably substantially frustoconical. The first weight is then preferably provided along its frustoconic surface with guide slots which extend in the direction towards the tip of the conical wide part. The remaining weights are preferably substantially disc-shaped. The weights are provided with a hole in the middle so that they can slide up and down over the narrow part, which is preferably pole-shaped. The weights are preferably made of metal and / or concrete.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van 10 een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, waarin:The invention will be further elucidated on the basis of an exemplary embodiment shown in the figures, in which:

Figuur 1 een perspectiefweergave is van een anker welke in een zeebodem is verzonken; 15 Figuur 2 een gedeeltelijk opengewerkte perspectiefweergave is van het anker uit figuur 1; enFigure 1 is a perspective view of an anchor sunk into a seabed; Figure 2 is a partially cut-away perspective view of the anchor of Figure 1; and

Figuren 3 en 4 opengewerkte perspectiefweergaven zijn van details van het anker uit figuur 1.Figures 3 and 4 are cut-away perspective views of details of the anchor of Figure 1.

2020

Het anker volgens de figuren omvat een holle paal 1, die aan de onderzijde is voorzien van een holle, in hoofdzaak kegelvormige verbrede kop 2. Aan het anker is een ketting (niet getoond) bevestigd, die het anker met een boei 3 aan 25 het zeeoppervlak verbindt. In het onderste deel van de holle paal 1 strekt zich een waterleiding 4 uit, die in het bovenste deel van de paal is verbonden met een waterslang 5, die zich door de bovenste opening van de paal langs de ketting naar de boei 3 aan het zeeoppervlak uitstrekt.The anchor according to the figures comprises a hollow pole 1, which is provided on the underside with a hollow, substantially conical widened head 2. A chain (not shown) is attached to the anchor, which chain the anchor with a buoy 3 to the anchor. connects the sea surface. Extending into the lower part of the hollow pole 1 is a water pipe 4, which in the upper part of the pole is connected to a water hose 5, which extends through the upper opening of the pole along the chain to the buoy 3 on the sea surface. extends.

Figuur 4 toont dat de onderzijde van de waterleiding 4 is voorzien van een verdeelkamer 6, waarop meerdere waterleidingen 7, 8 zijn aangesloten. Een waterleiding 7 30 4 strekt zich vanaf de verdeelkamer uit naar de punt van de kop 2, de overige vier waterleidingen 8 strekken zich vanaf de verdeelkamer 6 uit naar het bovenste oppervlak van de kop 2. De uitstroomopeningen van de waterleidingen 8 zijn 5 voorzien van spuitmonden welke naar boven zijn gericht en bevinden zich op regelmatige onderlinge afstanden rondom de paal 1 nabij de buitenzijde van de het bovenoppervlak van de kop 2. De spuitmonden zijn enigszins verzonken in de wand van de kop 2.Figure 4 shows that the underside of the water pipe 4 is provided with a distribution chamber 6, to which a plurality of water pipes 7, 8 are connected. A water pipe 7 extends from the distribution chamber to the tip of the head 2, the remaining four water pipes 8 extend from the distribution chamber 6 to the upper surface of the head 2. The outflow openings of the water pipes 8 are provided with nozzles which are directed upwards and are arranged at regular mutual distances around the pile 1 near the outside of the upper surface of the head 2. The nozzles are slightly recessed in the wall of the head 2.

1010

Het anker is voorts voorzien van een frustoconisch metalen gewicht 9, dat een doorlopende axiale boring heeft met een doorsnede die overeenkomt met de doorsnede van de paal 1.The anchor is furthermore provided with a frustoconic metal weight 9, which has a continuous axial bore with a cross-section corresponding to the cross-section of the post 1.

Het gewicht 9 kan daardoor over de paal 1 schuiven. De 15 onderzijde van het gewicht 9 heeft ongeveer de zelfde doorsnede als bovenzijde van de kop 2, en het gewicht 9 rust op de bovenzijde van de kop 2 zodanig dat de doorsnede van het gewicht naar boven toe toeneemt. Hierdoor vormen de kop 2 en het gewicht 9 samen een kegelvormig verbreed lichaam.The weight 9 can therefore slide over the post 1. The underside of the weight 9 has approximately the same cross-section as the top of the head 2, and the weight 9 rests on the top of the head 2 such that the cross-section of the weight increases upwards. As a result, the head 2 and the weight 9 together form a conically widened body.

20 Het frustoconische oppervlak van het gewicht 9 is voorzien van geleidingsgleuven 10 die zich van beneden naar boven uitstrekken.The frustoconic surface of the weight 9 is provided with guide slots 10 which extend from bottom to top.

Voorts zijn vier betonnen gewichten 11, 12, 13, 14 op het 25 anker aangebracht. Deze gewichten zijn in hoofdzaak schijfvormig en zijn voorzien van axiale boring met een doorsnede die overeenkomt met de doorsnede van de paal 1. De gewichten 11, 12, 13, 14 kunnen daardoor over de paal 1 schuiven. Het onderste betonnen gewicht 11 rust op het 30 metalen gewicht 9, en heeft een doorsnede die groter is dan de doorsnede van de bovenzijde van het metalen gewicht 9. De gewichten 12, 13, 14 daarboven hebben elk een grotere doorsnede dan het gewicht 11, 12, 13 eronder. Op die wijze 5 vormen de kop 2 en de gewichten 9, 11, 12, 13, 14 samen een in hoofdzaak kegelvormig verbreed lichaam. De betonnen gewichten 11, 12, 13, 14 zijn voorzien van wapening in de vorm van betonijzers 15.Furthermore, four concrete weights 11, 12, 13, 14 are arranged on the anchor. These weights are substantially disc-shaped and are provided with an axial bore with a cross-section corresponding to the cross-section of the post 1. The weights 11, 12, 13, 14 can therefore slide over the post 1. The lower concrete weight 11 rests on the metal weight 9, and has a cross-section that is larger than the cross-section of the upper side of the metal weight 9. The weights 12, 13, 14 above each have a larger cross-section than the weight 11, 12, 13 below. In this way the head 2 and the weights 9, 11, 12, 13, 14 together form a substantially conically widened body. The concrete weights 11, 12, 13, 14 are provided with reinforcement in the form of reinforcing bars 15.

55

Figuur 3 toont dat de paal 1 aan de bovenzijde is voorzien van een (hijs)oog 16 voor bevestiging aan de ketting. Het oog 16 is bevestigd op een horizontale as 17 van een bevestigingsdeel 18, zodanig dat het oog 16 over de 10 horizontale as 17 kan scharnieren. Het bevestigingsdeel 18 is middels een glijlager 20, 21 aan de paal 1 bevestigd, zodanig dat het oog 16 rond een verticale as kan roteren.Figure 3 shows that the post 1 is provided on the top with a (lifting) eye 16 for attachment to the chain. The eye 16 is mounted on a horizontal shaft 17 of a fastening part 18, such that the eye 16 can pivot over the horizontal shaft 17. The mounting part 18 is attached to the post 1 by means of a sliding bearing 20, 21, such that the eye 16 can rotate about a vertical axis.

De paal 1 is nabij de bovenzijde voorzien van gaten 22, 15 waardoor zeewater, zand of klei naar binnen kan stromen.The pile 1 is provided near the top with holes 22, 15 through which seawater, sand or clay can flow in.

Het anker zoals hier beschreven is tevens geschikt om bijvoorbeeld een kelder van een pand in de bodem te verankeren, teneinde de opwaartse druk door opkomend 20 grondwater te weerstaan. Meerdere ankers worden in dat geval, bijvoorbeeld nabij de hoeken van de kelder, in de bodem geplaatst, waarna de kelder tijdens het plaatsen daarvan aan de verzonken ankers wordt bevestigd.The anchor as described here is also suitable for, for example, anchoring a cellar of a building in the ground, in order to withstand the upward pressure by rising groundwater. In that case, several anchors are placed in the ground, for example near the corners of the basement, after which the basement is attached to the sunken anchors during placement thereof.

2525

Claims

An anchor, comprising a narrow part and a widened part connected thereto, characterized in that the anchor is provided with at least one liquid channel which at one end has a connection for a liquid supply and that at least one outflow opening at the other end wherein the outflow opening is in the outer surface of the widened portion. 10

Anchor as claimed in claim 1, wherein the narrow part is substantially formed by a pole.

The anchor of claim 2, wherein the pole is hollow. 15

Anchor as claimed in claim 3, wherein the liquid channel extends through the hollow pile.

5. Anchor as claimed in any of the foregoing claims, wherein the liquid channel extends from the anchor in a flexible hose, such that it can extend to and above the water surface during the installation of the anchor.

Anchor as claimed in any of the foregoing claims, wherein the widened part is substantially cone-shaped, the point of the cone pointing away from the narrow part.

7. Anchor as claimed in any of the foregoing claims, wherein the liquid channel is split and there are several outflow openings in the outer surface of the widened part.

The anchor according to claim 7, wherein most outflow openings point substantially in the direction of the narrow part.

Anchor as claimed in any of the foregoing claims, wherein at least one of the outflow openings points away from the narrow part.

10. Anchor as claimed in any of the foregoing claims, wherein at least one weight extends around the narrow part.

Anchor as claimed in claim 10, wherein the weight can move freely over the narrow part.

An anchor according to claim 10 or 11, wherein the weight has a larger lateral cross-section than the wide part.

13. Anchor as claimed in claim 10, 11 or 12, wherein a plurality of weights extend around the narrow part which can move freely over the narrow part, and which, viewed from the wide part, have an increasingly larger cross-section.

14. Anchor as claimed in any of the foregoing claims 10-13, wherein viewed from the broad part, the first weight is substantially frustoconical.

15. Anchor as claimed in claim 14, wherein the first weight along its frustoconic surface is provided with guide slots which extend in the direction towards the point of the conical wide part.