NL2005470C2

NL2005470C2 - Dredger COMPOSITION.

Info

Publication number: NL2005470C2
Application number: NL2005470A
Authority: NL
Inventors: Gerrit Jan Grundlehner
Original assignee: Bos & Kalis Baggermaatsch
Priority date: 2010-10-06
Filing date: 2010-10-06
Publication date: 2012-04-11
Also published as: CA2817083A1; WO2012060691A2; WO2012060691A3; NZ610227A

Description

NLP186895A BaggersamenstelNLP186895A Dredging assembly

ACHTERGROND VAN DE UITVINDINGBACKGROUND OF THE INVENTION

De uitvinding heeft betrekking op een baggersamen-stel voor het winnen van zand of mineralen uit het zeebed of 5 voor het graven van een sleuf in het zeebed.The invention relates to a dredging assembly for extracting sand or minerals from the sea bed or for digging a trench in the sea bed.

Een bekend baggersamenstel voor het winnen van zand of mineralen omvat een vaartuig en een zuiggedeelte. Het vaartuig omvat een opslagruimte voor het gewonnen zand of mineralen, een pomp en meerdere op het dek van het vaar-10 tuig geplaatste kranen, ook wel bokken genoemd. Het zuiggedeelte omvat een aan de bokken opgehangen zuigbuis die in het gebruik aan een eerste uiteinde ter hoogte van het vaartuig met de pomp en de opslagruimte verbonden is. Het tijdens het gebruik afgezonken tweede uiteinde van de zuig-15 buis is voorzien van een sleepkop die over het zeebed sleept.A known dredging assembly for extracting sand or minerals comprises a vessel and a suction section. The vessel comprises a storage space for the extracted sand or minerals, a pump and several cranes placed on the deck of the vessel, also referred to as sheerlegs. The suction section comprises a suction pipe suspended from the trestles, which in use is connected to the pump and the storage space at a first end at the height of the vessel. The second end of the suction tube that has sunk during use is provided with a drag head that drags over the sea bed.

De maximaal mogelijke baggerdiepte wordt bepaald door combinatie van de maximaal mogelijke afstand tussen de sleepkop en de aansluiting van de zuigbuis op het vaartuig 2 0 en de maximaal toelaatbare steilheid van de buis van ongeveer zestig graden. De zuigbuis wordt, wanneer deze buiten gebruik is gesteld, languit op het dek van het vaartuig geplaatst. Het dek dient ter ondersteuning van de zuigbuis, waardoor de lengte van de zuigbuis beperkt is tot de lengte 25 van het dek. De maximaal te baggeren diepte is op deze wijze 2 ongeveer honderdtwintig meter.The maximum possible dredging depth is determined by combining the maximum possible distance between the towing head and the connection of the suction pipe to the vessel and the maximum permissible steepness of the pipe of approximately sixty degrees. The suction tube, when it has been taken out of use, is stretched out onto the deck of the vessel. The deck serves to support the suction tube, whereby the length of the suction tube is limited to the length of the deck. The maximum depth to be dredged in this way 2 is approximately one hundred and twenty meters.

Een doel van de uitvinding is een baggersamenstel te verschaffen, waarmee men zand of mineralen kan winnen op grote diepte.It is an object of the invention to provide a dredging assembly with which sand or minerals can be extracted at great depth.

55

SAMENVATTING VAN DE UITVINDINGSUMMARY OF THE INVENTION

De uitvinding verschaft vanuit een eerste aspect een baggersamenstel voor het winnen van zand of mineralen 10 van een zeebodem of voor het graven van een sleuf in het zeebed, omvattend een langwerpig vaartuig, een afzinkgedeel-te en op het vaartuig geplaatste hijsinrichtingen voor het aan een aantal hijsdraden langs het vaartuig in het water neerlaten van het afzinkgedeelte, waarbij het afzinkgedeelte 15 is voorzien van een langwerpig pompgedeelte en een langwerpig zuiggedeelte dat aan zijn voorzijde verbonden is met de achterzijde van het pompgedeelte, waarbij het zuiggedeelte aan zijn tegengestelde achterzijde is voorzien van een zuigmond die in afgezonken toestand van het afzinkgedeelte 20 op de zeebodem rust, waarbij het baggersamenstel is voorzien van een flexibele buis die het vaartuig en het pompgedeelte met elkaar verbindt voor het daardoorheen omhoog pompen van gewonnen zand of mineralen. Het afzinkgedeelte is aan de draden opgehangen, zodanig, dat een baggerdiepte kan worden 25 bereikt die slechts wordt beperkt door de lengte van de draden en de lengte van de flexibele buis.The invention provides from a first aspect a dredging assembly for extracting sand or minerals from a seabed or for digging a trench in the seabed, comprising an elongated vessel, a sinking section and hoisting devices placed on the vessel for lifting on a a number of hoisting wires lowering the immersion section into the water along the vessel, the immersion section 15 being provided with an elongated pump section and an elongated suction section connected at its front side to the rear side of the pump section, the suction section being provided on its opposite rear side with a suction mouth which rests on the seabed in the sunk state of the immersion section 20, the dredging assembly being provided with a flexible tube connecting the vessel and the pump section for pumping up extracted sand or minerals therethrough. The immersion section is suspended from the wires such that a dredging depth can be achieved which is only limited by the length of the wires and the length of the flexible tube.

In een uitvoeringsvorm is het langwerpige zuiggedeelte aan zijn voorzijde door middel van een zwenkkoppeling beweegbaar verbonden met de achterzijde van het pompgedeel-30 te. Hierdoor kunnen het zuiggedeelte en het pompgedeelte onder een afwijkende hoek ten opzichte van elkaar aan de hijsdraden worden opgehangen.In one embodiment, the elongated suction section is movably connected at its front side by means of a pivot coupling to the rear side of the pump section. As a result, the suction section and the pump section can be suspended from the hoisting wires at a different angle with respect to each other.

In een uitvoeringsvorm strekt het pompgedeelte zich in de voorwaartse vaarrichting beschouwd vanaf de 35 voorzijde van het pompgedeelte in de richting van de zwenkkoppeling schuin naar achteren en schuin naar beneden uit. De neerwaartse richting van het pompgedeelte kan hierdoor 3 bijdragen aan de te bereiken baggerdiepte. Bovendien komt deze stand van het pompgedeelte overeen met de meest natuurlijk positie wanneer het pompgedeelte in de voorwaartse vaarrichting onder het vaartuig wordt meegesleept.In one embodiment, viewed in the forward direction, the pump section extends obliquely backwards and obliquely downwards, viewed from the front side of the pump section in the direction of the pivot coupling. The downward direction of the pump section can therefore contribute 3 to the dredging depth to be achieved. Moreover, this position of the pump section corresponds to the most natural position when the pump section is dragged under the vessel in the forward sailing direction.

5 In een uitvoeringsvorm strekt het zuiggedeelte zich in de voorwaartse vaarrichting beschouwd vanaf de zwenkkoppeling in de richting van de zuigmond schuin naar achteren en schuin naar beneden uit. De neerwaartse richting van het zuiggedeelte kan hierdoor bijdragen aan de te berei-10 ken baggerdiepte. Deze stand van het zuiggedeelte komt overeen met de meest natuurlijk positie wanneer het zuiggedeelte in de voorwaartse vaarrichting onder het vaartuig wordt meegesleept.In one embodiment the suction section, viewed in the forward direction of travel, extends obliquely backwards and obliquely downwards, viewed from the pivotal coupling in the direction of the suction mouth. The downward direction of the suction section can thereby contribute to the dredging depth to be achieved. This position of the suction section corresponds to the most natural position when the suction section is dragged under the vessel in the forward sailing direction.

In een uitvoeringsvorm staan het pompgedeelte en 15 het zuiggedeelte onder een schuine hoek ten opzichte van elkaar. Hierdoor wordt een gunstige hoek verkregen in het zuiggedeelte voor het daardoorheen opzuigen van het zand of de mineralen.In one embodiment, the pump portion and the suction portion are at an oblique angle to each other. A favorable angle is hereby obtained in the suction section for sucking in the sand or minerals therethrough.

In een uitvoeringsvorm hangt het pompgedeelte met 20 de in de voorwaartse vaarrichting beschouwde voorzijde aan een vanaf het vaartuig neergelaten eerste hijsdraad, waarbij het pompgedeelte met de in voorwaartse vaarrichting beschouwde achterzijde, nabij de zwenkkoppeling, hangt aan een vanaf het vaartuig neergelaten tweede hijsdraad, waarbij het 25 zuiggedeelte met de in voorwaartse vaarrichting beschouwde achterzijde, nabij de zuigmond, hangt aan een vanaf het vaartuig neergelaten derde hijsdraad. Het gewicht van het pompgedeelte en het zuiggedeelte wordt daardoor grotendeels door de hijsdraden gedragen.In one embodiment, the pump section with the front viewed in the forward direction is suspended from a first hoisting wire lowered from the vessel, the pump section with the rear viewed in the forward direction, hanging near the pivot, on a second hoist lowered from the vessel, the suction section with the rear side viewed in the forward direction, near the suction mouth, hangs from a third hoisting wire lowered from the vessel. The weight of the pump section and the suction section is therefore largely supported by the hoisting wires.

30 In een uitvoeringsvorm is de eerste hijsdraad in afgezonken toestand van het afzinkgedeelte korter dan de tweede hijsdraad, waarbij het pompgedeelte in afgezonken toestand van het afzinkgedeelte hangt onder een hoek van minder dan vijftig graden ten opzichte van de waterlijn, bij 35 voorkeur minder dan vijfenveertig graden ten opzichte van de waterlijn, bij voorkeur minder dan veertig graden ten opzichte van de waterlijn. Deze stand van het pompgedeelte 4 komt overeen met de meest natuurlijk positie wanneer het pompgedeelte in de voorwaartse vaarrichting aan de hijsdraden onder het vaartuig wordt meegesleept.In one embodiment, the first hoisting wire in the sunken state of the sinking section is shorter than the second hoisting wire, the pumping section hanging in the sunken state of the sinking section being at an angle of less than fifty degrees with respect to the water line, preferably less than forty-five degrees relative to the waterline, preferably less than forty degrees relative to the waterline. This position of the pump section 4 corresponds to the most natural position when the pump section is dragged along in the forward sailing direction on the hoisting wires below the vessel.

In een uitvoeringsvorm is de tweede hijsdraad in 5 afgezonken toestand van het afzinkgedeelte korter dan de derde hijsdraad, waarbij het zuiggedeelte in afgezonken toestand van het afzinkgedeelte hangt onder een hoek van minder dan vijfendertig graden ten opzichte van de waterlijn, bij voorkeur minder dan dertig graden ten opzichte van 10 de waterlijn, bij voorkeur minder dan vijfentwintig graden ten opzichte van de waterlijn. Onder deze hoek kan een optimale kopdruk op de zuigmond worden verkregen.In an embodiment the second hoisting wire in the sunken state of the sinking section is shorter than the third hoisting wire, the suction section in the sunken state of the sinking section hanging at an angle of less than thirty-five degrees with respect to the water line, preferably less than thirty degrees with respect to the waterline, preferably less than twenty-five degrees with respect to the waterline. An optimum head pressure on the nozzle can be obtained at this angle.

In een uitvoeringsvorm hangt het pompgedeelte met de in de voorwaartse vaarrichting beschouwde voorzijde aan 15 een trekdraad die zich in de voorwaartse vaarrichting be schouwd vanaf de voorzijde van het vaartuig schuin naar achter en schuin naar beneden uitstrekt, waarbij de eerste hijsdraad, de trekdraad en het gedeelte van het langwerpige vaartuig tussen de eerste hijsdraad en de trekdraad samen in 20 hoofdzaak een vormvaste driehoeksrelatie vormen. De trekdraad gaat tegen dat het afzinkgedeelte tengevolge van externe krachten, zoals de stroming van het water of de weerstand van de slepende zuigmond over de zeebodem, zich ten opzichte van de voorwaartse vaarrichting naar achteren 25 verplaatst.In one embodiment, the pump section with the front viewed in the forward direction of travel hangs from a puller wire which, viewed in the forward direction, extends obliquely backwards and obliquely downwards from the front of the vessel, the first hoisting wire, the puller wire and the part of the elongated vessel between the first hoisting wire and the pulling wire together substantially form a shape-retaining triangle relationship. The puller wire prevents the sinking section from moving backwards relative to the forward sailing direction due to external forces, such as the flow of the water or the resistance of the dragging nozzle over the seabed.

In een uitvoeringsvorm is ten minste een van de hijsdraden en/of de trekdraad opgehangen aan een hijsinrichting die de hijs- en/of trekdraden op een in hoofdzaak constante spanning houdt. De zuigmond kan daardoor met een 30 constante kopdruk over de zeebodem blijven slepen.In one embodiment, at least one of the hoisting wires and / or the puller wire is suspended from a hoisting device that holds the hoisting and / or puller wires at a substantially constant tension. The suction nozzle can therefore continue to drag over the seabed with a constant head pressure.

In een uitvoeringsvorm bevindt het afzinkgedeelte zich in afgezonken toestand recht onder het vaartuig, bij voorkeur recht onder de achterste helft van het vaartuig. Hierbij staan de eerste, tweede en derde hijsdraden in 35 hoofdzaak verticaal, wat gunstig is voor de draagkracht van de hijsdraden.In one embodiment, the immersion section is located in a submerged state directly below the vessel, preferably directly below the rear half of the vessel. Here, the first, second and third hoisting wires are substantially vertical, which is favorable for the carrying capacity of the hoisting wires.

In een uitvoeringsvorm bevindt het afzinkgedeelte 5 zich in opgehesen toestand recht onder het vaartuig, waarbij het pompgedeelte en het zuiggedeelte recht in eikaars verlengden staan. Het afzinkgedeelte kan daardoor eenvoudig uit het water gehesen worden en boven het scheepsdek geplaatst 5 worden.In one embodiment, the immersion section 5 is in a raised state directly under the vessel, the pump section and the suction section being straight in line with each other. The immersion section can therefore be easily lifted out of the water and placed above the ship's deck.

In een uitvoeringsvorm heeft de flexibele buis een lengte die groter is dan de lengte van het langwerpige vaartuig. Door de lengte van de flexibele buis kan een baggerdiepte worden bereikt die groter is dan anderhalf keer 10 de lengte van het vaartuig.In one embodiment, the flexible tube has a length that is greater than the length of the elongated vessel. Due to the length of the flexible tube, a dredging depth can be achieved that is greater than one and a half times the length of the vessel.

In een uitvoeringsvorm heeft de flexibele buis een lengte van ten minste anderhalf keer de lengte van het langwerpige vaartuig, bij voorkeur twee keer de lengte van het langwerpige vaartuig. Door de lengte van de flexibele 15 buis kan een baggerdiepte worden bereikt die groter is dan twee keer de lengte van het vaartuig.In one embodiment, the flexible tube has a length of at least one and a half times the length of the elongated vessel, preferably twice the length of the elongated vessel. Due to the length of the flexible tube, a dredging depth can be achieved that is greater than twice the length of the vessel.

In een uitvoeringsvorm is het vaartuig voorzien van een buislier die is verbonden met de flexibele buis voor het binnenhalen ofwel afgeven van de flexibele buis, waarbij 2 0 de flexibele buis in binnengehaalde toestand over de in hoofdzaak gehele lengte daarvan wordt gedragen door het vaartuig, en waarbij de flexibele buis één continue hartlijn heeft. De flexibele buis kan eenvoudig in gebruik worden gesteld doordat de flexibele buis in zijn geheel op het 25 vaartuig is samengesteld en klaarligt voor het afgeven.In one embodiment the vessel is provided with a tube winch which is connected to the flexible tube for the purpose of bringing in or delivering the flexible tube, wherein the flexible tube is carried in the retrieved state over the substantially entire length thereof by the vessel, and wherein the flexible tube has one continuous center line. The flexible tube can be easily put into use because the flexible tube is assembled in its entirety on the vessel and is ready for delivery.

In een uitvoeringsvorm is de diepte van de waterlijn tot en met de op het zeebed rustende zuigmond ten minste tweehonderd meter, bij voorkeur ten minste tweehonderdenvijftig meter.In one embodiment, the depth of the water line up to and including the suction mouth resting on the seabed is at least two hundred meters, preferably at least two hundred and fifty meters.

30 In een uitvoeringsvorm is voorzien van een of meer van de in de bij gevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.In one embodiment, one or more of the characterizing measures described in the attached description and / or shown in the attached drawings is provided.

De uitvinding verschaft vanuit een tweede aspect een werkwijze voor het met een baggersamenstel winnen van 35 zand of mineralen van een zeebodem of voor het met een baggersamenstel graven van een sleuf in het zeebed met een baggersamenstel, waarbij het baggersamenstel een langwerpig 6 vaartuig omvat, een afzinkgedeelte en op het vaartuig geplaatste hijsinrichtingen voor het aan een aantal hijsdraden langs het vaartuig in het water neerlaten van het afzinkge-deelte, waarbij het afzinkgedeelte is voorzien van een 5 langwerpig pompgedeelte en een langwerpig zuiggedeelte dat aan een voorzijde door middel van een zwenkkoppeling beweegbaar verbonden is met het een achterzijde van het pompgedeelte, waarbij het zuiggedeelte aan de tegengestelde achterzijde is voorzien van een zuigmond die in af gezonken 10 toestand van het afzinkgedeelte op de zeebodem rust, waarbij het baggersamenstel is voorzien van een flexibele buis die het vaartuig en het pompgedeelte met elkaar verbindt voor het daardoorheen omhoog pompen van gewonnen zand of mineralen, waarbij het pompgedeelte met de in de voorwaartse 15 vaarrichting beschouwde voorzijde hangt aan een vanaf het vaartuig neergelaten eerste hijsdraad, waarbij het pompgedeelte met de in voorwaartse vaarrichting beschouwde achterzijde, nabij de zwenkkoppeling, hangt aan een vanaf het vaartuig neergelaten tweede hijsdraad, waarbij het zuigge-20 deelte met de in voorwaartse vaarrichting beschouwde achterzijde, nabij de zuigmond, hangt aan een vanaf het vaartuig neergelaten derde hijsdraad, waarbij het pompgedeelte met de in de voorwaartse vaarrichting beschouwde voorzijde hangt aan een trekdraad die zich in de voorwaartse vaarrichting 25 beschouwd vanaf het vaartuig schuin naar achter en schuin naar beneden uitstrekt, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat; het aan een aantal hijsdraden langs het vaartuig in het water neerlaten van het afzinkgedeelte; het afgeven van lengtes van de flexibele buis, de hijsdraden en 30 de trekdraad, waarbij de lengte van de derde hijsdraad in afgezonken toestand van het afzinkgedeelte langer is dan de afgegeven lengte van de tweede hijsdraad, waarbij het zuiggedeelte zich in de voorwaartse vaarrichting beschouwd vanaf de zwenkkoppeling in de richting van de zuigmond schuin naar 35 achteren en schuin naar beneden uitstrekt; het met de eerste hijsdraad, de trekdraad en het gedeelte van het langwerpige vaartuig tussen de eerste hijsdraad en de trekdraad vormen 7 van een in hoofdzaak vormvaste driehoeksrelatie, het laten rusten van de zuigmond op de zeebodem, het in de voorwaartse vaarrichting verplaatsen van het vaartuig, waarbij de trek-draad het onderwater gedeelte recht onder het vaartuig 5 houdt; het tijdens het verplaatsen over de zeebodem slepen van de zuigmond. Hierdoor kan een baggerdiepte worden bereikt die slechts wordt beperkt door de lengte van de draden en de lengte van de flexibele buis. Door de hoek waaronder het zuiggedeelte gepositioneerd is kan een optimale krach-10 tenverdeling worden verkregen.The invention provides from a second aspect a method for extracting sand or minerals from a seabed with a dredging assembly or for digging a trench in the seabed with a dredging assembly with a dredging assembly, wherein the dredging assembly comprises an elongated vessel, immersion section and hoisting devices placed on the vessel for lowering the immersion section into the water on a number of hoisting lines along the vessel, the immersion section being provided with an elongated pump section and an elongated suction section movable at the front by means of a pivot coupling is connected to a rear side of the pump section, the suction section being provided on the opposite rear side with a suction mouth that rests on the seabed in the sunk state of the immersion section, the dredging assembly being provided with a flexible tube that holds the vessel and the connecting the pump part to it for that reason pumping up extracted sand or minerals, wherein the pump part with the front viewed in the forward sailing direction hangs on a first hoist wire lowered from the vessel, the pump part with the back viewed in the forward sailing direction, hanging near the pivot, from a the second hoisting wire, lowered from the vessel, with the suction part with the rear side viewed in the forward direction, near the suction mouth, hangs from a third hoist wire lowered from the vessel, the pump section with the front side viewed in the forward direction of travel hanging from a pull wire that when viewed in the forward direction 25 extends obliquely backwards and obliquely downwards from the vessel, the method comprising the following steps; lowering the immersion section into the water on a number of hoisting lines along the vessel; dispensing lengths of the flexible tube, the hoisting wires and the puller wire, wherein the length of the third hoisting wire in the sunk state of the immersion section is longer than the dispensed length of the second hoisting wire, the suction section being viewed in the forward direction of travel the pivot coupling extends obliquely backwards and obliquely downwards in the direction of the suction mouth; forming, with the first hoisting wire, the pulling wire and the portion of the elongated vessel between the first hoisting wire and the pulling wire, a substantially form-retaining triangle relationship, allowing the suction mouth to rest on the seabed, moving the vessel in the forward direction of travel wherein the puller wire holds the underwater portion straight under the vessel 5; dragging the squeegee over the seabed. A dredging depth can hereby be achieved which is only limited by the length of the wires and the length of the flexible tube. An optimum force distribution can be obtained by the angle at which the suction section is positioned.

In een uitvoeringsvorm is de lengte van de tweede hijsdraad in afgezonken toestand van het afzinkgedeelte langer dan de afgegeven lengte van de eerste hijsdraad, waarbij het pompgedeelte zich in de voorwaartse vaarrichting 15 beschouwd vanaf de voorzijde van het pompgedeelte in de richting van de zwenkkoppeling schuin naar achteren en schuin naar beneden uitstrekt. Door de hoek waaronder het pompgedeelte gepositioneerd is kan een optimale krachtenverdeling worden verkregen.In one embodiment, the length of the second hoisting wire in the sunk state of the immersion section is longer than the dispensed length of the first hoisting wire, the pump section, viewed in the forward direction, from the front of the pump section in the direction of the pivotal coupling obliquely towards extends backwards and diagonally downwards. An optimum distribution of forces can be obtained by the angle at which the pump part is positioned.

2 0 In een uitvoeringsvorm omvat de werkwijze de stap van het winnen van zand of mineralen uit de zeebodem op een diepte van ten minste tweehonderd meter, bij voorkeur op een diepte van ten minste tweehonderdvijftig meter.In an embodiment the method comprises the step of extracting sand or minerals from the seabed at a depth of at least two hundred meters, preferably at a depth of at least two hundred and fifty meters.

De uitvinding verschaft vanuit een derde aspect 25 een baggersamenstel voor het winnen van zand of mineralen van een zeebodem of voor het graven van een sleuf in het zeebed, omvattend een langwerpig vaartuig, een afzinkgedeelte en op het vaartuig geplaatste hijsinrichtingen voor het aan een aantal hijsdraden langs het vaartuig in het water 30 neerlaten van het afzinkgedeelte, waarbij het afzinkgedeelte is voorzien van een langwerpig pompgedeelte en een langwerpig zuiggedeelte dat aan zijn voorzijde verbonden is met de achterzijde van het pompgedeelte, waarbij het zuiggedeelte aan zijn tegengestelde achterzijde is voorzien van een 35 zuigmond die in afgezonken toestand van het afzinkgedeelte op de zeebodem rust, waarbij het pompgedeelte is voorzien van een onderwater gelegen uitgang voor het onderwater 8 uitstoten van het door de zuigmond opgezogen materiaal. Het afzinkgedeelte is aan de hijsdraden opgehangen, zodanig, dat een baggerdiepte kan worden bereikt die slechts wordt beperkt door de lengte van de hijsdraden.The invention provides from a third aspect a dredging assembly for extracting sand or minerals from a seabed or for digging a trench in the seabed, comprising an elongated vessel, a sinking section and hoisting devices placed on the vessel for a number of hoisting wires lowering the immersion section along the vessel into the water 30, the immersion section being provided with an elongated pump section and an elongated suction section which is connected at its front side to the rear side of the pump section, the suction section being provided on its opposite rear side with a 35 suction nozzle which rests on the seabed in the sunk state of the immersion section, the pump section being provided with an underwater outlet for ejecting the material sucked up by the suction nozzle underwater 8. The immersion section is suspended from the hoisting wires, such that a dredging depth can be achieved which is only limited by the length of the hoisting wires.

5 De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop 10 gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.The aspects and measures described in this description and claims of the application and / or shown in the drawings of this application can, where possible, also be applied separately from each other. Those individual aspects can be the subject of targeted split-off patent applications. This applies in particular to the measures and aspects that are described per se in the subclaims.

15 KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGENBRIEF DESCRIPTION OF THE DRAWINGS

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bij gevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in: 20 figuur 1 een zijaanzicht van een baggersamenstel volgens de uitvinding, voorzien van een diepwatergedeelte in een afgezonken toestand; figuur 2 een zijaanzicht van het baggersamenstel volgens figuur 1, met het diepwatergedeelte in een gedeelte-25 lijk opgehesen toestand; figuur 3 een zijaanzicht van het baggersamenstel volgens figuur 1, met het diepwatergedeelte in een opgehesen toestand; figuur 4 een bovenaanzicht van het baggersamenstel 30 volgens figuur 1, met het diepwatergedeelte in een opgehesen toestand; figuur 5 een zijaanzicht van het diepwatergedeelte volgens figuur 2; figuur 6 een zijaanzicht van een alternatieve 35 uitvoeringsvorm van het baggersamenstel; figuur 7 een bovenaanzicht van een alternatieve uitvoeringsvorm van het baggersamenstel.The invention will be elucidated on the basis of a number of exemplary embodiments shown in the accompanying drawings. Figure 1 shows a side view of a dredging assembly according to the invention, provided with a deep water portion in a sunken state; figure 2 shows a side view of the dredging assembly according to figure 1, with the deep water portion in a partially lifted state; figure 3 shows a side view of the dredging assembly according to figure 1, with the deep water portion in a raised state; figure 4 shows a top view of the dredging assembly 30 according to figure 1, with the deep water portion in a raised state; figure 5 shows a side view of the deep-water part according to figure 2; Figure 6 is a side view of an alternative embodiment of the dredging assembly; Figure 7 is a top view of an alternative embodiment of the dredging assembly.

99

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGENDETAILED DESCRIPTION OF THE DRAWINGS

5 Figuren 1-3 tonen een baggersamenstel 1 voor het winnen ofwel baggeren van zand of mineralen uit een zeebed 9. Naast het verkrijgen van zand of mineralen kan het winnen van zand of mineralen ook het graven van een sleuf in het zeebed 9 voor het aanbrengen van een onderwater pijpleiding 10 tot doel hebben. Het baggersamenstel 1 omvat een vaartuig 2, een vanaf het vaartuig 2 in de richting van het zeebed 9 afzinkbaar diepwatergedeelte 4 en een flexibele stijgbuis 8 met een lengte S die het vaartuig 2 en het diepwatergedeelte 4 aan elkaar koppelt.Figures 1-3 show a dredging assembly 1 for extracting or dredging sand or minerals from a sea bed 9. In addition to obtaining sand or minerals, extracting sand or minerals can also dig a trench in the sea bed 9 for applying of an underwater pipeline 10. The dredging assembly 1 comprises a vessel 2, a deep-water section 4 that can be sunk from the vessel 2 in the direction of the sea bed 9 and a flexible riser pipe 8 with a length S which connects the vessel 2 and the deep-water section 4 to each other.

15 Het vaartuig 2 is van het type 'vrachtschip', in het bijzonder van het type 'sleephopperzuiger'. Het vaartuig 2 omvat als zodanig een langwerpige scheepsromp 21 met een lengte P. Zoals in figuur 4 is weergegeven, is de scheepsromp 21 voorzien van een smalle in een punt toelopende 2 0 voorsteven 22 en een brede stompe achtersteven 23. De voorwaartse vaarrichting is aangegeven met pijl A. In de langwerpige scheepsromp 21 is een laadruimte 24 opgenomen voor het daarin opslaan van gewonnen zand of mineralen.The vessel 2 is of the 'cargo ship' type, in particular of the 'trailing suction hopper dredger' type. The vessel 2 as such comprises an elongated ship's hull 21 with a length P. As shown in Figure 4, the ship's hull 21 is provided with a narrow stern-end stern 22 and a wide, stubby stern-stern 23. The forward sailing direction is indicated with arrow A. A loading space 24 is included in the elongated hull 21 for storing recovered sand or minerals therein.

Zoals in figuur 4 is weergegeven, is het vaartuig 25 2 aan de bovenzijde van de scheepsromp 21 voorzien van een scheepsdek 25. Het vaartuig 2 is op het scheepsdek 25 voorzien van een buislier 32 voor het binnenhalen en afgeven van de flexibele stijgbuis 8, een over het scheepsdek 25 laverend buisrek 34 dat dient ter ondersteuning van de flexibele 30 stijgbuis 8 in buiten gebruik gestelde toestand en meerdere buisgeleidingen 33, 38 voor het over het buisrek 34 op het scheepsdek 25 geleiden van de flexibele stijgbuis 8. De stijgbuis 8 kan over zijn gehele lengte S zonder onderbreking worden afgegeven en binnengehaald. De flexibele stijg-35 buis 8 is bij voorkeur vervaardigd uit één lange slangvormige flexibele buis met een diameter van zestig tot honderen-twintig centimeter. De flexibele stijgbuis 8 kan zijn opge- 10 bouwd uit meerdere vast met elkaar verbonden buissegmenten met vergelijkbare eigenschappen als de hiervoor beschreven flexibele stijgbuis 8 uit één stuk. Het vaartuig 2 omvat nabij de achtersteven 23 een dekhuis 36. Het dekhuis 36 is 5 voorzien van een brug 37 van waaruit het vaartuig 2 wordt bestuurd.As shown in Figure 4, the vessel 2 is provided on the upper side of the hull 21 with a ship deck 25. The vessel 2 is provided on the ship deck 25 with a tubular winch 32 for bringing in and delivering the flexible riser 8, a tube rack 34 that lifts over ship's deck 25 and which serves to support the flexible riser 8 in the decommissioned state and a plurality of tube guides 33, 38 for guiding the flexible riser 8 over the tube rack 34 onto the ship's deck 25. its entire length S are delivered and brought in without interruption. The flexible riser tube 8 is preferably made from one long tubular flexible tube with a diameter of sixty to one hundred and twenty-one centimeters. The flexible riser 8 can be built up from a plurality of fixedly connected pipe segments with similar properties as the above-described flexible riser 8 in one piece. The vessel 2 comprises a deck housing 36 near the stern 23. The deck housing 36 is provided with a bridge 37 from which the vessel 2 is steered.

Het vaartuig 2 is op het scheepsdek 25 voorzien van een eerste zijwaarts, dwars op de langsrichting van de scheepsromp 21 beweegbare bok 26 die is geplaatst op de 10 voorsteven 22, een tweede zijwaarts, dwars op de langsrichting van de scheepsromp 21 beweegbare bok 27 en een derde zijwaarts beweegbare bok 28 die op afstand van elkaar zijn geplaatst tussen de voor- en de achtersteven 22, 23 op de achterste helft van de vaartuig 2, en een vierde zijwaarts 15 beweegbare bok 29 die geplaatst is op de achtersteven 23. De bokken 26-29 zijn opgesteld langs de in de vaarrichting A beschouwde rechterzijde van de scheepsromp 21, ook wel stuurboord genoemd. Elke bok 26-29 is voorzien van een draadlier 30 en twee bokkatrollen 31 voor het daarover langs 20 de bakboordzijde van de scheepsromp 21 neerlaten van draden. Eenzelfde opstelling is mogelijk aan de in de vaarrichting A beschouwde linkerzijde van de scheepsromp 21, ook wel bakboord genoemd.The vessel 2 is provided on the ship deck 25 with a first trestle 26 movable sideways, transverse to the longitudinal direction of the ship's hull 21, which is placed on the stern 22, a second sideways movable transversely of the longitudinal direction of the hull 21 and a third laterally movable goat 28 spaced apart between the front and the stern 22, 23 on the rear half of the vessel 2, and a fourth laterally movable goat 29 that is placed on the stern 23. The goats 26-29 are arranged along the right-hand side of the ship's hull 21, viewed in the direction of sailing A, also called starboard. Each goat 26-29 is provided with a wire winch 30 and two goat pulleys 31 for lowering wires along the port side of the ship's hull 21. The same arrangement is possible on the left-hand side of the ship's hull 21, viewed in the direction of sailing A, also known as port side.

Zoals in figuur 5 is weergegeven, omvat het diep-25 watergedeelte 4 een pompsectie 5, een zuigsectie 6 en een cardanische koppeling 7 die de pompsectie 5 en de zuigsectie 6 aan elkaar koppelt.As shown in Figure 5, the deep-water portion 4 comprises a pump section 5, a suction section 6 and a gimbal coupling 7 which connects the pump section 5 and the suction section 6 to each other.

De pompsectie 5 omvat een langwerpig pompframe 51 dat aan een eerste uiteinde 55 met de cardanische koppeling 30 7 is verbonden. De pompsectie 5 is nabij de cardanische koppeling 7 voorzien van een centrifugaalpomp 52 en een jetpomp 58 die in het pompframe 51 is opgenomen. Vanaf de centrifugaalpomp 52 strekt een met de uitgang van de centrifugaalpomp 52 verbonden leiding 53 zich evenwijdig uit aan 35 de langsrichting van het pompframe 51 naar een tweede uiteinde 56 van het pompframe 51, alwaar de leiding 53 is voorzien van een leidingkoppeling 54 die de leiding 53 met 11 de flexibele stijgbuis 8 koppelt.The pump section 5 comprises an elongated pump frame 51 which is connected to the gimbal coupling 30 at a first end 55. The pump section 5 is provided near the gimbal coupling 7 with a centrifugal pump 52 and a jet pump 58 that is included in the pump frame 51. From the centrifugal pump 52, a line 53 connected to the output of the centrifugal pump 52 extends parallel to the longitudinal direction of the pump frame 51 to a second end 56 of the pump frame 51, where the line 53 is provided with a line coupling 54 which connects the line 53 connects the flexible riser 8 to 11.

De zuigsectie 6 omvat een langwerpige zuigbuis 61 die aan een eerste uiteinde 66 is verbonden met de cardani-sche koppeling 7. Aan een tweede, vrije uiteinde 67 is de 5 zuigbuis 61 voorzien van een sleepkop 62. De sleepkop 62 is voorzien van een zuigmond 63 en achter de zuigmond 63 geplaatste snijtanden 64. De zuigsectie 6 is voorzien van een jetleiding 65 die is verbonden met de zuigmond 63. Vanaf de zuigmond 63 strekt de jetleiding 65 zich evenwijdig uit aan 10 de langsrichting van de zuigbuis 61 in de richting van de cardanische koppeling 7, alwaar de zuigsectie 6 is voorzien van een leidingoverbrenging 66 die de zuigbuis 6 en de jetleiding 65 met respectievelijk de ingang van de centrifu-gaalpomp 52 en de ingang van de jetpomp 58 van de pompsectie 15 5 verbindt.The suction section 6 comprises an elongated suction tube 61 which is connected at a first end 66 to the cardanic coupling 7. At a second, free end 67, the suction tube 61 is provided with a drag head 62. The drag head 62 is provided with a suction mouth 63 and cutting teeth 64 placed behind the suction nozzle 63. The suction section 6 is provided with a jet line 65 which is connected to the suction mouth 63. From the suction mouth 63, the jet line 65 extends parallel to the longitudinal direction of the suction tube 61 in the direction of the gimbal coupling 7, where the suction section 6 is provided with a line transmission 66 which connects the suction tube 6 and the jet line 65 to the entrance of the centrifugal pump 52 and the entrance of the jet pump 58 of the pump section 15, respectively.

In een alternatieve, niet weergegeven uitvoeringsvorm is de jetpomp 58 aangebracht op het vaartuig 2, waarbij de jetleiding 65 vanaf de cardanische koppeling 7 verder is voortgezet als een flexibele jetleiding, die op een verge-2 0 lijkbare wijze als de wijze waarop de flexibele buis 8 is verbonden met het vaartuig 2, aan het vaartuig 2 is verbonden .In an alternative, not shown, embodiment, the jet pump 58 is mounted on the vessel 2, the jet line 65 from the gimbal coupling 7 being further continued as a flexible jet line, which is similar to the manner in which the flexible tube 8 is connected to the vessel 2, connected to the vessel 2.

Het diepwatergedeelte 4 is voorzien van een aan het tweede uiteinde 56 van het pompframe 51 geplaatste 25 eerste hijskatrol 41, een op korte afstand van de eerste hijskatrol 41 op het pompframe 51 geplaatste tweede hijskatrol 42, een nabij de cardanische koppeling 7 op het pompframe 51 geplaatste derde hijskatrol 43 en een nabij de sleepkop 62 op de zuigbuis 61 geplaatste vierde hijskatrol 30 44.The deep-water portion 4 is provided with a first hoisting pulley 41 placed at the second end 56 of the pump frame 51, a second hoisting pulley 42 placed a short distance from the first hoisting pulley 41 on the pump frame 51, and a second hoisting pulley near the gimbal coupling 7 on the pump frame 51 third hoisting pulley 43 placed and a fourth hoisting pulley 30 placed near the drag head 62 on the suction tube 61.

Zoals in de figuren 1 en 2 is weergegeven, is de eerste bok 26 voorzien van een trekdraad 10 die met een lus gekoppeld is met de eerste hijskatrol 41 van het diepwatergedeelte 4. De door de trekdraad 10 gevormde lus heeft een 35 effectieve lengte N, gemeten vanaf het hart van de bokka-trollen 31 van de eerste bok 26 tot aan het hart van de eerste hijskatrol 41.As shown in Figs. 1 and 2, the first trestle 26 is provided with a puller wire 10 which is coupled with a loop to the first hoisting pulley 41 of the deep water portion 4. The loop formed by the puller wire 10 has an effective length N, measured from the center of the bokka trolls 31 of the first buck 26 to the center of the first hoist pulley 41.

1212

De tweede bok 27 is voorzien van eerste hijsdraad 11 die met een lus gekoppeld is met de tweede hijskatrol 42. De door de eerste hijsdraad 11 gevormde lus heeft een effectieve lengte LI, gemeten vanaf het hart van de bokkatrollen 5 31 van de tweede bok 27 tot aan het hart van de tweede hijskatrol 42.The second trestle 27 is provided with first hoisting wire 11 which is loop-linked to the second hoisting pulley 42. The loop formed by the first hoisting wire 11 has an effective length L1, measured from the center of the trestle pulleys 31 of the second trestle 27 up to the heart of the second lifting pulley 42.

De derde bok 28 is voorzien van tweede hijsdraad 12 die met een lus gekoppeld is met de derde hijskatrol 43. De door de tweede hijsdraad 12 gevormde lus heeft een effec- 10 tieve lengte L2, gemeten vanaf het hart van de bokkatrollen 31 van de derde bok 28 tot aan het hart van de derde hijskatrol 43.The third trestle 28 is provided with second hoisting wire 12 which is loop-linked to the third hoisting pulley 43. The loop formed by the second hoisting wire 12 has an effective length L2, measured from the center of the third hoisting pulleys 31 of the third buck 28 to the heart of the third hoist pulley 43.

De vierde bok 29 is voorzien van derde hijsdraad 13 die met een lus gekoppeld is met de vierde hijskatrol 44. 15 De door de derde hijsdraad 13 gevormde lus heeft een effectieve lengte L3, gemeten vanaf het hart van de bokkatrollen 31 van de vierde bok 2 9 tot aan het hart van de vierde hijskatrol 44.The fourth trestle 29 is provided with a third hoisting wire 13 which is linked with a loop to the fourth hoisting pulley 44. The loop formed by the third hoisting wire 13 has an effective length L3, measured from the center of the pulley 31 of the fourth trestle 2 9 up to the heart of the fourth hoist 44.

De afstand B tussen de tweede hijskatrol 42 en de 20 derde hijskatrol 43 is in hoofdzaak gelijk aan de afstand C tussen de tweede bok 27 en de derde bok 28. De afstand D tussen derde hijskatrol 43 en de vierde hijskatrol 44 is in hoofdzaak gelijk aan de afstand E tussen de derde bok 28 en de vierde bok 29.The distance B between the second hoisting pulley 42 and the third hoisting pulley 43 is substantially equal to the distance C between the second buck 27 and the third buck 28. The distance D between third hoisting pulley 43 and the fourth hoisting pulley 44 is substantially equal to the distance E between the third goat 28 and the fourth goat 29.

25 Figuur 1 toont het baggersamenstel 1 met het diepwatergedeelte 4 in afgezonken toestand. Het vaartuig 2 heeft zich voortbewogen in de vaarrichting A. Het diepwatergedeelte 4 is in een neergelaten positie opgehangen aan de hijsdraden 11-13 waarbij de sleepkop 62 over het zeebed 9 30 heeft gesleept. De tanden 64 van de sleepkop 62 hebben zand en klei losgewoeld, waarna het zand door de zuigmond 63 is opgezogen. Moeilijk los te woelen zand kan met water onder hoge druk uit de jetleiding 65 worden geërodeerd, waarna het zand alsnog door de zuigmond 63 wordt opgezogen. De flexibe-35 le stijgbuis 8 is met het van het diepwatergedeelte 4 af gekeerde uiteinde aan een vaste dekleiding van het vaartuig 2 gekoppeld. Het door de sleepkop 62 gewonnen zand wordt 13 vanuit het diepwatergedeelte 4 met behulp van de centrifu-gaalpomp 52 door de flexibele stijgbuis 8 omhoog geperst, waarna het ter plaatse van de aansluiting van de flexibele stijgbuis 8 op het vaartuig 2 in de laadruimte 24 wordt 5 gestort. Het baggersamenstel 1 is voorzien van een elektriciteitskabel die parallel aan de flexibele stijgbuis 8 loopt om de centrifugaalpomp 52 en de jetpomp 58 met een elektrische stroomvoorziening op het vaartuig 2 te verbinden.Figure 1 shows the dredging assembly 1 with the deep-water portion 4 in the sunk state. The vessel 2 has moved in the direction of travel A. The deep-water portion 4 is suspended in a lowered position from the hoisting wires 11-13, the drag head 62 having dragged over the seabed 9. The teeth 64 of the drag head 62 have loosened sand and clay, after which the sand is sucked up by the suction nozzle 63. Sand that is difficult to unwind can be eroded with high pressure water from the jet line 65, whereafter the sand is still sucked up by the suction nozzle 63. The flexible riser 8 is coupled with the end remote from the deep-water portion 4 to a fixed deck line of the vessel 2. The sand extracted by the drag head 62 is pressed upwards from the deep-water section 4 by means of the centrifugal pump 52 through the flexible riser 8, whereafter it is introduced into the loading space 24 at the location of the connection of the flexible riser 8 to the vessel 2 5 deposited. The dredging assembly 1 is provided with an electricity cable that runs parallel to the flexible riser 8 to connect the centrifugal pump 52 and the jet pump 58 to an electrical power supply on the vessel 2.

De effectieve lengte LI van de door de eerste 10 hijsdraad 11 gevormde lus is in figuur 1 ongeveer tweehon-derdvijftig meter. De effectieve lengte L2 van de door de tweede hijsdraad 12 gevormde lus is langer dan de effectieve lengte LI, waardoor de langsrichting van het langwerpige pompframe 51 onder een hoek V van ongeveer veertig graden 15 staat ten opzichte van de waterlijn W. De effectieve lengte L3 van de door de derde hijsdraad 13 gevormde lus is langer dan de effectieve lengte L2, waardoor de langsrichting van de zuigbuis 61 onder een kleinere hoek G van ongeveer vijfentwintig graden staat ten opzichte van de waterlijn W.The effective length L1 of the loop formed by the first hoist wire 11 in Figure 1 is approximately two hundred and fifty meters. The effective length L2 of the loop formed by the second hoisting wire 12 is longer than the effective length L1, so that the longitudinal direction of the elongated pump frame 51 is at an angle V of about forty degrees 15 with respect to the water line W. The effective length L3 of the loop formed by the third hoisting wire 13 is longer than the effective length L2, so that the longitudinal direction of the suction pipe 61 is at a smaller angle G of approximately twenty-five degrees with respect to the water line W.

20 De eerste en tweede hijsdraad 11, 12 oefenen een hijskracht Hl respectievelijk H2 uit op de pompsectie 5, waarmee zij grotendeels het gewicht van de pompsectie 5 en een gedeelte van het gewicht van de zuigsectie 6 dragen. De derde hijsdraad 13 oefent een hijskracht H3 uit op de zuig-25 sectie 6, waarmee het resterende deel van het gewicht van de zuigsectie 6 wordt gedragen. Als de sleepkop 62 op de zeebodem 9 staat is hijskracht H3 een kleine kracht die net genoeg is om de derde hijsdraad 13 strak te houden. Hierdoor is de zuigsectie 6 om de cardanische koppeling 7 gekanteld 30 en oefent de sleepkop 62 tengevolge van het moment M om de cardanische koppeling 7 een kopdruk K uit op het zeebed 9. Aan bokken 26-29 is een voorziening aanwezig die hijsdraden 11-13 en de trekdraad 10 gespannen en op lengte houdt.The first and second hoisting wire 11, 12 exert a hoisting force H1 and H2 respectively on the pump section 5, with which they largely bear the weight of the pump section 5 and a part of the weight of the suction section 6. The third hoisting wire 13 exerts a hoisting force H3 on the suction section 6, with which the remaining part of the weight of the suction section 6 is carried. When the drag head 62 is on the seabed 9, hoisting force H3 is a small force that is just enough to hold the third hoisting wire 13 tight. As a result, the suction section 6 is tilted about the gimbal coupling 7 and the drag head 62 exerts a head pressure K on the seabed 9 as a result of the moment M around the gimbal coupling 7. A provision is provided on hoists 26-29 for hoisting wires 11-13 and the puller wire 10 is tensioned and kept to length.

De trekdraad 10 strekt zich vanaf de eerste bok 26 35 op de voorsteven 22 onder een hoek U ten opzichte van de waterlijn W schuin naar beneden uit naar de in de vaarrich-ting A beschouwd naar achter gelegen eerste hijskatrol 41.The puller wire 10 extends from the first trestle 26 on the prowl 22 at an angle U with respect to the water line W obliquely downwards to the first hoisting pulley 41, viewed in the direction of navigation A, behind.

1414

De trekdraad 10 oefent door de schuine stand hiervan zowel een verticale hijskrachtcomponent H4 als een horizontale trekkrachtcomponent T uit op het diepwatergedeelte 4.Due to its inclined position, the puller wire 10 exerts both a vertical lifting force component H4 and a horizontal pulling force component T on the deep-water section 4.

De effectieve lengte N van de lus van de trekdraad 5 10 is zodanig, dat de eerste hijsdraad 11 zich in hoofdzaak verticaal naar beneden uitstrekt. De eerste hijsdraad 11 en het gedeelte van het vaartuig 2 tussen de eerste en de tweede bok 2 6, 27 vormen de twee rechte zijden van een rechthoekige driehoek en de trekdraad 10 vormt de schuine 10 zijde een in hoofdzaak rechthoekige driehoek, waarbij de driehoek enigszins ruim wordt geïnterpreteerd in verband met de korte afstand tussen de eerste en de tweede hijskatrol 41, 42. Hierdoor wordt een vormvaste driehoeksrelatie be werkstelligd, waarbij de horizontale trekkrachtcomponent T 15 van de trekdraad 10 tegengaat dat het diepwatergedeelte 4 zich ten opzichte van het vaartuig 2 gaat verplaatsen, bijvoorbeeld onder invloed van de stroming van het water en/of de vaarsnelheid in vaarrichting A en/of de weerstand Q van de sleepkop 62 over het zeebed 9 tijdens het slepen.The effective length N of the loop of the puller wire 10 is such that the first hoisting wire 11 extends substantially vertically downwards. The first hoisting wire 11 and the part of the vessel 2 between the first and second trestle 6, 27 form the two straight sides of a rectangular triangle and the puller wire 10 forms the oblique side a substantially rectangular triangle, the triangle being slightly is interpreted broadly in connection with the short distance between the first and the second hoisting pulley 41, 42. This ensures a form-retaining triangle relationship, wherein the horizontal tensile component T15 of the puller wire 10 prevents the deep-water portion 4 from being offset from the vessel 2 moves, for example under the influence of the flow of water and / or the speed of travel in the direction of travel A and / or the resistance Q of the drag head 62 over the sea bed 9 during towing.

20 Het diepwatergedeelte 4 bevindt zich, zoals ge toond in figuur 1, recht onder het vaartuig 2, bij voorkeur onder de achterste helft van het vaartuig 2.The deep-water portion 4, as shown in Figure 1, is located directly below the vessel 2, preferably below the rear half of the vessel 2.

De lengte S van de flexibele stijgbuis 8 is ongeveer anderhalf keer zo lang als de lengte P van het vaartuig 25 2. Hiermee kan een baggerdiepte R bereikt worden van onge veer tweehonderdenvijftig meter. De lengte S van de flexibele stijgbuis 8 kan worden uitgebreid, zodat een baggerdiepte R van meer dan tweehonderdenvijftig meter, bij voorkeur meer dan vijfhonderd meter mogelijk wordt.The length S of the flexible riser 8 is approximately one and a half times as long as the length P of the vessel 2. With this a dredging depth R of approximately two hundred and fifty meters can be achieved. The length S of the flexible riser 8 can be extended, so that a dredging depth R of more than two hundred and fifty meters, preferably more than five hundred meters, becomes possible.

30 In een alternatieve, niet weergegeven uitvoerings vorm is de trekdraad 10 weggelaten en vervult de flexibele buis 8 de functie van de trekdraad 10.In an alternative, not shown, embodiment, the puller wire 10 has been omitted and the flexible tube 8 fulfills the function of the puller wire 10.

In een verdere alternatieve, niet weergegeven uitvoeringsvorm is geen stijgbuis 8 aanwezig. In plaats 35 daarvan is het pompgedeelte 5 voorzien van een op de uitgang van de centrifugaalpomp 52 aangesloten onderwateropening. Het door de sleepkop 62 opgezogen materiaal kan door de 15 onderwateropening vanuit het afzinkgedeelte 4 onderwater zijwaarts worden weggeblazen, waardoor het zand of de mineralen buiten het gebaggerde gebied neerdalen, bijvoorbeeld bij het graven van een sleuf waarbij het winnen van materi-5 aal en het opslaan daarvan in het vaartuig 2 van ondergeschikt belang is.In a further alternative, non-shown embodiment, no riser 8 is present. Instead, the pump part 5 is provided with an underwater opening connected to the output of the centrifugal pump 52. The material sucked up by the drag head 62 can be blown away sideways through the underwater opening from the immersion section 4, as a result of which the sand or minerals descend outside the dredged area, for example when digging a trench where the extraction of material and the material is extracted. storing it in the vessel 2 is of secondary importance.

Figuur 2 toont een momentopname gedurende het ophijsen van het diepwatergedeelte 4 in de richting van het vaartuig 2. De effectieve lengtes L1-L3 van de lussen van de 10 hijsdraden 11-13 zijn in hoofdzaak aan elkaar gelijk, waardoor het diepwatergedeelte 4 horizontaal onder het vaartuig 2 is komen te hangen. De flexibele stijgbuis 8 is tegelijkertijd met de buislier 32 op het scheepsdek 25 van het vaartuig 2 getrokken en is via de buisgeleiders 33 op het 15 buisrek 34 geleid.Figure 2 shows a snapshot during the lifting of the deep-water section 4 in the direction of the vessel 2. The effective lengths L1-L3 of the loops of the hoisting wires 11-13 are substantially equal to each other, whereby the deep-water section 4 is horizontally below the vessel 2 has come to hang. The flexible riser pipe 8 is pulled simultaneously with the pipe winch 32 onto the ship deck 25 of the vessel 2 and is guided via the pipe guides 33 onto the pipe rack 34.

Figuur 3 toont het buiten gebruik zijnde diepwatergedeelte 4, dat door de beweegbare bokken 26-29 tot boven het scheepsdek 25 is binnengehaald. De flexibele stijgbuis 8 is losgekoppeld van de pompsectie 5 en is met het grootste 20 deel van de lengte daarvan op het buisrek 34 geplaatst.Figure 3 shows the deep-water portion 4 that is out of use, which has been brought in by the movable trestles 26-29 above the ship deck 25. The flexible riser tube 8 is disconnected from the pump section 5 and is placed on the tube rack 34 with most of its length.

Figuur 6 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van het baggersamenstel 1, waarbij het vaartuig 2 aan de voorsteven 22 is voorzien van een boegspriet of een anker-paal 15, die de voorsteven 22 in de vaarrichting A voorbij 25 steekt. De trekdraad 10 strekt zich vanaf het uiteinde van deze boegspriet of ankerpaal 15 uit naar de eerste hijskatrol 41 van het teruggelegen diepwatergedeelte 4. Door de bevestiging van de trekdraad 10 zo ver mogelijk naar voren en/of beneden te plaatsen, in dit geval zelfs voorbij de 30 voorsteven 22 van het vaartuig 2, kan een vlakkere trekhoek U worden verkregen, welke gunstig is voor de grootte van de horizontale trekkrachtcomponent T. Bovendien kan de lengte van het vaartuig 2 in deze uitvoeringsvorm met de lengte van de uitstekende boegspriet of ankerpaal 15 worden verminderd, 35 zonder dat dit nadelige effecten heeft op het krachteneven-wicht.Figure 6 shows an alternative embodiment of the dredging assembly 1, in which the vessel 2 is provided on the stern 22 with a bowsprit or an anchor pole 15, which extends beyond the stern 22 in the sailing direction A. The puller wire 10 extends from the end of this bowsprit or anchor post 15 to the first hoisting pulley 41 of the recessed deepwater portion 4. By placing the attachment of the puller wire 10 as far forward as possible and / or below, in this case even beyond a flatter draw angle U, which is favorable for the size of the horizontal pulling component T, can be obtained in the front stern 22 of the vessel 2. Moreover, in this embodiment the length of the vessel 2 can be equal to the length of the protruding bowsprit or anchor pole 15. be reduced without this having adverse effects on the force balance.

Figuur 7 toont een alternatieve uitvoeringsvorm 16 van het baggersamenstel 1, waarbij het buisrek 134 vanaf de voorzijde van het vaartuig 2 achter het dekhuis 36 om geleid is, zodanig, dat een langere buiten gebruik gestelde flexibele stijgbuis 8 volledig op het buisrek 134 kan worden 5 geplaatst.Figure 7 shows an alternative embodiment 16 of the dredging assembly 1, in which the tube rack 134 is guided from the front of the vessel 2 behind the deck housing 36, such that a longer out-of-service flexible riser 8 can be completely placed on the tube rack 134 placed.

De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen 10 voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.The above description is included to illustrate the operation of preferred embodiments of the invention, and not to limit the scope of the invention. Starting from the above explanation, many variations will be evident to those skilled in the art that fall within the spirit and scope of the present invention.

Claims

CLAIMS 1. Dredging assembly for extracting sand or minerals from a seabed or for digging a trench in the seabed, comprising an elongated vessel, a sinking section and hoisting devices 5 placed on the vessel for carrying a number of hoisting wires along the vessel lowering the water from the immersion section, the immersion section being provided with an elongated pump section and an elongated suction section which is connected at its front side to the rear side of the pump section, the suction section being provided with a suction mouth on its opposite rear side which rests on the seabed in the sunk state of the sinking section, the dredging assembly being provided with a flexible tube connecting the vessel and the pumping section for pumping up extracted sand or minerals therethrough.

A dredging assembly according to claim 1, wherein the elongated suction section is movably connected at its front side by means of a pivot coupling to the rear side of the pump section.

A dredging assembly according to claim 2, wherein viewed in the forward direction of travel, the pump section extends obliquely backwards and obliquely downwards, viewed from the front of the pump section, in the direction of the pivot coupling.

A dredging assembly according to claim 2 or 3, wherein viewed in the forward direction of travel, the suction section extends obliquely backwards and obliquely downwards, viewed in the forward direction of travel.

A dredging assembly according to any one of the preceding claims, wherein the pump portion and the suction portion are at an oblique angle to each other.

A dredging assembly according to any one of claims 2-5, wherein the pump portion with the front viewed in the forward sailing direction hangs on a first hoist wire lowered from the vessel, the pump portion with the rear viewed in the forward sailing direction hanging near the pivot coupling to a second hoisting wire lowered from the vessel 5, wherein the suction section with the rear side viewed in the forward sailing direction, near the suction mouth, hangs on a third hoisting wire lowered from the vessel.

7. Dredging assembly as claimed in claim 6, wherein the first hoisting wire in the lowered state of the sinking section is shorter than the second hoisting wire, the pumping part hanging in the lowered state of the sinking section at an angle of less than fifty degrees with respect to the water line , preferably less than forty-five degrees relative to the waterline, preferably less than forty degrees relative to the waterline.

8. Dredging assembly according to claim 6 or 7, wherein the second hoisting wire in the sunken state of the sinking section is shorter than the third hoisting wire, wherein the suction section in the sunken state of the sinking section hangs at an angle of less than thirty-five degrees with respect to the water line , preferably less than thirty degrees relative to the water line, preferably less than twenty five degrees relative to the water line.

9. Dredging assembly as claimed in any of the claims 6-8, wherein the pump part with the front viewed in the forward sailing direction hangs on a puller wire which, viewed in the forward sailing direction, extends obliquely backwards and obliquely downwards from the front of the vessel, the first hoisting wire, the pulling wire and the part of the elongated vessel between the first hoisting wire and the pulling wire together form substantially a form-retaining triangle relationship.

10. Dredging assembly as claimed in any of the claims 6-35. 9, wherein at least one of the hoisting wires and / or the pulling wire is suspended from a hoisting device that keeps the hoisting and / or pulling wires at a substantially constant tension.

11. Dredging assembly as claimed in any of the foregoing claims, wherein the immersed portion is in the sunk state directly under the vessel, preferably straight below the rear half of the vessel.

12. Dredging assembly as claimed in any of the foregoing claims, wherein in the hoisted state the sinking section is located directly below the vessel, the pumping section and the suctioning section being straight in line with each other.

A dredging assembly according to any one of the preceding claims, wherein the flexible tube has a length that is greater than the length of the elongated vessel.

14. Dredging assembly according to claim 13, wherein the flexible tube has a length of at least one and a half times the length of the elongated vessel, preferably twice the length of the elongated vessel.

Dredging assembly according to any one of the preceding claims, wherein the vessel is provided with a 2. tube winch which is connected to the flexible tube for bringing in or delivering the flexible tube, wherein the flexible tube in the retrieved state over the substantially entire length thereof is carried by the vessel, and wherein the flexible tube has one continuous center line.

A dredging assembly according to any one of the preceding claims, wherein the depth of the water line up to and including the suction mouth resting on the seabed is at least two hundred meters, preferably at least two hundred and fifty meters.

17. Dredging assembly provided with one or more of the characterizing measures described in the attached description and / or shown in the attached drawings.

18. Method for extracting sand or minerals from a seabed with a dredging assembly or digging a trench in the seabed with a dredging assembly with a dredging assembly, the dredging assembly comprising an elongated vessel, a sinking section and hoisting devices placed on the vessel for lowering the immersion section into the water on a number of hoisting lines along the vessel, the immersion section being provided with an elongated pump section and an elongated suction section movably connected to the rear side of the pump section by means of a pivot coupling 5 wherein the suction section on the opposite rear side is provided with a suction mouth which rests on the seabed in the sunk state of the immersion section, the dredging assembly being provided with a flexible tube connecting the vessel and the pump section for pumping up therethrough extracted sand or minerals, w at the pump part with the front viewed in the forward sailing direction hangs on a first hoisting wire lowered from the vessel, the pumping part having the rear viewed in the forward sailing direction, near the pivot coupling, hangs on a second hoisting wire lowered from the vessel, wherein the suction section with the rear side viewed in the forward sailing direction, near the suction mouth, hangs from a third hoisting wire lowered from the vessel 20, the pump section with the front side viewed in the forward sailing direction hanging from a pull wire which is viewed from the vessel in the forward sailing direction extends obliquely backwards and obliquely downwards, the method comprising the following steps; lowering the immersion section into the water on a number of hoisting lines along the vessel; dispensing lengths of the flexible tube, the hoisting wires and the puller wire, wherein the length of the third hoisting wire in the sunk state of the immersion section is longer than the dispensed length of the second hoisting wire, the suction section viewed in the forward direction of travel the pivot coupling extends obliquely backwards and obliquely downwards in the direction of the nozzle; forming a substantially form-retaining triangle relationship with the first hoisting wire, the pulling wire and the portion of the elongated vessel between the first hoisting wire and the pulling wire, resting the suction mouth on the seabed, moving the vessel in the forward direction of travel wherein the puller wire holds the underwater portion directly under the vessel; dragging the squeegee over the seabed.

19. Method as claimed in claim 18, wherein the length of the second hoisting wire in the sunk state of the immersion section is longer than the dispensed length of the first hoisting wire, wherein the pump section, viewed in the forward direction, is viewed from the front side of the pump section in the direction of the pivot coupling extends obliquely backwards and obliquely downwards.

20. Method as claimed in claim 18 or 19, wherein the method comprises the step of extracting sand or minerals from the seabed at a depth of at least two hundred meters, preferably at a depth of at least two hundred and fifty meters.

21. Dredging assembly for extracting sand or minerals from a seabed or for digging a trench in the seabed, comprising an elongated vessel, a sinking section and hoists placed on the vessel for hoisting a number of hoists along the vessel lowering the water from the immersion section, wherein the immersion section is provided with an elongated pump section and an elongated suction section which is connected at its front side to the rear side of the pump section, the suction section being provided on its opposite rear side with a suction mouth the submerged state of the submerged section rests on the seabed, the pump section being provided with an underwater outlet for ejecting the material sucked up by the suction mouth under water. -o-o-o-o-o-o-o-o-RM / FG