NL2005448C2 - Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een draagstructuur voor pluimveehouders. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een draagstructuur voor pluimveehouders. Download PDF

Info

Publication number
NL2005448C2
NL2005448C2 NL2005448A NL2005448A NL2005448C2 NL 2005448 C2 NL2005448 C2 NL 2005448C2 NL 2005448 A NL2005448 A NL 2005448A NL 2005448 A NL2005448 A NL 2005448A NL 2005448 C2 NL2005448 C2 NL 2005448C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
liquid bath
support structure
liquid
underside
cleaning
Prior art date
Application number
NL2005448A
Other languages
English (en)
Inventor
Adrianus Josephus Nieuwelaar
Erik Hendrikus Werner Peters
Peter Simon Gerardus Stals
Original Assignee
Marel Stork Poultry Proc Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Marel Stork Poultry Proc Bv filed Critical Marel Stork Poultry Proc Bv
Priority to NL2005448A priority Critical patent/NL2005448C2/nl
Priority to PCT/NL2011/050663 priority patent/WO2012047094A2/en
Priority to DK11767818.5T priority patent/DK2624684T3/en
Priority to US13/877,748 priority patent/US20140060585A1/en
Priority to EP11767818.5A priority patent/EP2624684B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2005448C2 publication Critical patent/NL2005448C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; CARE OF BIRDS, FISHES, INSECTS; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K45/00Other aviculture appliances, e.g. devices for determining whether a bird is about to lay
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; CARE OF BIRDS, FISHES, INSECTS; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K45/00Other aviculture appliances, e.g. devices for determining whether a bird is about to lay
    • A01K45/005Harvesting or transport of poultry
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B08CLEANING
    • B08BCLEANING IN GENERAL; PREVENTION OF FOULING IN GENERAL
    • B08B3/00Cleaning by methods involving the use or presence of liquid or steam
    • B08B3/04Cleaning involving contact with liquid
    • B08B3/041Cleaning travelling work
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B08CLEANING
    • B08BCLEANING IN GENERAL; PREVENTION OF FOULING IN GENERAL
    • B08B3/00Cleaning by methods involving the use or presence of liquid or steam
    • B08B3/04Cleaning involving contact with liquid
    • B08B3/10Cleaning involving contact with liquid with additional treatment of the liquid or of the object being cleaned, e.g. by heat, by electricity or by vibration
    • B08B3/102Cleaning involving contact with liquid with additional treatment of the liquid or of the object being cleaned, e.g. by heat, by electricity or by vibration with means for agitating the liquid
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B08CLEANING
    • B08BCLEANING IN GENERAL; PREVENTION OF FOULING IN GENERAL
    • B08B9/00Cleaning hollow articles by methods or apparatus specially adapted thereto 
    • B08B9/08Cleaning containers, e.g. tanks
    • B08B9/0821Handling or manipulating containers, e.g. moving or rotating containers in cleaning devices, conveying to or from cleaning devices
    • B08B9/0826Handling or manipulating containers, e.g. moving or rotating containers in cleaning devices, conveying to or from cleaning devices the containers being brought to the cleaning device
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B08CLEANING
    • B08BCLEANING IN GENERAL; PREVENTION OF FOULING IN GENERAL
    • B08B9/00Cleaning hollow articles by methods or apparatus specially adapted thereto 
    • B08B9/08Cleaning containers, e.g. tanks
    • B08B9/0861Cleaning crates, boxes or the like

Description

Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een draagstructuur voor pluimveehouders
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting en een werkwijze voor het 5 gemechaniseerd legen van pluimveehouders en het aansluitend slechts aan een onderzijde reinigen van een draagstructuur van de geleegde pluimveehouders. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op het aansluitende op het gemechaniseerd openen en legen van de in een draagstructuur geplaatste pluimveehouders met behulp van een vloeistof reinigen van slechts de onderzijde van de draagstructuur voor 10 p luimveehouders.
Bij het transporteren van pluimvee, bijvoorbeeld van een pluimveehouderij naar een andere pluimveehouderij of van een pluimveehouderij naar een slachterij, wordt het pluimvee gebruikelijk levend vervoerd in pluimveehouders. Deze pluimveehouders 15 worden ook wel pallets, kratten, kooien of containers genoemd. Meerdere van dergelijke pluimveehouders kunnen worden samengevoegd in een gemeenschappelijke draagstructuur. Een dergelijke draagstructuur bestaat doorgaans uit een stalen frame waarin een aantal pluimveehouders gestapeld (meerlaags) worden gehouden en waaruit de pluimveehouders geheel of gedeeltelijk verwijderd kunnen worden, zo kunnen zij 20 bijvoorbeeld zodanig worden uitgevoerd dat zij al dan niet volledig in en uit de draagstructuur geschoven kunnen worden vergelijkbaar met “laden in een ladekast”.
Een andere mogelijkheid is de houders te integreren met de draagstructuur zodat deze compartimenten omvat die zijn voorzien van afzonderlijk bedienbare afsluitmiddelen. Tijdens het gebruik raken de pluimveehouders vervuild, onder andere met mest en 25 veren. Een actueel probleem in de pluimveeteelt is de snelle verspreiding van ziekten waarbij ondermeer het transport van pluimvee een ongewenste katalysator is. Vanwege de gewenste hygiëne, meer in het bijzonder ter voorkoming van het verspreiden van ziekten, kunnen de pluimveehouders nadat zij zijn geleegd natuurlijk grondig worden gereinigd. De draagstructuren voor de pluimveehouders worden in de praktijk echter 30 minder gedisciplineerd en grondig gereinigd; wanneer dit al incidenteel gebeurd wordt gebruikelijk de gehele draagstructuur afgespoten. Het volledig afspuiten en/of afblazen van de draagstructuur brengt een aanzienlijke werklast met zich mee, behoeft een speciale reinigingsruimte, vraagt veel reinigingsvloeistof en is niet eenvoudig zo te 2 mechaniseren dat er goede reinigingsresultaten worden bereikt. In de praktijk vormt het consequent volledig reinigen van de draagstructuren daarom geen werkbare oplossing.
Het is een doel van de onderhavige uitvinding om de verspreiding van ziekten tegen te 5 gaan en de kans op kruisbesmetting te verkleinen door het verschaffen van een werkwijze en een inrichting waarmee zonder veel logistieke bewaren en zonder dat aanzienlijke investeringen dienen te worden gedaan de risico’s van de verspreiding van pluimvee ziekten ten gevolge van pluimvee transport worden gereduceerd. Een bijkomend niet onbelangrijk doel is een techniek te verschaffen die voordelig kan 10 worden gecombineerd met de reeds bestaande geautomatiseerde verwerkingsprocessen van pluimveehouders.
De uitvinding verschaft daartoe een inrichting voor het gemechaniseerd legen van pluimveehouders en het aansluitend slechts aan een onderzijde reinigen van een 15 draagstructuur van de geleegde pluimveehouders, omvattende: een lossysteem voor het gemechaniseerd openen en legen van in de draagstructuur geplaatste pluimveehouders; een voor de draagstructuur aan bovenzijde toegankelijk vloeistofbad; transportmiddelen, voorzien van ten minste één verplaatsbaar draagvlak voor ondersteuning van de draagstructuur, welke transportmiddelen van het lossysteem naar het vloeistofbad en 20 opvolgend zodanig door en tot buiten het vloeistofbad voeren dat de slechts de onderzijde van de draagstructuur in het vloeistofbad wordt ondergedompeld en vervolgens door de transportmiddelen weer uit het vloeistofbad wordt verwijderd; en een vloeistoftoevoer, voor het in het vloeistofbad brengen van een reinigingsvloeistof. Het inzicht van uitvinders is dat in het bijzonder de onderzijde van de draagstructuren 25 een belangrijke bron vormt bij de verspreiding van ziekten, bacteriën, virussen en dergelijke tussen verschillende locaties. Hierbij valt te denken aan de verspreiding van ziekten, bacteriën, virussen en dergelijke tussen verschillende locaties zoals daar zijn: productielocaties (stallen voor ondermeer vermeerdering en opfok), transportmiddelen (vrachtwagens), en verwerkingslocaties (zoals selectiecentra en slachterijen). Daarbij 30 moet niet alleen worden gedacht aan uitwendig op de onderzijde van de draagstructuren aanwezige verontreiniging, maar ook inwendige ruimten aan de onderzijde van de draagstructuur raken veelal wezenlijk verontreinigd doordat hier vuil indringt. Bij dergelijke inwendige ruimten kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de binnenzijde van 3 (koker)profïelen, of de open ruimten die in de draagstructuur zijn aangebracht om bijvoorbeeld de lepels van een heftruck op te nemen.
Het inzicht van de onderhavige uitvinding is dat er een minder voor de hand liggende 5 oplossing kan worden ontwikkeld waarmee ogenschijnlijk geen bijzonder goede reinigingsresultaten kunnen worden behaald maar bestaat eruit om in lijn gekoppeld met het gemechaniseerd lossen van de pluimveehouders ook gemechaniseerd slechts de onderzijde van de draagstructuur in een bassin of bad onder te dompelen om zo de basis (ook wel aangeduid als voet) van de draagstructuur ten minste voor een belangrijk deel 10 te ontsmetten. Het voordeel van het gekoppeld legen van de pluimveehouders en het slechts aan onderzijde reinigen van de draagstructuren is dat dit het mogelijk maakt beide processen op relatief eenvoudige wijze star met elkaar te koppelen. Dit geeft de garantie dat van iedere draagstructuur de onderzijde is gereinigd nadat de door de draagstructuur gehouden pluimveehouders zijn geleegd. Juist de kruisbesmetting tussen 15 verschillende locaties blijkt het gevolg te zijn van de verontreinigde onderzijden van draagconstructies. Het is wenselijk de aan de onderzijde van de draagconstructies aanwezige verontreiniging (die veelal uitwerpselen, bodemmateriaal en voedselresten omvat) te verwijderen (weg te spoelen) of althans te neutraliseren (te desinfecteren). Daartoe dient er in het vloeistofbad uiteraard een reinigingsvloeistof aanwezig te zijn.
20 Nog een voordeel van het onderdompelen van slechts de onderzijde van de draagstructuur is dat dit een minder volumineuze reinigingsinrichting behoeft die daardoor in de praktijk doorgaans relatief eenvoudig achter een lossysteem voor de pluimveehouders gebouwd kan worden.
25 Weer een ander voordeel van het onderdompelen van de onderzijde van de draagconstructie is dat ook moeilijk toegankelijke posities van de draagstructuur voor pluimveehouders met reinigingsvloeistof in aanraking kunnen komen hetgeen tot een gunstig reinigingsresultaat leidt. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan de binnenzijde van aan de onderzijde van de draagconstructies gelegen profieldelen van de 30 draagstructuur; de reinigingsvloeistof zal als een “vloedgolf’ door dergelijke profielen kunnen stromen waardoor vuil wordt meegenomen en de profieldelen ook inwendig worden gereinigd. Tevens wordt opgemerkt dat het mogelijk is zowel de draagstructuur zonder pluimveehouders als de draagstructuur met daarin opgenomen pluimveehouders slechts gedeeltelijk in het vloeistofbad onder te dompelen, afhankelijk van de bestaande 4 logistiek waarmee pluimveehouders en draagstructuren worden verwerkt kan er voor één deze beider opties worden gekozen. Ook kan het slechts gedeeltelijk onderdompelen naar wens worden gecombineerd met het (onder druk) afspuiten van de draagstructuur voor pluimveehouders. Dankzij de transportmiddelen en de maatregel 5 dat de transportmiddelen de draagconstructie ondersteunen is het mogelijk relatief volumineuze en zware draagstructuren te reinigen zonder tussenkomst, of met beperkte bemoeienis, van bedienend personeel. Het ondersteunen maakt dat de oriëntatie van de draagconstructies tijdens transport en reiniging volledig beheerst is (anders dan wanneer deze bijvoorbeeld aan een transporteur hangen). Nog een voordeel van het ondersteund 10 transporteren van de draagconstructies is dat zo de transporteur eenvoudig is te beladen en ontladen. Ook wordt de kans beperkt dat personen in aanraking komen met verontreiniging van de draagstructuren of met reinigingsmiddelen. Niet alleen wordt er aldus een zeker reinigingsresultaat verkregen maar bovendien behoeft deze additionele reinigingsstap weinig tijd. Een ander niet onbelangrijk voordeel van het slechts 15 gedeeltelijk in de reinigingsvloeistof onderdompelen is dat dit de doelmatigheid bevordert; er is slechts een vloeistofbad van beperkte diepte benodigd waarin ook relatief weinig reinigingsvloeistof aanwezig hoeft te zijn. Het slechts voor een beperkt deel onderdompelen van de draagstructuur (een onderste deel) bespaart bovendien tijd, ruimte en spoelvloeistof ten opzichte van het volledig onderdompelen. Mogelijk druist 20 het in tegen de gedachte dat slechts een beperkt deel van de draagstructuur op deze wijze reinigen half werk betreft maar hierbij dienen meerdere zaken in overweging genomen te worden: de onderzijde van de draagstructuur is doorgaans het meest verontreinigd, er kunnen eventueel ook andere reinigingstechnieken met de onderhavige worden gecombineerd; zo kan de draagstructuur bijvoorbeeld ook additioneel (al dan 25 niet incidenteel) nog worden schoongespoten of anderszins volledig worden gereinigd.
Het aan bovenzijde voor de draagstructuur toegankelijke vloeistofbad kan al dan niet afsluitbaar zijn, en is bij voorkeur zodanig gedimensioneerd dat er bij het inbrengen en verwijderen van de onderzijde van een draagstructuur geen of slechts beperkte 30 hoeveelheden reinigingsvloeistof uit het bad treden.
In een specifieke uitvoeringsvorm zijn de transportmiddelen voorzien van een in hoofdzaak horizontaal eerste transporttraject voor het van het lossysteem naar het vloeistofbad transporteren van de draagstructuur en een daarop aansluitende ten minste 5 gedeeltelijk vertikaal tweede transporttraject dat tot in het vloeistofbad voert voor het slechts met de onderzijde in het vloeistofbad onderdompelen van de draagstructuur voor pluimveehouders. Verder is het mogelijk de transportmiddelen te voorzien van een, door het vloeistofbad voerend en op het tweede transporttraject aansluitend, derde 5 transporttraject met een hoofdzakelijke horizontale richtingscomponent en/of van een vierde transporttraject dat aansluit op het derde transporttraject, welk vierde transporttraject ten minste een verticale richtingscomponent omvat en dat van in het vloeistofbad tot boven het vloeistofbad voert. De opvolgende eerste en tweede transporttrajecten maken het mogelijk de draagstructuren te transporteren van 10 lossysteem tot met de onderzijde in het vloeistofbad. Het slechts gedeeltelijk onderdompelen van een draagstructuur zal gewoonlijk ook resulteren in turbulentie/agitatie van de reinigingsvloeistof, die de reinigende werking van de vloeistof verder ondersteunt. Ook is het in dit kader mogelijk om een vloeistofcirculatie en/of vloeistoflurbulentie in het vloeistofbad op te wekken.
15
Het tweede transporttraject maakt het mogelijk de draagstructuur op mechanische wijze van bovenaf slechts gedeeltelijk in het vloeistofbad te laten zakken en het vierde transporttraject maakt het mogelijk de draagstructuur op mechanische wijze weer uit het vloeistofbad te tillen. Het voordeel van de aanwezigheid van het derde transporttraject 20 met een hoofdzakelijke horizontale richtingscomponent dat in het vloeistofbad is gelegen, bijvoorbeeld gevormd door een rollenbank of een eindloze transportband, is dat met dit transporttraject de onderzijde van de draagstructuren door het vloeistofbad kan worden bewogen wat een relatieve verplaatsing tussen de vloeistof en de onderzijde van de draagstructuur tot gevolg zal hebben met al effect een verbeterde reiniging.
25 Tevens kan het derde transporttraject, vermits dit voldoende lengte heeft, fungeren als buffer voor draagstructuren en kan de verblijftijd van de onderzijde van een draagstructuur in de reinigingsvloeistof hiermee worden vergroot. Voorbeelden van mogelijke transporttrajecten met een hoofdzakelijke horizontale richtingscomponent zijn een rollenbank of een eindloze band. Dergelijke de draagstructuren ondersteunende 30 transportmiddelen maken het mogelijk diverse typen, meer of minder complex uitgevoerde, draagstructuren te verwerken; de draagstructuren behoeven geen specifieke middelen om hanteerbaar te zijn door de inrichting volgens de onderhavige uitvinding. Nog een voordeel is dat een ondersteunend transportsysteem relatief eenvoudig is te combineren met in slachterijen gebruikelijk aanwezige transportsystemen.
6
Weer een andere mogelijkheid is dat het derde transporttraject zich geheel of gedeeltelijk in het vloeistofbad bevindt. Aldus wordt de draagstructuur voor pluimveehouders niet alleen ondergedompeld in de reinigingsvloeistof maar daar ook 5 nog over een bepaalde afstand doorheen gevoerd. In het bijzonder voordelig is het daarbij als te reinigen profïeldelen zich zoveel mogelijk uitstrekken in de bewegingsrichting van het derde transporttraject; de reinigingsvloeistof zal dan deels door eventuele open profïeldelen kunnen stromen. Een reinigingsinrichting waarbij de draagstructuur over enige afstand door het vloeistofbad kan worden gevoerd zal wel 10 groter moeten zijn dan een inrichting waarbij slechts (verticaal) wordt gedompeld maar zal gewoonlijk ook een verbeterd reinigingsresultaat opleveren. Een ander voordeel van een dergelijk “doorvoer-vloeistofbad” is dat opvolgende de draagstructuren in een doorgaand (continue) proces door het vloeistofbad kunnen worden gevoerd. In een logistiek proces waarin grotere hoeveelheden draagstructuren in lijn verwerkt moeten 15 worden kan dit zeer voordelig zijn.
Additioneel is het ook mogelijk dat de transportmiddelen zijn voorzien van een vierde transporttraject met ten minste een verticale richtingscomponent voor uit het vloeistofbad tillen van de draagstructuur voor pluimveehouders. Het uit het vloeistofbad 20 nemen van de draagstructuur kan eruit bestaan dat het ten tweede transporttraject in omgekeerde richting aan het toevoeren wordt doorlopen (dus een retourslag zodanig dat het tweede en vierde transporttraject samenvallen terwijl een derde transporttraject ontbreekt) maar het is ook mogelijk dat het uit het vloeistofbad nemen van de draagstructuur langs een ander traject plaatsvindt (dat wil zeggen nadat de 25 draagstructuur langs een derde transporttraject naar een van het tweede transporttraject afwijkend vierde transporttraject is verplaatst). Ook is het wenselijk dat het verticaal verplaatsbaar steunvlak verplaatsbaar is door een hefmechanisme. Aldus kan het steunvlak als een lift alternerend bewegen. Bij het ontbreken van een derde transporttraject is het mogelijk een verticaal verplaatsbaar steunvlak aan te laten grijpen 30 op een liftgeleiding. Een voorbeeld hiervan is een op een hefmast aangrijpende rolgeleiding. Ter vergroting van het reinigend effect kan daarbij het steunvlak alternerend bewegen in het vloeistofbad. Het steunvlak is bij voorkeur niet een gesloten vlak maar meer een open (imaginair) vlakke ondersteuningsstructuur waardoor 7 turbulenties van de reinigingsvloeistof zoveel mogelijk ook leiden tot turbulentie daar waar de reinigingsvloeistof contact maakt met de draagstructuur.
De transportmiddelen kunnen zijn voorzien van een in hoofdzaak verticaal 5 verplaatsbaar steunvlak voor de draagstructuren. Dit steunvlak kan dan zo worden uitgevoerd dat het verplaatsbaar is tussen een positie die aansluit op een in de draagstructuren toevoerende (en eventueel ook afvoerende) transporteur. In een praktische uitvoering is het verticaal verplaatsbaar steunvlak tevens voorzien van transportmiddelen voor in hoofdzaak horizontaal transport; hierdoor kunnen de 10 draagstructuren ook eenvoudig over het steunvlak worden verplaatst hetgeen het beladen en ontladen van het steunvlak aanzienlijk vereenvoudigt. Voorbeelden hiervan zijn een in het steunvlak geïntegreerde rollenbank of transportband.
In weer een nadere gunstige variant van de onderhavige inrichting is het draagvlak van 15 de transportmiddelen zwenkbaar tussen een in hoofdzaak horizontale toestand en een hellende toestand. Aldus wordt het mogelijk de aan onderzijde gereinigde draagstructuur (al dan niet boven het vloeistofbad, maar wenselijk boven het vloeistofbad) ten minste gedeeltelijk te laten uitdruipen. Natuurlijk behoeft de draagstructuur niet onder een scheefstand te worden gehouden om deze uit te laten 20 druipen. Maar de draagstructuur eenmaal of meerdere malen onder scheefstand (naar keuze in één richting of zelfs naar meerdere richtingen onder scheefstand) plaatsen heeft als voordeel dat de reinigingsvloeistof zo beter kan worden afgevoerd; in het bijzonder indien deze zich i inwendige ruimten (zoals bijvoorbeeld holle profieldelen) bevindt.
Het uitdruipen en opvangen van de reinigingsvloeistof heeft meerdere voordelen.
25 Reinigingsvloeistof is doorgaans kostbaar en het verbruik ervan kan door uitdruipen en op vangen worden gereduceerd. Bovendien is de reinigingsvloeistof meestal agressief zodat het wenselijk is te voorkomen dat deze op ongecontroleerde locaties vrijkomt.
Ook is het onwenselijk de reinigingsvloeistof te laten indrogen daar dit tot afzetting van residu kan leiden. Van groot belang is verder om het gewicht van de draagstructuur (al 30 dan niet met daarin aanwezige pluimveehouders) nauwkeurig te kunnen bepalen daar dit van invloed is op het bepalen (berekenen) van de voormalige inhoud (levend pluimvee) alvorens de draagstructuur met pluimveehouders werd geleegd (tarra gewicht).
8
De vloeistoftoevoer kan zijn voorzien van een watertoevoer en een toevoer voor desinfectant opdat in het vloeistofbad de samenstelling (concentratie) van de reinigingsvloeistof kan worden aangepast aan de omstandigheden. Verder is het mogelijk te voorzien in een vloeistofbuffer met als voordeel dat er zo voldoende 5 reinigingsvloeistof beschikbaar is, wat het mogelijk maakt reinigingsvloeistof snel toe te voeren indien dit wenselijk is en waardoor het niveau van de reinigingsvloeistof kan worden aangepast wanneer daar behoefte aanbestaat bijvoorbeeld bij de aanwezigheid van meer of minder draagstructuren in het vloeistofbad of bij wisseling van draagstructuur type.
10
Verder kan de vloeistoftoevoer ook ten minste één in het vloeistofbad gelegen sproeikop (“nozzle”) omvatten voor het doen wervelen van de reinigingsvloeistof en/of het bespuiten van het ondergedompelde deel van de draagstructuur. Om ervoor te waken dat er (indien gewenst) in het vloeistofbad voldoende reinigingsvloeistof aanwezig is 15 kan de vloeistoftoevoer worden voorzien van een sensor voor het waarnemen van de hoogte van een vloeistofspiegel in het vloeistofbad, en van regelmiddelen voor het op een gewenst niveau handhaven van de vloeistofspiegel in het vloeistofbad. Op een soortgelijke wijze kan middels een ander type sensor ook de kwaliteit van de reinigingsvloeistof worden bewaakt en eventueel automatisch aangepast.
20
De reinigingsvloeistof kan bestaan uit water al dan niet voorzien van één of meerdere additionele middelen zoals bijvoorbeeld een zeep, een desinfecteermiddel (“desinfectant”), een bacterieremmend middel, enig ander reinigingsmiddel of een combinatie hiervan.
25
De reinigende werking in het vloeistofbad kan verder toenemen indien het vloeistofbad is voorzien van vloeistofturbulentie opwekkende middelen. Hierbij kan worden gedacht aan een circulatiepomp, een aangedreven rotor, bewegende en/of intermitterende vloeistofstalen en zo voorts.
30
Om de toevoer van draagstructuren voor pluimveehouders aan het vloeistofbad te controleren kunnen de transportmiddelen zijn voorzien van een blokkering, voor het blokkeren van de toevoer van draagstructuren. Aldus kunnen de draagstructuren voor pluimveehouders gecontroleerd en sequentieel worden toegevoerd aan het vloeistofbad.
9
De onderhavige uitvinding verschaft tevens een werkwijze voor het gemechaniseerd legen van pluimveehouders en aansluitend slechts aan een onderzijde reinigen van een draagstructuur van de geleegde pluimveehouders, omvattende de bewerkingsstappen: 5 A) het in een lossysteem gemechaniseerd openen en legen van de in een draagstructuur geplaatste pluimveehouders; B) het van het lossysteem ondersteund en gemechaniseerd naar een vloeistofbad verplaatsen van de draagstructuur voor pluimveehouders; C) het ondersteund slechts gedeeltelijk met de onderzijde in het vloeistofbad met reinigingsvloeistof onderdompelen van de draagstructuur voor pluimveehouders ter 10 desinfectie van slechts de onderzijde van de draagstructuur; en D) het ondersteund uit het vloeistofbad verwijderen en boven het vloeistofbad ten minste gedeeltelijk laten uitdruipen van de slechts aan onderzijde gereinigde draagstructuur voor pluimveehouders. Daarbij is het voordelig indien bij het uitdruipen volgens bewerkingstap D) van de onderzijde van de gereinigde draagstructuur de draagstructuur 15 onder een scheefstand wordt geplaatst. Hierdoor zal achterblijvende reinigingsvloeistof verbeterd worden verwijderd. Er zijn echter ook andere maatregelen denkbaar om achterblijvende reinigingsvloeistof van de draagstructuur te verwijderen zoals bijvoorbeeld afblazen en/of schudden. Op deze wijze zal er minder reinigingsvloeistof verloren gaan. Op een soortgelijke wijze kan worden voorkomen dat een eventueel 20 voorgereinigde draagstructuur met veel aanhangend spoelwater in de reinigingsvloeistof komt. Het voordeel is hierbij dat aldus verdunning van de reinigingsvloeistof kan worden verminderd. Voor de verder voordleen van de onderhavige werkwijze wordt verwezen naar de bovengenoemde voordleen zoals beschreven aan de hand van de inrichting volgends de onderhavige uitvinding.
25
Ook is het mogelijk slechts de onderzijden van de draagstructuren voor pluimveehouders tijdens bewerkingsstap C) door het vloeistofbad met een reinigingsvloeistof te bewegen met een voorwaartse snelheid. Om de reinigende werking verder te vergroten kan alvorens de draagstructuren voor pluimveehouders 30 volgens bewerkingsstap C) in het vloeistofbad met reinigingsvloeistof in contact wordt gebracht de draagstructuren voor pluimveehouders worden voorgereinigd, bijvoorbeeld door het af blazen of afspuiten van grof vuil dan wel door de draagstructuur voor pluimveehouders voor te weken. Weer een andere mogelijkheid is de reinigingsvloeistof 10 te verwarmen zodanig dat (al dan niet in combinatie met zeep) de reinigende werking ervan toeneemt.
Ook is het mogelijk slechts de onderzijde van de draagstructuur voor pluimveehouders 5 tijdens bewerkingsstap C) achtereenvolgens meerdere keren gedeeltelijk onder te dompelen in het vloeistofbad; ook dit heeft een voordelige invloed op de reinigende werking van de werkwijze. Een eveneens reeds eerdere genoemde mogelijkheid die de doeltreffendheid van reinigen vergroot is dat de vloeistof tijdens bewerkingsstap C) actief in het vloeistofbad wordt bewogen. Van al deze varianten zin de voordelen reeds 10 bovengaand vermeld aan de hand van de inrichting overeenkomstig deze aanvrage.
De inrichting zal navolgend verder worden verduidelijkt aan de hand van het in navolgende figuren weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: figuur 1 een schematische weergave van een inrichting volgens de onderhavige 15 uitvinding, figuur 2 een schematische weergave van een alternatieve uitvoeringsvariant van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding, en figuur 3 een perspectivisch aanzicht op een productielijn voor het legen en reinigen van draagstructuren met pluimveehouders.
20
Figuur 1 toont een schematische weergave van een inrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding. De inrichting 1 omvat een is voorzien van een lossysteem 2 waar met kippen 3 gevulde draagstructuren 4 met pluimveehouders 5 kunnen worden geleegd. Een met levende kippen 3 gevulde draagstructuur 4 wordt door een heftruck 6 op een 25 transportband 7 geplaatst om gemechaniseerd te worden toegevoerd aan het lossysteem 2 waar de draagstructuur 4 zodanig wordt gekanteld dat de kippen 3 uit de pluimveehouders 5 vallen waardoor de kippen in een afvoersysteem 8 terecht komen. Vanuit het afvoersysteem 8 worden de kippen 3 bijvoorbeeld aan een - hier niet weegegeven - slachtlijn toegevoerd.
30
De inrichting 1 is verder voorzien van een aan de bovenzijde geopend vloeistofbad 12 voor het opnemen van slechts de onderzijde van de draagstructuur 4 voor pluimveehouders 5. De draagstructuur 4 kan door een verticale transporteur 9 in het vloeistofbad 12 worden gebracht. Op het vloeistofbad 12 sluit een vloeistoftoevoer 13 11 aan waarmee reinigingsvloeistof 14 in het vloeistofbad 12 wordt gebracht. De verticale transporteur 9 is ingericht voor het overeenkomstig pijl Pi met de onderzijde in het vloeistofbad 12 plaatsen respectievelijk uit het vloeistofbad 12 nemen van de draagstructuur 4. Daartoe is de draagstructuur 4 voordien in horizontale richting 5 overeenkomstig pijl P2 door een horizontale transporteur 10 langs een eerste transporttraject - hier in de vorm van een eindloze transportband 10 - aangevoerd naar de verticale transporteur 9. De verticale transporteur 9 omvat een van openingen voorzien steunvlak 11 waarmee de draagstructuur 4 kan worden ondersteund. Het steunvlak 11 kan zo worden gepositioneerd dat dit aansluit op de horizontale 10 transporteur 10. Dit maakt het mogelijk dat een draagstructuur 4 voor pluimveehouders 5 van de horizontale transporteur 10 op transportrollen 27 die zijn aangebracht in het steunvlak 11 kan worden geschoven. De horizontale transporteur 10 is onder tussenkomst van een arm 13 verbonden met een zeer schematisch weergegeven liftinstallatie 25.
15
In het vloeistofbad 12 zijn nozzles 15 aangebracht, waarmee door een pomp 26 onder druk aangevoerde reinigingsvloeistof 14 resulteert in vloeistofstroming bij voorkeur gericht naar een slechts met de onderzijde in het vloeistofbad 12 geplaatste draagstructuur 4. De nozzles 15 bevinden zich daartoe bij voorkeur onder de 20 vloeistofspiegel 16 zodanig dat deze stroming of turbulentie van de reinigingsvloeistof 14 in het vloeistofbad 12 veroorzaken. Het vloeistofniveau (dat wil zeggen de hoogte van de vloeistofspiegel 16) kan worden geregeld door aansturing van de pomp 26 door middel van een intelligente besturing 17 die is gekoppeld met sensoren 18. Daarbij kan de pomp 26 bij het onderschreiden van een bepaald minimum vloeistofniveau 25 reinigingsvloeistof 14 uit een vloeistofbuffer 19 aanvoeren. Verder is het vloeistofbad 12 voorzien zijn van een op de pomp 26 aansluitende afvoer 20, voor het uit het vloeistofbad 12 afvoeren van reinigingsvloeistof 14, waarbij in de afvoer 20 tevens -hier niet getoonde reinigingsmiddelen zoals bijvoorbeeld filters - kunnen zijn opgenomen om de reinigingsvloeistof 14 bij circulatie te zuiveren. Het vloeistofbad 12 30 is bij voorkeur tenminste gedeeltelijk vervaardigd uit roestvrij staal en is verder wenselijk zo uitgevoerd dat in het bad 12 ophopend vuil, mede onder invloed van eventueel aanwezige stroming in het bad 12, zich bij voorbeeld op de bodem verzamelt op één of meerdere locaties waar het makkelijk verwijderd kan worden.
12
Om de toevoer van opvolgende draagstructuren 4 te kunnen scheiden is de horizontale transporteur 10 voorzien van een overeenkomstig de pijl P3 verplaatsbare bufferpal 21, welke in een naar boven gezwenkte toestand de doorgang van draagstructuren 4 voorkomt. De draagstructuur 4 kan na reiniging direct van het steunvlak 11 worden 5 genomen, bijvoorbeeld met behulp van de openingen 22 bestemd voor de lepels van de heftruck 6. Anderzijds is het ook mogelijk middels een, in deze figuur niet getoonde, separate afvoerband of door de horizontale transporteur 10 de gereinigde draagstructuur 4 af te voeren. Alvorens de draagstructuur 4 af te voeren is het wenselijk deze eerst boven het vloeistofbad 12 te laten uitdruipen; of nog beter, door het steunvlak 11 door 10 middel van een aandrijving 23 over een beperkte hoek van 0-30° te verdraaien rond een rotatie-as 24. Het gevolg is dat de draagstructuur 4 onder een hoek komt te staan met als gevolg dat ten minste een deel van de nog in de onderzijde van de draagstructuur 4 aanwezige vloeistof zal worden afgevoerd en in het vloeistofbad 12 druipt.
15 Figuur 2 toont een schematische perspectivische weergave van een inrichting 30 voor het reinigen van de onderzijde van draagstructuren 31 voor pluimveehouders 32. Een draagstructuur 31 wordt overeenkomstig pijl P10 door een horizontale transporteur 33 overeenkomstig een eerste transporttraject aangevoerd op zodanige wijze dat doorgaande kokers 34 in het bodemsegment van de draagstructuur 31 parallel liggen 20 aan de transportrichting P10. Een hellende transporteur 35 verplaatst de draagstructuren 31 langs een tweede transporttraject met een verticale bewegingscomponent naar beneden zodanig dat deze in het vloeistofbad 36 met het bodemdeel van de draagstructuur 31 tot onder het vloeistofoppervlak 37 van de reinigingsvloeistof 38 komt. Een opvolgende horizontale bodemtransporteur 39 beweegt de draagstructuur 31 25 overeenkomstig pijl Pu langs een derde transporttraject door het vloeistofbad 36 en dus ook door de reinigingsvloeistof 38. Aldus zal er een de relatieve vloeistofstroming van de reinigingsvloeistof 38 ten opzichte van de onderzijde van de draagstructuur 31 ontstaan hetwelk bij draagt aan een grondige reiniging. Aan het einde van het vloeistofbad 36 worden de draagstructuren 31 voor pluimveehouders 32 weer langs een 30 vierde transporttraject schuin omhoog opgevoerd door een opvoertransporteur 40 om uiteindelijk door een afvoerende horizontale transporteur 41 overeenkomstig pijl P|2 verder te worden afgevoerd. Een aantal van de besturingsmechanieken zoals reeds beschreven aan de hand van figuur 1 kunnen ook van de inrichting 30 zoals getoond in figuur 2 deel uitmaken maar zijn hier niet als zodanig weergegeven.
13
Figuur 3 toont een perspectivisch aanzicht op een productielijn 50 voor het legen en reinigen van draagstructuren 51 met pluimveehouders. Een met levende have gevulde draagstructuur 51 met pluimveehouders wordt overeenkomstig pijl P5 aangevoerd en door een lossysteem 52 gevoerd van waaruit het pluimvee overeenkomstig pijl P^ door 5 een verdooftunnel 53 en dan vervolgens overeenkomstig pijl P7 naar het begin van een slachtlijn 54 worden gevoerd. De draagstructuur 51 met pluimveehouders gaat na het doorlopen van het lossysteem 52 door een voorwasser 55. De aldus voorgereinigde draagstructuur 56 met pluimveehouders worden vervolgens overeenkomstig pijl P8 door een draagstructuur reiniger 57 gevoerd waarin slechts de onderzijde van de 10 voorgereinigde draagstructuur 56 door een reinigingsbad wordt bewogen. Het proces dat zich voltrekt in de draagstructuur reiniger 57 is in deze figuur niet verder zichtbaar maar hier zou bijvoorbeeld een inrichting zoals getoond in figuur 30 prima passen. De uiteindelijk gereinigde draagstructuur 58 verlaat overeenkomstig pijl P9 de productielijn 50.
15
Naast de getoonde uitvoeringsvormen zijn er diverse varianten mogelijk welke alle geacht worden te vallen binnen de beschermingsomvang van de navolgende conclusies.

Claims (16)

1. Inrichting voor het gemechaniseerd legen van pluimveehouders en het aansluitend slechts aan een onderzijde reinigen van een draagstructuur van de geleegde 5 pluimveehouders, omvattende: - een lossysteem voor het gemechaniseerd openen en legen van in de draagstructuur geplaatste pluimveehouders; - een voor de draagstructuur aan bovenzijde toegankelijk vloeistofbad; 10. transportmiddelen, voorzien van ten minste één verplaatsbaar draagvlak voor ondersteuning van de draagstructuur, welke transportmiddelen van het lossysteem naar het vloeistofbad en opvolgend zodanig door en tot buiten het vloeistofbad voeren dat de slechts de onderzijde van de draagstructuur in het vloeistofbad wordt ondergedompeld en vervolgens door de transportmiddelen 15 weer uit het vloeistofbad wordt verwijderd; en - een vloeistoftoevoer, voor het in het vloeistofbad brengen van een reinigingsvloeistof.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de transportmiddelen zijn 20 voorzien van een in hoofdzaak horizontaal eerste transporttraject voor het van het lossysteem naar het vloeistofbad transporteren van de draagstructuur en een daarop aansluitende ten minste gedeeltelijk vertikaal tweede transporttraject dat tot in het vloeistofbad voert voor het slechts met de onderzijde in het vloeistofbad onderdompelen van de draagstructuur voor pluimveehouders. 25
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de transportmiddelen zijn voorzien van een, door het vloeistofbad voerend en op het tweede transporttraject aansluitend, derde transporttraject met een hoofdzakelijke horizontale richtingscomponent. 30
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de transportmiddelen zijn voorzien van een vierde transporttraject dat aansluit op het derde transporttraject, welk vierde transporttraject ten minste een verticale richtingscomponent omvat en dat van in het vloeistofbad tot boven het vloeistofbad voert.
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het draagvlak van de transportmiddelen zwenkbaar is tussen een in hoofdzaak horizontale toestand en een hellende toestand. 5
6. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de vloeistoftoevoer een watertoevoer en een toevoer voor desinfectant omvat.
7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de 10 vloeistoftoevoer ten minste één in het vloeistofbad gelegen sproeikop omvat.
8. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de vloeistoftoevoer is voorzien van een sensor voor het waarnemen van de hoogte van een vloeistofspiegel in het vloeistofbad, en van regelmiddelen voor het op een gewenst 15 niveau handhaven van de vloeistofspiegel in het vloeistofbad.
9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het vloeistofbad is voorzien van vloeistofturbulentie opwekkende middelen.
10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het lossysteem voor het legen van in een draagstructuur geplaatste pluimveehouders mechanisch star is gekoppeld met de door het vloeistofbad voerende transportmiddelen.
11. Werkwijze voor het gemechaniseerd legen van pluimveehouders en aansluitend 25 slechts aan een onderzijde reinigen van een draagstructuur van de geleegde pluimveehouders, omvattende de bewerkingsstappen: A) het in een lossysteem gemechaniseerd openen en legen van de in een draagstructuur geplaatste pluimveehouders; B) het van het lossysteem ondersteund en gemechaniseerd naar een vloeistofbad 30 verplaatsen van de draagstructuur voor pluimveehouders; C) het ondersteund slechts gedeeltelijk met de onderzijde in het vloeistofbad met reinigingsvloeistof onderdompelen van de draagstructuur voor pluimveehouders ter desinfectie van slechts de onderzijde van de draagstructuur; en D) het ondersteund uit het vloeistofbad verwijderen en boven het vloeistofbad ten minste gedeeltelijk laten uitdruipen van de slechts aan onderzijde gereinigde draagstructuur voor pluimveehouders.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk dat bij het uitdruipen volgens bewerkingstap D) van de onderzijde van de gereinigde draagstructuur de draagstructuur onder een scheefstand wordt geplaatst.
13. Werkwijze volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk dat slechts de 10 onderzijde van de draagstructuur voor pluimveehouders tijdens bewerkingsstap C) achtereenvolgens meerdere keren wordt ondergedompeld in het vloeistofbad.
14. Werkwijze volgens een der conclusies 11-13, met het kenmerk dat slechts de onderzijde van de draagstructuur voor pluimveehouders tijdens bewerkingsstap C) met 15 een voorwaartse snelheid door het vloeistofbad wordt bewogen.
15. Werkwijze volgens een der conclusies 11-14, met het kenmerk dat de vloeistof tijdens bewerkingsstap C) actief in het vloeistofbad wordt bewogen.
16. Werkwijze volgens een der conclusies 11-15, met het kenmerk dat alvorens slechts de onderzijde van de draagstructuur voor pluimveehouders volgens bewerkingsstap C) in het vloeistofbad met reinigingsvloeistof in contact wordt gebracht de onderzijde van de draagstructuur wordt voorgereinigd.
NL2005448A 2010-10-04 2010-10-04 Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een draagstructuur voor pluimveehouders. NL2005448C2 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2005448A NL2005448C2 (nl) 2010-10-04 2010-10-04 Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een draagstructuur voor pluimveehouders.
PCT/NL2011/050663 WO2012047094A2 (en) 2010-10-04 2011-09-30 Device and method for cleaning a support structure for poultry holders
DK11767818.5T DK2624684T3 (en) 2010-10-04 2011-09-30 Device and method for cleaning the supporting structure for the poultry holders
US13/877,748 US20140060585A1 (en) 2010-10-04 2011-09-30 Device and Method for Cleaning a Support Structure for Poultry Holders
EP11767818.5A EP2624684B1 (en) 2010-10-04 2011-09-30 Device and method for cleaning a support structure for poultry holders

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2005448A NL2005448C2 (nl) 2010-10-04 2010-10-04 Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een draagstructuur voor pluimveehouders.
NL2005448 2010-10-04

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2005448C2 true NL2005448C2 (nl) 2012-04-05

Family

ID=44223579

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2005448A NL2005448C2 (nl) 2010-10-04 2010-10-04 Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een draagstructuur voor pluimveehouders.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US20140060585A1 (nl)
EP (1) EP2624684B1 (nl)
DK (1) DK2624684T3 (nl)
NL (1) NL2005448C2 (nl)
WO (1) WO2012047094A2 (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US9119382B2 (en) * 2013-02-26 2015-09-01 Tyson Foods Inc. Portable basket colony for growing and transport and method of use
US10750727B1 (en) 2013-02-26 2020-08-25 Tyson Foods, Inc. Portable basket colony for growing and transport and method of use
US9737056B2 (en) 2013-02-26 2017-08-22 Tyson Foods, Inc. Portable basket colony for growing and transport and method of use
ITTO20130395A1 (it) * 2013-05-16 2014-11-17 Massimo Zanotti Impianto per la manipolazione di pollame vivo in un macello
CN105994008B (zh) * 2016-05-31 2019-06-04 广西金陵农牧集团有限公司 一种养鸡用便于清洁的养鸡笼及清洁方法
CN108541626B (zh) * 2018-03-30 2020-11-24 泗县飞虹体育文化发展有限公司 一种铲鸡粪车
EP4117832A1 (en) * 2019-03-12 2023-01-18 Moba Group B.V. Method and apparatus for cleaning a stack of objects
US11338335B1 (en) * 2020-02-04 2022-05-24 Said A. Maldonado System for cleaning agricultural bins

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3702600A (en) * 1970-12-09 1972-11-14 Charles R Bright Poultry loading apparatus
BE1013784A3 (nl) * 2000-10-20 2002-08-06 Gils Marc Van Installatie met cilindervormige draaiborstels voor het reinigen van pluimveeroosters.
US6655897B1 (en) * 2001-10-16 2003-12-02 Chris Harwell Systems and methods for transporting young fowl from a hatchery to a growout house
GB2454659A (en) * 2007-11-13 2009-05-20 Boc Group Plc Cleaning poultry trays using solid carbon dioxide pellets

Family Cites Families (27)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3352723A (en) * 1962-07-17 1967-11-14 Universal Container Corp Method of cleaning used steel drums of organic residues
US3658197A (en) * 1970-06-01 1972-04-25 Lockheed Aircraft Corp Programmable apparatus for conveying articles through successive process steps
US3683944A (en) * 1971-01-25 1972-08-15 Sybron Corp Control apparatus for washer-sterilizer
US3783560A (en) * 1971-06-28 1974-01-08 Judeteana De Morarit Si Panifi Apparatus for washing packing cases
US3885525A (en) * 1972-05-22 1975-05-27 James B Powell Apparatus and method for transporting, unloading and processing live poultry
US3782398A (en) * 1972-05-22 1974-01-01 J Lightner Apparatus for transporting, unloading and processing live poultry
US4198995A (en) * 1979-03-29 1980-04-22 Proektno-Konstruktorskoe Bjuro Elektrogidravliki Akademii Nauk Ukrainskoi Ssr Apparatus for electrohydroblasting of castings
US4305495A (en) * 1979-04-02 1981-12-15 Hooker Chemicals & Plastics Corp. Variable lift conveying apparatus
CA1141629A (en) * 1979-07-31 1983-02-22 Roger F. Potts Machine for cleaning plastic containers
US4420854A (en) * 1980-06-28 1983-12-20 John Newton Apparatus for cleaning trays
GB2096555B (en) * 1981-04-01 1985-02-27 Anglia Autoflow Ltd Livestock handling system and method and apparatus therefor
AT383056B (de) * 1982-12-22 1987-05-11 Salm O & Co Gmbh Vorrichtung zum reinigen von wannenfoermigen behaeltern
NL8301348A (nl) * 1983-04-18 1984-11-16 Stork Pmt Inrichting voor het legen van met levend gevogelte gevulde containers.
JPH01172596A (ja) * 1987-12-26 1989-07-07 Nippon Paint Co Ltd 揺動機構を備えた処理設備
US5593507A (en) * 1990-08-22 1997-01-14 Kabushiki Kaisha Toshiba Cleaning method and cleaning apparatus
US5218980A (en) * 1991-10-10 1993-06-15 Evans David H Ultrasonic dishwasher system
US5338248A (en) * 1993-01-25 1994-08-16 Midwest Air Products Co., Inc. Ventilation apparatus for removing vapors
US5377704A (en) * 1993-06-08 1995-01-03 Huddle; Richard F. Automated agitated immersion washer
US5513666A (en) * 1993-07-30 1996-05-07 Mitsubishi Jidosha Kogyo Kabushiki Kaisha Method of cleaning works and cleaning apparatus
US5795400A (en) * 1994-05-16 1998-08-18 Berger; Mitchell H. Method for recycling coolant for a cutting machine
US6119706A (en) * 1997-09-22 2000-09-19 Lucent Technologies Inc. Apparatus for cleaning electronic components
US20020153021A1 (en) * 2001-03-30 2002-10-24 Cfr Assainissement Inc. Washing and sterilizing line and uses thereof
DE10161086B4 (de) * 2001-12-12 2005-06-02 Wmv Apparatebau Gmbh & Co Kg Anlage zum Behandeln von Massenteilen
DE102005003093B4 (de) * 2005-01-22 2018-12-13 Ecoclean Gmbh Reinigungsanlage
US20070169713A1 (en) * 2006-01-23 2007-07-26 Sinn Steven C Livestock unloading system and method
DE102006017488B3 (de) * 2006-04-13 2007-12-06 Robert Sporer Hub-Tauchanlage
US8191510B2 (en) * 2010-05-11 2012-06-05 Euse Peter F Bird cage assembly with cleaning sinks

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3702600A (en) * 1970-12-09 1972-11-14 Charles R Bright Poultry loading apparatus
BE1013784A3 (nl) * 2000-10-20 2002-08-06 Gils Marc Van Installatie met cilindervormige draaiborstels voor het reinigen van pluimveeroosters.
US6655897B1 (en) * 2001-10-16 2003-12-02 Chris Harwell Systems and methods for transporting young fowl from a hatchery to a growout house
GB2454659A (en) * 2007-11-13 2009-05-20 Boc Group Plc Cleaning poultry trays using solid carbon dioxide pellets

Also Published As

Publication number Publication date
EP2624684A2 (en) 2013-08-14
WO2012047094A3 (en) 2012-05-31
WO2012047094A2 (en) 2012-04-12
US20140060585A1 (en) 2014-03-06
EP2624684B1 (en) 2014-11-12
DK2624684T3 (en) 2015-02-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2005448C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een draagstructuur voor pluimveehouders.
FI73124C (fi) Rengoeringsmaskin.
RU2496586C1 (ru) Способ мойки внутренних частей моечной машины для бутылок или сосудов, а также моечная машина для бутылок или сосудов
CN110583529B (zh) 一种禽蛋的杀菌消毒设备
US9174807B2 (en) Method for cleaning a conveyor for agricultural products and conveyor for agricultural products
GB2483783A (en) Method and apparatus for washing food product
US20010047814A1 (en) Method and apparatus for sterilizing fresh fruit
EP3203831B1 (en) Apparatus and method for processing containing devices for animals
CN108347905B (zh) 用于保持育肥家禽笼的支架以及育肥家禽笼
KR20160013079A (ko) 도축장내에서 생계를 처리하기 위한 플랜트
US3782398A (en) Apparatus for transporting, unloading and processing live poultry
JP2016019948A (ja) ワゴン洗浄機
US3885525A (en) Apparatus and method for transporting, unloading and processing live poultry
US20090025759A1 (en) Washing apparatus for baskets, especially handheld shopping baskets and the like
WO2016039638A1 (en) Carcass processing system
NL2013090B1 (nl) Inrichting voor het verwateren van schaal- en/of schelpdieren
CN203568338U (zh) 一种落地式内脏卫检输送机
US20050287258A1 (en) Product dip conveyor system
JP5663958B2 (ja) 施設
US2923985A (en) Apparatus for sterilizing cans
CN211671927U (zh) 一种胚苗生产自动化生产线
JPH0427479A (ja) 軸受け洗浄装置
NL1009188C2 (nl) Inrichting, broeibak en werkwijze voor het broeien van geslacht pluimvee.
US7955166B2 (en) Method and apparatus for treating sausage casing
AU2012201887B2 (en) Evisceration Conveyor

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20211101